SMARTENGELD VOOR SLACHTOFFERS IN COMA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SMARTENGELD VOOR SLACHTOFFERS IN COMA"

Transcriptie

1 HET BROODMES-ARREST SMARTENGELD VOOR SLACHTOFFERS IN COMA HUISHOUDELIJKE HULP 11e Jaargang Nr. 3 december 2002 UITGAVE VAN HET NEDERLANDS INSTITUUT VAN SCHADEREGELAARS

2 Verkruisen advocaten Verkruisen advocaten is een toonaangevend advocatenkantoor op het gebied van gezondheidsrecht en letselschaderecht. Tezamen met de professionals in Verkruisen Medisch Adviseurs en het Verkruisen Instituut voor Actuariële Schadeberekeningen (VIAS) biedt het kantoor haar cliënten een volledig en modern rechtshulppakket. Verkruisen advocaten heeft vestigingen in Amsterdam, Rotterdam en Assen. In verband met de voortgaande groei van het kantoor is in ieder van de drie vestigingen op korte termijn plaats voor ervaren letselschaderegelaars Uw profiel U bent een moderne professional die er plezier in heeft om met een grote mate van zelfstandigheid, doch steeds in multidisciplinair teamverband, zijn/haar cliënten van kwalitatief hoogwaardige rechtshulp te voorzien. U bezit een goed cijfermatig inzicht. Bovendien kunt u goed samenwerken en beschikt u over een opgeruimde en solide persoonlijkheid. Arbeidsvoorwaarden Vanzelfsprekend zijn de arbeidsvoorwaarden in overeenstemming met uw opleiding, ervaring en capaciteiten alsmede met de zwaarte van de functie. Een loondienst-verband is niet noodzakelijk. Inlichtingen en sollicitaties Inlichtingen en sollicitaties binnen veertien dagen bij dr. mr. W.G. Verkruisen, Prins Hendriklaan 25, 1075 AZ Amsterdam (telefoon kantoor: ; telefoon privé: ). Uw reacties worden met grote vertrouwelijkheid behandeld.

3 Colofon KenNIS is een uitgave van het Nederlands Instituut van Schaderegelaars (NIS) en verschijnt vier keer per jaar. Postadres Postbus 75475, 1070 AL Amsterdam Website: NIS Bestuur J.J. Noorman: voorzitter J.W. Stoevenbeld: vice voorzitter Mw. C.P.M. Mastop: secretaris E.M. Budwilowitz: penningmeester Mw. L.T.M. Taat-de Groot: lid F.G. van Cuijk: lid R. Berghout: lid B.K.G. Brugman: lid Redactie Frank Emmerig Martijn Lauxterman Hans Noordsij Marc Punt Bob Rodenburg Paul Schillings Cees Smith Lex Stegerhoek Ernst van Strien Bart Waterbolk Ontwerp: Manten Grafisch Ontwerpbureau bv Website: Druk Offsetdrukkerij Haveka bv Website: Abonnement Aanvragen abonnementen uitsluitend aan het postadres van het NIS. Bij aanmelding s.v.p. opgave van naam, adres, telefoonnummer en functie, alsmede of men zelfstandig dan wel in loondienst werkzaam is en bij welk bedrijf. Van de redactie We zijn bijna aan het einde van een zeer hectisch jaar Een mooi moment voor de redactie om zo n jaar te evalueren. In letselland is er ook veel gebeurd en misschien toch ook weer niet. Het blijft toch een wereld op zich, desondanks merken wij de invloeden van maatschappelijke ontwikkelingen in onze dagelijkse praktijk. Een taak voor de letselschaderegelaar, tenslotte een professional, om hier op in te spelen, te improviseren en mee te wegen in zijn beoordeling en adviezen. Maar wat is nieuw? Burn out is kennelijk vorderbaar geworden. Is het daarmee ook verzekerbaar? De redactie vraagt zich af of iets dergelijks nog een onzeker voorval, en in de aansprakelijkheidssfeer, een gevolg van een onrechtmatige daad kan zijn. Er bestaat het gevoel dat iedereen zich schrap zet. Niet al te lang overigens, want dat is niet best voor het bewegingsapparaat. Is de Hoge Raad zich ook aan het herbezinnen? In het bijzonder nu deze stelt dat een broodmes niet als gevaarzettend in de arbeidssituatie kan worden aangemerkt. Vooral als hij eerder in een ook zeer huiselijke situatie, (woon-werkverkeer), wel meent dat de zorgplicht van de werkgever dergelijke risico s behelst. Alhoewel, wat te denken van HR 2001,71? Dat we moeten blijven improviseren bleek tijdens de BCE discussie over het expertiserapport van de Personenschade deskundige. Wat is feit en wat niet? Welk reserveadvies moet openbaar en wat houdt een gegarandeerde reserve expertise in? Helaas bleek toen de voorzitter Quasimodo aanhaalde en de zaal hier om nadere informatie vroeg, de bedenker van de gegarandeerde reserve expertise niet bekend te zijn. De redactie wenst u een genoeglijke kerst en alvast een gelukkig en gezond nieuwjaar. Het blad wordt automatisch toegezonden aan alle leden van het NIS. Advertenties en kopij aanleveren voor het volgende nummer vóór 1 februari 2003 Een jaarabonnement voor niet-leden kost 7 30,- ISSN: Copyright NIS 2002 Alle rechten voorbehouden. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen van artikelen en mededelingen is alleen geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie. Ingezonden artikelen van niet-nis-leden vallen buiten verantwoordelijkheid van het NIS bestuur en de redactie! KENNIS NO 3 DECEMBER

4 Donderdag 9 januari 2003 NIS bijeenkomst Graag begroeten wij u op donderdag 9 januari 2003 in het Hilton Hotel te Rotterdam. Gastheer: GAB Robins Takkenberg B.V. Inleider: Mr J.M. Beer Onderwerp: Shock- en affectieschade Ontvangst vanaf: uur Maaltijd: uur Aanvang: uur 2 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

5 Inhoud In dit nummer... Van de redactie 2 Het broodmes-arrest 4 Affectieschade 5 Quasimodo 6 Smartengeld over periode dat slachtoffer in coma was 8 Premiedifferentatie kan een instrument vormen voor arbeidsreïntegratie bij andere werkgever 9 Aansprakelijkheid werkgever jegens werknemer voor schade tijdens werkverplaatsing 10 De Professionals 11 Observeren slachtoffer hoeft niet onrechtmatig te zijn 12 Huishoudelijke hulp (1) 13 Huishoudelijke hulp (2) 14 Geen aansprakelijkheid wegbeheerder voor ijzel op ZOAB-wegdek 15 Ongeval tijdens woon-werkverkeer: geen arbeidsongeval en geen aansprakelijkheid werkgever 16 KENNIS NO 3 DECEMBER

6 Het broodmes-arrest Sinds maart 1990 werkte benadeelde bij het bedrijf Fair Play. Hier was zij onder andere werkzaam in de keuken. In december 1996 was zij bezig met het snijden en smeren van zachte broodjes. Daarbij sneed zij zich met een broodmes in de wijsvinger van de linkerhand met zenuwletsel tot gevolg. Het mes was nieuw aangeschaft en vlijmscherp. Het oude mes zou bot zijn geweest en de werkgever had niet gewaarschuwd voor het feit dat het nieuwe mes zoveel scherper was. (Hoge Raad d.d ; LJN-nummer AE4090, zaaknummer C01/340HR) Benadeelde vorderde op grond van art. 7:658 BW vergoeding van haar schade op basis van de stelling dat haar werkgever onvoldoende voorzorgsmaatregelen had getroffen ter voorkoming van een ongeval als het onderhavige. Zo waren er geen instructies gegeven voor het werken in de keuken en de werkgever hield geen toezicht op de uitvoering van het werk. Verder waren er geen voorzieningen in de vorm van beschermende handschoenen of een houten puntbroodjeshouder. Door dit na te laten is de kans op een ongeval als het onderhavige vergroot. De werkgever heeft nagelaten de Arbeidsinspectie in te schakelen waardoor een rapport van die instantie ontbreekt. De werkgever verweerde zich door aan te geven dat er geen sprake is van tekortschieten op het punt van haar zorgverplichting ten aanzien van de veiligheid van haar werknemers in de keuken. Er zijn geen Arbo-normen geschonden en het is niet duidelijk wat de werkgever nog had kunnen en moeten doen om dit ongeval te voorkomen. Benadeelde was gewend aan dit werk en bij normale oplettendheid zou het niet hebben plaatsgevonden. Dat het mes nieuw was doet niet ter zake: messen moeten nu eenmaal scherp zijn. Met betrekking tot het geven van instructies benadrukte de werkgever dat het smeren van broodjes ook buiten het werk (thuis) vaker wordt gedaan en dat van een werkgever niet kan worden verwacht dat hij daar specifieke instructies aan verbindt. Houten puntbroodjeshouders bestaan niet en beschermende handschoenen maken het werk onmogelijk. De Kantonrechter wees de vordering toe: de werkgever had een scherp mes ter beschikking gesteld zonder te waarschuwen of veiligheidsmaatregelen te treffen. Een rapport van de Arbeidsinspectie waaruit zou kunnen blijken dat de werkomstandigheden voldoende veilig waren ontbreekt. In hoger beroep hield benadeelde de Rechtbank voor dat een broodjeshouder makkelijk te ontwerpen is en de werkgever moet volgens haar rekening houden met het feit dat werknemers niet steeds oplettend zijn. Handschoengebruik zou de gebruiker attent maken op het gevaar van snijden. Desondanks oordeelde de Rechtbank dat de in art. 7:658 lid 1 BW neergelegde zorgplicht niet absoluut is. Het gaat erom dat de werkgever maatregelen neemt die redelijkerwijs nodig zijn om ongevallen te voorkomen. De werkgever heeft zijn zorgplicht niet geschonden: hij hoefde niet te waarschuwen voor de aanwezigheid van een nieuw (of geslepen) broodmes. Benadeelde stapte naar de Hoge Raad en Advocaat-generaal mr. J. Spier gaat in op de mogelijke gevolgen van deze zaak. Hoewel hij de mogelijk preventieve werking van het aansprakelijkheidsrecht nuanceert onderkent hij dat een toewijzing van de vordering een nuttig effect naar de toekomst zal hebben, ervan uitgaande dat werkgevers bereid zijn om noodzakelijke maatregelen te treffen. Er zijn echter al veel en strenge verplichtingen aan de werkgever opgelegd en hij moet er ook nog eens rekening mee houden dat werknemers niet altijd verstandig handelen. De te beantwoorden vraag formuleert Spier als volgt: moet een werkgever er op toezien dat een zekere nonchalance die allicht in de privé-sfeer er nu en dan insluipt bij bepaalde handelingen (als broodsnijden) in de zakelijke sfeer achterwege blijft?. Het gaat om de grenzen van art. 7:658 BW en de consequentie die het toewijzen van een vordering als deze met zich meebrengt. De verzekeraar van de werkgever heeft hierover niets naar voren gebracht, hetgeen Spier jammer vindt: de zwijgzaamheid van verzekeraars brengt een oorverdovende stilte met zich mee. Ondanks die zwijgzaamheid onderkent Spier wel dat de gevolgen aanzienlijk kunnen zijn. Hij bepleit een signaal af te geven dat er grenzen zijn aan de aansprakelijkheid van art. 7:658 BW en oordeelt dat er onvoldoende is gesteld om aan te nemen dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden: - er zijn geen Arborichtlijnen of andere regels geschonden - van de door benadeelde gewenste maatregelen viel niets nuttigs te verwachten - het ging om een normaal broodmes, mede bestemd voor gebruik in huiselijke situaties - benadeelde werkte al geruime tijd bij Fair Play. Wat de gevoerde procedure betreft ziet Spier wel redenen om het vonnis van de Rechtbank te vernietigen maar daar gaat de Hoge Raad niet in mee. De Hoge Raad oordeelt dat art. 7:658 lid 1 BW geen absolute waarborg schept voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van ongevallen die hem door gebruik van werktuigen en gereedschappen kunnen overkomen. Uit hoofde van de zorgplicht is de werkgever verplicht zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn arbeid schade lijdt. Het lijkt er op dat de grenzen van werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:658 BW zo langzamerhand worden bereikt. Sommige gereedschappen kunnen weliswaar gevaarlijk zijn maar wanneer dat gevaar algemeen bekend is, zowel binnen als buiten de werksfeer, kan dit gevaar niet meer aan de werkgever worden toegerekend. Mits uiteraard geen richtlijnen worden geschonden en redelijke maatregelen om het gevaar te neutraliseren niet mogelijk zijn. B. Roodenburg 4 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

7 Affectieschade Gefixeerde wettelijke vergoeding of een verklaring voor recht Geld maakt niet gelukkig In het vonnis van 22 februari jl. (Kindertaxi-arrest) deed de Hoge Raad een impliciete oproep aan de wetgever het stelsel van schadevergoedingsrecht te heroverwegen. Minister Korthals had enige maanden daarvoor al de hooflijnen van een wetsvoorstel dat vergoeding van affectieschade mogelijk zou moeten maken. Daarbij noemde hij een bedrag van ,- als gefixeerd bedrag bij ernstig letsel of overlijden van een naaste. Dat zou tegemoetkomen aan een gevoel van erkenning dat ook aan die naaste leed is aangedaan. Wat echter te denken van de mening dat het wenselijker zou zijn om geen financiële compensatie te geven voor affectieschade, maar in plaats daarvan een mogelijkheid te creëren voor een rechter om een verklaring voor recht te geven aan de betrokkenen. De rechter kan daarmee de (mate van) verantwoordelijkheid van de veroorzaker voor de dood of het letsel van het slachtoffer vaststellen en daarbij ook de verantwoordelijkheid voor de immateriële schade van de betrokkenen. Daarmee wordt recht gedaan aan de behoefte van erkenning van het leed van die betrokkenen, terwijl ook aan de bezwaren die vanouds tegen financiële compensatie werden opgeworpen tegemoet wordt gekomen. Zo vond men het ooit ongepast om het verdriet om anderen te vergoeden en bestond er angst voor commercialisering van vedriet en onsmakelijke procespraktijken. Enkele argumenten pleiten hier sterk voor. Het biedt onder meer de rechter de mogelijkheid dat leed naar volle omvang te erkennen of juist niet, zonder daarbij te hoeven differentiëren in de hoogte van de vergoeding. Immers, noch een willekeurig gekozen standaardbedrag, noch een lager dan gevorderde toekenning, zal een betrokkene veel voldoening geven. In beide gevallen zal men zich miskend voelen in de erkenning van hun leed. ook een financieel economische noodzaak om een kring van gerechtigden sterk te omlijnen bestaat dan niet meer. Een genuanceerdere mogelijkheid dan in het wetsvoorstel omschreven is dus heel wel mogelijk, terwijl ook het uitdijende aansprakelijkheidsrecht betaalbaar blijft. Voor een stortvloed van vorderingen tot verklaring voor recht zou niet gevreesd behoeven te worden. Deze constructie zou het meest tegemoet komen aan zowel de bezwaren als de verlangens die op dit onderwerp bestaan. Deze mening las ik in een blad voor juridische studenten en achtte het zinvol dit toch nog eens onder de aandacht te brengen. Over het onderwerp is al veel gezegd en geschreven, maar het kan geen kwaad er over te blijven nadenken en praten. Misschien voelt iemand zich geroepen hier ook eens zijn opvattingen over te uiten onder vakgenoten. KENNIS NO 3 DECEMBER

8 Quasimodo In deze column wil de redactie iedereen in de gelegenheid stellen zich uit te spreken over allerhande in ons vakgebied spelende ontwikkelingen. Dit kunnen prikkelende stellingen of meningen zijn of spraakmakende zaken op het gebied van personenschadeexpertise. Ook in dit nummer van KenNIS wil de Quasimodo zijn ideeen uiten en een ieder uitnodigen hier op te reageren. Op 1 december 2001 is de wet Arbeid en Zorg in werking getreden. Deze wet introduceerde een aantal nieuwe verlofregelingen, zoals; betaald kortdurend zorgverlof, zorgverlof, adoptieverlof en kraamverlof. In aanvulling op die nieuwe regelingen kan een werknemer op grond van de wet Financiering Loopbaanonderbreking, welke in deze nieuwe wet is opgenomen, de werkgever vragen langerdurend of palliatief verlof opnemen. Voor werkgevers heeft deze wet verregaande gevolgen. Het aantal verlofregeling neemt fors toe, met name het aantal betaalde verlofdagen. Dus een toenemende financiële belasting voor werkgevers. Zoals daar zijn: Kortdurend zorgverlof, voor de noodzakelijke verzorging van zieke gezinsleden. Per 12 maanden maximaal twee keer de arbeidsduur per week, waarvoor 70% van het salaris moet worden doorbetaald. Adoptieverlof, spreekt voor zich. In een periode van 18 weken vier weken aaneengesloten verlof. Onbetaald verlof maar met een uitkering uit het Algemene Werkloosheidsfonds. Kraamverlof, spreekt voor zich. In dit geval echter twee dagen voor de partner van degene die een kind krijgt. Calamiteiten en ander kort verzuimverlof. Voor onder meer zeer persoonlijke omstandigheden, waaronder ook overlijden van een naaste, opvang van een ziek kind, waarvoor direct ingrijpen noodzakelijk is. Maximaal vier keer de arbeidsduur per week op jaarbasis. Ouderschapsverlof, ten hoogste drie perioden van een maand. Langerdurend of palliatief verlof. Maximaal 18 maanden. Arbeidsovereenkomst blijft in stand, men blijft verzekerd voor arbeidsongeschiktheid en werkloosheid en ziekenfonds. Bijvoorbeeld verlof voor het bijstaan van een naast persoon in de laatste levensfase, (met een financiële tegemoetkoming van de werkgever.) Het bovenstaande is niet compleet en limitatief, maar gaat even om het inzicht. Voor details verwijst Quasimodo naar de betreffende wet. Waar Quasimodo u toe uitnodigt is te reageren op de stelling of de betalende partij zich op grond van de bepaling dat de schadebeperkingsplicht van gelaedeerden als het ware vereist dat die eerst een beroep doen op de werkgever en algemene middelen op grond van deze wet, op het standpunt stellen dat in voorkomende situaties, pas daarna een beroep kan worden gedaan op de aansprakelijke partij c.q zijn verzekeraar, of vinden we dat moreel en/of ethisch eigenlijk niet kunnen. In het verlengde daarvan is er sinds 1 april 2002 de wet Poortwachter. Deze wet legt een aantal verplichtingen op aan werkgevers en werknemers, als het gaat om reïntegratie. Als men die nu niet nakomt, is het dan gerechtvaardigd om ten aanzien van werkgever bij de beoordeling van de 6:107a vordering te matigen? En wat te denken van de werknemer, veel al de gelaedeerde. Mag er dan gematigd worden als een werknemer vanwege gebrek aan motivatie wordt ontslagen en in de ABW verdwijnt? Beste beroepsgenoten. Laat eens weten wat jullie hier allemaal van vinden. Quasimodo 6 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

9 Column Een eerste reactie op de het eerste klokkenspel van Quasimodo in de KenNIS van oktober. Kennelijk houdt de inschatting van de schadereserve, een belangrijke adviestaak van de personenschadeexpert de gemoederen bezig. De heer Konings gaat hier dieper op in. Ook zijn inbreng mag overigens aanleiding geven tot polemiek, dus wachten wij uw reactie in spanning af. Geachte Quasimodo, U vraagt een reactie over de schadereserve in een letselzaak. Een dwaas kan meer vragen stellen dan 100 professoren kunnen beantwoorden. Deze volkswijsheid schoot mij te binnen nadenkend over het fenomeen schadereserve. Er is een eerste bezoek. Er is nog geen snipper medisch papier. Allerlei aanwijzingen voeden het gevoel dat het wel eens een fikse schade kan worden. Er zijn wat concrete aanwijzingen zoals een dure ziekenhuisopname, de aard en intensiteit van medische behandelingen, de duur van de arbeidsongeschiktheid tot het moment van het bezoek dus de omvang van de loonvordering. In deze situatie wordt een schatting gevraagd van de omvang van de schadereserve, naar de toekomst dus maar niets is zo moeilijk als voorspellen vooral als het om de toekomst gaat, aldus de tegeltjeswijsheid. Ik denk dat iedereen als de dood is een te laag bedrag op te geven. Iedereen dus de externe schaderegelaar of de maatschappij expert Het is natuurlijk zeer comfortabel als de schade uiteindelijk geregeld wordt voor pakweg 90% van het geadviseerde bedrag. Minder comfortabel is 50% of 150%. Naarmate de dossieropbouw vordert kan er meer gezegd worden van de schadereserve. Dit punt dient bij voortduring de aandacht te krijgen. Het is niet moeilijk het bovenstaande te bedenken. Zie het als een aanloop naar een achterliggende oorzaak: scoringsdrift. Ik doel hierbij op een mechanisme dat als vanzelf ontstaat. Een advocaat vraagt een ton. De schaderegelaar slaagt erin de schade af te maken voor een halve ton. Dat is een heerlijk gevoel. Als mijn ex dit wist, kwam ze weer bij mij wonen. Maak van een claim van een advocaat de schadereserve en dat heerlijke gevoel ontstaat ook. Hier zit hem de kneep, de deur naar subjectivisme staat wagenwijd open. Denkbaar is schaderegelaars te ontlasten van deze vraag. De opdrachtgever heeft een door de wol geverfde functionaris, iemand met veel ervaring, en die persoon is verantwoordelijk voor het reserveringsbeleid. Die persoon is ook maar een mens en hup daar gaan we weer. Wat inspireert de behandelaar aan de schaderegelaar te vragen hoeveel gereserveerd moet worden? Hij krijgt de gegevens van zijn schaderegelaar. Hij kan dat zelf ook. Die behandelaar wil zich indekken. Hij geeft de hete aardappel door. Iets dergelijks zie je ook gebeuren bij het beoordelen van een declaratie van een belangenbehartiger. Deze komt op het bureau van de opdrachtgever terecht. De behandelaar vraagt aan de schaderegelaar of hij akkoord gaat met deze declaratie. Heb je net een zaak gedaan met een belangenbehartiger die je sinds jaar en dag in allerlei zaken tegenkomt, iemand die behoort tot het old boys network, je noemt elkaar bij de voornaam en dan oordelen of het niet een onsje minder kan zijn. Ook hier staat de deur naar een grenzeloos subjectivisme wagenwijd open. Deze vraag kan je dus beter niet aan de schaderegelaar stellen. Niemand kan rechter zijn in eigen zaak. Ook een volkswijsheid. Het gaat om afstand. Hoe nauwer bij deze materie betrokken des te minder afstand. Dit brengt mij tot de wellicht boude stelling dat goed reserveren een te kostbare zaak is om die over te laten aan de schaderegelaar. Hoe het dan wel moet? Moet bekennen te behoren tot degenen die wel weten hoe het niet moet maar niet hoe het dan wel moet. Dit behoort tot de geplogenheden van het menselijk bestaan en daar zullen we mee moeten leren leven. Kees Koonings KENNIS NO 3 DECEMBER

10 Smartengeld over periode dat slachtoffer in coma was?(hoge Raad d.d ; RvdW 2002, 142) Timmerman Beentjes kwam op tijdens het werk ten val. Als gevolg daarvan raakte hij in coma. Hij overleed op zonder weer bij kennis te zijn geweest. Wel waren er aanwijzingen dat benadeelde gedurende de laatste maand voorafgaand aan zijn overlijden in een zogenaamde soporeuze toestand bevond. Dit is een toestand waarin iemand enigszins het besef kan hebben van zijn situatie. De nabestaanden van de heer Beentjes stelden de werkgever aansprakelijk en vorderden onder andere een vergoeding van smartengeld. De Kantonrechter wees deze vordering af onder verwijzing naar het feit dat de vordering afstuit op het bewustzijnsvereiste. In hoger beroep wees de Rechtbank een bedrag toe van ƒ 5.000,--. Gezien de toestand waarin het slachtoffer zich heeft bevonden en met name tijdens de laatste maand waarin hij zich enigszins bewust kan zijn geweest van zijn situatie achtte de Rechtbank de vordering toewijsbaar. Tegen het vonnis van de Rechtbank werd cassatie aangetekend. De Hoge Raad vindt het feit dat iemand bewusteloos is geen reden om op voorhand al aan te nemen dat geen aanspraak bestaat op vergoeding van immateriële schade. Wanneer iemand lichamelijk letsel oploopt komt hem op grond van art. 6:106 lid 1 BW een redelijke vergoeding toe. Dit is een hoogstpersoonlijk recht: benadeelde moet zelf laten blijken dat hij genoegdoening hiervoor wenst. De Hoge Raad gaat ervan uit dat dit tot uiting is gebracht, en dat de vordering op de erven is overgegaan. Beentjes (c.q. diens nabestaanden) kan dus vergoeding van smartengeld vorderen. Het feit dat hij in coma lag doet daar niets aan af. De bewusteloosheid is echter wèl van belang bij de beantwoording van de vraag of, en zo ja in welke mate, hij door het ongeval nadeel heeft geleden dat voor vergoeding in aanmerking komt en hoe deze vergoeding moet worden begroot. De Hoge Raad: Bij de begroting van dergelijk nadeel moet de rechter rekening houden met alle omstandigheden, waarbij in een geval als het onderhavige kan worden gedacht enerzijds aan de aard van de aansprakelijkheid en anderzijds aan de aard van het letsel, de duur en de intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde die voor het slachtoffer het gevolg is van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust. De rechter zal bij deze begroting ook rekening moeten houden met de ernst van de inbreuk op het rechtsgevoel van de benadeelde. Bij de bepaling van de omvang van de vergoeding zullen de persoonlijke omstandigheden van de benadeelde een rol spelen, doch de rechter zal de zwaarte van het verdriet, de ernst van de pijn, het gemis aan levensvreugde en het geschokte rechtsgevoel met name moeten afleiden uit min of meer objectieve factoren en concrete aanwijzingen, zoals de aard van het letsel en de gevolgen daarvan voor de benadeelde. De wijze waarop en de intensiteit waarmee het derven van levensvreugde door de benadeelde is of zal worden beleefd, zullen in rechte vaak niet, of niet anders dan zeer globaal, kunnen worden vastgesteld, zodat bij de begroting van het nadeel zal moeten worden geabstraheerd van de concrete beleving en in meer objectieve zin moet worden vastgesteld in welke mate van nadeel als hier bedoeld sprake is geweest. De omstandigheid dat de benadeelde gedurende een bepaalde periode bewusteloos is geweest, zal in het algemeen en behoudens aanwijzingen van het tegendeel, tot het oordeel kunnen leiden dat hij wat betreft die periode geen nadeel heeft geleden in de vorm van pijn en/of verdriet, doch deze omstandigheid rechtvaardigt niet zonder meer de conclusie dat in het geheel geen sprake is geweest van gederfde levensvreugde. Aangenomen moet immers worden dat de staat van bewusteloosheid in elk geval tot gevolg heeft gehad dat aan de benadeelde de mogelijkheid heeft ontbroken van zijn leven te genieten. De rechter zal in een geval als het onderhavige waarin moet worden aangenomen dat de benadeelde zich (achteraf en in zekere mate) heeft gerealiseerd dat hij gedurende een bepaalde periode bewusteloos is geweest en niet (meer) zijn gewone leven heeft kunnen leiden, in beginsel in aanmerking moeten nemen dat de benadeelde als gevolg van het door hem opgelopen letsel gedurende deze periode in de geobjectiveerde zin als hiervoor is overwogen, levensvreugde heeft gederfd. Anders dan de Rechtbank heeft geoordeeld kan dus ook voor deze periode sprake zijn van, naar zijn aard slechts in de vorm van een zekere genoegdoening te vergoeden, nadeel waarmee bij het begroten van de schade rekening dient te worden gehouden. 8 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

11 Premiedifferentiatie kan een instrument vormen voor arbeidsreïntegratie bij andere werkgever (Centrale Raad van Beroep d.d ; LJN-nummer AE7138) De huidige regelgeving op het gebied van lastentoedeling aan werkgevers voor arbeidsongeschikte werknemers is niet altijd goed belicht. Met name voor de arbeidsreïntegratie kan het belangrijk zijn. Wanneer een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en daardoor bijvoorbeeld terechtkomt in de arbeidsongeschiktheidsklasse 25-35% van de WAO heeft dat gevolgen voor de hoogte van de gedifferentieerde premie voor WAO voor zijn werkgever. Soms stapt zo n werknemer over naar een andere werkgever om zijn resterende verdiencapaciteit aldaar te gaan gebruiken. Wanneer hij tijdens dat nieuwe dienstverband een toename van arbeidsongeschiktheid ervaart komen de premiegevolgen daarvan nog steeds voor rekening van de vorige werkgever. Wanneer in het kader van arbeidsreïntegratie een potentiële werkgever huiverig is om een gedeeltelijk arbeidsongeschikt iemand aan te nemen kan dit een argument zijn om hem over te halen toch een contract aan te bieden. Een dergelijke zaak speelde voor de Centrale Raad voor Beroep: een vanwege knieklachten deels arbeidsongeschikte werknemer stapte over naar een nieuwe baas en kreeg tijdens dat dienstverband een autoongeval. Als gevolg daarvan werd hij (door andere klachten dan knieklachten) volledig arbeidsongeschikt en bleef de hele wachttijd van 52 weken thuis. Nadat de wachttijd was verstreken werd de WAO-uitkering opgetrokken naar de klasse %. De vorige werkgever kreeg de lasten toebedeeld in de vorm van een hogere WAO-premie. Hij verzette zich hiertegen en in de procedure stelde hij dat de uwv een splitsing had moeten aanbrengen tussen de knieklachten en de door het ongeval ontstane klachten. Daardoor zou een reëlere verdeling tussen beide werkgevers tot stand worden gebracht voor wat betreft de premiestelling. Dit werd van de hand gewezen: in onderhavige situatie komen de gevolgen van de toegenomen arbeidsongeschiktheid voor rekening van de eerste werkgever. Het ligt iets anders wanneer de werknemer na afloop van de wachttijd bij de eerste werkgever geen uitkering ontvangt of na toekenning van een uitkering volledig herstelt. Als hij daarna bij een andere werkgever in dienst treedt en binnen 5 jaren arbeidsongeschikt wordt uit dezelfde oorzaak worden de lasten alsnog toegerekend aan de eerste werkgever. Mocht de arbeidsongeschiktheid voortkomen uit een andere oorzaak dan komen de gevolgen voor de tweede werkgever. KENNIS NO 3 DECEMBER

12 Aansprakelijkheid werkgever jegens werknemer voor schade tijdens werkverplaatsing Betontimmerman De Bont was in loondienst bij een landelijk werkend bouwbedrijf. Vanaf november 1997 reed hij iedere werkdag met zijn eigen auto van zijn woonplaats in Noord-Brabant naar Deventer en hij nam collega s mee. Op grond van de CAO ontving de Bont onder andere een vergoeding voor reisuren en autokosten, alsmede een meerijderstoeslag (totaal circa ƒ 850,- netto per week). (Hoge Raad d.d. 9 augustus 2002; RvdW 2002, 130) Op was De Bont weer op weg naar Deventer. Hij reed in zijn eigen auto en had drie collega s aan boord. Op enig moment veroorzaakte hij een ongeval waarbij alle inzittenden gewond raakten en de auto geheel werd vernield. De WAM-verzekeraar vergoedde de schade van de inzittenden maar De Bont bleef zitten met een niet vergoede autoschade en zijn eigen letselschade. Hiervoor stelde hij zijn werkgever aansprakelijk. De Kantonrechter en de Rechtbank wezen de vordering af omdat zij meenden dat het ongeval plaatsvond tijdens woon-werkverkeer en niet tijdens werkuren of in de uitoefening van de aan De Bont opgedragen werkzaamheden. De zaak werd voorgelegd aan de Hoge Raad. Als eerste bezwaar voerde De Bont aan dat de Rechtbank ten onrechte had overwogen dat het bepaalde in art. 7:658 BW niet van toepassing zou zijn. De Hoge Raad was dit echter met de Rechtbank eens: Art. 7:658 BW schept voor de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving van de werknemer en de door deze te gebruiken werktuigen. Deze zorgplicht en de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid houden nauw verband met de zeggenschap van de werkgever over de werkplek en zijn bevoegdheid de werknemer aanwijzingen te geven ter zake van de (wijze van) uitoefening van diens werkzaamheden. Ook al moeten deze zorgplicht en het vereiste dat de schade door de werknemer is geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden als bedoeld in het 2e lid van voormeld artikel ruim worden uitgelegd, daaronder valt niet een geval als het onderhavige waarin een werknemer bij het besturen van zijn eigen auto op weg naar zijn werk een verkeersongeval veroorzaakt heeft. De tweede klacht van De Bont was echter wel terecht. De Rechtbank was er van uitgegaan dat het ongeval had plaatsgevonden tijdens gewoon woon-werkverkeer en daarmee was de Hoge Raad het niet eens. Het ontbreken van aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW betekent niet dat de werkgever (onder omstandigheden) niet op een andere grond aansprakelijk kan zijn. In onderhavig geval was De Bont door zijn werkgever aangewezen om met zijn eigen auto het vervoer te regelen van hemzelf en van enkele van zijn collega s. Dit naar een ver van de woonplaats gelegen werkplek. In verband daarmee ontving hij vergoedingen conform de CAO. In zo n geval moet het vervoer worden gekwalificeerd als vervoer dat op één lijn is te stellen met vervoer dat plaatsvindt krachtens de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en in het kader van de uit te voeren werkzaamheden. Daaruit vloeit voort dat de werkgever, gezien de aard van de arbeidsovereenkomst en de eisen van redelijkheid en billijkheid als bedoeld in art. 6:248 lid 1 BW, in beginsel de niet door een verzekering gedekte schade die de werknemer lijdt heeft te dragen behoudens in het (zich hier niet voordoende) geval van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De zaak werd verwezen naar het Hof Den Bosch waar onder meer aan de orde moet komen: - of in de door de werkgever uitbetaalde vergoedingen een bestanddeel is begrepen voor de kosten van een casco-, inzittenden- en ongevallenverzekering zoals de werkgever heeft aangevoerd; - in hoeverre De Bont heeft begrepen of had moeten begrijpen dat de door hem ontvangen vergoedingen er mede toe strekten de premies van door hem te sluiten verzekeringen te dekken. Noot: dit arrest is geheel in lijn met het arrest van de Hoge Raad d.d waarin dezelfde problematiek aan de orde kwam (zie Regelrecht, februari 2001). Het is echter wel de vraag in hoeverre dit risico voor de werkgever verzekerbaar is. 10 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

13 De Professionals Wij, letselschaderegelaars, personenschadeskundigen, letselschadecorrespondenten, advocaten en andere belangenbehartigers, pretenderen dat wij professional zijn. Daarvoor worden aan respectievelijke opdrachtgevers ook forse uurtarieven in rekening gebracht, waarbij het nog al eens uitmaakt of men te maken heeft met een halerprofessional of een brengerprofessional. Daar gaat het nu eens niet over. Ik wil toch het begrip professional eens wat nader onder ieders aandacht brengen. Professionals zijn zogenaamde kennisintensieve dienstverleners die een proces uitvoeren. Wij vinden dat wij behoren tot een branche die hun deskundigheid willen onderscheiden en daarom de titel professional gebruiken. Deze titel schijnt niet eens beschermd te zijn. Een typerend karakteristiek van een zogenaamde improviserende professional is dat men een type maatwerk levert waarvoor moeilijk van tevoren specificaties zijn vast te stellen. Er zijn ook professionals die meer routinematig werken, zoals bijvoorbeeld een accountant, die werk leveren wat wel tevoren kan worden gespecificeerd. In de groep professionals, waartoe ik onze branche reken, hebben de halers en de brengers een aantal duidelijk gemeenschappelijke kenmerken en toch zijn er twee duidelijke kampen. Namelijk de vertegenwoordigers van de WA verzekeraars of eigen risicodragers en de belangenbehartigers van gelaedeerden. Twee kampen die vaak op enigszins gespannen voet met elkaar staan. Wij zijn allemaal op zeer kennisintensief gebied actief, improviseren in ruime mate, zijn voortdurend met de inhoudelijke kant van het vak bezig. We werken allemaal meer met hart en hoofd dan met onze handen. De werkzaamheden doen een sterk beroep op kennis en ervaring en het werk wordt gekenmerkt door omgang met complexe informatie en documentatie. Je zou kunnen zeggen dat professionaliteit eigenlijk een individueel proces is, maar wat sterk wordt beïnvloed door andere specialisten waarmee wordt samengewerkt. Er is sprake van een hoge arbeidsintensiviteit en een hoge mate van interactie met opdrachtgevers, cliënten en andere deskundigen voor het kunnen leveren van maatwerk. Het bovenstaande heb ik echt niet allemaal zelf bedacht. Echter, bij het lezen van dit soort materiaal, ontstaat bij mij toch af en toe de behoefte dit aan medevakgenoten uit te dragen. Immers, ongeacht aan welke kant we staan of wiens belangen we dienen, we hebben steeds te maken met dezelfde materie en last but not least, ook steeds met elkaar. Als we nu zorgen dat we ons steeds als professionals gedragen, zou je toch veronderstellen dat er eigenlijk geen vraagstukken meer zouden kunnen zijn waar we geen creatieve oplossing voor zouden kunnen bedenken, waarvan alle partijen uiteindelijk zullen concluderen dat voor alle partijen de meest aanvaardbare was. A.J.L. Stegerhoek Letselschaderegelaar Nationale-Nederlanden KENNIS NO 3 DECEMBER

14 Observeren slachtoffer hoeft niet onrechtmatig te zijn Schoonmaker K. werd op aangereden door een verzekerde van Aegon. Hierdoor liep hij whiplashletsel op als gevolg waarvan K. aangaf dat hij in zijn bewegingen was beperkt. Aansprakelijkheid werd erkend en er zijn voorschotten betaald. (Hoge Raad d.d. 31 mei 2002; RvdW 2002, 93) In november 1996 wilde Aegon vaststellen in hoeverre K. bewegingsbeperkingen ondervond en daartoe zijn buiten medeweten van K. foto s en video-opnamen van hem gemaakt. Ook zijn vragen gesteld aan twee bedrijven waar K. vóór het ongeval werkte. Gelaedeerde werd in januari 1997 op de hoogte gesteld van dit onderzoek. Dagvaarding volgde in juli 1997 en in de procedure vordert K. onder andere smartengeld wegens inbreuk op zijn privé-leven door het onderzoek. Aegon vorderde in reconventie restitutie van de reeds betaalde voorschotten. In 1999 heeft Aegon wederom onderzoek laten verrichten waarbij eveneens video-opnamen zijn gemaakt. K. is onder andere schaatsend, een dak beklimmend en de hond uitlatend vastgelegd. Herhaaldelijke aanbiedingen van Aegon aan K. om het materiaal te komen bekijken zijn door betrokkene afgewezen. In kort geding vorderde K. onder andere dat Aegon een verbod zou krijgen om verder onderzoek naar hem te doen. Volgens hem maken de stelselmatige observaties inbreuk op zijn privé-leven en zijn zij daarom onrechtmatig jegens hem. Aegon verweerde zich met de stelling dat K. niet langdurig en stelselmatig is geobserveerd en dat de foto s en videobeelden uitsluitend voor een ieder waarneembare, in het openbaar verrichte gedragingen betroffen die strikt waren beperkt tot het door K. gepretendeerde klachtenbeeld. De President wees het verzoek af en in hoger beroep bekrachtigde het Hof dit vonnis: waar het om draait is de vraag of een ongerechtvaardigde inbreuk is gemaakt op het privé-leven van K., met als gevolg dat het materiaal, als onrechtmatig verkregen, niet voor bewijs in de bodemprocedure mag worden gebruikt. De onrechtmatigheid hangt af van de omstandigheden van het geval zoals de wijze waarop inbreuk is gemaakt op het privé-leven, de duur en de intensiteit daarvan, en het doel waarmee het is gedaan. Aegon ontkent dat zij bij haar onderzoek K. in een kwaad daglicht zou hebben gezet en dat zij K. langdurig en stelselmatig heeft geobserveerd. De door K. gestelde feiten en omstandigheden zijn vooralsnog onvoldoende aannemelijk en het Hof achtte nader feitelijk onderzoek niet op zijn plaats: de bodemrechter moet oordelen of het materiaal toelaatbaar is als bewijs. Verder gaf het Hof aan dat de Wet persoonsregistraties Aegon niet verbiedt om over het door haar verzamelde materiaal te beschikken. Wat dit laatste aspect betreft oordeelde de Hoge Raad dat de Wet weliswaar verbiedt om onrechtmatig verkregen persoonsgegevens in een persoonsregistratie op te nemen maar niet ziet op het al dan niet mogen beschikken door degene die door zelfstandig onderzoek feitenmateriaal heeft verkregen, over dat materiaal. Bij de verdere beoordeling stelt de Hoge Raad voorop dat een inbreuk op het recht van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in beginsel een onrechtmatige daad oplevert.[1] Een rechtvaardigings-grond kan de onrechtmatigheid opheffen, maar of zo n rechtvaardigingsgrond zich voordoet kan slechts worden beoordeeld in het licht van de omstandigheden van het geval door tegen elkaar af te wegen enerzijds de ernst van inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en anderzijds de belangen die met de inbreuk makende handelingen redelijkerwijs kunnen worden gediend. Het Hof heeft de goede afwegingen gemaakt en het arrest blijft in stand. 12 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

15 Huishoudelijke hulp Mevrouw E. liep op whiplashletsel op bij een verkeersongeval. Zij vorderde van de aansprakelijke verzekeraar onder andere vergoeding van huishoudelijke hulp. (Rechtbank Middelburg d.d ) Neuroloog Stroy heeft expertise verricht en hij rapporteert aan restklachten een uit de nek opkomende hoofdpijn met een cervicaal syndroom (pijn en eindstandige bewegingsbeperkingen met hypertonie van de spieren). Af en toe zijn er nog tintelingen in de vingers bij fietsen of langer vasthouden van voorwerpen. Deze klachten zijn ongevalgevolg en het percentage BI wordt geschat op 3 1 2%. Daarnaast was benadeelde al bekend met spit waarvoor zij onder behandeling stond van een osteopaat. Ook na het ongeval waren er lage rugklachten maar die waren niet direct aan het ongeval gerelateerd. Rond de 3e maand van zwangerschap waren er lumboradiculaire perioden (benadeelde had al een kind in blijkbaar is er na het ongeval een tweede kind geboren; red.). De recidiverende rugklachten en de moeheid na de bevalling zijn geen ongevalgevolg. Gelaedeerde heeft geen huishoudelijke hulp. Wel merkt ze dat ze in vergelijking met voorheen haar inzet in het huishouden moet spreiden en piekbelastingen moet mijden. Strikte beperkingen zijn er niet. Aldus Stroy. Benadeelde werkte ten tijde van het ongeval als horecamedewerkster in deeltijd. Zij is blijven werken tot , op welke datum zij vrijwillig stopte met werken. Tot deze datum vordert benadeelde verlies aan arbeidsvermogen waarbij zij zich baseert op het inkomen dat zij zou hebben kunnen verdienen. De verzekeraar acht causaal verband met het ongeval niet aangetoond. Zij acht de rugklachten eerder verantwoordelijk. Benadeelde dient inzage te verschaffen in haar arbeidsverleden voorafgaand aan het ongeval en daarna kan eventueel nog deskundigenbericht worden ingewonnen. Met betrekking tot huishoudelijke hulp vordert benadeelde vanaf uur per week tegen een uurtarief van ƒ 25,-. Dit tot 2013 omdat dan de kinderen naar school gaan, en vanaf dat moment vordert ze 4 uur hulp per week tot 70-jarige leeftijd. Benadeelde stelt dat zij het huishouden vroeger bijhield maar dat nu haar echtgenoot het huishouden doet. De Rechtbank vindt dat aan de echtgenoot niet de eis kan worden gesteld dat hij de huishoudelijke werkzaamheden (geheel) overneemt. Er zijn twee indicatiestellingen van Thuiszorg, beiden na het ongeval opgemaakt: voor de geboorte van het 2e kind was de indicatie 3_ uur en na de geboorte ging de indicatie naar 8 uur per week. In de indicatiestelling wordt gesproken over migraine en beperkingen bij tillen en dragen. Het staat niet vast dat deze voortvloeien uit het ongeval. Desondanks neemt de Rechtbank aan dat de wel vastgestelde beperkingen hulp in de huishouding noodzaken en er wordt 4 uur per week toegewezen, af te bouwen naar 2 uur per week vanaf Partijen mogen nog bewijs voorbrengen van hun stellingen ten aanzien van de toerekenbaarheid van meer dan wel minder uren per week. Het tarief van ƒ 25,- per uur vindt de Rechtbank redelijk. Het ligt iets onder het professionele tarief en aan een gelaedeerde hoeft niet de eis te worden gesteld dat gebruik wordt gemaakt van (goedkopere) gesubsidieerde hulp. Evenmin ziet de Rechtbank aanleiding om de inzet van de echtgenoot tegen een lager tarief te waarderen. Zou hij het niet doen dan zou moeten worden uitbesteed aan een professionele hulp. De Rechtbank acht een smartengeld van ƒ 9.000,- redelijk. Indien benadeelde aantoont dat haar arbeidsvermogen is beperkt moet het worden opgehoogd naar ƒ ,-. Naschrift redactie: het is onduidelijk in hoeverre een Persoonsgebonden Budget in deze zaak aan de orde is gesteld. Het lijkt voor de hand te liggen dat de schade hierdoor kan worden beperkt. KENNIS NO 3 DECEMBER

16 Huishoudelijke hulp (Rechtbank Leeuwarden 24 juli 2002; ongepubliceerd) Mevrouw Feyen liep op whiplash-letsel op bij een verkeersongeval. Zij vorderde van de aansprakelijke verzekeraar onder andere vergoeding van huishoudelijke hulp. In een medische expertise is komen vast te staan dat benadeelde beperkt is in haar dagelijks leven en bij sportieve activiteiten en andere vormen van vrije tijdsbesteding doordat zij minder goed bovenhands kan werken of werkzaamheden of sportieve activiteiten kan ontplooien waarbij het hoofd sterk draait. Er is een blijvende functionele invaliditeit toegekend van 9% van de gehele mens. In het huishouden wordt benadeelde bij wat zwaarder werk (stofzuigen, bedden opmaken) geholpen door haar moeder en haar echtgenoot. Er is een indicatiestelling van RIO die uitgaat van 6 uur hulp per week voor huishoudelijke taken en 2 uur hulp per week bij verzorgende taken. Gevorderd wordt 8 uur hulp per week tegen een uurtarief van ƒ 15,-, te kapitaliseren tot 70-jarige leeftijd. Het verweer van de verzekeraar komt er op neer dat geen vergoeding hoeft te worden gegeven aangezien er geen concrete schade wordt geleden. Er worden immers geen daadwerkelijke kosten gemaakt. Tevens wordt aangevoerd dat de werkzaamheden die de echtgenoot verricht niet meer zijn dan in een gemiddeld gezin, zonder ongevalgerelateerde beperkingen. De Rechtbank stelt vast dat benadeelde haar huishoudelijke taken niet onbeperkt kan verrichten, en dat zij voor een deel is aangewezen op hulp van derden. Er is door benadeelde geen beroep gedaan op professionele hulp en uit niets blijkt dat zij dit in de toekomst wel zal doen. In beginsel dienen kosten voor huishoudelijke hulp te worden vergoed en dit geldt ook wanneer voor die hulp geen daadwerkelijke kosten worden gemaakt. Het is niet nodig dat er een negatieve vermogenstoestand ontstaat. Immers, aldus de Rechtbank, van een benadeelde kan niet worden gevergd dat ernstige offers worden gebracht die ten bate van de aansprakelijke strekken en dat daardoor die aansprakelijke buiten schot blijft. Echter, vergoeding van deze, niet gemaakte, kosten is slechts aangewezen indien en voor zover het redelijk zou zijn geweest om de betrokken werkzaamheden door professionele derden te laten verrichten. Daarvan is in dit geval geen sprake. De indicatiestelling spreekt over 8 uren ondersteuning. Niet is aangegeven hoeveel werk door de moeder wordt verricht. Een inzet van 8 uren door de echtgenoot overstijgt niet hetgeen in het algemeen van een echtgenoot aan hulp en bijstand mag worden verwacht. Het ongeval heeft niet geleid tot een zodanige inzet van de echtgenoot dat het niet vergoed blijven daarvan een wezenlijk schrijnende situatie zou opleveren. Dit zou anders zijn wanneer de echtgenoot daardoor bijvoorbeeld inkomsten zou derven. De gevorderde vergoeding van huishoudelijke hulp werd afgewezen. Terzijde zij opgemerkt dat de Rechtbank het smartengeld bepaalde op ,-. 14 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

17 Geen aansprakelijkheid wegbeheerder voor ijzel op ZOAB-wegdek (Hoge Raad d.d. 3 mei 2002; JOL 2002, 275) Op 1 januari 1996 omstreeks uur reed benadeelde met zijn auto over de rondweg te Dordrecht (onderdeel van rijksweg A16). Hij is met zijn auto geslipt en tegen een vangrail gebotst met forse schade tot gevolg. De weg was ter plaatse voorzien van zeer open asfaltbeton (ZOAB) en was spiegelglad als gevolg van ijzel. Er waren geen waarschuwingsborden voor gladheid geplaatst. Vanaf 31 december 1995 om uur is over de radio regelmatig voor gladheid gewaarschuwd. De automobilist stelde de Staat aansprakelijk met als argumentatie dat het wegdek niet voldeed aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. De Kantonrechter wees de vordering toe doch in hoger beroep wees de Rechtbank hem van de hand. De Rechtbank overwoog dat het enige redelijke alternatief voor ZOAB een wegdek is van dicht asfalt beton (DAB). Beide wegdekken hebben nadelen en de weggebruiker mag er niet van uit gaan dat de weg onder alle omstandigheden probleemloos kan worden gebruikt. Bij exceptionele omstandigheden dient daar rekening mee te worden gehouden. Er is aansprakelijkheid zodra er sprake is van een gebrek als bedoeld in art. 6:174 BW. Het gaat dan om een gebrek als zodanig en niet om de aanwezigheid van ijzel dat niet duurzaam met het wegdek is verenigd. Er zijn relatieve nadelen van ZOAB (het kan bij ijzel eerder glad worden dan DAB en gladheid door ijzel is bij ZOAB moeilijker te bestrijden) doch deze leveren geen gebrek op. ZOAB kent ook grote voordelen, vooral bij regen. En dat is een klimatologische omstandigheid die in Nederland vaker voorkomt dan ijzel. Onder een gebrekkige toestand kan ook worden verstaan een gevaarlijke situatie die niet wordt aangepakt. Bijvoorbeeld tekortschieten in de zorgverplichting (gladheidbestrijding en waarschuwen). Kort voor het ongeval was ter plaatse tweemaal met pekel gestrooid dus aan dat deel van de zorgplicht was voldaan. Wat betreft de waarschuwingsplicht overwoog de Rechtbank dat het hier gaat om kortdurend gevaar als gevolg van plotseling optredende weersomstandigheden die ook gevaar kunnen opleveren op andere wegdekken. Van een weggebruiker mag worden verwacht dat deze zich via de media op de hoogte stelt van de heersende weersomstandigheden. De Hoge Raad liet het oordeel van de Rechtbank in stand. De relatieve nadelen van ZOAB zijn niet van dien aard dat de Staat andere maatregelen moet nemen dan die in het algemeen nodig zijn om de gladheid te bestrijden (gladheid door ijzel is nimmer geheel te voorkomen). ZOAB is dus niet zo gevaarlijk dat het ten opzichte van het algemeen bekende gevaar van ijzel een bijzondere zorgplicht oplevert. Verder heeft de Staat voldoende zorg betracht door tijdig te strooien en via de media meermalen te waarschuwen. Er is geen bijzondere waarschuwingsplicht voor de combinatie ijzel bedekt met ZOAB. KENNIS NO 3 DECEMBER

18 Ongeval tijdens woonwerkverkeer: geen arbeidsongeval en geen aansprakelijkheid werkgever (Hoge Raad d.d ; RvdW 2001, 182; NJ 2001, 71) Mevrouw Q. was op weg naar haar werk en liep via een fietspad naar het gebouw waar zij haar werkzaamheden verrichtte. Het had gesneeuwd en licht gevroren. Het fietspad behoorde tot de openbare weg en werd beheerd door de Gemeente. De werkgever had op het terrein rondom de gebouwen de gladheid bestreden doch niet op het fietspad. Juist hier kwam de werkneemster ten val en zij brak haar enkel. Aan haar aansprakelijkstelling legde mevrouw Q. art. 7:658 BW ten grondslag met de stelling dat het fietspad moet worden gerekend tot haar werkplek en werkomgeving. Echter dit was niet het enige anker waarvoor zij ging liggen: ook art. 6:162 BW werd als grondslag aangevoerd. Dit met de stelling dat de werkgever volgens ongeschreven recht en vanuit maatschappelijke betamelijkheid ook het fietspad had moeten behandelen tegen gladheid, juist omdat het fietspad toegang biedt tot het terrein van de werkgever. De werkgever verweerde zich tegen de vordering en betwistte dat zij in enige zorgplicht is tekort geschoten. Het fietspad behoorde tot de openbare weg en de Gemeente had de plicht het te reinigen en onderhouden. Verder meende de werkgever dat het fietspad niet behoorde tot de werkplek terwijl het ongeval plaatsvond buiten werktijd en buiten werkverband. Met betrekking tot de vordering ex art. 7:658 BW gaf de Rechtbank aan dat de beoordeling hiervan in principe is voorbehouden aan de Kantonrechter, maar nu de werkgever geen bezwaar aantekende ging de Rechtbank toch tot beoordeling over. Daarbij overwoog deze dat de schade moet zijn opgekomen binnen het werkmilieu van de werknemer en in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Immers, de zorgplicht om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt betreft de veiligheid van de werkomgeving en de gebruikte werktuigen. Woon- werkverkeer behoort, behoudens uitzondering, niet tot de verrichtingen in dienstverband en daarom acht de Rechtbank geen aansprakelijkheid aanwezig. Ook de vordering ex art. 6:162 BW werd afgewezen omdat de Gemeente wegbeheerder was en op de gebruiker van die openbare weg rust in zijn algemeenheid niet eenzelfde maatschappelijke taak als die van wegbeheerder. Ook niet op de gebruiker tot wiens niet-openbaar terrein of gebouw die openbare weg toegang biedt. De Hoge Raad was het eens met de Rechtbank en oordeelde dat, nu het ongeval plaatsvond buiten het werkmilieu en niet in de uitoefening van werkzaamheden, de werkgever niet ex art. 7:658 BW aansprakelijk is. Inzake de aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW oordeelde de Hoge Raad dat de Rechtbank niet in hoogste instantie recht heeft gedaan. Tegen de beslissing van de Rechtbank stond nog hoger beroep open zodat de werkneemster niet-ontvankelijk was in haar cassatieberoep. 16 KENNIS NO 3 DECEMBER 2002

19 Manten is een jong en snelgroeiend ontwerpbureau en richt zich op het creatief ontwikkelen en toepassen van onderscheidende Corporate Identities voor organisaties, producten en diensten. Met een enthousiast team realiseren we grafische en interactieve oplossingen voor zowel starters, het MKB, semi-overheid als voor beursgenoteerde ondernemingen. Bezoek voor meer informatie onze website of neem voor een oriënterend gesprek contact met ons op (telefoon: ). Grafisch Interactief

20 EEN ERVAREN PERSONENSCHADE- EXPERT (M/V) Voor de Productgroep Personenschade te Rotterdam zoeken wij: EEN ERVAREN PERSONENSCHADE-EXPERT M/V De expert doet binnen het eigen rayon onderzoek naar aansprakelijkheid en de omvang van de lichamelijke-/ emotionele schade, dan wel overlijdensschade, die ontstaat door een ongeval in het verkeer, op het werk, binnenshuis etc. GAB Robins Takkenberg B.V. is één van de grootste onafhankelijke expertisebureaus in Nederland. Een leidende positie die wij hebben verworven door ervaring, kennis en visie. Maar vooral ook door de wijze waarop wij onze werkzaamheden uitoefenen: betrokken, integer, helder en slagvaardig. Deskundigheid staat centraal, evenals effectief en efficiënt maatwerk. Om gericht en persoonlijk te werken beschikken we over kantoren in Rotterdam, Amsterdam, Hoogeveen en Eindhoven. De activiteiten zijn daarbij verdeeld in de productgroepen Brand/ Machinebreuk,Aansprakelijkheid/- CAR, Personenschade, International en de afdeling Industriële Techniek. Ons werkterrein omvat de meest uiteenlopende schades variërend van beperkt tot uiterst gecompliceerd. Functie-eisen: opleiding bij voorkeur WO-niveau, minimaal HBO-niveau, aangevuld met vakopleidingen; goede contactuele vaardigheden en een flexibele instelling; uitstekende uitdrukkingsvaardigheid, zowel mondeling als schriftelijk; ruime ervaring in expertise van personenschade; goed ontwikkeld analytisch vermogen; lidmaatschap van het NIVRE is een pré. Wat wij bieden: Wanneer je bij de Productgroep Personenschade werkt, mag je een uitermate afwisselende en veelzijdige functie verwachten, waarbij wij teamgeest en persoonlijke ontwikkeling belangrijk vinden. Natuurlijk krijg je een goed salaris, bovendien maakt een prima pakket secundaire arbeidsvoorwaarden en een representatieve auto onderdeel van ons aanbod uit. Voor meer informatie kun je contact opnemen met de heer M. Punt, Directeur Personenschade ( ). Heb je belangstelling voor deze functie, dan kun je je sollicitatiebrief met c.v. binnen 14 dagen na verschijning van deze advertentie zenden aan: GAB Robins Takkenberg B.V. t.a.v. afdeling P&O/de heer J.A. van Tilburg Postbus AK Rotterdam Reageren per kan ook: of via onze website: GAB Robins Takkenberg B.V. de zekerheid van deskundig support

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd. Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager',

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager', RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 019.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid

Nadere informatie

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg 1. Inleiding In deze notitie wordt de jurisprudentie over de Wet arbeid en zorg besproken. In deze per 1 december 2001

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 Rapport Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat haar over het

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.2274 (047.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: ALGEMENE VOORWAARDEN Van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Linkedintoresults B.V., tevens handelend onder de namen Linkedintoresults en LI2R, gevestigd en kantoorhoudende te, aan

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 4 mei 1999. Ons kenmerk 98.V.0854.03. Onderwerp standpunt over gegevensverstrekking

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 4 mei 1999. Ons kenmerk 98.V.0854.03. Onderwerp standpunt over gegevensverstrekking R e g i s t r a t i e k a m e r..'s-gravenhage, 4 mei 1999.. Onderwerp standpunt over gegevensverstrekking De Ondernemingsraad van een dierentuin heeft de Registratiekamer op 12 oktober 1998 vragen gesteld

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 2 Klacht Op 3 november 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer O. te 's-hertogenbosch, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? Claimcultuur, het maar raak claimen? Ook in Nederland toenemend claimbewustzijn bij burgers en bedrijven.

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM MODEL Detacheringovereenkomst Dit model kunt u ook vinden op www.uwv.nl. 1. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR CLIENTEN DIE ALS GEVOLG VAN EEN SCHADE VEROORZAKENDE GEBEURTENIS LETSEL HEBBEN OPGELOPEN

INFORMATIE VOOR CLIENTEN DIE ALS GEVOLG VAN EEN SCHADE VEROORZAKENDE GEBEURTENIS LETSEL HEBBEN OPGELOPEN beeradvocaten INFORMATIE VOOR CLIENTEN DIE ALS GEVOLG VAN EEN SCHADE VEROORZAKENDE GEBEURTENIS LETSEL HEBBEN OPGELOPEN Inleiding Het voorval waardoor bij u letsel is ontstaan, heeft niet alleen verstrekkende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Keulen) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Klaverblad Verzekeringen. Rechtsbijstand bij verhaal. van letselschade

Klaverblad Verzekeringen. Rechtsbijstand bij verhaal. van letselschade Klaverblad Verzekeringen Rechtsbijstand bij verhaal van letselschade Deze folder bevat een beperkte weergave van de polisvoorwaarden. Aan deze weergave kunnen geen rechten worden ontleend. Wilt u precies

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)

Nadere informatie

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Artikel 1 Definities Arbeidsgeschillen; geschillen omtrent de interpretatie en uitvoering van hetgeen tussen

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 98 d.d. 14 april 2011 (prof. mr. E.H. Hondius, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mr. J.W.H. Offerhaus) Samenvatting Bij afsluiten van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 augustus 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.4211 (126.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster 1', hierna te noemen klager en klaagster 2, allen tezamen hierna

Nadere informatie

Convenant loonregres

Convenant loonregres Overwegingen: Aon pleegt voor werkgevers onder meer loonregres ex. artikel artikel 6:107a BW; Aon is van mening dat er op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW voor de zogenaamde buitengerechtelijke

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Stichting Vakantiespel

Algemene Voorwaarden Stichting Vakantiespel 1. Algemeen Organisator stelt zich ten doel het jaarlijks organiseren in de laatste week van de basisschool zomervakantie van een Vakantiespel voor kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 van de basisschool

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 18-015 in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, [naam aangeslotene

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-172 d.d. 23 april 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. E.J. Heck, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Letselschade!... en nu?

Letselschade!... en nu? Letselschade!... en nu? Een praktische toelichting op het verloop van het schaderegelingstraject na een letselschade. Letselschade Service Letselschade!... en nu? 2 1 Inhoud: pagina Inleiding... 3 Aansprakelijkheid.....

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534

ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534 ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 28-12-2011 Datum publicatie 09-02-2012 Zaaknummer 287601 / HA ZA 10-1263 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Individuele Rechtshulp LAD (versie 2014) Inleiding

Algemene voorwaarden Individuele Rechtshulp LAD (versie 2014) Inleiding Algemene voorwaarden Individuele Rechtshulp LAD (versie 2014) Inleiding De LAD is de representatieve werknemersorganisatie voor artsen in Nederland. De LAD behartigt de materiële en immateriële belangen

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2013

Nieuwsbrief juli 2013 Nieuwsbrief juli 2013 Inhoud: Concurrentiebeding: geldigheid en uitleg Finale kwijting en fraude: valt het er wel of niet onder? Loonbetaling: wijzigen en stopzetten Oproepkrachten Wijziging Wet op de

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren R e g i s t r a t i e k a m e r Landelijk instituut sociale verzekeringen 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren070-3811300..'s-Gravenhage, 23 mei 2001.. Onderwerp uitvoering wet Rea Bij brief van

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard LWV Voorprogramma Het nieuwe werken Rob Brouwer, 8 mei 2012 1 Het nieuwe werken Ontwikkelingen > Hoger opgeleid > Deeltijd > Thuiswerken > Work/life balance > Andere eisen aan het werk 2 Het nieuwe werken

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Klaverblad Verzekeringen. Wat te doen bij letselschade?

Klaverblad Verzekeringen. Wat te doen bij letselschade? Klaverblad Verzekeringen Wat te doen bij letselschade? Klaverblad Verzekeringen Afrikaweg 2 2713 AW Zoetermeer Postbus 3012 2700 KV Zoetermeer sinds 1850 Telefoon 079-3 204 204 Fax 079-3 204 291 Internet

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 15 april 2009; voetganger struikelt over uitstekend putdeksel.

Rechtbank Amsterdam 15 april 2009; voetganger struikelt over uitstekend putdeksel. Rechtbank Amsterdam 15 april 2009; voetganger struikelt over uitstekend putdeksel. Benadeelde komt ten val over een putdeksel dat drie centimeter boven het gewone trottoirniveau uitsteekt en loopt letsel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Het aangaan van een arbeidsverhouding met een flexkracht

Het aangaan van een arbeidsverhouding met een flexkracht Op al onze leveringen zijn de Algemene Voorwaarden voor Opdrachtgevers van HelloFlex People 200 B.V. van toepassing die de backoffice van Uitzendbureau De Buren B.V. verzorgt. In aanvulling daarop zijn

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-16 d.d. 9 januari 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. C.E. du Perron, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres Convenant tussen BSA en Verbond van Verzekeraars Overwegingen: BSA pleegt voor werkgevers (waaronder

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-294 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. S. Riemens en mr. drs. S.F. Van Merwijk, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2004.2570 (055.04) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

Letselschade Theorie en praktijk

Letselschade Theorie en praktijk Workshop 2014 Letselschade Theorie en praktijk mr. Judith Pol mr. Tim Gmelig Meijling 3 Waar ga ik het over hebben? Wat is letselschade? Wanneer is letselschade verhaalbaar? Wie kan letselschade verhalen?

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-574 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, en mr. B.F. Keulen en mr. S.O.H. Bakkerus, leden en mw. mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-394 d.d. 29 oktober 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en dr. B.C. de Vries, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen

Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen van werkgever mr. J.M. (Annemarie) Lammers-Sigterman advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-028 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 februari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-381 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-723 (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juni 2017 Ingediend door : Consument Tegen :

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering. In een geval

Nadere informatie

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR Aruba, 10 oktober 2018 1. TER INGELEIDE Op 11 september 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen waarbij de zorgplicht van de verzekeraar

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.0815 (017.06) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-059 d.d. 23 februari 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en C.E. Polak, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Assurantietussenpersoon ook aansprakelijk voor wat hij niet weet Schade melden tijdens looptijd polis

Assurantietussenpersoon ook aansprakelijk voor wat hij niet weet Schade melden tijdens looptijd polis I. Assurantietussenpersoon ook aansprakelijk voor wat hij niet weet Garantie tot aan de deur geldt allang niet meer voor de zorgplicht van de (assurantie)tussenpersoon. Zijn taak houdt, naar Nederlands

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.5040 (157.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Woningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW

Woningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW Woningeigenaar en overlast artikel 6:162 BW lid 1 Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te

Nadere informatie

Verhaal van kosten van arbeidsongeschiktheid

Verhaal van kosten van arbeidsongeschiktheid mr. S.J.M. (Saskia) Stoop advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:1511

ECLI:NL:CRVB:2013:1511 ECLI:NL:CRVB:2013:1511 Instantie Datum uitspraak 14-08-2013 Datum publicatie 27-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-4320 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Ziekte en overgang van onderneming

Ziekte en overgang van onderneming mr. W.A.A. (Wilan) van Kuijk advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Brief minister Donner Datum 2 februari 2010 Bij brief van 2 juli jl. heeft u gereageerd op mijn brief van 19 december 2008. Uw reactie heeft u inmiddels ook bij brief

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid drs V.G.J. (Vincent) Zwijnenberg 8 april 2010 Onderwerpen 1. De behoorlijke verzekering volgens de Hoge Raad 2. De behoorlijke verzekering

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-019 d.d. 16 juni 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting Inboedelverzekering. Uitleg van verzekeringsvoorwaarden.

Nadere informatie

Datum 9 februari 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Gerkens (SP) inzake de praktijken van letselschadebureaus

Datum 9 februari 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Gerkens (SP) inzake de praktijken van letselschadebureaus > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie