IV A H. Staatsbegrooting voor 1833 en andere financiële ontwerpen van wet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IV A H. Staatsbegrooting voor 1833 en andere financiële ontwerpen van wet."

Transcriptie

1 (N. IV.) 314 (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Beantwoording. Wijzigingen in het ontw. v. wet tot daarstelling der middelen.) Op art. 12 De intrekking van de certificaten tegen één percent, wanneer dezelve niet moeten dienen voor de verpligte heffing, komt regelmatig voor, ten einde niet onbepaald te laten circuleren een papier, waaraan men soms eene ingebeelde waarde toeschrijft. Even als in dit jaar wordt dezelve dus voorgedragen, terwijl het wegvallen van die bepaling eene wijziging van de evenredigheid der fournissementen zoude vereischen; dezelve schijnt voorts volkomen duidelijk en geene hoop te kunnen overlaten, dat, wanneer de verpligte heffing niet ten uitvoer gelegd wordt, er immer méér dan 1 pet. zal worden gerestitueerd, gelijk dit dan ook voor de certificaten van dit jaar geschieden zal, zonder dat het emplooi van deze laatsten bij den nieuwen maatregel eenigermate kan in aanmerking komen. Op art. 14. De bij de leening van 1832 ingetrokken effecten wegens al de fournissementen, die geschied zijn tot het einde van September jongstleden, zijn ter Algemeene Rekenkamer overgebragt ten bedrage van een kapitaal van f 26,301,700, houdende men met de verificatie en vernietiging van dezelve zich aldaar met ijver onledig, en zal de aankondiging der vernietigde nummers eerstdaags aanvangen. Op art. 18. De vaststelling der invordering van vier tiende gedeelten der verpligte heffing staat bepaaldelijk in verband met het gedeelte der behoeften, hetwelk bij de wet zoude worden beschikbaar gesteld; hst is zelfs geenszins te verwachten, dat de opbrengst daarvan boven die behoeften zal klimmen, uit hoofde! van het ruime gebruik van certificaten, hetgeen ontwijfelbaar bij de eerste betalingen zal plaats hebben. Eindelijk wat aanbelangt den geuiten wensch, dat de wijze van voorziening in de buitengewone behoeften voor de volgende dienst wederom alvorens in comité-generaal ware overwogen, heeft men zich met voldoening herinnerd den gunstigen invloed, welken deze wijze van handelen vroeger heeft te weeg gebragt, en men zoude die voorzeker hebben nagevolgd, indien er reden van eenig nieuw project was geweest; dan, daar men de voorgestelde middelen beschouwt als eene voortzetting van die, welke over 1832 zijn aangenomen, heeft men geoordeeld, dat, vermits de zaak onder soortgelijke omstandigheden den bijval van de Staten-Generaal eenmaal heeft verworven, alsnu bij den gewonen vorm der overwegingen kon worden verbleven. Art. 18. Hoegrootheid der te doene bijdragen. Opbrengst derzelve. 1. Wegens de inkomsten zullen de bijdragen geregeld worden naar het volgend tarief: l 1 /, pet. van f 300 tot onder de f 500 inkomen. I «500, B ,. - 1,200 1,200,,, 1,700 1,700, - 2,400 2,400,., '.. 3,500 3,500,,, - 5,000 5,000-7,000 7,000, - 9, ,000 12,000 11, 12,000,,, - 16,000, n n 15,000,,» «20,000 25,000 30,000, - 35,000 20,000 25,000, " 30,000» - 35,000 40,000 17, - 40,000, - 50,000 18,, - 50,000,, - 60, OPGAVE VAN WIJZIGINGEN IN HET ONTWERP VAN WET tot daarstelling van middelen tot dekking der buitengewone Staatsbehoeften voor Art. 3, vierden regel, uit te laten het woord en; aldaar achter twintigste, te stellen: en dertigste. Art. 4, eerste zinsnede, vierden regel, in plaats van en, te stellen: alsmede, Aan het einde van art. 7, bijvoegen: Schatkistbiljetten zullen bij de fournissementen als gereed geld aangenomen worden. Art. 8, achtsten regel, achter de woorden: op een twintigste enz., in te voegen: op een dertigste aandeel van f20. Art. 13, in den derden regel, achter het woord: welke, invoegen : de beschikbaar gestelde of. Denzelfden regel, in plaats van het woord: de, te stellen: verminderde. Vierden regel, uit te laten de woorden: volgens art. 1 dezer wet. Art. 17 en het slot uit te laten en te vervangen door de volgende artikelen: Art. 17. Ingeval de inschrijvingen, bij art. 3 en 11 hierboven bedoeld, de gevorderde hoogte niet mogten bereiken, zal ieder ingezeten dezes Rijks, behoudens de uitzondering bij art. 20 bepaald, verpligt zijn tot het doen eener buitengewone bijdrage als don gratuit aan den lande, in zoodanige verhouding tot het bedrag zijner inkomsten en bezittingen staande, als bij het volgende artikel is uitgedrukt. 19,, - 60,000,, 70,000 20,. - 70,000,, - 80, ,000,» -100,000 22, -100,000,,, -150, ,000, - 200, ,000 en daarboven. 2. Wegens de bezittingen zal de belasting geheven worden op den volgenden voet: tot 1 pet. van f 500 tot onder de f 700 bezittingen. r "» " 700,» " , en daarboven. V >»» De waarde der bezittingen genomen, zooals die bestaan zal op den lsten Januanj De belasting zal moeten worden opgebragt in tien termijnen, vervallende met: 1 Maart 1833, 1 April,, 1 Mei 1 Junij 1 Julij 1 Augustus

2 315 (N. IV.) IV A H. Stautsbegrooting voor 1833 en andere financiële ontwerpen van wet. (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Wijzigingen in het ontw. v. wet tot daarstelling der middelen.) 1 September 1833, 1 October 1 November 1 December, elke termijn tot het een tiende deel van het verschuldigde, naar ieder der beide grondslagen. Zullende het echter vrijstaan de niet vervallen termijnen vooruit te betalen. In verband met het bepaalde bij art. 2 der wet van heden, ter voorziening in de uitgaven, die het gevolg kunnen zijn van den voortdurenden staat van oorlog, worden voorloopig vier tienden invorderbaar verklaard. Het blijft echter aan den Koning voorbehouden, om, wanneer, ten gevolge van veranderde omstandigheden, de behoeften mogten verminderen, de invordering der toegestane gedeelten niet te doen plaats hebben of de betaling daarvan later te stellen. Datzelfde zal kunnen geschieden, wanneer de fournissementen in het tweede grootboek zoo vele beschikbare gelden mogten opleveren, dat een of meerdere termijnen van de belasting zouden kunnen worden ontbeerd; in dit een of ander geval zullen de vooruit betaalde, niet vervallen termijnen op aanvrage der belanghebbenden worden teruggegeven. Art. 19. Vrijstellingen. 1. "Wegens elk minder bedrag dan van f 300 jaarlijksche inkomsten in het geheel of van f 500 bezitting in het geheel, zal de belasting niet zijn verschuldigd. 2. Gestichten of administratiën van goederen, enkel tot onderhoud van behoeftigen of anderzin s adpiosusus bestemden dienende, zijn, wegens derzelver inkomsten of bezittingen, niet aan de belasting onderhevig. 3. Desgelijks zijn daaraan, ter zake der inkomsten of bezittingen, onder hun beheer staande, niet onderworpen de provinciale, plaatselijke, gemeente-, dijk- en polderbesturen, mitsgaders die van kerken en armen. 4. Eindelijk zal de belasting almede niet gevorderd worden van de zoodanigen, welke zich na de uitvaardiging dezer wet binnen dit Kijk met der woon nederzetten. Art. 20. Nadere bepaling wie de belasting schuldig zijn. Overigens zijn alle ingezetenen dezes Rijks, van wat jaren, kunne, stand of betrekking ook, hetzij tot een huisgezin behoorende, hetzij bij anderen of op zich zelve wonende, hetzij zij zelve hunne inkomsten of bezittingen beheeren, hetzij dat beheer aan anderen is opgedragen of dat zij onder voogdij of curatele staan, wegens hunne inkomsten en bezittingen aan de belasting onderhevig. Desgelijks zijn zulks alle andere dan bij de 2 en 3 van art. 19 genoemde gestichten, administratiën en genootschappen, inkomsten of goederen bezittende, en bepaaldelijk ook zulke in openbare gestichten van welken aard ook geplaatste personen, welke inkomsten of bezittingen mogten hebben, welker bedrag hen in de termen van den aanslag in deze bijdrage zou moeten doen vallen. Art. 21. Belastingschuldigheid der boedels van overledenen. Wegens de boedels van overledene personen zal, bijaldien van dezelve tijdens de uitvaardiging dezer wet nog zooveel onverdeeld is, dat daaruit do belasting kan worden voldaan, dezelve belasting beide naar de inkomsten en bezittingen, op den voet bij art. 18 bepaald, afzonderlijk moeten worden betaald, zullende van de bezittingen de successie-regten, welke verschuldigd mogten zijn, kunnen worden afgetrokken. Art. 22. Verschuldigdheid der belasting door slechts tijdelijk afwezigen. Alle ingezetenen, zich elders bevindende, zijn mede aan de verpligting tot opbrengst der belasting onderhevig, ten ware zij reeds een jaar en zes weken vóór de uitvaardiging dezer wet zoodanig hunne inwoning in en alle betrekking op dit land ter goeder trouw hebben verlaten, dat zij alhier geenerlei verblijf hebben overgehouden, noch gedurende gemelden tijd geene drie maanden binnen dit Rijk vertoefd hebben. Art. 23. Verschuldigdheid der belasting, ook door buiten dit Rijk woonachtiye Nederlanders. Zoodanige ingezetenen, welke zich voor het geheel of een gedeelte des jaars met der woon buiten 's lands hebben begeven, maar daarenboven ook eene inwoning binnen dit Rijk blijven behouden of zich aldaar jaarlijks drie maanden of langer (den tijd huns verblijfs in het geheel genomen) ophouden, zullen mede aan de belasting zijn onderworpen, al ware het ook, dat het elders gevestigde domicilium hen, buiten 's lands, aan gewone of buitengewone belastingen onderhevig deed zijn. Art. 24. Andere bepalingen van verschuldigdheid der belasting in zekere bijzondere gevallen. De belasting zal mede verschuldigd zijn: a. wegens de goederen, nagelaten bij ingezetenen dezes Rijks en onder beheerderen binnen hetzelve berustende, waartoe bij testament, als erfgenamen, personen zijn geroepen, die, na het vervullen van zekere voorwaarden of na verloop van een bepaald aantal jaren nog in leven zullen bevonden worden, zoodat het onzeker is wie de erfgenamen na verstrijking des bedoelden tijds wezen zullen, en of dezelve ingezetenen dezes Rijks zijn zullen of niet; b. wegens goederen, onder beheer van ingezetenen dezes Rijks gesteld of berustende en wier eigenaars, desgelijks ingezetenen van hetzelve geweest zijnde, reeds eenigen tijd vermist zijn geweest, schoon men niet weet, wie tot dezelve, indien de eigenaars niet opkomen, geregtigd zullen zijn. Art. 25. Vereenigde verschuldigdheid der belasting door gehuwden, enz. 1. Echtelieden, in gemeenschap van goederen gehuwd, zijn aan de verpligting tot opbrengst der belasting onderhevig volgens het vereenigd bedrag hunner gezamenlijke inkomsten en bezittingen. Ingeval van huwelijk buiten gemeenschap van goederen, zal gelijke vereeniging van opbrengst plaats hebben, voor zooveel de inkomsten aangaat; uitgezonderd van zoodanige inkomsten der vrouw, als waarvan het afzonderlijk beheer en genot, volgens huwelijksche voorwaarde, aan haar zelve mogt zijn voorbehouden, zal de belasting afzonderlijk verschuldigd zijn. 2. De vereeniging zal mede plaats hebben ten aanzien deiinkomsten en bezittingen van een onmondigen of anderen onder toezigt staanden persoon, wiens goederen onder verschillende administratiën gesteld zijn. Art. 26. Toekenning aan voogden enz. van het vermogen ter beleening of vervreemding der onder hun beheer staande goederen. Alle voogden, administrateurs en curatoren worden bjj deze gemagtigd, om, des noods, van de goederen hunner beheerden zoodanig gedeelte te vervreemden of te beleenen, als ter kwijting der belasting naar de bezittingen hunner beheerden vereiseht wordt. Zij zullen niet vermogen, wegens het door hen verrigte, tot deze opbrengst betrekkelijk, eenig loon ten laste hunner beheerden in rekening te brengen. De aanwijzing van het te vervreemden of te beleenen goed zal door eenen familieraad, volgens de bestaande wetgeving te zamengesteld en belegd, geschieden. Het houden van zoodanigen familieraad zal geheel kosteloos zijn en het deswege op te maken procesverbaal vrij van het regt van zegel en van registratie. Het verzoek om homologatie, het vonnis tot en de expeditie van dezelve, zullen eveneens vrij zijn van het regt van zegel en van registratie.

3 (M. IV.) 316 (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Wijzigingen in het ontw. v. wet tot daarstelling der middelen.) Art. 27. Vrijdom van registratie^ en hypotheek-reyten, bij opneming van gelden tot voldoening der belasting. Ingeval van opneming van gelden, hetzij door administratiën of bijzondere personen, ter voldoening der belasting, zal de akte deswege, mits notarieel verleden wordende, van het registratieregt vrij zijn en deswege alzoo alleen het zegelregt zijn verschuldigd, mits voor den notaris, bij wien de akte wordt verleden, onder eede of, de godsdienstige gezindheid des belanghebbenden geene eedsaflegging gedoogende, met ware woorden in plaats van onder eede, verklaard worde, dat de opgenomene penningen enkel tot voldoening dezer belasting en tot geene andere einden hoegenaamd gebezigd zullen worden. Bij verpanding van onroerende goederen, zal vrijdom van hypotheek-regt worden genoten, doch het zegelregt en het loon des hypotheek-bewaarders verschuldigd zijn. Art. 28. Wat door inkomsten in het algemeen verstaan wordt. 1. De belasting naar de inkomsten zal worden geregeld volgens den gemaakten overslag van het beloop der inkomsten, welke door ieder ingezeten dezes Rijks in 1832 genoten is, daaronder begrepen: alle dag- en huurloonen, pensioenen, preebenden, lijfen andere renten, tontines, contracten van overleving, de inkomsten van fidei-commissaire en usu-fructuaire goederen. De renten en uitdeelingen op aandeelen in naamlooze maatschappijen en inkomsten van sociëteiten in commandite. De huur, winsten, baten en voordeelen van verhuurde panden. De winsten, baten en voordeelen van vaste goederen of panden ia eigen gebruik. De renten van inlandsche en vreemde fondsen en van hypotheken op plantaadjen enz. in Nederlandsche of vreemde koloniën. De interessen van alle kapitalen en effecten, in eigendom of vruchtgebruik bezeten. De bezoldigingen en voordeelen, aan ambten, bedieningen en commissiën van welken aard ook verbonden. De winsten, voortvloeijende uit de uitgeoefend wordende beroepen, bedrijven, neringen en hanteringen, geene uitgezonderd. En, in het algemeen, alle opkomsten, onder welke benaming ook, door de kostwinning des bijdrage-schuldigen opgeleverd wordende of uit welken hoofde of op welke wijze ook genoten of verkregen. 2. Wegens alle vaste goederen, in eigendom bezeten en bij den belastingschuldige in persoonlijk gebruik, zal het inkomen worden begroot naar het beloop der huur of pacht, welke van die goederen zoude kunnen worden genoten, wanneer dezelve aan anderen wierden verhuurd of verpacht. Art. 29. Nadere bepalingen omtrent de wijze van begrooting der inkomsten. 1. Van de inkomsten zullen niet mogen worden afgetrokken de bijdragen in de Rijks-geldleening, in 1832 betaald, evenmin als eenige personele belasting, indirecte of andere algemeene of plaatselijke belasting of omslag, voorts ook geenerlei vermindering van de waarde der goederen, noch eenige verteringen. 2. Daarentegen zullen van de inkomsten mogen worden afgetrokken: 1. de jaarlijksehe Lasten, met welke de goederen zelve bezwaard zijn, de daarop bij algemeene of bijzondere verbanden gevestigde renten en uitkeeringen. mitsgaders de interessen van opgenomen kapitalen; 2 9. de huurprijs der landerijen, welke alleen voor het beroep of bedrijf en tot bekoming van inkomsten in huur worden gebruikt, doch geenszins van eenige tuinen of buitenplaatsen, voor vermaak of eigen gebruik geschikt; 3. de huur van gebouwen, uitsluitend voor trafieken of fabrieken bestemd en dienende; die van boeren-schuren, onder het bedrijf des landmans begrepen, doch alleen met betrekking tot hem, welke de fabrieken, trafieken of landen zelve gebruikt, en niet van zoodanige eigenaars, welke dezelve als rentgevende goederen verhuren; des echter, dat, zoo eenig gedeelte der genoemde gebouwen tot woning wordt gebezigd, de huur van zoodanig gedeelte in degewone inkomsten des gebruikers zal worden medegerekend. 3. Ouders, beneden de f 2,400 zuivere inkomsten hebbende, zullen, bij de berekening van hun verschuldigde, van die inkomsten mogen aftrekken f 50 voor ieder hunner kinderen, hetwelk, geen eigen middelen van bestaan bezittende, alsnog geheel ten laste der ouders is. Art. 30. Wat door bezittingen in het algemeen verstaan wordt. De belasting naar de bezittingen zal worden geregeld naar eenen te maken overslag van het zuiver beloop der waarde van ieders bezittingen, daaronder begrepen alle eigendommen en actiën, zoo roerende als onroerende, mitsgaders lijfrenten, tontines, contracten van overleving en preebenden, haaf en vee, gereed geld, gemaakt en ongemaakt goud en zilver, juweelen, kostbaarheden, huismeubelen en lijfstoebehooren, en, in het algemeen, alles wat bezittingen of eigendommen, hetzij rentegevende of niet, kan genoemd worden, zonder eenige uitzondering hoegenaamd; zullende het echter een iegelijk vrijstaan, van de waarde zijner bezittingen of eigendommen af te trekken allerlei schulden, welke hij te zijnen laste zoo binnen als buiten 's lands zoude mogen hebben. Art. 31. Begrooting der waarde van effecten, losse goederen enz. 1. In de voor gezegden overslag te doene begrooting van de waarde der binnen- of buitenland'sche obligatiën, der aandeelen in naamlooze maatschappijen en van andere aan dagelijksche afwisseling van prijs onderhevige effecten, zal tot grondslag worden genomen de door daartoe gestelde makelaars te Amsterdam, op last der Regering uitgegeven prijscourant van de waarde derzelve op den eersten Januarij Ten opzigte van goederen, zoo binnen als buiten 's lands en in 's Rijks of vreemde koloniën, waarvoor geen koers of prijscourant bestaat, zullen worden gevolgd de prijzen der laatste koopen en verkoopen, welke van dergelijke goederen door anderen gedaan zijn, of wel die, waarvoor men dezelve ten tijde van den overslag zoude willen of op primo Januarij voormeld zoude hebben willen afstaan. 3. Goederen, die eenig gevaar of risico loopen, gelijk schepen en koopmanschappen, die zich in zee bevinden ten tijde dat de overslag gemaakt wordt, zullen worden geschat naar het beloop van den prijs waarvoor dezelve verzekerd zijn, of, in zooverre dezelve niet of niet voor het geheel of de volle waarde zijn verzekerd, naar mate die in gemoede door de loopende risico minder waardig geacht worden, dan zij zulks anders zijn zouden. 4. Inschulden, uitstaande gelden, actiën en credieten ten laste van bijzondere personen, zoo binnen als buiten 's lands, die twijfelachtig zouden mogen zijn, zullen kunnen worden berekend naar de waarde, waarop men die in gemoede schat. 5. De goederen, waarvoor de bezitter eene bijzondere gehechtheid heeft, zullen echter niet hooger dan tot den gewonen prijs of waarde behoeven geschat te worden. Art. 32. Begrooting der waarde van landerijen enz. 1. Tot vinding der waarde van losse landen, die verhuurd of verpacht worden, van eeuwige renten, grondpachten en den eigendom van beklemde landen, zal men iedere vijf gulden zuivere jaarlijksehe huur, na aftrek van alle lasten en ongelden berekenen op honderd gulden kapitaal. 2. Verhuurde boerenplaatsen en boerderijen, met huizen bezwaard, zullen ter vinding van derzelver waarde geschat worden tot honderd gulden kapitaal wegens iedere zes gulden zuivere jaarlijksehe huur derzelve, na aftrek van alle lasten en ongelden als voorschreven, doch zonder aftrek van eenige kosten van herstel of vernieuwing.

4 Bijlagen. Vel (N 8. IV.) IV A H, Staatsbegrooting voor 1833 en andere financiële ontwerpen van wet. (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Wijzigingen in het ontwerp v. wet tot daarstelling der middelen.) Art. 33. Begrooting der waarde van verhuurde huizen en gebouwen. Zullende de zuivere jaarlijksche inkomsten van tontines, contracten van overleving en preebenden berekend worden naar derzelver opbrengst gedurende het jaar De waarde van verhuurde huizen en andere gebouwen in steden, dorpen en ten platte lande, waarbij geen land gebruikt wordt, zal worden berekend naar derzelver zuivere jaarlijksche huur, na aftrek van alle lasten en ongelden als voorschreven, doch zonder aftrek der kosten van herstel of vernieuwing, en voorts op den voet van het volgende tarief: De huur f f 50 of minder bedragende, wordt iedere f 10 huur De huur boven de f 50, doch beneden do f 100 bedragende, wordt iedere f 9 huur De huur f 100 of meer bedragende, wordt iedere f 8 huur Art. 34. Welk jaar tot bepaling der huren genomen zal worden. berekend op f 100 hoofdsom. Tot bepaling der huren, in de beide voorgaande artikelen bedoeld, zullen die over den jare 1832 tot grondslag genomen worden. Art. 35. Begrooting der waarde van onverhuurde vaste eigendommen. 1. De waarde der niet verhuurde, maar door de eigenaars zelven gebruikt of bewoond wordende, zoo ook der ledig gestaan of geene inkomsten opgebragt hebbende vaste eigendommen, zooals boerenplaatsen, landerijen (beklemd of niet beklemd, of ook in erfpacht gebruikt), buitenplaatsen, huizen en gebouwen, zal worden berekend op gelijken voet, als hierboven bij art. 3 2 is bepaald ten aanzien der voorwerpen, aldaar vermeld. 2. Op denzelfden voet zal mede worden berekend de waarde van bosschen en veenlanden, mitsgaders van zoodanige gronden of landen, welke, uit hoofde dat in dezelve steen-, pan-, tigchelof pijpaarde gevonden wordt, eene meerdere waarde bezitten, dan waarvan de huurder genot heeft. Art. 36. Berekening der waarde van lijfrenten, enz. De lijfrenten, mitsgaders de zuivere inkomsten van tontines, contracten van overleving en prabenden, zullen voor de regeling der bijdrage naar de bezittingen worden berekend op den navolgenden voet: Art. 37. Waaruit de belasting op de bezittingen van minderjarigen bestreden moet worden. Wegens goederen, toekomende aan minderjarigen, wier ouders of langstlevende derzelve de vruchten of interessen genieten tot onderhoud hunner kinderen, zal de belastiag uit het kapitaal dezer laatste en niet uit de interessen worden bestreden. Art. 38. Door wien de belasting op het eigendom van fideï-commissaire of in lijftogt of vruchtgebruik gegevene goederen wordt betaald, en door wien dezelve moet worden gedragen. Van het kapitaal der in fideï-commis, lijftogt of vruchtgebruik bezetene goederen, waarvan de verwachting of het eigendom aan ingezetenen dezes Rijks behoort, zal de belasting op de bezittingen mede door den fiduciairen erfgenaam of den lijftogter of vruchtgebruiker betaald worden, op gelijken voet als van alle andere goederen, doch afzonderlijk en behoudens verhaal ten laste van dengenen, welke in der tijd bevonden zal worden fideï-commissaire erfgenaam te zijn, of van hem, aan wien het eigendom behoort, welk verhaal zal plaats hebben tijdens de overlevering of uitkeering der goederen. Art. 39. Wijze, waarop de belasting, in het vorig artikel vermeld, voorshands zal kunnen worden terugbekotnen. Ten einde voorloopig vergoeding van het volgens art. 38 betaalde te erlangen, zal door den fiduciairen erfgenaam of den lijftogter of vruchtgebruiker, ofwel door hem, die met het bestuur der goederen belast is, zooverre het mogelijk is met voorkennis van dengeen, die de verwachting der erfenis heeft of den eigendom der goederen toekomt, zoo veel van die goederen mogen worden verkocht of wel daarop, met bijzonder verband van de goederen, zoo vele gelden opgenomen, als het voor de belasting betaalde zal beloopen; zullende door de regtbank van eersten aanleg van het ressort der woonplaats van dengeen, welke de belasting heeft voorgeschoten, gezegde verkoop of beleening worden toegestaan op het schriftelijk verzoek van den belanghebbende, het openbaar ministerie gehoord, en des noods onder zoodanige voorzorgen, als dienstig zullen bevonden worden; de schrifturen, tot deze zaken betrekkelijk, zullen vrij zijn van het regt van registratie. Art. 40. Instelling van commissiën. Op lijven van 1 tot 20 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 10. Op lijven van 20 tot 30 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 9. Op lijven van 30 tot 40 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 8. Op lijven van 40 tot 50 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 7. Op lijven van 50 tot 55 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 6. Op lijven van 55 tot 60 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 5. Op lijven van 60 tot 65 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 4. Op lijven van 65 tot 70 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 3. Op Ijjven van 70 tot 75 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 2. Op lijven van boven 75 jaren oud gevestigd, door vermenigvuldiging van derzelver bedrag met 1. Tot verijdeling van mogelijke afwijkingen, kwade trouw of verkeerdheden in betrekking tot deze bijdragen, zullen commissiën worden te zamengesteld ter beoordeeling van de aangifte der bijdrage-schuldigen, tot het doen verhoogen der aanslagen, uit te gering geoordeelde aangifte gesproten, mitsgaders tot het aanslaan der geheel nalatigen in de aangifte. Art. 41. Verdeeling van iedere provincie in districten. Daartoe zullen de Gedeputeerde Staten van iedere provincie, en in Holland die van Noord- en Zuid-Holland afzonderlijk, hun gewest in zoovele districten verdeelen, als zij met het meeste gerief hunner onderhoorigen overeenkomstig oordeelen; des echter, dat ieder district, voor zooverre plaatselijke omstandigheden zulks niet verhinderen, gemiddeld 7000 zielen bevatte; zullende, buiten door Gedeputeerde Staten erkende noodzakelijkheid, geen district zich over minder dan 5000 noch over meer dan zielen kunnen uitstrekken. Grootere gemeenten zullen tot dat einde in twee, drie of meerdere districten worden verdeeld. Art. 42. Districts-commissiën. Over ieder district benoemen Gedeputeerde Staten uit zoodanige HANDELINGEN DER STATEN-GENEKAAL. ZITTING '

5 (*. iv.) 318 (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Wijzigingen in het ontwerp v. wet tot daarstelling der middelen.) dier ingezetenen van hetzelve, die door hunne braafheid, kunde en gegoedheid de meeste aanspraak hebben op het vertrouwen hunner mede-burgeren, drie of vijf commissarissen tot onderzoek nopens de rigtige aangifte voor de bijdrage, en één derzelve in het bijzonder tot het waarnemen der werkzaamheden van secretaris bij de commissie. Art. 43. Provinciale commissi'ën, 1. Voor iedere provincie (die van Holland gesplitst als boven) benoemen Gedeputeerde Staten uit de ingezetenen, bovengemelde vereischten bezittende, vijf provinciale commissarissen, en één hunner tot het waarnemen der werkzaamheden van secretaris bij dezelve. 2. Gedeputeerde Staten benoemen wijders uit hun midden eene commissie van drie leden, tot het einde in art. 54 vermeld. Art. 44. Verpligting tot aanvaarding der commissie. daarop in geen geval ter billijking van een verzuim van aangifte beroepen mogen, maar verpligt zijn bij het bestuur hunner gemeente zich van een biljet, als voorschreven, te voorzien. 3. Gelijke verpligting rust op hen, welke als voogden, administrateurs of curatoren of in eenige andere betrekking aan de belasting voor derden onderworpen zijn, zoomede op zoodanige gehuwde mannen, aan wier vrouwen, op den voet als bij art bepaald, het afzonderlijk beheer en genot van het geheel of een gedeelte harer goederen is voorbehouden. 4. Bij ontdekking, dat iemand, in de termen van het bepaalde bij de twee voorgaande vallende, geen aangiftbiljet binnen acht dagen na het rondbrengen der biljetten in de wijk zijner woning had aangevraagd en ingeleverd, zal aan den zoodanige alsnog een bescmjvingsbiljet, ter invulling en inlevering binnen andere acht dagen, worden toegezonden en hij wegens zijn gezegd verzuim en onverminderd de boete, waarin hij, krachtens 1 van art. 46 of 2 van art. 50, mogt komen te vervallen, worden gestraft met een boete, ten beloope van twee malen de belasting, die hij zal blijken te zijn verschuldigd ; des echter, dat deze boete id geen geval meer zal kunnen bedragen dan f 1000 of minder dan f 20. Beëediging. 1. Niemand zal mogen weigeren de aan hem, volgens de artikelen 42 of 43, opgedragene commissie te aanvaarden. De namen der weigerachtigen zullen aan den Koning worden opgegeven, en! indien zij, na van wege denzelven tot de aanvaarding te zijnaangemaand, in de weigering volharden zonder het aanvoeren van wettige redenen, door den Koning goedgekeurd, worden beboet met eene som, gelijkstaande met hunne verschuldigde belasting op de bezittingen en inkomsten, en zulks hoogstens tot f De leden der districts-commissiën en die der provinciale eommissiën leggen, alvorens hunne werkzaamheden te aanvaarden, te weten, de districts-commissiën in handen van den vrederegter des kantons, waarin hun district gelegen is, de provinciale commissiën, bij 1 van art. 43 vermeld, voor de regtbank van eersten aanleg in de hoofdplaats der provincie of in de plaats van het verblijf der Gedeputeerde Staten, en de eommissiën, bij 2 van hetzelfde artikel genoemd, voor den Gouverneur der provincie, den eed of, de godsdienstige gezindheid zich daartegen verzettende, de verklaring met ware woorden af, van striktelijk te zullen geheim houden al hetgeen hun, in hunne hoedanigheid, nopens den staat van de inkomsten en bezittingen der ingezetenen zal kennelijk worden, en van, in hunnen arbeid, met alle mogelijke regtvaardigheid en onzijdigheid te zullen te werk gaan. Yoorschrevene eeds-aflegging of verklaring geschiedt geheel kosteloos, de akte, deswege op te maken, is, evenmin als de commissie van aanstelling, aan het regt van zegel of registratie onderworpen. Art. 45. Uitgifte der beschrijvingsbiljetten. 1. Zoodra mogelijk, nadat de Koning de noodzakelijkheid zal hebben bepaald om tot de vordering van de belasting naar de inkomsten en bezittingen over te gaan, doen de gemeentebesturen, ieder in den zijnen, aan de woningen van alle ingezetenen uitreiken beschrijvingsbiljetton, ingerigt naar het hiernevens gevoegde model en hoofdzakelijk geschikt ter vermelding daarin van het beloop zijner inkomsten en van het bedrag der waarde zijner bezittingen. De belastingschuldigen, die in de vrijwillige negociatie volgens art. 3 of 11 hebben deel genomen tot een hooger bedrag in gereeden gelde dan zij in de belasting zouden verschuldigd zijn, zullen de vrijheid hebben, om, zonder opgave van het beloop hunner inkomsten of van het bedrag der waarde hunner bezittingen, te verklaren, dat de door hen als voormeld voor gereed geld ingeschreven som of een gedeelte daarvan, waarvan het beloop zal moeten worden opgegeven, het door hen verschuldigde in de belasting overtreft, met aanbieding, om zulks, des gevorderd, aan de commissie nader te doen blijken, en behoudens verpligting tot overlegging aan dezelve der certificaten tot het aangewezen bedrag, na afloop der gedane fournissementen. I 2. Zij, die geen aangiftbiljet ontvangen hebben, zullen zich j 5. De gemeentebesturen doen, ieder in den zijnen, de vereischte afkondiging, zoo ter herinnering hunner onderhoorigen aan derzelver verpligtingen, krachtens de bepalingen van dit artikel, als ter hunner nadere bekendmaking met de termijnen, dientengevolge in iedere gemeente voor de afhaling en de inlevering der biljetten vastgesteld, mitsgaders der plaats, waar die inlevering geschieden moet en waar de noodige bladen ter invulling kunnen verkregen worden. 6. Genoemde besturen leggen aan de districtscommissiën naauwkeurige en volledige lijsten over van alle personen, aan welke zij aangiftbiljetten hebben doen uitreiken of die dezelve, als voorschreven, hebben afgehaald. Art. 46. Terugbezorging der aangiftbiljetten. 1. Uiterlijk binnen acht dagen na de gedane uitreiking of afhaling der aangiftbiljetten zullen de ingezetenen die biljetten, behoorlijk ingevuld, onderteekend en, voor zoover bij dezelve is te kennen gegeven, dat de geheimhouding verlangd wordt, verzegeld, doch dan ook van buiten van de aanduiding hunner namen en woonplaatsen voorzien, bij het plaatselijk bestuur moeten terugbezorgen, om aan de commissie te worden overgelegd, en zulks op eene boete van f 5 bij verzuim van zoodanige inlevering. 2. Voogden, administrateurs en curatoren teekenen, als zoodanig, de aangiften voor hunne pupillen of beheerden. De getrouwde vrouwen, bij 3 des onmiddellijk voorgaanden artikels vermeld, doen zulks nevens derzelver mannen. Aan hen, die niet kunnen schrijven of teekenen, is het vrij gelaten, de invulling en onderteekening hunner aangifte, in hunnen naam, aan twee andere personen op te dragen. 3. Ingeval de bijdrageschuldigen, door welke geheimhouding verlangd wordt, mogten wenschen hunne belasting in twee, drie of zelfs in vier aanslagen verdeeld te zien, geven zij dat verlangen bij derzelver aangiftbiljet te kennen. 4. De plaatselijke besturen geven, wegens elk ingeleverd aangiftbiljet, kosteloos een bewijs van ontvangst aan den belanghebbende. 5. De aangiftbiljetten worden, naar gelang van derzelver opvolgelijke ontvangst bij de plaatselijke besturen, door dezelve aan de districtscommissiën overgelegd. Art. 47. Sommatie der nalatigen door de commissie. De districtscommissiën van de plaatselijke besturen, de bij het vorig artikel vermelde lijsten en biljetten ontvangen hebbende, doen, na verloop des termijns, bij 1 van dat artikel bepaald, en van nog drie dagen bovendien, de nalatigen in de inlevering

6 319 (»». IV.) IV A H. Staatshegrooting voor 1833 en andere financiële ontwerpen van wet. (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Wijzigingen in het ontwerp v. wet tof daarstelling der middelen.) van hunne aangiften sommeren, om dezelve alsnog aan het bestuur hunner gemeente binnen vier dagen over te leggen, onder tekennengeving, dat zij, bij gebreke daarvan, ambtshalve door de commissie zullen worden aangeslagen, onverminderd de boete, volgens 1 bovengenoemd verschuldigd. Art. 48. Verdere werkzaamheden der commissiën; schifting der gedane aangiften; aanslag der bijdrage-schuldigen naar aanleiding derzelve of dienaangaande nader gegevene inlichtingen. 1. Naar gelang van derzelver ontvangst, worden de aan giftbiljetten door de districts-commissie geopend, geschift, en zoodanige aangiften, welke haar voorkomen aan geene bedenking onderhevig te zijn, gebragt naar omstandigheid op het een of het ander der kohieren, ingerigt op den voet van het bepaalde bij art. 52, terwijl zij tevens de yereischte aanslagbiljetten overeenkomstig dezelve I opmaken, verzegelen (dit laatste voor zooveel de aangiftebiljetten i zulks gedaan waren) en door het gemeentebestuur aan de belas-, tingschuldigen doen uitreiken. 2. Ingeval de commissie op de aangegevene bedragen bedenkingen heeft, deelt zij die aan den belastingschuldige, ter verschijning voor dezelve opgeroepen, mede en vraagt hem de noodige ophelderingen. Hiermede genoegen nemende, brengt zij de verschuldigde belasting dadelijk op het kohier, tevens aan den belanghebbende zijn aanslagbiljet of biljetten uitreikende. 3. Ingeval de commissie in de gegevene ophelderingen niet berust, zal zij den belanghebbende mondeling uitnoodigen, om over acht dagen voor haar nogmaals te verschijnen. Indien de bedenkingen alsdan worden opgeruimd, handelt de commissie, als bij de vorige is bepaald. 4. De oproeping volgens 2 geschiedt ten minste drie dagen te voren, tegen bepaalden dag en uur en, voor zoover de aangiften zijn verzegeld geweest, bij verzegelde biljetten. De belanghebbende, niet aan de oproeping voldoende, wordt hem door de commissie eene tweede in gelijker voege toegezonden. 5. De belastingschuldigen hebben de bevoegdheid, om een derden persoon te magtigen, om voor de commissie te verschijnen, mits zulks doende bij behoorlijke procuratie, welke niet aan het regt van zegel, noch aan dat van registratie zal zijn onderworpen. De commissie zal echter, zulks noodzakelijk of nuttig oordeelende, na den procuratiehouder te hebben gehoord, de belastingschuldigen in persoon voor zich kunnen ontbieden. Art. 49. Overgifte der kohieren aan den ontvanger. Naar gelang van derzelver voltooijing, stellen de commissiën de kohieren, door haar onderteekend, ter hand aan den ontvanger, om door denzelven te worden ingevorderd. Art. 50. Aanslagen ambtshalve. 1. Ambtshalve, en tot zoodanig bedrag als vermeend zal worden te behooren, zullen door de districts-commissiën worden aangeslagen: a. zij, die, ondanks de sommatie, hun volgens art. 47 gedaan, j in gebreke blijven hunne aangifte, behoorlijk ingevuld en geteekend, binnen den aldaar bepaalden termijn aan het bestuur hunner gemeente over te leggen; b. zij, in betrekking tot wier aangiften de zich opgedaan hebbende bedenkingen bij de daarover krachtens 2 en 3 van art. 48 aangelegde tezamenkomsten niet zijn kunnen worden uit den weg geruimd. 2. De aanslagen der onder letter a van 1 bedoelden zullen i met eene aan derzelver bedrag gelijke som als boete, ter zake van hun begaan verzuim, worden verhoogd; des echter dat die boete in geen geval f 500 zal kunnen te boven gaan, noch minder mogen bedragen dan f 10. De aanslagen dergenen, die ondanks de daartoe volgens art. 48, 2 en 3, gedane oproeping en uitnoodiging in gebreke zijn gebleven, om voor de districts-commissie op den daartoe bepaalden tijd te verschijnen, worden te dier zake, en voor zooverre zij geene voor de commissie voldoende reden van hun afwezen blijven opgeven, verhoogd met de helft van derzelver bedrag als boete, welke echter hoogstens f250 zal kunnen en minstens f5 zal moeten bedragen. Wegens iedere, krachtens 2 en 4 van art. 48 gedane eerste schriftelijke oproeping, die van des belanghebbenden opkomst niet wordt achtervolgd, en wegens elke tweede in allen gevalle, zal te zijnen laste 60 centen voor kosten op de kohieren worden uitgetrokken. 3. De aanslagen, bij de twee vorige vermeld, wordon van wege de commissie dadelijk aan de belanghebbenden bekend gemaakt, en zulks tegen bewijs van ontvang en bij verzegelde biljetten, voor zoover de aangiften verzegeld zijn geweest. 4. De belanghebbenden kunnen zich binnen acht dagen daarna, ter zake van hunnen ambtshalve gedanen aanslag in de belasting, bij de provinciale commissie in reclame voorzien, mits van die reclame gelijktijdig een afschrift aan de district-commissie inzendende, welke alsdan haar met redenen gestaafd berigt wegens de zaak, zoodra mogelijk, aan de provinciale commissie inzendt. 5. Geen berigt van gedane reclame in voege voormeld binnen den daartoe gestelden termijn ontvangende, beschouwt de districtscommissie de belanghebbenden als in derzelver aanslag te berusten. Die aanslagen worden door haar gebragt op een aanvullings-kohier, hetwelk zij aan den ontvanger ter invordering overlegt. Art. 51. Uitspraak der provinciale commissiën. 1. Binnen veertien dagen na ontvangst der stukken, doet de provinciale commissie uitspraak op de aan haar ingediende reclames, waaromtrent des noods nog eerst een nader berigt van de districts-commissie door haar wordt ingewonnen. Die uitspraak, welke beslissend zal zijn en waarbij de aanslag wel zal kunnen worden verminderd, maar niet verhoogd, wordt door haar ter kennisse gebragt, zoo van de commissie als van den belanghebbende. 2. De boeten, opgelegd in evenredigheid van de verschuldigde belasting aan hen, welke aanvankelijk verzuimd hadden een besehrijvings-biljet aan te vragen (art. 45 4), aan hen, die na ondergane sommatie achterlijk waren gebleven hun beschnjvingsbiljet in te leveren (art. 50 2, eerste zinsnede) en aan hen, welke op de gedane eerste en tweede oproeping niet voor de commissie zijn verschenen (art tweede zinsnede), zullen bij geheele of gedeeltelijke inwilliging van de reclames der belanghebbenden tegen de hoegrootheid der belasting in gelijke evenredigheid worden verminderd, behoudens de minima, daarvoor bij art. 45 4, art. 50, 2 eerste zinsnede, en art. 50, 2 tweede zinsnede, mede bepaald. 3. Naar gelang der hij de districts-commissie opvolgelijk ontvangene kennisgevingen van de bij de provinciale commissie gevallene uitspraken op de bij dezelve ingediende reclames, vervaardigt dezelve deswege nadere aanvullings-kohieren, die zij mede aan den ontvanger ter invordering ter hand stelt, de aanslagbiljetten tevens aan de belastingschuldigen doende afgeven. Art. 52. Inrigting der kohieren en der aanslagbiljetten. 1. De aan de ontvangers uit te reiken kohieren zullen wezen tweederlei. Op de eene zullen worden gebragt de belastingschuldigen, die de geheimhouding niet, op de andere, zij, die dezelve wel hebben verlangd. Eerstgemelde kohieren zullen behelzen aanduiding: o. der volgnommers; b. van de namen der belastingschuldigen; c. der belasting in evenredigheid der inkomsten en bezittingen in ééne som;

7 (N 9. IV.) 320 (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Wijzigingen in het ontwerp v. wet tot daarstelling der middelen.) d. der verschuldigde boeten, daaronder begrepen die, volgens 1 van art. 44 verbeurd, en der kosten. Laatstgenoemde kohieren zullen gelijke aanduidingen inhouden, doch met weglating der namen. 2. Een dubbel van het laatstgemelde kohier, doch waarop ook de namen der belastingschuldigen voorkomen, benevens het bedrag van de belasting naar de inkomsten en bezittingen afzonderlijk, blijft onder de commissie berusten en dient tot opsporing der belastingschuldigen, in geval van achterlijkheid in de voldoening; te welken einde de ontvanger eene lijst van de nommers der na afloop van de daarvoor gestelde termijnen geheel of gedeeltelijk onbetaald geblevene aanslagen aan de commissie zal inzenden. De commissie zal de belanghebbenden bij besloten biljet aanmanen, om alsnog hun verschuldigde binnen acht dagen tijds te voldoen, en na verloop van dien tijd de namen der alsdan nog achtergeblevenen aan den ontvanger opgeven. 3. De aanslagbiljetten volgens eerstgemelde kohieren bevatten de aanduiding der volgnommers, der namen en der verschuldigde sommen; die naar de laatstgemelde, slechts de vermelding der nommers en der sommen. 4. Naar aanleiding van het bij 4 van art. 46 bepaalde, zullen de laatstgemelde kohieren voor iederen belastingschuldige zoo vele artikels behelzen als hem, volgens zijn verlangen, afzonderlijke aanslagbiljetten mogten zijn uitgereikt. Art. 53. Bijzondere bevalingen in betrekking tot voogdijen, administratiën, enz. Geene voogden, administrateurs, curatoren of andere voor derde personen belastingschuldigen zullen eenige boeten of kosten, door hun verzuim of nalatigheid in betrekking tot deze belasting verbeurd of veroorzaakt, bij de rekening van hun beheer in uitgave mogen brengen, maar zullen die boeten en kosten door hen zelven moeten worden gedragen. De aanslagbiljetten van alle rekenpligtige personen in hunne hoedanigheid en voor zooverre dezelve de geheimhouding mogten hebben verlangd, zullen, nadat daarop de betalingen bij den ontvanger zullen zijn bewerkstelligd, aan de districts-commissiën worden vertoond, om daarop melding te maken van den naam desgenen, voor wien het biljet is uitgegeven; zonder zoodanige aanwijzing op de biljetten zullen de gedane betalingen niet in rekening behoeven te worden geleden. Art. 54. Aanslagen der leden van de districts- en provinciale commissiën. De leden der districts-commissiën leveren hunne aangiften in bij de provinciale commissiën; die dezer laatste doen zulks bij de volgens 2 van art. 43 benoemde commissie uit Gedeputeerde Staten. Ten aanzien der eerstgemelde gaan op de provinciale commissiën en met betrekking tot laatstgenoemde gaan op de commissiën uit Gedeputeerde Staten de werkzaamheden over, die de districtscommissiën ten aanzien der belastingschuldigen in het algemeen te verrigten hebben; des echter, dat het onderhoud tusschen de leden der districts-commissiën en de provinciale commissiën, ten aanzien hunner persoonlijke aanslagen, schriftelijk zal mogen plaats hebben; terwijl voorts de reclames wegens de persoonlijke aanslagen van de leden der provinciale commissie zullen moeten worden ingediend bij de Gedeputeerde Staten der provincie. Art. 55. Bijzondere bepalingen ter voorziening in de gevallen van verandering van woonplaats en van dubbele woonplaats. 1. Verandering van woonplaats, staande de beschrijving en hare gevolgen, ontslaat den belastingschuldige geenszins van de voldoening aan zijne verpligtingen, volgens deze wet, daar ter plaatse, waar hij bij den aanvang der beschrijving woonachtig was, dat is, waar hem een aangiftbiljet is uitgereikt. 2. Geen vertrek naar buiten 's lands eens belastingschuldigen, die zijnen geheelen aanslag nog niet betaald heeft, zal worden gedoogd, zonder vooraf gestelden borgtogt ten genoegen des ontvangers voor de nog verschuldigde belasting, waartoe de belanghebbende door beslag op zijne goederen zal worden genoodzaakt. 3. Ingeval van voortdurende dubbele woonplaats, zullen de belastingschuldigen zich in die gemeente voor de belasting aangeven, waar zij het hoogst in de personele belasting zijn aangeslagen, mits in de tweede woonplaats van het doen hunner aangifte in de eerste, des noods door vertooning aan de districts-commissie van het deswege te verkrijgen bewijs, doende blijken. Art. 56. Door wien de invordering geschiedt. De invordering der bijdrage geschiedt door zoodanige van de ontvangers der directe Rijks-belastingen, welke Wij daartoe zullen aanwijzen, op denzelfden voet en met gelijke regten als bij de wetten op de directe belastingen zijn vastgesteld. De ontvangers zullen de naar art. 12 in betaling bekomene certificaten dadelijk voor verder gebruik onvatbaar maken. Art. 57. Vrijdom van alle schrifturen, de uitvoering dezer wet betreffende, van zegel- en registratie-regt. Alle schrifturen, de uitvoering dezer wet betreffende, zijn vrij van registratie en van het regt van zegel. Art. 58. Vernietiging van alle papieren, tot de belasting betrekkelijk. De aangiftbiljetten, de kohieren en alle aanteekeningen daartoe betrekkelijk, mitsgaders de certificaten, bij de commissie ingetrokken, worden door dezelve verbrand, twee maanden na den afloop des laatsten termijns van de opbrengst der belasting. Van deze verbranding zal door de commissie een proces-verbaal, op den gedanen eed, worden gemaakt en aan den Gouverneur der provincie ingezonden. Lasten en bevelen enz. GEMEENTE MODEL-AANGIFTE. Artt. 47 en 48 der wet. N. N. Gij wordt bij deze, krachtens art. 45 der wet van den jl., (Staatsblad n. ), uitgenoodigd, tot het getrouw, naauwkeurig en volledig beantwoorden der volgende vragen: 1. Hoe groot is het bedrag uwer inkomsten?

8 Bijlagen. Vel (N. IV.) (IV H. Buitengewone oorlogsbehoeften in 1833: Wijzigingen in hot ontw. v. wet tot daarstelling der middelen. Centraal verslag.) 2. Hoe groot is de waarde uwer bezittingen? NB. Ingeval gij in de vrijwillige negotiatie, volgens art. 3 of 11 der wet, hebt deel genomen tot een hooger bedrag in gereeden gelde dan uw verschuldigde in de belasting zou bedragen, zult gij de vrijheid hebben, om zonder invulling van antwoord op de vragen 1. en 2. hierboven gedaan, de verklaring te teekenen, aan den voet dezer voor dat geval geplaatst, behoudens verpligting tot overlegging aan de commissie voor de belasting der certificaten uit de vrijwillige negotiatie, tot het aangewezen bedrag na afloop der gedane fournissementen. 3*. Welke betrekkingen van voogd, administrateur of curator enz. bekleedt gij, ter zake van welke gij, krachtens art. 46, 2, in verband met artt. 20, 21, 22, 23 en 24 der wet, verpligt zijt in deze belasting eene aangifte voor derden te doen? En voor welke gij die aangifte alzoo mede binnen den gestelden termijn zult inleveren? 4. Welke beroepen en bedrijven oefent gij uit? 5. Welke personen, met u verwant of niet, afzonderlijke in' komsten of bezittingen hebbende, en ten aanzien van welke gij tot het doen der aangifte voor deze belasting niet zijt gehouden, wonen ten uwen huize? 6. Verkiest gij deze uwe aangifte en de verdere behandeling uwer zaken wegens deze heffing te hebben geheim gehouden of niet? 7. Zoo gij de geheimhouding verkiest, wordt gevraagd, of gij uwe bijdrage in twee, drie of vier aanslagen begeert te hebben gesplitst, dan wel verlangt, dat daarvan op het kohier slechts een aanslag geschiede? Ik ondergeteekende verklaar op mijn eer en geweten, dat de opgaven, in antwoord op de 1ste en 2de vragen hierboven door mij gedaan, niet geringer zijn gesteld, dan eene in gemoede en met alle mogelijke naauwkeurigheid gemaakte berekening mijner inkomsten en bezittingen vorderde; mitsgaders dat de gegeven antwoorden op de drie daarop volgende vragen volkomen overeenkomstig de waarheid zijn. den Ik ondergeteekende verklaar op mijn eer en geweten: a. dat de som, tot welker voldoening in gereeden gelde ik in de vrijwillige negotiatie volgens art. 3 of 11 der wet van den heb ingeschreven (of een gedeelte daarvan) ten bedrage van mijn verschuldigd in de.. belasting, bij de opgemelde wet vastgesteld, overtreft; met aanbieding om zulks, des gevorderd, aan de commissie voor de belasting nader te doen blijken; b. dat de gegeven antwoorden op de 3de, 4de en 5de vragen volkomen overeenkomstig de waarheid zijn. NB. Bovenstaand model zal van eene zoo beknopt en volledig mogelijke opgave van de bepalingen der wet, zooveel de bijdrageschuldigen daarbij belang hebben, worden vergezeld. den 7. VERSLAG DER CENTRALE AFDEELING, omtrent de beide wetsontwerpen betreffende de buitengewone behoeften en middelen over 1833 (uitgebragt in de zitting van 14 November 1832). De volgende zijn de nadere aanmerkingen, welke door de Afdeelingen, na kennisneming van de Gouvernenients-antwoorden, zijn voorgedragen. De Eerste Afdeeling heeft de antwoorden aangenomen voor kennisgeving; doch zij bleef bij de beperking volharden van de beschikbaarheid over 1833 voor vier, in plaats van zes maanden, daar zij geene overwegende reden zag, waarom aan het deswege vrij algemeen geuit verlangen niet zoude kunnen worden voldaan. Ten aanzien van de wet op de middelen heeft een lid der Eerste Afdeeling eene nota bijgevoegd, welke men aan des Ministers aandacht aanbeveelt. Nota i. Een lid vermeent alsnog, dat de wet ten aanzien van inschnj- 1IANDELINGEN DER STATEN-GENERAAL. ZITTING

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

Het reglement van 1836 1

Het reglement van 1836 1 Het reglement van 1836 1 Bepalingen op het innemen en ontslag van kinderen, in het Gereformeerd Burger-Weeshuis der Stad Utrecht. Artikel 1: De kinderen zullen moeten zijn geboren uit een wettig huwelijk,

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

************************* AB 1990 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* May 4, 2005 ************************* ===========================================

************************* AB 1990 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* May 4, 2005 ************************* =========================================== Intitulé : Citeertitel: Landsverordening grondbelasting Landsverordening grondbelasting Vindplaats : AB 1995 GT 3 Wijzigingen: AB 1997 34; 1998 18; 2002 124; 2004 11 (inwtr. 2004 12) === = ALGEMENE BEPALING

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 1997 no. 34; AB 1998 no. 18; AB 2002 no. 124; AB 2004 no. 11 (inwtr. AB 2004 no. 12); AB 2009 no. 75; AB 2012 no.

Wijzigingen: AB 1997 no. 34; AB 1998 no. 18; AB 2002 no. 124; AB 2004 no. 11 (inwtr. AB 2004 no. 12); AB 2009 no. 75; AB 2012 no. Intitulé : Landsverordening grondbelasting Citeertitel: Landsverordening grondbelasting Vindplaats : AB 1995 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1997 no. 34; AB 1998 no. 18; AB 2002 no. 124; AB 2004 no. 11 (inwtr.

Nadere informatie

Bijlagen. Vel 107. 425

Bijlagen. Vel 107. 425 Bijlagen. Vel 107. 425 N. V.) (Ontwerpen van wet betrekkelijk Titel XI en XII.) in eene der beide opgaande liniën, behalve den vader of de moeder (van welk geval bij het volgende artikel wordt gehandeld),

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsverordening grensregeling Citeertitel: Landsverordening grensregeling Vindplaats : AB 1990 no. GT 23 Wijzigingen: Geen Artikel 1 1. Grensregeling wordt onderscheiden in: a. de geïsoleerde

Nadere informatie

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten, 2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op

Nadere informatie

Staatsblad. Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad. Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden (No. 60) WET van den 1sten Junij 1865, regelende de uitoefening der geneeskunst. WIJ WILLEM, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU,

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (N*. 628.) WET van den 22sten April 1937, tot regeling van het zelfstandig uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen. BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 3 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* ************************* =====================================================================

************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* ************************* ===================================================================== Intitulé : Landsverordening invordering directe belastingen Citeertitel: Landsverordening invordering directe belastingen Vindplaats : AB 1991 GT no. 4 Wijzigingen: Geen Artikel A Voor de toepassing van

Nadere informatie

Besluit aangaande uitgifte in erfpacht van gronden toebehorende aan de gemeente

Besluit aangaande uitgifte in erfpacht van gronden toebehorende aan de gemeente CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR36911_1 3 juni 2016 Besluit aangaande uitgifte in erfpacht van gronden toebehorende aan de gemeente Gemeenteblad van Almelo Geldende tekst regelingnummer: 2068

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 606 Wet van 6 december 1995 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsbesluit van 11 juli 1989 no. 14, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de Enquêteverordening. Citeertitel: Enquêteverordening

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

: Landsverordening invordering directe belastingen. Citeertitel: Landsverordening invordering directe belastingen

: Landsverordening invordering directe belastingen. Citeertitel: Landsverordening invordering directe belastingen Intitulé : Landsverordening invordering directe belastingen Citeertitel: Landsverordening invordering directe belastingen Vindplaats : AB 1991 no. GT 4 Wijzigingen: AB 2005 no. 77 (inwtr. AB 2005 no. 85);

Nadere informatie

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder. Intitulé : Bioscoopverordening Citeertitel: Bioscoopverordening Vindplaats : AB 1990 no. GT 12 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder Artikel 1 1. Het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14162 Nadere regelen tot beëindiging van de afwikkeling van de oorlogs- en watersnoodschaden en van schaden in de zin van de Wet Overheidsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 155 Wijziging van de regeling van de overdracht van aandelen op naam in naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.

Nadere informatie

VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Vil Û\JO%) W mt van den \2den December 1892, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap.

VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Vil Û\JO%) W mt van den \2den December 1892, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap. f STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Vil Û\JO%) W mt van den \2den December 1892, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap. IN NAAM VAN HARE MAJESTEIT WILHELMINA., BIJ DE GRATIE GODS,

Nadere informatie

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. DERDE AFDELING VAN ECHTSCHEIDING Artikel 260-142 De vordering tot echtscheiding wordt ingesteld bij de kantonrechter, binnen wiens rechtsgebied de gedaagde op het ogenblik van de indiening van het in artikel

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

negentienhonderd en tachtig, verscheen voor mij,------- na te noemen getuigen:------------------------------------- JACOBA CATHARINA MARIA MEIJER-

negentienhonderd en tachtig, verscheen voor mij,------- na te noemen getuigen:------------------------------------- JACOBA CATHARINA MARIA MEIJER- 1 C7 Heden, elf maart---------------------- - ---------------------- negentienhonderd en tachtig, verscheen voor mij,------- Mr. GERARDUS JOHANNES FRANCISCUS SCHOLTEN, notaris ter----- standplaats 's-gravenhage,

Nadere informatie

K L A A S T I G L E R L E E N, L E E U W A R D E N.

K L A A S T I G L E R L E E N, L E E U W A R D E N. K L A A S T I G L E R L E E N, L E E U W A R D E N. Reglement ten behoeve van de registers en de toekenning van een studiebeurs. WERKZAAMHEDEN Artikel 1. Het bestuur dient zorg te dragen voor: a. het bijhouden

Nadere informatie

Wet van 13 mei 1927, tot opheffing van privaatrechtelijke belemmeringen

Wet van 13 mei 1927, tot opheffing van privaatrechtelijke belemmeringen Wet van 13 mei 1927, tot opheffing van privaatrechtelijke belemmeringen Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad, Samenvatting: Vaststelling van de Verordening toeristenbelasting 2018

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad, Samenvatting: Vaststelling van de Verordening toeristenbelasting 2018 Raadsvoorstel Nummer: 169444 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 24 oktober 2017 Agendapunt: Onderwerp: Verordening Toeristenbelasting 2018 Geachte raad, Samenvatting: Vaststelling van de Verordening

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I. Griffie 3050/81 Type: ev. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer;

Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I. Griffie 3050/81 Type: ev. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer; Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I Griffie 3050/81 Type: ev HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer; GEZIEN het beroepschrift van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur

Nadere informatie

************************* AB 1989 no. GT 87 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 januari 2014 *************************

************************* AB 1989 no. GT 87 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 januari 2014 ************************* Intitulé : Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de Handelsregisterverordening Citeertitel: Handelsregisterbesluit Vindplaats : AB 1989 no. GT 87 Wijzigingen: AB

Nadere informatie

Gew. bij S.B. 1983 no. 104.

Gew. bij S.B. 1983 no. 104. WET van 24 november 1975, tot regeling van het Surinamerschap en het Ingezetenschap (S.B.1975 no.4), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1983 no. 104, S.B. 1984 no. 55, S.B.

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten Stuk 963 (2001-2002) Nr. 7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 16 januari 2002 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten TEKST AANGENOMEN DOOR

Nadere informatie

Provinciewet. Provinciewet

Provinciewet. Provinciewet Wet van 10 september 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 609 1 Algemene bepalingen Titel IV De financiën van de provincie HOOFDSTUK XV DE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 190 Beschikking van de Minister van Justitie van 6 mei 2003, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit kadastrale tarieven

Nadere informatie

27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN

27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN 27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN Inhoudsopgave Onderwerp Artikel * Inleidende bepaling 27:1:1 * Begripsomschrijvingen 27:1:2

Nadere informatie

Vervoer van granen in 1836

Vervoer van granen in 1836 Vervoer van granen in 1836 No. 168. BESLUIT van den Gouverneur van Groningen, van den 11den Junij 1836, no. 23, houdende bijzondere verordeningen voor die provintie, betrekkelijk den binnenwaardschen vervoer

Nadere informatie

Overwegende dat de inspecteur het verschuldigde griffierecht tijdig heeft

Overwegende dat de inspecteur het verschuldigde griffierecht tijdig heeft HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Eerste Enkelvoudige Belastingkamer. Gezien het beroepschrift ingediend door Y te Z namens X te Z, ingekomen ter griffie op 29 april 1982 onder nummer 2344/82 en gericht tegen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 034 (R 1138) Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het koningschap

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEID VAN HET TUCHTGERECHT

SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEID VAN HET TUCHTGERECHT REGLEMENT OP DE TUCHTRECHTSPRAAK I ALGEMEEN ARTIKEL 1 In dit reglement wordt verstaan onder: A. Statuten: de statuten van de Stichting Keurmerk Bloembollen Holland (S.K.B.H.); B. Voorzitter: de voorzitter

Nadere informatie

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 7 de maart 2012 no. 12/1758, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling. DE GOUVERNEUR

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR DE BEHANDELING VAN GESCHILLEN DOOR DE GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN ENERGIEBEDRIJVEN (GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN)

REGLEMENT VOOR DE BEHANDELING VAN GESCHILLEN DOOR DE GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN ENERGIEBEDRIJVEN (GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN) REGLEMENT VOOR DE BEHANDELING VAN GESCHILLEN DOOR DE GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN ENERGIEBEDRIJVEN (GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN) Begripsomschrijvingen Artikel 1 In dit reglement wordt

Nadere informatie

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d. 1 september 2011 Definities. Artikel 1. In deze administratievoorwaarden

Nadere informatie

HOOFDSTUK II BELASTINGPLICHT. Artikel 1

HOOFDSTUK II BELASTINGPLICHT. Artikel 1 WET van 30 januari 1973 betreffende de heffing van dividendbelasting (G.B. 1973 no. 8), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1981 no. 184, S.B. 1984 no. 109. HOOFDSTUK I BELASTINGPLICHT

Nadere informatie

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale gebruik, daartoe noopt, wordt vrijstelling van belasting

Nadere informatie

ZEVENDE TITEL VAN HUUR EN VERHUUR

ZEVENDE TITEL VAN HUUR EN VERHUUR ZEVENDE TITEL VAN HUUR EN VERHUUR EERSTE AFDELING ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1568-569 Vervallen. Artikel 1569-570 Huur en verhuur is een overeenkomst, waarbij de ene partij zich verbindt om van de andere

Nadere informatie

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 151a tot en met 151f van de Provinciewet;

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend; Verlangend gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Hinderverordening Citeertitel: Hinderverordening Vindplaats : AB 1988 no. GT 27 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 Artikel 1 1. Het is verboden zonder vergunning van de minister van Justitie en

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november 2002. 1. De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen.

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november 2002. 1. De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen. Aan de Raad Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november 2002 Agendapunt 13 Onderwerp Tarief rioolrecht 2003 Voorstel 1. De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen. Financiële

Nadere informatie

Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard

Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard ONTWERP-BESLUIT Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard; gezien de voordracht van 16

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

De onderstaande Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle door Fruit in Bedrijf afgesloten verkoop- en leverovereenkomsten.

De onderstaande Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle door Fruit in Bedrijf afgesloten verkoop- en leverovereenkomsten. ALGEMENE VOORWAARDEN De onderstaande Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle door Fruit in Bedrijf afgesloten verkoop- en leverovereenkomsten. De complete algemene voorwaarden: Artikel 1 - Algemeen

Nadere informatie

ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN

ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN Artikel 1. Algemeen 1. De behandeling van bezwaren en geschillen geschiedt ter onderhouding van het recht, met inachtneming van de rechtvaardigheid

Nadere informatie

AET. 287. De gebouwen mo9ten voorzien zijn van gasmeters, ten getale en ter plaatse door den Kommandant der Brandweer te bepalen*

AET. 287. De gebouwen mo9ten voorzien zijn van gasmeters, ten getale en ter plaatse door den Kommandant der Brandweer te bepalen* AANVULLING en WIJZIGING der ALGEMEENE POMTIE-YEEOEDEHTK'ö, De BTEGEMEESTEB en WETHOUDEES van Amsterdam doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente, in zijne vergadering van den l sten Maart 1882, is

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden.

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden. CVDR Officiële uitgave van Coevorden. Nr. CVDR614338_1 20 november 2018 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden No. 2018/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014;

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; No. 2014/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; dat het gewenst is om beleidsregels

Nadere informatie

Algemene erfpachtvoorwaarden Schieland 1958

Algemene erfpachtvoorwaarden Schieland 1958 Algemene erfpachtvoorwaarden Schieland 1958 1958 ALGEMENE VOORWAARDEN, waaronder door de Polder Prins Alexander, gevestigd te Rotterdam, gronden in erfpacht worden uitgegeven. Aldus vastgesteld door dijkgraaf

Nadere informatie

Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion

Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion Administratievoorwaarden van de Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion, gevestigd te Rotterdam, volgens de notariële akte van

Nadere informatie

- 1 - STICHTING CONTINUÏTEIT ING

- 1 - STICHTING CONTINUÏTEIT ING - 1 - STATUTEN VAN STICHTING CONTINUÏTEIT ING PHK/6008125/10252500.dlt met zetel te Amsterdam, zoals deze luiden na een akte van statutenwijziging verleden op 26 januari 2011 voor een waarnemer van mr.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden (No. 19.) BESLUIT van den 31sten Januari 1824, rakende de vergunningen ter oprigting van sommige fabrijken en trafijken. WIJ WILLEM, bij de gratie Gods, koning

Nadere informatie

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda; REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN van het Samenwerkingsverband VO/VSO Midden Holland en Rijnstreek ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Landsverordening van 4 december 1989 houdende regelen met betrekking tot het ter beschikking stellen van arbeidskrachten: tekst in P.B. 1989, no 73; gewijzigd bij: 1. Landsverordening van de 11de september

Nadere informatie

=================================================== Raad van Beroep voor belastingzaken

=================================================== Raad van Beroep voor belastingzaken Intitulé : Landsverordening beroep in belastingzaken Citeertitel: Vindplaats : AB 2001 GT 12 Wijzigingen: AB 2004 no. 11 (inwtr. 12) == HOOFDSTUK 1 Raad van Beroep voor belastingzaken Artikel 1 1. Er is

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft, Tekst van de verordening: De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie. Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming

Nadere informatie

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN KKamsterdam

ALGEMENE VOORWAARDEN KKamsterdam ALGEMENE VOORWAARDEN KKamsterdam Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op en maken onlosmakelijk deel uit van iedere aanbieding, offerte en overeenkomst die betrekking heeft

Nadere informatie

AANGIFTEBILJET B Inkomstenbelasting

AANGIFTEBILJET B Inkomstenbelasting 2010 Inspectie der Belastingen AANGIFTEBILJET B Inkomstenbelasting Eilandgebied: Curaçao Voor belastingplichtigen die niet op Curacao wonen I. uitreiking: Belastingjaar 1-1-2010 t/m 31-12-2010 Datum van:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder: Besluit van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels voor het waterschap Hunze en Aa's: Reglement voor het waterschap Hunze en Aa s 2008 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten:

Nadere informatie

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3 WET van 22 April 1939 houdende bepalingenbetreffende loterijen (G.B. 1939 no. 31), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij G.B. 1943 no. 119, S.B. 1980 no. 116, S.B. 1984 no. 92, S.B.

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014; De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014; gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229,

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wet van 24 juni 1939, houdende regelen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Zitting 1975-1976 Nr. 115 13 247 Nieuwe regeling van de winkelsluiting (Winkelsluitingswet 1976) GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij, Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking. P.B. 2007, no. 58

Datum ondertekening. Bron bekendmaking. P.B. 2007, no. 58 Zoek regelingen op overheinl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheinl! MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 9de juli 2007 ter uitvoering

Nadere informatie

Artikel 1 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN WET van 20 maart 1981 tot instelling van een Algemeen Oudedagsvoorzieningsfonds (S.B. 1981 no. 30), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1981 no. 190, S.B. 1982 no. 74, S.B.

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Wijziging Grondwaterheffingsverordening Flevoland. Statenvergadering: 6 december 2001 Agendapunt: 11 1.

Nadere informatie

1. ALGEMEEN 2. TOEPASSELIJKHEID

1. ALGEMEEN 2. TOEPASSELIJKHEID 1. ALGEMEEN ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN van de A. Merkelbach Management Consultancy, gevestigd te Lelystad en van A. Merkelbach, wonende te Lelystad ================================================================

Nadere informatie

VOLLEDIGE EN DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR EUROCOMMERCIAL PROPERTIES

VOLLEDIGE EN DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR EUROCOMMERCIAL PROPERTIES 1 VOLLEDIGE EN DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR EUROCOMMERCIAL PROPERTIES STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 De stichting draagt de naam: Stichting Administratiekantoor

Nadere informatie

==================================================================== Artikel A

==================================================================== Artikel A Intitulé : Registratieverordening Citeertitel: Registratieverordening Vindplaats : AB 1989 no. GT 38 Wijzigingen: AB 1997 no. 34; AB 2009 no. 75 Artikel A Voor de toepassing van het bij of krachtens deze

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Datum ondertekening. Bron bekendmaking Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 16de september 1970 ter

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels; 10 november 2009 REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling:

Nadere informatie

Aangiftebiljet B 2016

Aangiftebiljet B 2016 Aangiftebiljet B Retouradres: Regentesselaan z/n, Willemstad, Curacao Datum van uitreiking: Inkomstenbelasting Belastingjaar 1-1- t/m 31-12- U dient het aangiftebiljet binnen twee maanden na uitreiking

Nadere informatie