Voorwoord bij de tweede aanvulling
|
|
- Joachim Quinten Vos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Voorwoord bij de tweede aanvulling Twee jaar na het verschijnen van de bundel Microschaalexperimenten voor havo en vwo, is het duidelijk dat het werken op microschaal een vaste plaats in het voortgezet onderwijs heeft gekregen. Begin juni 1999 hebben 331 scholen in Nederland, vijf in België en een op de Antillen microschaalsets aangeschaft, en hebben 559 docenten en TA s de nascholing gevolgd. Daarnaast vinden zowel de hemie in druppels van Arne Mast als de Reageerbuisproeven op microschaal van Frans Killian brede navolging. De nieuwe schoolboeken voor de tweede fase blijven echter afwachtend: alleen nieuwkomer Katalysator heeft een aantal microschaalexperimenten opgenomen. Nu de introductie achter de rug is, is de Werkgroep Microschaalexperimenten ingekrompen tot een klein team, bestaande uit: Stichting 3 Jan Peper (zakelijke leiding) Didactiek der Scheikunde, Universiteit van Amsterdam Bregje van den Berg Erik Joling Harry van Swinderen (administratie) In deze tweede aanvulling zijn vier syntheses opgenomen: E5 Fenolftaleïne E6 Fluoresceïne E7 Methyloranje E8 Paracetamol Daarnaast is een proef van Frans Killian bewerkt tot 5 mslagtraject zuur-base-indicatoren Deze proef kan zowel zelfstandig als in combinatie met de syntheses van de indicatoren fenolftaleïne en methyloranje gebruikt worden. We hebben bij deze experimenten, voorzover van toepassing, naar de beschikbare nieuwe drukken van hemie en hemie overal verwezen. Amsterdam, augustus 1999 De samenstellers. iii
2 iv
3 Aanwijzingen bij de leerlingenteksten 5 Inhoud A B D E Algemeen 1 Standaardopstellingen: Verhitten van een vloeistof 2 Standaardopstellingen: Destillatie 3 Standaardopstellingen: Kookpuntbepaling Scheidingsmethoden 1 Destillatie: Winning van alcohol uit een alcoholische drank 2 Gefractioneerde destillatie: Scheiding van een mengsel van methylbenzeen en cyclohexaan 3 Sublimatie: Scheiding van een mengsel van koolstof en benzeencarbonzuur 4 Kolomchromatografie: Scheiding van kaliumpermanganaat en kaliumdichromaat Eigenschappen van stoffen 1 Verschillende koolwaterstoffen 2 Verschillende reactietypen: Reacties tussen broom en koolwaterstoffen 3 Het onderscheiden van isomeren: Twee verschillende stoffen met formule 4 H 10 4 Het onderscheiden van isomere alcoholen 5 mslagtraject zuur-base-indicatoren Eigenschappen van reacties 1 Gebruik van een katalysator: De bereiding van 1-butylethanoaat 2 Bepaling van de evenwichtsconstante van een verestering 3 Beïnvloeding van een evenwicht: Zuur-gekatalyseerde azeotropische verestering Syntheses 1 Esters: geuren en smaken 2 Aspirine 3 ranje II 4 Indigo 5 Fenolftaleïne 6 Fluoresceïne 5-i
4 7 Methyloranje 8 Paracetamol 5-ii
5 5 Aanwijzingen Inleiding Een enorme besparing op chemicaliëngebruik kan bereikt worden door proeven in reageerbuizen te vervangen door proeven in buisjesplaten (handelsnaam: microtiterplaat). Frans Killian, TA aan de ISW havo/vwo in Naaldwijk, heeft veel proeven geschikt gemaakt voor de buisjesplaat. Tijdens verschillende Woudschotenconferenties en op NVN-kringbijeenkomsten heeft hij werkgroepen rond de buisjesplaat georganiseerd. Dit voorschrift is een bewerking van een van de proeven van Killian, en kan gebruikt worden om zuur-base-indicatoren te testen, in het bijzonder de zelfgemaakte fenolftaleïne (E5) en methyloranje (E7). mslagtraject zuur-baseindicatoren Examenprogramma Havo G.87 en vwo G.157 De kandidaat kan aangeven op welke wijze kan worden aangetoond dat een oplossing zuur, basisch of neutraal is: - zuur-base indicatoren ( ) Boeken hemie havo bovenbouw, deel 1: 8.1; vwo bovenbouw-1, deel 1: 9.1 hemie overal havo NG/NT1: 6.2; vwo NG/NT1: 7.1 Tijdsduur Afhankelijk van het aantal te testen indicatoren, maar in elk geval minder dan een lesuur. Benodigdheden Buisjesplaat. Microtiterplaten zijn er in vele soorten en maten. De buisjesplaat is een polystyreen microtiterplaat met 96 cellen. Deze cellen hebben een U-bodem. Verkrijgbaar bij bedrijven als Emergo te Landsmeer (prijs ca ƒ85 per 100) en Microlyse te Den Haag (prijs ca ƒ18 pr 10). Druppelbuisjes met indicator-oplossing(en), bijvoorbeeld thymolblauw, methyloranje, methylrood, broomthymolblauw, fenolftaleïne, thymolftaleïne, rodekoolsap (kool niet langer dan 1 minuut laten koken) en universeelindicator (mengsel van TB, MR en BTB). Druppelbuisjes met bufferoplossingen ph = 1 t/m ph = 12. Gevaren en milieu Door de geringe hoeveelheden zijn de gevaren niet noemenswaard. De buisjesplaat kan schoongemaakt worden 5-5-1
6 door de cellen leeg te zuigen. Gebruik daarvoor een opstelling bestaande uit een pomp met een in de slang tussengeschakeld afvalvat. Gebruik om water te sparen het liefst geen waterstraalpomp maar een elektrische pomp of een (omgekeerd aangesloten) luchtbedpomp. 25ml Praktische aanwijzingen Voor een practicum met 30 leerlingen, werkend in koppels, is 15 ml van elke oplossing nodig. Er zijn nogal wat druppelbuisjes nodig als de genoemde acht indicatoren getest worden: twintig per set. Met een goede voorbereiding kan er met één of twee sets gewerkt worden. Maak een doorgeefschema en deel de buisjes in willekeurige volgorde uit. Hoewel de oplossingen in polyetheen pipetten verpakt kunnen worden, geven we de voorkeur aan druppelbuisjes. Een druppelbuis bestaat uit een glazen cultuurbuis ( mm) met een Zentrop druppeldop (verkrijgbaar bij o.a. Emergo). De buis laat zich even makkelijk en nauwkeurig hanteren als een pen. Elke kneep in de druppeldop geeft een druppel. mdat de buisjes zonder rekje makkelijk van de tafel rollen kan het ook handig zijn om flesjes (van de apotheek) te gebruiken. De buffers kunnen gekocht worden (bijvoorbeeld Titrisol van Merck), of zelf gemaakt. Maak daartoe eerst de volgende oplossingen: 0,2 M Kl 1,34 g kaliumchloride oplossen in 90 ml water 0,1 M KHftalaat 3,68 g kaliumwaterstofftalaat oplossen in 180 ml water 0,1 M KH 2 P 4 1,63 g kaliumdiwaterstoffosfaat oplossen in 120 ml water 0,025 M Borax 1,53 g Na 2 B H 2 oplossen in 160 ml water 0,05 M NaH mg natriumwaterstofcarbonaat oplossen in 50 ml water 0,2 M Hl 20 ml 1 M zoutzuur aanlengen met 80 ml water 0,1 M NaH 130 ml nodig 5-5-2
7 Maak met deze oplossingen de buffers volgens onderstaand recept. Vul alle mengsels met water aan tot 100 ml: ph = 1,00 ph = 2,00 ph = 3,00 ph = 4,00 ph = 5,00 ph = 6,00 ph = 7,00 ph = 8,00 ph = 9,00 ph = 10,00 ph = 11,00 ph = 12,00 25 ml 0,2 M Kl + 67 ml 0,2 M Hl 25 ml 0,2 M Kl + 6,5 ml 0,2 M Hl 50 ml 0,1 M KHftalaat + 11,2 ml 0,2 M Hl 50 ml 0,1 M KHftalaat 50 ml 0,1 M KHftalaat + 22,6 ml 0,1 M NaH 50 ml 0,1 M KH 2 P 4 + 5,6 ml 0,1 M NaH 50 ml 0,1 M KH 2 P ,1 ml 0,1 M NaH 50 ml 0,025 M Borax + 10,3 ml 0,2 M Hl 50 ml 0,025 M Borax + 2,3 ml 0,2 M Hl 50 ml 0,025 M Borax + 18,3 ml 0,1 M NaH 50 ml 0,05 M NaH ,7 ml 0,1 M NaH 25 ml 0,2 M Kl + 12 ml 0,1 M NaH Met dit recept of met de gekochte buffers kan een oplossing met een nauwkeurig bepaalde ph gemaakt worden. Voor dit experiment is die grote nauwkeurigheid niet noodzakelijk. Standaard indicatoroplossingen kunnen te geconcentreerd zijn. Door te experimenteren kan een geschikte verdunning worden gevonden. De buisjesplaat moet direct na gebruik worden schoongemaakt: ingedroogde indicatorresten kunnen een volgend practicum behoorlijk verstoren. pmerkingen Als dit experiment niet wordt gebruikt in combinatie met E5 of E7, maar bij de bij boeken aangegeven hoofdstukken, is het begrip buffer nog niet behandeld. In de leerlingentekst staat daarom oplossingen met ph =. Antwoorden op de vragen Literatuur 3. Universeelindicator is een mengsel van thymolblauw, methylrood, en broomthymolblauw. Frans Killian: Reageerbuisproeven op microschaal: introductie van de buisjesplaat, Vlaardingen: in eigen beheer, Frans Killian: Practicum 4H/V: Zuur-base indicatoren, Naaldwijk: ISW havo/vwo (z.d.). Handbook, 61 st edition, D
8 5-5-4
9 Fenolftaleïne E5 Aanwijzingen Inleiding De synthese van fenolftaleïne is zeer snel uit te voeren en verloopt over het algemeen zonder problemen. Met voorschrift 5 kan het omslagtraject op eenvoudige manier bepaald worden. Een nauwkeuriger bepaling is mogelijk door middel van titratie van een oplossing van de indicator. Daarvoor is een ph-meter wel noodzakelijk. Examenprogramma De bepaling van het omslagtraject: Havo G.87 en vwo G.157 De kandidaat kan aangeven op welke wijze kan worden aangetoond dat een oplossing zuur, basisch of neutraal is: - zuur-base indicatoren ( ) Boeken De test als bij 5. Tijdsduur De bereiding van fenolftaleïne en het testen op een buisjesplaat kost een lesuur. Benodigdheden Gevaren en milieu 200 mg ftaalzuuranhydride 200 mg fenol 3 druppels geconcentreerd zwavelzuur 2 ml ethanol 2 ml water Reageerbuisje Afzuigerlenmeyer Filtertrechter Filttreerpapier Bekerglas (25 ml) ftaalzuuranhydride: R: 22-36/37/38-42/43; S: /37/39 fenol: R: 23/24/25-34; S: /37/39 Aanraking met fenol kan vermeden worden door de benodigde hoeveelheid van 200 mg in een reageerbuisje of in een Eppendorfer reactievaatje ( epje ) aan de leerlingen uit te reiken. Vooral als de fenol als een massief geheel in de pot zit, kunnen bij het losspatelen kleine korrels rondspatten. geconcentreerd zwavelzuur: R: ; S: 45-36/37/39-23 ethanol: R: 36/37/38; S: E5-1
10 Praktische aanwijzingen Antwoorden op de vragen De synthese van fenolftaleïne is zeer snel uit te voeren en verloopt over het algemeen zonder problemen. Met voorschrift 5 kan het omslagtraject op eenvoudige manier bepaald worden. Een nauwkeuriger bepaling is mogelijk door middel van titratie van een oplossing van de indicator. Daarvoor is een ph-meter wel noodzakelijk. 1. Fenol is een door de IUPA toegelaten naam. Het Vwoexamenprogramma (.61) geeft echter de voorkeur aan benzenol. Ftaalzuur kan 1,2-benzeendicarbonzuur genoemd worden. 2. Binas noemt twee kleuren: in zuur milieu is fenolftaleïne kleurloos, in basisch milieu paarsrood. Het omslagtraject ligt bij 298K tussen ph = 8,2 en ph = 10,0. Volgens een voetnoot ontkleurt fenolftaleïne bij ph > 13. In RIS-publikatie XXXIX worden de verschillende kleuren van fenolftaleïne besproken, en wordt nog een oranjerode kleur genoemd bij ph < 1. Literatuur P.J. de Rijke, W. van der Veer & W. Pot: RIS-publikatie XXXIX: De kleur van fenolftaleïen, NVX 24 (1998) E5-2
11 Fluoresceïne E6 Aanwijzingen Inleiding In 1871 maakte Adolf Baeyer fluoresceïne (resorcinolftaleïne, of 9-(2-carboxyfenyl)-6-hydroxy-3(3H)-xanthenon) door de condensatie van resorcinol en ftaalzuuranhydride. De oplossingen van fluoresceïne in alcohol en de verdunde oplossing van het goed in water oplosbare natriumzout zijn sterk fluoriscerend. De synthese verloopt analoog aan die van fenolftaleïne (E5). mdat fluoresceïne slecht in water oplost, wordt het natriumzout (uranine) gemaakt door toevoeging van natronloog. Voor fluoresceïne en voor het dinatriumzout zijn twee structuurformules te vinden in de literatuur: H H H H instabiel, geel, amorf stabiel, rood, kristallijn Naast de toepassingen die in de leerlingentekst genoemd worden, wordt fluoresceïne gebruikt om onderaardse waterlopen op te sporen (in 1877 werd met 10 kg fluoresceïne ontdekt dat de Donau water verliest aan de Aach) en als reddingsmiddel voor schipbreukelingen of piloten: 500 gram fluoresceïne is in staat om 4000 m 2 van het zee-oppervlak een heldere, oplichtende kleur te geven. Examenprogramma Fluorescentie en fosforescentie worden niet genoemd in het scheikunde-examenprogramma. Bij natuurkunde wordt fluorescentie genoemd in Vwo E61: De kandidaat kan uitleggen dat emissie en absorptie van licht samenhangen met energieveranderingen in een atoom: - gloeilampen; gasontladingsbuizen (waterstof, kwik, helium, neon, natrium); - de werking van fluorescentiepoeders ( ) Het verschuiven van electronen door een molecule (vraag 3) komt als mesomerie voor in het oude programma (1988). Boeken hemie 6V: 1.8 (mesomerie). hemie overal 6V: 1.7 (mesomerie) en aanvulling bij hoofdstuk 3.3 (fluorimetrie). 5-E6-1
12 Tijdsduur Minder dan een lesuur. Benodigdheden 25 mg ftaalzuuranhydride 25 mg resorcinol (1,3-dihydroxybenzeen) 1 druppel geconcentreerd zwavelzuur 1,25 ml natronloog (1M) Reageerbuisje Pipet Injectiespuit (1 ml) Bekerglas met water (25 ml) UV-lamp (366 nm) Gevaren en milieu Praktische aanwijzingen ftaalzuuranhydride: R: 22-36/37/38-42/43; S: /37/39 resorcinol: 22-37/38-41; S: geconcentreerd zwavelzuur: R: ; S: 45-36/37/39-23 natronloog: R:34; S: /37/39 Door ftaalzuuranhydride en resorcinol afgewogen in epjes aan de leerlingen uit te geven wordt de uitvoering nog simpeler. Antwoorden op de vragen 1. Blacklight is licht van een TL-buis die vrijwel geen zichtbaar licht maar vooral UV-licht uitzendt. Hierdoor kunnen fosforescerende of fluorescerende stoffen gaan oplichten (optische witmakers in kleding). 2. Een oplossing van het natriumzout van fluoresceïne is sterk fluorescerend. Er is dus maar heel weinig van nodig. Een gewone kleurstof is ook na het onderzoek zichtbaar. 3. De omzetting kan als een doorschuiven van elektronenparen en een verschuiving van een proton (via het oplosmiddel) voorgesteld worden: (1) H (2) H H H Literatuur M. Dees (red.) Prisma Techniek in woord en beeld, Utrecht: Het Spectrum, Merck Index, 12 e editie, 1996, nr Römpps hemie Lexikon, Band 2, Stuttgart: Franckh sche Verlagshandlung, W. Keller & o, 8. Auflage, 1981 Williamson p. 672 (second edition, 1994) 5-E6-2
13 Methyloranje E7 Aanwijzingen Inleiding De synthese van methyloranje kan analoog aan de synthese van oranje II (E3) uitgevoerd worden. In dit experiment wordt de leerlingen gevraagd zelf een voorschrift op te stellen. Het verkregen methyloranje kan als kleurstof om textiel te verven gebruikt worden, maar ook als zuur-base-indicator. Examenprogramma Als bij E3. De bepaling van het omslagtraject: Havo G.87 en vwo G.157 De kandidaat kan aangeven op welke wijze kan worden aangetoond dat een oplossing zuur, basisch of neutraal is: - zuur-base indicatoren ( ) Boeken Als bij E3. Tijdsduur Het opstellen van het voorschrift kan als huiswerk uitgevoerd worden. Bespreking in de klas kost circa 10 minuten. De bereiding van methyloranje kost evenveel tijd als die van ranje II. Het testen van methyloranje als indicator kost 15 minuten. Reken voor het geheel op twee lesuren. Zie voorts bij de praktische aanwijzingen. Benodigdheden 120 mg sulfanilzuur 1,25 ml natriumcarbonaat-oplossing (28 g l 1 ) 50 mg natriumnitriet 0,125 ml geconcentreerd zoutzuur 78,5 ml N,N-dimethylbenzeenamine 62 ml ethaanzuur Water 1 ml 3M natronloog Verzadigde Nal-oplossing 0,5 ml natriumsulfaat-oplossing (0,8M) 5 druppels zwavelzuur (1M) Reageerbuisje Kooksteentje IJsbad 1 ml injectiespuit Bekerglas (25 ml) 2 erlenmeyers Afzuigerlenmeyer 5-E7-1
14 Filtertrechter 2 filtreerpapiertjes Textielstrookje (zie E3) Pincet Gevaren en milieu Praktische aanwijzingen oplossingen vaste stof in epjes sulfanilzuur: R: 20/21/22-52/53; S: natriumnitriet: R: 8-25; S: 45 geconcentreerd zoutzuur: R: 34-37; S: N,N-dimethylbenzeenamine: R: 45-23/24/ ; S: /37/39-23 N,N-dimethylbenzeenamine (N,N-dimethylaniline) is giftig en heeft een sterke geur. Bewaar het daarom in een flesje met septum. Uit oogpunt van veiligheid en om te voorkomen dat het hele klaslokaal er naar gaat ruiken is het verstandig om dit experiment vanaf de koppeling zoveel mogelijk in de zuurkast uit te voeren. Laat de leerlingen handschoenen dragen. Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep. Het gaat om een kleine hoeveelheid van 0,079 ml (0,6 mmol), die u natuurlijk ook zelf in de erlenmeyer kunt spuiten. Gebruik daar één enkele spuit voor die u meteen schoonmaakt. ethaanzuur: R: 10-35; S: natronloog: R: 36/38; S: 26-37/39-45 methyloranje: R: 23/24/25; S: 45-36/37/39 Het dragen van handschoenen wordt aangeraden bij de filtratie van methyloranje ter voorkoming van contact met de huid. Evenals bij E3 kan een aanzienlijke tijdswinst behaald worden als oplossingen al bereid zijn en vaste stoffen in een Eppendorfer reactievaatje (epje) worden aangeboden: natriumcarbonaat in water: 28 g l 1, gebaseerd op het anhydraat. verzadigde natriumchlorideoplossing natriumsulfaat in water: 0,8 M 120 mg sulfanilzuur 50 mg natriumnitriet De vragen en de aanwijzingen maken het opstellen van een voorschrift in feite een invuloefening. We verwachten wel dat de leerlingen het voorschrift goed lezen. Het voorschrift is gelijk aan dat voor oranje II voor de bereiding van het amine (stap ➀ - stap ➃) en voor de diazotering (stap ➄ en stap ➅). Als het reageerbuisje met een verbindingsstuk en staafje wordt vastgehouden, zorg dan dat de hals van het reageerbuisje vrij blijft: 5-E7-2
15 Dit werkt plezieriger bij het overschenken. Voer de azokoppeling (stap ➆) uit in de zuurkast. Meng in een erlenmeyer 0,079 ml N,N-dimethylaniline (0,6 mmol, M = 121,18 g mol 1 ; d = 0,956 g ml 1 ) en 62 ml ethaanzuur (zie gevaren en milieu). Resten diazoniumzout kunnen met wat water worden overgbracht. Volgens de derde aanwijzing moet het mengsel basisch gemaakt worden met 1 ml 3M natronloog. Het gebruik van een waterbad bij het zuiveren (stap ➇) voorkomt rondspatten door kookvertraging. Gebruik bij verhitten op het zandbad altijd een kooksteentje! De erlenmeyer kan uitgespoeld worden met een kleine hoeveelheid van de verzadigde zoutoplossing. testen Zie 5. Los een spatelpuntje (de scherpe punt: maximaal 50 mg) methyloranje op in 10 ml water. verven Het verven (stap ➈) gaat geheel volgens het voorschrift E3. Afwegen is niet noodzakelijk: een spatelpunt methyloranje is ook goed. Gebruik ook voor het verfbad een kooksteentje. Antwoorden op de vragen 1. In het voorschrift wordt alleen de niet-geprotoneerde vorm methyloranje genoemd (de bovenste formule). Hier valt op af te dingen, maar in de inleiding van E3 wordt de aanwezigheid van een N=N groep karakteristiek genoemd voor de azokleurstoffen als methyloranje. Voor B kan H + gelezen worden; methyloranje is dan een (Brønsted) base. 2. Methyloranje is oranjegeel; het geconjugeerde zuur rood. 3. Bij de bereiding van oranje II wordt als RH 2-naftol gebruikt; bij de analoge bereiding van methyloranje is dat N,N-dimethylaniline. Literatuur Williamson, p. 610 (1989), p. 660 (second edition, 1994) 5-E7-3
16 5-E7-4
17 Paracetamol E8 Aanwijzingen Inleiding Hoewel paracetamol vier jaar ouder is dan aspirine, is het pas sinds eind jaren veertig in gebruik als pijnstiller. In 1893 maakte Joseph von Mering paracetamol (N (4 hydroxyfenyl)ethaanamide) als alternatief voor (N (4 ethoxyfenyl)- ethaanamide) dat Bayer als fenacetine op de markt bracht. Von Mering dacht echter ten onrechte dat paracetamol dezelfde ongustige invloed op het hemoglobine had als acetanilide (N fenyl ethaanamide), een stof die tien jaar eerder bij toeval pijnstillend en koortsverlagend bleek. H H H N H 3 N H 3 N H 3 H 2 H 3 H acetanilide (1880 s) fenacetine (1880 s) paracetamol (1893) In 1949 bleek dat fenacetine in het lichaam wordt omgezet in een actieve, maar minder giftige metaboliet: paracetamol (acetaminofeen). Sindsdien is fenacetine geleidelijk aan vervangen door paracetamol. Sinds 1984 mag fenacetine ( Phenacetin, de P in AP) in Nederland vanwege de bijwerkingen niet meer als pijnstiller gebruikt worden. Het is nog wel in gebruik als stabilisator van waterstofperoxide. De werkwijze bij de synthese van paracetamol lijkt erg op die bij de synthese van aspirine. Er wordt echter geen ester gevormd, maar een amide door acetylering van een amine. Examenprogramma Boeken Havo E.74 en vwo E.128 De kandidaat kan chemische berekeningen uitvoeren: ( ). De naamgeving van het amide gaat verder dan de eisen uit het examenprogramma (havo en vwo.58-62). De karakteristieke groepen (amine en amide) worden in de boeken besproken, amide echter in verband met polyamiden. 5-E8-1
18 hemie 5H: 1.9 (amine) en 6.6 (amide); 5V: 3.8 (amine) en 8.1 (amide) hemie overal 4H: 6.5 (amine); 5H: 6.5 (amide); 5V: 8.8 (amine); 6V: 6.5 (amide) Tijdsduur Een lesuur Benodigdheden 109 mg 4-aminofenol 0,30 ml water 0,12 ml azijnzuuranhydride water voor waterbad ijs reageerbuisje of Eppendorfer reactievaatje 2 bekerglazen (25 ml) glazen pipet Gevaren en milieu azijnzuuranhydride R: 10-34; S: aminofenol R: 20/21/22-36/37/38-42/43-40; S: m contact te vermijden, kan 4-aminofenol afgewogen in een reageerbuisje of epje worden aangeboden. Praktische aanwijzingen Als epjes worden gebruikt om 4-aminofenol uit te reiken, kan de synthese daarin worden uitgevoerd. Verwarm het water voor het waterbad eventueel in een ketel. Bij het omkristalliseren kan het lang duren voor er kristallen ontstaan. Een entkristal doet dan wonderen. Uitbreidingen Williamson geeft een voorschrift voor dunnelaag-chromatografie van pijnstillers met aspirine, paracetamol, ibuprofen en caffeïne als referentie. ok geeft hij een voorschrift om de aspirine, paracetamol en caffeïne uit pijnstillers te isoleren. Antwoorden op de vragen 1. H N H H N H 3 + H 3 H 3 + H 3 H H H 5-E8-2
19 2. hoeveelheid molaire massa massa dichtheid volume 4-aminofenol 1,00 mmol 109,12 g mol 1 109,12 mg azijnzuuranhydride 1,25 mmol 102,09 g mol 1 127,61 mg 1,08 g l 1 0,12 ml 3. Er zijn twee karakteristieke groepen die als achtervoegsel gebruikt kunnen worden: fenol ( 6 H 5 H) en amide ( HN ). De laatste heeft een hogere prioriteit: amide. De hoofdtak bevat twee koolstofatomen: ethaanamide. De aromatische zijgroep heeft een hydroxylgroep op de 4-plaats: 4-hydroxyfenyl. Deze groep zit aan het stikstofatoom gebonden: N(4-hydroxyfenyl). De complete naam wordt dan: N(4-hydroxyfenyl)ethaanamide. Literatuur Informatorium Medicamentorium I, Den Haag: Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie, D. Lewis: Aspirin: a curriculum resource for post-16 chemistry courses, London: The Royal Society of hemistry, L. Reijnders, H. Buurma & A. Vulto: Geneesmiddelen in Nederland, negende druk, Amsterdam: Van Gennep, Williamson, p. 144 en hoofdstuk 17 (1989), p. 161 en hoofdstuk 53 (second edition, 1994). 5-E8-3
20 5-E8-4
21 Leerlingenteksten 6 6-i
22 6-ii
Verschillende koolwaterstoffen. Verschillende reactietypen: Reacties tussen broom en koolwaterstoffen
Eigenschappen van stoffen Inhoud 1 2 3 4 5 Verschillende koolwaterstoffen Verschillende reactietypen: Reacties tussen broom en koolwaterstoffen Het onderscheiden van isomeren: Twee verschillende stoffen
Nadere informatie2012 Onderwijsinstituut Scheikunde, Universiteit Utrecht, Nederland
Lesbrief fluorescine en ph Versie 2 april 2012 Gepubliceerd en gedistribueerd door Universiteit Utrecht Departement Scheikunde Onderwijsinstituut Scheikunde Sorbonnelaan 16 3584 CA Utrecht Nederland Telefoon:
Nadere informatieph bepalen m.b.v. rode koolsap
ph bepalen m.b.v. rode koolsap 1. Onderzoeksvraag Hoe kun je rode koolsap gebruiken om te bepalen of een oplossing zuur, neutraal of basisch is? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieSE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel
SE voorbeeldtoets 5AV antwoordmodel Stikstof Zwaar stikstofgas bestaat uit stikstofmoleculen waarin uitsluitend stikstofatomen voorkomen met massagetal 15. 2p 1 oeveel protonen en hoeveel neutronen bevat
Nadere informatie5 VWO. H8 zuren en basen
5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?
Nadere informatie1 Standaardopstellingen: Verhitten van een vloeistof 2 Standaardopstellingen: Destillatie 3 Standaardopstellingen: Kookpuntbepaling
1 Standaardopstellingen: Verhitten van een vloeistof 2 Standaardopstellingen: Destillatie 3 Standaardopstellingen: Kookpuntbepaling 1 Destillatie: Winning van alcohol uit een alcoholische drank 2 Gefractioneerde
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieDe kleur van fenolftaleïen
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 06 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/43333 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieEsters: geuren en smaken. Aspirine. Oranje II. Indigo
Esters: geuren en smaken Aspirine Oranje II Indigo Aspirine is het meest verkochte geneesmiddel aller tijden. De zegetocht van de pijnstiller begon op 11 oktober 1897, toen Felix Hoffman voor het eerst
Nadere informatieToelichting bij Voorbeeldopgaven Syllabus Nieuwe Scheikunde HAVO
Toelichting bij Voorbeeldopgaven Syllabus Nieuwe Scheikunde HAVO De opgave is een bewerking van de van de volgende CE-opgave: Wijn enz. 2006-1ste tijdvak De oorspronkelijke versie van deze opgave is na
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen
Nadere informatieDocentenhandleiding Koop je wat je denkt.
Docentenhandleiding Koop je wat je denkt. Inhoudsopgave: Algemeen 2 Aanwijzingen bij de proeven Surimi in krabsalade 3 Azijnzuur in natuurazijn 5 Dit boekje is tot stand gekomen onder leiding van Stichting
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieBepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog
Bepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 02 October 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/34903
Nadere informatieVitamine C bepalen uit fruitsap
Vitamine C bepalen uit fruitsap 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we de gehalte vitamine C in fruitsap bepalen? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Zuur-basetitratie : een titratietechniek
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel
Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde
Nadere informatieProef Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen; pipet en buret; titreren
Proef Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen; pipet en buret; titreren Proef door een scholier 1617 woorden 10 maart 2003 5,1 74 keer beoordeeld Vak Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen
Nadere informatieTITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO
TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO versie juli 2017 WOORD VOORAF De in dit document besproken titratiemethoden vormen de basis van de diverse varianten die in de loop der
Nadere informatieDe oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.
Toelichting bij Voorbeeldopgaven Syllabus Nieuwe Scheikunde HAVO De opgave is een bewerking van de volgende CE-opgave: Maagtablet 2007-2de tijdvak De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatieDeze methylionen hechten zich aan het methoxymethaan, waarbij trimethyloxonium-ionen worden gevormd:
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK opgaven Oxonium 1982-I(I) Sommige reacties van alkoxyalkanen vertonen overeenkomst met reacties van alkanolen. Zo kan zowel ethoxyethaan als ethanol reageren met
Nadere informatieHoofdstuk 3: Zuren en basen
Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen
Nadere informatieSamenvatting hoofdstuk 2
temperatuur in o Scheikunde hemie op school Samenvatting hoofdstuk 2 De bouw van stoffen Samenvatting hoofdstuk 2 Er zijn verschillende eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen. We noemen deze
Nadere informatieCHEMIE. Weet wat je drinkt als je nog rijden moet!!! Een practicum over alcohol. Prof. dr. Wanda Guedens Lic. Monique Reynders
CHEMIE Weet wat je drinkt als je nog rijden moet!!! Een practicum over alcohol 2007 Universiteit Hasselt Introductie Weet wat je drinkt als je nog rijden moet! 1 In de chemie is een alcohol een koolstofverbinding
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.
Nadere informatieRode wijn als indicator
Rode wijn als indicator 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we huishoudmiddeltjes als zuurbase-indicator gebruiken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment ph: De ph is een maat voor de
Nadere informatieLeerlingeninstructie: Zuren en basen in de keuken
Leerlingeninstructie: Zuren en basen in de keuken Introductie Wat eet je? Wat drink je? Welke producten gebruik je tijdens je verzorging? Welke producten worden er bij jou thuis gebruikt om schoon te maken?
Nadere informatieEsters. Versie 1 November 2014
Esters Versie 1 November 2014 Gepubliceerd en gedistribueerd door Universiteit Utrecht Departement Scheikunde Onderwijsinstituut Scheikunde Padualaan 8 3584 CH Utrecht Nederland Ontwikkelaar: Anneke Drost,
Nadere informatie1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aan de hand van chemische reacties een oplossing de kleuren van een stoplicht krijgen?
Chemisch stoplicht 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aan de hand van chemische reacties een oplossing de kleuren van een stoplicht krijgen? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal
Nadere informatie40 e Nationale Scheikundeolympiade
40 e Nationale Scheikundeolympiade Avebe Innovation Center Groningen PRACTICUMTOETS donderdag 6 juni 2019 De experimenten voor deze toets zijn voorbereid door: Kees Beers (NSO comité) Piet Buwalda (Avebe)
Nadere informatieDocentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit
Docentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit #VOS-038A versie 2.0 Inhoud kit: 6 x 5 DNA profielen 6 x Dader profiel 6 x 200µl loading dye (kleurloze vloeistof) 4 g agarose 400µl gel dye (1000x) 100ml elektroforese
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 580 woorden 27 januari 2014 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Rep Hfst. 2 Water is bijzonder, dat komt door
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I
Eindexamen scheikunde 1 vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Zink 1 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: IJzerionen zijn Fe + of Fe 3+ en sulfide-ionen zijn en dat leidt tot de formule Fe of Fe
Nadere informatieIndi Go! Synthese Toepassing Onderzoek Onderzoeksproject in het sciencelab van de UvA voor klas 3 HAVO/VWO
Indi Go! Synthese Toepassing Onderzoek Onderzoeksproject in het sciencelab van de UvA voor klas 3 HAVO/VWO Indigo leerlingenhandleiding 1 Bewerkt door Guido Guijt, Hans van Dijk en Frank Schweikert Het
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieHoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,
Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatie6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14
6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?
Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatieReacties met een kleurtje
Supplement bij: Offereins, M. en J.R. Bette (2008). Een uitje met een DOEL. NVOX, 33(10), 442-443. Reacties met een kleurtje DATUM UITVOERING: Afdeling Laboratoriumtechniek Algemene informatie Doel: het
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 dinsdag 17 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
Nadere informatieHoofdstuk 3: Water, zuren en basen
Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2007-II
Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien
Nadere informatieVoorschrift voor synthese van chitine
Voorschrift voor synthese van chitine Uit 2 kilo grote garnalen is ongeveer 75 gram chitine te halen. De garnalen kunnen rauw gepeld zijn of in hun pantser bereid ( bv met knoflook en een beetje peper).
Nadere informatieProef Scheikunde PH-bepaling
Proef Scheikunde PH-bepaling Proef door een scholier 924 woorden 27 mei 2001 4,9 57 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inleiding De opdracht voor de eerste module was een vaardigheidspracticum. In dit practicum
Nadere informatieAspecten van een synthese. September 2011 dr. P.S. Peijzel
Aspecten van een synthese September 2011 dr. P.S. Peijzel Inhoud: Aspecten van een synthese Nabespreken ARB-Toets Wat is het doel van een synthese? Het in handen krijgen van een gewenste stof door middel
Nadere informatieDocentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit
Docentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit #VOS-038 versie 2.1 Inhoud kit: 2 x 15 DNA profielen 2 x Dader profiel 2 x 1 ml loading dye (kleurloze vloeistof) 3 g agarose 400 µl blauwe gel dye (1000x)
Nadere informatie7.4.3 - de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen;
Leergebied: concentratie Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 5.5.2 - de massaconcentratie van een oplossing definiëren als het aantal gram opgeloste stof per 100 ml oplossing; de oplosbaarheid van een stof
Nadere informatie1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een indicatordoekje op drie manieren van kleur doen veranderen? Dit van rood naar blauw en weer naar rood?
Blauw op drie wijzen 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een indicatordoekje op drie manieren van kleur doen veranderen? Dit van rood naar blauw en weer naar rood? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatie1 De bouw van stoffen
Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen
Nadere informatieDe TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof.
OPDRACHT 9 Practicum Om je kennis van de scheidingsmethoden en oplosbaarheid te vergroten volgen hieronder een aantal proeven. Ook krijg je een proef over indicatoren / reagens. Met behulp daarvan kun
Nadere informatieEXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Jood en propanon 1980-II(I) Jood lost goed op in een oplossing van kaliumjodide in water. De verkregen oplossing noemt men joodwater. In zuur milieu
Nadere informatieLesbrief: Fluorescentie en ph
Lesbrief: Fluorescentie en ph Versie januari 2015 Gepubliceerd en gedistribueerd door Universiteit Utrecht Departement Scheikunde Onderwijsinstituut Scheikunde Padualaan 8 3584 CH Utrecht Nederland Telefoon:
Nadere informatie1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een geheimschrift ontwikkelen m.b.v. natriumcarbonaat?
blauw geheimschrift 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een geheimschrift ontwikkelen m.b.v. natriumcarbonaat? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Indicator (een stof waarmee we
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven Eliminatie 1983-I(I) Als uit een molecuul twee atomen of atoomgroepen worden verwijderd waarbij in het molecuul een meervoudige binding ontstaat, dan spreekt
Nadere informatieExamenprogramma scheikunde vwo
Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen,
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatie1. Onderzoeksvraag Hoe verkrijgen we een mengsel met twee verschillende kleurlagen?
Paars kleurloos 1. Onderzoeksvraag Hoe verkrijgen we een mengsel met twee verschillende kleurlagen? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Massadichtheid: De dichtheid van een stof
Nadere informatieKristallisatie in snel tempo
Kristallisatie in snel tempo 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we op een snellere manier zoutkristallen maken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Neutralisatiereactie: reactietype
Nadere informatie1. Onderzoeksvraag Wat gebeurt er wanneer we een UV-lamp in de buurt van tonic houden?
Lichtgevende tonic 1. Onderzoeksvraag Wat gebeurt er wanneer we een UV-lamp in de buurt van tonic houden? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Fluorescentie: is een vorm van luminescentie
Nadere informatieSchrijven met zetmeel
Schrijven met zetmeel 1. Onderzoeksvraag Hoe kan je een boodschap die geschreven is met zetmeel zichtbaar maken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Oxidatie: een chemisch proces
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit vier opgaven.
HAVO I EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 Donderdag 6 mei, 9.00-12.00 uur SCHEIKUNDE (OPEN VRAGEN) Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit vier opgaven. Aan dit examen wordt deelgenomen
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
38 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS opgaven dinsdag 13 juni 2017 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 34 deelvragen. Gebruik voor elke opgave een
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II
Eindexamen scheikunde -2 vwo 200-II 4 Antwoordmodel Dizuren 6 0 + 4 2 2 6 0 4 + 4 2 6 0 voor de pijl en 6 0 4 na de pijl 2 2 voor de pijl en 2 na de pijl juiste coëfficiënten Indien de vergelijking 6 0
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 019 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 1 tot en met 5 januari 019 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 3 opgaven met in
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1980 EERSTE TIJDVAK opgaven
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1980 EERSTE TIJDVAK opgaven Fluorescentie 1980-I(I) Tijdens het bestralen van stoffen met licht van een bepaalde golflengte gaan sommige stoffen licht uitzenden van een meestal grotere
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATINALE SCHEIKUNDELYMPIADE PGAVEN VRRNDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 12 deelvragen
Nadere informatieUitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieExamenprogramma scheikunde vwo
Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen,
Nadere informatieWijnsoorten maken. 1. Onderzoeksvraag Hoe kun je verschillende wijnsoorten maken?
Wijnsoorten maken 1. Onderzoeksvraag Hoe kun je verschillende wijnsoorten maken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Indicator: een stof waarmee men kan aantonen dat een bepaalde
Nadere informatieDocentenhandleiding Medicijn vs. Maagzuur
Docentenhandleiding Medicijn vs. Maagzuur Inhoudsopgave: Algemeen 2 Aanwijzingen bij de proeven Reactiesnelheid 3 Gasontwikkeling 6 Dit boekje is tot stand gekomen onder leiding van Stichting C3. Met dank
Nadere informatieT2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2011 - I
Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist
Nadere informatieKleurrijk schilderij maken met rode koolsap
Kleurrijk schilderij maken met rode koolsap 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een kleurrijk schilderij maken met melk en rode koolsap? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment ph, zuur,
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : woensdag 26 januari 2011
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : woensdag 26 januari 2011 tijd : 19.00 tot 22.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen Oxonium 1982-I(I) Opmerking: Het ruimtelijk verloop (zie onder) van de substitutiereactie (S N2) was bij de beantwoording niet noodzakelijk: Uit (methoxyethaan)
Nadere informatieBlauwkleuring 1978-I(I)
EXAMEN SHEIKUNDE VW 1978, EERSTE TIJDVAK, opgaven Blauwkleuring 1978-I(I) In deze opgave is het oplosmiddel steeds water. Als een oplossing van kaliumjodaat, KI 3, bij een aangezuurde oplossing van kaliumjodide
Nadere informatieEsters. Versie 1 November 2014
Esters Versie 1 November 2014 Gepubliceerd en gedistribueerd door Universiteit Utrecht Departement Scheikunde nderwijsinstituut Scheikunde Sorbonnelaan 16 3584 A Utrecht Nederland ntwikkelaar: Anneke Drost,
Nadere informatieOEFENSET 2007_1 OPGAVEN
EFENSET 2007_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:
Nadere informatieEindexamen vwo scheikunde I
Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten
Nadere informatieLes 1: Veiligheid op het laboratorium.
Les 1: Veiligheid op het laboratorium. Inleiding Deze les gaat over het onderwerp VEILIGHEID BIJ SCHEIKUNDE en geldt als een soort van naslagwerk. Bewaar dit dus goed. Vraag bij twijfels over de veiligheid
Nadere informatievrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal
+ Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?
Nadere informatie