Verticaal zet je op 9 mm van links en op 9 mm van rechts (36:4 = 9 mm) een streepje. Dit is dus een vierde van de lengte.

Transcriptie

1 Elke foto die we nemen dient gekadreerd te worden. Met kadreren bedoelen we een compositie maken van het beeld. Belangrijke voorwerpen of personen, positioneren we op welbepaalde plaatsen in ons totaalbeeld. Hier zoals beloofd de tips daaromtrent. We gaan een heel simpel doorkijkje maken met de bedoeling om, op voorhand te kunnen zien hoe de opname er zal uitzien vooraleer deze op het LCD-scherm verschijnt. Voordeel, minder uitknippen en betere resultaten. Een doe-het-zelver hoef je niet te zijn om dit in elkaar te knutselen. We gaan een stevig kadertje maken met een opening van 24 X 36 mm (= 2/3 verhouding). Dit komt overeen met de afmetingen van een negatief of dia-raampje of met het gangbare fotoformaat 10x15 cm. Het is van toepassing op elk fototoestel, zowel digitaal als conventioneel. Je kan een diaraampje gebruiken of een stevig stuk karton. Bij diaraampjes is de opening al aanwezig. Verder nog wat garendraad, zwart voor dag- en wit voor nachtopnamen. Zonder draad gaat het ook, maar dan heb je geen referentie naar de sterke lijnen en punten (zie verder). De figuur rechts toont een diaraampje, met de opening 24 x 36 mm. Wie dit niet heeft neemt een stuk stevig karton en snijdt de juiste opening (zeer belangrijk). En dit twee maal om ze nadien over elkaar te kunnen lijmen.

2 Verticaal zet je op 9 mm van links en op 9 mm van rechts (36:4 = 9 mm) een streepje. Dit is dus een vierde van de lengte. Horizontaal (24:3 = 8 mm), dus op een derde zowel links als rechts terug een streepje. Op die streepjes worden de draden gelijmd met wat plaklint of lijm. Dit is nu het resultaat, na het dichten van het DIARAAM of na het samenlijmen van de 2 kartonnetjes. Nu zie je de sterke lijnen en waar de lijnen elkaar kruisen, de sterke punten. Het is op deze lijnen en punten dat we gaan kadreren. HET GEBRUIK Met één oog dicht, hou je dit raampje met gestrekte arm voor u. Dit geef het effect van een ZOOMLENS die INGEZOOMD wordt. Breng je het raampje dichter bij het oog, zie je de opname als door een klassieke of standaard lens. Door het gebruik ervan kan je de camera direct in de goeie positie plaatsen en onmiddellijk de beste compositie selecteren.

3 Een voorbeeld maakt alles duidelijk, en is toepasbaar op elk onderwerp. Bij dit landschap, is een klassieke fout gemaakt. De horizonlijn is in het midden van het beeld geplaatst! Dus niet volgens de regels van de sterke lijnen en punten. Als je nu het beeld binnen het kader bekijkt zie je welke andere mogelijkheden naar het voorplan treden! Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Voorbeeld 3 Voorbeeld 4 Zelfs verticaal!

4 Nog een paar voorbeelden... Eenvoudig om te kadreren zijn bijvoorbeeld foto's van de zee. De horizon is natuurlijk een ideaal item om op de sterke lijn geplaatst te worden. Let ook even op de anders gekleurde strandcabine, die heb ik dan weer op de verticale sterke lijn gezet, dan valt die ook extra op. Bij voorwerpen oogt het moeilijker te kadreren, maar als we juist die voorwerpen op een sterke lijn brengen is de klus geklaard. Zie maar: Bij de eerste foto van de lucifer is de compositie opgebouwd rond de onderste sterke lijn. Dit oogt veel rustiger en geeft meer aandacht op de lucifer. Portretfotografie Bij het kadreren van personen is de meest voorkomende fout dat die personen niet de nodige ruimte krijgen op de juiste plaats. Door het goed bestuderen van het portret vertelt dit ons zelf wel hoe we moeten kadreren. Daar Katrien hier naar rechts kijkt geven we haar ook meer ruimte rechts.

5 Hetzelfde principe passen we ook toe bij opnames van bewegende voorwerpen, bv auto's fietsen dieren enz.: Zo dit zijn de voornaamste richtlijnen om goed te kadreren. Natuurlijk kan er ook voor een extremer beeldsnit gekozen worden, men houd dan wel extra de sterke lijnen in 't oog. Probeer het eens uit. Wees creatief en mail ons de opnames door. Charles Rondas (op rust gestelde beroepsfotograaf) Dezjef (Sterfotograaf)