AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:"

Transcriptie

1 Raad vanstate /1 A/1. Datum uitspraak: 14 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: en, appellanten, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Arnhem, van 22 februari 2011 in zaken nrs. 10/2315 en 10/2319 in de gedingen tussen: en de vreemdelingen de minister voor Immigratie en Asiel.

2 /1 /V oktober Procesverloop Bij onderscheiden besluiten van 23 december 2009 heeft de staatssecretaris van Justitie aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Deze besluiten zijn aangehecht. Bij uitspraak van 22 februari 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 22 maart 2011, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De minister heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3 /1/V oktober Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. Beerse, ambtenaar van staat. w.g. Steendijk lid van de enkelvoudige kamer w.g. Beerse ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 14 oktober Verzonden: 14 oktober 2011 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, mr. H.H.C. Visser

4 uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Vreemdelingenkamer Nevenzittingsp laats Arnhem Registratienummers: AWB 10/2315 en AWB 10/2319 Datum uitspraak: 22 februari 2011 Uitspraak Ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 71 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) inzake geboren op, v-nummer.., van Iraakse nationaliteit, eiseres, en geboren op v-nummer, van Iraakse nationaliteit, eiser, tezamen aangeduid als eisers, gemachtigde mr. M.L. Saija, tegen» de Staatssecretaris van Justitie, thans de Minister voor Immigratie en Asiel Immigratie- en Naturalisatiedienst, verweerder. Het procesverloop Bij besluiten van 23 december 2008 heeft verweerder de aanvraag van eiser van 8 mei 2008 en de aanvraag van eiseres van 9 mei 2009 tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Op 19 januari 2010 hebben eisers beroep ingesteld tegen deze besluiten.

5 Registratienummers: AWB 10/2315 en AWB 10/ Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. De openbare behandeling van de beroepen heeft plaatsgevonden ter zitting van 19 oktober Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. J.M. van Leeuwen. De beoordeling 1. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 8:69 van de Awb, dient de rechtbank het bestreden besluit de motivering waarop dit besluit berust daaronder begrepen te toetsen aan de hand van de tegen dat besluit aangevoerde beroepsgronden. 2. Ter staving van hun asielaanvraag hebben eisers, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren gebracht. Eisers broer en zus en komen uit Kirkuk. In oktober 2007 raakte eiser betrokken bij een auto-ongeluk waarbij drie mensen uit een andere auto om het leven kwamen. Eiser werd door de rechtbank vrijgesproken van betrokkenheid bij dit ongeluk, maar de familie van de omgekomen inzittenden van de andere auto eiste dollar van de familie van eisers, alsmede eiste men eiseres op. Het laatste was onbespreekbaar voor hun familie. De familie van de overledenen heeft vervolgens de neef van eisers, die op eiser leek, doodgeschoten en heeft diverse dreigbrieven bezorgd bij hun familie. Wegens deze problemen hebben eisers in december 2007 Irak verlaten. Op 15 februari 2008 zijn zij Nederland ingereisd. 3. Verweerder heeft de aanvragen afgewezen en heeft daaraan het volgende, kort samengevat, ten grondslag gelegd. Eisers wordt artikel 31, tweede lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000 tegengeworpen omdat uit onderzoek van de Koninklijke Marechaussee (hierna: de Kmar) is gebleken dat de door eisers overgelegde nationale identiteitskaarten en woonverklaring vals zijn en eisers vasthouden aan de echtheid daarvan. Verder wordt artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 tegengeworpen omdat eisers toerekenbaar geen reispapieren en documenten ter staving van hun asielrelaas hebben overgelegd. Voorts gaat, gelet op de uitkomst van de door het Bureau Land en Taal (hierna: BLT) uitgevoerde taalanalyses, geen positieve overtuigingskracht uit van het asielrelaas nu eisers eenduidig niet zijn te herleiden tot de spraak- en cultuurgemeenschap binnen Centraal-Irak (Kirkuk), terwijl zij stellen daar hun hele leven te hebben gewoond. Nu het asielrelaas niet geloofwaardig is komen eisers niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29 van de Vw Hiermee kunnen eisers zich niet verenigen. Op hetgeen zij in dat verband hebben aangevoerd wordt in het hiernavolgende ingegaan. 5. De rechtbank overweegt als volgt. 6. Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 wordt een aanvraag voor het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 afgewezen indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die een rechtsgrond voor verlening vormen. Bij de beoordeling worden de in artikel 31, tweede lid, van de Vw 2000 bedoelde omstandigheden betrokken. Op grond van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000 wordt bij de beoordeling van de aanvraag mede betrokken de omstandigheid dat de vreemdeling ter staving van zijn aanvraag valse of vervalste reis- of identiteitspapieren dan wel andere bescheiden heeft overgelegd en, hoewel daaromtrent ondervraagd, opzettelijk de echtheid

6 Registratienummers: AWB 10/23l5enAWB 10/ daarvan heeft volgehouden. Ingevolge C4/3.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: Vc 2000) gaat het bij bovengenoemd artikel om bedrog van de zijde van de asielzoeker, dat in beginsel niet tot inwilliging van de aanvraag kan leiden. Iedere vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel aanvraagt, dient de waarheid te spreken en mag niets achterhouden aangaande de (beweerde) vluchtsituatie. Soms mag een vreemdeling, om aan een objectieve vluchtsituatie te ontkomen, zich bedienen van vervalste of verkeerde bescheiden - maar, eenmaal in Nederland aangekomen, dient hij dit onmiddellijk aan te geven ten genoege van het bevoegd gezag. Houdt de vreemdeling bij het overleggen van de documenten en gevraagd naar de echtheid, opzettelijk vol - hij wil dus niet meewerken - dan kan dit tot afwijzing leiden. Indien de asielzoeker desondanks meent dat hij bescherming behoeft, wordt van hem een grotere inspanning verwacht om de noodzaak hiertoe aannemelijk te maken. 7. Eisers betogen dat verweerder deze bepaling ten onrechte aan hen heeft tegengeworpen. 8. De rechtbank stelt vast dat uit het proces-verbaal van bevindingen van de Kmar van 9 mei 2008 blijkt dat de door eisers overgelegde identiteitskaarten en woonverklaring qua detaillering en gebruikte productiedruk- en beveiligingstechnieken niet overeenkomen met intern bekende informatie. 9. Volgens vaste jurisprudentie kan een dergelijk proces-verbaal van bevindingen van de Kmar worden aangemerkt als een deskundigenbericht. Volgens eveneens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) dient een deskundigenadvies op een onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze informatie te verschaffen, onder aanduiding - voor zover mogelijk en verantwoord - van de bronnen, waaraan deze is ontleend. Indien aan deze eisen is voldaan, mag verweerder bij de besluitvorming op aanvragen voor een verblijfsvergunning van de juistheid van die informatie uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan. De rechtbank is van oordeel dat voldoende inzichtelijk is op welke wijze de Kmar tot de conclusies omtrent de documenten is gekomen, terwijl door eisers geen concrete aanknopingspunten voor twijfel zijn aangevoerd. In dit verband overweegt de rechtbank ten eerste dat door eisers een contra-expertise is laten uitvoeren maar dat de uitkomsten daarvan om hen moverende redenen niet bekend zijn gemaakt.-verder hebben eisers weliswaar twee verklaringen van de Iraakse ambassade, gedateerd 21 september 2010, overgelegd, waarin staat vermeld dat de overgelegde identiteitskaarten juiste informatie bevatten, maar uit de verklaringen valt niet af te leiden waaraan de gegevens zijn getoetst of welk onderzoek heeft plaatsgevonden. De stelling ter zitting dat de Iraakse ambassade dergelijke verklaringen slechts afgeeft na uitvoerig onderzoek kan niet worden gevolgd nu van dit onderzoek uit de verklaring niet blijkt en deze zou zijn afgegeven op dezelfde dag dat eisers zich met hun verzoek tot de ambassade hebben gewend. 10. Eisers zijn met de bevindingen van de Kmar geconfronteerd en hebben daarop volgehouden dat ze de documenten in Irak hebben gekregen van de bevoegde autoriteiten zodat ze niet inzien waarom deze niet echt zouden zijn. Daarmee hebben ze naar het oordeel van de rechtbank de echtheid van de vals bevonden documenten opzettelijk volgehouden. Dit leidt tot de conclusie dat verweerder artikel 31, tweede lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000 bij de beoordeling van de aanvraag van eiser heeft mogen betrekken. 11. Het niet voldoen aan één van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, tweede lid, aanhef en onder a tot en met f, van de Vw 2000 brengt reeds met zich dat van het

7 Registratienummers: AWB 10/2315 en AWB i 0/ asielrelaas een positieve overtuigingkracht moet uitgaan. Of verweerder ook artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 heeft kunnen tegenwerpen behoeft dan ook geen bespreking meer. 12. Ter onderbouwing van het standpunt dat het relaas een dergelijke positieve overtuigingskracht ontbeert heeft verweerder gewezen op de uitkomsten van taalanalyses door het BLT van 29 augustus Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer in de uitspraak van 9 mei 2006, JV 2006, 249) komt verweerder, in het geval twijfel is gerezen aan de gestelde identiteit en nationaliteit, door een taalanalyse te laten uitvoeren, de desbetreffende vreemdeling tegemoet bij de voldoening aan de op deze rustende verplichting om de aan zijn aanvraag ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden aannemelijk te maken. Wanneer de taalanalyse deze twijfel niet wegneemt, kan de desbetreffende vreemdeling deze door het laten verrichten van een contra-expertise alsnog trachten weg te nemen. 13. De rapporten van BLT melden dat eisers een vorm van Sorani-Koerdisch op moedertaalniveau beheersen maar dat deze Koerdische spraak eenduidig niet te herleiden is tot de regio, maar elementen bevat die te herleiden zijn tot het Koerdisch zoals het gangbaar is in de regio in Noord-Irak. Ook wordt duidelijk dat eisers niet in staat zijn iets te zeggen in het Arabisch, zodat zij niet in staat zijn zich te redden in die taal. Ook dit maakt dat eisers niet herleidbaar zijn tot de spraakgemeenschap van Kirkuk, waar Arabisch algemeen gangbaar is als voertaal in het dagelijks leven. 14. Eisers hebben contra-expertises doen opstellen door professor Yaron Matras van de Universiteit van Manchester. Deze heeft in zijn rapport van 22 oktober 2009 geconcludeerd dat eiseres zeker uit de Sorani-Koerdisch sprekende delen van Irak afkomstig is en dat de weinige aspecten van het taalgebruik die kunnen duiden op een regionale herkomst, duiden op een herkomst uit, zodat eiseres met een redelijke mate van zekerheid tot de gemeenschap van kan worden herleid. In het rapport van 15 oktober 2009 heeft hij geconcludeerd dat eiser zeker uit de Sorani- Koerdisch sprekende delen van Irak afkomstig is, dat een aanlal aspecten van zijn taalgebruik overeenkomen met het dialect van en kunnen duiden op een afkomst of socialisatie in die stad. De mix van taalaspecten maakt het echter moeilijk om een harde conclusie te trekken. Verder betwist de contra-expert dat het niet kunnen spreken van Arabisch maakt dat eisers niet uit afkomstig kunnen zijn. Daarbij wijst de contra-expert op een groeiend aantal rapporten waaruit blijkt dat kennis van het Arabisch in de Koerdische regio's van Irak snel is verminderd na de eerste Golfooorlog in Het BLT heeft in weerwoorden van 9 december 2009 de deskundigheid van de door de contra-expert ingeschakelde Sorani-spreker in twijfel geroepen, erop gewezen dat de contra-expert eisers niet eenduidig in plaatst, diens analyse van het Koerdisch van eisers in twijfel getrokken en zich op het standpunt gesteld dat het feit dat in de Koerdische gebieden de kennis van het Arabisch sinds 1991 in het algemeen aan het verminderen is, er niet aan afdoet dat het niet voorstelbaar is dat eisers, die vanaf 1981 respectievelijk 1990 in zouden hebben gewoond, het Arabisch niet actief zouden beheersen. 16. Ten eerste hebben eisers aangevoerd dat moet worden getwijfeld aan de deskundigheid van de taalanalist van BLT, zeker in vergelijking met de door professor Matras geraadpleegde moedertaalspreker. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 29 maart 2007 (JV 2007, 230), overweegt de rechtbank dat gelet op de door BLT gehanteerde selectieprocedure, de wijze van begeleiding door wetenschappelijk opgeleide linguïsten en de kwaliteitscontroles op de taalanalyses door middel van crosschecks, die als zodanig door de eisers niet zijn bestreden, moet worden geoordeeld dat de

8 Registratienummers: AWB 10/2315 en AWB 10/ deskundigheid van taaianalisten werkzaam bij het BLT - en dus ook die van taalanalist met code SOR 3 - voldoende is gewaarborgd. 17. Verder hebben eisers, onder verwijzing naar een, niet overgelegde, uitspraak van deze rechtbank, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 19 augustus 2009 gesteld dat verweerder zijn vergewisplicht heeft geschonden. De rechtbank overweegt dat uit de jurisprudentie van de Afdeling volgt dat verweerder door het inschakelen van het BLT in beginsel heeft voldaan aan de ingevolge artikel 3:2 van de Awb op hem rustende verplichting zich ervan te vergewissen dat de gebruikte taalanalyse op deugdelijke en zorgvuldige wijze is verricht, zodat die analyse de daaraan verbonden conclusies kan dragen. Eerst indien er gerede twijfels bestaan over de zorgvuldigheid en inzichtelijkheid van de taalanalyse en de wijze waarop deze tot stand is gekomen, kan verweerder niet met een enkele verwijzing naar de deskundigheid van het BLT voldoen aan de vergewisplicht (zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 19 mei 2009, JV 2009, 289). Anders dan in die uitspraak het geval was, blijkt reeds uit de rapporten van 29 augustus 2008 welke informatie eiser niet kon verschaffen over zijn beweerde woonomgeving, nu in het rapport is vermeld dat rechtbank niet aan de Jumhuriyastraat ligt, terwijl eiseres ten onrechte zou hebben verklaard dat er ziekenhuizen aan die straat lagen en zij de naam ' ' anders uitspreekt dan in Kirkuk wordt gedaan. Ook is reeds in die rapporten toegelicht waarom niet aannemelijk is dat eisers geen Arabisch zouden spreken terwijl de in de paragrafen 4.2,4.3 en 4.4. van de rapporten opgenomen voorbeelden van uitspraak, woordkeuze en grammatica van eisers wel zijn vergeleken met hetgeen in Kirkuk gebruikelijk is, wederom anders dan in het rapport waarop de uitspraak van de Afdeling van 19 mei 2009 ziet. Nu de rapporten van het BLT in dit geval wel voldoende inzichtelijk waren slaagt het beroep op de uitspraak van de Afdeling van 19 mei 2009 niet, nog daargelaten dat het BLT in het weerwoord nog een nadere motivering heeft gegeven. 18. Uit rechtsoverweging 12 volgt dat het vervolgens aan eisers zelf is om middels een contra-expertise te onderbouwen dat ze wel afkomstig zijn uit Kirkuk. Zoals hiervoor weergegeven hebben eisers daartoe een rapport laten opstellen door professor Matras van de Universiteit van Manchester. Deze heeft geconcludeerd dat eiseres met een redelijke mate van zekerheid tot de gemeenschap van Kirkuk kan worden herleid terwijl hij ten aanzien van eiser heeft geconcludeerd dat een aantal aspecten van zijn taalgebruik overeenkomen met het dialect van Kirkuk en kunnen duiden op een afkomst of socialisatie in die stad, maar dat de mix van taalaspecten het moeilijk maakt om een harde conclusie te trekken. Nog daargelaten dat door de contra-expert niet wordt gesteld dat eisers eenduidig uit Kirkuk komen, is de rechtbank van oordeel dat BLT in het weerwoord van 9 december 2010 gemotiveerd en met een op eisers toegespitste en inzichtelijke argumentatie, de bevindingen van professor Matras heeft weersproken. Nu door eisers geen op hun zaken toegespitste reactie hierop van professor Matras of een andere deskundige is ingebracht, bestaat er geen grond voor het oordeel dat verweerder de uitkomsten van de taalanalyses ten onrechte aan de besluiten van 23 december 2009 ten grondslag heeft gelegd, en zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eisers de over hun herkomst gerezen twijfel niet hebben weggenomen. De rechtbank verwijst in dit verband onder meer naar de uitspraak van de Afdeling van 16 april 2010 (JV 2010, 241). Dat verweerder na ontvangst van het weerwoord van BLT had moeten wachten met het nemen van een besluit tot eisers een reactie daarop zouden hebben doen opstellen volgt de rechtbank niet, nu een dergelijke reactie ook in beroep kon worden overgelegd, waarbij de rechtbank opmerkt dat blijkens het aanvullend beroepschrift van 18 februari 2010 de Taaistudio om een reactie zou zijn verzocht. De eerst ter zitting aangeboden algemene reactie van professor Matras, opgesteld in een andere zaak, zal de rechtbank niet in de beoordeling betrekken reeds nu, zoals hiervoor overwogen, van eisers kon

9 Registratienummers: AWB 10/2315 en AWB 10/ worden verwacht dat zij een op hun zaak toegespitste reactie op het weerwoord van BLT zouden overleggen en de brief van professor Matras dat, zoals erkend ter zitting, niet is. 19. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de gestelde herkomst van eisers uit niet geloofwaardig is en dat hun asielrelaas, dat gebaseerd is op die herkomst, reeds om die reden niet geloofwaardig is. Verweerder heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat eisers er niet in zijn geslaagd aannemelijk te maken dat zij op grond van hun individuele asielrelaas in aanmerking kunnen komen voor een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b of c van de Vw Verder heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat de ongeloofwaardigheid van hun gestelde herkomst maakt dat evenmin een geslaagd beroep kan worden gedaan op artikel 15, aanhef en onder e, van de Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, of artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw Derhalve zijn de beroepen ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. De beslissing De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in tegenwoordigheid van M.L. Waanders, griffier. De rechter, Uitgesproken in het openbaar op 22 februari Rechtsmiddel: Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen vier weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC 's-gravenhage. Het beroepschrift dient een of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb is niet van toepassing. Een afschrift van de uitspraak dient overgelegd te worden. Meer informatie treft u aan op de website van de Raad van State ( VERZONDEN OP 22 FEB 2011

10 22/03' :31PM FAX G PLIESER8SAIJA ADVOCATEN O PLIEGER & SAIJA ADVOCATEN 10001/0010 Aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van Slate Hoger beroep vreemdelingenzaken Postbus EA's-GRA VENHAGE AdvoçstQn Mw, mr. E. Derksen Mw. mr. E.P. Nièmaijer Mr,ft,Pf/eger Mw. mr. Ml. Saija Mr. AH Staring Mr, P.G.W. van IVees Bezoekadres Euseblu&buitensingêl 3 Arnhem, 22 maart 2011 Betreft Ons kenmerk Crv Hoger beroep Geeft eerbiedig te kennen: /GCPV Den Bosch MS/ms RAAD VAN STATE ZAAKNR. INGEKOMEN 2 2 MRT 2011 MN: 2.0**0 '3 ^ é\ BEHANDELD: DD: m PAR: Postbus 703 ÇBQQAS Arnhem tel, fax $ p!i6gbr-$3ija-advqçgten@ridlnet.nl Wr#.plto9&r-SBija-adWG8t<}n.nl '^llccr e eb ren op, en mevrouw ILTo A/r «M, im r ' T taakse natioaaliteit > ^blijvende te 7433 RB Schalkhaar Mw. M.L. Saya aan de Euseb.usbuuensingel 3, Postbus 703,6800 AS Arnhem, die itùssutï 8CV lmach,igdc is 8eStCld n als Z0dani «* *«.»"» -t de macht MACHTIGING Gele, op het bepaalde in artikel 70 van de Vreemdelingenwet 2000, vcrk laart ondergetekende, Mw. MX._Sa.ja advocaat te 6800 AS Arnhem, Postbus 703, nadrukkelijk door de heer bepaaldclyk te ^n gevolmachtigd to, het indienen van een hoger beroepschrift tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem A wb 10/2315 en 10/2319 d.d. 22 februari 2011 ( productie 1). ~"~ ^^^^^

11 22/ :31PM FAX PLIEGER&SAIJA ADVOCATEN 0002/0010 O PLIEGER&SAIJA ADVOCATEN De heer en mevrouw SAID, hierna te noemen appellanten, unncnan zich niet verenigen met de uitspraak van de rechtbank Arnhem, noch met de overwegingen die hieraan ten grondslag liggen en wel om de navolgende redenen. I. Procesverloop Appellanten hebben op 8 mei 2008 een aanvraag om verlening van cen verblijfsvergunning asiel ingediend. Bij besluit van 23 december 2008 heeft de Minister de aanvraag afgewezen. Bij brief van 19 januari 2010 is daartegen beroep ingesteld. Bij uitspraak van 22 februari 2011 is het beroep ongegrond verklaard Onderhavig hoger beroepschrift richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. II. Grieven Appellanten hebben de volgende grieven tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. Grief I De eerste grief richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dal de ongeloofwaardigheid van hun gestelde herkomst maakt, dat evenmin een geslaagd beroep kan worden gedaan op artikel 15, aanhef en onder c, van de Richtlijn 2004/83/Cü van de Raad van de Ruropese Unit van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, of artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d Vw Toelichting Weliswaar wordt getwijfeld aan het feit dat appellanten afkomstig zijn uit Kirkuk maar niet wordt getwijfeld aan het feit dat zij afkomstig zijn uit Irak. In dat kader wenst appellant te verwijzen naar de uitspraak d.d. 4 februari 2011, /1 van Uw Afdeling waarin Uw Afdeling, in tegenstelling lot de rechtbank oordeelt dat de 'Note on the Applicability of the April 2009 UNHCR Eligibility Guidelines for Assessing the International Protection Needs of ïraqi Asylum-Seekers' (UNHCR-notitic) van juli 2010 nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden oplevert. Uit de notitie blijkt dat de algemene veiligheidssituatie in lïagdad is gewijzigd ten opzichte van hel besluit van 27 november Het hoger beroep van de vreemdeling wordt gegrond verklaard.

12 22/ :32PM FAX PLIEGER&SAIJA ADVOCATEN 1^0003/0010 O PLIEGERSSAIJA ADVOCATE«In casu heeft de rechtbank op onjuiste wijze, in ieder geval onvoldoende gemotiveerd waarom de weigering van de minister om aan appellanten geen verblijfsvergunning onder artikel 29 lid 1 sub b te verlenen, niet als onvoldoende zorgvuldig handelen dient te worden bestempeld. Grief II De tweede grief richt zich tegen het oordcel van de rechtbank (onder punt 9) dat eisers weliswaar twee verklaringen van de ïraakse ambassade, gedateerd 21 september 2010, hebben overgelegd, maar uit de verklaringen niet vult af te leiden waaraan de gegevens zijn getoetst of welk onderzoek heeft plaatsgevonden. De stelling ter zitting dat de Ïraakse ambassade dergelijke verklaringen slechts afgeeft na uitvoering onderzoek, kan niet worden gevolgd nu van dit onderzoek uit de verklaringen niet blijkt en deze *ou zijn afgegeven op dezelfde dag dat eisers zich met hun verzoek tot de ambassade hebben gewend. Toelichting Appellanten zijn van mening, dat het oordeel van de rechtbank op dit punt een draagkrachtige motivering ontbeert. Immers, het enige feit dat de verklaring gedateerd is op 21 september 2010, is geen reden om te oordelen dat de verklaring op dezelfde dag is afgegeven als dat appellanten hun verzoek hebben gedaan. Immers, de werkwijze van de Ïraakse ambassade is algemeen bekend. Er wordt rümmer, zonder onderzoek, afgifte van een verklaring van echtheid van documenten dan wel een bevestiging van de genoemde persoonlijke gegevens, afgegeven. In dat kader wordt erop gewezen dut de ïraakse ambassade daarin een eigen verantwoordelijkheid heeft en het niet aan de rechtbank is om ten aanzien van het door de ambassade verrichte onderzoek, aanvullende criteriu te stellen, Door op deze wijze te oordelen gaat de rechter op de stoel van het bestuursorgaan zitten. Dit is niet zorgvuldig. Grief III De derde grief richt zich legen het oordeel van de rechtbank, dat het aan eisers zelf is om middels een contra expertise te onderbouwen dat zij wel afkomstig zijn uit. Zoals (onder punt 18) hiervoor weergegeven hebben eisers daartoe een rapport laten opstellen door professor Matras van de Universiteit van Manchester. Deze heeft geconcludeerd dat eiseres met een redelijke mate van zekerheid tot de gemeenschap van kan worden herleid terwijl hij ten aanzien van eiser heeft geconcludeerd dat een aantal aspecten van zijn taalgebruik overeenkomen met het dialect van en kunnen duiden op afkomst of socialisatie in die stad, maar dat de mix van taalaspecten het moeilijk maakt om een harde conclusie te trekken. Nog daargelaten dat door de contra expert niet wordt gesteld dat eisers eenduidig uit komen, is de rechtbank van oordeel dat BLT in het weerwoord van 9 december 2010 gemotiveerd en met een op eiseres toegespitste en inzichtelijke argumentatie de bevindingen van professor Matras of een ander deskundige is ingebracht, bestaat er geen grond voor het oordcel dat verweerder de uitkomsten van de taalanalyse ten onrecht aan de

13 22/ :32PM FAX PLIESERSSAIJA ADVOCATEN 00004/0010 O FLIEGER &SAIJA ADVOCATEN besluiten van 23 december 2009 ten grondslag heeft gelegd, en zich len onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eisers de over hun herkomst gerezen twijfel niet hebben weggenomen. Toelichting Appellanten kunnen zich niet vinden in bovenstaand oordeel van de rechtbank. Immers, naast do contra expertise hebben zijn verklaringen van de ambassade overgelegd waaruit blijkt dat de gegevens op de identiteitskaarten juist zijn. Door voorgaande niet cumulatief, in samenhang te bezien, is de rechtbank op een niet zorgvuldige wijze tot haar oordeel gekomen. Op dit punt ontbeert de bestreden uitspraak een draagkrachtige motivering. UI. Conclusie Gelet op het voorgaande kan de uitspraak van de rechtbank niet in stand blijven. Appellanten verzoeken Uw Afdeling het hoger beroep gegrond te verklaren en de uitspraak van de rechtbank te vernietigen. Voorts verzoeken appellanten u om, doende wat de rechtbank had behoren te doen, het inleidend beroep alsnog gegrond te verklaren vanwege het ontbreken van een deugdelijke motivering, het bestreden besluit van 23 december 2010 te vernietigen en te bepalen dat verweerder binnen een door uw Afdeling te bepalen termijn een nieuw besluit dient te nemen, mei veroordeling van verweerder in de proceskosten in beide instanties, Hougac htend,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 2O11O9095/1/V1. Datum uitspraak: 20 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109588/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201106015/1/V1. Datum uitspraak: 16 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK / Raad vanstate 201211522/1 A/1. Datum uitspraak: 9 September 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201113051/1/V3. Datum uitspraak: 30 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 111 162/1/V3. Datum uitspraak: 28 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200803598/1. Datum uitspraak: 20 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108625/1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103602/1/V3. Datum uitspraak: 11 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109379/1/V1. Datum uitspraak: 4 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201012059/1/V1. Datum uitspraak: 25 januari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108397/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103712/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 201474/1 A/4. Datum uitspraak: 23 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201112531/1/V1. Datum uitspraak: 11 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200902649/1 A/2. Datum uitspraak: 29 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 Raad van State 2009061 36/1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201004895/1/V1. Datum uitspraak: 26 juli 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 204093/1/V3 Datum uitspraak: 1 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201201012/1/V3. Datum uitspraak: 21 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 200802113/1. Datum uitspraak: 3 juli 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: p Raad vanstate 201203205/1 /V4. Datum uitspraak: 9 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummers: NL en NL

uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummers: NL en NL uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummers: NL17.6927 en NL17.6930 uitspraak van de cnkelvoudige kamer van 1 crp 0(117 in de zaak tussen geboren op 1990, ) ' s -' eiseres,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201208267/2/V1. Datum uitspraak: 9 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van het

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 m ' \ Raad vanstate 200802271/1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106114/1/VI. Datum uitspraak: 15 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202934/1 /V3. Datum uitspraak: 25 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 Raad vanstate 200800545/1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106888/1 /VI. Datum uitspraak: 21 november 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108388/1/V3. Datum uitspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104117/1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201107880/1/V3. Datum uitspraak: 29 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106469/1 A/3. Datum uitspraak: 24 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 203434/1/V3 Datum uitspraak: 17 april 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110274/1 NA. Datum uitspraak: 20 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201102465/1/V3. Datum uitspraak: 21 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate 201010371/1/V3. Datum uitspraak: 10 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate 201010371/1/V3. Datum uitspraak: 10 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201010371/1/V3. Datum uitspraak: 10 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201101639/1/V1. Datum uitspraak: 20 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/27939 NL16.3618 Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108344/1 A/3. Datum uitspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103102/1/V1. Datum uitspraak: 2 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111776/1/V1. Datum uitspraak: 13 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 18-08-2014 Zaaknummer AWB 14/1709 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011101 29/1/V.1. Datum uitspraak: 27 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201205206/1/V3. Datum uitspraak: 25 juli 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201104001/1/V2. Datum uitspraak: 27 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200704372/1. Datum uitspraak: 28 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: > Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201628/1/V3. Datum uitspraak: 4 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200707532/1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Uitspraak 201103208/1/V1. Datum uitspraak: 10 april 2012 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201008398/1/V3. Datum uitspraak: 21 februari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie