J.M.G. Leune. Kwartierstaat van Johannes Marinus Gommert Leune

Transcriptie

1 J.M.G. Leune Kwartierstaat van Johannes Marinus Gommert Leune Capelle a.d. IJssel versie januari 2016

2 Prof. Dr. J.M.G. Leune

3 Voorwoord Een kwartierstaat bevat een overzicht van alle opgespoorde voorouders van een bepaalde persoon, zowel de mannelijke als de vrouwelijke. 1 De ordening van het voorgeslacht geschiedt op basis van een nummersysteem dat is ontworpen door de Duitse genealoog Stephan Kekule von Stradonitz ( ). Dit systeem wordt in de genealogie universeel toegepast. De persoon die het vertrekpunt vormt (de probandus of kwartierdrager) krijgt in dit systeem nummer 1, zijn vader nummer 2 en zijn moeder nummer 3. De mannelijke voorouders hebben steeds een even, de vrouwelijke een oneven nummer. Men vindt iemands vader door het uitgangsgetal met twee te vermenigvuldigen. Volgens ditzelfde rekenkundig principe treft men in een kwartierstaat de ouders van een vrouw aan. Men vindt de vader van een vrouw door haar kwartiernummer met twee te vermenigvuldigen. Bij diens getal telt men het cijfer 1 op om haar moeder op het spoor te komen. Een geslacht of generatie bestrijkt een periode van ongeveer 25 jaar. 2 Het aantal voorouders neemt reeds na enige generaties snel toe. Na 10 generaties is er gewoonlijk al sprake van ruim 1000 voorouders en als men 20 generaties in de tijd teruggaat dan is dit aantal, puur rekenkundig bezien, al opgelopen tot ruim 1 miljoen! Dit getal wordt (soms in aanzienlijke mate) verkleind indien familieleden (bijv. neven en nichten) met elkaar trouwden. Genealogen spreken dan van kwartierherhaling of kwartierverlies. Dit kwam vroeger veelvuldig voor, vooral in streken die in geografisch opzicht betrekkelijk gesloten waren (zogeheten isolaatgebieden). Tot die streken behoorden de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. Daar woonden vele van mijn voorouders. Er zijn kwartierstaten van personen uit deze gebieden waarbij het kwartierverlies oploopt tot 90 %. 3 Er is dan sprake van geografische endogamie, dit wil zeggen van huwen binnen een afgebakend gebied. 4 In mijn kwartierstaat worden per voorouder zo enigszins mogelijk tenminste de volgende gegevens vermeld: geboortedatum (vóór 1811 meestal vervangen door de doopdatum), voornaam of voornamen, familienaam (achternaam), plaats van geboorte of doop, kerkelijke gezindte (deze is om redenen van efficiëncy doorgaans alleen vermeld in geval van een andere gezindte dan Nederduits-Gereformeerd c.q. Nederlands-Hervormd, vanwege de dominantie van deze godsdienstige stroming in mijn voorgeslacht), beroep, burgerlijke en kerkelijke functies, datum en plaats van overlijden (veelal vervangen door de datum en de plaats van de begrafenis), plaats en datum van huwelijk(en), het aantal kinderen dat hieruit voortkwam en soms ook (indien de beschikbare bronnen dit mogelijk maakten en toegankelijk waren) gegevens over persoonlijke bezittingen. Soms was het bovendien mogelijk om bijzonderheden over gedragingen van voorouders te vermelden. Aannemelijk is dat deze vooral het karakter hebben gehad van incidenten. Men mag ze niet uitvergroten of generaliseren. 1 zie voor de ordening van genealogische gegevens in het algemeen: C. Okkema, Handleiding voor genealogisch onderzoek in Nederland, Weesp 1986, vierde druk. 2 sommige genealogen rekenen met drie generaties per eeuw; 20 generaties bestrijken dan een periode van 600 jaar. 3 zie de introductie van Mr. T.N. Schelhaas bij de kwartierstaat Spee-Voogd in: Onze Voorouders; kwartierstaten en stamreeksen, uitgegeven door de Afdeling Rijnland van de N.G.V., Leiden 1989, p. 283; Schelhaas stamt bijv. 25 maal van één voorvader af; in de onderhavige kwartierstaat komt kwartierherhaling vooral voor in geval van voorouders die leefden op het voormalige eiland Tholen; zo waren de beide grootmoeders van de vader van de probandus zusters (zie de kwartiernummers 9 en 11). 4 Y. Kuiper, Genealogie, familiebesef en afstamming, in: Jaarboek C.B.G. 1995, p ;

4 Barbara Tuchman merkt in het voorwoord bij haar (formidabele) studie over de veertiende eeuw op: " Het feit dat iets in de geschiedenis wordt vermeld doet het voorkomen alsof het aanhoudend en allesoverheersend was, terwijl het aannemelijker is dat het qua tijd en plaats maar sporadisch voorkwam". 5 Incidenteel noteerde ik ook negatieve uitkomsten van mijn speurwerk. Dit gebeurt in genealogische publicaties helaas te weinig. Als iemand bijvoorbeeld niet (meer) voorkomt op een bepaald belastingkohier dan kan dit erop wijzen dat hij reeds is overleden of is verhuisd. Het kan voorts voor vervolgonderzoek van belang zijn om te weten welke bronnen reeds zonder succes zijn aangeboord. Bij de ordening van de vóór 1811 geboren kinderen bleven de kinderen die vóór hun doop overleden vrijwel steeds buiten beeld, simpelweg omdat ze niet geregistreerd werden. Dit leidt tot een enigszins vertekend beeld van het aantal kinderen per voorouder. De namen van de kinderen werden door mij niet systematisch genoteerd; dit voerde te ver. Indien echter deze namen van belang konden worden geacht voor nader genealogisch onderzoek (bijvoorbeeld omdat zij, gelet op de destijds geldende vernoemingsregels, iets zeggen over de vermoedelijke voornamen van het voorgeslacht van de ouders) werden ze indien ze konden worden opgespoord in de kwartierstaat vermeld. Twijfels over de juistheid van vermelde gegevens zijn geëxpliciteerd, meestal door gebruik van het voorzetsel vermoedelijk. Ik ben mij ervan bewust dat het samenstellen van een kwartierstaat een hachelijk avontuur is. Iemands in documenten geboekstaafde afstamming behoeft niet noodzakelijk te sporen met iemands genetische herkomst. De geregistreerde vader is niet altijd de vader in biologische zin. Daarenboven ligt in geval van niet eenduidige of onduidelijke bronnen het risico op de loer van een foutieve interpretatie van gegevens, bijvoorbeeld indien neven of personen die tot uiteenlopende generaties behoren, maar met een zelfde voor- en achternaam, met elkaar verward worden. Ik heb mij echter door deze mogelijke risico s niet willen laten ontmoedigen, in het besef dat er in de reconstructie van mijn voorgeslacht onvermijdelijk fouten zouden worden en vermoedelijk ook zijn gemaakt. Ongetwijfeld zullen een verbeterde exploratie van bestaande bronnen, onder meer door het oprukken van digitale zoektechnieken, én de ontdekking van nog niet ontsloten archiefbestanden, leiden tot nieuwe feiten over mijn voorouders. Ook voor de onderhavige kwartierstaat geldt dat hij niet af is. De belangrijkste bron waaruit bij het verzamelen van de gegevens is geput is voor de periode ná 1811 de burgerlijke stand, soms aangevuld met gegevens uit notariële en rechterlijke archieven. Gegevens van vóór 1811 zijn met name ontleend aan doop-, trouw- en begraafboeken van kerkgenootschappen, in het bijzonder van de Nederduits-Gereformeerde kerk. Indien uit deze (DTB)-bronnen is geput is ervan afgezien om dit expliciet te vermelden, zoals gebruikelijk bij het redigeren van een kwartierstaat. Indien evenwel gegevens zijn ontleend aan andersoortige bronnen zijn deze zo nauwkeurig mogelijk omschreven, zodat controle op de juistheid van de gegevens mogelijk is. Deze bronvermelding biedt vervolgens hopelijk andere onderzoekers houvast in geval van vervolgonderzoek, dat ongetwijfeld nog vele nieuwe gegevens zal opleveren. Tot de andere veelvuldig geraadpleegde bronnen behoren met name: archieven van weeskamers, notariële en rechterlijke archieven, archieven van ambachtsheerlijkheden, kerkelijke archieven (bijv. notulen (acta) van kerkeraadsvergaderingen), archieven van verenigingen (bijv. van gilden) en van waterschappen. Als de primaire DTBbronnen ontbreken of onvolledig zijn bieden deze aanvullende bronnen (die vaak op een andere plaats zijn bewaard dan de kerkelijke DTB-boeken en dus zelden tegelijk met deze boeken zijn verdwenen na een brand of een vergelijkbare ramp) veelvuldig uitkomst. 5. Barbara Tuchman, De waanzinnige veertiende eeuw, Amsterdam, 1980.

5 Ik heb er de voorkeur aan gegeven om de geraadpleegde bronnen telkens per voorouder in de tekst van de kwartierstaat te vermelden in plaats van deze afzonderlijk middels voet- of eindnoten te verantwoorden. Aan het samenstellen van de onderhavige kwartierstaat ligt onderzoek ten grondslag in verscheidene archiefdiensten. De meeste gegevens werden verzameld bij de volgende: het Algemeen Rijksarchief (waarvan de naam in 2002 is gewijzigd in Nationaal Archief) en het Centraal Bureau voor Genealogie, beide te Den Haag, het Zeeuws Archief te Middelburg, het gemeentearchief van Tholen te Sint Maartensdijk (later in de stad Tholen), het Regionaal Archief West-Brabant te Zevenbergen (later te Oudenbosch), het Genealogisch Centrum Zeeland te Middelburg, het Genealogisch Centrum voor Goeree-Overflakkee te Dirksland (later te Middelharnis), het Regionaal Historisch Centrum te Bergen op Zoom, het gemeentearchief van Schouwen-Duiveland te Zierikzee, het gemeentearchief te Middelharnis en het archief van het Waterschap aldaar, het archief van de (voormalige) Ambachtsheerlijkheid Oud- en Nieuw- Vossemeer en Vrijberghe te Oud- Vossemeer, het gemeentearchief van Rotterdam, het Genealogisch Centrum voor de Hoekse Waard te Heinenoord en de Rijksarchieven te Antwerpen en te Beveren. Na verzameling van de in deze kwartierstaat verwerkte gegevens zijn sommige archiefbestanden verplaatst naar een andere archiefdienst dan de dienst die in mijn kwartierstaat is vermeld. Dat geldt bijvoorbeeld voor de notariële, rechterlijke en weeskamerarchieven van de plaatsen Sommelsdijk en Middelharnis die inmiddels verhuisd zijn van het Algemeen Rijksarchief naar het gemeentearchief van Middelharnis. Een soortgelijke decentralisatie voltrok zich in de provincie Zeeland. Tijdens de afronding van dit boek veranderde de collectie van het Regionaal Archief West- Brabant; diverse geraadpleegde archiefbestanden zijn verplaatst naar andere archiefdiensten, waaronder het Regionaal Historisch Centrum te Bergen op Zoom, waarvan de naam inmiddels is gewijzigd in Markiezenhof Historisch Centrum. In België verhuisden inmiddels bestanden van het Rijksarchief in Beveren naar dat te Antwerpen (en tijdelijk weer terug). Dit kan gepaard zijn gegaan met een verandering van inventarisnummers. Bij controle van de juistheid van de door mij geraadpleegde bronnen en bij verder onderzoek dient men hierop bedacht te zijn. Dit geldt ook voor naamsveranderingen of fusies van archiefdiensten die zich voltrokken nadat mijn onderzoeksgegevens verzameld waren. Velen waren bij het samenstellen van deze kwartierstaat behulpzaam. Ik noem hier met name: - N.A. Delst (Zonnemaire) - H.A. van Felius (Haarlem) - mevr. A.J. Giljam (Dreischor) - P.A. Harthoorn (Amsterdam) - Fr. Inniger (Axel) - T. de Jonge (Zoetermeer) - D. Roozemond (Stavenisse) - Mr. T.N. Schelhaas (Haarlem) - H. Uil (Zierikzee) - A.J. Witte (Kapelle) - J.W. Zondervan (Vlissingen) - J.P.B. Zuurdeeg (Tholen)

6 Voorts werden waardevolle bijdragen geleverd door: G.J. Bek (Goes), J.C. Both (Middelharnis), K.P. de Bree (Grijpskerke), P. Fraanje (Goes), S.W.M.A. den Haan (Zierikzee), T. Hoek van Dijke (Vlissingen), L. van Houte (Leeuwarden), mevr. J.Ch. Jansen- van der Waals (Vlissingen), wijlen J. de Jonge (Bergen op Zoom), B. de Keijzer (destijds Capelle a.d. IJssel), G.A. Klein (Arkel), T. Nuyten ('s Gravenpolder), G. Oomens en J.M. Oomens- van den Houten (Oude-Tonge), C. van Popering (Hellevoetsluis), Th. van Reijn (Kampen), G. Roggeman (Blaasveld-Willebroek, België), W. Sacré (Burgh-Haamstede), C. Soetens en M. Soetens-Menage (Tiel), M. Verolme (Zoetermeer) en voorts door verscheidene medewerkers van de bovengenoemde archiefdiensten. Nadat (in februari 2000) een concept-versie van deze kwartierstaat tot stand was gekomen ontving ik nog menige suggestie voor verbetering en aanvulling, in het bijzonder van de heren D. Roozemond en H. Uil. Ik ben hen voor hun hulp in de afrondende fase zeer erkentelijk. In april 2003 is deze kwartierstaat (samen met andere kwartierstaten) op cd-rom gepubliceerd door de Stichting Genealogische Publikaties Zeeland. Daarna verscheen eveneens in 2003 een versie in boekvorm. Het produceren daarvan bood de mogelijkheid om enige nieuwe inzichten toe te voegen en enkele correcties aan te brengen. Enkele op de genoemde cd-rom geplaatste kwartierstaten (in het bijzonder die van Iris en Erik Neuteboom en die van Johanna Adriana Frederica Vlijberge) brachten mij op het spoor van nieuwe bronnen en gezichtspunten. Mijn echtgenote D.A.C.M. Leune-Wijnen was mij buitengewoon behulpzaam bij het verzamelen en het redigeren van de vele gegevens die in deze kwartierstaat zijn verwerkt. Zij was verantwoordelijk voor de tekstverwerking. Zonder haar was dit verslag niet tot stand gekomen. Capelle a.d. IJssel, augustus 2003 Han Leune In de onderhavige versie van de kwartierstaat zijn diverse aanvullingen en correcties verwerkt die na augustus 2003 zijn aangebracht als gevolg van hernieuwd bronnenonderzoek en gesignaleerde onjuistheden. Een deel van deze aanvullingen en correcties werd gepubliceerd in Van Zeeuwse Stam, nr. 136, maart 2007, p Een vervolgdeel verscheen in de maartaflevering 2010 van dit tijdschrift (VZS, nr. 148, p ). Ik maakte dankbaar gebruik van aanvullende gegevens die werden verstrekt door Kees P. de Bree (Grijpskerke), Hans van Felius (Haarlem), Paul Harthoorn (Amsterdam), Tom Jumelet (Breda), Erico Koets (Delft), Mirjam Neuteboom-Dieleman (Turnhout), Kees-Jan Slijkerman (Waarde), Huib Uil (Zierikzee) en Jan H. de Visser (Driehuis).

7 Veel gebruikte afkortingen In deze kwartierstaat komen de volgende afkortingen voor: ald. aldaar ARA Algemeen Rijksarchief (Den Haag) (sinds juni 2002: Nationaal Archief) att. (kerkelijke) attestatie begr. begraven CBG Centraal Bureau voor Genealogie (Den Haag) ca. circa CAR Centraal Alfabetisch Register (met namen van Zeeuwse families) ( in het Genealogisch Centrum Zeeland te Middelburg) Coll.Ze.Gen. Collectie Zeeuwse Genealogieën in het Zeeuws Archief diss. dissertatie (proefschrift) e.v. en volgend fol. folio (bladzijde) fol. v folio verso (= achterzijde) G.A. gemeente-archief Gen. Afsch. Verzameling Genealogische Afschriften (in het Zeeuws Archief) geb. geboren ged. gedoopt get. getuige (bij doop of huwelijk) GTMWB Genealogisch Tijdschrift voor Midden- en West-Noord-Brabant en de Bommelerwaard 's HAK 's Heer Arendskerke h.v. huwelijkse voorwaarden inv. inventaris j.d. jonge dochter (nog niet getrouwd) j.m. jonge man (nog niet getrouwd) jrg. jaargang k. kinderen kad. legger kadstrale legger mem. van successie memorie van successie (acte van bezittingen na overlijden) mog. mogelijk NADT verzameling nadere toegangen in het Zeeuws Archief

8 N.B. Noord-Beveland N.N. non nominandus (nomen nescio) (naam onbekend) Ned. Geref. Nederduits-Gereformeerd Ned. Herv. Nederlands-Hervormd nr. nummer op. cit. het eerder geciteerde werk otr. ondertrouwd overl. overleden p. pagina RAZ Rijksarchief Zeeland te Middelburg (vanaf 2000 onderdeel van het Zeeuws Archief) RAZE Rechterlijk Archief Zeeuwse Eilanden RAZH Rijksarchief Zuid-Holand (Den Haag) RAZVL Rijksarchief Zeeuws-Vlaanderen red. redactie RHC Regionaal Historisch Centrum Sch. Schouwen t.b.v. ten behoeve van t.w. te weten test. testeerde of testament tr. getrouwd met verm. vermoedelijk VZS Van Zeeuwse Stam (tijdschrift) wednr. weduwnaar w.o. waaronder ZA Zeeuws Archief Z.B. Zuid-Beveland z.j. zonder jaartal z.pl. zonder plaats

9 KWARTIERSTAAT VAN JOHANNES MARINUS GOMMERT LEUNE Generatie I 1. Johannes Marinus Gommert Leune, geb. St. Philipsland , Ned. Herv. ged. ald ; woonde in Steenbergen ; Rotterdam ; Capelle a.d. IJssel ; studeerde sociologie, specialisatie sociaal-economisch beleid (doctoraal examen 1968, doctoraat 1976; beide cum laude); van 1 september 1965 tot 1 februari 2007 werkzaam aan de Nederlandse Economische Hogeschool resp. de Erasmus Universiteit Rotterdam, sinds 1980 als hoogleraar sociologie; voorzitter Onderwijsraad ( ); in de periode 1979 tot april 2004 was hij (als voorzitter en lid van commissies en werkgroepen) betrokken bij de totstandkoming van adviezen van de Sociaal-Economische Raad, in het bijzonder op het terrein van het onderwijsen het arbeidsmarktbeleid; hij vervulde in deze Raad de functie van plaatsvervangend kroonlid in de periode april 1990 tot april 2004; voorzitter van de Politieonderwijsraad ; bij K.B. van benoemd tot Officier in de Orde van Oranje- Nassau; wegens zijn verdiensten voor het onderwijs in Rotterdam kende het gemeentebestuur van deze stad hem in 2007 de Wolfert van Borselenpenning toe; het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam eerde hem toen met de toekenning van de Ad Fontespenning; het Centrum voor Educatieve Dienstverlening te Rotterdam stelde in 2007 een naar hem genoemde penning in die tweejaarlijks wordt uitgereikt aan een persoon of instantie met grote verdiensten op het terrein van de onderwijsinnovatie; deze penning werd voor de eerste maal aan Leune toegekend; voor een uitgebreid c.v. wordt verwezen naar tr. Rotterdam Dina Antoinnetta Christina Maria Wijnen, geb. Haarlem , ged. Dordrecht , communicatie-adviseur, dr. van Joost Wijnen, werktuigkundige, leraar H.T.S. Haarlem en 's-gravenhage, geb. Culemborg en Arendina Lakerveld, geb. Dordrecht (drie kinderen: Gommert-Jan Leune , Anna (Anneke) Leune , beide geboren te Rotterdam en Bart Maarten Leune, geb. Capelle a.d. IJssel ). In 2003 is dit gezin als volgt gefotografeerd: van links naar rechts: Dinette, Bart, Han, Gommert-Jan en Anneke

10 Generatie II 2. Cornelis ( Kees ) Jan Leune, geb. Stavenisse (in het pand Voorstraat 5); belijdenis Middelburg circa 1938; opgeleid tot onderwijzer aldaar; onderwijzer openbare lagere school in St. Philipsland (van tot ) en (vanaf ) in Steenbergen; vanaf hoofd neutraal-bijzondere school voor LO en MULO in Steenbergen en (vanaf tot ) directeur openbare Prinses Irene- MAVO te Utrecht; overl. IJsselstein (U.) ; tr. Bruinisse (twee kinderen ged. St. Philipsland , w.o. Marinus Gommert Johannes, geb ). Kees Leune, Toos Felius en hun twee zonen, Rien links, Han rechts (1958) 3. Anthonia ( Toos ) Anna Felius, geb. Bruinisse ; belijdenis St. Philipsland ; overl. Capelle a/d IJssel bij haar zoon Johannes thuis. Generatie III 4. Johannes Leune, geb. Stavenisse (in huis nr. 286); belijdenis aldaar ; aanvankelijk boerenknecht, later commissionair ald.; vrijgesteld van militaire dienst; woonde vanaf 1915 in de Voorstraat (nr. 5; in 1832 kad. A 114); lid gemeenteraad ( en ); voorzitter Kolenbond; lid Ned. Herv. Kerkeraad Stavenisse; diaken ; eigenaar van enige lapjes grond in de Oud- Kempenshofstedepolder (zie nr. 8); eigenaar van een landbouwschuur aan de Poststraat (sectie C 619; eerste steen gelegd door nr. 2 op ); pachter van ruim drie hectare grond in de polder Zuidmoer (C 264, 312 en 314 gedeeltelijk); onderscheiden met de eremedaille in goud, verbonden aan de Orde van Oranje- Nassau( ); overl. Stavenisse ; tr. ald (zeven kinderen ged.stavenisse ). 5. Helena Suurland, geb. Stavenisse (in het pand, toen genummerd Voorstraat 36); winkelierster ald.; overl. ald

11 Johannes Leune Helena Suurland 6. Marinus Gommert Felius, geb. Wemeldinge ; bakker, eerst zelfstandig in Bruinisse (van in de Schoolstraat nr. 9), daarna als knecht van zijn broer Jacob in Kloetinge; naderhand boekhouder; overl. Goes ; tr. Wemeldinge (zes kinderen ; de eerste twee geb. te Wemeldinge, de overige in Bruinisse). 7. Geertruida (Truus) de Jonge, geb. Wemeldinge ; overl. Goes Marinus Felius en Geertruida de Jonge, jaar getrouwd

12 Generatie IV 8. Maarten Leune, geb. St. Annaland (in huis nr. 170); belijdenis ald ; werd in 1868 te St. Annaland (onder nr. 17) ingeschreven voor de Nationale Militie, lichting 1869 (G.A. Tholen, arch. St. Annaland, inv. 1301); werd niet opgeroepen; verhuisde naar Stavenisse, eerst boerenknecht, daarna landbouwer in de Oud-Kempenshofstedepolder, in de Rijkebuurt, ook omschreven als'den Uutslag', thans kadastr. genummerd B 384 en 386; eigenaar van enige lapjes grond in deze polder (B 189 t/m B 192, totaal 1,1 hectare); pachter van land (79 are) in de polder Moggershil (vanaf 1894) (kadastraal sectie B 239; vanaf 1913 B 761); zijn boerderijtje werd verwoest tijdens de watersnoodramp van 1953; woonde na zijn pensionering in de Voorstraat te Stavenisse (in 1832 genummerd als kad. A 98); overl. Stavenisse , in het pand Voorstraat 5; tr. Stavenisse (drie kinderen geb. Stavenisse ). 9. Elizabeth van Iwaarden, geb. Stavenisse (in huis, toen genummerd als 92); overl. ald (in het pand Voorstraat 5). (zuster van nr. 11). Maarten Leune en Elizabeth van Iwaarden bij hun boerderijtje in de Oud-Kempenshofstedepolder te Stavenisse (ca. 1920) 10. Jacob Suurland, geb. Stavenisse (in huis toen genummerd als 28); werd niet opgeroepen voor militaire dienst (behoorde tot de lichting 1865); arbeider ald. (1872); winkelier ald. (1879), thans Voorstraat 40; overl. ald ; liet een erfenis na van fl bestaande uit contant geld (fl. 75), huisraad (fl. 400,-), winkelgoederen (fl. 400), landbouwgereedschappen (fl. 25), twee varkens (fl. 50), een huis met een erf aan de Voorstraat te Stavenisse, sectie A nr (fl ) en een huis met erf ald. sectie A nr (fl. 500); de boedel werd gedeeld door zijn weduwe en kinderen (ZA mem. van successie, Tholen, nr. 3, 93, 1899); tr. ald (elf kinderen geb. Stavenisse ). 11. Johanna van Iwaarden, geb. Stavenisse (in huis, thans genummerd als Voorstraat 2); overl. ald ; liet de volgende bezittingen na: de helft van twee huizen aan de Voorstraat te Stavenisse (zie nr. 10) ( fl ); winkelwaren (fl.

13 1.500); meubelen, huisraad en kleding (fl. 600); spaartegoeden (fl ); lopende renten (fl. 43); veldvruchten en kunstmeststoffen (fl. 890) en contanten (fl ); na aftrek van fl vorderingen en kosten resteerde ter verdeling fl ; haar (toen nog levende) acht kinderen kregen elk fl (ZA, mem. van successie, Tholen nr. 3/5594, 1920). (zuster van nr. 9). 12. Gerard Felius, geb. 's-gravenpolder ; oud-geref. ged. ald , kort na de bevestiging (op ) van Daniël Bakker tot predikant ald. (C. Dekker, Gereformeerd en Evangelisch, Kampen 1992, p. 642); vrijgesteld van militaire dienst wegens broederdienst; broodbakker, van tot te Rotterdam (aan de Schiedamsedijk), daarna te Wemeldinge, aanvankelijk in de bakkerij van zijn moeder aan de oostkant ( de overzijde ) van het Kanaal door Zuid-Beveland; liet in mei 1894 een bakkerij bouwen in de Wilhelminastraat (thans genummer als nr. 31) in Wemeldinge; had een grossierderij in beschuit; in de bakkerswinkel werden ook kruidenierswaren en wijn verkocht; woonde vanaf tot zijn overlijden in het pand Prinses Julianastraat 1 ald. (eigen huis) (pal achter de bakkerij in de Wilhelminastraat), dat hij (in 1929) had laten bouwen voor fl en dat familiebezit zou blijven tot het overlijden van zijn dochter Pieternella in 1984; overl. Wemeldinge ; tr. Kapelle (veertien kinderen geb. Wemeldinge ; zij werden in Ned. Herv. Gedoopt; vader Felius bleef lidmaat van de Oud- Gereformeerde Kerk). 13. Geertruit Zandee, geb. Kapelle ; werkte voor haar huwelijk als dienstmeid bij de familie Nieuwenhuijse te s Gravenpolder; liep tot haar overlijden in klederdracht; overl. Wemeldinge Gerard Felius en Geertruit Zandee, Abraham (Bram) Jacob de Jonge, geb. Goes ; ingelijfd in militaire dienst; daaruit ontslagen (wegens beëindiging diensttijd) ; brugwachter c.q. sluisknecht Wemeldinge; woonde op het sluizencomplex en na zijn pensionering tot zijn overlijden in de Oranjeboomstraat 18 te Wemeldinge; dit pand werd in 1922 nieuw voor hem en zijn echtgenote gebouwd, gefinancierd door zijn oudste dochter en haar man, die er later (zelf) gingen wonen; overleden Wemeldinge ; tr. Wemeldinge (acht kinderen geb. Wemeldinge ).

14 15. Anthonia de Jonge, geb. Scherpenisse ; verhuisde met haar ouders naar Wemeldinge; overl. ald Generatie V 16. Johannes Leune, geb. St. Annaland ; belijdenis ; ingelijfd in het zesde Regiment Infanterie van tot ; op ingeschreven als lid van de Rustende Schutterij van St. Annaland (G.A. Tholen, arch. St. Annaland, inv. nr. 1278); arbeider ald.; woonde in een eigen huis in de Susannapolder (Kad. Legger St. Annaland , art. 147) (in 1859: Sectie B nr. 847); woonde in 1881 in bij zijn zoon Andries te St. Annaland; daar overleden ; tr. St. Annaland (zes kinderen geb. St. Annaland ). 17. Willemina de Jonge, geb. St. Annaland ; belijdenis ald ; arbeidster ald. (1849); overl. St. Annaland (ZA, mem. van successie Tholen 1859, nr. 4/4192). 18. Cornelis van Iwaarden, geb. Stavenisse (in huis, toen genummerd als 150); ingeschreven voor militaire dienst in 1838; niet opgeroepen; was analfabeet in 1858 (ZA mem. van successie Tholen 1858 nr. 37); arbeider; woonde in 1866 in huis (toen) genummerd 103; overl. Stavenisse ; geen mem. van successie; was 31 jaar weduwnaar; tr. Stavenisse ( elf kinderen geb. Stavenisse , w.o. een tweeling). (ook nr. 22). 19. Pieternella Oostdijk, geb. Stavenisse (in huis, thans genummerd als Voorstraat 2); overl. Stavenisse (haar jongste kind Pieter was toen negen jaar oud; zij overleed op zijn verjaardag); geen mem. van successie. (ook nr. 23). 20. Leendert Suurland, geb. Stavenisse (in huis, toen genummerd als 136); ingeschreven voor militaire dienst 1839; niet opgeroepen; belijdenis Stavenisse ; arbeider ald. (1845); woonde in 1845 in huis nr. 28 en in 1865 in huis nr. 59; huurde in 1872 het huis met erf in het dorp Stavenisse, toen genummerd A 699, nr. 226; werd toen als landman betiteld; bezat in 1872 enige lapjes grond in de Stavenissepolder (links van de Kerkweg vanuit Stavenisse), totaal ruim 1 hectare (t.w. Sectie C nrs. 247 (zijkant weg), 250 en 253, beide bouwland); bezat tevens (met Jacob Neele) in 1872 een erf in Stavenisse (Sectie A, nr. 698); erfde in 1886 van zijn (ongehuwde) broer Wouter fl. 422,18 (ZA mem. van successie Tholen 1886, nr. 2, 5888; de totale waarde van Wouter's boedel was fl ); overl. Stavenisse ; tr. ald (zeven kinderen geb. Stavenisse ). 21. Johanna Maria Neele, geb. Stavenisse ; belijdenis Stavenisse ; arbeidster ald. (1845); overl. Stavenisse (ZA mem. van successie Tholen 1897, 2/9306). 22. Cornelis van Iwaarden (= 18). 23. Pieternella Oostdijk (= 19). 24. Jacob Felius, geb. Biezelinge , landbouwer en koopman te Biezelinge en vanaf 1855 te 's-gravenpolder; was pachter van de hofstede Welgelegen onder de

15 gemeenten s-gravenpolder, Kloetinge en Kapelle met 60 hectaren grond; de boerderij van Jacob Felius bevond zich westelijk van 's-gravenpolder tussen de Koedijk en de Lange Mairedijk ('s Gravenpolder, sectie E, Oost-Moerput, vlakbij de boerderij 'De Palmboom' van de latere dominee Daniël Bakker); deze boerderij werd na zijn overlijden op opnieuw verpacht (De Goessche Courant, ); hij was actief betrokken bij de kerkelijke Afscheiding in en rondom Goes circa 1850; sloot zich in 1851 aan bij de Oud-Gereformeerde gemeente te 's-gravenpolder gesticht door ds. Ledeboer, voortgezet door ds. Budding en weer later door ds. Bakker (C. Dekker, Gereformeerd en Evangelisch, Kampen 1992, div. pl., o.m ); in 1855 bezat Jacob een huis en erf te Kapelle, kadastraal sectie E (= Biezelinge) nr. 492 (ZA mem. van successie, kantoor Goes, inv. nr. 292); Jacob testeerde Goes ; overl. s-gravenpolder (ZA mem. van successie Goes 4/6416, nr. 292, 1884); liet geen onroerend goed na; staat van zijn boedel: nihil; tr. (1) Kapelle Cornelia Spruit, geb. Eversdijk, overl. 's- Gravenpolder (uit dit eerste huwelijk acht kinderen geb. Kapelle ); tr. (2) 's-gravenpolder (ook uit dit huwelijk acht kinderen geb. 's Gravenpolder ). 25. Pieternella Lokerse, geb. 's-gravenpolder ; lidm. Oud-Geref. Gemeente ald. sinds 1875; zij verkocht in het openbaar op 27 en 28 februari 1885 de boerderij van haar en haar overleden man (met 10 paarden en 25 stuks hoornvee); verhuisde naar Wemeldinge en begon daar een bakkerij (Gerard J. Felius, Joost mag het weten, Dronten, 2007, p. 28); test (bij notaris Van den Bussche; haar man wordt aangewezen als erfgenaam); overl. Wemeldinge (aangegeven door zoon Gerard Felius (= nr. 12), broodbakker te Wemeldinge); haar nalatenschap omvatte voor f baten, te weten: roerende goederen ( f 519), een huis in de Wilhelminastraat te Wemelding ( f 1.140) en vorderingen, o.m. op haar zonen Jacob en Gerard (f 5.000); haar schulden bedroegen f 1.290, waarvan f hypotheek bij de Coöperatieve Voorschotvereniging en Spaarbank te Goes; haar erfgenamen (elk voor een kwart) zijn haar kinderen Cornelis, Gerard en Jacob en (tezamen) de twee kinderen (Jan en Pieternella) van haar overleden zoon Nicolaas (ZA mem. van successie, Goes 6/3063, 1902). 26. Marinus Gommert Zandee, geb. Kloetinge ; arbeider te Biezelinge; overl. Kapelle (geen mem. van successie); tr. Kapelle (acht kinderen geb. ald ). 27. Elena Moerman, geb. Biezelinge ; zonder beroep in 1871; overl. Kapelle (geen mem. van successie); tr. (2) Kapelle Jan Fossen, klompenmaker te Biezelinge; zie voor zijn voorgeslacht: Zeeuwse Kwartierstaten 1992, nr. 6, p. 315 e.v.; ook VZS nr. 97, p Jacob de Jonge, geb. Wilhelminadorp (toen gemeente Kattendijke) ; arbeider te Goes (wijk C nr. 214); bezat 0,69 ha. grond te Kloetinge (sectie D, nr. 111, genaamd De Groe, in de Oosthoek); woonde tussen 1872 en 1874 in Kruiningen en tussen 1875 en 1877 in Schore; vestigde zich daarna te Wemeldinge, waar hij brugwachter was op het sluizencomplex in het Kanaal door Zuid-Beveland; verdronk in dit kanaal (geen mem. van successie); tr. Goes (tien kinderen geb. Goes ; slechts twee werden er volwassen; voorts tussen 1872 en 1879 twee kinderen te Kruiningen, drie in Schore en een in Wemeldinge).

16 29. Kornelia Muller, geb. Goes ; vestigde zich vanuit Wemeldinge in Rotterdam; overl. ald. (Gedempte Slaak nr. 27 klein 30) , aangegeven door de lijkbezorger Antonie Verstraten en de scheepsroeier Adrianus van Leusden. 30. Cornelis de Jonge, geb. Dreischor ; in 1835 ingelijfd bij de 17 de Afdeling Infanterie; diende vijf jaren; arbeider in Scherpenisse (1866); woonde Kerkstraat nr. 119 K ald.; vertrokken naar Wemeldinge 19 mei 1873 (oudste zoon Gabriël trok reeds naar Wemeldinge; in dat jaar kwam het Kanaal door Zuid-Beveland gereed); lichtwachter te Wemeldinge in 1884; overl. Wemeldinge ; (ZA mem. van successie Goes 1890, nr. 5, 2064); tr. Scherpenisse (elf kinderen geb. Scherpenisse ). 31. Geertruij Bolier, geb. Scherpenisse ; overl. Wemeldinge (geen mem. van successie). Generatie VI 32. Maarten Leune, geb. St. Annaland , ged. ald ; belijdenis ald ; komt (onder nr. 142) voor op lijst voor de trekking van de landmilitie te St. Annaland in 1813; woonde toen in Goedereede (G.A. Tholen, Arch. St. Annaland, inv. 1300); dagloner (1813), arbeider (1822); overl. St. Annaland (er werd geen mem. van successie opgemaakt, evenmin na het overlijden van nr. 33); tr. ald (zeven kinderen geb. St. Annaland ). 33. Jannetje de Rijke, geb , ged. St. Annaland ; belijdenis ald ; ald. overl Mattheus de Jonge, geb. St. Annaland , ged. aldaar ; lidmaat Ned. Herv. Kerk St. Annaland; komt (onder nr. 111) voor op de lijst voor de trekking van de landmilitie te St. Annaland in 1813 (G.A. Tholen, arch. St. Annaland, inv. 1300); arbeider (1811; ZA, Gen. Afsch. 518, nr. 8296) en winkelier; kocht (uit de boedel van Johannes Scherpenisse) voor 271 gulden en 10 stuivers een huis met erf gelegen aan de ring van St. Annaland, toen genummerd Lett. B 56 (RAZE 5827, fol. 134); bezat bij zijn overlijden een huis, erf en een tuin in het Oudeland van St. Annaland, totaal are (Kad. Legger St. Annaland , art. 122, B 857 t/m 859); overl. St. Annaland (ZA, mem. van successie Tholen 1860, nr. 4925; Johannes Leune (nr. 16) plaatste als schoonzoon zijn handtekening); tr. St. Annaland (tien kinderen geb. St. Annaland ). 35. Dina Willemse Scherpenisse, geb. St. Annaland , ged. aldaar ; zij scheidde zich op af van de Ned. Herv. Kerk te St. Annaland doch werd in 1865 (83 jaar oud) na een vernieuwende belijdenis weer lidmaat van deze kerk; overl. aldaar Jan van Iwaarden, geb. Stavenisse (Oud-Kempenshofstede-polder), ged. Stavenisse ; belijdenis ald ; dienstplicht (Stavenisse nr. 3167); arbeider/dagloner te Stavenisse; kocht op het huis aan de Molendijk nr. 89 te Stavenisse (G.A. Tholen, arch. notaris Van Embden, inv. 2768, acte 1188); in 1832 is dit huis kadastraal omschreven als A 150; het werd verkocht op

17 (archief not. W. Was, inv. 1624, acte 3688); overl. Stavenisse (ZA, mem. van successie Tholen 1846, deel 10, nr. 240; liet geen onroerende goederen na); tr. ald (zeven kinderen geb. Stavenisse 1813 (na ruim vijf maanden huwelijk)-1826). (ook nr. 44). 37. Jannetje Cornoelje, geb. Scherpenisse , ged. aldaar ; overl. Stavenisse (ZA, mem. van successie Tholen 1858 nr. 37; haar zoon Cornelis (nr. 18) tekende met een kruisje); zij had vóór 1806 een relatie met Abraham Pape; op trouwde zij in Scherpenisse met Abraham Pary (Paree), j.m. van Groede; Abraham Paree overleed in Scherpenisse ; uit haar relatie met Abraham Pape kwam (buitenechtelijk) dochter Jannetje Coernoelje voort, geb. Scherpenisse , overl. Bruinisse ; deze tr. (1) Lambertus Padmos en tr. (2) Cornelis Hubrecht van Vessem (nr. 37 is ook nr. 45). 38. Cornelis Oostdijk, geb. Stavenisse , ged. Stavenisse ; belijdenis ald ; arbeider ald (ZA, Gen. Afsch. 518, nr. 5181) en 1824; woonde in de Voorstraat te Stavenisse, thans genummerd als 2; overl. Stavenisse ; tr. Stavenisse (vijf kinderen geb. Stavenisse ). (ook 46). 39. Johanna Cornoelje, geb. Stavenisse (in het pand Voorstraat, thans genummerd als 2), ged. Stavenisse ; belijdenis ald ; overl. Stavenisse (ook 47). 40. Jacob Suurland (Zuurland), geb. Nieuw-Vossemeer , ged. aldaar ; vanaf maart 1797 opgegroeid in St. Philipsland; belijdenis ald ; vestigt zich in 1809 (als arbeider) in Stavenisse (ZA, Gen. Afsch. 518, nr. 5011); eigenaar van boerderijtje in de Oud-Kempenshofstedepolder (thans (2003) camping Irene-hoeve) sectie B 227 met ruim 7 hectare grond bij overlijden; pachtte in 1832 en aren en 5 centiaren zaailand van de dorps- en diaconiearmen van Stavenisse (not. W. Was, inv. 3012, acte 2242 en inv. 1624, acte 3650); overl. Stavenisse in hofstede 'nummer 164' (ZA, mem. van successie Tholen 1857, deel 12, nr. 2008); ondertr en tr St. Philipsland (dertien kinderen tussen 1806 en 1829; de laatste tien ged. Stavenisse, de eerste drie in St. Philipsland (2x Johan, 1x Wouter)). 41. Cornelia van As, geb. Westkerke , ged. Scherpenisse ; belijdenis St. Philipsland ; deelde op in de helft van de opbrengst van de verkoop van de boerderij Noordhoeve te St. Philipsland; verdeeld werd een bedrag van 1809:13:4, waarvan een zesde deel (=circa fl. 1800) bestemd was voor Cornelia (RAZE 5881, fol. 6); woonde in St. Philipsland rond 1806; overl. Stavenisse (ZA, mem. van successie Tholen, 1867, nr. 8188). 42. Jacob Neele, geb. Stavenisse , ged. aldaar ; belijdenis ald ; arbeider/dagloner (o.m. in 1813; ZA, Gen. Afsch. 518, nr. 5116); bij overlijden omschreven als landbouwer; kocht op de helft van een huis op de Molendijk te Stavenisse met 50 roeden hofgrond (notaris W. Was, inv. 2986, acte 909); kocht van zijn vader huis nr. 50 op de Voorstraat te Stavenisse (not. W. Was, inv. 2990, acte 1132); kocht in de Stavenissepolder (kavel 11) 1 hectare, 65 aren en 46 centiaren grond (not. W. Was, inv. 3008, acte 1998; voor hypotheek op deze grond: idem, inv. 3046, acte 1139); in 1832 eigenaar pand A161 te

18 Stavenisse; overl. ald (ZA, mem. van successie Tholen 1868, nr. 8507); tr. Stavenisse (zes kinderen geb. ald ; het eerste na vijf maanden huwelijk). 43. Catharina (Kaatje) Hage, geb. Stavenisse , ged. ald ; belijdenis Stavenisse (als Katje Hage); overl. ald (ZA, mem. van successie Tholen 1870, nr. 9387). 44. Jan van Iwaarden (= 36). 45. Jannetje Cornoelje (= 37). 46. Cornelis Oostdijk (= 38). 47. Johanna Cornoelje (= 39). 48. Joos Felius, geb. Biezelinge , ged. ald ; dagloner te Biezelinge (1813); hoefsmid-knecht (1816), hoefsmid (1819), koopman (1822) en arbeider (1832) te Biezelinge; bij overlijden omschreven als landman (ZA, memorie van successie, Goes, 1868, nr. 90/9457); bezat in 1832 een schuur met erf te Kapelle in de Lerkenhoek (kadastraal D 64); voorts een boomgaard te Eversdijk van bijna 2 gemeten (kad. Kapelle F 398); voorts een tuin te Biezelinge (kad. Kapelle E 128); liet in 1868 een eigen huis (met erf en tuin) na (Kapelle, Sectie E nrs. 19 en 20, gelegen in het dorp Biezelinge, oostelijk van de Biezelingsche Straatweg; en voorts bouwland, moeshof, bos, boomgaard, weiland en wegeling met een totale oppervlakte van ruim 9 hectaren; overl. Biezelinge ; tr. Kapelle (zes kinderen geb. Kapelle ). 49. Forra Zoutendam, geb. Biezelinge , overl. Kapelle (ZA, mem. van successie Goes, deel 13, nr. 430, 1842). 50. Nicolaas Lokerse, geb. Biezelinge 1807; groeide vanaf 1809 op in 's Gravenpolder; kleermaker ald.; liet bij overlijden een woonhuis met stalling en tuin na te s Gravenpolder (kad. sectie A nrs. 282, 283 en 284, totaal 0.9 roeden); ald. overl (ZA, mem. van successie Goes 2/6200, 1865); tr. 's Gravenpolder (zeven kinderen ald (na vier maanden huwelijk) , w.o. driemaal Giljam). 51. Jakomina de Ruiter, geb. 's Heer Arendskerke ; overl. aldaar (ZA, mem. van successie Goes 4/6336, 1884). 52. Johannis Pieterszoon Zandee, geb. Kloetinge , ged. ald ; woonde in Kloetinge tegenover de 'vate' (thans: Marktveld) in perceel sectie A nr. 448; bezat ook perceel A 449 (tuin); eerst boerenknecht, later winkelier; overl. Kloetinge (ZA, mem. van successie Goes deel 9/496, 1834, ondertekend door nr. 53); tr. Kloetinge (zeven kinderen geb. Kloetinge ). 53. Judith Gommertse van C(K)ruiningen, geb. Kloetinge , aldaar ged ; winkelierster ald.; overl. Kloetinge Jan Moerman, geb. Heinkenszand omstreeks 1791; arbeider Biezelinge (in 1831);

19 overl. Kapelle (geen mem. van successie); tr. ald (zes kinderen geb. Biezelinge ). 55. Geertruit Pauwe, ged. Schore-Vlake ; overl. Kapelle (geen mem. van successie). 56. Abraham de Jonge, geb. Zaamslag 1791; woonde ald. wijk 11 nr. 1 (1816); dagloner in Terneuzen (1826) en arbeider in de Wilhelminapolder bij Kattendijke (zie voor deze polder, ontstaan in 1809: J.M.G. van der Poel, De Wilhelminapolder, Wageningen 1959); hij woonde in Wilhelminadorp, dat kerkelijk onder Kattendijke viel; overl. Kattendijke (42 jr. oud) (geen mem. van successie); zijn jongste kind uit zijn tweede huwelijk (Jacob, geb ) is dan nog maar 5 maanden oud; tr. (1) Zaamslag Geertruy Hendrika Romijnsen (ook: Remijn), geb. Axel , dochter van Johannis Remijn en Helena Welleman, overl. Terneuzen (40 jaar oud, dagloonster Terneuzen) (uit dit huwelijk acht kinderen (Abraham Cornelis, geb. Terneuzen 1811, overl. aldaar ; Helena, geb. Zaamslag , overl. Terneuzen ; Janna, geb. Terneuzen , overl. aldaar ; Johannis, geb. Terneuzen , overl. Terneuzen ; Cornelis, geb. Kapelle , overl. aldaar ; Johannis, geb. Kapelle , overl. aldaar ; Janna, geb. Kapelle , overl. Kapelle ; zij tr. Kattendijke Antonie Slager; Johannes, geb. Kapelle , overl. Terneuzen ; VZS, nr. 122, p. 160); tr. (2) Kattendijke (uit dit huwelijk drie kinderen (Cornelia, Cornelis en Jacob) geb. in de Wilhelminapolder , toen gemeente Kattendijke). 57. Ragel de Wilde, geb. Kattendijke ; woonde in 1840 nog in de Wilhelminapolder (ZA, mem. van successie Hulst 13/633, 1840); overl. Goes (geen mem. van successie; was reeds weduwe op 28-jarige leeftijd). 58. Johan Adam Muller (bij zijn doop Adam Jan Mulder), ged. Goes (in de Grote Kerk); arbeider te Goes (wijk D, nr. 131); overl. Goes (85 jr. oud; geen mem. van successie); tr. Goes (acht kinderen geb. Goes ). 59. Anna Maria de Schutter, geb. Goes ; overl. ald (geen mem. van successie). 60. Marinus Marinusse de Jonge, geb. Dreischor (toen een dorp van 800 inwoners); woonde daar tot circa 1819, daarna woonachtig in Noordgouwe; bakkersknecht (1816), bakker (1823), later bode te Noordgouwe (vanaf ca. 1832); op werd zijn bakkerij te Noordgouwe publiekelijk verkocht (Zierikzeesche Courant, ); overl. Noordgouwe (zijn zoon Eliza, 25 jr., gaf zijn overlijden aan); aangetekend werd dat Marinus geen roerende of onroerende goederen naliet en dat hij in "armoedige omstandigheden" was overleden (ZA, mem. van successie Zierikzee 696B, aug. 1847); tr. Dreischor (drie kinderen geb. Dreischor ; daarna negen kinderen geb. Noordgouwe ). 61. Johanna de Bakker, geb. Dreischor ; overl. ald (aangegeven door zoon Marinus de Jonge, 22 jr, arbeider te Noordgouwe). 62. Gabriël Bolier, geb. Scherpenisse , ged. aldaar ; in 1797/1798

20 en in 1811/1813 arbeider/dagloner (ZA, Gen. Afsch. 518, nr. 3205), later dijkbaas in Scherpenisse; eigenaar/bewoner perceel A 107 in Scherpenisse (= huis op de Hoge Markt ald.); bezat ald. in 1832 enige lapjes grond (te weten de percelen A324, A324 bis, A424 (bouwland; 82 roeden) en A481, tussen 1832 en 1846 uitgebreid met perceel A528 (tuin) en A495 (79 roeden bouwland); test , regelend de rechten van de langstlevende partner; overl. Scherpenisse (ZA, mem. van successie Tholen 10/354, 1846); tr. Scherpenisse (negen kinderen geb. ald ). 63. Janna van der Werff, geb. Scherpenisse , ged. aldaar ; overl. ald (ZA, mem. van successie Tholen 3930, 1858); tr. (1) Cornelis Marinus Bal, geb. Scherpenisse , overl. aldaar (uit dit huwelijk zoon Marinus, ). Generatie VII 64. Adrianus Leune, ged. Ouddorp , verhuisde met zijn moeder, zusje en stiefvader naar St. Annaland in 1748; belijdenis ald ; wagenmakersknecht (waarsch. bij zijn stiefvader); vanaf 1785 gemeentebode (gerechtsbode) te St. Annaland als opvolger van Cornelis Gelderman; kon lezen en schrijven (ZA, Ambachtsheerlijkheid St. Annaland, inv. 5, brief ); kocht in 1782 van Geerart Moerlandt voor 135 Vlaamse ponden een huis met erf te St. Annaland (ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv ); betaalde voor de koop van de hof in de Cureelanden op :7:8 (idem, inv ); verkocht op voor 220:16:8 een huis met schuur en erf te St. Annaland aan burgemeester Jacob Heijboer (idem, inv ); kocht een hof (79 roeden) aan het Nieuwe Pad in de Curee-landen te St. Annaland (RAZE 5820, fol. 104); ruim 57 roeden daarvan werden verkocht (RAZE 5827, fol. 101); kocht uit een erfenis van zijn schoonfamilie Gakeer een huis, schuur en erf aan de Voorstraat te St. Annaland voor 146 pond (RAZE 5826, fol. 15; ook: RAZE 5846, fol. 141); kocht (eveneens uit het bezit van zijn schoonfamilie) 2 gemeten en 131 roeden bos en zaailand in de Vijfde Mate Dijkersgemeten te St. Annaland voor 158:8 (RAZE 5820, fol. 167; ook: RAZE 5846, fol. 118); kocht (eveneens uit het bezit van de familie Gakeer) 2 gemeten en 258 roeden schaarbos en rietveld in de Vijfde Mate Dijkerslanden voor 172 ponden,1 schelling en 10 groten Vlaams (RAZE 5826,fol. 42; ook: RAZE 5820, fol. 176); verkocht een huis, schuur en erf aan de Kerkstraat te St. Annaland (RAZE 5820, fol. 195); kocht een weiland (6 gemeten en 164 roeden) voor 41 ponden in de Barendietenhoek (naast grond van Maarten Seys, zijn halfbroer) in de Winkelee, Oudelandpolder (RAZE 5846, fol. 71); werd in 1792 te St. Annaland aangeslagen voor 18 schellingen wegens huisschatting (G.A. Tholen, oudarch. St. Annaland, inv. 14, fol. 294); was van belast met het innen van het havengeld te St. Annaland; ontving hiervoor een jaartractement van 8 schellingen en 10 groten Vlaams (G.A. Tholen, oud-arch. St. Annaland, inv. 14, fol. 411, 422 v en 434); overl. St. Annaland ; tr. St. Annaland (elf kinderen, waarvan tien ged. St. Annaland ; het eerste bleef naamloos). 65. Johanna Gakeer, geb. St. Maartensdijk kort na (RAZE 5352, fol. 103); belijdenis St. Annaland ; in 1816 omschreven als bodinne (G.A. Tholen, arch. St. Annaland; trekkingslijst landmilitie 1816, inv. 1300); overl. St. Annaland 12-

21 (oud 67 jaar; geen mem. van successie). 66. Adriaan de Rijke, ged. Scherpenisse ; arbeider (ZA, Gen. Afsch. 513, p. 105); woonde in St. Annaland wijk nr. 142 (vestigde zich daar in 1786; ZA, Gen. Afsch. 518, nr.8311); ouderling aldaar ; kocht voor 70 ponden, 16 schellingen en 8 groten Vlaams (ook omschreven als 425 gulden) een huisje met 9,5 roeden erfpachtgrond aan het Nieuwe Pad in de Cureelanden te St. Annaland (RAZE 5820, fol. 365; RAZE 5827, fol. 70; RAZE 5846, fol. 79); overl. ald (63 jr. oud); tr. St. Annaland ; (otr Stavenisse) (zeven kinderen ged. St. Annaland ). 67. Pieternella van 't Hof, ged. St. Annaland ; belijdenis ald ; arbeidster; overl. ald Andries de Jonge, ged. St. Annaland ; belijdenis ald ; was in 1797/1798 meester-schoenmaker en werd toen (i.v.m. belastingplicht) omschreven als arm (ZA, Gen. Afsch. 513, p. 57); ook in 1811 omschreven als schoenmaker (ZA, Gen. Afsch. 518, nr. 8019); kocht roeden erfpachtgrond in de Cureelanden te St. Annaland (RAZE 5844, fol. 217); verkocht een huis, loods en erf te St. Annaland voor 34 ponden en 5 schellingen (RAZE 5820, fol. 58); verkocht zijn huis (met bedstede-behoorden, brandemmers en ladder) loods en erf aan het Nieuwe Pad voor 102 ponden; de koper (Pieter van Oudenaarde) diende een halve rijksdaalder aan de armen te betalen (RAZE 5820, fol. 53, en 320); verkocht een hof van 42 roeden in de Cureelanden voor 34 ponden en 5 schellingen Vlaams (RAZE 5820, fol. 319); verkocht aan zijn zonen Izak en Mattheus (=nr. 34) 51 roeden grond in de Cureelanden naast de grond van Adrianus Leune (= nr. 64) (RAZE 5827, fol. 42; ook RAZE 5820, fol. 333); overl. ald (liet geen onroerende goederen na (ZA, mem. van successie Tholen, deel 7, nr. 336); tr. (2) St. Annaland Martha van Driele (wed. van Bartel van Oudenaarden), overl. St. Annaland (RAZE 5870, fol. 81 v, ); tr. (1) St. Annaland (elf kinderen ged. St. Annaland ). 69. Neeltje Goedegebuur, ged. St. Annaland ; verm. belijdenis ald ; begr. aldaar , 38 jr. en 6 maanden oud. 70. Willem Janussen (Janissen) Scherpenisse, geb. onder St. Maartensdijk 1739; vestigde zich in 1763 in St. Annaland; dagloner ald. (o.m. in 1811; ZA, Gen. Afsch. 518, nr. 8337); woonde in het Slop ald. (RAZE 5827, fol. 1, ); kocht een hof van 46,5 roeden in de Tien Hoven te St. Annaland (RAZE 5844, fol. 177); verpachtte deze grond nog in dezelfde maand (RAZE 5820, fol. 20); kocht ,5 roeden grond in de Tien Hoven voor 13 ponden, 6 schellingen en 8 groten Vlaams (RAZE 5820, fol. 38); kocht ,5 roeden erfpachtgrond in de Cureelanden voor 72 ponden Vlaams (RAZE 5827, fol. 7 en 11); was in 1797/1798 rentenier te St. Annaland (ZA, Gen. Afsch. 513, p. 108); overl. St. Annaland , 80 jr. oud; otr. St. Annaland , tr. St. Maartensdijk (veertien kinderen ; het eerste kind, Tannetje, wordt in 1765 in Bruinisse geboren, de overige in St. Annaland). 71. Adriaantje Thomasse Blankert (Blankers; Blankerts), ged. St. Annaland ; belijdenis ald ; arbeidster (G.A. Tholen, arch. St. Annaland, inv. 1300);