MINISTERIE VAN BUITENLANDSE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MINISTERIE VAN BUITENLANDSE"

Transcriptie

1 MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN 'S-GRAVEN H AGE Aan de Leden van de Coördinatie Commissie voor Europese Integratie en Associatieproblemen Directie/Afdeling: DGES Datum:\27 oktober 1961* Onderwerp: Nota Gemenebest-problemen Kenmerk: Foto-no:?/14749 In aansluiting op mijn brief dd. 26 oktober, no zend ik u bijga a nd de door de werkgroep voor behandeling van Gemenebest-problemen opgestelde nota betreffende het Gemenebest-probleem bij toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de EEG. Deze nota kan onder punt 2 b) van de agenda voor de vergadering van de Coördinatie Commissie op 31 oktober a.s. worden behandeld. De Secretaris i IN R. k J. J van SchaiW VERZOEKE BU BEANTWOORDING DATUM. KENMERK BN ONDERWERP TB VERMELDEN

2 HET_ GEMENEBEüTPaOBLEEM BIJ TOETREDING VAI; 1:ZT V.L. TOT DE Z.Z.3. I. Algemeen. Het z.g. Gemenebestprobleem, waarmede wordt bedoeld de vraag op welke wijze een regeling kan worden getroffen voor de gevolgen, die het toetreden van het V.K. tot de EEG zal hebben voor de Britse verhouding tot de andere Gemenebestlanden, heeft in eerste instantie een politiek en - daarmede direct samenhangend - een economisch aspekt. Politiek gezien vormt het Gemenebest - met het V.K. als centrum - een belangrijke stabiliserende faktor in de wereldverhoudingen. In belangrijke mate wordt de politieke cohesie tussen de Gemenebestlanden bepaald door de economische en financiële bindingen tussen het V.K. en de overige Gemenebestlanden, alsmede tussen deze Gemenebestlanden onderling. Van Britse zijde is steeds gesteld - en van de zijde der EEGlanden is dit erkend - dat de toetreding van het V.K. tot de EEG niet zal mogen leiden tot een verzwakking van de politieke banden tussen het V.K.en de overige Gemenebestlanden. Anders zou niet slechts het V.K. worden geschaad, doch evenzeer de vrije wereld als geheel. Bij het antwoord op de vraag op welke wijze de politieke cohesie binnen het Gemenebest kan worden behouden bij toetreding van het V.K. tot de EEG spelen derhalve de economische betrekkingen tussen het V.K. en de andere Gemenebestlanden de grootste rol. II. Handelspolitieke verhoudingen binnen het Gemenebest. De huidige handelspolitieke betrekkingen van het V.K. met de Gemenebestpartners worden in wezenlijke mate bepaald door het stelsel van tariefpreferenties. Dit stelsel wordt gekenmerkt door een aantal bilaterale arrangementen tussen het V.K. en het merendeel der andere Gemenebestlanden en tussen deze onderling. In deze bilaterale arrangementen,, welke resulteerden uit de Conferentie van Ottawa van 1932 en welke een beperkte looptijd hebben met de mogelijkheid van stilzwijgende verlenging, werden reeds eerder overeengekomen wederzijdse tariefpreferenties contractueel bevestigd. In de hoogte dezer preferenties werden later bij wege van onderhandelingen wijzigingen aangebracht. In de bijlage bij deze nota zijn nadere bijzonderheden vermeld over de bestaande bilaterale akkoorden tussen het V.K. en de voornaamste Gemenebestpartners.

3 Het V.K. verleende oorspronkelijk aan de Gemenebestlanden gelijke tariefpreferenties op de Britse markt. Thans echter variëren de tariefpreferenties tussen het V.K. en de Gemenebest-partners over en weer van land tot land. Voor een groot aantal Produkten verleent het V.K. de volle preferentie aan de Gemenebestlanden, d.w.z. vrijdom van invoerrecht, terwijl het omgekeerd in de meeste gevallen een onvolledige preferentie geniet op de Gemenebest-markten, d.w.z. een preferentieel tarief dat lager l i g t dan het algemene tarief, doch geen rechten-vrijdom. Britse preferenties zijn eveneens van toepassing op alle afhankelijke overzeese Britse gebieden, alsmede op de republiek Ierland, Zuid-Afrika en Birma, welke drie laatsten geen l i d zijn van het Gemenebest. In deze nota is derhalve met de bijzondere belangen van laatstgenoemde landen geen rekening gehouden, mede gezien de aanvrage van Ierland voor het lidmaatschap van de EEG. De Gemenebestlanden, inclusief het V.K.,kunnen - en dit is ook geschied - na voorafgaande consultatie of goedkeuring van het betrokken Partnerland met derde landen onderhandelen over verlaging van hun algemene tarief, hetgeen een vermindering kan betekenen van de preferentiële marge. Naast het stelsel van tariefpreferenties kent het V.K. t.o.v. het Gemenebest slechts in enkele gevallen (suiker, vlees en zachte tarwe) bilaterale afnameverplichtingen, gedeeltelijk tegen vaste prijs Voor het overige importeert het V.K. de Gemenebest-produkten tegen wereldniarktprijs, d.w.z. in vrije concurrentie. Naast tariefpreferenties bestaan tussen het V.K. en de Gemenebestpartners nauwe financiële banden; tevens wordt door het V.K. in grote mate technische hulp verstrekt aan de Gemenebestpartners. III. Probleemstelling. Van EEG-zijde wordt het standpunt ingenomen, dat toetreding van nieuwe leden niet zal mogen leiden tot aantasting van de grondbeginselen en doelstellingen van het Verdrag van Rome. Een toetreding van het V.K. tot de EEG op basis van de grondbeginselen en de bepalingen van het EEG-Verdrag impliceert derhalve de aanvaarding door het V.K. van een gemeenschappelijk buitentarief en een gemeenschappelijke handels- en landbouwpolitiek. Deze stelling is op

4 10 oktober j. 1., ter gelegenheid van de opening der onderhandelingen niet het V.K., van Britse zijde bij monde van Minister Heath aanvaard, evenwel onder het voorbehoud dat, binnen het kader van het EEG-Verdrag, onder meer bevredigende voorzieningen zullen moeten worden getroffen ter veiligstelling van de economische belangen van de overige landen van het Gemenebest. Deze beide standpunten in aanmerking nemend zal derhalve in feite moeten worden gestreefd naar het vinden van een voor alle partijen aanvaardbaar compromis tussen twee extreme posities, t.w. : a) de integrale toepassing door het V.K. van het gemeenschappelijke buitentarief en de andere beschermende maatregelen t.a.v. de invoer uit alle buiten de vergrote EEG staande landen, w.o. de Gemenebestlanden; b) de volledige handhaving van het bestaande invoerregiem van het V.K. t.o.v. het Gemenebest; De onder a) bedoelde mogelijkheid is - zoals reeds gezegd - van ^ritse zijde steeds van de hand gewezen. Daartegenover staat de Britten voor ogen een regeling t.b.v. een aantal vitale Gemenebestbelangen door middel van aan het Verdrag te hechten Protocollen naar analogie van die, welke ook t.b.v. bepaalde Lid-Staten van de EEG bestaan in verband met hun speciale betrekkingen met bepaalde landen en gebieden overzee. Dit wil dus niet zeggen, dat de Britten voor alle gepreferentieerde Gemenebest-exporten naar de V.K.-markt faciliteiten verlangen. Anderzijds zou het andere uiterste, n.1. het onverkort handhaven van het huidige Britse invoerregiem t.o.v. de Gemenebestlanden, een duidelijke inbreuk op het EEG-Verdrag betekenen, waardoor het opbouwen van een gemeenschappelijke handels- en landbouwpolitiek in wezenlijke mate zou worden belemmerd of zelfs onmogelijk zou worden gemaakt. Hier komt nog bij dat het niet toepassen door het V.K. van het gemeenschappelijke buitentarief op het grootste deel van de invoer uit het Gemenebest, het gevaar zou doen ontstaan van verlegging van het handelsverkeer en distorsies in de produktie.

5 Het probleem is dus op welke wijze het Gemenebestvraagstuk moet worden aangepakt en langs welke lijnen oplossingen kunnen 7/orden gezocht, aansluitend op de door Minister Heath op 10 oktober j.1. geïndiceerde oplossingen, waarbij dit vraagstuk is onderverdeeld naar de bestaande vier goederengroepen, waarin het gewoonlijk wordt onderscheiden, te weten : a) tropische produkten b) industriële grondstoffen c) industriële halffabrikaten en eindprodukten, en d) landbouwprodukten uit de gematigde klimaatzones. In deze nota zal nader worden ingegaan op de onder a, b en c genoemde produkten. Voor de onder d) genoemde produkten z i j in dit bestek verwezen naar de nota van het Ministerie van Landbouw en Visserij over de "agrarische aspekten van de toetreding van het V.K., Denemarke n en 1 e rland". Door de Heer Heath werden de volgende drie oplossingen gesuggereerd : 1) Associatie van de afhankelijke Britse gebieden èn de minder ontwikkelde, onafhankelijke leden van het Gemenebest op dezelfde voorwaarden als die, welke zullen gelden ten aanzien van de P.T.O.M. 2) speciale Protocollen - naar analogie van die, welke binnen de E.E.G. reeds bestaan ten aanzien van de handel van Frankrijk met -5 * Een ander aspekt van het Gemenebestprobleem, dat in het kader van deze studie niet nader zal worden onderzocht doch dat bij de onderhandelingen wel degelijk van belang zal zijn, is de vraag of de preferentiële positie van het V.K. op verschillende Gemenebestmarkten, ook na Engelands toetreding, integraal kan worden gehandhaafd. Het l i j k t redelijk te verlangen, dat tegenover de concessies die de EEG zal verlenen ten behoeve van de belangen der Gemenebestlanden op de Britse markt, de aktieve preferenties van het V.K. op de Gemenebestmarkten zullen worden afgeschaft, resp. verminderd.

6 Marokko, Tunis, etc., alsmede voor wat betreft de handel van de Benelux met Suriname en de Nederlandse Antillen - voor die leden van het Gemenebest resp. afhankelijke gebieden, welke niet geassocieerd kunnen of wensen te worden. 3)een produktsgewijze behandeling van de vraagstukken, i n geval de oplossingen sub 1 en 2 genoemd niet mogelijk zijn. Hierbij heeft de Heer Heath doen weten, dat bij de oplossing van het vraagstuk van het Gemenebest moet worden uitgegaan van het beginsel van "comparable outlets". Dit beginsel is t.a.v. de niettropische landbouwproducten met zoveel woorden tot uitdrukking gebracht; m.b.t. de overige goederengroepen l i g t dit beginsel, z i j hêt met andere woorden, duidelijk aan het betoog van de Heer Heath ten grondslag. Het begrip "comparable outlets" is voor verschillende uitleg vatbaar; de Britten zullen hierbij waarschijnlijk denken aan handhaving van de huidige afzetmogelijkheden van het Gemenebest op de Britse markt en de EEG-markten tezamen. Hiervan uitgaande kan men zich afvragen of hierin niet de sleutel l i g t voor een uiteindelijke oplossing. Ken zou immers kunnen redeneren, dat Engeland toetreedt tot de E.E.G. op basis van de regels van let Verdrag van Rome en dat door aanvaarding van genoemd beginsel de vitale belangen van de Gemenebestlanden bij toetreding van het V.K. worden gewaarborgd; in een later stadium zouden dan, waar nodig, nadere regelingen t.b.v. de Gemenebestlanden moeten worden uitgewerkt, waaraan het V.K. als l i d van de vergrote EEG, de nodige impulsen zal kunnen geven. In feite zou zulks evenwel betekenen, dat de preferentiële banden tussen Engeland en de Gemenebestlanden a priori worden doorgesneden zonder dat hiervoor, prealabel aan de toetreding van het V.K., compensaties t.b.v. het Gemenebest in de plaats zijn ge-steld. Of dit in politiek opzicht voor het V.K. aanvaardbaar i s, kan worden betwijfeld. E.e.a. zou erop neerkomen, dat gekozen wordt uit één van de onder 1 van dit hoofdstuk genoemde extreme posities, te weten die, waarin van het V.K. de integrale toepassing van het buitentarief wordt gevraagd t.a.v. invoer uit het Gemenebest. Het is

7 niet onwaarschijnlijk, dat de Fransen en wellicht ook andere ZZGlanden deze positie als uitgangspunt zullen nemen; voor wat Nederland betreft zou het taktisch minder juist zijn zich hierbij reeds in de aanvang aan te sluiten. Uit de rede van Minister Heath blijkt immers, dat het V.K. het afbouwen van de Britse preferenties cp industriële produkten niet uitsluit, doch m.b.t. de Gemenebestlanden die tropische produkten leveren wordt er nadrukkelijk op gewezen, dat deze een verlies van hun preferenties reeds moeilijk zouden kunnen accepteren, laat staan het scheppen van tegen hen gekeerde preferenties. De vraag is echter gewettigd in hoeverre zou moeten worden gestreefd naar een produktsgewijze prealabele oplossing voor alle betrokken Gemenebestbelangen, d.w.z. voordat de toetreding van het V.K. plaatsvindt. Dit zou immers ongetwijfeld leiden tot zeer langdurige onderhandelingen, waarmede noch de ontwikkeling van de EEG noch de verhouding tot derde landen zou zijn gebaat. In beginsel zal Neder land dan ook moeten opteren voor oplossingen, die het snelst kunnen worden bereikt. Niettemin zal men m.b.t. de tropische produkten en de industriële grondstoffen - waarvan het aantal beperkt is - niet kunnen ontkomen aan prealabele oplossingen zoals trouwens ook door Minister Heath werd geïndiceerd. Het Nederlandse streven moet er dan ook op gericht zijn om, in het voetspoor van Minister Heath, te zoeken naar pragmatische oplossingen voor de sectoren van de tropische produkten en de industriële grondstoffen. Gezien de diversiteit van de halffabrikaten en industriële eindprodukten en de onzekerheid over de totale omvang van de te regelen problemen, zou men voor deze produkten wellicht zijn toevlucht moeten nemen tot een algemene formule, waarbij deze landen een zekere garantie wordt verleend, dat z i j van de toetreding van het V.K. geen onredelijke schade zullen lijden.

8 tvil oen dergelijke algemene formule voor de Eritten aanvaardbaar zijn, dan zal naar het voorkomt moeten vaststaan, dat het eerdergenoemde beginsel van "comparable outlets" richtsnoer zal zijn t i j de uitwerking van latere concrete re-gelingen t.b.v. dc Gemenebestlanden, n.1. ingeval het optreden van schade wordt aangevoerd.hierop wordt in par.3(industriele halffabrikaten en eindprodukten)nader ingegaan. Analyse der verschillende problemen en mogelijke oplossir. In het onderstaande zal een nadere analyse worden gemaakt van de verschillende vraagstukken en tentatief worden aangegeven langs welke lijnen oplossingen zouden kunnen worden gevonden. Hierbij wordt aangesloten op de door Minister Heath gemaakte indeling in eerder genoemde goederengroepen, alsmede op de door hem geïndiceerde oplossingen. 1. x ropische produkten. A. Associatie met de vergrote EEG. Minister Heath heeft de wens uitgesproken dat de in aanmerking komende Gemenebestlanden - volgens Engelse opvattingen zijn dit zowel de afhankelijke als de onafhankel i j k e landen die zich in het ontwikkelingsstadium bevinden - in de gelegenheid moeten worden gesteld zich met de Gemeenschap te associëren onder dezelfde voorwaarden als die, welke in de toekomst zullen gelden voor de huidige P.T.O.M. De moeilijkheid i s, dat over de toekomstige associatie van de P.T.O.M. binnen de EEG nog overleg gaande i s, waarbij het nog geenszins vaststaat hoe de inhoud van deze associatie zal worden. Ingeval overeenkomstig de Franse wens besloten zou worden tot voortzetting van de associatie in haar huidige vorm (Kfdst.-IV van het EEG-Verdrag annex Toepassingsovereenkomst), zou een uitbreiding van deze associatie met bedoelde Gemenebestlanden tot de volgende consequenties leiden : i. Een dergelijke associatie zou de betrokken Gemenebestlanden in een identieke positie plaatsen als de P.T.O.M. met alle voordelen van dien, mede gezien de over het algemeen sterke concurrentiepositie van de Gemenebestprodukten. -8-

9 i i. Hier staat tegenover, tat de P.T.O.M. hun monopolistische preferentiële positie op de EEG-markten zullen kwijtraken. De hieruit voortvloeiende nadelen voor de 1.T.O.K., welke geaccentueerd worden door het feit dat de Ge-monebestlanden veelal beter en goedkoper leveren - waardoor ook de vrije entree van de F.T.0.M.-produkten op de Britse narkt nauwelijks of geen voordeel zal bieden - zullen waarschijnl i j k leiden tot de eis van compensât ie-s t.b.v. de P.T.O.M., b.v. in de vorm van tijdelijke afzotgaranties, deviezeninkomensgaranties, prijsstabilisatie-overeenkomsten. Een zekere mitigatie van deze eisen zou wellicht kunnen werden gevonden in een temporisatie van de gevolgen voor de P.T.O.M. van een associatie der betrekken Gemenebestlanden (zie onder C.) i i i. De derde-landen (m.n. de Latijns-Amerikaanse landen) zullen worden geconfronteerd met een nieuwe en versterkte discriminatie zowel voor de door hen voortgebrachte tropische produkten als voor alle andere produkten v/elke onder de Vrijhandelszone-constructie met de geassocieerde gebieden vallen. i i i i. Ook de door Nederland en Duitsland voorgestelde conceptie van een nieuwe associatie-verhouding met de P.T.O.M., ex Art.238 van het EEG-Verdrag zou, bij uitbreiding tot de in aanmerking komende Gemenebestlanden, t.a.v. de tropische produkten tot dezelfde consequenties leiden als die, welke sub i en i i zijn vermeld; de derde landen zouden in dit geval ook een discriminatie ontmoeten, doch in aanzienlijk mindere mate, doordat het buitentarief op tropische produkten zou worden gehalveerd. Aangetekend kan worden, dat de Nederlands/Duitse oplossing voor de associatie met de P.T.O.M. in strijd is met de bepalingen van het GATT, aangezien de te verlenen tariefprefe renties op tropische produkten niet zijn ingebouwd in het kader van een vrijhandelszone of douane-unie overeenkomstig Art.XXIV van het G.A.T.T.

10 Dg mogelijkheid l i j k t echter aanwezig, dat het GATT een "waiver'' zal toestaan, aangezien do voorgestelde constructie een aantal positieve elementen ten gunste van derde landen "bevat, n.1. halvering van het buitentari of op tropische produkten, alsmode hot verdwijnen van de in lut GATT betwiste vrijhandelszonevorm, die de huidige associatieregeling kernmerkt. De mogelijkheid om een ;, waiver : ; te verkrijgen zou worden vergroot indien uitzicht zou worden geboden op aflopende tariefpreferenties t.b.v. do P.T.O.M. Indien evenwel de voorgestelde regeling zou worden uitgestrekt tot de tropische produkten uit de Gemenebestlanden, is het de vraag of, gezien de hierdoor ontstane additionele discriminatie ten detrimente van derde landen, bijv. Latijns- Amerika, het GATT tot een! l waiver : i bereid zal zijn. Verlaging van het gemeenschappelijke buitentarief. De Heer Heath verklaarde hierbij te denken aan een O-tarief resp, een zeer l i ag buitentarief t.a.v. een aantal belangrijke tropische produkten, waarbij met name werden genoemd thee (van belang voor India en Ceylon) en cacao (van belang voor Ghana). Dit zou voor de derde leverancierslanden uiteraard de meest aantrekkelijke oplossing zijn, doch het l i g t voor de hand dat Frankrijk daartegenover, althans voor cacao, ten behoeve van de P.T.O.M., een zeer hoge afkoopsom zal bedingen, b.v. in de vorm van afname garanties, deviezeninkomstengaranties, pri jsstabilisatie-overeenkomst en, steun aan de produktie, enz. waardoor het gevaar ontstaat, dat de betekenis van het verlaagde buitentarief in feite wezenlijk wordt aangetast. Deze vormen van steun worden evenwel, in tegenstelling- tot andere preferenties, in het GATT formeel niet verworpen. Marokko protocol. Minister Heath heeft, zoals reeds vermeld, verklaard, dat voor die Gemenebestlanden, die niet geassocieerd worden, een oplossing zou kunnen worden gezocht overeenkomstig het z.g.

11 rokko-protocol van de EEG. In dit Protocol i3 vastgelagd, dat de toepassing van het EEG-Verdrag geen enkele wijziging vergt in de douane-regeling die bij de inwerkingtreding van het Verdrag van toepassing was op de invoer a) in de Benelux-landen, van goederen van oorsprong en van herkomst uit Suriname en de Nederlandse Antillen, b) in Frankrijk, van goederen van oorsprong en van herkomst uit Marokko, Tunesi'é, Vietnam, Xambodja, Laos en de Franse nederzettingen in het Condominium van de Nieuwe Hebriden, c) in Italië, van goederen van oorsprong en van herkomst uit Lybi'é en het (toentertijd) onder Italiaans bestuur staand trustgebied van Somaliland. De op grond van bovengenoemde regeling in de Lid-Staten ingevoerde goederen vallen niet onder de vrij-verkeer bepalingen van het Verdrag. De in dit Protocol neergelegde mogelijkheid tot handhaving van rechtenvrije c.q_. preferentiële importen uit de genoemde landen overzee was indertijd bedoeld als overgangsmaatregel in afwachting van de voor ogen staande associatie van deze landen met de EEG. Deze associatie-mogelijkheid, die is neergelegd in de diverse aan het Verdrag gehechte Verklaringen van Intentie, is met een enkele uitzondering (Suriname en Ned.Antillen) tot dusverre evenwel nog niet aangegrepen. Toepassing V an dezelfde regels op de niet-geassocieerde tropische Gemenebestlanden zou betekenen dat deze landen een rechtenvrije of gepreferentieerde invoer op de V.K. markt zouden behouden, evenals op den duur de geassocieerde P.T.O.M. zouden krijgen. Met andere woorden, het V.K. zou het gemeenschappelijke buitentarief niet toepassen op de invoer van tropische produkten uit de betrokken Gemenebestlanden, doch de andere EEG-landen wèl. Voorzover het V.K. onder een zodanige regeling tropische grondstoffen uit het Gemenebest zou invoeren,zou in beginsel

12 het gevaar van distorsies ontstaan. Immers het V.K. produceert eindpro dukten waarin grondstoffen id.jn verwerkt die zijn ingevoer met een O-recht of eon recht dat laver l i g t dan het gemeenschappelijke buitentarief, terwijl de EEG deze grondstoffen uit derde landen importeert tegen een hoog buitenrecht. Toch kan men zich afvragen of het t i.idoli jk toestaan van het ïlarokko-protocol aan het V.K. voor wat betreft de tropische Produkten niet een goede overgangsmaatregel tot een latere associatie van de betrokken Gemenebestlanden zou zijn. Immers, een onmiddellijke associatie van de tropische Gemenebestlanden biedt nadelen voor de P.T.O.M, in verband met hun over het algemeen zwakkere concurrentiepositie-: (zie onder A i i van dit Hoofdstuk). Onder vigueur van een t i j d e l i j k Marokko-protocol voor het V.K. zouden enerzijds de belangen van de Gemenebestlanden op de Britse markt worden gewaarborgd en zou anderzijds aan de P.T.O.M. de t i j d worden geboden hun concurrentiepositie zowel op de EEG-markten als op do; Britse narkt te verbeteren. Het eerder genoemde gevaar voor distorsies zal zo nodig maatregelen vergen. In beginsel bestaat dit gevaar ook thans binnen de EEG op grond van de voorzieningen van het Marokkoprotocol. D. Tariefcontingenten. Deze mogelijkheid is door Minister Heath niet als zodanig genoemd, doch wellicht zal in een enkel bijzonder geval op dit systeem moeten worden teruggevallen, nl. indien geen oplossing kan worden gevonden volgens de modaliteiten onder A t/m C hiervoor genoemd. Onder dit stelsel zou het V.K. zijn historische importen van bepaalde tropische produkten uit het Gemenebest veiligstel 1 en tegen het bestaande preferentiële tarief. Deze produkten zouden op de Britse markt echter concurrentie ondervinden van de geassocieerde P.T.O.M., In aanmerking nemende de over het

13 algemeen slechte concurrentiepositie ve.n de K.-prodokten zou een dergelijke oplossing de "betrokken Gemono'x st landen, althans voorlopig, economisch weinig schade berokkenen. Hot verschil tussen tariefcontingenten en het lïarokkoprotocol is gelegen in het f ^ i t, dat tariefcontingenten over het algemeon beperkt zijn in hoeveelheid en tijdsduur, terwijl het huidige Marokkoprotocol ten dele een onbeperkte invoer voor onbepaalde t i j d toestaat..vaar er hierbij kwantitatieve beperking erbestaan - omdat deze ook bestonden op het moment van inwerkingtreding van het E.E.Gr. Verdrag - is het verschil slechts gelegen in de tijdsduur. E. Afscheiding van markten. Deze methode houdt in dat er in feite geen gemeenschappelijke markt bestaat voor de bedoelde tropische produkten, m.a.w. het preferentiële stelsel van de EEG met de P.T.O.ÏI. en dat van het "V.K. met de betrokken Gemenebestlanden b l i j f t ongewijzigd, doch van elkaar geïsoleerd, voortbestaan. Hot is duidelijk dat deze modaliteit slechts in het uiterste geval en dan nog beperkt tot een zo klein mogelijk aantal produkten, in overweging zal kunnen worden genomen, n.1. slechts ingeval geen enkele andere oplossing - zoals hiorvoor besproken -- mogelijk i s. 2.Industriële grondstoffen. Over het geheel genomen zullen de moeilijkheden in deze sektor kwantitatief van geringe omvang zijn, aangezien zowel de EEG als het V.K. voor de meeste industriële grondstoffen rechtenvrijdom kennen. Slechts voor een v i j f t a l - ook door Minister Heath genoemde - belangrijke produkten, t.w. aluminium, cellulose, courantdruk, lood en zink, zullen oplossingen nodig zijn. Voor deze grondstoffen heeft de EEG in vergelijking met het algemene Britse tarief een hoog buitentarief; de Gemenebest-leveranciers, waarvan Canada do belangrijkste is, genieten rechtenvrij dom in het V.K.

14 Minister Heath verklaarde dat de Engelse voorkeur uitgaat naar een O-recht voor de vergrote EEG. Deze oplossing zou uiteraard voor de Gemenebestlanden en andere derde landen gunstig zijn, doch binnen do huidige EEG zeer waarschijnlijk op grote weerstand stuiten in verband mot eigen produktiebelangoi. Bij toetreding of associatie van andere E.V.A.-landen, zoals Noorwegen en Zweden, die belangrijke leveranciers zijn van genoemde produkten, zal het echter voor de protectionistische EZC--landen moeilijker worden een O-recht af te wijzen, aangezien dan immers de grootste concurrenten zich binnen het buitentarief bevinden. Indien t.a.v. een enkel produkt dan toch nog overwegende bezwaren tegen een O-recht zouden worden aangevoerd, zou naar analogie van het Italiaanse voorbeeld m.b.t. lood en zink, kunnen worden overgegaan tot een O-recht voor de vergrote EEG tezamen met het toepassen van markt-isolering voor die EEG-landen die een tarief van enige betekenis niet kunnen ontberen. Andere denkbare modaliteiten voor het oplossen der moeilijkheden zijn het toepassen van het Marokko protocol of een systeem van tariefcontingenten door het V.K. ter veiligstellling van zijn historische importen uit de Gemenebestlanden. Aan beide systemen kleven evenwel in de praktijk zeer grote bezwaren als gevolg van de veelzijdige verwerking van de grondstoffen in kwestie (m.u.v. wellicht courantdruk), waardoor een ingewikkeld systeem van originebepaling nodig zou zijn ter voorkoming van doorstroming der verwerkte produkten. Daarnaast ontstaat in beginsel het gevaar van distorsies in de produktie. 3. Industriële halffabrikaten en eindprodukten. In deze sektor moet een onderscheid worden gemaakt tussen produkten afkomstig uit de hoog-ontwikkelde Gemenebestlanden met een normaal prijspeil (vnl. Canada en in mindere mate Australië en Nw. Zeeland) en die uit de minder ontwikkelde Gemenebestlanden met een laag prijspeil (Hongkong, Pakistan en India). Wat de produkten uit de eerstgenoemde groep betreft is van Britse zijde bij monde van Minister Heath reeds erkend, dat een onbepaalde en onbeperkte voortzetting van de vrije invoer in

15 het V.K. wellicht niet verenigbaar zal zijn met de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt. Hieruit zou kunnen -..'orden afgeleid dat de Britten niet zullen aandringen op voortzetting van de preferenties die zij aan deze landen verlenen op de veelheid van industriële halffabrikaten en 3indprodukten. "at Canada betreft kan worden aangetekend, dat dit land ten tijde van de tariefonderhandel ingen in het GATT in 1947 aan het V.K. het recht heeft toegekend van Vermindering c.q. opheffing der bestaande preferenties voor Canadese produkten. Wellicht zou indien niet op andere wijze bijv. door middel van een tariefcontingenten-procedure of verlaging van het buitentarief, voor enkele meest dringende gevallen, een prealabele oplossing kan worden gevonden, uitkomst kunnen worden geboden door middel van de eerdergenoemde formule van ; comparable outlets 1 1, op grond waarvan aan deze landen een algemene toezegging zal worden gegeven, dat z i j door de toetreding van het V.K. tot de EEG in hun afzetmogelijkheden op de vergrote EEG-markt niet substantieel zullen worden geschaad. De onzekerheid dat deze toezegging redelijk zal worden verwezenlijkt, alsmede de aan deze constructie f e i t e l i j k verbonden verbreking van de handelspolitieke verhouding van het V.K. met deze landen, doet de vraag rijzen of deze oplossing voor het V.K. en de betrokken Gemenebestlanden aanvaardbaar zal zijn. In de praktijk zou deze constructie immers betekenen, dat Canada c.s. te zijner t i j d het bewijs moeten leveren dat er sprake is van schade aan exportbelangen. Indien dit bewijs door een van de huidige leden van de EEG niet ontvankelijk zou worden verklaard, zou ook het V.K. een regeling t.b.v. deze Gemenebestlanden niet kunnen forceren. Wellicht zou de formule van "comparable outlets" voor de Britten en de betrokken Gemenebestlanden aanvaardbaar zijn, indien op enigerlei wijze, bijv. door meerderheidsprocedures in de Raad of door aan de Europese Commissie toe te kennen bevoegdheden, het veto-recht van de huidige EEG-landen wordt beperkt. Wat de andere modaliteiten betreft, die vermeld zijn onder par.1 van dit Hoofdstuk, moge het volgende dienen. a) Associatie met de vergrote EEG. Minister Heath heeft m.b.t. de onderhavige industriële Gemenebestlanden geen go wag gemaakt van de mogol ijleheid tot associatie.

16 Een associatie van Canada, Australië en Nieuw Zeeland zou weliswaar een oplossing bieden voor alle moeilijkheden, ook in de andere goederensektoren, doch deze mogelijkheid l i j k t, gezien de politieke implicaties, niet aktueel. Bovendien zou een associatie met deze landen in feite moeten neerkomen op het aanvaarden door deze landen van de economische unie, zoals aan het EEG-Verdrag ten grondslag l i g t. Hiermede zou het Europese karakter van de Gemeenschap verloren gaan. k) Marokko-protocol of tariefcontingenten. Aangezien, anders dan bij de tropische Gemenebestlanden, toepassing van het Marokko-protocol op Canada, Australië' en Nieuw Zeeland niet kan worden gezien als een "Vorstufe 1 1 tot associatie, is toepassing van het Marokko-protocol geen aanvaardbare oplossing, gezien de grote omvang der exporten van deze landen. In een beperkt aantal gevallen zal het systeem van tariefcontingenten wellicht uitkomst kunnen bieden. c ) Ve riaging van het gemeenschappelij ke bui tentarief. Een verlaging of afschaffing van het buitentarief op zovele produkten als waar het hier om gaat, l i j k t slechts mogelijk na tariefonderhandelingen in het GATT met de geindustrialiseerde landen die hiervan in eerste instantie zouden profiteren (V.S., Japan). Ook t.a.v. de industriële eindprodukten uit de z.g. lage lonenlanden l i j k t het niet mogelijk een gedetailleerde oplossing te vinden vóór toetreding van het V.K. Het is bekend, dat het huidige Engelse liberalisme t.a.v. de invoer uit deze landen in het V.K. zelf met grote offers gepaard gaat. Het is daarom niet ondenkbaar dat de Britten -16-

17 in de komende onderhandelingen materieel een gerede aanleiding zullen zien om de huidige invoervrijheid te elimineren en te vervangen door een zekere tariefbescherming, waarbij dan van de huidige EEG-landen compensatie t.b.v. de betrokken Gemenebestpartners zal worden gevraagd door middel van een ruimere openstelling hunner markten, neerkomend op een verruiming van de invoercontingentering. Van Engelse zijde is t.a.v. de aard der oplossingen voor het probleem der lage Ionen-landen gerelateerd aan de mogelijkheid ener associatie van deze landen. Een oplossing overeenkomstig deel IV van het EEG-Verdrag l i j k t niet mogelijk, aangezien zulks zou betekenen dat al hun industriële produkten t.z.t. rechtenvrij en zonder enige kwantitatieve beperking in de vergrote E.E.G. zouden kunnen binnenkomen. Aangenome* kan woroen, dat de Engelsen de associatieoplossing slechts hebben genoemd om formeel gedekt te zijn t.o.v. de betrokken landen. Het komt ons voor, dat het probleem van de lage Ionen-landen niet op regionale basis effectief kan worden aangepakt. Slechts een mondiale aanpak van deze vraagstukken, waarbij van alle geïndustrialiseerde landen ter wereld, w.o. de Verenigde Staten, offers worden gevraagc 3, l i j k t uitkomst te kunnen bieden. In dit verband moge worden verwezen na..r de onlangs te Genève getroffen regeling inzake de internationale handel in katoenprodukten, die enerzijds gebaseerd is op "burden sharing" der importlanden en anderzijds op auto-limitatie der exportlanden.

18 Slotbeschouwing. Met het voorgaande is getracht de hoofdelementen van het Gemenebestprobleem aan te geven alsmede de modaliteiten voor mogelijke oplossingen. Het is in dit stadium nog niet mogelijk om vror ieder onderdeel van het probleem produktsgewijs een oplossing aan te geven, aangezien hiervoor het volledige inzicht nog ontbreekt. Bovendien zal Nederland met verschillende oplossingen kunnen meegaan; zo zal ons land t.a.v. de tropische produkten en de industriële grondstoffen zeker de door Engeland gevraagde liberale oplossing kunnen onderschrijven. Hier staat tegenover, dat voor sommige problemen, bijv. in de sektor der industriële eindprodukten, wellicht geen alle partijen bevredigende oplossing kan worden gevonden. Taktisch l i j k t het evenwel wenselijk dat Nederland niet reeds van den beginne af een geëxponeerde houding inneemt t.g.v. de Franse c.q. Engelse opvattingen. Tijdens de onderhandelingen zullen wij voldoende gelegenheid hebben om onze aanvankelijk afwachtende houding te laten varen voor een aan de omstandigheden aangepaste meer geprononceerde positie. Wellicht zal hierbij de mogelijkheid bestaan een bemiddelende rol te spelen tussen eventuele veruiteenliggende standpunten van de Fransen en de Britten, uiteraard met inachtneming van de Nederlandse belangen. Dir.Gen.v.d.B.E.B. 27 oktftber 1951.

19 De verplichtingen, welke het Verenigd Koninkrijk op zich heeft genomen jegens de landen van het Gemenebest, vinden hun basis in een reeks van overeenkomsten, welke het V.K. in 1932 met de afzonderlijke landen van het Gemenebest heeft aangegaan. Deze vormen tezamen het z.g. Ottawa-Agreement. Deze overeenkomsten hebben uitsluitend betrekking op wederzijds verleende tariefpreferenties, welke echter in het algemeen niet in evenwicht zijn. Verschillende van deze Ottawa-verdragen zijn sindsdien vervangen dan wel aangevuld, waarvan als de belangrijkste kunnen worden genoemd: 1. Australië. Het verdrag van 1932 werd in 1957 vervangen door een nieuw. Het nieuwe verdrag is geldig tot en met 9 november 196I; bij niet-opzegging wordt het voor onbepaalde tijd verlengd met een opzegtermijn van 6 maanden. 2. Canada. Het verdrag van 1932 werd op 23 februari 1937 door een nieuw verdrag vervangen. Ook bij dit verdrag behield Canada het contractuele recht op de handhaving van de preferenties bij invoer in het V.K. Tijdens de GATT-inderhandelingen van 19^7 onderging het verdrag van 1937 echter bepaalde wijzigingen. Bepaald werd, dat in de toekomst alle wederzijdse preferenties niet contractueel zouden zijn; beide landen zijn vrij de preferenties te wijzigen dan wel te laten vervallen. 3. Nieuw-Zeeland. Het verdrag van 1932 werd cp 12 augustus 1959 vervangen door een nieuw. De looptijd van het verdrag is onbeperkt, doch kan worden opgezegd met een opzegtermijn van 6 maanden. ^. India. Op 20 maart 1939 werd het verdrag van 1932 vervangen. De datum van afloop van het nieuwe verdrag werd bepaald op 31 maart 19^2; het is automatisch verlengd voor onbeperkte tijd; de opzegtermijn is 6 maanden.

20 Na de afscheiding van India werd op 2 april 1951 een afzonderlijk verdrag tussen Pakistan en het V.K. afgesloten, met een looptijd tot 1 oktober Ook dit verdrag is automatisch verlengd; de opzegtermijn is eveneens 6 maanden. 6. Zuid-Afrika. Het verdrag van 1932 is nog steeds van toepassing. In verband met de uittreding van dit land uit de Gemenebest op 31 mei j.1. loopt het verdrag per 31 december a.s. af. Dit betekent echter niet, dat daarmee de preferentiële behandeling voor de producten uit Zuid-Afrika zal komen te vervallen. 7. Zuid-Rhodesia. Ook voor dit land geldt nog steeds het Ottawa-verdrag van De oorspronkelijke geldigheidsduur was 5 jaar; sindsdien is het verdrag automatisch verlengd; de opzegtermijn is 6 maanden. 8T Ghana. Na de zelfstandigwording van Ghana in 1957 is het verdrag van 1932 in 195Ö vervangen door een nieuw, krachtens hetwelk de bestaande preferenties, welke Ghana en het V.K. elkaar verleenden, kunnen worden gehandhaafd. Na i960 zal jaarlijks worden bepaald, welke preferenties zullen worden gehandhaafd en welke niet. Op dit ogenblik geniet het V.K. geen tariefpreferenties in Ghana, doch Ghana wel in het V.K. S-1O O-'61

'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc"7 /J 4 i*^7 Datum: </~&'

'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc7 /J 4 i*^7 Datum: </~&' M I N I S T E R I E VAN B U I T E N L A N D S E Z A K E N 'S-G R AVE N H AG E 2C. y. s 7 / /On V E R Z O E K E BI) B E A N T W O O R D I N G. K E N M E R K, O N D E R W E R P, D A T U M EN N U M M Ministerraad,

Nadere informatie

Enkele problemen in verband met de komende onderhandelingen over de toetreding van Engeland en andere "anden tot de Europese Gemeenschappen.

Enkele problemen in verband met de komende onderhandelingen over de toetreding van Engeland en andere anden tot de Europese Gemeenschappen. Van: Aan/ DIX Oaderwerjj, ' augustus T Via I 196 I M E M O R A N D U M Enkele problemen in verband met de komende onderhandelingen over de toetreding van Engeland en andere "anden tot de Europese Gemeenschappen.

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 49

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 49 36 (1987) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1988 Nr. 49 A. TITEL Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Democratische

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2012 COM(2012) 449 final 2012/0217 (COD)C7-0215/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de toekenning van tariefcontingenten voor

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1990 Nr. 3

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1990 Nr. 3 51 (1987) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1990 Nr. 3 A. TITEL Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61 INGEKOMEN DOCUMENT van: voor de secretaris-generaal van de Europese

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.6.2017 C(2017) 3631 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 2.6.2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1215/2009 van de Raad wat betreft de handelsconcessies

Nadere informatie

MINISTERIE VAIT L-.FDBOW EIT VISSERIJ. Discussienota voor de Coördinatie-Commissie va.n 21 januari a.s.

MINISTERIE VAIT L-.FDBOW EIT VISSERIJ. Discussienota voor de Coördinatie-Commissie va.n 21 januari a.s. MINISTERIE VAIT L-.FDBOW EIT VISSERIJ Discussienota voor de Coördinatie-Commissie va.n 21 januari a.s. Overeenkomstig de op 8 januari j.1. gemaakte afspraak tijdens een interdepartementale "bespreking

Nadere informatie

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN cc: alle Leden MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN 'S - G R A V E N H A G E MINISTERRAAD n 16 «1961 Â ^ - ^. zijner Excellentie li Ju+U, /f ^0 U^*.. 4*v de Minister-President, Voorzitter van de Raad voor

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.6.2014 COM(2014) 386 final 2014/0197 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1215/2009 van de Raad

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 212

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 212 47 (1980) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1980 Nr. 212 A. TITEL Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2013 COM(2013) 746 final 2013/0360 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie in de ministeriële conferentie van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 213

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 213 48 (1980) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1980 Nr. 213 A. TITEL Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal

Nadere informatie

PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND

PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND bij de Ij Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud van II hedenmorgen doe ik U hierbij een Nota toekomen die enige Jl_S bedachten bevat over de wijze waarop

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.6.2016 COM(2016) 413 final 2016/0192 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen

Nadere informatie

SLOTAKTE. AF/CE/EG/nl 1

SLOTAKTE. AF/CE/EG/nl 1 SLOTAKTE AF/CE/EG/nl 1 De gevolmachtigden van: HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.07.2002 COM(2002) 409 definitief 2002/0166 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een

Nadere informatie

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 13 (1957) Nr. 5. JAARGANG 1976 Nr. 78

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 13 (1957) Nr. 5. JAARGANG 1976 Nr. 78 13 (1957) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1976 Nr. 78 A. TITEL Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, met bijlagen; Rome, 25 maart 1957 B. TEKST»

Nadere informatie

MINISTERIE V A N BUITENLANDSE Z A K E N. Kenmerk:

MINISTERIE V A N BUITENLANDSE Z A K E N. Kenmerk: MINISTERIE V A N BUITENLANDSE Z A K E N P L E I N 23 ' S - G R A V E N H A G E T E L. 614941 Onderwerp: Betrekkingen Suriname en Nederlandse A n t i l l e n met de EG Kenmerk: DIE/AE-288260 B i j g a a

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 18 oktober 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0259 (NLE) 13354/17 N 36 EEE 39 AGRI 560 VOORSTEL van: ingekomen: 17 oktober 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 18 oktober 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0260 (NLE) 13389/17 N 39 EEE 42 AGRI 564 VOORSTEL van: ingekomen: 17 oktober 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176 42 (1995) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 176 A. TITEL Protocol betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot het Akkoord tussen het Koninkrijk der

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.1.2018 COM(2018) 30 final 2018/0010 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het Associatiecomité EU-Algerije in te

Nadere informatie

Conclusies van de Coördinatie Commissie voor Europese. De Coördinatie Commissie h e e f t op 29 maart de v o l g e n de onderwerpen "behandeld:

Conclusies van de Coördinatie Commissie voor Europese. De Coördinatie Commissie h e e f t op 29 maart de v o l g e n de onderwerpen behandeld: Conclusies van de Coördinatie Commissie voor Europese I n t e g r a t i e - en A s s o c i a t i e p r o b l e m e n van 29 maart 1976 De Coördinatie Commissie h e e f t op 29 maart de v o l g e n de onderwerpen

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 33 (1996) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 275 A. TITEL Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265 RESULTAAT BESPREKI GE van: de Groep Financiële vraagstukken d.d.: 14 december 1999 Betreft: BTW - Verlaagd tarief

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 6512/04 DCL 1 JUSTCIV 28 DERUBRICERING van document: 6512/04 d.d.: 20 februari 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor

Nadere informatie

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt: Verdrag inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende de wet

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 7223/04 DCL 1 JUSTCIV 42 DERUBRICERING van document: 7223/04 d.d.: 11 maart 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor een

Nadere informatie

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3 Artikel 1 1. Dit verdrag is van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken, gewezen op het grondgebied van een andere Staat dan die waar de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.7.2017 COM(2017) 382 final 2017/0160 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt van de Europese Unie met het oog op de vaststelling van

Nadere informatie

388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE. AF/CE/LB/nl 1

388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE. AF/CE/LB/nl 1 388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE AF/CE/LB/nl 1 2 von 11 388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet houdende instemming met het protocol, ondertekend

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.2.2014 COM(2014) 92 final ANNEX 1 BIJLAGE AANVULLEND PROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN NAAR AANLEIDING VAN

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.7.2017 COM(2017) 374 final 2017/0156 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 412 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) PUBLIC 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383 NOTA van: aan: vorig doc. Betreft: het secretariaat-generaal de Raad 8277/06

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring DE STATEN, DIE PARTIJ ZIJN BIJ DIT VERDRAG, ZICH ERVAN BEWUST ZIJNDE dat de internationale factoring een belangrijke taak te vervullen heeft in

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 23/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: SLOTAKTE ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

MINISTERIE 'S-GRAVENHAGE. ' *f'

MINISTERIE 'S-GRAVENHAGE. ' *f' f. f. J~B /pri- MINISTERIE 7p VAN B U I T E N L A N D S E Z A K E N Ministerraad 'S-GRAVENHAGE ' *f' f Q 2 E K E» M B E A N T W O O R D I N G, K E N M E R K, O N D E R W E R P, D A T U M E N N U M M E

Nadere informatie

Dit Verdrag is van toepassing, welke ook de rechter of de autoriteit is die kennis dient te nemen van het geschil.

Dit Verdrag is van toepassing, welke ook de rechter of de autoriteit is die kennis dient te nemen van het geschil. Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op de aansprakelijkheid wegens produkten De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0160 (NLE) 11431/17 VOORSTEL van: ingekomen: 19 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ACP 86 WTO 171 COAFR 217

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

6986/01 CS/vj DG H I NL

6986/01 CS/vj DG H I NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 maart 200 (OR. fr) 6986/0 LIMITE VISA 32 FRONT 5 COMIX 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van Zweden met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.2.2018 COM(2018) 74 final ANNEX BIJLAGE bij voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:

Nadere informatie

De Opdrachtgever: de (rechts)persoon die de opdracht aan RandstadMakelaars verstrekt.

De Opdrachtgever: de (rechts)persoon die de opdracht aan RandstadMakelaars verstrekt. Artikel 1 - Toepasselijkheid Deze algemene bepalingen zijn van toepassing op iedere overeenkomst van opdracht tot dienstverlening en/of bemiddeling, alsmede de daaruit voortvloeiende aanvullende en/of

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 maart 2008 (25.03) (OR. en) 704/08 VISA 77 COMIX 72 NOTA van: de Belgische, de Luxemburgse en de Nederlandse delegatie aan: de Groep visa Betreft: Initiatief van België,

Nadere informatie

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 2/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: VERDRAG ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 8 juni 2011 (OR. en) 2010/0318 (COD) LEX 1192 PE-CONS 13/1/11 REV 1 COEST 109 NSI 31 WTO 145 CODEC 549 VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD. van 15 juli houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen

VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD. van 15 juli houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen Nr. L 166/2 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 17. 7. 68 VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen

Nadere informatie

Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. het Oost-blok

Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. het Oost-blok I.R.K.P. '69-11 t-^-tft Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. het Oost-blok 1) Volgens art. 113 EEG wordt de gemeenschappelijke handelspolitiek na afloop van de overgangsperiode gegrond op éénvormige

Nadere informatie

12756/1/16 REV 1 pro/van/ev 1 DG C 1

12756/1/16 REV 1 pro/van/ev 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2016 (OR. en) 12756/1/16 REV 1 COTRA 21 CDN 17 NOTA I/A-PUNT van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKE T

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKE T MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKE T 'S-GRAVENHAGE T.b.v. de ver aderin van Joord1nat1e omm1ss1e 18 november 1959. Aan de leden van de Coördinatie Commissie voor de Integratie en de Vrijhandelszone. -------------------------------

Nadere informatie

Associatiebesluiten van de Associatieraad EEG- Turkije BETREFFENDE DE TENUITVOERLEGGING VAN ARTIKEL 12

Associatiebesluiten van de Associatieraad EEG- Turkije BETREFFENDE DE TENUITVOERLEGGING VAN ARTIKEL 12 EGIAssociatiebesluiten Turkije c14-l l C14-l l Associatiebesluiten van de Associatieraad EEG- Turkije BESLUIT NR. 2/76 VAN DE ASSOCIATIERAAD VAN DE OVEREENKOMST VAN ANKARA; AANGENOMEN TIJDENS DE 23~ ZITTING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 27.04.2004 COM(2004) 315 definitief 2004/0107 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de kennisgeving aan de Republiek Korea van de opzegging

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0184 (NLE) 11636/17 ADD 1 COEST 212 ELARG 62 VOORSTEL van: ingekomen: 3 augustus 2017 aan: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE 21.6.2018 L 158/5 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE L 122/14 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 18 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 40 A. TITEL 1) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 22.1.2014 2013/0358(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2019 (OR. en) XT 21105/1/18 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2018/0427 (NLE) BXT 124

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2019 (OR. en) XT 21105/1/18 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2018/0427 (NLE) BXT 124 Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0427 (E) XT 21105/1/18 REV 1 BXT 124 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna de Gemeenschap te noemen) enerzijds, en bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 284 van 22/10/98 OVEREENKOMST inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde

Nadere informatie

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Brussel, 28 november 2018 (OR. en) 14848/18 COEST 237 WTO 307 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 27 november 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) 15578/10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.5.2014 COM(2014) 269 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad over het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en associatieraad

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100 15 (1992) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 100 A. TITEL Raamverdrag inzake vriendschap en nauwere samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LOCATIE SMITSWEG DORDRECHT. Tussen:

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LOCATIE SMITSWEG DORDRECHT. Tussen: Dordrecht r«-^ \j SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LOCATIE SMITSWEG DORDRECHT Tussen: Gemeente Dordrecht AM Wonen B.V. Amvest Projectontwikkeling Samenwerking met Derden B.V. Definltieve versie d.d. 6 juni 2005

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 maart 2010 Betreft:

Nadere informatie

255 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 15 SLOTAKTE. AF/CE/EG/nl 1

255 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 15 SLOTAKTE. AF/CE/EG/nl 1 255 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 15 SLOTAKTE AF/CE/EG/nl 1 2 von 15 255 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 153

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 153 5 (1945) No. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1956 No. 153 A. TITEL Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds, met bijlagen; Washington, B. TEKST De Engelse

Nadere informatie

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I); RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (07.10) (OR. en) 13164/03 EEE 40 NOTA I/A-PUNT van: de Groep Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) d.d.: 2 oktober 2003 aan: COREPER II/de Raad Betreft:

Nadere informatie

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0360 (COD) 15414/14 JUSTCIV 285 EJUSTICE 109 CODEC 2225 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0083 (NLE) 8457/17 ADD 1 COEST 85 ELARG 28 VOORSTEL van: ingekomen: 24 april 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2011 (13.12) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 18475/11 JUSTCIV 356 CODEC 2397 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.:

Nadere informatie

1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever.

1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever. Algemene voorwaarden Snelontruiming.nl 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever. 2. Alle offertes en aanbiedingen

Nadere informatie