Visies van hulpverleners op familieleden van mensen met alcohol- of drugproblemen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Visies van hulpverleners op familieleden van mensen met alcohol- of drugproblemen"

Transcriptie

1 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Visies van hulpverleners op familieleden van mensen met alcohol- of drugproblemen Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van master in Pedagogische Wetenschappen, optie: Orthopedagogiek door Debbie De Neve Promotor: Prof. Dr. Eric Broekaert Thesisbegeleidster: Mevr. Jente Vandeburie

2

3 Dankwoord Graag wil ik een woord van dank uiten aan de personen die gedurende mijn opleiding en bij het schrijven van mijn thesis een belangrijke rol hebben gespeeld. Allereerst wil ik Prof. Dr. Eric Broekaert bedanken voor het opnemen van het promotorschap van deze thesis. Vervolgens wil ik Jente Vandeburie danken voor de vele tijd die ze voor mij heeft vrijgemaakt. Bij haar kon is steeds terecht met vragen en ze heeft mij steeds terug op de goede weg gezet wanneer het moeilijker ging. Verder wil ik graag alle hulpverleners bedanken die bereid waren deel te nemen aan mijn onderzoek en niet alleen hun visies, maar ook hun kennis en ervaring te delen. Vervolgens wil ik mijn familie bedanken, en in het bijzonder mijn ouders die mij onvoorwaardelijk hebben gesteund het voorbije jaar, maar zeker ook gedurende mijn gehele studieloopbaan. Ik wil hen bedanken voor de motiverende woorden en het geduld dat zij meermaals hebben opgebracht wanneer het moeilijk ging en het geloof dat zij in mij hebben gehad om deze studies goed te volbrengen. Tot slot wil ik mijn vrienden bedanken voor de raad, de hulp, de steun en de ontspannende momenten.

4 Inhoudstafel Inleiding Literatuurstudie Visies op familieleden van drug- of alcoholgebruikers Familiepathologie model Codependency concept Familiesysteemperspectief Stress-strain-coping-support model Sociaal-contextuele stroming Verslavingsmodellen Moreel model Farmacologisch model Symptomatisch model Leertheoretische model Biopsychosociaal model Hersenziekte model Samenvatting: Evolutie en linken tussen visies op familieleden en verslavingsmodellen Hulpverlening Huidige trends Vlaamse situatie Conclusie Onderzoeksvragen Methodologie Deelnemende voorzieningen en respondenten Dataverzameling Kwantitatief luik Kwalitatief luik Data-analyse Kwaliteitscriteria Betrouwbaarheid Validiteit... 33

5 3 Resultaten Voorstelling van de steekproef Kwantitatief gedeelte Attitudes Variantie-analyse Kwalitatief onderzoek Visies van hulpverleners op verslaving Visies van hulpverleners op familieleden Voor- en nadelen van familiebetrokkenheid Familie Cliënt Hulpverleners Werken rond het thema familie Vorm Functie van familiebetrokkenheid Aanbod voorgelegd aan familie Werken rond het thema familie en de ervaringen hierover Familievriendelijke voorziening Belangrijke thema s bij familiebetrokkenheid Discussie Bespreking van de resultaten Attitudes van hulpverleners Visies van hulpverleners Voor- en nadelen van familiebetrokkenheid Familiebetrokkenheid in bevraagde voorzieningen Belangrijke thema s bij familiebetrokkenheid Sterke aspecten en kritische bedenkingen van het onderzoek Aanbevelingen voor de praktijk en verder onderzoek Referenties Bijlage 1: Criteria classificatiesystemen Misbruik van een middel volgens DSM-IV Afhankelijkheid van een middel volgens DSM-IV Bijlage 2: Attitudes to Addiction-Related Family Problems Questionnaire (AAFPQ) Bijlage 3: anamnetische vragenlijst Bijlage 4: Semigestructureerde interviews... 75

6 Inleiding Familie en meer bepaald het gezin heeft een prominente plaats in het leven, wordt gezien als een eigen entiteit en wordt ook vaak omschreven als de hoeksteen van onze samenleving. Wanneer er zich geen significante problemen voordoen wordt aan deze entiteit veel zelfstandigheid toegekend en wordt er niet geïntervenieerd. Wanneer het echter minder goed gaat worden individuen uit de familiale context weggehaald, worden behandeld en er daarna terug in geplaatst terwijl de context niet betrokken wordt bij de behandeling. Er is dus sprake van een sterke individuele aanpak. Hierin is de laatste jaren echter verandering gekomen. Het thema familiebetrokkenheid krijgt in de praktijk en op beleidsniveau steeds meer aandacht. In de praktijk worden internationaal steeds meer interventies ontwikkeld voor familieleden of waar familieleden een belangrijke plaats hebben. Op beleidsniveau wordt in het recentste beleidsplan Geestelijke Gezondheidszorg Vlaanderen van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin eveneens meer aandacht besteed aan familieleden van personen met psychische problemen, met inbegrip van familieleden van druggebruikers. Toch blijkt familiebetrokkenheid geen evidentie en is dit thema grond van discussie. Er wordt binnen dit onderzoek geopteerd om hulpverleners te bevragen rond dit thema om zicht te krijgen hoe zij staan tegenover familiebetrokkenheid en in hoeverre familiebetrokkenheid aanwezig is in de voorziening waar zij tewerk zijn gesteld. Er is gekozen om hulpverleners binnen één specifieke vorm van hulpverlening te bevragen namelijk de drug- en alcoholhulpverlening waar familiebetrokkenheid minder evident lijkt dan in andere hulpverleningssectoren, mede omdat het hier voornamelijk over jongvolwassenen en volwassenen gaat en omdat er soms negatieve visies zijn ten overstaande van familieleden. Onder hulpverleners worden hierbij enerzijds familiewerkers en anderzijds hulpverleners die primair met de cliënt werken verstaan. Deze thesis is ontstaan vanuit een aantal belangrijke bevindingen uit de literatuur en is opgebouwd uit 4 hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk, de literatuurstudie bestaat uit twee grote delen. In het eerste deel worden de visies op familieleden van drug- of alcoholgebruikers doorheen de tijd besproken die in de drughulpverlening en in onderzoek aanwezig zijn. Er wordt ook ingegaan welke verslavingsmodellen er zijn. Een verslavingsmodel is een gangbare visie die meestal in een bepaalde tijdsperiode naar voor komt en wordt gezien als een verklaring of verduidelijking van een bepaald fenomeen. In onderstaande tekst wordt het fenomeen van het 1

7 gebruik van drugs en alcohol behandeld. Er worden eveneens linken gelegd met de evolutie in visies op verslaving. In het tweede deel wordt de organisatie van hulpverlening aan familieleden (doorheen de tijd) in de internationale literatuur en in Vlaanderen besproken. Uit deze 2 delen worden 7 onderzoeksvragen gedestilleerd. In het 2 de hoofdstuk wordt stil gestaan bij de methodologie van deze masterproef. Er is een overzicht te vinden van de respondenten en de verschillende settings die deelgenomen hebben aan dit onderzoek. Daarnaast wordt het kwantitatieve en kwalitatieve luik van het onderzoek toegelicht. Het derde hoofdstuk geeft een weergave van de belangrijkste onderzoeksresultaten, geïllustreerd met citaten. Er wordt afgesloten met het hoofdstuk discussie. Dit omvat de bespreking van de resultaten, de sterke punten en beperkingen van het onderzoek en het besluit met aanbevelingen voor de praktijk en voor verder onderzoek. Bij het schrijven van een thesis betreffende het thema alcohol- en druggebruik is het belangrijk om stil te staan bij het gebrek aan eenduidigheid wat betreft de terminologie, die zowel binnen onderzoek als binnen de praktijk aanwezig is. Er zijn verschillende wetenschappelijke scholen en verschillende visies betrokken binnen de drughulpverlening waardoor het niet evident is om een gemeenschappelijke taal te vinden. Als er gesproken wordt over stoornissen in het gebruik van middelen maakt de DSM-IV een onderscheid tussen misbruik enerzijds en afhankelijkheid anderzijds (zie bijlage 1) (Broekaert, et al., 2005). Wanneer er gesproken wordt over misbruik van een middel dan wijst men op een patroon van onaangepast gebruik van een middel dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt, zoals in een periode van twaalf maanden blijkt uit één (of meer) van de indicatoren (Broekaert, 2005, p 306). De DSM-IV stelt hierbij 4 criteria voorop (APA, 1994). Wanneer er gesproken wordt over afhankelijkheid van een middel dan wijst men op een patroon van onaangepast gebruik van een middel dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt, zoals in een periode van twaalf maanden blijkt uit drie (of meer) van de indicatoren (Broekaert, 2005, p 307). De DSM-IV stelt hier 7 criteria voorop (APA, 1994). Tussen misbruik en afhankelijkheid bestaat een hiërarchische relatie. Voor iemand afhankelijk wordt van een bepaald middel zal deze eerst een middel misbruiken. Dit heeft ook tot gevolg dat afhankelijkheid misbruik impliceert (Broekaert, et al., 2005). 2

8 Hoewel er een specifiek classificatiesysteem bestaat waarbij de termen misbruik en afhankelijkheid duidelijk omschreven worden, zijn er heel wat andere termen in omloop. Meer algemeen wordt in onderstaande tekst gesproken over alcohol- of drugproblemen of middelenmisbruik om het volledige spectrum van drugproblemen te benoemen. Middelenmisbruik verwijst naar die groep van gebruikers die één of meer middelen op dusdanige manier gebruiken dat dit leidt tot problemen op één of meer leefgebieden (Vanderplasschen, Mostien, Claeys, Raes, & Van Bouchaute, 2001, p 22). Voor het weergeven van de geraadpleegde bronnen is de APA-stijl (5 de editie) gehanteerd. 3

9 1 Literatuurstudie 1.1 Visies op familieleden van drug- of alcoholgebruikers De ervaringen van familieleden van personen met een alcohol -of drugprobleem zijn doorheen de geschiedenis door professionelen en academici geïnterpreteerd vanuit verschillende modellen. Orford en collega s (2005) onderscheiden de volgende dominante verklaringsmodellen: het familiepathologie model, het codependency concept, het familiesysteemperspectief en het stressstrain-coping-support model. Hieronder wordt elk model kort geschetst Familiepathologie model Het oudste model is het familiepathologie model (Orford et al., 2005). Als basisassumptie wordt gesteld dat familieleden van drug- of alcoholgebruikers zelf deel uitmaken van het probleem. Ze worden gepercipieerd als personen die zelf aan psychopathologie lijden. Dit wordt nader omschreven als de gestoorde persoonlijkheidshypothese. De assumptie hierbinnen is dat significante anderen gezien worden als mensen die baat hebben bij het alcoholprobleem van hun partner/familielid (Holmila, 1994). Deze disfunctionaliteit zou zich concentreren rond een vervaging van een gevoel van eigenwaarde en het opnemen van de slachtofferrol. Aanvankelijk heeft dit model vooral toepassing gekend op vrouwen van alcoholici. Deze theorieën argumenteren daarenboven dat vrouwen een alcoholgebruikende partner kiezen en dit probleemdrinken onderhouden om eigen intrapsychologische noden te bevredigen. Binnen dit model is men ervan uit gegaan dat vrouwen psychologische problemen ontwikkelen, meer gestresseerd worden of gaan decompenseren wanneer de partner stopt met drinken. Bij deze visie wordt uitgegaan dat deze vrouwen het drinken van hun partner gaan aanmoedigen. Whalen (in Orford et al., 2005) heeft vier persoonlijkheidstypetjes beschreven, die ze veel heeft opgemerkt bij vrouwen van alcoholici. Het eerste typetje is Suffering Susan. Bij deze vrouw staat de behoefte om zichzelf te straffen centraal (masochisme). Daarnaast beschrijft ze Controlling Catherine. Vrouwen die gelinkt worden aan dit type bepalen en regelen elk aspect van het huwelijk (dominantie). Vervolgens bestaat volgens haar Wavering Winifred. Bij deze vrouwen staat twijfel en onzekerheid centraal (afhankelijkheid). Tot slot is er ook Punitive Polly. Hierbij gedraagt de vrouw zich als iemand die snel geïrriteerd is en dus snel opmerkingen geeft, maar tegelijkertijd als een vergevingsgezinde moeder optreedt, waarbij het feit bedekt wordt met de mantel der liefde (agressie). Aan ieder type wordt een ongunstige eigenschap verbonden, die tussen haakjes bij ieder type staat vermeld. Vrouwen met deze eigenschappen zouden relaties met alcoholisten opzoeken om hun eigenschap te kunnen uiten en ontladen (Knibbe & Abbenhuis, 1991). 4

10 Aanvankelijk zijn het vooral de vrouwen van mannen met drankproblemen die de focus zijn van familiepathologie modellen. Wanneer de problematiek van drugsmisbruik bij adolescenten en jongvolwassenen actueel wordt, verschuift de focus naar de ouders en gaat men ervan uit dat ouders een disfunctie hebben en falen in hun ouderschap. Deze aspecten zullen volgens dit model bijdragen aan het druggebruik van de jongere (Orford et al., 2005). Kooyman (1993) heeft een aantal specifieke factoren beschreven van families die de verschijning van drugsmisbruik van de kinderen met zich mee kunnen brengen. Een eerste factor situeert zich in de relatie tussen de druggebruiker en zijn/haar ouders. Kinderen die een drugprobleem hebben zouden meer overbeschermende en overbetrokken ouders hebben of ouders die zeer afstandelijk zijn of hun kind negeren. Een tweede factor is het belang van de kwaliteit van de relatie. Er wordt aangegeven dat een groot aantal van de vaders in deze gezinnen een drinkprobleem heeft. Daarnaast hebben veel kinderen die een drugprobleem hebben een scheiding of een plotse dood van een ouder ervaren en dit voor ze 16 jaar oud zijn. Regelmatig worden er traumatische ervaringen aangegeven binnen deze families. Het gaat dan om onder andere geweld, incest, zelfmoord of psychiatrische problemen. Tot slot is er ook een tekort aan grenzen tussen de generaties Codependency concept Een relatief recente variant van het pathologiemodel is het codependency concept. Familieleden worden hierbij gezien als codependent of mede afhankelijk en spelen een rol binnen de problematiek. Belangrijk bij dit concept is de link die gelegd kan worden met de 12 stappen-cultuur van de AA en meer bepaald van de Al-Anon (zie ook,-p) (Orford et al., 2005). Hoewel het codependency concept een populair concept is, is dit model niet onomstreden. Er heerst heel wat onduidelijkheid voor welke personen dit concept van toepassing is en waarvoor dit concept staat. Eerst en vooral zoals hierboven vermeld is het niet altijd even duidelijk op welke personen dit concept wordt betrokken: Hands & Dear (1994) geven een specifieke invulling van het codependency concept waarbij ze ervan uitgaan dat vrouwen van probleemdrinkers en kinderen die opgegroeid zijn met probleem-drinkende ouders worden beïnvloed door het gebruik. Daarnaast vermelden Cullen en Carr (1999) dat codependency slechts één aspect is van wijdere multigenerationele familiesysteemproblemen; het beperkt zich niet enkel tot families waar er alcohol- en drugsmisbruik is. 5

11 Meer algemeen is codependency een term die voorbehouden wordt voor individuen die relationeel verbonden zijn met een chemisch afhankelijke persoon (Cermak in Shorkey & Rosen, 1993). Naast onduidelijkheid over personen bestaat er ook onduidelijkheid over de inhoud. Dit is te merken aan de verschillende visies die er bestaan rond het ontstaan van codependency. Enerzijds zijn er definities die codependency zien als een primaire stoornis, anderzijds wordt dit gezien als uitkomst van het samenleven met iemand met een afhankelijkheidsproblematiek. Codependency is volgens Gierymski en Williams (1986) een primaire ziekte bij elk lid van een alcoholische familie, dewelke vaak nog erger wordt gezien dan de afhankelijkheid van alcohol op zich, omdat deze zijn eigen fysieke verschijningsvormen heeft en als dusdanig als een behandelbare diagnose wordt geprofileerd. In de klinische literatuur wordt codependency volgens Haaken (1990) beschreven als een toestand met verschillende kenmerken waarvan de basis teruggaat naar de gestoorde persoonlijkheidshypothese zoals is beschreven bij het familiepathologie model (Hands & Dear, 1994; Orford et al., 2005). Aanhangers van deze visie beogen dat significante anderen zelf therapie of andere vormen van individueel advies moeten volgen. Morgan (1991) ziet de symptomen van codependency als het resultaat van de ervaring te leven met een alcohol- of drugsafhankelijk individu. Hij stelt eveneens vast dat wanneer de gebruiker stopt of herstelt van zijn afhankelijkheid, het gedrag van de samenwonenden gewoon verder gaat en in sommige gevallen zelfs verergert. Hetgeen Morgan (1991) vermeldt, kan gelinkt worden aan de decompensatiehypothese. Zoals hierboven duidelijk is geworden kent het codependency concept een verscheidenheid aan definities waardoor er heel wat onduidelijkheid hieromtrent bestaat. Doordat er zoveel onduidelijkheid bestaat rond dit concept is er in de literatuur heel wat kritiek geuit op dit codependency concept. Deze kritiek is op te splitsen in twee belangrijke pijlers. Er komt nogal wat kritiek op het feit dat er geen empirisch onderzoek is gebeurd. Cull en Carr (1999) schrijven bijvoorbeeld dat er een gebrek is aan empirische validiteit voor welke definities van codependency dan ook, waardoor dit concept met veel sceptisme wordt onthaald. Daarnaast zijn Gierymski en Williams (1986) de mening toegedaan dat de aangehaalde voorbeelden waar de term codependency wordt gebruikt, uit de context van willekeurige studies zijn gehaald. Hierbij tonen ze aan dat ze ernstige bedenkingen hebben bij het codependency concept. Haper & Capdevila (1990) uiten eveneens hun kritiek op het feit dat er een operationele definitie van 6

12 codependency ontbreekt, waarbij heel wat verwarring bestaat rond symptomatologie, etiologie en prognose. De kritiek centraliseert zich vooral rond het feit dat dit concept de personen waarop gedoeld wordt, heel negatief behandeld. Orford et al. (2005) geven aan dat er veel kritiek is gekomen op deze codependency visie, veelal omdat het familieleden negatief bejegent, beschuldigt en stigmatiseert. Naast Orford et al. hebben ook Cull en Carr (1999) hun kritiek geuit. Zij verklaren dat vele auteurs het concept afwijzen op basis van de denegratie van de vrouw en het verwijten van onschuldige slachtoffers van middelenmisbruik. In het verlengde van deze beschuldiging en stigmatisering is er ook kritiek geuit vanuit feministische hoek op het codependency model. Vrouwen worden disfunctioneel gekarakteriseerd, waarbij hun grootste probleem hun eigen pathologische afhankelijkheid is van hun drinkende man of geliefde. De conceptualisatie van het codependency model helpt het status quo te onderhouden tussen vrouwelijke en mannelijke machtsrelaties: wanneer niet alleen de mannelijke alcoholgebruiker maar eveneens de echtgenote als ziek of slecht wordt gepercipieerd, zal de man niet aan macht inboeten niettegenstaande er meer mannelijke dan vrouwelijke drinkers zijn (Holmila, 1994). Betty Tallen in Haaken (1993) vult deze kritiek nog aan, zij wijst erop dat codependency gecommercialiseerd wordt in de medische wereld, zogenaamd ter bevordering van de behandeling van vrouwenkwalen, met als gevolg dat het leven van deze vrouwen wordt gedomineerd door onzekerheden en onderdrukking omdat ook aan hen een ziekte wordt toegeschreven Familiesysteemperspectief Als volgend model wordt door Orford et al. (2005) het familiesysteemperspectief belicht. Eerst wordt de familiesysteem theorie algemeen beschreven, alvorens in te gaan op het hanteren van dit model binnen een verslavingsproblematiek. Als men de term systeem van naderbij bekijkt, wordt systeem gezien als een groep individuen waartussen relaties bestaan, de leden gaan met elkaar in interactie. Door wat hier boven is beschreven is het evident om familie te linken aan deze definitie. Families veranderen onafgebroken naar een hoger niveau van organisatie en functioneren, tegelijk proberen ze naast deze verandering ook hun evenwicht te bewaren. De wisselwerking tussen verandering en stabiliteit zorgt ervoor dat het gezin en het individu zich makkelijker kunnen aanpassen aan elkaar en situaties die zich voordoen (Kaslow, Dausch, & Celano, 2005; Steinglass, 1984). 7

13 De familiesysteemtheorie is een conceptueel model met een aantal kernconcepten. Drie belangrijke concepten zullen hieronder overlopen worden: Het eerste kernconcept is de familie als een systeem zoals hierboven reeds eerder aangegeven. Daaruit volgt dat gedrag gezien wordt als het resultaat van verschillende interacties en organisatorische karakteristieken tussen de familie als zijn geheel. Een tweede kernconcept is het concept van controle. Hier wordt ingegaan op de morfostatische (regulatie)principes. Deze principes handelen over homeostase en cybernetische regulatie. Deze termen beschrijven het vermogen van levende systemen om stabiliteit te behouden in hun interne omgeving in interactie met de externe omgeving (Steinglass, 1984). Gezinssystemen geven voortdurende informatie door, door middel van feedback loops ; dit zijn circulaire patronen van communicatie. Positieve feedback zorgt ervoor dat een gezin verder kan evolueren terwijl negatieve feedback zorgt dat het gezin opnieuw kan stabiliseren (Kaslow, Dausch, & Celano, 2005). Een laatste kernconcept is het concept van systemische groei. Het denkbeeld hierover is dat families, als open systemen, voortdurend ontwikkelen naar grotere organisatorische complexiteit doorheen de tijd. Het maakt een evolutie naar een grotere voorspelbaarheid van gedragspatronen in de familie (Steinglass, 1984). Als er specifiek wordt gefocust op een verslavingsproblematiek zijn er twee belangrijke aspecten die geschetst worden in onderstaande tekst. Enerzijds worden de disfunctionele patronen besproken waarbij men stelt dat dan het hele gezin als het ware ziek is. Anderzijds heeft het gebruik een functie binnen het systeem van de familie Binnen de verslavingszorg wordt de nadruk gelegd op de relatie tussen familieleden en hun drinkend of druggebruikend familielid. Binnen families worden zelfregulatiemechanismen gehanteerd die de relatie met de interne en de externe realiteit mediëren. Het is bij verstoorde familiesystemen dat een familie nood heeft aan iemand die steeds de schuld krijgt, waarbij deze laatste hierdoor vaak in de richting van een druggebruikende peergroup wordt gestuurd. Eens gebruiker wordt hij niet alleen beschuldigd maar ook door de familie als zondebok beschouwd (Reilly, 1979). Enerzijds is schuldgevoel volgens Kaufman (1981) een vorm van manipulatie die veel voorkomt en kan gehanteerd worden door het middelengebruikend individu om familie te dwingen hem te ondersteunen in zijn drugsmisbruik. Anderzijds gaat men binnen dit systeemdenken ervan uit dat de familie, als een geheel, een functie toekent aan deze disfunctionele patronen van interactie. Met deze visie mag of kan de alcoholicus of de verslaafde niet slechter (of beter) gezien worden dan degene die de zelfdestructieve gewoonte persisteert (Haaken, 1990). Schuldgevoel wordt door de 8

14 ouders hier dan gehanteerd om de eigen persoonlijkheid van het middelenmisbruikende individu in te perken (Kaufman, 1981). Reilly (1979) benoemt een aantal karakteristieke interacties van druggebruikende families waarvan er een aantal hieronder nader worden besproken. Ten eerste heeft hij het over negativisme: Het leven van druggebruikende families wordt als saai, vervelend en oppervlakkig ervaren. Personen die op grote schaal drugs gebruiken geven aan vaak gemotiveerd te zijn om te gebruiken om persoonlijke stress te verminderen, om een plaats te geven aan negatieve emoties (zoals eenzaamheid en verveling) of om hun zelfbeeld te verhogen (Marsh & Dale, 2005). Daarenboven geeft Reilly (1979) ook het kenmerk van mislukte expressie van woede aan: Deze families hebben moeite met het uitdrukken van zowel positieve als negatieve gevoelens. Druggebruik wordt hierbij door de kinderen soms gehanteerd als een uiting van emoties. Zelfmedicatie wordt eveneens als een kenmerk gezien: Men is tot de vaststelling gekomen dat een jonge druggebruiker niet altijd de enige persoon is in zijn familie die gedragsveranderende middelen gebruikt. Dikwijls kampt de gehele familie met onaangename gebeurtenissen en zoekt aangename sensaties en ervaringen door het gebruik van genotsmiddelen (Reilly, 1979). Er wordt geleerd dat misbruik in de familie acceptabel is, op die manier wordt middelengebruik als copingstrategie bekrachtigd (Marsh & Dale, 2005). Familiegeoriënteerde clinici en onderzoekers hebben aangetoond dat gezinnen met middelengebruikende familieleden zeer complexe gedragssystemen vertonen, waarbij een hoge tolerantie voor stress en een sterk adaptief gedrag twee componenten zijn (Steinglass, Bennett, Wolin, & Reiss, 1987). Steinglass (in Orford et al., 2005) concludeert dat familieleden zich over een lange periode gaan aanpassen aan de afhankelijkheid van de drinker, en dat de effecten van het drankgebruik positief en adaptief kunnen zijn voor de familie-interacties. In navolging van het bovenstaande wordt gesteld dat het excessief middelenmisbruik, hoewel het op sommige vlakken disfunctioneel is, voor de familie ook adaptief en functioneel is op andere manieren. Het kan bijvoorbeeld gezien worden als een signaal dat er stress aanwezig is in het systeem en kan zijn functie hebben als uitlaatklep. Steinglass (in Collins, 1990) onderkent een aantal kernideeën die ontegensprekelijk samenhangen met deze familiesysteembenadering. Aanvullend bij het voorgaande stelt hij dat de familie algemeen kan gezien worden als een organisatorische eenheid. Wanneer men deze eenheid koppelt aan alcoholmisbruik, suggereert hij dat het misbruik een impact heeft op het middelenmisbruikend 9

15 individu zelf en zijn familie. Soms dient het alcoholmisbruik als mediërende factor om bepaalde families te stabiliseren. Ondanks de ondervonden nadelen kunnen adaptieve veranderingen in het drinken op weerstand stuiten omdat deze veranderingen gezien worden als destabiliserende factoren voor het familiaal evenwicht. Bovendien is het zo dat in de gehele familie een ander familielid zich kan ontwikkelen tot een geïdentificeerde patiënt. Hij zal klinische symptomen vertonen die een uitdrukking zijn van de probleemsituatie. Zijn pathologische symptomen zorgen ervoor dat de situatie stabiliseert waardoor de andere familieleden normaal kunnen functioneren en beschermd worden. Deze visie zorgt er enerzijds voor dat er meer aandacht is voor het gezin als geheel. Anderzijds is de ziektebenadering hier nog steeds duidelijk aanwezig, het is niet één persoon die als ziek wordt gezien maar een volledig systeem dat als ziek wordt beschouwd Stress-strain-coping-support model Het meest recente model is het stress-strain-coping-support model ontwikkeld door Orford et al. (2005). Dit model is gebaseerd op het stress-coping model van Lazarus en Folkman (1984). Orford et al. (2005) gaan ervan uit dat drug- en alcoholproblemen in de familie zowel stressvol zijn voor de persoon met een drug- of alcoholprobleem, als voor zijn/haar dichte familie. De impact van excessief drug- en alcoholgebruik op familieleden wordt gezien als iets universeel en is dus niet gebonden aan een specifieke cultuur. Deze conclusie is gemaakt op basis van onderzoek in verschillende culturen. Orford et al. (2005) conceptualiseren deze impact in een aantal facetten die elkaar beïnvloeden. Deze facetten zijn stress die familieleden ervaren, de belasting die het middelengebruik met zich meebrengt, de manier van omgaan met dit gebruik en de sociale steun (Velleman, Arcidiacono, Procentese, Copello, & Sarnacchiaro, 2008). Familieleden die bezorgd zijn over, en beïnvloed worden door een probleem van middelenmisbruik zullen waarschijnlijk spanning en stress ondervinden. Verschillende elementen dragen ertoe bij dat het samenleven met een persoon die middelen misbruikt als zeer stresserend ervaren wordt. Bij het facet stress komt duidelijk naar voor dat de kwaliteit van de relatie tussen familieleden en het individu dat middelen misbruikt slechter wordt. Er wordt ook aangegeven dat dit gebruik een negatieve invloed heeft op het zelfbeeld en het zelfvertrouwen van de familieleden. Daarnaast halen Orford et al. (2005) het begrip humbug aan. Het handelt over de soms opdringerige vraag aan de kant van de gebruiker om geld te krijgen en het dilemma dat deze vraag teweeg brengt aan de kant van familieleden. 10

16 Een derde aspect dat stress veroorzaakt bij familieleden gaat over het feit of de gebruiker al dan niet zal thuiskomen en in welke stemming hij of zij zal zijn bij thuiskomst. Uit dit alles kan de conclusie getrokken worden dat er een groeiend onbehagen ontstaat bij familieleden die leven met personen met alcohol- en/of drugproblemen. Het tweede facet belicht belasting. Hierin wordt de link besproken die bestaat tussen negatieve gevoelens en de ervaringen van het leven met problematisch alcohol- of druggebruik. Familieleden ondervinden problemen op fysisch en psychisch vlak en ervaren onder andere gevoelens van bezorgdheid, angst, schuld, boosheid, hulpeloosheid en depressie. Daarnaast ervaren familieleden symptomen van ziekte wanneer men samenleeft met iemand die middelen misbruikt. Familieleden zeggen onder andere last te hebben van slapeloosheid, eetproblemen te ondervinden of zelf middelen te gaan misbruiken. Een verdere aanname is dat de stress voor familieleden in relatie met de persoon die alcohol- of drugproblemen heeft, hen er toe aanzet een manier te zoeken om er mee om te gaan; dit kunnen we zien als copinggedrag, het derde facet van het model. Er kan hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen een aantal copingstrategieën; deze zijn de geëngageerde, de tolerante en de teruggetrokken copingstrategie (Butler & Bauld, 2005; Orford et al., 2005). Bij de geëngageerde copingstrategie probeert men om te gaan met het gebruik, door te pogen controle te herwinnen op de situatie die zich voordoet. Familieleden proberen de persoon die middelen misbruikt te confronteren met zijn gebruik. Daarnaast trachten familieleden verzoeken te weigeren of weerstand te bieden. Men probeert grenzen te stellen en zichzelf en de andere familieleden te beschermen tegen de gebruiker. Een andere copingstrategie is de tolerante copingstrategie. Familieleden zullen geen actie ondernemen tegenoverstaande van het probleem en proberen de dingen te accepteren zoals ze zijn. Anderen gaan zichzelf opofferen door zich in hun eigen zijn en handelen te beperken en nog anderen gaan het gebruikend familielid ondersteunen. Een derde strategie is de vermijdende copingstrategie. Familieleden die deze strategie hanteren proberen hun onafhankelijkheid terug te winnen door afstand te nemen van het probleem zowel fysisch, door bijvoorbeeld te verhuizen of emotioneel, door zich bijvoorbeeld geen zorgen te maken over het gebruikend familielid. Doorheen de tijd gaan familieleden verschillende copingsvaardigheden hanteren en verschuiven ze op het continuüm van geëngageerde, tolerante en vermijdende coping. 11

17 Tot slot moet vermeld worden dat heel veel familieleden hun copingstrategie bepalen via trail en error. Men probeert verschillende zaken uit en kijkt wat het meeste werkt. Ondanks het feit dat familieleden een bepaalde strategie hanteren om om te gaan met middelenmisbruik geven zij aan dat ze dilemma s ervaren. Aan de ene kant vraagt men zich bijvoorbeeld af hoe men best kan opkomen tegen het excessieve gebruik terwijl men op hetzelfde moment ook ondersteunend wil zijn. Andere families komen tot de conclusie dat boos worden op hun verslaafd familielid contraproductief is, maar ze toch in hun schoenen willen staan om humbug te weigeren (Orford et al., 2005). Coping is een mediërende factor in de relatie tussen stress en welzijn van de familieleden (Orford, Natera, Velleman, Copello, Bowie, Bradbury, Davies, et al., 2001). Orford et al. (2005) zijn de mening toegedaan dat verschillende mensen elk op hun eigen manier reageren op stressvolle gebeurtenissen. Daarnaast wordt aangegeven dat sommige geuite reacties beter zijn voor hun gezondheid dan andere. In het verlengde hiervan stellen Templeton, Zohhadi en Velleman (2007) dat sommige vormen van coping of antwoorden, in bepaalde situaties enerzijds beter zijn om de spanning te verminderen maar in andere situaties de spanning waarschijnlijk zal doen verhogen. Tot slot wordt het facet van sociale steun besproken. Het sociaal netwerk kan een buffermechanisme zijn voor het omgaan met stresservaringen. Velleman en collega s (2008) nuanceren dit enigszins door te stellen dat familieleden inderdaad kunnen geholpen, maar eveneens gehinderd kunnen worden in hun reactie, afhankelijk van hoe andere mensen reageren en interageren. Deze benadering erkent dat families een impact kunnen hebben op de familieleden met een verslavingsproblematiek en dat dit naast positieve ook negatieve consequenties met zich mee kan brengen (Orford et al., 2005). Eén van de bevindingen van het onderzoek van Orford et al. (2005) is, dat het vaak voorkomt dat mensen geen ondersteuning krijgen van diegene van wie ze steun verwachten. Ook van professionelen bijvoorbeeld, wordt maar een geringe mate van steun ervaren. Als ideale steun zien familieleden iemand die over de kennis beschikt wat het probleem betreft en bereid is naar de familieleden te luisteren zonder een oordeel te vormen. Daarnaast vinden familieleden het belangrijk dat deze persoon op de gepaste momenten de gepaste hoeveelheid informatie geeft en de familie helpt in het weerwerk bieden tegen het misbruik (Orford et al., 2005). Cronkite, Finney, Nekich, & Moos (1990) oordelen dat dit SSCS-model veronderstelt dat familieleden normale individuen zijn. Dit in tegenstelling tot andere visies hiervoor besproken. Jackson (in Finney, Moos, Cronkite, & Gamble, 1983), een stresstheoreticus, is in zijn onderzoek naar de gestoorde 12

18 persoonlijkheidstheorie, tot de bevinding gekomen dat de geobserveerde dysfunctie bij familieleden die leden met een individu die middelen misbruikt, een normale reactie van stress is Sociaal-contextuele stroming Tot slot wordt door Orford en collega s (2005) het sociaal-contextueel model beschreven. Dit moet echter gezien worden als een nieuwe stroming of idee, in plaats van een nieuw model. Deze stroming probeert tegemoet te komen aan wat ontbreekt in voorgaande modellen. De sociaal-contextuele stroming brengt de bredere contexten waarin familieleden leven in rekening. Bij deze stroming ontbreekt het algemeen aan onderzoek, daarom wordt er hier slechts in beperkte mate op ingegaan. Er is vastgesteld dat er geen wereldwijde erkende contextuele stroming is van middelenmisbruik in de familie maar dat culturele definities van alcoholmisbruik een grote invloed hebben op familieleden (Jackson, 1956). Meestal zal vanuit sociaal-culturele veranderingen, zijnde verlies van traditionele familie- en gemeenschapsregels, familiaal een verhoogd risico voor drank en andere substantieproblemen ontwikkeld worden, waarbij de familie de last draagt of fungeert als een kanaal voor dergelijke invloeden en veranderingen. Daarenboven toont de sociaal-culturele benadering dat alcohol een geslachtsspecifieke symboliek draagt; alcohol wordt in bepaalde culturen meer gelinkt aan mannen dan aan vrouwen (Holmila, 1994). 1.2 Verslavingsmodellen Hoewel deze masterproef specifiek focust op visies op familieleden van mensen met alcohol- en/of drugproblemen, is het interessant om de visies op verslaving nader te bekijken, om hierbij na te gaan welke rol familieleden hierin toebedeeld krijgen. Mede ook omdat er in het voorgaande duidelijk is geworden dat culturele definities een rol spelen voor familieleden. Modellen van verslavingen hebben gedurende de geschiedenis een evolutie doorgemaakt. Afwisselend zijn de oorzaken gezocht bij het individu, in de verslavende stof, in de sociale omstandigheden of in een combinatie van voorgaande factoren Moreel model Vanaf 1750 komt het moreel model op de voorgrond, hierbij wordt middelenmisbruik gezien als een teken van morele zwakte (Van den Brink, 2005). Het probleem wordt gezien als een schandelijk maatschappelijk verschijnsel. In die tijd is men van mening dat de enige manier om dit verschijnsel tegen te gaan er één is door een preventieve en in het verlengde daarvan politionele benadering. 13

19 Middelenmisbruik wordt dus gezien als een vorm van immoreel gedrag waarbij men via strakke regelgevingen, sancties en morele veroordelingen de symptomen probeert te beteugelen. Er wordt kortom aan beschavingsoffensieven gedaan. Daarbij staat zelfdiscipline en wilskracht centraal, het individu moet zelf voor zijn bestaan en zelfbesturing instaan. Hierbij verwacht men van personen met een alcohol- of drugprobleem dat ze vaste leefregels naleven en niet toegeven aan sterke verlangens om te gebruiken (Van der Stel, 1995, 2004). Deze visie legitimeert dat verslaafde personen met een alcohol- of drugprobleem voor lange tijd worden opgesloten in gevangenissen of heropvoedinggestichten (Van den Brink, 2005). Niettegenstaande dit model niet meer wetenschappelijk is onderbouwd krijgt het toch nog steeds zijn uitwerking door middel van de werking van zorgboerderijen en strafrechtelijke opvangvoorzieningen voor verslaafden (Van den Brink, 2005) Farmacologisch model In de jaren 1850 ontwikkelt zich het farmacologisch model. De schuld van alcohol- of drugproblemen wordt bij het middel gelegd in plaats van bij het individu. Als reactie komt er prohibitie op het consumeren en verstrekken van drank, volledige onthouding wordt gezien als de oplossing voor dronkenschap (Heather & Robertson, 1981; Van den Brink, 2005). De temperance movement maakt in deze periode zijn opgang, het doel van deze beweging ligt op het herstel van de alcoholicus (Jellinek, 1960). Deze visie wordt ten aanzien van alcoholmisbruik als te simplistisch gezien, maar voor illegale drugs wordt dit model actueel nog steeds gebruikt bv. The war on drugs in de VS (Van den Brink, 2005) Symptomatisch model Na het farmacologisch model doet het door psychoanalytisch geïnspireerd symptomatisch model zijn intrede. Hier wordt opnieuw de oorzaak bij het individu gelegd, met name dat mensen vastlopen in hun ontwikkeling en dat de symptomen het gevolg zijn van onderliggende psychische problemen. Alcohol- of drugproblemen worden hierbij niet gezien als een op zichzelf staande aandoening (Van den Brink, 2005). Erfelijkheid bij alcoholisme staat volgens artsen centraal, wat eind de negentiende eeuw en begin de twintigste eeuw tot eenzijdige opvattingen over de rol hiervan leidt. Hierdoor worden eugenetische concepten geïnstalleerd, dit vindt zijn uitvoering in gedwongen sterilisatie en er wordt gepleit voor een huwelijksverbod voor alcoholisten (Van der Stel, 2004). 14

20 1.2.1 Ziektemodel Vanaf 1940 tot 1960 kent het ziektemodel zijn aanvang, met als basisassumptie de drager van kwetsbaarheid (Van den Brink, 2005). Er wordt uit gegaan dat er voor alcohol- of drugproblemen een biomedische verklaring is (Van der Stel, 2004). Dit model oordeelt dat de pathologie onderliggend aan alcohol- of drugproblemen veranderingen in de hersenen veroorzaakt (West, 2006). Deze veranderingen zou de reden zijn waarom mensen dingen doen tegen hun wil. Alcohol- en drugproblemen krijgen binnen dit model de definitie medische ziekte opgekleefd. Middelenmisbruik wordt door middel van standaard criteria vastgesteld en is normaliter behandelbaar. Het ziektemodel telt een drietal concepten die centraal staan namelijk het verlies van controle, het belang van craving en zelfzorg. Binnen deze visie zal een individu dat middelen misbruikt oprecht verlangen te stoppen met gebruik en zal zware inspanningen ondernemen om te stoppen met het middelenmisbruikend gedrag. Tezelfdertijd echter, ondanks het feit dat hij zich vooropstelt niet te gebruiken, blijft hij gebruiken ondanks alles, hij verliest de controle (West, 2006). Een ander concept is het belang van craving. Het individu dat middelen misbruikt ervaart een overweldigend verlangen dat ervoor zorgt dat hij stappen zal ondernemen die nodig zijn om het middel te verkrijgen. Dit gevoel overweldigt de persoon in zijn totaliteit, overheerst zijn gedachten, gevoelens en acties. Er wordt van dwang gesproken. Tot slot wordt er over zelfzorg gesproken. Vele individuen die middelen misbruiken stoppen plots met hun gebruik zonder er kennelijk moeite mee te hebben. Door de jaren heen wordt hun gedrag volledig door dwang beheerst maar dan beslissen ze van de één op de andere dag dat het voldoende is geweest en stoppen ze er mee (West, 2006). Bij deze visie gaat men ervan uit dat volledige abstinentie bij individuen die middelen misbruiken noodzakelijk is. De Anonieme Alcoholisten (AA) werken met deze visie (Van den Brink, 2005) Leertheoretische model De jaren 60, 70 worden gekenmerkt door het leertheoretische model waar men uit gaat van de veronderstelling dat middelenmisbruik aangeleerd gedrag is, dat ook kan afgeleerd worden. De voornaamste uitwerking van deze visie is gedragstherapie. In het kader van de leertheoretische visie bestaan verschillende perspectieven (Van den Brink, 2005). 15

21 De klassieke conditionering stelt dat er een connectie bestaat tussen twee stimuli. Een ongeconditioneerde stimulus zal een ongeconditioneerde reactie teweeg brengen. Wanneer deze ongeconditioneerde stimulus verbonden wordt met een neutrale stimulus en deze stimuli een aantal keer samen voorkomen, zal de neutrale stimulus transformeren naar een geconditioneerde stimulus en zal dit een geconditioneerde respons met zich meebrengen (Heather & Robertson, 1997). Mensen die drinken zullen in bepaalde situaties meer consumeren dan in andere situaties, deze situaties waarin men meer drinkt worden ontlokt door cues. Nagenoeg alle drinkers hebben een geconditioneerde hunkering naar het drinken onder bepaalde omstandigheden. Het verschil tussen probleemdrinkers en niet-probleemdrinkers verklaart zich in hoe omvangrijk en in hoeverre cues aanwezig zijn voor het drankgebruik (Heather & Robertson, 1997). De klassieke conditionering stelt verschillende behandelingen voorop. De eerste behandeling is de elektrische aversie therapie. Er wordt gepoogd het zicht, de geur of de smaak van alcohol te linken met een elektrische shock. Deze elektrische shock wordt toegediend om een angstrespons op te wekken, op die manier probeert men de drang om te drinken te verminderen. Daarnaast bestaat er ook de covert sensitization treatment. Hierbij wordt gevraagd aan de cliënt om beelden gerelateerd aan alcohol of alcoholgebruik op te roepen. Direct daarna wordt er gevraagd om zich onaangename gevoelens zoals overgeven en misselijkheid in te beelden (Heather & Robertson, 1981). Vanuit de visie van de operante conditionering komt verslaving aan drugs tot stand door de mechanismen van beloning en straf. De afhankelijkheid van drugs komt tot stand door normale instrumentele leermechanismen die functioneren buiten het bewustzijn. Het proces is verbonden met twee kernconcepten namelijk positieve en negatieve bekrachtiging. Drugs worden ervaren als een beloning of positieve bekrachtiging (West, 2006). Een positieve bekrachtiger kan bijvoorbeeld een gebeurtenis of object zijn, wat mogelijks het voorkomen van een bepaald gedrag verhoogt (Heather & Robertson, 1981). Wanneer het gebruik keer op keer plaats vindt, zal er een connectie ontstaan tussen de cue, de reactie en de beloning. Deze connectie wordt na ieder gebruik sterker en sterker (West, 2006). De negatieve bekrachtiging anderzijds stimuleert het ontsnappen of vermijden van een onaangename stimuli/straf. Wanneer men gebruikt, sijpelt het middel gestaag door in het systeem van het menselijk lichaam. Vrij snel gaat het lichaam zich fysiologisch aanpassen aan de beschikbaarheid van het middel. Wanneer deze situatie zich voordoet zal het lichaam zich moeten aanpassen aan periodes waarop het middel niet beschikbaar is, het fysiologische systeem is uit evenwicht. De gebruiker leert drugs te nemen om te ontsnappen aan onaangename terugtrekkingssymptomen die voorkomen bij een drugvrije periode (Heather & Robertson, 1997). 16

22 Contingency management is één van de behandelingen die gesitueerd is binnen operante conditionering waar men door middel van bekrachtiging of straf het alcoholgebruik tracht te verminderen (Heather & Robertson, 1981). Tot slot wordt in het kader van het leertheoretische model de social learning theory (SLT) besproken. Bij de SLT vindt men dat de omgeving een belangrijke invloed heeft op het gebruik maar is er ook oog voor de individuele verschillen van personen. Leren wordt volgens deze visie omschreven als een proces waar observatie centraal staat. Er wordt met name gekeken welke gevolgen verbonden zijn aan het gedrag dat andere personen stellen, dit proces wordt ook wel modelling genoemd (Abrams & Niaura, 1987). Reclame speelt in op dit modellingsproces en linken alcoholgebruik aan belangrijke figuren en aan bijvoorbeeld mannelijke kracht, vrouwelijke uitstraling of goede sociale prestaties. Door deze connectie wordt gebruik vaak als belonend gezien. Als men de focus verschuift naar de familie wordt duidelijk dat kinderen de drankstijl van ouders of oudere broers/zussen waar ze naar opkijken hanteren. Naast de stijl, gaan kinderen soms de redenen waarom familieleden naar drank grijpen gaan overnemen (Heather & Robertson, 1997). Leren alcohol drinken is een geïntegreerd deel van de psychosociale ontwikkeling en de socialisatie van een cultuur. De invloed van socialiserende groepen is een belangrijk aandeel, maar is niet alles bepalend om de ontwikkeling van alcoholmisbruik en afhankelijkheid te verklaren. Er zijn namelijk sterke verschillen tussen individuen. Deze individuele verschillen kunnen zowel psychologisch als biologisch zijn (Abrams & Niaura, 1987) Biopsychosociaal model Vanaf 1970 maakt het biopsychosociaal model opgang, waar elementen gecombineerd worden van de vorige visies. Centraal hierbij staan drie componenten namelijk; aangeboren kwetsbaarheid, persoonlijke ontwikkeling en omstandigheden dewelke interageren met elkaar (Van den Brink, 2005). Dit biopsychosociaal model kan eveneens vertaald worden in mens, middel, milieu (MMM-model). Onder mens wordt de gebruiker verstaan met zijn persoonlijke karakteristieken. Dit omvat onder andere het geslacht, de leeftijd en kwetsbaarheid van de gebruiker. Wat het middel betreft kan worden vastgesteld dat de effecten van elk middel zeer divers zijn evenals de risico s die hieraan zijn verbonden. Onder milieu ten slotte wordt de omgeving verstaan. Deze kan opgesplitst worden in de directe omgeving zoals familie en vrienden en de indirecte omgeving zoals de maatschappij of de samenleving die ervoor zorgt dat middelen beschikbaar zijn (Geirnaert & Lambrechts, 2004). Er 17

23 wordt veel belang gehecht om tijdens de behandeling op alle factoren in te spelen, de behandeling is bij gevolg multi-modaal (Van den Brink, 2005) Hersenziekte model De recentste visie, opgekomen in de jaren 90, staat bekend als het hersenziekte model of de visie van neurobiologische braindamage en is een heropleving of verfijning van het eerder besproken ziektemodel. Men stelt dat individuen die middelen misbruiken een minder vrije wil hebben door een aangeboren kwetsbaarheid dan niet-verslaafden, en bij gevolg als het ware steeds opnieuw in de val lopen wat middelenmisbruik betreft. Men gaat ervan uit dat middelenmisbruik beschouwd wordt als een chronische aandoening (Van den Brink, 2005). Leshner (1997) beschrijft dit nog uitvoeriger door te stellen dat drugsmisbruik een chronische ziekte met herval is die het resultaat is van langdurige effecten van drugs op de hersenen. Wetenschappers hebben neurale circuits onderscheiden die de acties van elk gekend druggebruik ordenen en hebben daarenboven wegen gespecificeerd waar bijna alle gekende drugs een invloed op hebben. Middelenmisbruik is een chronische ziekte gekenmerkt door dwangmatig gedrag naar het zoeken van een middel en het gebruik ervan. De beïnvloeding van de hersenstructuren hangt eveneens samen met genetische, ontwikkelings-, ervarings- en omgevingsgerichte factoren (Goldstein & Volkow, 2002; Leshner, 1997). Aanvankelijk worden drugs gebruikt uit vrije wil, maar wanneer veranderingen plaats vinden in de hersenen, beweegt het individu zich naar een staat van compulsief gedrag (Goldstein & Volkow, 2002). Zoals bij vele andere hersenziektes stelt Leshner (1997) dat drugs- of alcoholproblemen gerelateerd zijn aan gedragsmatige en contextgerichte aspecten die een prominent onderdeel uitmaken van drug- of alcoholproblemen. Indien middelenmisbruik gezien wordt als een prototypisch psychobiologische ziekte met belangrijke biologische, gedragsmatige en sociaal-contextuele componenten moet het beleid van behandeling biologische, gedragsmatige en sociaal-contextuele elementen inhouden. Er dient door deze chronische component eveneens een continue zorgaanpak voorzien te worden die de nadruk legt op het maken van aantrekkelijke behandelingen, met continue controle voor de patiënten en een continue zorgaanpak coördinatie en integratie van de interventie in een breed spectrum van de gezondheidszorg of sociale diensten (McLellan, 2002). Voor de meeste mensen is middelenmisbruik naast een chronische ziekte ook een ziekte met herval. Volledige abstinentie gedurende het verdere leven is relatief zeldzaam na één behandelingsperiode, waarbij herval meer regel dan uitzondering is (Leshner, 1997). Vele individuen die middelen misbruiken hebben meerdere recidieven na een behandelingsperiode en een blijvende kwetsbaarheid is een realiteit (McLellan, 2002). 18

24 Algemeen kan men concluderen dat hoewel een aantal van deze modellen door de meerderheid wordt gezien als voorbijgestreefd, ze actueel nog steeds gedragen worden door een kleinere groep van personen en waarbij ook de familie telkens meer of minder in beeld komt. Over het algemeen kan gesteld worden dat vroeger de familie weinig of niet in beeld kwam. Nu is men er echter van overtuigd dat de familie op twee manieren invloed kan hebben. Enerzijds wordt het genetische aspect aangeduid waarbij meer en meer naar voor komt dat bepaalde personen meer risico hebben om drug- of alcoholproblemen te krijgen dan anderen. Daarnaast ondervindt men dat soms opeenvolgende generaties in de hulpverlening aanwezig zijn. Anderzijds wordt er gesproken over de invloed van het sociale aspect door familieleden. Dit mede door opvoeding en socialisatie. 1.3 Samenvatting: Evolutie en linken tussen visies op familieleden en verslavingsmodellen Doorheen de tijd krijgt de familie steeds meer aandacht en wordt ze minder beschuldigd. Familieleden worden meer genormaliseerd, de reacties die ze geven op gebruik worden niet meer gezien als abnormaal of als een uiting van eigen pathologie. Toch wordt de familie tot op vandaag in sommige gevallen verantwoordelijk gesteld voor het gebruik. Net zoals bij de verslavingsmodellen worden de oudere modellen van familieleden gezien als voorbijgestreefd, maar toch zijn er nog steeds aanhangers van elk model. Het is belangrijk hierbij te vermelden dat bovenstaande modellen nooit volledig zijn afgelijnd, er is een invloed vanuit vele stromingen. Daarnaast zal iedere persoon een bepaald model ook anders gaan interpreteren. Gedurende de evolutie van verslaving door de tijd en de evolutie van de visies op familie komt als het ware een nature-nuturediscussie naar boven. Onder nature wordt verstaan dat alle eigenschappen van het individu bepaald zijn door aanleg, bijvoorbeeld door genetisch materiaal. Onder nurture wordt dan weer verstaan dat alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, met name door de leefomgeving. Als men kijkt naar de laatste stap in de evolutie die verschillende modellen hebben doorgemaakt wordt duidelijk dat ook op dit vlak niet eenduidig voor nature of nuture kan gekozen worden maar dat dit een samensmelting is van beide concepten. Er zijn ook linken te vinden tussen de visies op familieleden en de modellen op verslaving, zowel het codependency en het pathologiemodel bekijken middelenmisbruik vanuit een ziekteperspectief. Bij codependency wordt het familielid gezien als ziek, waardoor de beschuldiging voor hen wordt verhoogd, terwijl bij het ziektemodel middelenmisbruik zelf gezien wordt als een ziekte. Dit brengt met zich mee dat het individu dat middelen misbruikt meer wordt ontschuldigd. Hier staat vooral nature, erfelijkheid centraal. 19

Familiewerking CAT Gent

Familiewerking CAT Gent Familiewerking CAT Gent deelwerking CCG ECLIPS Congres Geestelijke Gezondheidszorg Gent, 15 september 2010 Tomas Van Reybrouck Speerpunten werking CAT: Ambulante werking voor mensen met verslavingsproblematiek

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Verslaving is een chronische ziekte

Verslaving is een chronische ziekte Familiefolder Je naaste heeft een belangrijke eerste stap gezet naar een leven zonder middelengebruik. Hij/zij is in behandeling gegaan om te leren hoe hij/zij dit doel kan bereiken. In 4 weken leert je

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op

Nadere informatie

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven.

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven. Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven. Alix Kuylen Psycholoog intensieve behandeleenheid Susanne Cuijpers Verpleegkundig specialist GGZ Inhoud

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Verslavingszorg en meer...

Verslavingszorg en meer... Verslavingszorg en meer... Wanneer spreek je van VERSLAAFD? Het 12 Steps Minnesota Model gaat uit van 4 criteria, tezamen vormen zij de MACHTELOOSHEID 1. Controleverlies over de inname 1 is teveel 100

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening. Birgit Bongaerts

Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening. Birgit Bongaerts Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening Birgit Bongaerts 15/6/2012 Congres Vlaams ondersteuningscentrum oudermis(be)handeling 2012, 10 Jaar Vlaams meldpunt Bijzondere

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan ggz voor doven & slechthorenden Verslaving Als iemand niet meer zonder... kan Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving Herkent u dit? Veel mensen gebruiken soms

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

SAMEN LEVEN MET PSYCHOSE

SAMEN LEVEN MET PSYCHOSE SAMEN LEVEN MET PSYCHOSE PROF DR DIRK DE WACHTER UPC KULEUVEN CC HET PERRON, IEPER, 03/12/14 PSYCHOSE? (DSM 5)? Wanen Hallucinaties Incoherentie Negatieve symptomen termen Schizofrenie? Paranoia Schizo-affectieve

Nadere informatie

Wat zijn typische kenmerken van verslaving (DSM-5)? Sterk verlangen om het middel te gebruiken. Al mislukte pogingen om te stoppen of te minderen

Wat zijn typische kenmerken van verslaving (DSM-5)? Sterk verlangen om het middel te gebruiken. Al mislukte pogingen om te stoppen of te minderen VERSLAVING Inhoud Kenmerken verslaving Waarom eens verslaafd moeilijk om te stoppen? Fasen van verandering Behandelvisie Tips voor de omgeving Stel gerust vragen! Wat zijn typische kenmerken van verslaving

Nadere informatie

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Boekverslag door J. 1355 woorden 13 juni 2003 7.2 54 keer beoordeeld Vak Filosofie Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Inleiding Het aantal jongeren dat bij een echtscheiding is betrokken

Nadere informatie

namens Jellinek dank voor uw uitnodiging

namens Jellinek dank voor uw uitnodiging namens Jellinek dank voor uw uitnodiging Bani da Lima - Ahrendt Manager Behandelzaken JellinekMinnesota Franca Hasenbos Manager Bedrijfsvoering Jellinek Gooi- en Vechtstreek & JellinekMinnesota Onderwerpen

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Weerbaarheid tegen stigmatisering bij mensen met psychose

Weerbaarheid tegen stigmatisering bij mensen met psychose Weerbaarheid tegen stigmatisering bij mensen met psychose Catherine van Zelst Afdeling Psychiatrie en Psychologie, Universiteit Maastricht Masterclass Netwerk Vroege Psychose 6 februari 2015 Disclosure

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Het gaat om emoties, gevoelens en gedachten. Niet om gedrag!

Het gaat om emoties, gevoelens en gedachten. Niet om gedrag! Het gaat om emoties, gevoelens en gedachten. Niet om gedrag! Drs. F. Cunha Child Support Publications 1 Ontwikkeling Herstellende Psychotherapie Ondersteunend document Carnegie Mellon University Hoe emoties

Nadere informatie

Help, mijn man heeft een dwangstoornis

Help, mijn man heeft een dwangstoornis Help, mijn man heeft een dwangstoornis Partnerrelatietherapie om hem van zijn probleem af te helpen. Hij is veranderd, reageert anders sinds geboorte zoontje. Het is een ziekte, hij heeft psychiatrische

Nadere informatie

1 Wat is er met me aan de hand? 11

1 Wat is er met me aan de hand? 11 Leven met een alcoholprobleem 07-03-06 09:25 Pagina 7 Inhoud Voorwoord 1 Wat is er met me aan de hand? 11 Typerend beeld van de kwaal 11 Symptomen 12 Vroege en late symptomen 14 Diagnostiek 14 Een paar

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist Deel 1: Wet op de gedwongen opname Deel 2: problematisch middelengebruik Toetsing van de wet bij verslaving Geesteszieke

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Oorzaken verslaving - afhankelijkheid

Oorzaken verslaving - afhankelijkheid Oorzaken verslaving - afhankelijkheid De reden dat iemand een verslavingsprobleem ontwikkelt kent een veelheid aan mogelijke oorzaken. En dit verslavingsproces is ook nog eens per persoon verschillend.

Nadere informatie

Minor Jeugdhulp Specialist. Les 37: Seksueel misbruik

Minor Jeugdhulp Specialist. Les 37: Seksueel misbruik Minor Jeugdhulp Specialist Les 37: Seksueel misbruik Doelen Student heeft een beeld van het ontstaan van seksueel misbruik. Student heeft beeld in stand houdende factoren seksueel misbruik Student heeft

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

BETEKENIS EN OORZAKEN VAN EETSTOORNISSEN: OPVATTINGEN VAN PATIËNTEN EN HUN OUDERS

BETEKENIS EN OORZAKEN VAN EETSTOORNISSEN: OPVATTINGEN VAN PATIËNTEN EN HUN OUDERS BETEKENIS EN RZAKEN VAN EETSTRNISSEN: VATTINGEN VAN ATIËNTEN EN HUN UDERS Walter Vandereycken & Dafne Bollen In de onderzoeksliteratuur blijkt er de laatste jaren wel een groeiende belangstelling voor

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

De psychiatrische cliënt in beeld Terugkeer in de maatschappij Psychiatrisch stigma bekeken vanuit client, familie en samenleving Job van t Veer Wat is het psychiatrisch stigma? Psychiatrisch stigma Kennis

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

Een depressie. P unt P. kan u helpen. volwassenen

Een depressie. P unt P. kan u helpen. volwassenen Een depressie P unt P kan u helpen volwassenen Iedereen is wel eens moe, somber en lusteloos. Het is een normale reactie op tegenvallers, een verlies en andere vervelende gebeurtenissen. Wanneer dit soort

Nadere informatie

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden Eetstoornissen Mellisa van der Linden Inhoud Hoofdstuk 1: Wat houdt een eetstoornis in? Hoofdstuk 2: Welke eetstoornissen zijn er? Hoofdstuk 3: Wat zijn bekende oorzaken voor een eetstoornis? Hoofdstuk

Nadere informatie

Achtergronden. De verslaving. Controleverlies

Achtergronden. De verslaving. Controleverlies Achtergronden We beschouwen verslaving vandaag als een ziekte. Door veranderingen in de hersenen zijn verslaafden niet goed in staat om hun innamegedrag onder controle te houden. Een verslaafde drinker

Nadere informatie

Slecht nieuws goed communiceren

Slecht nieuws goed communiceren Slecht nieuws goed communiceren M A N U K E I R S E F A C U L T E I T G E N E E S K U N D E, K U L E U V E N Waarheid is een van de meest krachtige medicamenten waarover men beschikt, maar men moet nog

Nadere informatie

Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving

Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving Drs. Margreet van der Meer Hoofd Kwaliteit Innovatie Centrum VNN Lectoraat Verslavingskunde Hanzehogeschool Je vader en/of

Nadere informatie

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer Wat is een psychische stoornis? Als we de populaire media en sommige stromingen in de gedragswetenschappen

Nadere informatie

Je eigen gevoelens. Schaamte

Je eigen gevoelens. Schaamte Je eigen gevoelens Voor ouders, partners, broers, zussen en kinderen van mensen met een ernstig drugsprobleem is het heel belangrijk om inzicht te krijgen in de problemen van het verslaafde familielid,

Nadere informatie

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Lichamelijk: pijn, fysieke beperkingen, afweging behandeling vs bijwerkingen Angst en onzekerheid: verloop ziekte,

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken

Nadere informatie

OUDER IN BALANS 17 OKTOBER 2013 WELKOM!

OUDER IN BALANS 17 OKTOBER 2013 WELKOM! OUDER IN BALANS 17 OKTOBER 2013 WELKOM! Inspiratie- en reflectie avond Luisteren, spreken en doen ACTIE opwarmertje Oefening: je spierspanning voelen Heb je spanning gevoeld? Waar? Wist je dat al voor

Nadere informatie

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden Leerlijnen per graad : 3 de graad LO 10-12j Doelstelling: Versterken van de kennis en vaardigheden die kinderen nodig hebben om gezonde keuzes te maken en niet te roken, geen alcohol te drinken en op een

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

25-9-2014. Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505

25-9-2014. Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Lichamelijk: pijn, fysieke beperkingen, afweging behandeling vs bijwerkingen Angst en onzekerheid: verloop ziekte,

Nadere informatie

Ervaren problemen door professionals

Ervaren problemen door professionals LVG en Verslaving Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Ervaren problemen door professionals Kennisdeling 11 november 2010, Koos de Haan, deel 2 1 Wat komt aan bod? Onderzoek naar problemen door professionals ervaren

Nadere informatie

Cambriana online hulpprogramma

Cambriana online hulpprogramma Dit is deel 1 van het online hulpprogramma van Cambriana. Verwerking van een scheiding 'Breaking up is hard to do' Neil Sedaka Een scheiding is een van de pijnlijkste ervaringen die je kunt meemaken in

Nadere informatie

Neurobiologische kennis van verslaving. Dr. H. Peuskens

Neurobiologische kennis van verslaving. Dr. H. Peuskens Neurobiologische kennis van verslaving Dr. H. Peuskens Neurobiologische kennis van verslaving Hoe wordt tegenwoordig naar verslaving gekeken vergeleken met vroeger? Welke effecten brengen drugs teweeg

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013 Debriefing Opvang na een schokkende gebeurtenis Geert Taghon 2013 Definitie schokkende gebeurtenis Een gebeurtenis die buiten het patroon van gebruikelijke menselijke ervaringen ligt en duidelijk leed

Nadere informatie

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER kleuter 2,5-6j 1 ste graad LO 6-8j 2 de graad LO 8-10j 3 de graad LO 10-12j doelstelling doelstelling doelstelling doelstelling Versterken

Nadere informatie

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening 1. Wat is stress? 2. Een aandoening als oorzaak voor stress en psychosociale problematiek 3. Problematiek

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie Samenvatting Jaarlijks wordt in Nederland bij meer dan 57.000 personen kanker vastgesteld en sterven 37.000 personen aan deze ziekte. Dit maakt kanker, na hart- en vaatziekten, de belangrijkste doodsoorzaak

Nadere informatie

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Freya Vander Laenen FADO Utrecht 20/11/08 1 1. Achtergrond Klassieke drugpreventie en drugpreventieonderzoek Specifieke

Nadere informatie

De meerwaarde van het contextueel denkkader binnen de ouderenzorg

De meerwaarde van het contextueel denkkader binnen de ouderenzorg De meerwaarde van het contextueel denkkader binnen de ouderenzorg Claire Meire 2014 Een sterveling draagt zijn ouders op zijn schouders. Of niet op zijn schouders. In zijn binnenste. Zijn leven lang moet

Nadere informatie

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie Eveline Bleiker Minisymposium Oncologische Creatieve therapie in ontwikkeling 26 mei 2015 Achtergrond Even voorstellen Creatieve

Nadere informatie

De ontwikkelingstrilogie

De ontwikkelingstrilogie De ontwikkelingstrilogie van Martine Delfos Een brede kijk op ontwikkeling Dr. Martine Delfos maakte naam met vele publicaties op het gebied van (ontwikkelings)psychologie. Ook geeft zij op regelmatige

Nadere informatie

Vanjezelfhouden.nl 1

Vanjezelfhouden.nl 1 1 Kan jij van jezelf houden? Dit ontwerp komt eigenlijk altijd weer ter sprake. Ik verbaas mij erover hoeveel mensen er zijn die dit lastig vinden om te implementeren in hun leven. Veel mensen willen graag

Nadere informatie

Christina van der Feltz-Cornelis en Willem van Tilburg

Christina van der Feltz-Cornelis en Willem van Tilburg De revanche van het systeemdenken: wat is de waarde voor de sociale psychiatrie? Christina van der Feltz-Cornelis en Willem van Tilburg SYMPOSIUM SOCIALE PSYCHIATRIE: REVANCHE VAN HET SYSTEEMDENKEN 6 november

Nadere informatie

Is AA wat voor u? U beslist!

Is AA wat voor u? U beslist! Is AA wat voor u? U beslist! U alleen kunt beslissen of het AA-programma, de manier van leven in AA, zin voor u heeft en of het u kan helpen. Het is een beslissing die u zelf moet nemen. Wij kwamen bij

Nadere informatie

CHECKLIST BEHANDELDOELEN

CHECKLIST BEHANDELDOELEN Uw naam: Naam therapeut: Datum: CHECKLIST BEHANDELDOELEN Het stellen van doelen is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle therapie. Daarom vragen wij u uw doelen voor de aankomende therapie aan

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Emoties, wat is het signaal?

Emoties, wat is het signaal? Emoties, wat is het signaal? Over interpretatie en actieplan dr Frits Winter Functie van Emoties Katalysator, motor achter gedrag Geen emoties, geen betrokkenheid, geen relaties Te veel emoties, te veel

Nadere informatie

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven Wat is een trauma? Trauma kan cultuurafhankelijk zijn Cultuur bepaalt reactie Cultuur aspecten:

Nadere informatie

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave Wat betekent het dat uw kind moeilijk lerend is en wat 3

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

CVS, MEERDANEEN SYNDROOMALLEEN

CVS, MEERDANEEN SYNDROOMALLEEN CVS, MEERDANEEN SYNDROOMALLEEN P R O F. D R. I G N A A S D E V I S C H Medische Filosofie en Ethiek Departement Huisartsengeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg Universiteit Gent VRAAGSTELLING CONGRES

Nadere informatie

Psychomotorische Therapie

Psychomotorische Therapie Expertisecentrum Psychomotorische Therapie 2 Psychomotorische Therapie (PMT) Voor wie Psychomotorische Therapie (PMT) is een behandelvorm voor mensen met psychische klachten of psychosociale problemen.

Nadere informatie

Voorkómen van huiselijk geweld

Voorkómen van huiselijk geweld Voorkómen van huiselijk geweld hoe profiteren we van wetenschappelijke kennis? Nico van Oosten senior adviseur Huiselijk en Seksueel Geweld Movisie There is nothing more practical than a good theory (Kurt

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie

Nadere informatie

Wacht maar tot ik groot ben!

Wacht maar tot ik groot ben! www.geerttaghon.be Wacht maar tot ik groot ben! Omgaan met agressie bij kleine kinderen Geert Taghon 2013 Ontwikkeling kleine kind De wereld leren kennen en zich hieraan aanpassen (adaptatie) Processen

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag?

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag? Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag? Publieksversie Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie. Dit is ook

Nadere informatie

Haïti. Anneke Vinke, 19 januari 2010

Haïti. Anneke Vinke, 19 januari 2010 Haïti Anneke Vinke, 19 januari 2010 Opzet Korte introductie Feiten en verder Morgen... PAUZE --> daarna vragen/discussie 2 Situatie: RAMP in Haïti TV beelden & leed: zien van pijn van kinderen niet te

Nadere informatie

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Informatie voor cliënten en hun verwijzers Mentaliseren Bevorderende Therapie voor cliënten met een borderline

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

1.1 Relatie verslaving

1.1 Relatie verslaving 1.1 Relatie verslaving Typering Iemand wordt relatieverslaafd genoemd als hij denkt niet zonder relatie te kunnen leven. Soms zijn mensen zo afhankelijk van een relatie, dat ze er alles voor doen om die

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen 1 Voorwoord Beste ouders Beste leerlingen Dit is het antipestplan van WICO campus Sint-Jozef. Het draaiboek pesten is geschreven voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Het geeft het beleid

Nadere informatie

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie Welkom Docent: Siri Kruit s.r.kruit@hr.nl 1 Huiswerkopdracht : Programma les 2 Theorie basis informatie Cannabis -presentatie Voorlichtingsmateriaal -nabespreken

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Kortdurende motiverende interventie en cognitieve gedragstherapie Een effectieve behandeling

Nadere informatie

Eenzaamheid. Genetisch bepaald? Eeske van Roekel, MSc PhD candidate Orthopedagogiek. Behavioural Science Institute Radboud University Nijmegen

Eenzaamheid. Genetisch bepaald? Eeske van Roekel, MSc PhD candidate Orthopedagogiek. Behavioural Science Institute Radboud University Nijmegen Eenzaamheid Genetisch bepaald? Eeske van Roekel, MSc PhD candidate Orthopedagogiek Behavioural Science Institute Radboud University Nijmegen Stellingen Eenzaamheid staat gelijk aan veel alleen zijn Waar:

Nadere informatie

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging

Nadere informatie

Herstel van verslaving? Conceptualisering door individuen in herstel

Herstel van verslaving? Conceptualisering door individuen in herstel Herstel van verslaving? Conceptualisering door individuen in herstel Vlaamse hersteldagen 2015, 18.11.2015 Doctoranda: Anne Dekkers Doctoraat: Wegen naar herstel van verslaving: de rol van individueel

Nadere informatie

Middelenmisbruik: een opgave voor het mobiel team

Middelenmisbruik: een opgave voor het mobiel team Middelenmisbruik: een opgave voor het mobiel team Leuven, 14 februari 2018 Prof. dr. Frieda Matthys UZ Brussel VUB Free Clinic, Antwerpen Alcoholmisbruik : een opgave voor het mobiel team (Vroeg)detectie

Nadere informatie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie Enkele cijfers 17,9 % van de patiënten met een angststoornis lijdt aan een alcoholverslaving 19,4% van de alcoholverslaafden heeft een angststoornis (Addiction

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie

Herstel bij verslaving

Herstel bij verslaving 13-11- 12 Herstel bij verslaving Op de voordeur staat geschreven: hier werken wij samen aan herstel Visie op moderne verslavingszorg Jaap van der Stel Lector Geestelijke Gezondheidszorg Hogeschool Leiden

Nadere informatie

Voorwoord 7 Leeswijzer 9

Voorwoord 7 Leeswijzer 9 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Leeswijzer 9 Deel I Traumatische ervaringen 1 Wat kinderen kunnen meemaken 15 2 De reacties van kinderen op trauma 21 3 De impact op het gezin en de school 33 Deel II Kinderen

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Coping, sociale steun en welzijn bij ouders van personen die middelen misbruiken

Coping, sociale steun en welzijn bij ouders van personen die middelen misbruiken Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Coping, sociale steun en welzijn bij ouders van personen die middelen misbruiken Masterproef neergelegd tot het behalen van de

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie