Eur Civil Law brochure NL 17/6/ :43 Page 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eur Civil Law brochure NL 17/6/2004 14:43 Page 1 www.eurocivil.info"

Transcriptie

1

2 Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken in de Europese Unie Een leidraad voor de beoefenaars van juridische beroepen

3 Het domein van vrijheid, veiligheid en justitie moet het dagelijkse leven van de burgers vergemakkelijken, zowel bij het uitoefenen van hun rechten als wanneer ze zich tot een rechtbank moeten wenden om deze rechten af te dwingen. In heel de Europese Unie spelen juristen een cruciale rol op het vlak van burgerlijk recht. Vaak zijn ze het eerste aanspreekpunt voor Europese burgers die hun rechten willen laten respecteren. Het is essentieel dat juristen op de hoogte blijven van de ontwikkelingen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan op het vlak van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. De Europese Commissie lanceert dan ook een communicatiecampagne met beknopte, makkelijk toegankelijke informatie over deze belangrijke evoluties. Daarom is er deze pocket guide. Daarin leest u meer over justitiële samenwerking in burgerlijke zaken en verneemt u welke impact dit kan hebben op uw dagelijkse praktijk. Ik hoop dat hij u van nut zal zijn en u een beter inzicht zal verschaffen in deze complexe materie, die steeds belangrijker wordt. Met vriendelijke groeten, António Vitorino

4 I. INLEIDING 2 1. Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken 3 2. Naar een ware Europese rechtsruimte 3 3. Het acquis in civiel recht 24 II. JUSTITIELE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN 6 1. De EEX-Verordening (Brussel I) 7 2. Conflictenrecht instrumenten en ontwerpen De verdere ontwikkeling van de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken 14 III. FAMILIERECHT De Brussel II Verordening De nieuwe Verordening ter vervanging van de Brussel II-Verordening 18 IV. DE INSOLVENTIEVERORDENING 20 V. JUSTITIELE SAMENWERKING IN DE PRAKTUJK De Betekeningsverordening De Bewijsverordening Het Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken 25 VI. TOEGANG TOT DE RECHTER De Richtlijn inzake rechtsbijstand Voorstel voor een Richtlijn inzake de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven 27

5 I. INLEIDING Binnen het Europese recht heeft zich een belangrijke ontwikkeling voorgedaan, die tot nog toe onopgemerkt is gebleven bij de meeste praktijkjuristen. Het internationale privaatrecht staat op het punt zich te ontwikkelen tot een onafhankelijk en onderscheiden Europees rechtsgebied, dat boven de nationale wetgeving van de Lidstaten staat. Het Verdrag van Amsterdam geeft de EU de bevoegdheid om regels vast te stellen op het gebied van het internationale privaatrecht en inmiddels zijn er verscheidene instrumenten aangenomen op het terrein van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. Dit nieuwe terrein omvat een rechtsgebied dat het werk beïnvloedt van iedere praktijkjurist: rechters, advocaten en juristen in andere functies. Het beginsel van een vrij verkeer van goederen, diensten en personen heeft de mobiliteit van de Europese burger en de handel gestimuleerd. Praktijkjuristen zien zich steeds vaker geconfronteerd met grensoverschrijdende zaken, waarin onder meer problemen aan de orde komen met betrekking tot grensoverschrijdende leveringen, juridische aspecten van het toeristenverkeer en verkeersongevallen in het buitenland of vragen omtrent de eigendom van onroerend goed in andere Lidstaten van de Europese Unie. Op het vlak van familierecht zijn familiezaken en zaken betreffende de grensoverschrijdende familiale en ouderlijke verantwoordelijkheid bijna dagelijkse kost geworden. Tegenwoordig zijn zelfs kleine en middelgrote ondernemingen kmo s actief op de Europese markt. Daardoor worden zij in toenemende mate geconfronteerd met problemen en juridische kwesties die onder het Europese recht vallen. Geen enkele jurist in een Europa met open grenzen en een verscheidenheid aan grensoverschrijdende rechtsverhoudingen kan het zich veroorloven deze ontwikkeling te negeren.

6 1 Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Het begrip dat vasthoudt aan de idee van samenwerking tussen Lidstaten (op overheidsniveau) bleef deel uitmaken van een gebied dat zich inmiddels heeft ontwikkeld tot een onafhankelijk deel van het Europese recht, met zijn eigen concepten en beginselen. Titel IV van het EG Verdrag, inclusief artikel 61 en 65, is van kracht voor alle Lidstaten met uitzondering van Denemarken. Het begrip justitiële samenwerking in burgerlijke zaken vindt zijn oorsprong in het Verdrag van Maastricht, het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), dat in Titel VI, Bepalingen betreffende de samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, artikel K.1, de samenwerking in burgerlijke zaken omschreef als een onderwerp van gemeenschappelijk belang voor de Lidstaten. Met het Verdrag van Amsterdam werd dit beleid van samenwerking, dat tot dan toe slechts gericht was tot de Lidstaten, onderworpen aan de regelgevende bevoegdheid van de Europese Gemeenschap. Artikel 61(c) EG-Verdrag erkent de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap om regels vast te stellen op dit terrein dat volgens Artikel 65 EG-Verdrag volgende elementen omvat: a de verbetering en vereenvoudiging van: - het systeem van grensoverschrijdende betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken; - samenwerking bij het vergaren van bewijsmiddelen; - de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met inbegrip van beslissingen in buitengerechtelijke zaken; 2 Naar een ware Europese rechtsruimte De regels met betrekking tot de samenwerking in burgerlijke zaken zijn gebaseerd op het beginsel van de evenwaardigheid en de gelijke status van de gerechtelijke systemen en vonnissen van de individuele Lidstaten. Centraal staat daarbij ook de grensoverschrijdende samenwerking tussen individuele gerechten en gerechtelijke autoriteiten. Het belang van het bestaan van uniforme regels op dit gebied is duidelijk: indien iedere Lidstaat zelfstandig bepaalt welk recht van toepassing is op grensoverschrijdende rechtsverhoudingen en welke vonnissen uit welke andere Lidstaten worden erkend, zou er rechtsonzekerheid ontstaan voor burgers en bedrijven, zowel wat bevoegdheid als wat toepasselijk recht betreft. b c de bevordering van de verenigbaarheid van de in de Lidstaten geldende regels voor collisie- en jurisdictiegeschillen; de afschaffing van hinderpalen voor de goede werking van burgerrechtelijke procedures, zo nodig door bevordering van de verenigbaarheid van de in de Lidstaten geldende bepalingen van burgerlijke rechtsvordering. Voor een succesvolle Europese interne markt is rechtszekerheid op Europees niveau een vereiste. Tijdens de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 heeft de Raad gesteld dat hij wil streven naar het creëren van een ware Europese rechtsruimte, gebaseerd op het uitgangspunt dat burgers en bedrijven niet mogen worden gehinderd of ontmoedigd door de onderlinge 3

7 4 onverenigbaarheid of de complexiteit van de juridische en administratieve stelsels van de Lidstaten om hun rechten te doen gelden. Een verbetering van de toegang tot de rechter voor eenieder in heel de Gemeenschap werd hiervoor noodzakelijk geacht. De Europese Raad van Tampere legde in dat verband drie prioriteiten vast: wederzijdse erkenning van gerechtelijke vonnissen, een betere toegang tot de rechter in Europa en grotere convergentie van het burgerlijk recht. Van deze prioriteiten is het beginsel van wederzijdse erkenning de hoeksteen van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. De Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken nam op 30 november 2003 een ontwerpprogramma van maatregelen voor de uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aan. Het uiteindelijke doel is dat justitiële beslissingen in een andere Lidstaat zouden worden erkend en tenuitvoergelegd zonder enige bijkomende tussenstap, met andere woorden dat exequatur zou worden afgeschaft. Binnen deze ware Europese rechtsruimte verwacht men dat de verdere samenwerking in burgerlijke zaken de mobiliteit van de burgers en bedrijven zal vergemakkelijken. 3 Het acquis in civiel recht Wat betreft samenwerking in burgerlijke zaken is het zogenaamde acquis communautaire al van vrij groot belang. Het bestrijkt alle onderwerpen genoemd in Artikel 65 van het EG-Verdrag, zoals: bevoegdheid, wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen, samenwerking tussen de Lidstaten en toegang tot de rechter. Een aantal wetgevende instrumenten werd reeds aangenomen ze gelden in alle Lidstaten met uitzondering van Denemarken, terwijl andere worden besproken of gepland: bevoegdheid, wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen: - de EEX-Verordening (Brussel I) betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken; - de Brussel II-Verordening betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en een Voorstel voor een Verordening betreffende hetzelfde onderwerp, Brussel II bis, die de huidige Brussel II- Verordening zal vervangen; - de Verordening betreffende insolventieprocedures, samenwerking tussen de Lidstaten (deze instrumenten beogen de justitiële samenwerking in de praktijk te verbeteren): - de Verordening inzake de betekening en de kennisgeving in de Lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in grensoverschrijdende zaken; - de Verordening op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken; - het Raadsbesluit betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk op het gebied van burgerlijke en handelszaken,

8 het terrein van de toegang tot de rechter: - de Richtlijn betreffende de rechtsbijstand voor grensoverschrijdende procespartijen. Tot op heden zijn de volgende ontwerpregelingen voorgesteld: - schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven (Groenboek en voorstel voor een Richtlijn); - alternatieve wijzen van geschillenbeslechting (Groenboek); - voorstel voor een Verordening van de Raad tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen, dat beoogt vonnissen inzake niet-betwiste schuldvorderingen uitvoerbaar te maken in de gehele Gemeenschap zonder dat tussenmaatregelen nodig zijn in de Lidstaat waar de uitvoering van het vonnis wordt nagestreefd; - betalingsbevelen en procesvoering over geringe vorderingen (Groenboek); - recht dat van toepassing is op contractuele verbintenissen (Groenboek); - voorstel voor een Rome II-Verordening betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. 5

9 II. JUSTITIELE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN 6 Bevoegdheidsrecht en conflictenrecht op het gebied van burgerlijke en handelszaken vormen de kern van de justitiële samenwerking op het vlak van burgerlijke zaken. Op het terrein van de internationale civiele procesvoering belemmeren verschillen tussen nationale regels op het gebied van bevoegdheid en erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen de soepele werking van de interne markt. Onontbeerlijk zijn regelingen ter uniformering van de regels ten aanzien van de bevoegdheid in burgerlijke en handelszaken en ter vereenvoudiging van de formaliteiten voor een snelle en eenvoudige erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen uit andere Lidstaten. Dergelijke regelingen dienen bovendien te worden aangevuld door corresponderende regels van conflictenrecht. Bedrijf A gevestigd in Lidstaat 1 heeft bij Bedrijf B, dat handelsbeurzen organiseert en wiens hoofdbestuur is gevestigd in Lidstaat m 2 expositieruimte met bijbehorende diensten besteld voor een driedaagse beurs in Lidstaat 2 waaraan het als exposant wilde deelnemen. Vijf dagen voor aanvang van de beurs laat Bedrijf A s belangrijkste klant weten niet aanwezig te kunnen zijn op de beurs. Als gevolg daarvan annuleert Bedrijf A zijn reservering. Door deze late annulering slaagt Bedrijf B er niet in om alsnog de 500 vierkante meter te verhuren aan een andere exposant. Bedrijf A weigert de gevraagde huur te betalen. Bedrijf B wenst gerechtelijke actie te ondernemen tegen Bedrijf A en vraagt zich af op welke wijze dit het beste kan. Het Europese procesrechtelijke systeem op het gebied van burgerlijke en handelszaken, dat momenteel gebaseerd is op Verordening nr. 44/2001 Brussel I, heeft een grotere mate van rechtszekerheid tot stand gebracht voor gevallen zoals het bovenstaande. Het voorziet in regels omtrent bevoegdheidsconflicten die gelijk zijn voor alle Lidstaten die aan het systeem deelnemen. Ieder vonnis uitgesproken in een van de Lidstaten wordt op gelijke wijze erkend en tenuitvoergelegd in alle andere Lidstaten. Bovendien zorgen uniforme regels van conflictenrecht ervoor dat dezelfde materiële rechtsvraag in een zaak aan de hand van hetzelfde materiële recht wordt beoordeeld, onafhankelijk van de vraag in welke Lidstaat de zaak aanhangig is. Onder de EEX-Verordening kan Bedrijf B twee alternatieve wegen bewandelen. Enerzijds kan het Bedrijf A in rechte betrekken voor het bevoegde gerecht op de plaats in Lidstaat A waar Bedrijf A s hoofdbestuur is gevestigd; op grond van de hoofdregel van Artikel 2 van de Verordening kan een zaak gebracht worden voor het gerecht van de plaats waar de gedaagde is gevestigd. Anderzijds zou Bedrijf B er de voorkeur aan kunnen geven om een procedure te starten bij een gerecht in zijn eigen Lidstaat 2, dat bevoegd is op grond van Artikel 5(1)(b) van de Verordening, zijnde het gerecht van de plaats waar op grond van het contract de diensten verricht moesten worden. Een eventueel gunstig vonnis van de rechtbank in Lidstaat 2 wordt in het laatstgenoemde geval erkend en kan in een eenvoudige procedure uitvoerbaar worden verklaard in de Lidstaat waar Bedrijf A zijn vermogen heeft. Er is voor Bedrijf B geen reden om ervoor te vrezen dat het gerecht in een van beide gevallen in de zaak verschillend recht toepast: op grond van het Verdrag van Rome uit 1980, dat van toepassing is in alle Lidstaten, zijn dezelfde regels van toepassing om te bepalen welk recht de zaak beheerst. (vgl. verder hoofdstuk II 2. over het Verdrag van Rome van 1980)

10 1 De EEX-Verordening (Brussel I) geven dat op de koopovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing zijn, die op de achterkant van het gebruikte briefpapier Verordening (EG) nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken van 22 december 2000 de EEX- Verordening is op 1 maart 2002 in werking getreden. Daarmee is zij in de plaats getreden van het EEX-Verdrag van 1968 dat hetzelfde onderwerp regelt en dat van toepassing blijft ten opzichte van Denemarken en bepaalde overzeese gebieden van enkele Lidstaten. Het EVEX-Verdrag (Verdrag van Lugano van 1988), dat qua inhoud in grote lijnen overeenstemt met het Verdrag van Brussel van 1968, geldt ten opzichte van IJsland, Noorwegen, Polen en Zwitserland. zijn afgedrukt. Deze algemene voorwaarden bevatten een forumkeuze die Rechtbank C in Lidstaat 2 als bevoegd gerecht aanwijst. Bedrijf A heeft schriftelijk de verklaring van Bedrijf B bevestigd. Na levering van de machine meent Bedrijf B dat de machine niet goed functioneert en het heeft daarom tegen Bedrijf A een vordering tot schadevergoeding ingesteld bij Rechtbank C. In de procedure betwist Bedrijf A de bevoegdheid van Rechtbank C. Het voert hiertoe aan dat op grond van het recht van Lidstaat 1 een forumkeuze in algemene voorwaarden slechts geldig is indien deze uitdrukkelijk is aanvaard middels ondertekening. De Verordening is van toepassing in burgerlijke en handelszaken. Zij heeft met name geen betrekking op fiscale zaken, douanezaken en administratiefrechtelijke zaken. Daarnaast is zij niet van toepassing op de staat en bevoegdheid van natuurlijke personen, het huwelijksgoederenrecht, testamenten en erfenissen, faillissementsprocedures, sociale zekerheid en arbitrage. 1.1 Het bevoegdheidssysteem van de EEX-Verordening (Brussel I) De EEX-Verordening heeft een gesloten systeem van regels met betrekking tot de rechterlijke bevoegdheid, waarmee zij bij geschillen die de grenzen van de Lidstaten overschrijden bevoegdheid verleent aan de rechter van één van de Lidstaten. Bedrijf A, dat is gevestigd in Lidstaat 1, heeft een machine verkocht aan Bedrijf B, dat gevestigd is in Lidstaat 2. Bedrijf B heeft bij het schriftelijk aanvaarden van het aanbod van Bedrijf A aange- Op grond van Artikel 23(1) EEX-Verordening kunnen partijen van wie er ten minste één gevestigd is in een Lidstaat, een gerecht van een Lidstaat als bevoegd aanwijzen met betrekking tot enig geschil dat naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking is of zal ontstaan. Deze bevoegdheid is exclusief, tenzij de partijen iets anders overeenkomen. Voor wat betreft de EEX-Verordening dient de formele geldigheid van een forumkeuze uitsluitend te worden vastgesteld op basis van de Verordening, die daartoe een autonome regeling bevat. Deze regeling prevaleert boven de regels omtrent de geldigheid van een forumkeuze in het commune internationale bevoegdheidsrecht van de Lidstaten. (vgl. beneden) De hoofdregel: bevoegd is de rechter van de woonplaats van de verweerder De hoofdregel van de EEX-Verordening is op grond van Artikel 2 EEX- Verordening, dat zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een 7

11 8 Lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, worden opgeroepen voor de gerechten van die Lidstaat. De woonplaats van een natuurlijke persoon dient te worden vastgesteld aan de hand van het interne recht van het forum waar de zaak wordt aangebracht. Voor de toepassing van de Verordening hebben vennootschappen woonplaats op de plaats waar zich de statutaire zetel, het hoofdbestuur of de hoofdvestiging van de rechtspersoon bevindt. Indien de verweerder geen woonplaats heeft op het grondgebied van een Lidstaat, bepaalt Artikel 4 EEX-Verordening dat de bevoegdheid moet worden getoetst aan de hand van het commune internationale bevoegdheidsrecht van het aangezochte gerecht, met uitzondering van gevallen waarin de Verordening de bevoegdheid exclusief regelt of er sprake is van een door partijen aangewezen bevoegd gerecht. Alternatieve en bijzondere bevoegdheidsregels In Artikel 5 tot en met 7 EEX-Verordening voorziet de Verordening in alternatieve of bijzondere bevoegdheidsregels ten opzichte van de hoofdregel van Artikel 2 van de Verordening. De eiser kan kiezen om zijn rechtsvordering in te stellen bij het gerecht van de woonplaats van de verweerder of bij het gerecht van een andere Lidstaat dat zijn bevoegdheid ontleent aan één van de bijzondere bevoegdheidsregels. Voor de rechtspraktijk vormt Artikel 5(1), dat betrekking heeft op verbintenissen uit overeenkomst met uitzondering van arbeidscontracten, de belangrijkste bijzondere bevoegdheidsregel. Internationaal bevoegd is het gerecht van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is of moet worden uitgevoerd. Ten aanzien van twee zeer vaak voorkomende contractstypen is deze plaats specifiek in het Artikel omschreven en beheerst deze plaats alle verbintenissen uit deze overeenkomsten die aan de eis ten grondslag worden gelegd. Tenzij door de partijen anders is overeengekomen, geldt in geval van overeenkomsten voor de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken als plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, de plaats waar de zaken volgens de overeenkomst zijn geleverd of moesten worden geleverd en in geval van overeenkomsten voor de verstrekking van diensten, de plaats waar de diensten volgens de overeenkomst zijn verstrekt of hadden moeten worden verstrekt. Artikel 5 voorziet bovendien in speciale rechtsregels voor verschillende speciale zaken, die bijvoorbeeld betrekking hebben op onderhoudsverplichtingen, burgerlijke eisen tot schadevergoeding of teruggave, of geschillen die voortkomen uit de activiteiten van een filiaal, een agentschap of enige andere vestiging. Artikel 5(3), dat bevoegdheid inzake onrechtmatige daad behandelt, heeft aan belang gewonnen. Eisen met betrekking tot onrechtmatige daden, strafbare feiten of quasi-delicten kunnen worden ingediend bij de gerechten van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Het Hof van Justitie heeft bepaald dat dit de plaats is waar zich de schade voordoet of de plaats waar de schadeverwekkende handeling plaatsvond. De forumkeuze en de verschijning van de verweerder De regeling omtrent de forumkeuze is neergelegd in Artikel 23 EEX- Verordening. Dit is één van de belangrijkste en meest veelvuldig gebruikte bepalingen van de Verordening. Het staat partijen over het algemeen vrij om een bevoegd gerecht aan te wijzen. Er zijn echter beperkingen waar het gaat om een aantal specifieke overeenkomsten waarbij één van de partijen beschermd wordt. Dit is het geval bij verzekeringszaken en consumenten- en arbeidsovereenkomsten. Bovendien heeft een forumkeuze door partijen geen rechtsgevolg indien op grond van Artikel 22 EEX-Verordening een ander gerecht bij uitsluiting (exclusief) bevoegd is.

12 In de bovengenoemde zaak twistten de twee in verschillende Lidstaten gevestigde Bedrijven over de geldigheid van de forumkeuze die is opgenomen in de algemene voorwaarden van één van de Bedrijven. De oplossing van dit twistpunt kan worden afgeleid uit Artikel 23 EEX-Verordening. Met betrekking tot vormvereisten voor een geldige forumkeuze bevat Artikel 23 een aantal afzonderlijke regels. De basisregel is dat een overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht schriftelijk overeengekomen dient te worden. Niet noodzakelijk is echter dat het document door beide partijen is ondertekend. Een uitwisseling over en weer van schriftelijke verklaringen of een schriftelijke bevestiging van een mondelinge overeenkomst voldoet evenzeer. Hetzelfde is het geval indien de forumkeuze is overeengekomen in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden of, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn, en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen. In het bovengenoemde geval heeft Bedrijf B een aanbod van Bedrijf A schriftelijk aanvaard en is deze verklaring vervolgens door Bedrijf A schriftelijk aan Bedrijf B bevestigd. Bij aanvaarding heeft Bedrijf B expliciet verwezen naar zijn algemene voorwaarden die tevens aan Bedrijf A kenbaar zijn gemaakt in een taal die gebruikelijk was voor de partijen. De forumkeuze in de algemene voorwaarden van Bedrijf B voldoet daarmee aan de vereisten die zijn uiteengezet in Artikel 23(1) EEX-Verordening. Court C krijgt dus de exclusieve bevoegdheid over de zaak. Buiten de gevallen waarin zijn bevoegdheid voortvloeit uit andere bepalingen van de EEX-Verordening, is het gerecht van de Lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd op grond van Artikel 24. Deze bepaling is echter niet van toepassing indien de verschijning tot doel heeft de bevoegdheid van het gerecht te betwisten, of indien er een ander gerecht bestaat dat krachtens Artikel 22 bij uitsluiting bevoegd is. Deze regel is belangrijk voor de praktijk, omdat het de verweerder dwingt om zekerheid omtrent de bevoegdheid van een gerecht te verkrijgen alvorens ervoor te verschijnen. Eenmaal de bevoegdheid van het gerecht is geaccepteerd, kan ze niet meer ter discussie komen en staat ze daarmee vast. Specifieke bevoegdheidsregels voor verzekeringszaken, consumentenovereenkomsten en individuele arbeidsovereenkomsten Voor zaken betreffende verzekeringen, consumentenovereenkomsten en individuele arbeidsovereenkomsten gelden in de EEX-Verordening speciale bevoegdheidsregels. Deze gevallen worden gescheiden geregeld vanwege de noodzaak om de zwakkere contractspartij te beschermen. De Verordening voorziet in deze regels met het doel om de zwakkere en dus beschermingswaardige contractspartij, te weten de verzekeringsnemer, de consument of de werknemer, een geëigend forum te bieden. Mevrouw A, die woonplaats heeft op het grondgebied van Lidstaat 1, heeft op het internet bij een online boekhandel een boek besteld en een bedrag van 26,80 vooruit betaald. Het boek werd nooit geleverd. Mevrouw A ontdekt dat de online boekhandel wordt geëxploiteerd door een Bedrijf dat is gevestigd in Lidstaat 2. Zij besluit juridische stappen te ondernemen en vraagt zich af waar zij een rechtsvordering moet instellen. Het Bedrijf meent dat op grond van een 9

13 10 forumkeuze in zijn algemene voorwaarden de gerechten van Lidstaat 2 bevoegd zijn. Op grond van Artikel 16(1) EEX-Verordening kan de rechtsvordering die door een consument wordt ingesteld tegen de wederpartij bij de overeenkomst, worden gebracht hetzij voor de gerechten van de Lidstaat op het grondgebied waarvan die partij woonplaats heeft, hetzij voor het gerecht van de plaats waar de consument woonplaats heeft. Artikel 15(1) EEX-Verordening bepaalt dat een dergelijke keuze openstaat voor de consument indien de overeenkomst is gesloten met een persoon die commerciële activiteiten ontplooit in de Lidstaat waar de consument woonplaats heeft, of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op die lidstaat, of op meerdere staten met inbegrip van die Lidstaat, en de overeenkomst onder die activiteiten valt. Aangezien van deze regel niet kan worden afgeweken door middel van een forumkeuze vóór het ontstaan van het geschil, kan mevrouw A het Bedrijf dagvaarden voor het gerecht van de Lidstaat op het grondgebied waarvan zij woonplaats heeft. Exclusieve bevoegdheid Artikel 22 EEX-Verordening stelt voor een aantal onderwerpen waarvan vaststaat dat er een bijzonder nauwe band met een bepaalde Lidstaat of een bijzonder belang van rechtszekerheid bestaat, een exclusieve bevoegdheid vast. Deze onderwerpen betreffen, onder andere, de zakelijke rechten op en huur en verhuur, pacht en verpachting van onroerende goederen en de registratie of geldigheid van rechten die aanleiding geven tot deponering of registratie, zoals octrooien en merken. Met betrekking tot deze onderwerpen is de bevoegdheid op grond van enige andere bepaling dan Artikel 22, zoals het gerecht van de woonplaats van de verweerder of het door partijen aangewezen gerecht, uitgesloten. Voorlopige maatregelen en maatregelen tot bewaring van recht Artikel 31 EEX-Verordening voorziet in de mogelijkheid om in de wetgeving van een Lidstaat vastgestelde voorlopige of bewarende maatregelen aan te vragen bij de gerechten van die Lidstaat, zelfs indien een gerecht van een andere Lidstaat krachtens de Verordening bevoegd is van het bodemgeschil kennis te nemen. 1.2 De Europese litispendentieregeling De Europese litispendentieregeling voorkomt dat gerechten uit verschillende Lidstaten ten aanzien van tussen dezelfde partijen aanhangig zijnde vorderingen die hetzelfde onderwerp betreffen en die op dezelfde oorzaak berusten, tegenstrijdige beslissingen nemen. In een dergelijk geval houdt het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht zijn uitspraak ambtshalve aan totdat de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat. Wanneer de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht vaststaat, verklaart het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht zich onbevoegd. Deze regeling is van groot belang voor de grensoverschrijdende procespraktijk. 1.3 Erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen uit andere Lidstaten De EEX-Verordening heeft door invoering van een eenvoudige procedure de formaliteiten die gelden voor de erkenning en voorspoedige tenuitvoerlegging van vonnissen van gerechten uit andere Lidstaten vereenvoudigd.

14 Erkenning Volgens Artikel 33 EEX-Verordening worden in een Lidstaat gegeven beslissingen in de overige Lidstaten erkend zonder vorm van proces. De erkenning kan slechts in een aantal uitzonderlijke gevallen worden geweigerd. Het belangrijkste in deze zin is Artikel 34(2) EEX- Verordening met betrekking tot beslissingen die bij verstek gewezen zijn. Dit Artikel bepaalt dat een beslissing niet wordt erkend indien het stuk dat het geding inleidde of een gelijkwaardig stuk, niet zo tijdig en op zodanige wijze als met het oog op verdediging nodig was, aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend, betekend of meegedeeld is. Een beslissing zal daarnaast niet worden erkend indien de bepalingen van de Verordening omtrent de exclusieve bevoegdheidsregels of de specifieke regels betreffende verzekeringszaken, consumentenovereenkomsten en individuele arbeidsovereenkomsten niet in acht zijn genomen bij de bevoegdheidsvraag. In alle andere gevallen verbiedt Artikel 35(3) EEX-Verordening de rechter uitdrukkelijk om de bevoegdheid van de gerechten van de Lidstaat van herkomst te toetsen. Bovendien bepaalt Artikel 36 EEX-Verordening dat een gerecht in geen geval mag overgaan tot een onderzoek naar de juistheid van de in den vreemde gegeven beslissing. Tenuitvoerlegging Beslissingen die in een Lidstaat zijn gegeven en daar uitvoerbaar zijn, kunnen in een andere Lidstaat ten uitvoer worden gelegd, nadat zij aldaar uitvoerbaar zijn verklaard. De partij die een beslissing ten uitvoer wil laten leggen in een andere Lidstaat verzoekt het gerecht of de bevoegde autoriteit van de Lidstaat waar de beslissing werd uitgesproken, een certificaat af te geven dat de uitvoerbaarheid van de beslissing bevestigt (vgl. het modelformulier in bijlage V bij de EEX-Verordening). Het gerecht of de bevoegde autoriteit door iedere Lidstaat aangewezen om de verzoeken om een verklaring van uitvoerbaarheid te behandelen, controleert enkel formeel de documenten die bij het verzoek zijn gevoegd. Elke partij kan een rechtsmiddel instellen tegen de beslissing op het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid bij een van de in bijlage III bij de EEX-Verordening bedoelde gerechten. Dit rechtsmiddel ziet slechts op de verklaring van uitvoerbaarheid. Uit de Verordening blijkt bovendien duidelijk dat de enige grond voor weigering van de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar verklaarde beslissing, kennelijke strijd is met de openbare orde van het land waar de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd. Tegen de beslissing met betrekking tot een verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid kan in beroep worden gegaan door één van de partijen volgens een in de Artikelen 43 tot en met 46 EEX-Verordening omschreven procedure. Indien een beslissing nog moet worden erkend, kunnen al wel zonder dat er een verklaring van uitvoerbaarheid is, voorlopige of bewarende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen zijn dan slechts mogelijk voor zover het interne recht van de aangezochte Lidstaat daarin voorziet. Is er een verklaring van uitvoerbaarheid, dan houdt deze tevens het verlof in bewarende maatregelen te nemen. 2 Conflictenrecht instrumenten en ontwerpen De harmonisatie van het conflictenrecht, die moet worden onderscheiden van de harmonisatie van het materiële recht, beoogt de regels die het toepasselijke recht op verbintenissen uit een rechtsverhouding aanwijzen op elkaar af te stemmen. 11

15 Het Verdrag van Rome 1980 en de voorstellen voor een Rome I-Verordening Het Verdrag van Rome van 1980 Het Verdrag van Rome (EVO) inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, dat in werking is sinds 1 april 1991, is op dit moment van kracht in alle Lidstaten, ofschoon er inhoudelijke verschillen bestaan als gevolg van uiteenlopende methoden van implementatie in Lidstaten en een aantal voorbehouden ten aanzien van bepalingen van het Verdrag. Het Verdrag is van toepassing op verbintenissen uit overeenkomst in gevallen waarin uit het recht van verschillende landen moet worden gekozen. Het door het Verdrag aangewezen recht is toepasselijk, ongeacht de vraag of dit het recht is van een verdragsluitende Staat. Het Verdrag is niet van toepassing op contractuele verbintenissen betreffende testamenten en erfenissen of het huwelijksgoederenrecht. De regels van het Verdrag zijn daarmee de enige regels van internationaal privaatrecht die gelden in de Lidstaten op het gebied van het toepasselijke recht op verbintenissen uit overeenkomst. De partijen bij een contract kunnen op grond van het Verdrag het toepasselijke recht aanwijzen voor het gehele contract of een deel daarvan. Bij het ontbreken van een rechtskeuze door partijen wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waarmee zij het nauwst is verbonden. Er geldt een vermoeden dat dit het recht is van het land waar de partij die de kenmerkende prestatie moet verrichten op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, haar gewone verblijfplaats heeft, of, wanneer het een vennootschap, vereniging of andere rechtspersoon betreft, haar hoofdbestuur heeft. (Bijvoorbeeld, indien het een koopovereenkomst betreft, is de prestatie die kenmerkend is voor de overeenkomst die van de verkoper die de goederen levert). Voor zover de overeenkomst een zakelijk recht op of een recht tot gebruik van een onroerend goed tot onderwerp heeft, wordt vermoed dat de overeenkomst het nauwst verbonden is met het land waar het onroerend goed is gelegen. Indien bij een overeenkomst tot vervoer van goederen het land waar de vervoerder zijn hoofdvestiging heeft, tevens het land is waar de plaats van de inlading of lossing, dan wel de hoofdvestiging van de verzender is gelegen, geldt een vermoeden dat de overeenkomst het nauwst is verbonden met dat land. Voor iedere overeenkomst geldt echter dat indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land, deze is onderworpen aan het recht van dat land. Speciale bepalingen ter bescherming van de zwakkere contractspartij gelden voor consumentenovereenkomsten en individuele arbeidsovereenkomsten. In het geval van een consumentenovereenkomst is, indien voldaan is aan de criteria in Artikel 5 EVO en tenzij partijen iets anders overeenkomen, het recht van de gewone verblijfplaats van de consument van toepassing. Wat betreft individuele arbeidsovereenkomsten geldt dat, bij het ontbreken van een rechtskeuze door partijen, het recht toepasselijk is van de plaats waar de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht. Wanneer de werknemer niet in een zelfde land gewoonlijk zijn arbeid verricht, wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waar zich de vestiging bevindt die de werknemer in dienst heeft genomen. Indien echter uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land, is het recht van dat land van toepassing, Artikel 6(2)(b) EVO. In het geval van een consumentenovereenkomst geldt als algemene regel dat een rechtskeuze er niet toe kan leiden dat de consument de bescherming verliest die hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het recht van het land waar

16 hij zijn gewone verblijfplaats heeft. Bij een individuele arbeidsovereenkomst kan een rechtskeuze door partijen er niet toe leiden dat de werknemer de bescherming verliest die hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het recht van het land waar de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn werk verricht. In de kwestie van Bedrijf B dat handelsbeurzen organiseerde en van Bedrijf A dat zijn bestelling van expositieruimte laattijdig annuleerde (zie op voorgaande pagina 6), wil Bedrijf B zich ervan verzekeren dat de overeenkomst met Bedrijf A wordt beheerst door het recht van Lidstaat 2, te weten zijn eigen recht. Organisatoren van handelsbeurzen geven doorgaans in hun algemene voorwaarden aan dat de contracten die worden afgesloten met exposanten beheerst worden door het recht van de Staat waar de organisator zelf is gevestigd. Het EVO staat het beginsel van een vrije rechtskeuzemogelijkheid van partijen voor, Artikel 3(1) EVO. Indien Bedrijf B een rechtskeuzeclausule heeft opgenomen in het contract, dan is het contract onderworpen aan het daarmee gekozen recht. In geval van het ontbreken van een rechtskeuze, moet het toepasselijke recht worden vastgesteld overeenkomstig de regel van het land waarmee de overeenkomst het nauwst is verbonden. Voor wat betreft het contract dat ziet op de huur van expositieruimte met bijbehorende diensten, is de prestatie van bedrijf B die de ruimte verhuurt en de diensten levert de kenmerkende prestaties in de overeenkomst, in tegenstelling tot de prestatie van Bedrijf A, die slechts de betaling van een geldsom inhoudt. Derhalve is het recht van Lidstaat 2, waar B s hoofdbestuur is gevestigd, het toepasselijke recht ten aanzien van de overeenkomst. De voorstellen voor een Rome I-Verordening De Europese Commissie heeft op 14 januari 2003 een Groenboek uitgegeven over de omzetting van het Verdrag van Rome van 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst in een communautair instrument, alsmede over de modernisering ervan. De omzetting van het EVO in een communautair instrument kan inderdaad enkele beperkingen die inherent zijn aan het EVO als internationaal Verdrag wegnemen. Tevens zou door omzetting op dezelfde wijze als in het algemeen geldt voor de maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken het Europese Hof van Justitie als hoogste rechter de bevoegdheid krijgen om de regels van het instrument van uitleg te voorzien, een bevoegdheid die onder het EVO nooit tot stand is gekomen. Ten slotte wordt gediscussieerd over de nodige inhoudelijke modernisering, met name met betrekking tot Artikel 5 EVO over het toepasselijke recht op overeenkomsten met consumenten op het internet. 2.2 Het voorstel voor een Rome II-Verordening In tegenstelling tot de EEX-Verordening die ziet op zowel contractuele als niet-contractuele verbintenissen, zijn wat betreft het conflictenrecht tot nog toe slechts de regels van de Lidstaten ten aanzien van het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst geharmoniseerd. Derhalve heeft de Europese Commissie op 22 juli 2003 een voorstel gedaan voor een Verordening betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen, Rome II. Sommige onderwerpen met betrekking tot niet-contractuele verbintenissen zijn uitgesloten van het materiële toepassingsgebied van de voorgestelde Verordening, zoals niet-contractuele verbintenissen uit familiale of daarmee gelijkgestelde relaties, het huwelijksvermogens- 13

17 14 recht en het erfrecht. Het voorstel onderscheidt conflictregels voor niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit onrechtmatige daad en voor niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een feit dat geen onrechtmatige daad is. De voorgestelde objectieve verwijzingsregel voor niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een onrechtmatige daad knoopt aan bij de plaats waar de schade is ontstaan of dreigt te ontstaan. De doelstelling achter deze bevestiging van de lex loci delicti commissi-regel is enerzijds geweest om rechtszekerheid te creëren en anderzijds om de positie van de beweerde laedens met de positie van de gelaedeerde op redelijke wijze in balans te brengen. In het geval dat de laedens en de gelaedeerde echter beiden hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schade zich voordoet, wordt de niet-contractuele verbintenis beheerst door het recht van dit land. Om de rechter de nodige flexibiliteit te geven om de regels aan een specifieke situatie te kunnen aanpassen, bevat het voorstel nog een algemene exceptieclausule voor het geval dat uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis kennelijk nauwere banden met een ander land heeft. Voor specifieke onderwerpen zoals productaansprakelijkheid, oneerlijke concurrentie of schending van intellectuele eigendomsrechten bevat het voorstel een aantal bijzondere regels. Voor niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een feit dat geen onrechtmatige daad is zoals ongerechtvaardigde verrijking of vertegenwoordiging zonder volmacht bevat het voorstel verscheidene regels, opdat de verbintenis wordt beheerst door het recht waarmee deze het nauwst is verbonden, terwijl de rechter voldoende flexibiliteit behoudt om de regel in te passen in zijn eigen rechtssysteem. Er is voor de partijen een mogelijkheid gecreëerd om na het ontstaan (een keuze ex ante is niet mogelijk) van hun geschil de niet-contractuele verbintenis te onderwerpen aan het recht dat zij kiezen. Deze keuze moet uitdrukkelijk geschieden of ondubbelzinnig uit de omstandigheden van de zaak blijken. De rechtskeuze van de partijen laat, wanneer alle overige omstandigheden van het geval op het tijdstip waarop de schade ontstaat in een ander land waren gelokaliseerd dan dat waarvan het recht is gekozen, de toepassing onverlet van de bepalingen waarvan volgens het recht van eerstbedoeld land niet bij overeenkomst mag worden afgeweken. Bovendien is een rechtskeuze uitgesloten in het geval van schending van intellectuele eigendomsrechten en kan de toepassing van vreemd recht terzijde worden gezet indien deze toepassing kennelijk in strijd is met de openbare orde van het land van de rechter. 3 De verdere ontwikkeling van de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken De Gemeenschap beoogt de nog bestaande barrières tussen de rechtssystemen van de Lidstaten steeds verder te doorbreken. De Europese Raad van Tampere heeft aangedrongen op een verdere vermindering van de intermediaire maatregelen die nog altijd moeten worden genomen om een beslissing of een vonnis in de aangezochte staat erkend te krijgen en ten uitvoer te leggen, met als einddoel de automatische erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken en de afschaffing van de exequatur-procedure. 3.1 Het voorstel van de Commissie betreffende de invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen Het voorstel voor een Verordening betreffende de invoering van een executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen

18 (COM/2002/ 0159-def.) is bedoeld om het vrije verkeer van beslissingen, gerechtelijke schikkingen en authentieke akten in alle Lidstaten mogelijk te maken. Daartoe worden minimumnormen vastgesteld die door de Lidstaten in acht moeten worden genomen en die alle tussenprocedures voorafgaand aan de erkenning en tenuitvoerlegging overbodig maken. De Verordening is toepasselijk in burgerlijke en handelszaken, ongeacht de aard van het gerecht dat van deze zaken kennis neemt. Het begrip "niet-betwiste schuldvorderingen" heeft betrekking op alle situaties waarin een schuldeiser, gelet op het feit dat niet gebleken is dat de schuldenaar de aard of de omvang van een schuldvordering betwist, een gerechtelijke beslissing tegen deze schuldenaar heeft verkregen of een executoriale titel waarmee de schuldenaar uitdrukkelijk moet instemmen, in de vorm van een door een gerecht goedgekeurde schikking of een authentieke akte. Indien in een Lidstaat een vonnis is gewezen betreffende een nietbetwiste schuldvordering, mag de schuldeiser zelf beslissen of hij om een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel verzoekt of om een verklaring van uitvoerbaarheid uit hoofde van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad. Een vonnis betreffende een nietbetwiste schuldvordering dat in de Lidstaat van oorsprong is gewaarmerkt als een Europese executoriale titel, wordt, zonder dat er een afzonderlijke procedure nodig is, erkend en tenuitvoergelegd in de Lidstaat van tenuitvoerlegging. Dhr. A heeft een geldvordering tegen dhr. B in Lidstaat 1, waar beiden woonplaats hebben. Het gerecht heeft B, opgedragen om ,- aan A te betalen. Aangezien B recentelijk zijn gehele vermogen heeft verplaatst naar een bank in Lidstaat 2, vraagt A zich af op welke wijze hij het vonnis ten uitvoer kan leggen in Lidstaat 2. Op dit moment moet A in Lidstaat 2, waar hij tenuitvoerlegging van het vonnis beoogt, om een verklaring van uitvoerbaarheid verzoeken. De exequatur -procedure voorzien in de EEX-Verordening brengt de noodzaak van juridische stappen met zich mee in een andere Lidstaat dan die waarin het vonnis werd gewezen, hetgeen de nodige kosten en vertraging oplevert. Onder het regime van de toekomstige Verordening betreffende de invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen zal A een tweede keuzemogelijkheid hebben: hij kan om de waarmerking als Europese executoriale titel van het vonnis verzoeken, die erkend en tenuitvoergelegd wordt zonder dat er een afzonderlijke procedure nodig is. Deze Verordening biedt grote voordelen voor schuldeisers, voor wie de tenuitvoerlegging op deze manier in het buitenland snel en doeltreffend verloopt, zonder tussenkomst van het gerechtelijk apparaat van de Lidstaat waar de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd en zonder de daarmee gepaard gaande kosten en vertragingen. Zij maakt deel uit van een groep van maatregelen die bedoeld zijn voor de verdere verwezenlijking van het beginsel van wederzijdse erkenning van vonnissen en andere beslissingen van rechterlijke autoriteiten. In feite is er geen tussenkomst van het gerechtelijk apparaat in een tweede Lidstaat meer nodig en is in het algemeen vertaling overbodig, omdat voor de waarmerking van meertalige standaardformulieren 15

19 16 gebruik wordt gemaakt. Het gerecht van de staat waar het vonnis oorspronkelijk wordt gewezen, verstrekt een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel, gebruik makend van het standaardformulier in de taal van het vonnis, dat is opgenomen in bijlage I bij de Verordening. De Verordening stelt een aantal minimumnormen vast voor de procedure die tot de beslissing leidt, teneinde ervoor te zorgen dat de schuldenaar in kennis wordt gesteld van de tegen hem ingestelde vordering, van de vereisten voor zijn actieve betrokkenheid bij de procedure indien hij de schuldvordering wenst te betwisten, en van de gevolgen indien hij niet tijdig en niet op zodanige wijze optreedt als met het oog op zijn verdediging nodig is. De gerechten van de Lidstaat waar het oorspronkelijke vonnis is gewezen, hebben de taak toevertrouwd gekregen om, voordat een eenvormig bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel wordt afgeleverd, de volledige naleving van de vereisten van de Verordening en met name de procedurele minimumnormen zeker te stellen, opdat zowel de toets als het resultaat transparant is. De Raad heeft in februari 2004 een gemeenschappelijk standpunt ingenomen over het aannemen van deze Verordening en heeft het voorstel voor een tweede lezing aan het Europese Parlement overgedragen. 3.2 Het voorstel van de Europese Commissie betreffende een Europees betalingsbevel en een nieuw instrument inzake procesvoering over geringe vorderingen Op 20 december 2002 heeft de Europese Commissie een Groenboek betreffende een Europese procedure inzake betalingsbevelen en maatregelen ter vereenvoudiging en bespoediging van de procesvoering over geringe vorderingen gepubliceerd (COM/2002/0746 def.). Het Groenboek bevat een integrale lijst met vragen over het Europese betalingsbevel, die bedoeld is om de discussie te stimuleren over de totstandbrenging van een snelle en efficiënte procedure voor het invorderen van vorderingen die vermoedelijk niet betwist zullen worden. In maart 2004 is ten aanzien van dit onderwerp een voorstel voor een Verordening aangenomen door de Commissie. 3.3 Buitengerechtelijke geschillenbeslechting de ontwikkeling van alternatieve wijzen van geschillenbeslechting in burgerlijke en handelszaken in de Europese Unie Op 19 april 2002 heeft de Europese Commissie een Groenboek gepubliceerd over alternatieve wijzen van geschillenbeslechting in het burgerlijk en het handelsrecht (ADR- alternative dispute resolution). Het Groenboek beoogt een inventarisatie te maken van de nationale, Europese en internationale ontwikkelingen op het gebied van ADR en daarnaast, samen met de Lidstaten en andere geïnteresseerde partijen, na te denken over gewenste ontwikkelingen in de toekomst. ADR betreft buitengerechtelijke procedures ter beslechting van geschillen in burgerlijke en handelszaken. Over het algemeen houdt de procedure de medewerking in van de partijen in het geschil om met behulp van een derde neutrale partij een oplossing te vinden voor het geschil. De ADR-methode wordt als een belangrijk onderdeel gezien van de Europese inspanning om in efficiënte en eerlijke mechanismen voor geschillenbeslechting te voorzien.

20 III. FAMILIERECHT 1 De Brussel II Verordening Op grond van Artikel 2(1) Brussel II-Verordening is inzake een rechtsvordering tot echtscheiding het gerecht bevoegd van de Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen, de Brussel II- Verordening, is op 1 maart 2001 in werking getreden. Lidstaat op het grondgebied waarvan de echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben, zich de laatste gewone verblijfplaats van de echtgenoten bevindt indien één van hen daar nog verblijft of waarvan beiden de nationaliteit hebben (in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, waar beiden hun domicilie hebben). Nadat mevr. A is teruggekeerd naar Lidstaat 1, zal zij slechts op grond van één van de volgende omstandigheden in Lidstaat 1 haar rechtsvordering kunnen instellen: Het materiële toepassingsgebied van de Verordening is beperkt tot burgerlijke rechtsvorderingen tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk en rechtsvorderingen in huwelijkszaken betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen van de echtgenoten. Voor deze procedures geeft de Verordening regels omtrent: - de bevoegdheid van de gerechten van de Lidstaten - de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen genomen door gerechten van andere Lidstaten. Mevr. A is een burger van Lidstaat 1. Zij is getrouwd met dhr. B met wie zij drie jaar heeft samengewoond in zijn woning in Lidstaat 2. Mevr. A heeft besloten een scheiding aan te vragen en terug te verhuizen naar haar geboorteland, waar haar familie woont. Mevr. A zou graag zo snel mogelijk naar Lidstaat 1 terugkeren en daar een rechtsvordering tot echtscheiding instellen. Ze heeft echter al twee weken geen contact meer gehad met dhr. B en maakt zich zorgen over eventuele complicaties met betrekking tot de door haar gewenste echtscheiding. -Indien ze dhr. B kan overhalen tot het indienen van een gemeenschappelijk verzoek, kan ze haar rechtsvordering instellen voor de gerechten van de Lidstaat op het grondgebied waarvan zich de gewone verblijfplaats bevindt van één van echtgenoten, aldus Lidstaat 1 of 2. - Indien dhr. B iedere medewerking weigert, kan ze slechts een rechtsvordering instellen voor de gerechten van Lidstaat 1 indien zij daar sedert tenminste zes maanden voorafgaand aan het verzoek verblijft. In het geval dat mevr. A niet zou zijn verhuisd naar de Lidstaat waarvan zij de nationaliteit bezit, maar naar een andere Lidstaat, zou zij daar slechts een rechtsvordering kunnen instellen nadat zij daar sedert tenminste één jaar onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek heeft verbleven. Mevr. A moet beseffen dat dhr. B, wiens intentie het lijkt te zijn om in de Lidstaat te blijven van hun laatste gezamenlijke woonplaats, zich wat betreft de bevoegdheidskwestie in een gunstiger positie bevindt, aangezien hij een rechtsvordering 17

Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur

Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen 13 Verkort geciteerde literatuur 17 Inleiding 21 Hoofdstuk 1. Het Nederlandse internationaal bevoegdheidsrecht: eex-verordening ii, eex-verdrag en Lugano Verdrag

Nadere informatie

VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID, DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN

VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID, DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID, DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN CONV/JUD/nl 1 PREAMBULE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, VASTBESLOTEN

Nadere informatie

Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken Ondertekend te Lugano op 30 oktober 2007 Preambule De hoge

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal

Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging mr. dr. M. Freudenthal Sdu Uitgevers Den Haag, 2009 Inhoud Afkortingen / XI Woord vooraf/xiii 1. Historische ontwikkelingen / 1 1.1. Inleiding/l 1.1.1.

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING

Nadere informatie

BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT A.J.T. - MEMO'S - nr. 1. BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Ingrid D'HAEYER Adjunct-hoofdadviseur Juridische Zaken NV KBC Bank INHOUD DEEL I. BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELUK PROCESRECHT Hoofdstuk

Nadere informatie

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken in de Europese Unie

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken in de Europese Unie Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken in de Europese Unie Een handleiding voor beoefenaars van juridische beroepen Justitie 2 Een handleiding voor beoefenaars van juridische beroepen zaken in de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.7.2006 COM(2006) 399 definitief 2006/0135 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/2003 wat

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.07.2006 COM(2006) 400 definitief GROENBOEK OVER COLLISIEREGELS OP HET GEBIED VAN HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS, MET INBEGRIP VAN DE KWESTIE VAN DE RECHTERLIJKE

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) 30.8.2011. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) 30.8.2011. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 30.8.2011 2010/0383(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie juridische zaken over het

Nadere informatie

VERDRAG. betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

VERDRAG. betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken 21.12.2007 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 339/3 VERDRAG betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken PREAMBULE

Nadere informatie

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid INTERNATIONAAL ADVOCATENKANTOOR ADVOCAAT DR. ALFONSO MARRA JURIST VERTALER BEVOEGDHEID VOOR DE TWEETALIGHEID DUITS ITALIAANS VAN DE ZELFSTANDIGE PROVINCIE BOLZANO GESLAAGD VOOR HET STAATSEXAMEN VAN DUITSE

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144 25 (1976) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1976 Nr. 144 A. TITEL Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de wederzijdse erkenning

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1, 32003R2201 Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid,

Nadere informatie

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt: Verdrag inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende de wet

Nadere informatie

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE ZAKEN

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE ZAKEN JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE ZAKEN Het vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten neemt almaar toe. Een onvermijdelijk gevolg hiervan is dat er steeds meer grensoverschrijdende

Nadere informatie

HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT

HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT Europees internationaal bevoegdheidsrecht Brussel I verordening in burgerlijke en handelszaken (Br I Vo) * Toepassingsgebied Br I Vo - temporeel : rechtsvorderingen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003 23.12.2003 L 338/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: aan: Betreft: de Franse delegatie het Comité burgerlijk recht Initiatief van de Franse Republiek

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel

Nadere informatie

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * P7_TA(2010)0477 Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over het voorstel voor een verordening van de

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING VAN DE RAAD Brussel, 17 juli 2006

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING VAN DE RAAD Brussel, 17 juli 2006 Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2005 2006 A 30 671 Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/2003 wat de bevoegdheid betreft

Nadere informatie

Praktische handleiding voor de Toepassing van de Verordening betreffende de Europese Executoriale Titel

Praktische handleiding voor de Toepassing van de Verordening betreffende de Europese Executoriale Titel NL Praktische handleiding voor de Toepassing van de Verordening betreffende de Europese Executoriale Titel http://ec.europa.eu/civiljustice/ Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken Voorwoord

Nadere informatie

Belgisch Internationaal Privaatrecht

Belgisch Internationaal Privaatrecht Belgisch Internationaal Privaatrecht Bart VOLDERS & Liselot SAMYN Maklu Antwerpen-Apeldoorn Inhoudstafel Lijst van afkortingen 11 Voorwoord 13 DEEL I. COMMUNAUTAIRE RECHTSBRONNEN 15 A. Internationaal en

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 september 2007 (OR. en) 12247/07 JUSTCIV 218 CH 30 ISL 49 N 49

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 september 2007 (OR. en) 12247/07 JUSTCIV 218 CH 30 ISL 49 N 49 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 september 2007 (OR. en) 12247/07 JUSTCIV 218 CH 30 ISL 49 N 49 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad inzake de ondertekening namens

Nadere informatie

L 339 van de Europese Unie

L 339 van de Europese Unie Publicatieblad ISSN 1725-2598 L 339 van de Europese Unie Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 50e jaargang 21 december 2007 Inhoud II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.7.2007 COM(2007) 387 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening van het Verdrag tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 16.1.2001 L 12/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 44/2001 VAN DE RAAD van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning

Nadere informatie

www.asser.nl/cursusaanbod-advocatuur

www.asser.nl/cursusaanbod-advocatuur Cursusaanbod Onderhoud Vakbekwaamheid (PO) voor de advocatuur T.M.C. Asser Instituut 6 dec 2013 IPR Familierecht. Echtscheiding en nevenvoorzieningen inzake boedelscheiding en alimentatie gewezen echtgenoten

Nadere informatie

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2003R2201 NL 01.03.2005 001.006 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27

Nadere informatie

Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken

Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangende gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten

De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten EXEQUATURRECHT Vroeger onduidelijkheid omtrent begrippen art. 22 31 WbIPR geeft definities + moet er een rechtelijke

Nadere informatie

2004R0805 NL

2004R0805 NL 2004R0805 NL 04.12.2008 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 805/2004 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 177/11

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 177/11 4.7.2008 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 177/11 de keuze door de partijen van het recht van een niet-lidstaat de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht waarvan niet bij overeenkomst

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0059(CNS) Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE v01-00)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0059(CNS) Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 26.6.2012 2011/0059(CNS) AMENDEMENTEN 26-38 Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE473.957v01-00) inzake het voorstel

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 16.1.2001 L 12/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 44/2001 VAN DE RAAD van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 413 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den

Nadere informatie

Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II. www.europa.eu.int/civiljustice

Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II. www.europa.eu.int/civiljustice NL Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II www.europa.eu.int/civiljustice Inleiding De ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid van de Europese Unie helpt mensen in

Nadere informatie

Bijgewerkte versie van 1 juni 2005

Bijgewerkte versie van 1 juni 2005 Bijgewerkte versie van 1 juni 2005 Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II (Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning

Nadere informatie

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het toepasselijke recht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

EU-bankbeslag. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat Antwerpen T F E W

EU-bankbeslag. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat Antwerpen T F E W EU-bankbeslag FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inhoud: EU-bankbeslag 1. Regeling vóór verordening

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 11.11.2011 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2000 (20.11) (OR. fr) 10593/3/00 REV 3 LIMITE JUSTCIV 83

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2000 (20.11) (OR. fr) 10593/3/00 REV 3 LIMITE JUSTCIV 83 RAAD VAN D UROPS UNI Brussel, 13 november 2000 (20.11) (OR. fr) 10593/3/00 RV 3 LIMIT JUSTCIV 83 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper programma van maatregelen voor de uitvoering van

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.7.2013 COM(2013) 554 final 2013/0268 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijzigng van Verordening (EG) nr. 1215/2012 betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 676 Wijziging van de Wet van 2 juli 2003 tot uitvoering van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 december

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1259/2010 VAN DE RAAD van 20 december 2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1, C 42/8 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 15.2.2002 II (Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) Initiatief van het Koninkrijk Belgiº en het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN

24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN 24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/52/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening.

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening. Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0360 (COD) 16636/5/14 REV 5 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: JUSTCIV 319 EJUSTICE 123 CODEC 2464 PARLNAT

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie juridische zaken 26.9.2014 2013/0184(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad inzake de goedkeuring namens de Europese Unie van het Protocol

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. {COM(2011) 125 definitief} {COM(2011) 126 definitief} {SEC(2011) 327 definitief} {SEC(2011) 328 definitief}

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. {COM(2011) 125 definitief} {COM(2011) 126 definitief} {SEC(2011) 327 definitief} {SEC(2011) 328 definitief} EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 16.3.2011 COM(2011) 127 definitief VERORDENING VAN DE RAAD 2011/0060 (CNS) C7-0094/11 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid 50 (1986) Nr. 2 1 ) TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 112 A. TITEL Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele

Nadere informatie

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE ZAKEN

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE ZAKEN JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE ZAKEN Het grensoverschrijdend vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten neemt almaar toe. Voor burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 582 EU-voorstel: Verordening jurisdictie, erkenning en afdwinging van rechterlijke uitspraken op civiel en handelsgebied (Brussel I) (COM(2010)748)

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

MATERIE BEVOEGDHEID TOEPASSELIJK RECHT EXEQUATUR EXTRA Bestaan en afwezigheid Boek blz. 420 Art. 41 WbIPR Art. 39 WbIPR Boek blz.

MATERIE BEVOEGDHEID TOEPASSELIJK RECHT EXEQUATUR EXTRA Bestaan en afwezigheid Boek blz. 420 Art. 41 WbIPR Art. 39 WbIPR Boek blz. Bestaan en afwezigheid Boek blz. 420 Art. 41 Art. 39 Boek blz. 419 Naam Art. 36 Art. 37 - vaststelling Art. 39 Boek blz. 426 Art. 38 - verandering Staat en bekwaamheid Art. 3, Art. 32 Art. 34 Art. 39 Boek

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 6512/04 DCL 1 JUSTCIV 28 DERUBRICERING van document: 6512/04 d.d.: 20 februari 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 7223/04 DCL 1 JUSTCIV 42 DERUBRICERING van document: 7223/04 d.d.: 11 maart 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor een

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0126),

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0126), P7_TA(2013)0338 Huwelijksvermogensstelsels * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 september 2013 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ONTWERP-BESLUIT

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10 21 (1980) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1981 Nr. 10 A, TITEL Europees Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake liet gezag over

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.7.2017 COM(2017) 357 final 2017/0148 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Luxemburg en Roemenië worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de

Nadere informatie

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Overwegend dat de trust zoals die is ontwikkeld door de equitygerechten

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * In zaak C-68/07, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door de Högsta domstol (Zweden)

Nadere informatie

Luxemburg 20 mei 1980

Luxemburg 20 mei 1980 Europese Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen Officiële tekst Europese Verdrag

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 27 februari 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie