Gedichtbespreking Nederlands Poëzie

Transcriptie

1 Gedichtbespreking Nederlands Poëzie Gedichtbespreking door een scholier 1330 woorden 5 april ,7 24 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding. Ik hem als onderwerp gekozen: verschillende soorten gedachten van mensen. Dus wat ze mee maken en wat ze doen en waar ze zijn. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het me leuk leek. Opdracht 1: Gedicht 1: Wolken Martinus Nijhoff Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag Languit met mijn moeder in de warme hei, De wolken schoven boven ons voorbij En mijn moeder vroeg wat ik in de wolken zag. En ik riep: Scandinavië, en eenden, Daar gaat een dame, schapen en een herder De wond ren werden woord en dreven verder, Maar k zag dat mij moeder met een glimlach weende. Toen kwam de tijd dat k niet naar boven keek, Ofschoon de hemel vol van wolken hing. Ik greep niet naar de vlucht van t vreemde ding Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek. Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide En wijst mij wat hij in de wolken ziet, Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet De verre wolken waarom mijn moeder schreide. Pagina 1 van 6

2 Benoem je dichtvorm. Het dichtvorm van dit gedicht is: Inhoud (soms gebeurtenissen, vaak gevoelens) Bedenk een nieuw titel voor. En leg uit waarom. Kijk een visje mama - Omdat je in de wolken kijkt of je iets in de wolken ziet. Gedicht 2: Komaf Gerrit Achterberg Vertoeven in de familie voor een keer We zitten om de tafel bij elkaar Hetzelfde woordgebruik en handgebaar Komen nog altijd op hetzelfde neer Ik mag wel oppassen of ik ben alweer Geworteld en voortdurend in gevaar Dupe te worden van de evenaar Die alles afweegt op een vast weleer Ik wil niet meer. Het is te veel verzuurd. De wereld schoof zich tussen toen en nu Zo luchtig moegelijk ga ik vertrekken Om niet voortijdig argwaan te wekken Zeg ik in t dode idioom aju En fiets hermetisch door de strenge buurt. Benoem je dichtvorm: Pagina 2 van 6

3 Het is dichtvorm van dit gedicht is: rijm (soms wel, vaak niet) Bedenk een nieuwe titel voor. En leg uit waarom. Ik wil net zo zijn als anderen, omdat het gaat over iemand die net zo wil zijn als andere families zijn zelfde handen zelfde huidskleur. Daarom kies ik voor deze titel. Gedicht 3: Een ander leven Max Dendermonde: Ik droomde vannacht sinds lange tijd van mollige Puck Die als zo en eeuwige tijd dood is en begraven En onze dochter (te jong) nu ook; ze kwam vragen Geheimzinnig helder, toch los en menselijk, Of ik goed voor Liset had gezorgd al die jaren Was het mij die zes en dertig zomers gelukt Diep te begrijpen waar de moeilijkheden lagen? Had ik me niet- schrijvend en reizend- te vaak uitgedrukt? Boos riep ik: je hebt me vies in de steek gelaten In dat rot jaar toen ik nog maar een jongen was Het was jou kind ook. Ik miste je. Ik ben verraden Je hebt nu, zei ze lachend, een andere slager Melkboer, moed, bomen, vrouw, nageslacht, plicht en gras, Begrijp je dat? Ik huilde schuldig, maar ontladen. Benoem je dichtvorm: Het is dichtvorm van dit gedicht is: rijm (soms wel, vaak niet) Bedenk een nieuwe titel voor. En leg uit waarom. Ik mis je, omdat ze het gaat over iemand die denkt aan iemand die overleden is en die hij heel erg mis. Gedicht 4: Pagina 3 van 6

4 Broodje leed speciaal Levi Weemoedt Ik zit vaak op verlaten stadsstation Met in me mond een beetje saucijzenbrood Denk steeds: Waarom ben ik de reis begonnen? En eig lijk, eig lijk wil ik liever dood. Maar dan begint de trein ineens te rijden En schiet het zonlicht in mijn zwart gemoed, Dat als een laser-straal t gezwel begint te snijden: Wat smaakt het saucijzenbroodje goed! En op het ritme van de ratelende slangen Grijpt een geluksgevoel mijn oude lichtkast aan. Een lied welt op in de krop: zal ik gaan vragen Of ik heel even op de bank zou mogen staan? Maar dan zie k een overweg jouw wagen En vliegt de rest van t broodje op de spoorwegbaan. Benoem je dichtvorm. Het dichtvorm van dit gedicht is: Inhoud (soms gebeurtenissen, vaak gevoelens) Bedenk een nieuwe titel voor. En leg uit waarom. Liever dood dan leven, omdat het gaat over iemand die een moeilijk heeft en geen zin meer in het leven heeft. Dus daarom deze titel. Opdracht 2: Het rijmschema bij gedicht 1. - Eindrijm: 1. ABBA lag hei voorbij - zag 2. CDDC eenden herder verder - weende Pagina 4 van 6

5 3. EFFE keek hing ding - streek 4. GHHG heide ziet verschiet schreide Opdracht 3. De benoeming bij rijm: gedicht 1. Gedicht 1 is niet echt een eindrijm, want het 1e zinnetje rijm op het 3de zinnest en het 2de zinnetje rijmt op het 4de zinnetje. Ma ik vind gedicht 1 toch het meest weg hebben van een eindrijm. Opdracht 4. Ik kijk voor deze opdracht bij gedicht 1. Welke gevoelens / gebeurtenissen zijn dat? Dit is 1 gevoel die erin voor komt: En ik riep: Scandinavië, en eenden, Daar gaat een dame, schapen en een herder De wond ren werden woord en dreven verder, Maar k zag dat mij moeder met een glimlach weende. dit is gevoel 2 die erin voor komt: Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide En wijst mij wat hij in de wolken ziet, Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet De verre wolken waarom mijn moeder schreide. Waar aan kun je dat zien?: Gevoel 1 kun je zien aan dit zinnetje: De wond ren werden woord en dreven verder, Maar k zag dat mij moeder met een glimlach weende. Gevoel 2 kun je zien aan dit zinnetje: Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide En wijst mij wat hij in de wolken ziet, Wat vind je van de manier waarop de dichter het beschreven heeft. Leg uit waarom. Ik vin de manier waarop de schrijver het geschreven heeft heel mooi, want ik vind het gewoon een heel mooi gedicht om te lezen. Opdracht 5. Pagina 5 van 6

6 Ik kies voor deze opdracht ook gedicht 1. Dit zinnetje wijst op een beeldspraak: Maar k zag dat mij moeder met een glimlach weende. Toen kwam de tijd dat k niet naar boven keek, Ofschoon de hemel vol van wolken hing. Ik denk dat dit stukje wat anders betekend. Ik denk dat dit gaat over dat kindje altijd samen met zijn moeder na de wolken keek ma dat ze moeder nu dood is en dat toen de tijd kwam dat hij niet meer na de hemel keek. Ik denk dat daar het stukje over gaat. Opdracht 6. Er is geen rust in me gedachten, Sinds dat ik met jouw lachten. Ik denk steeds aan jou Omdat ik van je hou Maar mijn gevoelens zeggen Dat ik me erbij neer moet leggen Maar ik denk bij me zelf Ik kijk nog even tot elf Ik zit nu te denken wat ik moet doen Het liefst geef ik je een zoen Ma zonder jou gaat da niet Dus daarom vergeet ik mij verdriet Pagina 6 van 6