VERSLAG OVER DE DOORLICHTING VAN STEDELIJKE NIJVERHEIDS- EN TAALLEERGANGEN CENTRUM VOOR VOLWASSENEN ONDERWIJS TE BRUGGE

Transcriptie

1 VERSLAG OVER DE DOORLICHTING VAN STEDELIJKE NIJVERHEIDS- EN TAALLEERGANGEN CENTRUM VOOR VOLWASSENEN ONDERWIJS TE BRUGGE INSTELLINGSNUMMER Data van het doorlichtingsbezoek , , , , Samenstelling van het doorlichtingsteam Jean-Luc WITTEVRONGEL Els MERTENS Fannie TALLIEU David VROMANT Inhoudsopgave 1 Administratieve gegevens Toelichting bij het verslag Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? Hoe gaat het verder na de doorlichting? In welke mate ontwikkelt het centrum zijn eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt het centrum kwaliteitsvol onderwijs? Fotograaf (leerplan 2012/692)... 9 DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 1/23

2 4.2 Nederlands tweede taal - richtgraad 2 Threshold 1 en 2(leerplan 2015/1193) Start to ICT (leerplan 2017/1413) De leerlingenbegeleiding In welke mate voert het centrum een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Respecteert het centrum de regelgeving? Samenvatting In welke mate ontwikkelt het centrum haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt het centrum kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding De onderwijsleerpraktijk In welke mate voert het centrum een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 2/23

3 1 Administratieve gegevens Instelling Stedelijke Nijverheids- En Taalleergangen Centrum Voor Volwassenen Onderwijs Instellingsnummer Hoofdstructuur Beleidsverantwoordelijke Adres volwassenenonderwijs Dirk TEMMERMAN Telefoonnummer Website Arsenaalstraat Brugge Bestuur Gemeentebestuur van Brugge Burg Brugge DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 3/23

4 2 Toelichting bij het verslag 2.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Elke doorlichting biedt een antwoord op twee onderzoeksvragen: 1. In welke mate ontwikkelt het centrum haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk? 2. In welke mate verstrekt het centrum kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert het de regelgeving? Om de twee onderzoeksvragen te beantwoorden, voert de onderwijsinspectie tijdens elke doorlichting vier onderzoeken uit: een onderzoek naar de kwaliteitsontwikkeling; een onderzoek naar de onderwijsleerpraktijk; een onderzoek naar één kwaliteitsgebied; een onderzoek naar het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. 2.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? De onderwijsinspectie gaat na of het centrum tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen van het OK aan de hand van een relevante steekproef. De onderzoeken zijn steeds gebaseerd op een triangulatie van onderzoeksmethoden en bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken. 2.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Het doorlichtingsteam situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van het centrum aan de hand van ontwikkelingsschalen. Door met ontwikkelingsschalen te werken, wil de onderwijsinspectie het centrumteam stimuleren om de eigen kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus. Het verslag stelt de antwoorden op de onderzoeksvragen ook visueel voor. Beneden de verwachting Er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn. Benadert de verwachting Er zijn, naast sterke punten, ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor komt het geheel nog niet tegemoet aan de verwachting. Volgens de verwachting Er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel komt tegemoet aan de verwachting. Overstijgt de verwachting Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 4/23

5 Het ontwikkelingsniveau volgens de verwachting bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (OK). Dit niveau betekent dus voluit: "Volgens de verwachting van het referentiekader voor onderwijskwaliteit". Het ontwikkelingsniveau overstijgt de verwachting bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen, maar op dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk. De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn: De praktijk overstijgt het gangbare. De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de cursisten. De praktijk is ingebed in de werking van het centrum of de werking van een deelteam. De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of centrum specifieke noden of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit. De praktijk kan (na vertaalslag naar een andere context) andere centra inspireren. 2.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse regering over de verdere erkenning van het centrum. Er zijn twee adviezen mogelijk. 1. Indien het centrum in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert het doorlichtingsteam een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten: 1.1. een gunstig advies zonder meer; 1.2. een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten. 2. Indien het centrum niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, kan het doorlichtingsteam een ongunstig advies formuleren. Dit advies heeft twee varianten: 2.1. Een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. Indien het centrumbestuur gebruik maakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting binnen een tijdspanne die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne Een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het centrumbestuur kan een beroep indienen tegen die onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur aangeeft om te rechtvaardigen dat er wél een mogelijkheid moest zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. 2.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting? Het centrum ontvangt het verslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. Het centrumbeleid kan dan feitelijke onjuistheden melden die het doorlichtingsteam nog kan rechtzetten. Het advies en de inschalingen kunnen op dat moment echter niet meer worden gewijzigd. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 5/23

6 Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan het beleid of het bestuur van het centrum een bespreking van het verslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag wordt schriftelijk ingediend en gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De bespreking wordt zo spoedig mogelijk gepland en het bestuur van het centrum bepaalt zijn vertegenwoordiging. Het doel van dit bijkomende gesprek is verduidelijking over het verslag te krijgen. Voor meer informatie: raadpleeg en DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 6/23

7 3 In welke mate ontwikkelt het centrum zijn eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Het centrum weet wat het met zijn onderwijs wil bereiken, hoe het de centrumwerking wil vormgeven en hoe het de ontwikkeling van de cursisten wil stimuleren. Deze visie is afgestemd op de input en de context van het centrum en op de regelgeving. Ze vindt breed en zichtbaar ingang in de centrumwerking en in de onderwijsleerpraktijk. Het centrum zet sterk in op zijn unieke sfeer en cultuur en op de aandacht voor en het welbevinden van elke cursist. Uit het onderzoek naar de cursistenbegeleiding en de onderwijsleerpraktijk en uit de gesprekken met cursisten blijkt dat dit geen holle begrippen zijn. Het centrum stimuleert de gezamenlijke verantwoordelijkheid om de visie te realiseren. De meeste leden van het centrumteam delen ook daadwerkelijk de waarden van deze visie. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 7/23

8 Organisatiebeleid Het centrum ontwikkelt en voert een beleid, gebouwd op zelfsturende teams, waarbij participatie en dialoog belangrijk zijn. Het staat open voor externe vragen en verwachtingen en speelt daar geregeld op in. Het stimuleert vernieuwing, reflectie en expertisedeling tussen de teamleden. Het centrum beschikt over een uitgebreide lijst met samenwerkingsverbanden. De onderliggende afspraken streven naar een win-win situatie voor beide partijen. De voordelen voor het centrum zijn de versterking van zijn werking en in de meeste gevallen de positieve effecten ervan voor de cursisten. Het centrum communiceert frequent, transparant en doelgericht over zijn werking met interne en externe belanghebbenden. Onderwijskundig beleid Het centrum ontwikkelt de kwaliteit van zijn onderwijsleerpraktijk, en legt daarvoor de verantwoordelijkheid bij de zelfsturende teams. Niet elk team staat daarin even ver. De maatregelen zijn nog niet altijd doelgericht en de afspraken zijn niet steeds duidelijk voor alle teamleden. Het centrum ondersteunt de teamleden, maar enkele vakgroepen hebben meer nood aan doelgerichte aansturing en opvolging. Systematische evaluatie van de kwaliteit Het centrum evalueert verschillende aspecten van de centrumwerking, maar heeft daarbij nog niet voldoende aandacht voor de evaluatie van de verschillende aspecten van de onderwijsleerpraktijk. Bovendien gebeurt de evaluatie nog niet in alle vakgroepen even systematisch. Zo krijgen onder andere de cursistenevaluatie en de feedback kwalitatief een sterk verschillende invulling. Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Het centrum besteedt bij zijn evaluaties aandacht aan de resultaten en effecten bij de cursisten. Het baseert zich op diverse kwalitatieve en kwantitatieve bronnen. Het betrekt relevante partners bij zijn evaluaties. De evaluaties zijn doorgaans betrouwbaar. Het centrumteam maakt regelmatig sterke analyses, zoals gebeurde met de cursistenbevragingen, en zet de bevindingen vervolgens ook om in actieplannen. Borgen en bijsturen Het centrum heeft zicht op zijn sterke punten en werkpunten. Het bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is. Kruisbestuivingen tussen de zelfsturende teams tonen dit aan. Het centrum ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor zijn werkpunten. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 8/23

9 4 In welke mate verstrekt het centrum kwaliteitsvol onderwijs? 4.1 Fotograaf (leerplan 2012/692) Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De leraren kunnen het aanbod nog beter afstemmen op de heterogene cursistengroepen door de kennis sterker te integreren in de praktijkoefeningen. De vakgroep kan de transparantie over de toelatingsvoorwaarden en de vrijstellingen nog verder uitzuiveren. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren stellen haalbare en uitdagende doelen voor de meeste cursisten. De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie van de cursisten is voor verbetering vatbaar. De leraren laten nog kansen liggen om het aanbod samenhangend, betekenisvol en activerend te maken. De leraren ontwikkelden gezamenlijk cursusmateriaal, maar brengen de leerstof aan met een verscheidenheid aan individueel ontwikkelde leermiddelen. Dit veroorzaakt verwarring bij de cursisten. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 9/23

10 Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de cursisten, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. De leraren en de cursisten behandelen elkaar respectvol en creëren samen de unieke sfeer die het hele centrum kenmerkt. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt veelal het bereiken van de doelen. De studio s zijn te klein en niet afgestemd op de grootte van de klasgroepen, wat het leerproces bemoeilijkt. Het centrum investeerde in een optimale inrichting van de studio's. De leraren zetten de beschikbare uitrusting zo efficiënt mogelijk in. Feedback De leraren geven regelmatig productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De een-op-een benadering van de cursisten is kenschetsend voor deze praktijkgerichte opleiding. De leraren laten echter kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces. Cursistenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een transparante, betrouwbare en brede evaluatie, die is afgestemd op de doelgroep. Een aantal criteria zijn vastgelegd door de vakgroep, andere evaluatiecriteria daarentegen verschillen afhankelijk van leraar tot leraar. De wijze waarop de punten tot stand komen is ondoorzichtig. De leraren laten kansen liggen om van de evaluatie een onderdeel te maken van het leerproces van de cursisten. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk, het cursistenwelbevinden en het studiesucces bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep cursisten de minimaal gewenste output bereikt. De vakgroep heeft ontwikkelkansen door meer in te zetten op de kwaliteitsbewaking van haar onderwijsleerpraktijk. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 10/23

11 4.2 Nederlands tweede taal - richtgraad 2 Threshold 1 en 2(leerplan 2015/1193) Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Behalve voor de module studieteksten verwerken in de opleiding spoort het aanbod met het gevalideerd doelenkader en is het nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig, afgestemd op het verwachte beheersingsniveau en speelt voldoende in op de verschillende domeinen en rollen. Het aanbod ondersteunt de persoonlijke ontwikkeling van de cursisten en bereidt hen voor op het maatschappelijk functioneren, het verder deelnemen aan onderwijs, het uitoefenen van een beroep of het beheersen van een taal. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 11/23

12 Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De grote diversiteit in de ingerichte modules stelt de leraren in de mogelijkheid om in te spelen op de beginsituatie van de groep cursisten om voor elke groep haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren. Het NT2-team stimuleert het oefenen binnen en buiten de klas maximaal en zet de NT2-lerenden aan tot taalgebruik in de maatschappij. Het NT2-team gebruikt zelf ontwikkeld leermateriaal en werkvormen die gericht zijn op functioneel en betekenisvol leren en die mogelijkheden tot interactie met de samenleving bieden. Het leermateriaal is hetzelfde voor alle ingerichte modules, waardoor het niet altijd voldoende inspeelt op de verschillen in scholingsgraad en leerstijlen van de cursisten. Het aanpassen van het materiaal in functie van de verschillende doelgroepen, gebeurt vaak door individuele leraren. Dit zorgt voor een verhoogde werkdruk. De vakgroep is zich hiervan bewust en zet stappen om een aantal aanpassingen in gezamenlijk overleg te doen. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen. Leer- en leefklimaat Tussen de cursisten en de leraren bestaat een partnerschap dat berust op respect, inlevingsvermogen, vertrouwen en dialoog. De cursisten en de leraren nemen samen verantwoordelijkheid op voor een ontspannen en ordelijke sfeer en efficiënt gebruik van de lestijd. De leraren motiveren de cursisten, ondersteunen hen, en waarderen hen. Waar mogelijk geven ze hen een autonome rol in het onderwijsleerproces. De manier waarop de leraren het positief en stimulerend leer- en leefklimaat vormgeven, is een voorbeeld van goede praktijk. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De beperkte beschikbaarheid van de computerlokalen belemmert de ICT-integratie in het aanbod. In een paar lokalen is de kwaliteit van de beamer onvoldoende waardoor de visuele ondersteuning een uitdaging is. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. Feedback De leraren geven geregeld productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De feedback is vooral gericht op het verbeteren van fouten en op de voorbije stappen in het leerproces. De vakgroep laat kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces. De vakgroep is zich hiervan bewust en zet sinds vorig schooljaar als prioritair aandachtspunt sterk in op het geven van feedback. In richtgraad één staan de leraren hierin al wat verder en zijn er beloftevolle aanzetten tot ontwikkelingsgerichte feedback in omloop. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 12/23

13 Cursistenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is transparant, betrouwbaar, breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. De vakgroep heeft duidelijke afspraken gemaakt over beoordelingscriteria, evaluatievormen en momenten. De leraren communiceren veelal de beoordelingscriteria aan de cursisten, maar doen dit niet allemaal even consequent. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk, het cursistenwelbevinden en het studiesucces tonen aan dat een zo groot mogelijke groep cursisten de minimaal gewenste output bereikt. 4.3 Start to ICT (leerplan 2017/1413) DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 13/23

14 Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader. Sommige leerdoelen krijgen een te enge invulling waardoor de vakgroep het competentiegerichte karakter van het nieuwe opleidingsprofiel nog niet binnen alle cursussen in de praktijk brengt. De operationele vaardigheden krijgen in sommige cursussen te veel aandacht ten koste van de probleemoplossende vaardigheden en de ontwikkeling van de attitudes. Hierdoor vormen het evenwicht van het aanbod en de afstemming op het verwachte beheersingsniveau nog werkpunten. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie en stellen haalbare en uitdagende doelen voor de meeste cursisten. Ze laten echter nog kansen liggen om het aanbod over de modules heen samenhangend te maken. Het aanbod is meestal activerend, maar door het nog te beperkt inzetten van functionele contexten en, waar mogelijk, authentieke taken, is het nog niet altijd voldoende betekenisvol. De onderwijsorganisatie is gericht op het bereiken van de doelen, al kan de vakgroep het accordeonmodel nog doelbewuster inzetten, zoals het leerplan voorschrijft. Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de cursisten, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De cursisten en de leraren bieden elkaar spontaan hulp. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. Feedback De meeste leraren geven, al dan niet digitaal, geregeld overwegend ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze voornamelijk vertrekken vanuit de leerervaringen van de cursisten. De feedback is een onderdeel van het onderwijsleerproces en is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief, afgestemd op deze startmodules, gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Door in alle modules de feedback meer te richten op de doelen en de volgende stappen in het onderwijsleerproces kan de vakgroep de ontwikkelingsgerichtheid nog versterken. Cursistenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod, maar wel afgestemd op de doelgroep. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een evenwichtige, transparante, betrouwbare en brede evaluatie. Recent voerde de vakgroep een nieuw evaluatieformulier in. De implementatie door de verschillende leraren is wisselend en de toepassing van objectieve en eenduidige beoordelingscriteria is nog te beperkt. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 14/23

15 Leereffecten Ondanks de indicaties van een hoog cursistenwelbevinden en het studiesucces, bieden de onderwijsleerpraktijk en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk slechts gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep cursisten de minimaal gewenste output bereikt. De kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk is beperkt en nog te weinig gericht op de leerplanrealisatie. 4.4 De leerlingenbegeleiding Beginsituatieanalyse Het centrumteam kent de beginsituatie van de cursisten. De analyse van de mogelijkheden en behoeften van de cursisten gebeurt systematisch in een aantal afdelingen, zoals NT2. Het centrumteam hanteert een transparante intakeprocedure. Het centrumteam brengt de specifieke onderwijsbehoeften van bepaalde cursisten op het vlak van trajectbegeleiding, leerbegeleiding en sociaalemotioneel welbevinden in kaart. De verzamelde gegevens zijn actueel, overzichtelijk en toegankelijk. Het centrumteam hanteert deze gegevens in functie van de begeleiding. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 15/23

16 Trajectbegeleiding Het centrumteam bouwt de trajectbegeleiding uit op centrum-, lesgroep- en cursistniveau. Verschillende afdelingen, in het bijzonder NT2 en vreemde talen, zetten sterk in op het optimaliseren van het leertraject van de cursisten. Het centrum is toegankelijk voor alle cursisten op fysiek, sociaal en cognitief vlak. Zo heeft het onder meer uitgebreide maatregelen geïmplementeerd voor rolstoelgebruikers. Het inschrijvingsbeleid is transparant. Het is echter nog een ontwikkelkans voor het centrum om eenduidige en objectieve beoordelingscriteria voor de vrijstellingsproeven vast te leggen in alle afdelingen. Het centrumteam ondersteunt de cursisten om adequate keuzes te leren maken in het centrum en daarbuiten. Het centrumteam informeert de cursisten over de verdere trajectmogelijkheden, maar in een aantal afdelingen kan dit nog doelgerichter. Leerbegeleiding Het centrumteam bouwt de leerbegeleiding gedeeltelijk uit op centrum-, lesgroep en cursistniveau. Het stelt remediëringsoefeningen op het elektronische leerplatform ter beschikking en neemt initiatieven om het leren van bepaalde cursisten(groepen) te ondersteunen. De programmatie van geletterdheidsmodules en remediëringslessen in NT2 is daar een mooi voorbeeld van. Het centrumteam streeft voor een grote groep cursisten de doelen van het gevalideerd doelenkader na. Het onderzoek van de onderwijsleerpraktijk toont aan dat het aanbod nog niet in alle afdelingen voldoende leer- en ontwikkelingsgericht is. Het centrumteam streeft ernaar dat alle cursisten tot leren komen. Het centrum beschikt nog in beperkte mate over doelgerichte agogisch-didactische afspraken om cursisten te ondersteunen in hun leren en stemt onder meer daardoor de agogisch-didactische aanpak nog niet voldoende af op verschillen tussen cursisten. Sociaal-emotioneel welbevinden Het centrumteam heeft aandacht voor het sociaal-emotioneel welbevinden op centrum-, lesgroep- en cursistniveau. Het centrumteam neemt diverse initiatieven om het welbevinden van cursisten te borgen of te verhogen en de eigenwaarde van de cursisten op te krikken. Zo organiseert ze veelvuldig lesgroepoverstijgende en centrumbrede activiteiten, zoals bijvoorbeeld de voorleesweek, feest in het park en picknick op de trap. Het centrumteam investeert in een positief en stimulerend leef- en leerklimaat en heeft hierbij aandacht voor cursisten met specifieke sociaal-emotionele behoeften. De wijze waarop het centrumteam het sociaal-emotioneel welbevinden bevordert, is een voorbeeld van goede praktijk. Samenwerking met cursisten Het centrumteam betrekt de cursisten bij de begeleiding en houdt rekening met diverse culturen, socio-economische milieus en vooropleidingen. De communicatie over de cursistenbegeleiding is laagdrempelig en transparant. Het centrum zet sociale media in waarbij ze ook oud-cursisten betrekt. Transparanter communiceren over mogelijke leerloopbaantrajecten in alle afdelingen kan de samenwerking met cursisten nog versterken. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 16/23

17 5 In welke mate voert het centrum een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Het bestuur is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. De onderwijsinspectie doet hierop een marginale controle. Aan de hand van de volgende selectie van processen gaat ze na of het centrum hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert: gebouwen en onderhoud noodplanning valgevaar en toegankelijkheid Planning en uitvoering Het centrum beschikt niet over een globaal preventieplan. Het jaaractieplan is een summiere oplijsting van geplande infrastructuurwerken, maar bevat geen preventiemaatregelen. Het centrumbestuur, de stad Brugge, hanteert een systeem voor het beheren en opvolgen van de uit te voeren werken en aanbestedingen in het kader van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne (BVH) van alle stedelijke onderwijsinstellingen. Het centrum heeft weinig inspraak in de prioritering of heeft geen zicht op de uitvoeringstermijnen ervan. Beslissingen betreffende de doorloop van de aangevraagde werken worden zelden gecommuniceerd waardoor het centrum de stand van zaken niet kent. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 17/23

18 Ondersteuning Het centrum signaleert de noden aan zijn inrichtende macht, de stad Brugge, en is slechts beperkt betrokken bij de planning, de uitvoering en de evaluatie van de maatregelen en acties. Het centrum kan zelf slechts in beperkte mate voorzien in financiële, materiële en personele middelen. De stad Brugge stelde een preventieadviseur niveau 1 aan die voor alle instellingen van het stedelijke onderwijs verantwoordelijk is. Dit gebeurde grotendeels in de uren van het centrum. Daarnaast geeft het centrum één uur ondersteuning voor het proces bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne aan een administratieve kracht, wat onvoldoende blijkt om een kwaliteitsvol beleid uit te werken en op te volgen. De directeur volgt de lopende dossiers, waar mogelijk, op. Systematische en betrouwbare evaluatie Het centrum evalueert enkele processen en bijhorende acties. De evaluatie is weinig systematisch. Zo liggen tussen de twee recentste evacuatieoefeningen twee schooljaren. Jaarlijks maakt de preventieadviseur een rondgang. Sommige van de opmerkingen blijven terugkomen, zoals kabelhygiëne of de aanwezigheid van handdoeken in de toiletten. Het centrum kan bij zijn evaluaties niet altijd over alle beschikbare bronnen of de expertise van relevante partners beschikken. Hierdoor komt de betrouwbaarheid van de evaluaties in het gedrang. Borgen en bijsturen Het centrum heeft een onvolledig en beperkt zicht op zijn sterke punten en werkpunten. Het bewaart en verspreidt daardoor niet altijd wat goed is. Het laat echter ook kansen liggen om zijn werking vanuit de evaluaties bij te stellen. Het centrum zet zijn eigen instrumenten nog onvoldoende in voor een dynamische en betrouwbare kwaliteitsbewaking. DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 18/23

19 6 Respecteert het centrum de regelgeving? Het centrumdient zich te engageren om aan volgende inbreuken op de regelgeving te werken: Het voldoen aan de voorwaarden voor hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid (erkenningsvoorwaarde). - Decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15/06/ art. 56, 3 DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 19/23

20 7 Samenvatting Legenda = beneden de verwachting = benadert de verwachting = volgens de verwachting = overstijgt de verwachting 7.1 In welke mate ontwikkelt het centrum haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Organisatiebeleid Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen 7.2 In welke mate verstrekt het centrum kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding Beginsituatieanalyse Trajectbegeleiding Leerbegeleiding Sociaal-emotioneel welbevinden Samenwerking met cursisten DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 20/23

21 Fotograaf (leerplan 2012/692) Nederlands tweede taal - richtgraad 2 Threshold 1 en 2 (leerplan 2015/1193) Start to ICT (leerplan 2017/1413) De onderwijsleerpraktijk Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Leer- en leefklimaat Materiële leeromgeving Feedback Cursistenevaluatie Leereffecten DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 21/23

22 7.3 In welke mate voert het centrum een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Planning en uitvoering Ondersteuning Systematische en betrouwbare evaluatie Borgen en bijsturen DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 22/23

23 8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van het centrum een GUNSTIG ADVIES waarbij het schoolbestuur zich dient te engageren om aan de hieronder vermelde tekorten te werken. De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van het centrum: De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor in nederlands tweede taal - richtgraad 2 (leerplan 2015/1193). De kwaliteit borgen van geen vervanging gevonden. De kwaliteit borgen van het leer- en leefklimaat. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de kwaliteitsontwikkeling. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor in start to ict (leerplan 2017/1413). De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot het leer- en ontwikkelingsgericht aanbod. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de feedback. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de cursistenevaluatie. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de leereffecten. De tekorten wegwerken met betrekking tot de de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne (erkenningsvoorwaarde). De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor in fotograaf (leerplan 2012/692) (erkenningsvoorwaarde). DLOI2.0 - volwassenenonderwijs Arsenaalstraat Brugge 23/23