Vergadering van 24/04/2017 WG1: Classificatie - Nomenclatuur

Transcriptie

1 Vergadering van 24/04/2017 WG1: Classificatie - Nomenclatuur 1. Opening van de vergadering & inleiding Charlotte Euben opent de vergadering en dankt Pauline Dewez en Maria Huerdo Fernandez voor het studiewerk ter voorbereiding van deze vergadering. 2. Werking & kalender WG 1 (Charlotte Euben) De komende vergaderingen met hun desbetreffende thema s worden nog eens kort aangehaald. De volgende vergaderingen zijn gepland op 31 mei en 26 juni. De leden worden verder op de hoogte gehouden via meeting requests. 3. Analysemethode van bestaande classificaties in BIM context (Filip Dobbels en Charlotte Euben) De algemene analysemethode voor BIM-classificatiesystemen wordt kort herhaald. Deze bestaat uit 6 thema s: Identity card Key characteristics Gebruik Implementatie in software Plugins Website De resultaten van deze 6 thema s worden gebundeld tot hulpfiches per classificatiesysteem. In deze vergadering worden de resultaten getoond van deze analyse toegepast op Uniclass2015 en Omniclass. 4. UniClass2015 / OmniClass Identity card (Charlotte Euben) De algemene gegevens zijn terug te vinden in de slides (N010). De actuele informatie is o.a. gebaseerd op contacten met betrokkenen in USA en UK en moet nog verder aangevuld worden. Men spreekt van UniClass2015, maar het systeem wordt permanent bijgewerkt, de laatste update dateert van januari 2017 (de benaming blijft dus gelijk) UniClass2015/OmniClass t.o.v. SfB? De systemen zijn los van elkaar ontworpen Elk systeem heeft specifieke kenmerken en voor- en nadelen Key characteristics (Filip Dobbels) De vergelijking van de systemen met de opgelijste criteria lijkt aan te geven dat UniClass2015 algemeen genomen beter gealigneerd is met de ISO : 2015 en beter overeen komt met de key characteristics (zie slides N010). Hierbij kan opgemerkt worden dat OmniClass ouder is dan de ISO-norm van UniClass2015 is opgesteld in overleg met de ISO :2015 en met BIMtoepassingen voor ogen. Gebruik (Charlotte Euben) CLUSTERBIM-WG01_N009_Verslag_ Page 1/5

2 De werking en het gebruik (onafhankelijk van software) worden voor beide systemen (UniClass2015 en OmniClass) uitgelegd. In enkele syntheseslides worden ze ook vergeleken met SfB en Cuneco (CCS). Implementatie in software (Filip Dobbels) Noch in Archicad noch in Revit worden de classificatiesystemen automatisch toegepast op de gecreëerde of gedownloade BIM-objecten. Men kan de codes echter wel manueel invoegen (zie slides N010). Uit een eerste onderzoek blijkt dat bij een standaard installatie van Archicad reeds meerdere classificatiesystemen geïntegreerd zijn, terwijl Revit standaard gericht is op Omniclass. Bovendien lijken in Archicad (in tegenstelling tot in Revit) sommige gegevens gestructureerd te worden volgens de IFC-standaard. In beide gevallen (zowel Archicad als Revit) blijkt wel dat de locatie van de classificatie van een element niet altijd even zichtbaar is. In Archicad kunnen layers van een wand niet geklasseerd worden. In Revit kunnen wel de materialen waaruit layers bestaan geklasseerd worden. In Archicad blijkt elke muur opnieuw te moeten geklasseerd worden (ook muren van exact hetzelfde type als reeds geklasseerd muren). In Revit blijken soms automatisch OmniClass codes toegekend te worden aan objecten en soms ook niet. Dit thema (het implementeren in software) zal verder bestudeerd worden in het kader van de praktische testen van classificatiesystemen in het tweede werkjaar van de WG (2018). Veel van de hiervoor vermelde vaststellingen blijken niet bepaald te worden door de software, maar door de software-instellingen (deels regionaal vastgelegd door de leverancier) en de gebruikte template; Ook de manier waarop IFC geëxporteerd wordt heeft een grote invloed; aangeraden wordt in de praktijk om de configuratie van het exporteren te documenteren (bv. welke parameters worden geëxporteerd, welke IFC-klassen worden gebruikt, ), en de settings uniform te houden over het hele BIM-proces Voorgaande punten hebben tot gevolg dat bij gebruik van BIMobjecten van externe oorsprong (bv. gedownload van internet, uit een ander land) of bij BIM-samenwerking tussen partijen die elk een andere template als vertrekpunt nemen, een heterogene mix ontstaat; in de context van Revit tracht men in het kader van de Revit Standards tot afspraken te komen om zo goed mogelijk te kunnen samenwerken. De WG ziet een rol weggelegd voor het WTCB om te streven naar meer uniformiteit, bij voorkeur voor heel België (niet evident). Plugins (Charlotte Euben) Hier wordt getoond hoe de plugin "Classification Manager" voor Revit werkt. (deze kan u hier downlaoden: In Archicad zijn er geen plugins (OmniClass en UniClass zijn reeds standaard geïmplementeerd, dus zijn plugins hiervoor niet nodig). Mogelijk om verschillende tabellen te gebruiken voor dezelfde objecten? Ja, in Revit (met Classification Manager) kan je bv zeggen CLUSTERBIM-WG01_N009_Verslag_ Pagina 2/5

3 dat een object behoort tot de klasse meubels op basis van een tabel, en in een andere context preciezer gaan aangeven dat het een salontafel betreft, op basis van een andere tabel Websites (Filip Dobbels) Voor UniClass2015 is er een uitgebreide toolbox ontwikkeld door NBS (UK) in het kader van de verplichte BIM-toepassing sinds 2016 ( Over Omniclass kan informatie gevonden worden op en de website van BuildingSmart ( 5. Praktische toepassing van OmniClass (R. Filomeno Coelho) Rajan Filomeno Coelho (ULB & firma Kabandy) informeert de WG over z n ervaring als gebruiker van Omniclass (zie slides N011). Waarom Omniclass? Voordelen: Waardevol voor beoogde toepassing (tool voor data management) want zeer ruim en goed gedocumenteerd (verschillende disciplines, fasen, op een gelijke manier behandeld voor verschillende aspecten); in praktijk evenwel meestal beperkt tot 3-4 niveaus; duidelijke definities; nuttig voor filtering model (algemeen aspect van classificatie) Nadeel: Vrij rigide, niet altijd vlot om mee te communiceren (Cuneco voordeliger op dat vlak); Integratie met software tools Praktische tool: software Classification Manager in Revit (free add-in) Vaststelling: de IFC-export is niet altijd coherent: de classificatie komt in een additioneel property set, dus niet in de IFC klasse waarvoor die eigenlijk voorzien is voor classificatie; meerdere classificaties kunnen toegekend worden aan één object (dit maakt fijner filteren mogelijk: filteren op verschillende parameters). Er worden vragen gesteld naar het praktisch gebruik: Kan men de systemen gebruiken om de plaats van een onderdeel in een groter geheel weer te geven (bv. een baksteen in een specifieke - muur, op een bepaalde plaats in het project, of meer algemeen - een type-muur)? o Mogelijk in CCS met multi-level Type-ID en multilevel Product-ID: de laatste code in CCS geeft de plaats in het geheel weer o Niet mogelijk in UniClass2015/OmniClass: niet ontworpen daarvoor CLUSTERBIM-WG01_N009_Verslag_ Pagina 3/5

4 o Multilayer wall: weet layer tot welke wall hij behoort? Nee Zijn de systemen voldoende gebruiksvriendelijk? o CCS heeft zelf meer aandacht voor het concrete gebruik terwijl andere systemen (in casu UniClass2015/OmniClass) eerder verzamelingen van tabellen zijn waarbij minder aangegeven wordt hoe je ze kunt inzetten om meerwaarde te genereren o CCS: cijfers specifiek voor project; dus legende nodig, die moet meegestuurd worden wanneer model gecommuniceerd wordt (groot verschil met bv. Uniclass: code voor bv. baksteen is voor iedereen gelijk); CCS: ontwerper legt codes vast en deze moeten toegepast worden over de volledige duur van het project (maar kunnen verschillen van project tot project) o Wat verkiezen de gebruikers: vooringevuld systeem (zoals UniClass2015/OmniClass) of vrijheid om deels zelf in te vullen (CCS)? Het lijkt erop dat de huidige markt eerder kiest voor een voorbereid systeem, maar het moet ook voldoende compact blijven; combinatie van voorgedefinieerde letters en projectspecifiek invulbare cijfers lijkt handig (bv. in CCS bestaat een code voor meubels, maar projectspecifiek kan onderscheid gemaakt worden tussen stoelen, kassen, ) Interessante suggestie voor extra onderzoek: laat een aantal mensen iets klasseren, geeft dit hetzelfde resultaat of niet? Reproduceerbaarheid (zelfde resultaat bij toepassing door verschillende gebruikers) lijkt ook een belangrijk criterium voor BIM-classificatiesystemen (moeten ondubbelzinnig genoeg zijn). Definities belangrijk. Ontbreken nog deels in Uniclass2015/OmniClass (nadeel). In CCS is alles gedefinieerd (maar ook veel minder klassen). Een classificatie zou idealiter een universele brug kunnen vervullen tussen lokaal verschillende aanpakken, bv. om bestekken op te bouwen 6. concrete toepassing BIM-classificatiesystemen? (Filip Dobbels) Aan de leden van de WG wordt volgende vraag voorgelegd: Waarvoor past u - heel concreet - een classificatiesysteem toe in uw praktijk? Wat kan de meerwaarde zijn van een classificatiesysteem in BIM-context? Synthese antwoorden leden: o Specifiek BIM Filteren model Views genereren (binnen bedrijf) Eenduidige communicatie o Ruimer dan BIM Ordenen bouwdocumentatie, CLUSTERBIM-WG01_N009_Verslag_ Pagina 4/5

5 opbouwen BIM-bibliotheken (hiervoor is niet noodzakelijk een classificatiesysteem nodig, dit kan ook binnen de software) linken meetstaat bestek - kostencalculatie 7. Volgende vergadering De datum van de volgende vergadering: 31 mei in de voormiddag (9u30). U wordt hiervoor nog uitgenodigd via een meeting request. Met dank voor uw welwillende medewerking. CLUSTERBIM-WG01_N009_Verslag_ Pagina 5/5