Aanvraagformulier Wet natuurbescherming (Wnb) Basismodule

Transcriptie

1 FORMULIER Let op! Dit aanvraagformulier wordt regelmatig als gevolg van gewijzigde inzichten aangepast; raadpleeg voor de meest recente versie daarom Provincie Groningen Afdeling LGW Sintjansstraat JN Groningen Postbus AP Groningen T Secretariaat_LGW@ provinciegroningen.nl Aanvraagformulier Wet natuurbescherming (Wnb) Basismodule Voor u verder gaat Voor het indienen van een aanvraag voor een vergunning en/of ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming moet u altijd eerst de basismodule invullen. Lees eerst de toelichting bij deze module. In de toelichting vindt u onder andere ook de verplichte onderdelen die een eventueel bij te voegen activiteitenplan moet bevatten. Mocht na indienen van uw aanvraag blijken dat enkele gegevens ontbreken, zullen we daarover contact met u opnemen en zal u verzocht worden de ontbrekende onderdelen nog na te sturen. Dit heeft geen gevolgen voor de verdere beoordeling of behandeltijd, mits het om betrekkelijk kleine aanvullingen gaat. Voor het aanvragen van een vergunning worden kosten in rekening (leges) gebracht. Het tarief van de provincie kunt u vinden via Overheid.nl in de Legesverordening provincie Groningen Hiervoor zal bij de ontvangstbevestiging die u na indienen van de aanvraag van ons ontvangt, een factuur worden meegestuurd. Wij verzoeken u de leges binnen twee weken na de verzenddatum van de ontvangstbevestiging aan ons over te maken. Na indiening wordt uw aanvraag in behandeling genomen. De behandeling neemt 13 weken in beslag met een mogelijke verlenging van zeven weken, met uitzondering van de PAS-aanvragen waarvan de behandeltermijn 26 weken is. Nadere informatie over zienswijzen-, bezwaar- en beroepsprocedure ontvangt u tezijnertijd bij het (ontwerp-)besluit. Indien u vragen heeft, kunt u altijd contact opnemen met de Frontoffice van de Provincie Groningen, via mailadres info@provinciegroningen.nl of telefoonnummer Bij voorkeur aanvraag digitaal indienen Graag ontvangen wij uw aanvraag digitaal via loketvergunningen@provinciegroningen.nl, onder vermelding van de naam van de activiteit. Daar wordt uw aanvraag in ontvangst genomen. Voor vragen met betrekking tot de status van uw aanvraag kunt u zich tot dit adres wenden of anders telefonisch via de Frontoffice ( ). Inhoudelijke vragen kunt u mailen aan natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl, de zogenoemde Backoffice Natuur van de provincie Groningen. Daar zitten de deskundigen die uw aanvraag inhoudelijk zullen beoordelen. Indien digitaal aanleveren niet mogelijk is, kan de aanvraag ook per post (één exemplaar is voldoende) worden gezonden naar: Provincie Groningen, Loket Vergunningen Afdeling O&M, Postbus 610, 9700 AP Groningen. 1/6

2 Heeft u de checklist ingevuld? Er zijn twee soorten checklists beschikbaar, gebiedsbescherming en soortenbescherming. Een ingevulde checklist geeft antwoord op de vraag of u een vergunning en/of ontheffing moet aanvragen of een melding houtopstanden moet indienen. Juiste bevoegd gezag? Voor het indienen van een aanvraag is het van belang dat de aanvraag voor vergunning/ontheffing/ het indienen van een melding bij het juiste bevoegd gezag wordt ingediend. De hoofdregel is dat de provincie waarbinnen de activiteit (hoofdzakelijk) plaatsvindt het bevoegd gezag is voor de aanvraag voor een vergunning of ontheffing of voor het indienen van een melding. Op deze hoofdregel zijn uitzonderingen. In de toelichting vindt u meer informatie over de hoofdregel en de uitzonderingen. 2/5

3 Basismodule aanvraag Wet natuurbescherming (Wnb) 1. Contactgegevens 1.1 Contactgegevens van de initiatiefnemer Naam organisatie / bedrijf: Gemeente Groningen Adres: Grote Markt 1 Postcode en woonplaats: 9711 HL Groningen Postadres: Postbus Postcode en woonplaats: Contactpersoon: 9700 RM Groningen G.M. (Martin) Bos Telefoonnummer contact: / adres contact: martin.bos@groningen.nl 1.2 Contactgegevens van de adviseur Naam organisatie / bedrijf: Arcadis Nederland B.V. Adres: Stationsplein 10 Postcode en woonplaats: 9401 LB Assen Postadres: Postbus 63 Postcode en woonplaats: Contactpersoon: 9400 AB Assen Beno Koolstra Telefoonnummer contact: adres contact: beno.koolstra@arcadis.com 3/5

4 2. Activiteiten 2.1 Geef een korte beschrijving van uw voorgenomen activiteit(en). Bouw- en woonrijp maken van het plangebied Reitdiep fase Op welke locatie of locaties worden de activiteiten uitgevoerd? Gemeente(n): Adres, plaats: Natura 2000-gebied(en): GPS-coördinaten: Groningen Omgeving Professor Uilkensweg, Groningen N.v.t. Plangebied ligt in een vlak met onderstaande coördinaten als hoekpunten Bijlagen Basismodule Checklist bijlagen Kruis aan welke bijlagen u meestuurt. Verplicht voor zover van toepassing Kopie van het legitimatiebewijs van de aanvrager Uittreksel van de Kamer van Koophandel of een kopie van de statuten als de aanvrager een rechtspersoon is Ondertekend machtigingsformulier als u iemand wilt machtigen om de vergunning / ontheffing voor u aan te vragen 4. Ondertekening Ondertekening De initiatiefnemer, ondergetekende of degene die bevoegd is namens de initiatiefnemer te handelen, verklaart: Alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt; Bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag of het verzoek, dit zo spoedig mogelijk doorgegeven dient te worden aan de Provincie Groningen (loketvergunningen@provinciegroningen.nl) onder vermelding van het correspondentienummer waaronder de aanvraag of het verzoek in behandeling is; Dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordeling en controle benodigde gegevens terstond en naar waarheid zal verstrekken aan de met behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren. 4/5

5 Naam in blokletters Datum ondertekening Plaats Sander Nijkrake 6 februari 2018 Assen Functie / hoedanigheid ondertekenaar Machtiging* Handtekening Vergunningenmanager JA NEE *Machtiging bijvoegen indien de aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend. 5/5

6 FORMULIER Let op! Dit aanvraagformulier wordt regelmatig als gevolg van gewijzigde inzichten aangepast; raadpleeg voor de meest recente versie daarom Provincie Groningen Afdeling LGW Sintjansstraat JN Groningen Postbus AP Groningen T Secretariaat_LGW@ provinciegroningen.nl Aanvraagformulier Wet natuurbescherming (Wnb) Module 2 Soortenbescherming Voor u verder gaat Voor het indienen van een aanvraag voor een vergunning en/of ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming moet u altijd eerst de basismodule invullen. Lees eerst de toelichting bij deze module. In de toelichting vindt u onder andere ook de verplichte onderdelen die een eventueel bij te voegen activiteitenplan moet bevatten. Mocht na indienen van uw aanvraag blijken dat enkele gegevens ontbreken, zullen we daarover contact met u opnemen en zal u verzocht worden de ontbrekende onderdelen nog na te sturen. Dit heeft geen gevolgen voor de verdere beoordeling of behandeltijd, mits het om betrekkelijk kleine aanvullingen gaat. Voor het aanvragen van een vergunning worden kosten in rekening (leges) gebracht. Het tarief van de provincie kunt u vinden via Overheid.nl in de Legesverordening provincie Groningen Hiervoor zal bij de ontvangstbevestiging die u na indienen van de aanvraag van ons ontvangt, een factuur worden meegestuurd. Wij verzoeken u de leges binnen twee weken na de verzenddatum van de ontvangstbevestiging aan ons over te maken. Na indiening wordt uw aanvraag in behandeling genomen. De behandeling neemt 13 weken in beslag met een mogelijke verlenging van zeven weken, met uitzondering van de PAS-aanvragen waarvan de behandeltermijn 26 weken is. Nadere informatie over zienswijzen-, bezwaar- en beroepsprocedure ontvangt u tezijnertijd bij het (ontwerp-)besluit. Indien u vragen heeft, kunt u altijd contact opnemen met de Frontoffice van de Provincie Groningen, via mailadres info@provinciegroningen.nl of telefoonnummer Bij voorkeur aanvraag digitaal indienen Graag ontvangen wij uw aanvraag digitaal via loketvergunningen@provinciegroningen.nl, onder vermelding van de naam van de activiteit. Daar wordt uw aanvraag in ontvangst genomen. Voor vragen met betrekking tot de status van uw aanvraag kunt u zich tot dit adres wenden of anders telefonisch via de Frontoffice ( ). Inhoudelijke vragen kunt u mailen aan natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl, de zogenoemde Backoffice Natuur van de provincie Groningen. Daar zitten de deskundigen die uw aanvraag inhoudelijk zullen beoordelen. Indien digitaal aanleveren niet mogelijk is, kan de aanvraag ook per post (één exemplaar is voldoende) worden gezonden naar: Provincie Groningen, Loket Vergunningen Afdeling O&M, Postbus 610, 9700 AP Groningen. 1/6

7 Heeft u de checklist ingevuld? Er zijn twee soorten checklists beschikbaar gebiedsbescherming en soortenbescherming. Een ingevulde checklist geeft antwoord op de vraag of u een vergunning en/of ontheffing moet aanvragen of een melding houtopstanden moet indienen. Juiste bevoegd gezag? Voor het indienen van een aanvraag is het van belang dat de aanvraag voor vergunning/ontheffing/ het indienen van een melding bij het juiste bevoegd gezag wordt ingediend. De hoofdregel is dat de provincie waarbinnen de activiteit (hoofdzakelijk) plaatsvindt het bevoegd gezag is voor de aanvraag voor een vergunning of ontheffing of voor het indienen van een melding. Op deze hoofdregel zijn uitzonderingen. In de toelichting vindt u meer informatie over de hoofdregel en de uitzonderingen. Bijlage bij module 2 Soortenbescherming: Lijst Groninger soorten en habitats De lijst Groninger soorten en habitats geeft u een indicatie hoe de dier- en plantensoorten in de provincie Groningen zijn beschermd. De wijze waarop ze beschermd zijn (via art. 3.1, 3.2 lid 6, 3.5, 3.6 lid 2, 3.10, Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Verdragen van Bern en Bonn) is van invloed op het invullen (en beoordelen) van het aanvraagformulier bij Module 2 Soortbescherming Wnb. 2/11

8 Module 2 Soortenbescherming Algemeen: Per vraag wordt - indien van toepassing - om een korte samenvatting gevraagd. Een uitgebreide beschrijving dient te worden opgenomen in een activiteitenplan. Dit plan dient als bijlage bij de aanvraag te worden gevoegd. Bij elke vraag dient u aan te geven in welk hoofdstuk/paragraaf en op welke bladzijden van het activiteitenplan de uitgebreide beschrijving is opgenomen. 1 Beschrijving activiteit 1.1 Beschrijving initiatief Om te kunnen beoordelen welke verbodsbepalingen worden overtreden, dient u een beschrijving te geven van uw activiteit. Het gaat hier bijvoorbeeld om het beschrijven van (locatie en periode van) de werkzaamheden, de invloedssfeer van de werkzaamheden, de wijze waarop de werkzaamheden uitgevoerd zullen worden, gehanteerde onderzoeksmethoden naar beschermde soorten, etc. Het detailniveau hangt af van de omvang en de complexiteit van de activiteit. Geef onderstaand een korte samenvatting. Arcadis zal in opdracht van Gemeente Groningen het projectgebied van Rietdiep Fase 3 bouw- en woonrijp maken. Het Rietdiep is een nieuwe woonwijk aan de noordzijde van de stad Groningen en is ca. 11 hectare groot. Reitdiep fase 3 is de laatste te realiseren fase van de woonwijk Reitdiep. Het project bestaat uit een bouwrijpfase, bouwfase en woonrijpfase. In de bouwrijpfase zullen er watergangen worden gedempt en gegraven en zal nagenoeg het gehele projectgebied worden opgehoogd met grond tot wierde. Daarnaast worden er in de bouwrijpfase rioolsleuven ontgraven, riolering en kabels en leidingen gelegd en bouwwegen aangelegd. De bouwrijpwerkzaamheden worden indien mogelijk uitgevoerd in de periode mei september Nadat het terrein bouwrijp is gemaakt zullen bouwers starten met de bouw van de woningen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de bouwwerkzaamheden eind 2018 aanvangen. Omdat er op dit moment geen exacte planningen liggen wat betreft de bouw van de woningen is niet te zeggen wanneer het projectgebied (in fases) woonrijp zal worden gemaakt. Tijdens de woonrijpfase wordt het projectgebied in haar definitieve vorm ingericht. In deze fase wordt de definitieve verharding aangebracht en worden onder meer groenvoorzieningen aangebracht. Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat de woonwijk eind 2020 woonrijp opgeleverd kan worden. 1.2 Werken volgens een gedragscode Worden de werkzaamheden uitgevoerd overeenkomstig een geldige door de Staatssecretaris van EZ goedgekeurde gedragscode? Nee Ja Geef hierbij aan welke gedragscode(s) van toepassing is/zijn en op welke wijze de werkzaamheden conform de gedragscode(s) worden uitgevoerd. 3/11

9 2 Aanwezigheid beschermde soorten en onderzoek Geef in onderstaande tabel aan welke beschermde soorten aanwezig zijn binnen de invloedssfeer uw activiteit. In de toelichting wordt uitvoerig beschreven op welke wijze u dient te onderzoeken welke beschermde soorten in de invloedssfeer van de activiteit aanwezig zijn en hoe mogelijke effecten van uw activiteit op die soorten beoordeeld moeten worden. In de onderstaande tabel vat u de resultaten van dat benodigde onderzoek samen. Let op! De volgende soorten hoeft u niet in te vullen: - Soorten die niet beschermd zijn volgens de Wnb; - Beschermde soorten die bij Provinciale Verordening zijn vrijgesteld voor de activiteiten in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling of bestendig beheer en onderhoud; - Beschermde soorten waarop volgens uw verwachting uw initiatief, bijvoorbeeld dankzij het vooraf treffen van bewezen effectieve maatregelen (mitigerende maatregelen), geen negatieve effecten heeft en dus overtreding van een verbodsbepaling niet aan de orde zal zijn. Indien u twijfelt, dient u deze soorten wel in de tabel te vermelden en zullen wij beoordelen of een ontheffing nodig is. - Indien u de werkzaamheden uitvoert overeenkomstig een goedgekeurde gedragscode (zie 1.2), geldt een vrijstelling voor de betreffende soort(en). Aanwezige beschermde soort i.h.k.v. de aanvraag Essentiële functie(s) van het plangebied voor de soort(en) 1 Kritische periode voor de soort 2 aanwezig in het plangebied Soort vastgesteld op basis van welke informatie 3 Poelkikker Voortplantingswater Overwinteringsplaats Voortplantingsperiode Overwinteringsperiode Rapport Bijlage 1 Rapport Bijlage 2 1 Bij voorbeeld leefgebied, foerageergebied, vaste rust- of verblijfplaats, pleisterplaats, baltslocatie, nest of kraamkolonie. 2 Bijvoorbeeld voortplanting-/baltsperiode, overwinteringsperiode 3 Gebruikte onderzoeksmethode en/of bronnen voor vaststellen soorten en functies. Bijvoorbeeld gebruik gemaakt van NDFF gegevens (actualiteit gegevens noemen) of Waarneming.nl in combinatie met gericht onderzoek, bijvoorbeeld onderzoek naar verblijfplaatsen, routes en jachtgebied vleermuizen op basis van het vleermuisprotocol. 4/11

10 3 Soorten en verbodsbepalingen 3.1 Voor welke soorten wordt een ontheffing aangevraagd? Geef daarbij aan welke verbodsbepaling(en) van toepassing is (of zijn) Beschermingsregime / verbodsbepalingen Nederlandse en soorten van bijlage IV HR wetenschappelijke Soorten genoemd in bijlage Vogels (VR) en bijlage I en II Bonn en naam soort A en B van de Wnb Poelkikker: Art. 3.1, opzettelijk: doden vangen storen 4 Bern m.u.v vogels VR Art. 3.5, in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk: doden vangen verstoren Art. 3.10, in hun natuurlijke verspreidingsgebied, opzettelijk: doden vangen Art. 3.1, nesten, rustplaatsen en eieren opzettelijk: vernielen beschadigen nesten weg te nemen Art. 3.1, eieren : rapen en onder zich hebben Art. 3.2 lid 6, (delen van) vogels of uit vogels verkregen producten anders dan voor verkoop onder zich hebben vervoeren 5 Art. 3.5, vaste nesten, voortplantings- of rustplaatsen opzettelijk: vernielen beschadigen Art. 3.5, eieren opzettelijk: vernielen rapen Art. 3.6 lid 2, dieren, m.u.v. vogels, en planten 6 anders dan voor verkoop: onder zich hebben vervoeren Art. 3.5, planten opzettelijk: plukken verzamelen afsnijden ontwortelen vernielen Art. 3.10, vaste nesten, voortplantingsplaatsen of rustplaatsen opzettelijk: beschadigen vernielen Art. 3.10, vaatplanten opzettelijk: plukken verzamelen afsnijden ontwortelen vernielen 3.2 Periode ontheffing Geef aan voor welke periode ontheffing wordt gevraagd t/m Dit verbod is niet van toepassing indien de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort, artikel 3.1 lid 5 Wnb. 5 Dit verbod is niet van toepassing als deze vogels, delen of producten aantoonbaar overeenkomstig de Wnb zijn gedood of gevangen, onderscheidenlijk verkregen 6 Deze verboden zijn niet van toepassing ingeval de dieren en planten aantoonbaar zijn gefokt of gekweekt. 5/11

11 4 Effectanalyse Bij vraag 3 heeft u aangegeven voor welke soort(en) mogelijk een verbodsbepaling wordt overtreden. Geef bij deze vraag aan wat het effect is van uw activiteit op de betreffende soorten. Maak hierbij onderscheid tussen tijdelijke en permanente effecten. Betrek bij de effectanalyse ook de maatregelen die u heeft getroffen of alsnog zal treffen om de effecten tot een acceptabel minimum te beperken (tabel 4.1) of om de effecten achteraf te herstellen (tabel 4.2). 4.1 Maatregelen die effecten op de soort tot een minimum beperken (mitigerende maatregelen). Geef in onderstaande tabel per soort aan welke maatregelen u heeft genomen of tijdens de werkzaamheden zal nemen. Soort(en) Nederlandse en wetenschappelijke naam Poelkikker Maatregelen voor start initiatief Wegvangen poelkikker na winterrust en verplaatsen naar geschikt water Afschermen plangebied Zie verder bijlage 3, het uitvoeringsplan Maatregelen tijdens uitvoering initiatief Werkgebied is afgeschermd tijdens de werkzaamheden zodat het onbedoeld doden van de poelkikker voorkomen wordt. Verdere maatregelen zijn niet noodzakelijk. Zie verder bijlage 3, het uitvoeringsplan 4.2 Maatregelen die de effecten achteraf herstellen (compenserende maatregelen). Beschrijf per soort welke maatregelen worden getroffen die de effecten achteraf herstellen. Het gaat hier om compenserende maatregelen.. Soort(en) Nederlandse en wetenschappelijke naam Poelkikker Ontwikkelen nieuw voortplantingswater nabij geschikt winterbiotoop. Zie verder bijlage 3, het uitvoeringsplan 6/11

12 5 Belangenafweging 5.1 Op grond van welk belang wordt een ontheffing aangevraagd? Vogelrichtlijn (artikel 3.1 Wnb) De volksgezondheid of de openbare veiligheid De veiligheid van het luchtverkeer Ter bescherming van flora of fauna Voor onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of voor de daarmee samenhangende teelt Om het vangen, het onder zich hebben, of elke andere wijze van verstandig gebruik, van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan Habitatrichtlijn (artikel 3.5 Wnb) Volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten Ter bescherming van wilde flora of fauna of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats Onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van soorten of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten Om het vangen, plukken of het onder zich hebben van bepaalde dieren of planten in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan Andere soorten (artikel 3.10 Wnb) Volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten Ter bescherming van wilde flora of fauna of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats Onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van soorten of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten Om het vangen, plukken of het onder zich hebben van bepaalde dieren of planten in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan In het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daarop volgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied Bestendig beheer of onderhoud in de landbouw of bosbouw Bestendig beheer of onderhoud aan vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, vliegvelden, wegen, spoorwegen of bermen, of in het kader van natuurbeheer Bestendig beheer of onderhoud van de landschappelijke kwaliteiten van een bepaald gebied Algemeen belang 7/11

13 5.2 Motivatie belang(en) De wijk Reitdiep bevindt zich in het open wierdenlandschap ten noordwesten van de stad Groningen. De wijk vormt voor de stad een specifieke begrenzing en dit deel van de stad vormt een helder begrensd gebied in een open landschap. Dit is dan ook het uitgangspunt geweest voor het ontwikkelen van het woongebied aan het begin van deze eeuw: heldere begrenzingen, duidelijke en herkenbare randen. De keuze voor een harde, scherpe overgang, als contrast met het open wierdenlandschap, komt voort uit de nota 'De Stad van Straks': De overgang van het landschap naar de Stad is hier de overgang van een open wierdenlandschap -met een ecologische hoofdstructuur en tegelijkertijd een weidevogelgebied - naar de harde randen van de wijken Vinkhuizen en Paddepoel. De belangrijkste uitgangspunten bij het ontwerp van de wijk waren de thema's 'wonen aan het water' en 'wonen in het landschap'. De wijk biedt een gevarieerd woonmilieu, dat zich nadrukkelijk onderscheidt van andere wijken in de stad. De wijk kenmerkt zich door een stedelijke, compacte woonomgeving en groepen van woningen in kleinere concentraties. Het ontwerp is zorgvuldig afgestemd op het omliggende landschap. Het aan de zuidkant gelegen havengebied vormt een aantrekkelijke overgang tussen de bestaande stad en de achterliggende woonwijk. De hoofdopzet van het plan wordt gevormd door twee woonstrips langs twee kenmerkende assen en door het woongebied rondom de Reitdiephaven. De beide assen zijn georiënteerd op de wierde Dorkwerd. Het betreft de wateras van het Reitdiep waarlangs de woonstrip 'Eilanddomeinen' is gerealiseerd en een zone hier ten westen van, waar het woongebied 'De Groene domeinen' is gerealiseerd. Tussen beide domeinen bevindt zich een groene enclave. Onderdeel van de Groene domeinen in het oorspronkelijke stedenbouwkundig ontwerp zijn drie woonwierden die als vooruitgeschoven posten in het landschap zijn gesitueerd. Daarvan zijn er twee gerealiseerd. De derde en laatste wierde is in ontwerp gereed. Op deze locatie is nu de Poelkikker aangetroffen reden waarom voor dit onderdeel van het totale stedenbouwkundige plan ontheffing wordt aangevraagd. Al sinds de jaren 70 van de vorige eeuw wordt in Groningen uitgegaan van De Compacte Stad gedachte. De Compacte stad, een idee dat ook in het landelijk planologisch beleid vanaf 1983 werd omarmd en wat mogelijk verdichting van de (binnen)steden inhield, bleef het uitgangspunt van de nationale ruimtelijke ordening. In 1990 verscheen de Vierde Nota Extra (Vinex), waarin nogmaals werd benadrukt dat er zoveel mogelijk in en aan de bestaande stad gebouwd moest worden. Het credo luidde: Nabijheid boven bereikbaarheid. Onder verantwoordelijkheid van wethouder Willem Smink verscheen in 1996 het nieuwe structuurplan De stad van straks, Groningen Overeenkomstig de Vierde Nota Extra lag het accent op bouwen in de stad en langs de stadsrand. Dicht tegen de bestaande stad verrezen kantoorlocaties en woonwijken als De Held, Reitdiep en Piccardthof. Het afbouwen van de wijk Reitdiep staat dus al lang in de planning van de Stad. De huidige geplande en laatste fase vormt de afronding van de wijk. De grote vraag naar woningen in de Stad is zeker op dit moment onverminderd hoog evenals de groei van de stedelijke bevolking van de Stad Groningen waarvan in de Stadsvisie The next City op dit moment wordt verwacht dat die in 2025 is gegroeid tot inwoners maar er zijn ook prognoses die uitgaan van een groei naar misschien wel inwoners of meer. Ten slotte kan voor wat dit punt betreft worden verwezen naar de Nota Ruimte (april 2004) waar als beslissing van wezenlijk belang wordt opgemerkt; verdichtingsmogelijkheden in het bestaand bebouwd gebied moeten, in elk geval in de steden van de verschillende nationale stedelijke netwerken, zo optimaal mogelijk worden benut. Daarmee is nut en noodzaak aangegeven en tevens het grote openbare belang van bouwen op deze plek zowel voor de wijk zelf als voor de Stad als totaal. 8/11

14 6 Andere bevredigende oplossing (alternatievenafweging) Afweging alternatieven Gezien de te verwachten bevolkingsgroei zijn alle mogelijke bouwlocaties in de Stad noodzakelijk om aan de vraag naar nieuwe woningen te kunnen voldoen. Niet voor niets wordt de woningbouw op het Suikerunie terrein in de tijd naar voren getrokken. Ook gebieden als het Meerstad, het Cibogaterrein, het Oosterhamriktrace en voormalige industrieterreinen in zowel de Korrewegwijk als de Oosterpark worden versneld volgebouwd. Plannen aan weerzijden van het Eemskanaal zijn in voorbereiding. Ook alternatieve bouwlocaties aan de westzijde van de Stad zijn niet beschikbaar. Bovendien zou dit inhouden dat juist meer agrarisch gebied bebouwd zou moeten worden met een gebrek aan samenhang en ruimtelijke kwaliteit tot gevolg. Afzien van bebouwing op deze plek en die woningen realiseren in buurgemeenten staat haaks op de uitgangspunten van De Compacte Stad, zorgt voor meer reiskilometers en staat daarmee haaks op het reduceren van Co2 en fijnstof. Uitvoering van het bouw- en woonrijp maken stond oorspronkelijk gepland voor de periode vanaf begin december 2017 en zouden voor aanvang van het broedseizoen van 2018 al zo ver zijn gevorderd dat er geen geschikte broedplaatsen meer aanwezig zouden zijn. Vanwege de vastgestelde aanwezigheid van poelkikkers, die op dat moment al op het land zaten en deels al in winterrust waren, is besloten de uitvoering uit te stelen tot het moment dat de poelkikker weer uit winterrust is en weggevangen kan worden. Op dat moment is het broedseizoen al aangebroken. Wachten tot het broedseizoen beëindigd is, is niet haalbaar in verband met bindende afspraken met de partijen (voor een groot deel particulieren) die de huizen zullen laten bouwen. Daarom is ervoor gekozen het terrein broedvogelvrij te houden, zodat de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden zonder dat daarbij broedende vogels worden verstoord. 9/11

15 7 Staat van instandhouding Staat van instandhouding Voor alle beschermde soorten waarvoor ontheffing wordt aangevraagd moet worden aangetoond dat het initiatief niet leidt tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort (VR) en/of dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan (HR, Bonn en Bern en andere soorten). In de toelichting wordt hierop uitvoerig ingegaan. Geef hieronder per soort en per beschermingsregime (2 tabellen) gemotiveerd aan op welke wijze wordt voldaan aan deze voorwaarde(n). Hr, Bonn en Bern en andere soorten Soort(en) Nederlandse en wetenschappelijke naam Poelkikker Onderbouwing dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan Door het ontwikkelen van nieuw voortplantingswater dat specifiek voor de poelkikker wordt ontwikkeld en ook als zodanig beheerd zal worden zal er een positief gevolg zijn voor de staat van instandhouding. De watergangen die worden gedempt zijn landbouwsloten die in een intensief gebruikt agrarisch landschap liggen. Dat betekent dat de geschiktheid hiervan als voortplantingswater marginaal is, als gevolg van de hoge voedselrijkdom van het water en de aanwezigheid van (grote) vis. In de nieuwe situatie zal er sprake zijn van optimaal geschikt voortplantingswater in de nabijheid van geschikt winterbiotoop. Zie verder Bijlage 3, het uitvoeringsplan 10/11

16 8 Bijlagen module 2 Soortenbescherming Wnb Toe te voegen bijlagen Bijlage 1: Toetsing Flora- en faunawet in verband met de voorgenomen ontwikkeling van Reitdiep fase 3 en 4 te Groningen Bijlage 2: Ecologisch Werkprotocol Incl. actualisatie onderzoek Ontwikkeling woninglocatie Reitdiep fase 3 Bijlage 3: Uitvoeringsprotocol bouw- en woonrijp maken plangebied Reitdiep fase 3. Bijlage 4: Tekening (A0) compensatie poelkikker bovenaanzicht. Bijlage 5: Tekening (A0) compensatie poelkikker dwarsprofielen. 11/11

17 ONDERWERP Aanvulling en nadere toelichting aanvraag ontheffing Reitdiep Fase 3 (Dossiernummer K7009) DATUM 21 februari 2018 PROJECTNUMMER N ONZE REFERENTIE A VAN Beno Koolstra AAN Jeroen Bevers KOPIE AAN Jans Ottema, Steef Swart, Sander Nijkrake Inleiding Naar aanleiding van de aanvraag voor ontheffing van de Wet natuurbescherming voor uitvoering van het bouwen woonrijp maken Reitdiep Fase 3, is door het bevoegd gezag, bij monde van de heer J.E. Bevers, een aantal vragen gesteld. In dit memo wordt daarop gereageerd. Aanvulling alternatievenafweging met betrekking tot de planning De ontheffingsaanvraag bevat een alternatievenafweging met betrekking tot de locatiekeuze, niet met betrekking tot de planning. De alternatievenafweging is in het aanvraagformulier aangevuld. Aanvullen van de aanvraag met betrekking tot het vangen, onder zicht hebben en vervoeren van de poelkikker (Wnb artikel 3.5 lid 1 en 3.6 lid 2) De aanvraag ziet al op het vangen (artikel 3.6 lid 1) en het vervoeren (artikel 3.6 lid 2). Verzuimd is on de aanvraag ook onder zich hebben aan te vinken. Dit is in het aanvraagformulier aangevuld. Aanvullen van de aanvraag met betrekking tot het uitzetten van de poelkikker (Wnb artikel 3.34) Het verbod tot in het wild uitzetten van dieren (artikel 3.34 lid 1) ziet op het in het wild uitzetten van dieren, niet op het binnen bestaand leefgebied verplaatsen van dieren ter bescherming van die dieren, voorafgaand aan het uitvoeren van werkzaamheden. Het is toegestaan om soorten te verplaatsen uit de directe gevarenzone naar een vergelijkbaar habitat in de directe omgeving wanneer dit zorgvuldig, met inachtneming van de zorgplicht (Wnb artikel 1.11) plaatsvindt. Wij vullen onze aanvraag daarom op dit punt niet aan. Aanvullen aanvraag met ontheffing voor verstoren van vogels genoemd in de conventie van Bern Het verstoren van vogels is, conform Wnb artikel 3.1 lid 4 en 5 toegestaan zo lang er geen wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort. Als gevolg van een onduidelijk formulering in de Wnb is in de praktijk het idee ontstaan dat vogels die genoemd worden in bijlage II van de conventie van Bern niet alleen onder de werking van artikel 3.1, maar ook onder de werking van artikel 3.5 vallen. In dat geval zou de mogelijkheid tot verstoren zonder wezenlijk gevolg voor de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort voor die soorten niet bestaan. Zoals echter blijkt uit de memorie van toelichting bij de veegwet 1 die deze onduidelijkheid op zal lossen, is het een misvatting te veronderstellen dat deze groep van vogelsoorten onder zowel artikel 3.1 als artikel 3.5 valt. De memorie van toelichting schrijft daarover (onderstrepingen toegevoegd): Onderdelen C en D (artikelen 3.5, eerste lid, 3.6, eerste lid, 3.7, eerste lid, en 3.9, eerste lid) Naar aanleiding van vragen uit de praktijk wordt ter voorkoming van misverstanden in de artikelen 3.5, 3.6, 3.7 en 3.9 van de Wet natuurbescherming verduidelijkt dat de verbodsbepalingen geen betrekking hebben op vogelsoorten als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) (de Vogelrichtijn). Voor soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn geldt namelijk op grond van de wet al het beschermingsregime van paragraaf 3.1, waardoor voornoemde verbodsbepalingen in de artikelen 3.5 en 3.6 van de Wet natuurbescherming voor deze soorten overbodig zijn. 1 Arcadis Nederland B.V., Stationsplein 10, 9401 LB Assen T +31 (0) Arcadis Nederland B.V. - Registered office: Arnhem - Registered number:

18 Kortom, de Veegwet leidt niet tot een wijziging van de Wnb, de tekst wordt slechts verduidelijkt. Daaruit volgt dat ook in de huidige situatie alleen artikel 3.1 van de Wet natuurbescherming betrekking heeft op vogels en niet ook artikel 3.5. Om die reden is er voor het broedvogelvrij houden van het werkgebied geen ontheffing van artikel 3.5 lid 2 benodigd. Dit blijkt overigens ook al uit de tekst van de memorie van toelichting bij de Wet natuurbescherming 2. Daarin wordt duidelijk (paragraaf in combinatie paragraaf onder het kopje verdragen van Bern en van Bonn) dat de bepalingen van de Vogelrichtlijn zijn geïmplementeerd in Wnb artikel 3.1 en die van de Habitatrichtlijn in Wnb artikel 3.5 en dat de bepalingen van Bern en Bonn daaraan aanvullend zijn. Dat brengt als vanzelf met zich mee dat bepalingen van Bern en Bonn die betrekking hebben op vogels niet gelezen kunnen worden vanuit Wnb artikel 3.5, maar slechts betrekking kunnen hebben op artikel 3.1. Wij vullen onze aanvraag daarom op dit punt niet aan. Maatregelen bij eventueel vertraagde start werkzaamheden De mogelijkheid is aanwezig dat de werkzaamheden die betrekking hebben op het bouw- en woonrijp maken worden vertraagd. Wanneer deze zodanig vertragen dat in het najaar nog geschikt winterbiotoop in het plangebied aanwezig is, bestaat de kans dat de poelkikker zich in het plangebied begeeft om daar te overwinteren. Mocht er sprake zijn van een zodanige vertraging van de werkzaamheden, zal het plangebied tijdig en voor zover dat op dat moment nog nodig is, worden afgezet door middel van een amfibieënscherm. Wij verzoeken u daarom een voorschrift op te nemen van de volgende strekking: Wanneer de werkzaamheden met betrekking tot bouw- en woonrijp maken om welke reden dan ook worden vertraagd tot het moment dat de poelkikker weer op het land komt voor de overwintering, zal voor zover dat nodig is, het werkgebied worden afgeschermd middels een amfibieënscherm. Locatie van de schermen en het moment waarop deze geplaatst worden, worden vastgesteld door een ter zake deskundig ecoloog. Vrijgave werkgebied voor uitvoering bouw- en woonrijp maken Voordat de werkzaamheden betrekking hebben op het bouw- en woonrijp maken worden aangevangen, zal het terrein door een ecoloog worden vrijgegeven. Deze vrijgave zal niet eerder plaatsvinden dan nadat de ecoloog zich ervan heeft overtuigd dat de in het plangebied aanwezige poelkikkers (en andere amfibieën met oog op de zorgplicht) zoveel als mogelijk is zijn weggevangen. Tevens voert de ecoloog een controle uit op de aanwezigheid van broedvogels. Wij verzoeken u daarom een voorschrift op te nemen van de volgende strekking: De werkzaamheden met betrekking tot bouw- en woonrijp worden niet eerder aangevangen dan nadat een ter zake deskundig ecoloog schriftelijk heeft verklaard dat het terrein vrijgegeven is voor de betreffende werkzaamheden. Deze verklaring wordt door de ecoloog pas afgegeven nadat deze zich ervan heeft overtuigd dat de in het plangebied aanwezige poelkikkers zoveel als mogelijk is zijn weggevangen. 2 Onze referentie: A - Datum: 21 februari van 2