illinium 17IN /10/2017 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Dagelijks bestuur alle waterschappen

Transcriptie

1 illinium 17IN /10/2017 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag Dagelijks bestuur alle waterschappen Datum 1 3 OKI W W Betreft Aangepaste Circulaire anti-afhaakregeling 2017 Geacht Bestuur Bestuurskem Dir. Algemeen Waterbeleid en Veiligheid Afd. Bestuur en Regie Rijnstraat 8 Den Haag Postbus 2Ũ EX Den Haag Contactpersoon P. Regoort Senior Bijlage(n) 1 Beleidsmedewerker T M 4-31(0) F Peter.Regoort@minienm.nl Ons kenmerk IenM/BSK-2017/ Door de Europese Commissie worden subsidies op grond van artikel 122d, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Waterschapswet als staatssteun aangemerkt. De Commissie heeft met haar besluit van 16 oktober 2013 goedkeuring voor 10 jaar verleend voor de Circulaire anti-afhaakregeling waterschappen (C(2013) 6628). Door de Commissie is in 2016 een zogeheten ex-post-monitoring uitgevoerd naar de toepassing van de Circulaire over de jaren 2013 en Naar aanleiding van deze monitoring heb ik de Circulaire op een aantal punten aangescherpt en verduidelijkt. De aanpassing omvat inhoudelijk een tweetal punten. Een nieuw punt 5 is tussengevoegd waarin staat dat een bedrijf die voor subsidieverlening in aanmerking wil komen geen overige staatssteun ontvangt voor dezelfde activiteit. Voorts is in de toelichting bij de voorwaarden 1 en 2 toegevoegd dat ook geen staatssteun wordt verstrekt aan bedrijven die kwalificeren als een onderneming in moeilijkheden. Ter verduidelijking van de voorwaarden voor de toepassing van de Circulaire zijn er ook een aantal tekstuele wijzigingen in de Circulaire aangebracht. In de bijlage treft u de aangepaste Circulaire anti-afhaakregeling waterschappen 2017 aan. Ik adviseer u eventuele subsidies in overeenstemming met deze Circulaire te verlenen. In de ex-post-monitoring door de Europese Commissie is bij twee waterschappen getoetst of bij de subsidieverlening aan een tweetal bedrijven wordt voldaan aan de voorwaarden uit het goedkeuringsbesluit. Uit de ervaring van deze twee waterschappen met het leveren van de onderbouwing blijkt dat het niet eenvoudig was om alle gevraagde informatie (snel) boven tafel te krijgen. Pagina 1 van 2

2 Met het oog hierop wijs ik u op het belang dat alle dossiers van antiafhaaksubsidies goed op orde en snel te raadplegen zijn. Met name de onderbouwing van het besluit, dat in sommige gevallen al geruime tijd geleden werd genomen, is daarin een belangrijk element. Hoogachtend, Bestuurskern Dir. Algemeen Waterbeleid en Veiligheid Afd. Bestuur en Regie Ons kenmerk IenM/BSK-2017/ DE MIN AN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, mw. drs. M.H. Schultz van Haegen Pagina 1 van 1

3 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Circulaire anti-afhaaksubsidies 2017 voor subsidies conform artikel 122ă, vijfde Did, aanhef en onder h, van de Waterschapswet, behorende bij brief [IenM/BSK-2017/189754]. Hieronder treft u de voorwaarden waaronder subsidie kan worden verleend op grond van 122d, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Waterschapswet. Voor de toekenning van de subsidie gelden de volgende cumulatieve regels: 1. Omvang lozing a. Het aantal vervuilingseenheden dat door het belastingplichtig bedrijf op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap wordt gebracht, bedraagt minimaal 5 0 Zo van de zuiveringscapaciteit van die installatie dan wel minimaal 5000 vervuilingseenheden indien de zuiveringscapaciteit van die installatie meer dan vervuilingseenheden bedraagt. b. Voor het afvalwater van het bedrijf waaraan subsidie wordt verleend, bestaat voor het waterschap geen of tijdelijk geen vergelijkbare alternatieve benutting van de zuiveringscapaciteit op de zuiveringsinstallatie. 2. Reële mogelijkheid zelf (voor)zuiueren a. Het bedrijf dat voor subsidieverlening in aanmerking wil komen, dient aan te tonen dat het zelf laten (voor)zuiveren van zijn afvalwater voor het bedrijf per vervuilingseenheid financieel voordeliger is dan het tarief per vervuilingseenheid van de zuiveringsheffing van het waterschap. b. Het bedrijf dient aan te tonen dat het zelf (voor)zuiveren van zijn afvalwater binnen de geldende wettelijke eisen kan plaatsvinden. c. Het bedrijf dient aan te tonen dat het financieel in staat is om het zelf (voor)zuiveren van zijn afvalwater daadwerkelijk te realiseren. 3. Hoogte van de individuele subsidie De aan een bedrijf verleende jaarlijkse subsidie bedraagt per vervuilingseenheid niet meer dan 50 0 Zo van het tarief per vervuilingseenheid van de zuiveringsheffing van het waterschap en niet meer dan het verschil tussen dit tarief en de kosten van het zelf (voor)zuiveren per vervuilingseenheid, zoals door het bedrijf dient te worden aangetoond. Pagina 1 van 5

4 4. Duur van de subsidieverlening De subsidie voor het bedrijf wordt verleend voor een periode van 10 jaar of minder. S» Geen cumulatie van staatssteun Het bedrijf dat voor subsidieverlening in aanmerking wil komen, ontvangt geen andere staatssteun voor dezelfde activiteit. 6. Terugvordering bij niet voldoen aan subsidievoorwaarden a. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat het bedrijf het daarbij per kalenderjaar bepaalde minimum aantal vervuilingseenheden op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap brengt. b. De verleende subsidie wordt verminderd indien het bedrijf in een kalenderjaar minder dan het onder a bedoeld aantal vervuilingseenheden op de rioolzuiveringsinstallatie van het waterschap heeft gebracht. Deze vermindering wordt gebaseerd op het daadwerkelijk aantal vervuilingseenheden dat in het kalenderjaar door het bedrijf op de zuiveringsinstallatie van het waterschap is gebracht. c. Het bedrag aan subsidie dat ingevolge het bepaalde onder b ten onrechte aan het bedrijf is betaald wordt door het waterschap teruggevorderd. 7. Transparantleverplichtlng Bij het verlenen van subsidie met een verwacht subsidiebedrag over de gehele looptijd van gelijk of meer dan EUR ,- rapporteert het waterschap aan de Directeur-Generaal Ruimte en Water van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, onder vermelding van de Circulaire: a. het rapporterende waterschap; b. de identiteit van de individuele begunstigden (inclusief KvK nummer); c. de provincie waarin de begunstigde is gevestigd; d. de voornaamste economische sector waarin de begunstigde actiefis (op NACE-groepsniveau 1 ); e. of de begunstigde kwalificeert als een mkb- onderneming zoals gedefinieerd in punt 19 onder 17 van de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie (PB C 200/01 van 28 juni 2014) of als grote onderneming; f. de datum waarop de subsidie is toegekend; 1 1 NACE staat voor "Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté européenne" ("Statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap").

5 g. het verwachte subsidiebedrag over de gehele looptijd in de volgende tranches (in miljoen EUR): [0,5-1]; [1-2]; [2-5]; [5 10]; [10-30]; [30 en meer];en h. de looptijd van de subsidie. 8. Jaarlijkse rapportage Op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu rapporteert het waterschap aan de Directeur-Generaal Ruimte en Water van het ministerie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage over de toepassing van de Circulaire. In deze rapportage dient in ieder geval te worden opgenomen de hoogte van de subsidie in het voorafgaande kalenderjaar, de subsidie per vervuilingseenheid en de omvang van het aantal vervuilingseenheden waar de subsidie betrekking op heeft. Toelichting Ad 1 en 2 De subsidies worden verleend om een optimale benutting van de rioolwaterzuiveringsinstallaties van het waterschap te bewerkstelligen. Op deze wijze wordt kapitaalvernietiging en stijging van het tarief voor gebonden lozers zo veel mogelijk voorkomen. De subsidie dient in de eerste plaats te worden verleend onder de voorwaarde dat het bedrijf een bepaald aantal vervuilingseenheden op de zuivering van het waterschap brengt. Dit aantal dient minimaal 5 0 Zo van de zuiveringscapaciteit van die installatie dan wel 5000 vervuilingseenheden indien dit minder is, te bedragen. Het waterschap dient in de tweede plaats pas tot subsidieverlening over te gaan indien er geen of tijdelijke alternatieve benutting van de capaciteit van de rioolwaterzuiveringsinstallatie kan worden verkregen. Het bedrijf aan wie subsidie wordt verleend, dient in de derde plaats aan te tonen dat het beschikt over een reëel alternatief voor de zuivering van zijn afvalwater door het waterschap. Het bedrijf moet daartoe aantonen dat het per vervuilingseenheid zijn afvalwater tegen lagere kosten kan (laten) (voor)zuiveren dan tegen het tarief van de zuiveringsheffing per vervuilingseenheid. Het bedrijf dient bovendien aan te tonen dat het (voor)zuiveren van zijn afvalwater binnen de geldende wettelijke voorschriften plaats kan vinden. Er kan hierbij gedacht worden aan de voorschriften ingevolge de Wet Milieubeheer, de Waterwet en de gemeentelijke wet- en regelgeving op het gebied van bouwen. Het bedrijf dient tenslotte aan te tonen dat het over voldoende financiële middelen beschikt om de (voor)zuivering te realiseren. Bedrijven die voldoen aan de omschrijving van een onderneming in moeilijkheden, als bedoeld in punt 20 van de Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014, C 249), komen om deze reden niet in aanmerking voor de subsidie. Ad 3

6 De hoogte van de subsidie dient aan twee voorwaarden te voldoen. De verleende subsidie mag per vervuilingseenheid niet meer bedragen dan 50 o Zo van het geldende tarief van de zuiveringsheffing. De verleende subsidie mag bovendien per vervuilingseenheid niet meer bedragen dan het verschil tussen het tarief van zuiveringsheffing en de door het bedrijf aangetoonde kosten van het zelf (laten) (voor)zuiveren. Indien de subsidie voor twee of meer jaren wordt verleend dient in elk jaar aan de twee voorwaarden te worden voldaan. Ad 4 De periode waarover de subsidie aan een bedrijf wordt verleend bedraagt ten hoogste tien jaren. Ad 5 Zodat wordt voldaan aan de eisen die de Richtsnoeren voor staatssteun voor milieubescherming en energie (C(2014) 2322/3) stellen aan de verlening van staatssteun op grond hiervan, is het conform de punten 81 en 82 van deze richtsnoeren niet toegestaan om staatssteun die wordt verleend op basis van de Circulaire te cumuleren met andere staatssteun voor deze activiteit. Ad 6 Zoals reeds eerder vermeld dient de subsidie te worden verleend onder de voorwaarde dat jaarlijks een daarbij bepaald minimum aantal vervuilingseenheden op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap wordt gebracht. Indien het bedrijf een lager aantal vervuilingseenheden op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap heeft gebracht, dient de subsidie te worden verminderd. Deze vermindering dient gebaseerd te zijn op het daadwerkelijk aantal vervuilingseenheden dat door het bedrijf op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap wordt gebracht. Het bedrag aan betaalde subsidie dat ingevolge de vermindering van de verleende subsidie ten onrechte is betaald, dient door het waterschap te worden teruggevorderd. Ad 7 en 8 De gegevens bedoeld in punten 7 en 8 zijn noodzakelijk om aan de transparantieverplichting en de rapportageverplichting jegens de Europese Commissie te kunnen voldoen. Op basis van de punten 104 tot en met 106 van de Richtsnoeren voor staatssteun voor milieubescherming en energie dienen de Lidstaten te zorgen voor transparantie bij nieuwe subsidies van gelijk of meer dan EUR ,-, die verstrekt worden op grond van door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregelen. Dat betekent dat bij de start van het verlenen van nieuwe subsidies, waaronder ook de vernieuwing van een subsidie wordt verstaan, de gegevens als bedoeld in punt 7 door het waterschap bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu moeten worden aangeleverd. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu draagt zorg voor openbare publicatie van deze gegevens op de Europese transparantiewebsite, de zogeheten Transparency Aid Module (TAM,

7 Ten behoeve van de jaarlijkse staatssteunrapportage, de zogeheten State Aid Reporting Interactive (SARI) applicatie van de Europese Commissie, levert het waterschap de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu verzochte gegevens aan. Het gaat daarbij onder meer over de hoogte van de subsidie, de subsidie per vervuilingseenheid en de omvang van het aantal vervuilingseenheden waarde subsidie betrekking op heeft. Pagina 5 van 5