Energie aan zet! Energiemonitoring Analyse energieverbruik 2017 en periode van de gebouwde omgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Energie aan zet! Energiemonitoring Analyse energieverbruik 2017 en periode van de gebouwde omgeving"

Transcriptie

1 Energie aan zet! Energiemonitoring Analyse energieverbruik 2017 en periode van de gebouwde omgeving september 2018

2 Colofon Gemeente Nijmegen September 2018 Opgesteld door: Paul Erades Bureau Leefomgevingskwaliteit In opdracht van Programma Duurzaamheid

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Actualisatie rapportage Energie aan zet Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen sinds Fysieke kenmerken woningen en bedrijven De buurten/wijken in Nijmegen Aantal inwoners Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen Sloop en bouw van panden in de periode Sloop en bouw van panden ná Verbruik gas, elektra en warmte in Verbruik gas, elektra en warmte in Elektraverbruik in Gasverbruik in Verdeling gas en elektra tussen particulier en bedrijven in Warmtenet in Energie opwek Zonnepanelen Zonneboilers WKO open en gesloten systemen Warmtepomp (lucht-water) Wind Warmtenet Overig bio-massa Eerder vermelde duurzame opwek Overzicht duurzame opwek Energiebesparing Elektra besparing Gas verbruik Warmte verbruik Besparing elektra, gas en warmte t.o.v. totaal energieverbruik ( ) Routekaart energieneutrale stad in Conclusie/samenvatting

4 1 Inleiding 1.1 Actualisatie rapportage Energie aan zet In 2017 is de rapportage Energie aan zet met daarin een analyse van de energiedata van de gebouwde omgeving in Nijmegen door het College van B&W vastgesteld. Dit rapport is daarvan een actualisatie. Dit geactualiseerde rapport van Energie aan zet! bestaat uit twee delen: één op hoofdlijnen en een technisch achtergrondrapport. Energie aan zet geeft op wijkniveau inzicht in de bestaande gebouwenvoorraad, het bestaande energieverbruik, duurzame opwek en inzicht in de mogelijkheden op het gebied van besparen en opwekken. Op basis van de analyse van de stedelijke energievraag kan de toekomstige ruimtelijke invulling en lange-termijn-planning van de duurzame energie infrastructuur bepaald worden. 1.2 Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen sinds 2017 Vanaf het moment van publicatie van de rapportage Energie aan zet in 2017 zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van klimaat en energie geweest. Interbestuurlijk Programma (februari 2018) Op 24 februari 2018 hebben de overheden onderling in het Interbestuurlijk Programma (IBP) afspraken gemaakt over klimaat en energie. Rijk en decentrale overheden streven gezamenlijk de doelstelling na om te komen tot 49 % CO2-reductie in De doelen uit het IBP zullen nader uitgewerkt worden in het Klimaatakkoord. Bij de invulling van de klimaatdoelstellingen voor de gebouwde omgeving ligt een grote rol voor de overheden, met een regierol voor gemeenten op het gebied van aardgasvrije buurten en wijken. Met het oog daarop is de inzet dat alle gemeenten uiterlijk in 2021 een planning vaststellen in de gemeenteraad voor de transitie van de gebouwde omgeving naar aardgasvrij (woningen, maatschappelijk- en commercieel vastgoed) gericht op een CO2--arme gebouwde omgeving in Voor alle buurten die voor 2030 van het aardgas af gaan, is in 2021 ook bekend wat het alternatief voor aardgas is. De opgave voor verduurzaming in de gebouwde omgeving is enorm. Er moeten landelijk ruim woningen/gebouwen per jaar worden geïsoleerd en van duurzame warmte en energie worden voorzien om in 2050 CO2-arm te zijn. De ambitie in het regeerakkoord is om in 2021 circa nieuwbouwwoningen per jaar aardgasvrij op te leveren en bestaande woningen per jaar aardgasvrij te maken of aardgasvrij-ready. Beoogd is in 2018 daadwerkelijk een start te maken met een betekenisvol aantal wijken ( grootschalige proeftuinen ) gericht op ervaring opdoen hoe een effectieve aanpak kan worden vormgegeven om in de toekomst te komen tot de gebouwen per jaar. In het IBP is ook afgesproken dat de afspraken uit het Klimaatakkoord moeten worden vertaald naar regionale bijdrages. De Regionale Energie Strategieën (RES) kunnen een goede basis bieden voor de formulering en uitwerking van deze regionale bijdrages. De exacte invulling hiervan is maatwerk per regio. Klimaatakkoord (juli 2018) In het regeerakkoord was afgesproken dat er een nationaal Klimaat- en energieakkoord komt. Op 10 juli 2018 is dat klimaatakkoord op hoofdlijnen gepresenteerd. Het akkoord beoogt maatschappelijke partijen (bedrijven, bestuurlijke partners, milieubewegingen) meer zekerheid te geven over doelen op de lange termijn. De onderhandelingen worden gevoerd op vijf verschillende thema s (sectortafels) waarvan de gebouwde omgeving er een van is. De hoofdlijn van het klimaatakkoord, sector gebouwde omgeving is om woningen en gebouwen wijk voor wijk te verduurzamen. Dat kan bijvoorbeeld met warmtenetten, helemaal elektrisch, met warmtepompen of met biogas. Dit wordt lokaal maatwerk. De gemeentes maken daar plannen voor en doen dit in overleg met bewoners. Met een verschuiving in de energiebelasting wordt het 4

5 gebruik van aardgas ontmoedigd en het gebruik van schone stroom aangemoedigd. Met een nieuw soort lening, de gebouwgebonden financiering, wordt het voor huizenbezitters eenvoudiger om ook maatregelen te nemen. De woningcorporaties krijgen een rol als startmotor. Klimaatwet (juni 2018) Op 27 juni 2018 is het wetsvoorstel voor de Klimaatwet bekend gemaakt. In de Klimaatwet worden klimaatdoelstellingen wettelijk vastgelegd samen met een mechanisme om er voor te zorgen dat de overheid die klimaatdoelen ook haalt. De Klimaatwet bevat drie doelstellingen: 1. Een vermindering van de broeikasgasuitstoot tot een niveau dat 95% lager ligt in 2050 dan in Streven naar een reductie van 49% van de broeikasgasuitstoot in 2030 (t.o.v. 1990) % broeikasgas-neutrale elektriciteitsproductie in 2050 De maatregelen die moeten worden getroffen om die klimaatdoelstellingen te behalen, worden in een landelijk klimaatplan vastgelegd. Aansluitplicht kleinverbruikers aardgas vervalt (per 1 juli 2018) Door een wijziging in de gaswet is de netwerkbeheerder in Nijmegen (Liander) niet meer verplicht een gasaansluiting te leveren voor woningen waarvan een bouwaanvraag na 1 juli 2018 is ingediend. De verwarming van de woning en het warme tapwater kan dan niet meer via de bekende CV ketel, maar moet op een andere duurzame manier worden verzorgd. De wijziging van de gaswet staat in het Besluit van 26 april 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (Wet Voortgang Energietransitie (VET) die op 8 mei 2018 in het Staatsblad verscheen. Routekaart Energietransitie Regio Arnhem Nijmegen (maart 2018) In 2013 heeft de Stadsregio Arnhem Nijmegen de Routekaart De Groene Kracht vastgesteld. De routekaart gaf aan hoe de regio uiterlijk in 2050 energieneutraal kon worden binnen haar eigen grenzen. Deze routekaart is recentelijk geactualiseerd en door het college en de raad in maart 2018 vastgesteld. Uit de recente data blijkt dat de regionale energiedoelstellingen niet worden gehaald en dat een versnelling in de energietransitie nodig is. Voor iedere gemeente in de regio is middels een energiemix overzicht inzichtelijk gemaakt wat het huidige en toekomstige energieverbruik is, welke toekomstige energiebronnen in 2045 nodig zijn en tot slot hoe de energiedoelstellingen met de thema s wind, zon en warmte kunnen worden behaald. Ondertekening Covenant of Mayors for Climate & Energy (november 2017) In december 2013 heeft de Raad besloten zich aan te sluiten bij de EU Covenant of Mayors en zich te commiteren aan de Europese energiedoelstelling: tenminste 20% CO2- reductie in 2020 door ten minste 15% energie te besparen en 8% van onze energie duurzaam op te wekken ten opzichte van Recentelijk is de opzet van o.a. het Covenant of Mayors gewijzigd: de convenanten op het gebied van klimaatmitigatie- en het klimaatadaptatie zijn nu verenigd in een Covenant of Mayors for Climate & Energy met doelen voor 2030 met een doorkijk naar 2050: de uitstoot van CO2 (en eventueel van andere broeikasgassen) op haar grondgebied tegen 2030 met ten minste 40 % terug te dringen, met name door een betere energieefficiëntie en een hoger gebruik van hernieuwbare energiebronnen; haar veerkracht te verhogen door zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. In november 2017 heeft het College van B&W besloten zich aan de doelstelling van het nieuwe Convenant te committeren en is het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie ondertekend. Het coalitieakkoord Nijmegen (april 2018) Het coalitieakkoord met als titel Nijmegen: samen vooruit ; duurzaam, sociaal, veerkrachtig, aantrekkelijk sluit volledig aan bij de ontwikkelingen zoals die door het Rijk worden ingezet. In het coalitieakkoord wordt vastgehouden aan de eerdere vastgestelde ambities op weg naar een energieneutrale stad in 2045 en aan de regionale routekaart energietransitie. De 5

6 urgentie om aan de immense operatie van het aardgasvrij maken van wijken te beginnen, wordt door het college onderschreven. Er wordt ieder jaar in twee wijken een proces gestart om deze aardgasvrij te maken. Aan het einde van de coalitieperiode is daar in acht wijken mee begonnen. De ambities van Nijmegen zijn hoog, en Nijmegen is trots op het feit European Green Capital te zijn. Warmtevisie Nijmegen (juni 2018) Nijmegen wil in 2045 aardgasvrij zijn. Om dat te bereiken is de gemeente met woningcorporaties, de netbeheerder, warmtebedrijven en bewoners volop aan de slag gegaan om bestaande woonwijken van het aardgas af te krijgen. In de nieuwe Warmtevisie 'Nijmegen Aard gasvrij' staat hoe Nijmegen richting wil geven aan deze warmtetransitie en in welke volgorde de wijken aan bod komen. Er is een keuze gemaakt op welke wijken tot 2030 de focus komt te liggen. Voorop staat dat de warmtevoorziening voor iedereen betrouwbaar en betaalbaar moet zijn. De gebouwde omgeving in Nijmegen, bestaande uit bijna tachtigduizend woningen en alle andere gebouwen, moet in 2045 aardgasvrij zijn. Dat betekent dat de stad de vraag naar warmte flink moet verminderen en alternatieven moet vinden voor de verwarming van huizen, douchen en koken. De warmtevisie is op 19 juni 2018 door het college van B&W van Nijmegen vastgesteld en aan de gemeenteraad aanboden. Als vervolg op de warmtevisie worden voor een 8 tal wijken warmtetransitieplannen of uitvoeringsplannen opgesteld om gezamenlijk met de wijk tot een alternatief voor aardgas en daadwerkelijk uitvoering te komen. 6

7 2 Fysieke kenmerken woningen en bedrijven In dit hoofdstuk worden enkele fysieke kenmerken van woningen en bedrijven in Nijmegen besproken. 2.1 De buurten/wijken in Nijmegen Als basis wordt de wijkindeling van Nijmegen aangehouden. Met die gebiedsindeling in 44 wijken kunnen de energie kentallen nog op een overzichtelijke wijze worden gepresenteerd/besproken. 7

8 2.2 Aantal inwoners Nijmegen telt in inwoners (CBS) (Tabel 1). Nijmegen groeide vanaf het jaar 2000 met gemiddeld inwoners per jaar. Er wonen gemiddeld 2,2 personen in één woning. Tabel 1: Aantal inwoners Nijmegen ( ) Jaar Aantal Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen Nijmegen heeft in 2018 totaal ruim verblijfsobjecten (Tabel 2). Een verblijfsobject is een woning (bijvoorbeeld rijtjeswoning, vrijstaande woning, flatwoning in een flat, een studentenkamer) of een bedrijf (fabriekshal of een bedrijf in een bedrijfsverzamelgebouw). Een pand kan bestaan uit één verblijfsobject (een woning) of uit meerdere verblijfsobjecten (bv een flatgebouw, boven-/benedenwoning, bedrijfsverzamelgebouw). Het overgrote deel of te wel 93 %, van de ruim verblijfsobjecten zijn woonobjecten. De overige verblijfsobjecten zijn bedrijven. Tabel 2: Verdeling aantal wonigen en bedrijven (2017) Functie verblijfs-objecten Aantal verblijfs-objecten % Wonen Bedrijf Totaal Sloop en bouw van panden in de periode De sloop en nieuwbouw van gebouwen heeft een grote invloed op de energiebesparingspercentages. Als er bijvoorbeeld een pand wordt gesloopt, dan komt dat in de cijfers terug als een energiebesparing, terwijl nieuwbouw juist een toename laat zien. Inzicht in het verloop in sloop en nieuwbouw is nuttig, omdat het verklaart waarom in bepaalde wijken, in bepaalde jaren een besparing of juist verbruikstoename is te zien. Het inzicht in de afname (sloop) en toename (bouw) van verblijfsoppervlakten is in Figuur 1 per functie (wonen en bedrijven) en per wijk weergegeven. Figuur 1: Per wijk het oppervlakte (m 2 ) bouw en sloop voor woningen en bedrijven gedurende de periode Nieuwbouw Sloop Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Havengebied Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker Bouw_bedrijf Bouw_woning Sloop_bedrijf Sloop_woning 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 8

9 Uit Figuur 1 kan het volgende worden opgemaakt: In de wijken Biezen, Goffert, Hatert, Havengebied, Lent en Neij veld is de meeste sloop geweest. (staafdiagrammen onder de horizontale as) In de wijken Biezen, Hatert, Lent, Neije veld, Oosterhout, Ressen en Stadscentum is de meeste bouw geweest. (staafdiagrammen boven de horizontale as) In de wijken Aldenhof, Bottendaal, Hatertse hei, Lankforst, Malvert Meijhorst, Ooyse Schependom, t Broek, Tolhuis, Vogelenzang en Weezenhof hebben nauwelijks ontwikkelingen plaatsgevonden. 2.5 Sloop en bouw van panden ná 2017 De geplande bouwprojecten in Nijmegen zijn bekend op basis van diverse gemeentelijke vastgestelde rapportages. De grootste veranderingen vinden plaats in de Waalsprong en Waalfront. Daar worden in de periode tot 2025 nog circa woningen gebouwd. Hieronder is een planning uit 2017 voor de Waalsprong: Vlek Deelgebied Aantal Planning uitgifte 10 Nijland Ressen 5,1 ha a Grift-Noord 27,4 ha b Grift-Zuid 13,7 ha Waaijensteijn Vossenpels-Noord Vossenpels-Zuid Vitens Lentse en Zandse Plas a Grote Boel b Zuiderveld De Stelt b Vossenpels-Zuid- Zuid 34 Hoge Bongerd Laauwik Broodkorf Woenderskamp Hof van Holland Veur Lent Knoop Lent Archeologische site

10 3 Verbruik gas, elektra en warmte in Verbruik gas, elektra en warmte in 2017 Het totale energieverbruik in de gebouwde omgeving bedraagt in ,29 PJ. De verdere onderverdeling naar elektra/gas/ warmte en particulieren/bedrijven is hieronder gegeven. warmte particulier; 0,14 warmte zakelijk; 0,006 elektra particulier; 0,7 gas zakelijk; 2,27 gas particulier; 3,67 elektra zakelijk; 2,51 9,29 PJ totaal energieverbruik, waarvan: 3,21 PJ (35%) elektra, waarvan: 0,70 PJ (8%) particulier 2,51 PJ (27%) bedrijven 5,94 PJ (64%) aardgas, waarvan: 3,67 PJ (40%) particulier 2,27 PJ (24%) bedrijven 0,14 PJ (1,5%) warmte, waarvan: 0,14 PJ (1,3%) particulier 0,006 PJ (0,07%) bedrijven Het overgrote deel, ongeveer twee-derde, van het energie verbruik in Nijmegen, betreft het gebruik van fossiel gas door zowel bedrijven als particulieren. Elektra maakt voor ongeveer eenderde van het energieverbruik uit, met name door bedrijven. 3.2 Elektraverbruik in 2017 Het totale verbruik aan elektra voor de hele stad Nijmegen bedraagt in 2017: kwh (zonder NXP) = 2,71 PJ kwh (met NXP) = 3,21 PJ Figuur 2: Totale elektra verbruik (kwh/jaar) per wijk (voor het jaar 2017) onderverdeeld naar woningen (particulier) en bedrijven (zakelijk). elektra_part elektra_zak Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof 10 Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld

11 Het elektraverbruik verbruik is het hoogst in de wijken Biezen, Goffert, Havengebied, Heijendaal, Stadscentrum en Westkanaaldijk (de industrie- en bedrijfsgebieden). NXP verbruik 15 % van het totale elektraverbruik in Nijmegen. Voor heel Nijmegen valt op de het totale zakelijke elektraverbruik veel hoger is dan het particulier verbruik. 3.3 Gasverbruik in 2017 Het totale verbruik aan aardgas in 2017 bedraagt: m 3 = 5,94 PJ Het gasverbruik is het hoogst in de wijken Goffert, Havengebied, Heijendaal en Stadscentrum. Het verschil tussen woonwijken en wijken met hoofdzakelijk zakelijke verbruikers, komt duidelijk naar voren: Bijsterhuizen, Goffert, Havengebied, Heijendaal, Kerkenbosch en Stadscentrum kennen een laag particulier verbruik. Figuur 3: Totaal gas verbruik (m 3 /jaar) per wijk (voor het jaar 2017) onderverdeeld naar wonen en bedrijven gas_part gas_zak Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 3.4 Verdeling gas en elektra tussen particulier en bedrijven in 2017 De verdeling van gas en elektra verbruik tussen particulieren en bedrijven is, als we naar heel Nijmegen kijken, getoond in Figuur 4. 11

12 Figuur 4: Verdeling totaal verbruik particulier en zakelijk (procent), gas en elektra in 2017 Elektra Gas 78% 22% particulier 38% bedrijven 62% particulier bedrijven Totaal jaarlijks verbruik Elektra (kwh) particulier bedrijf Totaal jaarlijks verbruik Gas (m 3 ) particulier bedrijf Uit deze twee Figuren en tabellen kan het volgende worden opgemaakt: Particulieren verbruiken meer gas dan bedrijven (60 % : 40 %) Bedrijven verbruiken veel meer elektra dan particulieren (80 % : 20 %) 3.5 Warmtenet in 2017 Het totale verbruik aan warmte via het warmtenet bedraagt in 2017: 0,214 PJ Warmte wordt middels het Nijmeegse warmtenet geleverd vanaf de afvalverbrander ARN en via een leidingennet afgeleverd bij de huizen en bedrijven in de Waalsprong en het Waalfront (zie kaart). Per 1 januari 2018 zijn er woningen en 6 bedrijven op het warmtenet aangesloten. De totale geleverde warmte bij de woningen en bedrijven bedraagt GJ (per ). Het totale verbruik gemeten bij de ARN bedraagt GJ (per ). Dat betekent dat de ARN meer opwekt dan afgenomen wordt, veroorzaakt door leidingverliezen e.d. (circa 33%). Figuur 5: Aantal woningequivalenten (weq) op warmtenet Aantal weqbedrijven Aantal weqwoningen 12

13 4 Energie opwek 4.1 Zonnepanelen In Nijmegen zijn zonnepanelen geïnstalleerd door bedrijven, particulieren en corporaties. In totaal wordt in 2017 op adressen kwh (0,035 PJ) aan zonne-energie opgewekt met zonnepanelen. Dit is 1 % van het totale elektraverbruik. In Figuur 6 is het aantal geregistreerde zonnepanelen voor de periode gegeven. Figuur 6: Aantal zonnepanelen geheel Nijmegen (200 kwh per paneel) Aanal Jaar In totaal liggen er in 2017 op de Nijmeegse daken bijna zonnepanelen. Pas vanaf 2011 is er een echte stijging in het aantal geïnstalleerde zonnepanelen te zien. Er is een stijgende lijn in het aantal zonnepanelen per jaar: vanaf 2012 met circa per jaar naar circa per jaar vanaf De meeste zonnepanelen liggen in de wijken Lent en Oosterhout, gevolgd door de wijken Altrade, Galgenveld, Hazenkamp en Hunnerberg. 4.2 Zonneboilers Er zijn geen gegevens bekend hoeveel zonneboilers in Nijmegen op de daken liggen. Geschat wordt dat er bij circa 300 adressen zonneboilers zijn geïnstalleerd. Dit geeft een warmte opwek vergelijkbaar aan m 3 gas (=0,001 PJ). Dat is 0,03 % van het totale gasverbruik. 4.3 WKO open en gesloten systemen In Nijmegen zijn er 13 open Warmte Koude opslagsystemen aanwezig. 13

14 Figuur 7: WKO locaties Alle WKO systemen samen leveren een besparing van gas op van m 3 (0,026 PJ) gas. Dat is 0,4 % van het totale gasverbruik. Er zijn 6 aangemelde en geregistreerde gesloten WKO installaties die energie uit de bodem onttrekken. Het aandeel duurzame opwek op het totale Nijmeegse verbruik is zeer beperkt. Deze installaties staan bij particuliere vrijstaande woningen en één bij een school. In de Waalsprong zijn 50 tot 100 woningen met een gesloten bodem energie systeem die niet zijn geregistreerd. 4.4 Warmtepomp (lucht-water) 4.5 Wind De in de vorige paragraaf genoemde WKO systeem kennen een seizoensopslag van energie in de bodem/grondwater. Maar er bestaan ook energiesystemen die via een warmtepomp energie uit de buitenlucht halen, zonder een seizoensopslag. Het is niet bekend hoeveel huizen of bedrijven in Nijmegen zijn aangesloten op een warmtepomp waarbij energie uit de lucht wordt gehaald. Hiervoor is nader onderzoek nodig. In Noord Nijmegen zijn 4 windturbines opgesteld, welke stroom voor huishoudens produceren. De bouw van de windturbines is op 18 april 2016 gestart. In 2017 is een productie gedraaid ter hoogte van MWh. Dit komt overeen met 0,08 PJ en 2,1 % van het totale elektraverbruik. 4.6 Warmtenet De ARN heeft in 2017 het warmtenet gevoed met GJ aan warmte. Het percentage duurzame opwek van de warmte bedraagt circa 70% en komt daarmee uit op een hoeveelheid van 0,15 PJ en 1,4 % van het totale energieverbruik. De totale geleverde warmte via het warmtenet bij de woningen bedraagt GJ. Omgerekend naar aardgasverbruik is dat m 3 aardgas per jaar (=0,15 PJ). Dat is circa 5,2 % van het particuliere gasverbruik. 14

15 4.7 Overig bio-massa Met overig bio-massa wordt de houtstook (hout of pellets) bij huishoudens bedoeld. Op basis van gegevens uit de klimaatmonitor over het onderwerp houtstook is ingeschat dat er circa kwh aan biomassa wordt verstookt. Dat is circa 0,03 PJ. Deze hoeveelheid houtstook was ook in 2008 in Nijmegen aanwezig, maar nu wellicht meer door pallets. 4.8 Eerder vermelde duurzame opwek In de vorige editie van voorliggende rapportage stonden de duurzame opwek van de afvalenergiecentrale ARN (2,6 % elektra en 0,8 % groengas) en van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (0,9 % elektra) als duurzame opwek van de gemeente Nijmegen genoemd. In de huidige rapportage zijn deze achterwege gelaten. De toekenning van deze duurzame opwek wordt komend jaar op regionaal niveau, in het kader van de regionale energiestrategieën, verder uitgewerkt. Dit voorkomt op regionaal niveau eventuele dubbeltellingen van bepaalde soorten duurzame opwek. 4.9 Overzicht duurzame opwek In onderstaande tabel is de hoeveelheid opwek van duurzame energie samengevat. Bovendien zijn de percentages gegeven van deze hoeveelheden ten opzichte van het totale energieverbruik. Duurzame opwek Hoeveelheid Hoeveelheid % duurzame opwek (t.o.v. totaal energieverbruik) Zonnepanelen kwh 0,035 PJ 0,3 % Zonneboilers m 3 gas 0,002 PJ 0,02 % equivalenten WKO m 3 gas 0,03 PJ 0,2 % equivalenten Warmtepomp Onbekend Wind kwh 0,08 PJ 0,7 % Warmte ARN 70% van 0,15 PJ 1,4 % m 3 gas equivalenten Overige biomassa kwh* (0,03 PJ) (0,27 %) Totaal 0,30 PJ 2,6 % *Geen gegevens over het jaar 2017 bekend. Daarom de cijfers van 2015 aangehouden. Verbruik was ook al vóór 2008 aanwezig. Betreft hout/palletkachels en openhaard. In totaal is sinds ,6 % duurzame energie opwek bijgekomen. Het grootste deel wordt ingenomen door het warmtenet en wind. De opwek van overige biomassa (houtstook bij particulieren) is niet meegerekend omdat dit ook al vóór 2008 aanwezig was. De duurzame opwek bij de ARN van elektriciteit (2,6%) en van groengas (0,8 %) en bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie van elektra (0,9 %) zijn niet in de samenvattende tabel opgenomen (deze opwek was ook al vóór 2008 aanwezig). Komend jaar wordt binnen de regionale energie strategieën bekeken hoe deze duurzame opwek regionaal wordt verdeeld. 15

16 5 Energiebesparing In de tekst wordt met een negatief getal altijd een vermindering van het energiebruik aangeduid en met een positief getal een vermeerdering van het energieverbruik. Zo wordt met een besparing van -3 % bedoeld dat er 3 % minder energie wordt verbruikt. 5.1 Elektra besparing ,9 % elektra besparing in de periode Het totale elektraverbruik (Figuur 8) is met -9,9 % gedaald. Gemiddeld genomen is er een afname van circa -1 % per jaar. De laatste jaren stagneert de elektra besparing. Figuur 8: Besparing Elektra (%) t.o.v ,1 1,2 Particulier 2,0 0,0 0,3 0,2 0,3 0,1 0,5 0,0-0,7 0,0-2,1 0,0-2,8-2,0-2,3-4,6-4,0-5,1-3,2-5,4-6,0-5,2-5,4-5,1-8,6-8,0-10,0-9,8-9,9 Totaal -10,0-8,7-12,0-10,6-10,9-11,0 Bedrijven Zakelijk elektraverbruik domineert elektra besparing De besparing op elektra komt volledig op conto van het zakelijk verbruik. Door bedrijven wordt -11 % elektra bespaart terwijl particulieren het elektraverbruik met 1,2 % doet stijgen. Per saldo is er een besparing van -9,9 %. Particulier verbruik neemt toe. Het totale elektra verbruik is met +1,2 % toegenomen door een toename in het particuliere verbruik. Door de bouw van nieuwe woningen in de Waalsprong, Waalfront en het Stadscentrum is het elektraverbruik met 2,3 % gestegen. Daartegenover is er in bestaande woningen een besparing van het elektraverbruik van circa -1,1 %. Dit resultaat in een netto vermeerdering van 1,2 %. 16

17 Figuur 9: Besparinspercentages per wijk, elektra % Meer verbruik % Minder verbruik 3,00 2,00 1,00 0,00-1,00-2,00-3,00-4,00-5,00-6,00-7,00-8,00 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld De wijken Biezen, Goffert en Havengebied grootste aandeel in besparing. De grootste besparing op elektra ligt in de wijken Biezen, Goffert en Havengebied van in totaal - 11,6 %. De elektra besparing van -7 % in de wijk Goffert is te danken aan de gewijzigde bedrijfsvoering van NXP. In het gebied Waalfront, liggend in de wijk de Biezen, zijn veel bedrijfsgebouwen gesloopt en is er een aantal bedrijfsbeëindiging geweest zonder sloop van het gebouw (-1,6 %). In het Havengebied zijn bedrijven in het Mercuriuspark gesloopt waarbij het park nog niet volledig is herbouwd met bedrijven. Daarnaast is in het Havengebied een grote besparing vanwege de stopzetting van de papierfabriek (-3 %). De wijken Heijendaal, Lent en Westkanaaldijk kennen juist een grote vermeerdering. De wijken Heijendaal, Lent, Ressen en Westkanaaldijk hebben een vermeerdering in het verbruik (+3,4 %). In Lent en Ressen zijn veel woningen bijgebouwd (+1,3 %). In Westkanaaldijk is zeer waarschijnlijk één of meerdere bedrijven aanwezig met een verhoogde productie (+0,4 %). In Heijendaal (+1,7 %) kan de toename in het elektraverbruik meerdere reden hebben. Zo blijken meerdere panden in de periode nieuw te zijn gebouwd. Een andere verklaring kan zijn dat er in bepaalde jaren een WKO systeem in gebruik is genomen, waardoor het elektra verbruik hoger is geworden. Maar mogelijk zijn er ook andere oorzaken aan te dragen. Overige wijken dragen slechts voor een klein deel bij aan besparing De besparing in de overige wijken ligt tussen -0,3 % en +0,2 % per wijk en bedraagt in totaal -1,7 %. Dat betekent dat deze overige wijken slechts voor een klein deel bijdragen aan de totale vermindering op elektra. 5.2 Gas verbruik ,2 % gas besparing in de periode Het totale gasverbruik (Figuur 9) is met -19,2 % gedaald. De daling is niet geheel lineaire en kent in bepaalde jaren een sterke daling. Er is een daling van gemiddeld -1,9 % per jaar. 17

18 Figuur 10: Besparingspercentages gas t.o.v ,0 0,0-0,3-0,9 1,1 0,0 0,0-1,6-1,0 0,0 0,2-1,3-3,4-5,0-5,1-10,0-15,0-20,0-25,0-3,1-3,2-6,0-4,9-9,1-8,0-4,9-4,3-4,1-3,6 Particulier -11,1-13,2-14,0-15,6 Bedrijven -15,7-17,3-18,0-19,2 Totaal Bedrijven besparen meer dan particulieren De besparing op gas door bedrijven bedraagt circa -15,6 % en door particulieren -3,6 %. Bedrijven besparen dus meer gas dan particulieren. Particulieren besparen gas maar besparing stagneert. Het totale gas verbruik is met -3,6 % afgenomen door besparing van particulieren. Deze besparing stagneert te laatste jaren door nieuwbouw. Particulieren besparen in de bestaande woningen -6,3 % op aardgas maar door een toename van het aantal nieuwe woningen is er een verhoging van +2,4 %. Per saldo resulteert dit in een besparing van -3,6 %. Figuur 11: Besparinspercentages per wijk, gas 3,0 2,0 1,0 0,0-1,0-2,0-3,0-4,0-5,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld De wijken Biezen, Goffert, Heijendaal en Lent grootste aandeel in besparing. De wijken Biezen, Goffert, Heijendaal en Lent kennen een zeer grote vermindering van het gasverbruik van in totaal -10,9 %. In de wijk Biezen zijn in het Waalfront gebied veel bedrijfsgebouwen gesloopt en is er een aantal bedrijfsbeëindiging geweest zonder sloop van het gebouw (-4,5 %). In Heijendaal is mogelijk de verlaging het gevolg van de toename van WKO installaties bij de Universiteit/Ziekenhuis (nieuwbouw voor oudbouw) (-2,2 %). In Lent zijn de Tijdelijke hulp centrales van het warmtenet gesloten en overgenomen door het warmtenet vanuit 18

19 de ARN (-1,3 %). In de Goffert is aan aantal bedrijfsgebouwen gesloopt, maar kan een wijziging in het productieproces ook een oorzaak hebben (-2,9 %). In de wijk Havengebied grote stijging in gasverbruik. De wijk Havengebied kent een grote vermeerdering van +1,7 %, maar dit heeft een bekende oorzaak. In het Havengebied zijn bedrijven in het Mercuriuspark gesloopt waarbij het park nog niet volledig is herbouwd met bedrijven. Dit veroorzaakt een verlaging in het gasverbruik en een besparing van -0,4 %. Maar daarnaast is in het havengebied een postcode 5 gebied met een uitzonderlijk hoge toename van 2,1 %. Waarschijnlijk is daar een nieuw bedrijf gevestigd dat veel gas nodig heeft. Het betreft mogelijk een LNG uitgifte punt waarbij aardgas wordt gebruikt als brandstof voor stadsbussen. Daarmee zou de dit gasverbruik niet bij de gebouwde omgeving behoren. Overigens is door de sluiting van de papierfabriek geen vermindering in het gas te zien. Omdat de papierfabriek het aardgas direct van de Gasuni inkocht, is dit gas verbruik niet in de gebruikte databron voor de energiemonitoring terug te vinden. Daardoor is het gasverbruik van de papierfabriek altijd buiten de energiemonitoring gebleven. Het werkelijk gasverbruik van de papierfabriek bedroeg circa m3 aardgas per jaar wat een besparing van rond de 20 % zou geven. De papierfabriek is in 2015 gestopt. Overige wijken dragen bij aan besparing De overige wijken hebben een bijdrage aan de vermindering tussen de -0,5 % en +0,1 % met een totaal van -7 %. 5.3 Warmte verbruik ,4 % meer warmte verbruik t.o.v. totaal energieverbuik in de periode De warmte in het warmtenet werd vóór 2015 geleverd door tijdelijke gascentrales. Pas begin 2015 is het warmtenet op de ARN in Weurt aangesloten. Hierdoor ontstaat in 2015 een sterke sprong in het warmte verbruik. De toename van het warmteverbruik door woningen bedraagt 1,4 % ten opzichte van het totale energieverbruik of 2 % van het totale gasverbruik. 5.4 Besparing elektra, gas en warmte t.o.v. totaal energieverbruik ( ) Het totale energieverbruik in 2008 lag op 10,95 PJ en is gedaald in 2017 naar 9,29 PJ. 12,00 10,00 P Joule 8,00 6,00 4,00 2,00 0, gas elektra warmte De totale energiebesparing in 2017 bedraagt -15,1 % (zie Figuur 12). Daarvan bedraagt de besparing op gas -12,8 %, elektra -3,7 % en warmte + 1,4 %. De besparing op gas draagt het grootste deel bij aan de totale besparing. In de periode kent een grote daling in het energieverbruik. Na 2014 vlakt de besparing af naar een kleinere jaarlijkse besparing. 19

20 Figuur 12: Besparingspercentages elektra, gas en warmte tov totaal energieverbruik. 4,0 2,0 0,0-2,0-4,0-6,0-8,0-10,0-12,0-14,0-16, elektra 0,0-0,8-0,7-1,5-1,7-1,9-3,2-3,7-3,6-3,7 gas 0,0-0,6 0,7-2,8-5,7-5,4-10,6-11,7-12,1-12,8 warmte 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,0 1,2 1,4 totaal 0,0-1,4 0,0-4,4-7,4-7,3-13,9-14,4-14,6-15,1 elektra gas warmte totaal De besparing van -15,1 % kan als volgt verder worden onderverdeeld: Door de sloop en sluiting van bedrijven in het Waalfront en Havengebied is er een besparing van circa -8,1 % op het totale energieverbruik. Door de sluiting van enkele productielijnen bij NXP is er een verlaging van -2,8 % op het totale energieverbruik. De bedrijven op campus Heijendaal, waaronder de universiteit en het ziekenhuis, dragen -1 % bij aan de totale energiebesparing. Bedrijven in de niet industrie wijken dragen -5,2 % bij aan de verlaging van het totale energieverbruik. Opmerkelijk is één bedrijf in het Havengebied die een vermeerdering van het aardgas veroorzaakt van +1,4 %. Mogelijk betreft dit het aardgasvulpunt voor de bussen (mobiliteit verbruik). De bouw van nieuwe woningen veroorzaken bij particulieren een groei van +3,6 % van het totale energieverbruik. De besparing in de woningen van particulieren bedraagt -4,4 % van het totale energieverbruik. De energie besparing in de woningen en vermeerdering door de groei van het aantal woningen is nagenoeg gelijk aan elkaar. Per saldo dragen particulieren weinig bij aan de energiebesparing. 5.5 Routekaart energieneutrale stad in 2045 De lange termijn doelstelling van de gemeente Nijmegen is om in 2045 energie neutraal te zijn. In de rapportage Op weg naar een energieneutrale stad in 2045 Routekaart, 28 juni 2013 is een aantal scenario s uitgewerkt om te komen tot een energieneutrale stad. In Figuur 12 is het scenario 2045-Max in een grafiek weergegeven waarin het energieverbruik en opwek per jaar is af te lezen. De rode lijn geeft het energieverbruik in een bepaalde jaar weer, de blauwe de hoeveelheid duurzame opwek. In 2045 kruizen deze lijnen zich en wordt evenveel duurzaam opgewekt als er energie wordt verbruikt. In dezelfde figuur is af te lezen hoe het daadwerkelijk energieverbruik (groene lijn) en opwek (paarse lijn) in de voorafgaande jaren 2008 t/m 2017 is verlopen. 20

21 Figuur 13: Gepland verloop energie verbruik en duurzame opwek scenario 2045-max en het daadwerkelijk verloop in de periode P Joule Jaar Opwek (prognose) Verbruik (prognose) Verbruik (historie) Opwek (historie) Uit de Figuur 12 is het volgende op te maken: Het energieverbruik (historie) vertoont grote fluctuaties Het energieverbruik (historie) volgt eerst de doelstellingslijn en duikt daarna onder de doelstellingslijn; er wordt minder energie verbruikt dan beoogd. De energie opwek (historie) vertoont een min of meer gelijkmatige opwaartse trend zonder grote fluctuaties. De energie opwek (historie) ligt onder de doelstellingslijn; er wordt minder duurzame energie opgewekt dan beoogd. De grote fluctuaties in het energieverbruik zijn het gevolg van eenmalige grote gebeurtenissen in een bepaald jaar. Zo veroorzaakt de snelle sloop van een aantal bedrijfsgebouwen in het Waalfront een forse verlaging in het energieverbruik dat jaar. Daarnaast hebben een aantal bedrijven in een bepaald jaar hun productie gewijzigd (NXP) of zijn gestopt. De fluctuaties van het energie verbruik zijn dus niet het gevolg het vergaand isoleren van gebouwen of het verbeteren van productieprocessen. Door gebeurtenissen komt het daadwerkelijke energieverbruik sneller onder de doelstellingslijn. De curve van de energie opwek vertoond minder grote fluctuaties, omdat er minder grote duurzame projecten zijn die de opwek in ene keer sterk verhogen. Wel is in 2014/2015 een kleine stijging te herkennen wat te relateren is aan de plaatsing van windturbines in het noorden van Nijmegen en de aansluiting van het warmtenet op de ARN. De doelstelling van de energie opwek ligt onder de doelstellingslijn. Het tekort aan duurzame opwek in 2017 is gelijk aan het overschot aan besparing in Daarmee wordt per saldo de energiedoelstelling 2017 behaald. 21

22 6 Conclusie/samenvatting Nijmegen heeft 44 wijken, circa woonobjecten, circa bedrijfsobjecten en ruim inwoners. De bedrijven betreffen met name industrie, gevolgd door onderwijs en winkels uit de periode De woningen betreffen met name rijtjes- en hoekwoningen, met name uit de periode voor Nijmegen verbruik in totaal (2017) 9,35 PJ en er wordt 0,3 PJ duurzaam opgewerkt. De onderverdeling van elektra, gas en warmte en de gebruikersgroepen bedrijven en particulieren, geeft het volgende beeld Verbruik energie 9,35 PJ Duurzame energie 0,3 PJ warmte particulier; 0,14 warmte zakelijk; 0,006 elektra particulier; 0,7 gas zakelijk; 2,27 elektra zakelijk; 2,51 gas particulier; 3,67 Het grootste deel van het energieverbruik komt door het verbruik van aardgas door zowel de particulieren als de bedrijven. De volgende wijken kennen de hoogste wijk-totalen: Gas-particulieren: Gas-bedrijven: Elektra-particulieren: Elektra-bedrijven: Hatert, Galgenveld, Hengstdal, Heseveld Heijendaal en Goffert Lent, Hatert, Oosterhout Heijendaal en Goffert 22

23 De trend voor elektra: Een afname in het elektraverbruik, gelegen bij de zakelijke verbruikers. Particulieren besparen in geringe mate, maar door de toename van het aantal woningen is er in totaliteit bij de particulieren geen besparing, eerder een lichte netto toename. De afname in elektraverbruik is gerealiseerd in Biezen, Goffert en Havengebied. Er is een toename in elektraverbruik bij Heijendaal. De trend voor gas: Een afname in het gasverbruik, een-derde door de zakelijke verbruikers, twee-derde door de particuliere verbruikers. Het zakelijk verbruik is afgenomen in de wijken Biezen, Goffert, Heijendaal, toegenomen in Havengebied. Het particuliere gasverbruik is in bijna alle wijken afgenomen, de een wat meer dan de ander. In enkele wijken is geen verandering geconstateerd en in enkele een toename. Op de wijkkaart ziet dat er als volgt uit, voor zakelijk respectievelijk particulier verbruik. Zakelijk verbruik gas en elektra, grootverbruik en trend Hoog wijktotaal elektraverbruik Trend Afname Toename Hoog wijktotaal gasverbruik Trend

24 Particulier verbruik gas en elektra, grootverbruik en trend Toename Hoog wijktotaal gasverbrui k Hoog wijktotaal elektraverbruik Trend Afname Trend Afname Toename 24

25 Technisch bijlage bij Energie aan zet! Energiemonitoring Analyse energieverbruik 2017 en periode van de gebouwde omgeving september 2018

26 Colofon Gemeente Nijmegen september 2018 Opgesteld door: Paul Erades Bureau Leefomgevingskwaliteit In opdracht van Programma Duurzaamheid

27 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding en doelstelling rapport Leeswijzer Bronnen en gegevens Energie in beeld, verbruik en opwek van gas en elektra BAG en WOZ, fysieke kenmerken gebouwen Energielabel.nl, Energielabels NUON, warmtenet CBS, CBS cijfers energieverbruik en gebouwen Milieuatlas Nijmegen, WKO Nijmegen, Ontwikkelingslocaties Liander open data Overige websites, grote diversiteit aan energiegegevens Gebruikte bronnen in de rapportage Fysieke kenmerken woningen en bedrijven De buurten/wijken in Nijmegen Aantal inwoners Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen Aantal en oppervlakte per functie bedrijf in Aantal en oppervlakte per woningtype Energielabel verdeling (woningen) Ouderdom van panden in Sloop en bouw van panden in de periode Sloop en bouw van panden ná Blokverwarming Verbruik gas, elektra en warmte in Elektra: totaal verbruik Gas: totaal verbruik Verdeling gas en elektra tussen particulier en bedrijven Verdeling gas en elektra tussen klein en grootverbruikers Totaal verbruik warmte Totaal energie verbruik Definitie van energie besparen, verbruik en opwek Elektra

28 5.1 Elektra: particulier verbruik Elektra particulier: besparing binnen bestaande huishoudens Elektra particulier: toename door nieuwe woningen Elektra: zakelijk verbruik Elektra: zakelijk verbruik in zestal bedrijfs-/industriewijken Elektra: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik Samenvatting besparing elektra verbruik Gas Gas: particulier verbruik Gas: besparing binnen bestaande huishoudens Gas: toename door nieuwe woningen Gas: zakelijk verbruik Gas: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik Samenvatting besparing gas verbruik Warmte Energie opwek Zonnepanelen Zonneboilers WKO open en gesloten systemen Warmtepomp (lucht-water) Wind Warmtenet Overig bio-massa Eerder vermelde duurzame opwek Samenvatting energie opwek Energiedoelstellingen en monitoring Energiedoelstellingen Nijmegen Vergelijking besparings- en opwekpercentages met energiedoelstellingen Behaalde opwekpercentages Behaalde besparingspercentages Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van PJoule Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van CO Aanvullende kentallen t.b.v. energietransitie Besparing woningen naar label B (aardgas) Besparing woningen elektra Opwek: zonnepalen

29 10.4 Opwek WKO Lucht-water warmtepomp Opwek: Wind Opwek: warmte Autonome groei Aanvullende statistiek op verbruik elektra en gas Elektra particulier: Verbruik per m Elektra particulier: Verbruik per m 2 per wijk Gas particulier: Gemiddeld verbruik Gas particulier: Verbruik per m Gas: Particulier, Verbruik per m 2 per wijk Gas en elektra: Bedrijven, Verbruik per m Bijlage 1: Overzicht gegevens in de bronnen BAG en WOZ Bijlage 2: Correcties database energie in beeld Bijlage 3: Relatie tussen besparing op basis van Peta Joule en C Bijlage 4: Samenvatting cijfers uit Routekaart

30 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling rapport In 2017 is de rapportage Energie aan zet uitgebracht met daarin een analyse van de energiedata van de gebouwde omgeving in Nijmegen. Dit rapport is daarvan een actualisatie. Voor het opstellen van deze rapportage is een grote verscheidenheid aan bronnen bij elkaar te gebracht om daarmee op wijkniveau een goed inzicht te verkrijgen over het energieverbruik en de energie opwek in de gebouwde omgeving van Nijmegen. Door nu niet op gemeentelijk niveau maar op wijkniveau deze data te analyseren is meer begrip verkregen over de mate en reden van energiebesparing daar de jaren heen ( ). Maar met de data en kentallen kunnen we nu ook berekeningen voor de toekomst maken die helpen bij het uitstippelen van het pad voor de energietransitie in Nijmegen. De rapportage vormt ook een goede basis om tot een Nijmeegse energieatlas te komen. Doelstellingen Een gestructureerd overzicht verkrijgen van openbare bronnen en gegevens die kunnen worden gebruikt voor de energietransitie in Nijmegen. Inzicht krijgen in en kentallen opstellen voor de gebouwde omgeving. Inzicht krijgen in het energieverbruik (gas, elektra en warmte) op wijkniveau. Inzicht krijgen in de energie opwek op wijkniveau. Inzicht krijgen in de mate van besparing en opwek tussen 2008 en 2017 op wijkniveau. Energiekentallen opstellen die kunnen worden gebruikt voor de energietransitie in Nijmegen. Een basis vormen voor het uit te werken warmtetransitie- en energietransitie plannen Nijmegen. 1.2 Leeswijzer Allereest wordt in hoofdstuk 2 besproken welke bronnen en gegevens er voor de rapportage zijn gebruikt. In hoofdstuk 3 worden de kentallen e.d. van de fysieke kenmerken van de woningen en bedrijven gegeven. Pas in hoofdstukken 4 tot en met 8 wordt ingegaan op de energiedata. Hoofdstuk 4 geeft een eerste analyse van de elektra, gas en warmte verbruik voor het jaar In hoofdstuk 5, 6 en 7 wordt dat verloop van dat verbruik voor de periode van 2008 tot en met 2017 inzichtelijk gemaakt voor respectievelijk elektra, gas en warmte. Voor de diverse opwek van energie is dat in hoofdstuk 8 besproken. Dat inzicht in het verloop van het energieverbruik en de energie opwek tussen wordt in hoofdstuk 9 met verschillende energiedoelstellingen vergeleken. In hoofdstuk 10 worden enkele berekeningen gegeven die kunnen worden gebruikt hoe tot een energieneutrale stad te komen. Ter afsluiting worden in hoofdstuk 11 nog enkele statische data over het energieverbruik gegeven. 4

31 2 Bronnen en gegevens Voor deze rapportage is informatie gebruikt uit verschillende bronnen. Ze worden hieronder kort benoemd. Door de informatie van de verschillende bronnen te koppelen is een krachtige database opgebouwd waarmee berekeningen, vergelijkingen en analyses zijn uitgevoerd. De bronnen zijn gescreend op juistheid en compleetheid en indien nodig aangepast. 2.1 Energie in beeld, verbruik en opwek van gas en elektra Via de landelijke website zijn gegevens op te vragen van het verbruik en opwek van elektra en gas. De energiedata is gebruikt zoals die in mei 2018 vanaf de website beschikbaar was (dit is met de definitieve cijfers van het jaar 2017). De gegevens zijn te verkrijgen voor de periode Als voorbeeld een afbeelding van de website: In de database van energie in beeld is een onderscheid gemaakt tussen particuliere en zakelijke verbruikers en tussen verbruik en opwek. De data kan worden opgevraagd op postcode 6 niveau, postcode 5 niveau of per wijk, waarbij alleen data worden weergegeven indien er minimaal 6 gebruikers aanwezig zijn. Er zijn vanwege de privacy geen gegevens op individueel adres mogelijk. De volgende gegevens zijn beschikbaar: Aantal aansluitingen Totaal verbruik in kwh per jaar (elektra) / m 3 per jaar(gas) Gemiddeld verbruik in kwh per jaar (elektra) / m 3 per jaar (gas) Totaal CO 2 uitstoot (kg) per jaar voor gas en elektra samen Gemiddelde CO 2 uitstoot (kg) per jaar voor gas en elektra samen Opwek (kwh per jaar) van zonnepanelen (PV) en Overig 5

32 Voor het jaar 2017 zijn de gegevens over opwek niet meer via energie in beeld beschikbaar. De gegevens van opwek zonnepanelen en overige opwek voor het jaar 2017 zijn separaat bij Liander opgevraagd. 2.2 BAG en WOZ, fysieke kenmerken gebouwen De informatie over de fysieke eigenschappen van een gebouw zijn ontleend uit de verschillende BAG bestanden (de Basis Administratie Gebouwen) en de WOZ-database (Wet Onroerend Zaakbelasting). In de bijlage is te vinden op welke wijze deze tabellen aan elkaar gekoppeld zijn. Op basis van de BAG en WOZ is een (geografische ) database samengesteld met verblijfsobjecten en panden. Voor deze rapportage is vooral de onderstaande informatie gebruikt (zie verder de bijlage voor totale overzicht): Straatnaam met huisnummer Bouwjaar Gebruik 1: Onderverdeling in woonfunctie en industriefunctie Gebruik 2: Onderverdeling in 8 verschillende functies zoals woon, kantoor en onderwijs. Soort gebouw: bijvoorbeeld flat, bovenwoning en winkel Oppervlakte van een verblijfsobject of pand Een voorbeeld kaart waarop panden met één van de 8 gebruiksfuncties is te zien: 2.3 Energielabel.nl, Energielabels Van alle verblijfsobjecten met de functie wonen is de energielabel bekend, concept of definitie, zoals te zien in bij De energielabel voor woningen geeft aan hoe energiezuinig een huis is, in vergelijking met andere huizen van hetzelfde type. Er zijn 6

33 verschillende klassen: energielabel A (zeer energiezuinig) tot en met G (zeer onzuinig). Een lager energieverbruik zorgt voor minder CO 2 -uitstoot en spaart het milieu. De gegevens zijn afkomstig van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) via de site Een voorbeeld kaart van de energielabelatlas: 2.4 NUON, warmtenet Een deel van de woningen in de Waalsprong en Waalfront wordt vanuit het warmtenet voorzien van warmte. Op de website van de NUON wordt jaarlijks een overzicht gegeven van de warmte voorziening woningen voor Nijmegen: aantal woningen, geleverde warmte en de vermeden CO 2 uitsloot. Op onderstaande kaart is het leveringsgebied van de NUON getoond. Zie voor het CO 2 reductierapport voor het jaar 2017: c0a bfc6-e9e18f17b53d&fileindices=8, 7

34 Ook is bekend welke panden op het warmtenet zijn gesloten. Een voorbeeld daarvan is te zien op onderstaande kaart voor het jaar 2017: 2.5 CBS, CBS cijfers energieverbruik en gebouwen Via de site van de CBS is informatie beschikbaar over het jaarlijks gas en elektra verbruik van huishoudens in de periode De informatie is beschikbaar voor heel Nijmegen als geheel maar is ook onderverdeeld naar woningtype en regio. Gebruikt is de data over energieverbruik via en de kerncijfers wijken en buurten Voorbeeld uitsnede website CBS: 8

35 Het gasverbruik zoals dat door CBS wordt gegeven is het daadwerkelijk verbruik in dat jaar. Deze verbruiken worden sterk beïnvloedt door de buitentemperatuur: een koude winter betekent een hoger verbruik. Je kunt op die manier niet een besparingstrend herleiden. Om het gasverbruik tussen de jaren zuiver te kunnen vergelijken is het nodig te corrigeren voor de jaarlijkse verschillen in buitentemperatuur. Dit wordt gedaan door gebruik te maken door zogenaamde graaddagen. Op verschillende website is te lezen hoe dat precies wordt berekend. In het kort op neer dat het daadwerkelijk verbruik wordt vermenigvuldigd met een bepaalde factor: Het werkelijk verbruik * een graaddagenfactor = het standaard jaarverbruik (SJV) of Het standaard jaarverbruik = het werkelijk verbruik / een graaddagenfactor De graaddagen zijn gebaseerd op de gegevens uit de rapportage: Tabel 1: Graaddagen factor CBS Jaar Graaddagen factor , , , , , , ,9700 Tot slot zijn uit de CBS database gegevens ontleent die gaan over de beschrijving van de gebouwde omgeving, zoals aantallen woningen en woningoppervlaktes. 2.6 Milieuatlas Nijmegen, WKO Energie kan ook uit bodemenergie verkregen worden middels een Koude Warmte Opslag systeem (een open systeem). Hieronder is de werking daarvan schematisch weergegeven: 9

36 Een overzicht van in Nijmegen aanwezige open WKO systemen is afkomstig uit de gemeentelijke milieuatlas ( In deze atlas worden alle WKO systemen getoond. In het systeem staan alle gemelde en vergunde systemen. Systemen welke nooit in gebruik zijn genomen zijn eruit gefilterd. Via de website zijn alle gemelde gesloten WKO-systemen geregistreerd. Systemen die vóór 1 juli 2013 zijn geplaatst, ontbreken in het systeem omdat ze voorheen niet meldingsplichtig waren. Hieronder is een voorbeeldkaart met daarop de ligging van de open en gesloten WKO systemen: 10

37 2.7 Nijmegen, Ontwikkelingslocaties Jaarlijks wordt een overzicht gegevens van ontwikkelingslocaties voor de komende 5 jaar. Die kaarten zijn via de gemeentelijke interne kaarten Atlaz beschikbaar. Een voorbeeldkaart van ontwikkelingen is hieronder te vinden: 2.8 Liander open data Een andere bron met informatie over het energieverbruik is de website van de netwerkbeheer Liander. Daar zijn verbruik gegevens op te vragen van gas en elektra van kleinverbruikers op postcode 6 niveau voor de periode 2008 ten en met Bovendien is op postcode 6 niveau te bekijken hoeveel adressen een PV installatie en hoeveel adressen een slimme meter hebben. Voorbeeld uitsnede website Overige websites, grote diversiteit aan energiegegevens Op internet zijn diverse websites te vinden met waardevolle informatie over energiethema s. Hieronder worden nog eens drie voorbeelden daarvan gegeven, maar waarvan de gegevens niet in voorliggende rapportage zijn gebruikt. Ze kunnen wel bij latere analyses een waardevolle bron van informatie zijn. 11

38 Voorbeeld uitsnede website Voorbeeld uitsnede website 12

39 In de databank van de klimaatmonitor is een grote verscheidenheid aan energie gerelateerde data te vinden. Voorbeeld uitsnede website Gebruikte bronnen in de rapportage De volgende datasets zijn gebruikt: energieinbeeld.nl, BAG, WOZ, Energielabel, warmtenet Nuon, CBS, opendata Liander, wkotool.nl en ontwikkelingslocaties. 13

40 3 Fysieke kenmerken woningen en bedrijven In dit hoofdstuk worden de fysieke kenmerken van woningen en bedrijven in Nijmegen besproken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over aantallen, oppervlaktes, ouderdom, gebouwtypes en functies. Hierbij zijn onder andere de vragen gesteld: Hoeveel bedrijven en huizen heeft Nijmegen Hoe is de verdeling hiervan over de buurten Hoe is de ouderdomsverdeling van panden over Nijmegen Wat voor andere pandfuncties komen in Nijmegen in welke grootte en getale voor 3.1 De buurten/wijken in Nijmegen Als basis wordt de wijkindeling van Nijmegen aangehouden. Met die gebiedsindeling in 44 wijken kunnen de kentallen nog op een overzichtelijke wijze worden gepresenteerd en besproken. Daarbij blijft er voldoende detail over om overeenkomsten en verschillen tussen gebieden te achterhalen. Deze wijkindeling sluit ook aan bij de energiedata zoals die via verkrijgbaar is. In Tabel 2 zijn de 44 wijken alfabetisch opgesomd en in Figuur 1 is de ligging daarvan te vinden. Tabel 2: Overzicht 44 wijken in Nijmegen (alfabetisch) Wijk Aldenhof Hees Ressen Altrade Heijendaal St, Anna Benedenstad Hengstdal Staddijk Biezen Heseveld Stadscentrum Bijsterhuizen Hunnerberg 't Acker Bottendaal Kerkenbos 't Broek Brakkenstein Kwakkenberg Tolhuis De Kamp Lankforst Vogelzang Galgenveld Lent Weezenhof Goffert Malvert Westkanaaldijk Groenewoud Meijhorst Wolfskuil Grootstal Neerbosch-Oost Zwanenveld Hatert Neerbosch-West Hatertse Hei Nije Veld Haven- en industrieterrein Oosterhout Hazenkamp Ooyse Schependom 14

41 Figuur 1: Gebiedsindeling Nijmegen in 44 wijken 3.2 Aantal inwoners Nijmegen telt in inwoners (CBS) (Tabel 3). Nijmegen groeide vanaf het jaar 2000 met gemiddeld inwoners per jaar. Er wonen gemiddeld 2,2 personen in één woning. Tabel 3: Aantal inwoners Nijmegen ( ) Jaar Aantal

42 3.3 Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen Nijmegen herbergt in 2018 totaal ruim verblijfsobjecten (Tabel 4). Een verblijfsobject is een woning (bijvoorbeeld rijtjeswoning, vrijstaande woning, flatwoning in een flat, een studentenkamer) of een bedrijf (fabriekshal of een bedrijf in een bedrijfsverzamelgebouw). Een pand kan bestaan uit één verblijfsobject (een woning) of uit meerdere verblijfsobjecten (bv een flatgebouw, boven-/benedenwoning, bedrijfsverzamelgebouw). Het overgrote deel of te wel 93 %, van de ruim verblijfsobjecten zijn woonobjecten. De overige verblijfsobjecten zijn bedrijven. Tabel 4: Verdeling aantal wonigen en bedrijven (2017) Functie verblijfs-objecten Aantal verblijfs-objecten % Wonen Bedrijf Totaal De verdeling van woon- en bedrijfsoppervlakte ligt in Nijmegen rond de 63 % voor woningen en 37 % voor bedrijfsfuncties (BAG, jaar 2015). Gemiddeld genomen is een woonobject 117 m 2 en een bedrijf 875 m 2 groot. Een bedrijf is gemiddeld genomen 8 a 9 keer groter dan een woning. De precieze aantallen en verdelingen zijn in Tabel 5 opgenomen. Het totale dakoppervlakte van alle panden in Nijmegen bedraagt circa m2. Deze is berekend aan de hand van het oppervlakte van de grond waar het pand op staat en uit te gaan van platte daken. Een verdere onderverdeling in dakoppervlakte (lees pandoppervlakte) tussen woningen en bedrijven is niet te geven omdat er in één pand zowel bedrijven als woningen aanwezig kunnen zijn. Om deze reden wordt het totale dakoppervlakte niet opgesplitst in wonen en bedrijven Tabel 5: Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen. Functie oppervlakte verblijfsobject Totaal (m 2 ) Oppervlakte verblijfsobject totaal % Gem. opp. per verblijfsobject (m 2 ) Wonen Bedrijf Totaal Totaal dak opp. (m 2 ) (uitgaande van plat dak) Het gemiddelde oppervlakte van een woning zoals dat uit de BAG blijkt komt overeen met de CBS data (Tabel 6). Uit de CBS database blijkt dat een woning gemiddeld 115 m2 groot is, een eengezinswoning gemiddeld 138 m2 is en een meergezinswoning 87 m2. Tabel 6: Gemiddeld oppervlakte in m2 van een een- en meergezindswoning (2018) Totaal Eengezinswoning Meergezinswoning Aantal Oppervlak woning (m2) Het aantal woningen in Nijmegen stijgt op jaarbasis met circa woningen (CBS, Tabel 7). Opmerkelijk is de daling van het aantal woningen in Dat is het gevolg van een gewijzigde registratie van studentenwoningen. Een studentenkamer zonder bv eigen badkamer wordt in de 16

43 BAG niet meer als aparte verblijfsobject aangemerkt. Tabel 7: Aantal woningen, een- en meergezinswoningen periode Jaar Totaal Eengezinswoning Meergezinswoning Een onderverdelingen van het aantal woningen naar oppervlakte is gegeven in Tabel 8. De grote daling in 2017 in de oppervlakte voor categorie 2 tot 15 m2 en 15 tot 30 m2 is het gevolg van de eerder genoemde nieuwe BAG registratie van studentenwoningen. Het gaat om circa studentenkamer die niet meer als aparte woning zijn geregistreerd. Tabel 8: Aantal woningen per oppervlakteklasse, periode Totaal 2 tot tot tot tot tot tot tot tot Aantal en oppervlakte per functie bedrijf in 2015 De bedrijfsverblijfsobjecten kunnen opgedeeld worden in 9 functies. Deze functies komen uit de gegevens van het BAG (data uit 2015). Uit de koppeling van de verschillende BAG-tabellen is het mogelijk om per functie het vloeroppervlak aan te geven, zoals in Tabel 9 getoond. 17

44 Tabel 9: Verblijfsobjecten bedrijfsfunctie: aantal en (gemiddeld en procentueel) oppervlak (in 2015) Functie Aantal Vloeroppervlak te totaal (m 2 ) Vloeroppervlakte totaal ( %) Vloeroppervlakte Gemiddeld (m 2 ) Bijeenkomst ,7 556 Gezondheidszorg , Industrie , Kantoor ,8 770 Logies ,9 641 Onderwijs , Overig gebruik ,8 397 Sport ,6 856 Winkel ,3 325 Totaal Het blijkt dat het grootse deel van het vloeroppervlak van bedrijven een industriefunctie heeft. Kijken we per pand per functie, dan heeft de onderwijsfunctie gemiddeld genomen de grootste panden. 3.5 Aantal en oppervlakte per woningtype De woon-verblijfsobjecten kunnen opgedeeld worden in 10 woningtypes (BGW/WOZ, data uit 2015). Ruim de helft van de woningen bestaat uit rijtjes-/hoekhuizen en een kwart uit wooneenheden in een flat. Het aantal en oppervlakte bij alle woningtypes zijn in Tabel 10 getoond. Tabel 10: Aantal en (gemiddeld en procentueel) vloeroppervlakte per woningtype (in 2015). Woningtype Aantal Totaal vloeroppervlakte (m 2 ) Gemiddeld vloeroppervlakte (m 2 ) Totaal vloeroppervlakte (%) Grondgebonden woningen Vrijstaande woning ,6 Twee-onder-een-kap ,3 woning Rijtjeswoning en ,1 hoekwoning Woning in aanbouw ,6 Bouwgrond woning ,8 Niet-grond gebonden of gedeelde woningen Appartement ,6 Benedenwoning ,5 Bovenwoning ,7 Flat ,3 Maisonnette ,5 Totaal Uit recente data van de CBS blijkt dat 45 procent van de woningen een meergezinswoning (flats, maisonnettes) is en 55 % eengezinswoningen (zie Tabel 11). Deze percentages verschillen iets van de data uit 2015 uit de BAG vanwege de gewijzigde registratie van studentenwoningen die voor het allergrootste deel in grote flatgebouwen zijn te vinden. 18

45 Tabel 11: Verdeling eengezins- en meergezinswoningen (2018) Totaal Eengezinswoning Meergezinswoning % 55 % 45 % 3.6 Energielabel verdeling (woningen) Woningen hebben een energielabel vastgesteld gekregen. Voor bedrijfspanden zijn hierover geen gegevens beschikbaar. Voor ieder huis is op basis van ouderdom een concept label vastgesteld, maar door een onderzoek van de woning kan een definitieve label verkregen worden. In Tabel 12 is per label het aantal, het oppervlakte en het procentueel aandeel van het totale oppervlakte weergegeven (stand in het jaar 2014). Omdat het grootste deel (80%) alleen op basis van de ouderdom van een pand is bepaald is de betrouwbaarheid van de labelverdeling gering. Heel veel label G woningen zullen inmiddels wel bijvoorbeeld dubbelglas hebben of een andere energiebesparende maatregel hebben getroffen. Een label G woning zal dan in werkelijkheid bijvoorbeeld een label D of C woning kunnen zijn. Maar zolang dat niet met een officieel rapport is vastgesteld blijft deze als Label G in de landelijke database geregistreerd. De woningen in bezit van corporaties hebben wel alle een definitief label. Tabel 12: Per energielabel het aantal en oppervlakte van woningen en het percentage van het totale oppervlakte (in 2014). Label aantal Percentage (%) Van totaal aantal Totaal vloeroppervlakte(m 2 ) Percentage (%) Van totaal vloeroppervlakte A A B C D E F G Totaal Uit Tabel 12 kan het volgende worden opgemaakt: Van alle woningen is 9 % een label B woning. Van label A is dat 14,6 %. Van label A++ zijn de minste woningen (0,02 %). Woningen met een label C komen het meeste voor. 53 % van al het woonoppervlakte valt binnen een label D tot en met G. 3.7 Ouderdom van panden in 2015 De woningen en bedrijven hebben verschillende bouwouderdommen. Over het algemeen geldt dat hoe ouder de bouw, hoe minder isolerende maatregelen. Daarom is het goed om inzicht te hebben in de verdeling van de bebouwing in Nijmegen ten opzichte van de bouwperiode. In Tabel 13 is voor bepaalde periodes het aantal en vloeroppervlakte van woningen en bedrijven gegeven. In Tabel 14 is per periode het totale vloeroppervlakte aangegeven. Deze periodes komen overeen zoals die worden gebruikt bij de voorlopige indeling bij het bepalen van de energielabel (A t/m G). (bron: BAG) 19

46 Tabel 13: Ouderdom van bedrijfsobjecten (in 2015) Ouderdom periode Aantal Aandeel in totaal aantal (%) Totaal vloeroppervlakte(m 2 ) Aandeel in totaal vloeroppervlakte (%) < , , , , , , , , , , , ,0 > , ,8 Totaal Tabel 14: Ouderdom van woon-verblijfsobjecten (in 2015) Ouderdom periode Aantal Aandeel in totale aantal (%) Totaal vloeroppervlakte(m 2 ) Aandeel in totaal vloeroppervlakte (%) < , , , , , , , , , , , ,0 > , ,6 Totaal , ,00 Figuur 2: Vloeroppervlakte (m 2 ) van bedrijven en woningen per periode (in 2015) < >2000 Bedrijven Wonen 20

47 Uit de Tabellen en Figuren kan o.a. het volgende worden opgemaakt: Het grootste deel van alle woningen en bedrijven in Nijmegen stamt voor Bijna 25 % van het vloeroppervlakte aan bedrijven en woningen stamt van vóór 1945 In Tabel 15 is het aantal woningen per bouwjaar periode opgegeven voor eengezins- en meergezinswoningen (bron CBS). Tabel 15: Aantal (en %) woningen per bouwjaarklasse, totaal, een- en meergezingswoning Totaal eengezinswoningen 1000 tot tot tot tot tot tot tot tot tot % van 100 totaal 0,0 5,2 5,6 9,4 6,5 11,7 17,3 14,4 8,8 6,4 10,6 4,1 54, tot tot 2015 vanaf 2015 Totaal meergezinswoningen % van totaal tot tot tot tot tot tot tot ,0 1,9 3,2 7,0 3,7 7,4 9,8 7,7 4,1 3,4 4,6 2,1 45, tot tot tot tot 2015 vanaf 2015 Totaal Uit de Tabellen kan o.a. het volgende worden opgemaakt: Veel woningen stammen uit de periode 1955 tot Het aantal woningen in een bepaalde ouderdomsperiode daalt niet wezenlijk. Er is dus geen sprake van grootschalige sloop van oude woningen. 21

48 3.8 Sloop en bouw van panden in de periode De sloop en nieuwbouw van gebouwen heeft een grote invloed op de energiebesparingspercentages. Als er bijvoorbeeld een pand wordt gesloopt, dan komt dat in de cijfers terug als een energiebesparing, terwijl nieuwbouw juist een toename laat zien. Inzicht in het verloop in sloop en nieuwbouw is nuttig, omdat het verklaart waarom in bepaalde wijken, in bepaalde jaren een besparing of juist verbruikstoename is te zien. Voor de panden die gesloopt zijn, is niet precies te achterhalen in welk jaar ze zijn gesloopt. In de basisregistratie staan wel panden met de status gesloopt die sinds 2009 zijn gesloopt. Dat jaartal valt bijna samen met het beginjaar 2008 van de energiemonitoring. Voor de panden die zijn gebouwd staat in de basis registratie het bouwjaar van het pand. Het is dus mogelijk om vanaf 2008 de toename in de verblijfsoppervlakte per jaar te bepalen. Het inzicht in de afname (sloop) en toename (bouw) van verblijfsoppervlakten is in Figuur 3 per functie (wonen en bedrijven) en per wijk weergegeven. Figuur 3: Per wijk het oppervlakte (m 2 ) bouw en sloop voor woningen en bedrijven gedurende de periode Nieuwbouw Sloop Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Havengebied Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Bouw_bedrijf Bouw_woning Sloop_bedrijf Sloop_woning 22

49 Uit Figuur 3 kan het volgende worden opgemaakt: In de wijken Biezen, Goffert, Hatert, Havengebied, Lent en Neijveld is de meeste sloop geweest. (staafdiagrammen onder de horizontale as) In de wijken Biezen, Hatert, Lent en Stadscentum is de meeste bouw geweest. (staafdiagrammen boven de horizontale as) In de wijken Aldenhof, Bijsterhuizen, Hatertse hei, Lankforst, Malvert Meijhorst, Ooyse Schependom, t Broek, Tolhuis, Vogelenzang en Weezenhof hebben nauwelijks ontwikkelingen plaatsgevonden. 3.9 Sloop en bouw van panden ná 2017 De geplande bouwprojecten in Nijmegen zijn bekend op basis van diverse gemeentelijke vastgestelde rapportages. De grootste veranderingen vinden plaats in de Waalsprong en Waalfront. Daar worden in de periode tot 2025 nog circa woningen gebouwd. Hieronder is een planning uit 2017 voor de Waalsprong: Vlek Deelgebied Aantal Planning uitgifte 10 Nijland Ressen 5,1 ha a Grift-Noord 27,4 ha b Grift-Zuid 13,7 ha Waaijensteijn Vossenpels-Noord Vossenpels-Zuid Vitens Lentse en Zandse Plas a Grote Boel b Zuiderveld De Stelt b Vossenpels-Zuid- Zuid 34 Hoge Bongerd Laauwik Broodkorf Woenderskamp Hof van Holland Veur Lent Knoop Lent Archeologische site Met deze dynamiek in de stad kunnen we het toekomstig energieverbruik en de besparingsmaatregelen beter inschatten Blokverwarming Een aantal grote woongebouwen hebben een zogenaamde blokverwarming. Dat betekent dat de woning geen eigen CV ketel heeft maar dat de warmte voor het gehele gebouw via één centrale verwarmingsketel wordt geleverd. Een blokverwarming zit vaak in de wat grotere flatgebouwen. Op onderstaande voorbeeldkaart kan je de verspreiding van deze panden met blokverwarming in Nijmegen zien: 23

50 De informatie over blokverwarming is o.a. nodig om de energiegegevens in energie in beeld beter te kunnen interpreteren. Bijvoorbeeld: het gasverbruik van een blokverwarming wordt in de cijfers van energie in beeld toegekend aan zakelijke verbruikers en niet aan particuliere verbruikers. Daardoor is er een onderschatting van het totale particuliere gasverbruik. Informatie over locaties met blokverwarmingen is ook handig bij de aanleg van een warmtenet. Het aansluiten van een pand met één centrale ketel is eenvoudiger en goedkoper dan een gebouw met allemaal aparte Cv-ketels in de woningen. 24

51 4 Verbruik gas, elektra en warmte in 2017 Voordat dieper wordt ingaan op het verbruik van gas en elektra in de periode 2008 tot en met 2017, wordt eerst ingegaan op het totale verbruik van Nijmegen in Het gaat erom een eerste indruk te krijgen over de verbruikte hoeveelheden kwh-elektra en m 3 -aardgas en de verspreiding daarvan binnen Nijmegen. We kijken daarbij ook naar de verbruiksverdeling tussen bedrijven en woningen. Pas in het volgende hoofdstuk wordt de data en het verloop diepgaander besproken en geanalyseerd. De energiegegevens zijn afkomstig van de website In deze landelijke database van de netwerkbeheerders wordt het verbruik geregistreerd als een standaard jaarverbruik (SJV). Het werkelijk gasverbruik is dan gecorrigeerd voor de buitentemperatuur (via graaddagen). Bij een warme winter is het standaard jaarverbruik hoger dan het werkelijk verbruik. Weersinvloeden hebben zo geen effect op verbruiksverschillen tussen de jaren. Het elektraverbruik wordt niet gecorrigeerd voor graaddagen omdat die (bijna) niet wordt beïnvloed door het weer. In de toekomst, als meer woningen elektrisch verwarmd kunnen worden, kan daarvoor wel noodzaak zijn. Verder geldt dat als een woning niet het gehele jaar is aangesloten dan wordt het verbruik naar ratio omgerekend voor een geheel jaar. 4.1 Elektra: totaal verbruik Het totale verbruik aan elektra voor de hele stad Nijmegen bedraagt in 2017: kwh (zonder NXP) = 2,71 PJ kwh (met NXP) = 3,21 PJ In Figuur 4 is hiervan een onderverdeling per wijk gegeven. Uit deze Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale verbruik elektra is in absolute zin in de wijken Biezen, Goffert, Havengebied, Heijendaal, Stadscentrum en Westkanaaldijk (dit zijn voornamelijk bedrijfsterreinen) hoog in vergelijking met andere wijken. Het totale zakelijk elektra verbruik is veel hoger dan het particuliere verbruik Figuur 4: Totale elektra verbruik (kwh/jaar) per wijk (voor het jaar 2017) onderverdeeld naar woningen (particulier) en bedrijven (zakelijk) elektra_part elektra_zak 0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 25

52 4.2 Gas: totaal verbruik Het totale verbruik aan aardgas in 2017 bedraagt: m 3 = 5,94 PJ In Figuur 5 is hiervan een onderverdeling per wijk gegeven. Figuur 5: Totaal gas verbruik (m 3 /jaar) per wijk (voor het jaar 2017) onderverdeeld naar wonen en bedrijven gas_part gas_zak Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale verbruik gas is in absolute zin in de wijken Goffert, Havengebied, Heijendaal en Stadscentrum erg hoog in vergelijking met andere wijken. Het totale verbruik van particulieren is relatief hoog in Galgenveld, Hatert en Hengstdal. In sommige wijken is het gasverbruik van bedrijven hoog terwijl dat in weer andere wijken voor particulieren geldt, wat goed verklaarbaar is door het verschil in het aantal bewoners tussen wijken en het aantal en soort bedrijven tussen wijken. 26

53 4.3 Verdeling gas en elektra tussen particulier en bedrijven De verdeling van gas en elektra tussen particulieren en bedrijven is, als we naar heel Nijmegen kijken, getoond in Figuur 6. Let op dat deze data niet de directe gegevens energie in beeld aangeven, maar op de gecorrigeerde gegevens. De noodzaak en methode van de uitgevoerde correctie is toegelicht in de bijlage. Figuur 6: Verdeling totaal verbruik particulier en zakelijk (procent), gas en elektra in 2017 Elektra Gas 78% 22% particulier 38% bedrijven 62% particulier bedrijven Totaal jaarlijks verbruik Elektra (kwh) particulier bedrijf Totaal jaarlijks verbruik Gas (m 3 ) particulier bedrijf Uit deze twee Figuren en tabellen kan het volgende worden opgemaakt: Particulieren verbruiken meer gas dan bedrijven (60 % : 40 %) Bedrijven verbruiken veel meer elektra dan particulieren (80 % : 20 %) In de vorige paragraaf was uit de Figuren al op te maken dat de verdeling van het elektra en gas verbruik tussen particulieren en bedrijven per wijk erg kan verschillen. Om dat beter inzichtelijk te maken zijn Figuur 7 en Figuur 8 gemaakt. Men kan per wijk zien welk percentage particulieren en welk percentage bedrijven in het verbruik voor hun rekeningen nemen. Uit figuur 7 kan het volgende worden opgemaakt: het percentage zakelijk gasverbruik is in de wijken Bijsterhuizen, Goffert, Groenewoud, Havengebied, Heijendaal, Kerkenbos, Ressen, Westkanaaldijk en Vogelzang relatief het grootst. Dit zijn de grote industriegebieden/bedrijfsterreinen in Nijmegen. Uit figuur 8 kan het volgende worden opgemaakt: het percentage zakelijk elektraverbruik is in de wijken Bijsterhuizen, Goffert, Groenewoud, Havengebied, Kerkenbos, Ressen, Westkanaaldijk en Vogelzang het grootst. Ook dit keer zijn dit de grote industriegebieden/bedrijfsterreinen in Nijmegen 27

54 Figuur 7: Verdeling gasverbruik tussen particulier en zakelijk binnen een wijk (in 2015) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Nijmegen Gas particulier Gas zakelijk Figuur 8: Verdeling elektraverbruik tussen particulier en zakelijk binnen een wijk (2015) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Nijmegen Elektra particulier Elektra zakelijk 28

55 4.4 Verdeling gas en elektra tussen klein en grootverbruikers De open data van Liander levert het gas en elektraverbruik van kleinverbruikers. Het verschil tussen kleinverbruikers en grootverbruikers is in de gas- en elektrawet opgenomen. Een kleinverbruiker heeft een gasaansluiting waar maximaal 40 m 3 gas per uur doorheen kan stromen. Met deze aansluitwaarde kan een kantoorpand van m 2 of een flat met 30 woningen in een strenge winter nog goed verwarmd worden. Het jaarverbruik ligt dan op maximaal m 3 gas per jaar. Een grootverbruiker heeft een gasaansluiting waar meer dan 40 m 3 per uur doorheen kan stromen. Een kleinverbruiker elektriciteit is iemand met een aansluitvermogen kleiner of gelijk aan 3 x 80 Ampère. Het jaarverbruik is minder dan kwh elektriciteit. Tabel 16: Elektra en gasvebruik kleinverbruikers (Liander, 2017) Elektra kwh/j Gas M3/j Kleinverbruikers (38 %) (70%) Grootverbruikers (62 %) (30%) Totaal Kleinverbruikers verbruiken circa 38% van de totale elektra in Nijmegen. Het grootste deel (62%) wordt door grootverbruikers verbruikt. Kleinverbruikers verbruiken het grootste deel, circa 70%, van het totale gas in Nijmegen. Grootverbruikers verbruiken 30 % van het totaal. 4.5 Totaal verbruik warmte Het totale verbruik aan warmte via het warmtenet bedraagt in 2017: 0,214 PJ Warmte wordt middels het Nijmeegse warmtenet geleverd vanaf de afvalverbrander ARN en via een leidingennet afgeleverd bij de huizen en bedrijven in de Waalsprong en het Waalfront. In Figuur 10 is een kaart opgenomen om een indruk te krijgen welke gebieden op het warmtenet zijn aangesloten. Per 1 januari 2018 zijn er woningen en 211 woningequivalenten (weq) bedrijven op het warmtenet aangesloten (zie Figuur 9). Dat komt in totaal overeen met woningequivalenten. Figuur 9: Aantal woningequivalenten (weq) op warmtenet Aantal weq-bedrijven Aantal weq-woningen 29

56 De totale geleverde warmte bij de woningen en bedrijven bedraagt GJ (per ). Samen met het bekend aantal woningen en het totale verbruik kan het verbruik per woning worden berekend: circa 27,4 GJ per jaar. Dat is vergelijkbaar met ongeveer 783 m 3 gas per jaar (bij 35 MJ per m 3 en zonder correctiefactor energie efficiëntie cv-ketel) Het totale verbruik gemeten bij de ARN bedraagt GJ (per ). Dat betekent dat de ARN meer opwekt dan afgenomen wordt, veroorzaakt door leidingverliezen e.d. (circa 33%). Het totaal aan afgeleverde warmte is omgerekend naar een vergelijkbare hoeveelheid aardgasverbruik m 3 aardgas per jaar (=0,14 PJ en 2,0 % van het totale gasverbruik). Figuur 10: Panden aangesloten op het warmtenet (in 2017) 4.6 Totaal energie verbruik Het totale energieverbruik in de gebouwde omgeving is in 2017 uitgedrukt in Peta Joule (PJ): 30

57 9,29 PJ totaal energieverbruik, waarvan: 3,21 PJ (35%) elektra, waarvan: 0,70 PJ (8%) particulier 2,51 PJ (27%) bedrijven 5,94 PJ (64%) aardgas, waarvan: 3,67 PJ (40%) particulier 2,27 PJ (24%) bedrijven 0,14 PJ (1,5%) warmte, waarvan: 0,14 PJ (1,3%) particulier 0,006 PJ (0,07%) bedrijven warmte particulier; 0,14 warmte zakelijk; 0,006 elektra particulier; 0,7 gas zakelijk; 2,27 elektra zakelijk; 2,51 gas particulier; 3,67 Verdeling energieverbruik in PJ in 2017 Totaal: 9,29 PJ 31

58 4.7 Definitie van energie besparen, verbruik en opwek Besparen betekent dat je van iets minder verbruikt of juist het verbruik achterwege laat. Een synoniem is bezuinigen. Zo kan je een energiezuinige koelkast aanschaffen waardoor je op elektra bespaart, je verbruikt minder voor hetzelfde soort apparaat. Een ander voorbeeld is dat je een wasdroger hebt, maar niet gebruikt door de was buiten te laten drogen. Het apparaat is hetzelfde maar je laat wat achterwege waardoor je minder elektra verbruikt en dus bespaard. Je kunt dus op verschillende manieren iets besparen: bestaande apparaten energiezuiniger maken met gelijkblijvend gedrag of je kan je gedrag veranderen door apparaten niet te gebruiken. De tegenhanger van besparen is meer verbruik. Dat kan komen door de aanschaf van een energetisch slechter apparaat (grotere tv) of extra apparatuur ( computer, modem, extra tv s). Maar ook bijvoorbeeld door de toename van het aantal personen in een huishouden kan het verbruik toenemen bijvoorbeeld omdat er meer personen douchen. En wat als er industriepanden worden gesloopt. Is dat een besparing? Op het totaal gezien wel. Er wordt minder verbruikt waardoor het slopen van panden in de energiecijfers terugkomt als een besparing op elektra en gas. En wat als er nieuwe woningen in Nijmegen worden gebouwd? Wordt er daardoor dan meer verbruikt? Inderdaad, als je naar geheel Nijmegen kijkt, wordt er meer elektra verbruikt. En wat als een bedrijf zijn productieproces verhoogd? Gaat dat de besparing tegen? Ja, en het kan zelfs zo zijn dat een bedrijf investeert in machines om het elektra verbruik per producteenheid te verlagen, maar als het bedrijf meer gaat produceren dan kan, ondanks die besparing van elektra per producteenheid, er toch meer elektra worden verbruikt. Hoe zit het dan met een nul op de meter woning? Een woning heeft dan bijvoorbeeld veel zonnepanelen die elektra opwekken (PV-opwek) dat evenveel is als het verbruik. Er is dan verbruik én duurzame opwek, waar in de Nijmeegse energiemonitoring onderscheid in wordt gemaakt. Het verbruik en opwek wordt apart gemonitord. En hoe zit het met panden die zijn aangesloten op het warmtenet of WKO? Daar moeten we bedenken dat we het totale warmteverbruik moeten optellen bij het totale overige energieverbruik: alle duurzame opwek van het warmtenet en van de WKO-systemen mogen worden opgevoerd als duurzame opwek mits dezelfde hoeveelheid energie bij het verbruik wordt opgeteld. Dat geldt zowel bij bestaande bouw als bij nieuwbouw. Gesimplificeerd voorbeeld: Stel dat het dorp huizen heeft die alle tezamen m 3 gas verbruiken, dat is gelijk aan 0,035 PJ. Het dorp gaat eens goed uitbreiden met woningen, die worden aangesloten op het warmtenet. Dat warmtenet levert aan die extra woningen 0,035 PJ aan duurzame energie. De duurzame opwek in het dorp bedraagt dan 0,035 PJ. Als we deze hoeveelheid energie niet bij het totale verbruik van energie van het dorp optellen dan zou het dorp nu energieneutraal zijn: er is een verbruik van m 3 gas (0,035 PJ) en een duurzame opwek van 0,035 PJ, maar ook de verbruikte warmte moet als energieverbruik worden gezien. Wat er moet gebeuren is dat bij het gasverbruik van 0,035 PJ het warmteverbruik van 0,035 PJ wordt opgeteld. Het totale verbruik aan energie is dan 0,070 PJ en de duurzame opwek is 0,035 PJ. 32

59 5 Elektra Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld: Energievorm Elektra para Onderwerp graaf 5.1 Particulier totaal verbruik besparing binnen bestaande huishoudens toename door nieuwe woningen 5.2 Zakelijk totaal verbruik zakelijk verbruik in zestal bedrijfs-/industriewijken 5.3 Particulier + zakelijk verbruik 5.4 Samenvatting 5.1 Elektra: particulier verbruik In Figuur 11 is te zien hoe het totale particuliere elektra verbruik zich in periode ontwikkelt. De curve geeft dus inzicht in de totale netto besparing per jaar door particulieren. Alle besparingseffecten zoals besparing door zuiniger apparaten, besparing door gedragsverandering en de toename door nieuwbouwwoningen zijn in deze curve verwerkt. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. alleen het totale particuliere elektraverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke elektraverbruik. De curven hieronder geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de toename van het verbruik t.o.v. van ,4 %. Er is een belangrijk correctie doorgevoerd op de database. Het SJV in energie in beeld is afkomstig van Liander die zijn SJV als gesaldeerd jaarverbruik doorgeven. Daarom wordt het besparingspercentage uit energie in beeld gecorrigeerd met het percentage opwek door zonnepanelen. Er wordt vanuit gegaan dat 80 % van de zonnepanelen op woningen ligt. De datacorrectie voor zonnepanelen komt in 2017 uiteindelijk uit op circa 3,9 %. Figuur 11: Elektra particulier verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v ,0 6,0 6,0 6,7 4,0 2,8 2,0 1,5 1,9 0,0 0,9 0,0 0 0,4-0,2 0,0 0,3 0,2 0,3 0,1 0,5 1,1 1,2-2,0-0,7-4,0-4,1-6,0 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk elektraverbruik % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik Uit Figuur 11 kan het volgende worden opgemaakt: Het particulier verbruik is vanaf 2008 met 1,2 % gestegen als dat wordt afgezet tegen het totale elektraverbruik in Nijmegen. Het particulier elektra verbruik is vanaf 2008 met 6,7 % gestegen ten opzicht van het totale particulier elektraverbruik. Het particulier elektraverbruik is t.o.v jaarlijks gestegen met gemiddeld 0,6 % per jaar. 33

60 In Figuur 12 is voor het jaar 2017 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van 6,7 %. Voorbeeld: een wijk als Lent laat het totale verschil met 2,5 % stijgen en een wijk als Wolfskuil laat het totale verschil met -0,6 % dalen. Als de percentages van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de + 6,7 %. Figuur 12: Elektra particulier verbruik: besparingspercentage (%) van een wijk in de periode t.o.v. het totaal particulier verbruik 3,0 2,5 2,0 % Meer verbruik 1,5 1, Minder verbruik 0,5 0,0-0,5-1,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit Figuur 12 kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Lent, Oosterhout, Ressen en Stadscentrum hebben de grootste vermeerdering. In deze wijken is in de laatste jaren veel nieuwbouw geweest. De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,6 % en +0,7 %. Overigens is er een correctie uitgevoerd op de data uit energie in beeld voor de wijken Biezen, Heijendaal en Kerkenbos. Deze kennen een afname die buitenproportioneel is en wel om de volgende redenen: In de wijk Biezen zou een besparingspercentage van 6% zijn door particulieren. Dit komt doordat in de wijk Biezen grote bedrijven ten onrechte als particulier zijn aangemerkt. In deze wijk is in 2008 een postcode 6 gebied met een buitenproportioneel hoog gemiddeld particulier verbruik ( kwh). In de latere jaren is dit niet meer het geval, dat kan komen door 1) het betreffende bedrijf is gesloopt of 2) het bedrijf is later toch als bedrijf aangemerkt. De wijk Heijendaal (1,14 %) en Kerkenbos (0,82%) zouden ook een groot aandeel in de totale vermindering hebben. In de wijk Kerkenbos zijn er volgens het BAG maar 4 woningen. In deze wijk zal net zoals bij de wijk Biezen een of meerdere bedrijven onterecht als particulier zijn aangezien. Omdat in Kerkenbos nauwelijks is gesloopt zal deze verlaging komen doordat deze bedrijven na 2008 toch als bedrijf zijn aangemerkt. Mogelijk dat in de wijk Heijendaal dit effect ook optreedt. Met de data kleinverbruikers uit de open database van Liander is getracht het besparingspercentage van kleinverbruikers te bepalen. Echter, in 2013 is op een ander registraties systeem overgegaan waardoor het aantal aansluitingen en de fysiek status van aansluitingen sterk is gewijzigd waardoor een betrouwbare berekening van het besparingspercentage van kleinverbruikers niet mogelijk. 34

61 Zie ook voetnoot in document: De netto besparing van het particulier elektraverbruik is het resultaat van twee onderdelen: 1) de besparing binnen bestaande huishoudens en 2) de toename door extra nieuwe woningen. Ze worden in de twee volgende paragraven besproken. Ze zijn alvast hieronder samengevat. Netto besparing elektra particulier in de periode : +6,7 % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik waarvan: -6,6 % besparing binnen bestaande huishoudens +13,3% toename door nieuwe woningen +1,2 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik waarvan: -1,2 % besparing binnen bestaande huishoudens +2,3 % toename door nieuwe woningen Elektra particulier: besparing binnen bestaande huishoudens In Figuur 13 is te zien hoe het gemiddeld elektra verbruik van particulierhuishoudens zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de elektra besparing bij particulieren ten opzichte van ,1 %. Om bepaalde database fouten eruit te filteren zijn alleen de échte woonwijken (minder dan 20 % bedrijven, en exclusief Bottendaal) geselecteerd en gebruikt. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. het totale particuliere elektraverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke elektraverbruik. In deze curve is er net zoals in voorgaande Figuur gecorrigeerd voor het effect van salderen door PV opwek zonder slimme meter. De correctie voor zonnepanelen loopt in 2017 op tot 3,9 %. Figuur 13: Besparing elektra binnen bestaande huishoudens, cumulatief verschil (%) t.o.v. 2008; ,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0-0,1-0,2-0,6-0,5-1,0-0,9-0,7-1,3-1,3-1,3-1,2-2,0-3,0-3,1-4,0-3,9-5,0-6,0-6,6-7,0-7,4-7,3-7,4-8,0 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: 35

62 De elektrabesparing binnen een Nijmeegs huishouden bedraagt -1,2 % t.o.v. het totale elektra verbruik in Nijmegen. De elektrabesparing binnen een Nijmeegs huishouden bedraagt -6,6 % t.o.v. het totale particuliere elektraverbruik. Met andere woorden, een huishouden heeft circa 7 % aan elektra bespaard. Dat is een daling van circa 0,7 % per jaar. De laatste 4 jaar is het besparingspercentage constant gebleven. Vanaf 2014 is de besparing van Nijmeegse particulieren niet gestegen. In Figuur 14 is voor het jaar 2017 binnen de wijk de gemiddelde particuliere besparing van elektra te vinden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: in de wijk Aldenhof besparen particulieren -13,8 % aan elektra t.o.v (hierbij is rekening gehouden met de databasecorrectie voor zonnepanelen). Figuur 14: Elektra, besparing binnen een particulier huishouden per wijk, % verschil tussen 2008 en ,0 6,6 5,0 3,7 0,0-5,0-10,0-15,0-20,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei -13,8-7,7-6,1-14,0-12,1-6,6-9,0 Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld -17,2-8,6 Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst -4,9-3,7 Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -13,8-14,9-6,2-10,7-11,4 Uit de Figuur kunnen we het volgende opmaken: In de wijken is de besparing tussen de 6,6 % en -15 %. Er is een grote spreiding tussen de wijken. Een deel van deze spreiding kan komen door onzekerheden (onderscheid tussen particulier en zakelijk) in de database, een ander deel zijn echte verschillen in besparing tussen te wijken. Hoeveel de onzekerheid in de database doorwerkt in de percentages is niet vast te stellen. Maar als we kijken naar woonwijken waar bv alleen een winkelcentrum aanwezig is en verdere geen andere bedrijven, zien we bijvoorbeeld in een wijk als Weezenhof ook al een besparing van -10,7 %. Het effect van de onzekerheid in de database zal daarom in de orde van grootte van enkele procenten liggen. Vergelijking met CBS cijfers In de CBS database zijn cijfers beschikbaar van het gemiddeld particulier elektraverbruik (Tabel 17). Daarmee is de landelijke trend in besparing op elektra berekend. Omdat er alleen CBS cijfers van beschikbaar zijn, kan alleen voor die periode de vergelijking worden gedaan. 36

63 Tabel 17: CBS cijfers: gemiddeld elektraverbruik in de periode Jaar Werkelijk verbruik (kwh NIJMEGEN Besparing t.o.v (%) Werkelijk verbruik (kwh) NEDERLAND Besparing t.o.v (%) , , , , , , , , , , , , , ,8 Uit de tabel kan het volgende worden opgemaakt: In Nijmegen is een vergelijkbaar besparingspercentage in vergelijking met heel Nederland. De landelijke besparing op elektra bedraagt (van 2010 tot 2016) -12,4%. Op basis van de data van Energie in beeld ligt de besparing rond de -11,1 % (7,2 % besparing + 3,9 % terug levering zonnepanelen). Dit ligt in lijn met het landelijk besparingspercentage. [In deze rapportage is het elektra verbruik uit energie in beeld vermeerderd met de hoeveelheid opwek door zonnepanelen. In de landelijk database wordt die correctie niet uitgevoerd en wordt de Zonne opwek gesaldeerd met het verbruik.] Omdat de verdeling van het verbruik tussen particulier en zakelijk een heikel punt in de database is, is er geen nauwkeurig besparingspercentage van particulieren te geven. Grofweg kan men stellen dat een particulier huishouden circa 7 % heeft bespaard. Per wijk kan dit percentage enige procenten naar boven of beneden liggen. Besparing binnen bestaande huishoudens in de periode : -6,6 % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik -1,2 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik Elektra particulier: toename door nieuwe woningen. Sinds 2008 zijn er in Nijmegen veel nieuwe woningen bijgebouwd. Omdat die woningen er in 2008 niet stonden veroorzaken deze nieuwe woningen een toename in het totale Nijmeegse elektra verbruik. De toename van extra woningen werkt zogezegd de besparing op elektra tegen. De toename van het elektraverbruik door de extra woningen wordt als volgt ingeschat. Uit de aantallen elektra aansluitingen in energie in beeld blijkt een toename van afgerond aansluitingen. Uitgaande van een gemiddeld gebruik per aansluiting van kwh/jaar veroorzaken die extra woningen een toename van circa kwh/jaar. Er is een hoger verbruik per woning aangehouden dan het Nijmeegs gemiddelde omdat in de meeste nieuwe woningen een hoger energieverbruik is vanwege het koken op elektra en de inzet van warmtepompen. In totaal is er een toename van circa 13 % t.o.v. het particulier verbruik. Toename elektra door nieuwe woningen in periode : + 13,3 % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik + 2,3 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik 37

64 5.2 Elektra: zakelijk verbruik In Figuur 15 is te zien hoe het totale elektra verbruik van bedrijven zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil in het verbruik ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,2 %. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. het totale zakelijke elektraverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke elektraverbruik. Figuur 15: Elektra zakelijk verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v ,0 0,0-1,0 0,0-2,3-2,0-3,2-3,0-4,0-5,2-2,7-5,4-5,1-5,0-3,7-6,0-7,0-6,0-6,2-5,9-8,7-8,0-9,0-10,0-10,6-11,0-10,9-11,0-12,0-10,1-13,0-14,0-12,3-12,7-12,7 % t.o.v. totaal zakelijk elektraverbruik % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik Uit Figuur 15 kan het volgende worden opgemaakt: Het zakelijk verbruik is vanaf 2008 met -11,0 % gedaald t.o.v. het totale elektraverbruik in Nijmegen Het zakelijk verbruik is vanaf 2008 met -12,7 % gedaald t.o.v. het zakelijke verbruik. De lijn heeft een redelijk lineaire verloop maar als we de besparingen per wijk bekijken zijn er grote verschillen tussen de wijken. In paragraaf wordt hier verder op ingegaan. De laatste jaren lijkt de besparing af te vlakken. In Figuur 16 is voor het jaar 2017 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -12,7 %. Voorbeeld: een wijk als Heijendaal laat het totale verschil met 2,0 % stijgen en een wijk Havengebied laat het totale verschil met -3,5 % dalen. Als de percentage van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 12,7 %. 38

65 Figuur 16: Elektra zakelijk verbruik: besparingspercentage (%) van een wijk in de periode 2008 en 2017 t.o.v. het totaal zakelijk verbruik % Meer verbruik % Minder verbruik 4,00 2,00 0,00-2,00-4,00-6,00 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -8,00-10,00 De percentages van bovenstaande staafdiagram zijn ook op kaart weergegeven om duidelijker te krijgen waar precies in een wijk de grote besparingen/toenames aanwezig zijn. De kaart is gemaakt voor de postcode 5 gebieden met daarin de grootste vermindering of toename in procenten van het elektraverbruik tussen 2008 en

66 Figuur 17: Besparingspercentage bedrijven op postcode 5 niveau -8,2 Uit Figuur 16 en Figuur 17 kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Havengebied en Stadscentrum hebben een relatief groot aandeel in de vermindering. o In de Biezen zijn in het Waalfront gebied veel bedrijfsgebouwen gesloopt en is er een aantal bedrijfsbeëindiging geweest zonder sloop van het gebouw. o In het Havengebied zijn bedrijven in het Mercuriuspark gesloopt waarbij het park nog niet volledig is herbouwd met bedrijven. Daarnaast is in het Havengebied een grote besparing geconcentreerd in één postcode 5 gebied, die verklaard kan worden door de stopzetting van de papierfabriek aan de Ambachtsweg 2. De papierfabriek had een warmte/kracht centrale en zette gas om in elektriciteit voor eigen verbruik. Omdat niet de gehele elektra behoefte werd gedekt moest per jaar rond de kwh worden ingekocht. Omdat de papierfabriek recentelijk is gestopt zou dit de verlaging de verlaging van kwh in dit postcodegebied kunnen verklaren. De wijken Heijendaal, Lent en Westkanaaldijk hebben een vermeerdering in het verbruik. o In Lent zijn er veel woningen bijgebouwd. Omdat veel nieuwe woningen, waar ZZPers wonen, als zakelijke verbruikers worden aangezien, is er in deze wijk 40

67 logischerwijs een verhoging te zien. Zo blijkt uit het BAG dat er 107 bedrijven aanwezig terwijl energie in beeld 826 zakelijk verbruikers kent. o In Westkanaaldijk is er één postcodegebied die eruit springt met een procentuele elektra vermeerdering van 0,6 procent. In dit gebied is er geen grote nieuwbouw geweest. Zeer waarschijnlijk zijn er één of meerdere bedrijven aanwezig met een verhoogde productie. o In Heijendaal is er een postcode 5 gebied waar een hoger elektra verbruik 0,8 % is tussen 2008 en De toename in het elektraverbruik kan meerdere reden hebben. Zo blijkt uit de BAG dat er meerdere panden in de periode nieuw zijn gebouwd. Een andere verklaring kan zijn dat er in bepaalde jaren een WKO systeem in gebruik is genomen, waardoor het elektra verbruik hoger is geworden. Maar mogelijk zijn er ook andere oorzaken aan te dragen. De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,6 % en +0,3 % met een totale vermeerdering van 0,2 %. De bedrijven in de overige wijken dragen dus nauwelijks bij aan de totale zakelijke energiebesparing. In de meeste wijken is er nauwelijks sprake van een verschil van het zakelijke elektra verbruik, namelijk 0,2 %. De grootste verschillen zijn te vinden in met name de bedrijfs-/industriegebieden. De elektra besparing bij NXP (bijna 9 %) is te danken aan de sluiting van 3 van de 4 productielijnen. De overige 3 a 5 procent is vooral te danken aan de sloop en beëindiging van industrie-/bedrijfspanden in de wijken Biezen en Havengebied. Omdat die industriegebieden zo n groot effect hebben op de besparing door bedrijven is deze besparing per wijk in de volgende paragraaf nader uitgewerkt. Besparing elektra zakelijk in de periode : -12,7 % t.o.v. totaal zakelijk elektraverbruik waarvan: -2,2 % in de Biezen door sloop bedrijven -8,5 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,6 % in Havengebied +1,7 in Heijendaal (WKO campusterrein en magnetenlab?) +0,8 in Lent -0,6 in Stadscentrum +0,5 in Westkanaal -0,8 in overige wijken -11,0 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk elektraverbruik waarvan: -1,9 % in de Biezen door sloop bedrijven -7,4 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,1 % in Havengebied +1,4 in Heijendaal (WKO campusterrein en magnetenlab?) +0,6 in Lent -0,5 in Stadscentrum +0,5 in Westkanaal -0,7 in overige wijken Elektra: zakelijk verbruik in zestal bedrijfs-/industriewijken. Voor het zakelijke verbruik van elektra is het verloop van de elektrabesparing binnen zes bedrijfsindustriegebieden in periode bekeken, zoals in Figuur 18 is te zien. 41

68 Figuur 18: Elektra zakelijk verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v. 2008, voor 6 bedrijfswijken % Meer verbruik % Minder verbruik Biezen Heijendaal Haven- en industrieterrein Stadscentrum Westkanaaldijk Goffert Uit Figuur 18 kan het volgende worden opgemaakt: Er is een sterke daling in 2009 van het zakelijk verbruik in de wijken Biezen, Goffert en Havengebied; in de jaren daarna laten sommige wijken een grote daling en andere een verhoging zien. De wijk Biezen heeft in 2009 een zeer sterke daling en blijft daarna ongeveer hetzelfde niveau. De wijk Havengebied heeft in 2009 eerst een sterke daling, om in 2010 weer sterk te stijgen om dan weer relatief lineaire te dalen. De wijk Stadscentrum schommelt rond de 0 % en laat een lichte daling zien. De wijk Westkanaaldijk kent een gestage vermeerdering en vlakt daarna af. De wijk Heijendaal kent een gestage vermeerdering en vlakt daarna af. De wijk Goffert kent een zeer grote daling van het elektra verbruik. Deze is geheel toe te schrijven aan NXP. De laatste jaren is er geen grote wijziging in het besparingspercentage (de besparing bij bedrijven stagneert). 5.3 Elektra: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik In Figuur 19 is te zien hoe het totale elektra verbruik (particulier + zakelijk) zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,1 %. 42

69 Figuur 19: Elektra totaal verbruik: cumulatief verschil (%) t.o.v ,0 0,0-1,0 0,0-2,0-3,0-4,0-2,8-2,1-5,0-6,0-4,6-7,0-5,1-5,4-8,0-9,0-10,0-8,6-11,0-10,0-9,8-9,9 Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale elektra verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -9,9 % gedaald. Gemiddeld genomen is er een afname van circa -1 % per jaar. De laatste jaren stagneert de totale elektra besparing. In Figuur 20 is af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -9,9 %. Voorbeeld: een wijk als Lent laat het totaal verschil met 1,0 % stijgen en een wijk als Biezen laat het totaal verschil met -1,5 % dalen. Als de percentages van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 9,9 %. Figuur 20: Elektra totaal (particulier en zakelijk) verbruik: procentueel aandeel van een wijk in het totale procentuele verschil tussen 2008 en 2017 % Meer verbruik % Minder verbruik 3,00 2,00 1,00 0,00-1,00-2,00-3,00-4,00-5,00-6,00-7,00-8,00 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit Figuur 20 kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Goffert en Havengebied kennen een zeer grote vermindering. De wijken Heijendaal, Lent en Westkanaaldijk kennen een grote vermeerdering. De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale besparing tussen de -0,3 % en +0,2 % en bedraagt in totaal -0,5 %. Dat betekent dat deze overige wijken nauwelijks bijdragen aan de totale vermindering. Anders gezegd: de vermindering van het totale elektra verbruik (-9,9 %) wordt nagenoeg geheel bepaald door bovengenoemde drie wijken. In het algemeen zijn de volgende redenen te geven voor toename van het elektraverbruik: nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden. verhoging van de bedrijfsproductie. bouw WKO systemen. En de volgende redenen voor een afname: 43

70 het gebruik van energiezuiniger apparaten. gedragsverandering waardoor simpelweg minder wordt verbruikt. sloop van woningen en bedrijfspanden. bedrijfsbeëindiging (met of zonder sloop). Verbeteringen in de energie efficiency van het productieproces. Verminderen van de productieomvang. Besparing totaal elektra verbruik (particulier + zakelijk) in de periode : -9,9 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik 44

71 5.4 Samenvatting besparing elektra verbruik Onderstaande tabel geeft een samenvatting van alle genoemde percentages in de voorgaande paragraven over het elektra verbruik (procentueel verschil tussen 2008 en 2017). T.o.v. totaal particulier verbruik T.o.v. totaal zakelijk verbruik T.o.v. totaal particulier + zakelijk verbruik Besparing door particulieren bedrijven particulier + bedrijven +6,7 % Waarvan: -6.6 % door bestaande woningen +13,3 % door nieuwe woningen -12,7 % Waarvan: -2,2 % in de Biezen door sloop bedrijven -8,5 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,6 % in Havengebied +1,7 % in Heijendaal (WKO campusterrein en magneten lab?) +0,8 % in Lent -0,6 % in Stadscentrum +0,5 % in Westkanaal -0,8 % in overige wijken +1,1 % -11,0 % -9,9 Waarvan: Waarvan o.a.: -1,2 % bij bestaande woningen -1,9 % in de Biezen door sloop +2,3 % door nieuwe woningen bedrijven -7,4 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,1 % in Havengebied +1,4 % in Heijendaal (WKO campusterrein en magneten lab?) +0,6 % in Lent -0,5 % in Stadscentrum +0,5 % in Westkanaal -0,7 % in overige wijken 45

72 6 Gas Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld: Gas 6.1 Particulier totaal verbruik besparing binnen bestaande huishoudens toename door nieuwe woningen 6.2 Zakelijk totaal verbruik 6.3 Particulier + zakelijk verbruik 6.4 Samenvatting 6.1 Gas: particulier verbruik In Figuur 21 is te zien hoe het totale gas verbruik van particulieren zich in periode ontwikkelt. De curve geeft dus inzicht in de totale netto besparing per jaar door particulieren. Alle besparingseffecten zoals besparing door zuiniger apparaten, besparing door gedragsverandering en de toename door nieuwbouwwoningen zijn in deze curve verwerkt. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. alleen het totale particuliere gasverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke gasverbruik. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil van het verbruik ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,2 %. Figuur 21: Gas particulier verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v , , , ,0-3,1-3,2 0,0-4,9-4,3-4,1-3,6-0,7-5,0-2,0-3,7-10,0-15,0-7,2-7,4-11,2-9,9-9,5-8,3 % tov totaal particulier verbruik % tov totaal verbruik Uit de Figuur is het volgende op te maken: Het particulier gas verbruik is vanaf 2008 met -3,6 % gedaald t.o.v. het totale gasverbruik in Nijmegen. Het particulier gas verbruik is vanaf 2008 met -8,3 % gedaald t.o.v. het totale particulier gasverbruik. Er is een daling van gemiddeld -0,8 % per jaar. De daling is redelijk lineair tot in 2014 waarna het in de periode weer toeneemt. In Figuur 24 is voor het jaar 2017 (t.o.v. 2008) af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -8,3 %. Voorbeeld: een wijk als Stadscentrum laat het totaal verschil met 0,7 % stijgen en een wijk als Grootstal laat het totale verschil met -0,7 % dalen. Als het percentage van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 8,3 %. 46

73 0,80 Figuur 22: Gas particulier verbruik: Besparingspercentage (%) van een wijk in de periode 2008 en 2017 t.o.v. het totale particulier gasverbruik % Meer verbruik 0,60 0,40 0, ,00 % Minder -0,20 verbruik -0,40-0,60-0,80 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -1,00 Uit de Figuur is het volgende op te maken: De wijken Bottendaal, Neerbosch West, Oosterhout, Ressen en Stadscentrum hebben een vermeerdering van het verbruik, met een totale toename van +1,2 % De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,8 % en +0,3 %, met een totale vermindering van -9,5 % Het verloop van de besparingscurve van de kleinverbruik data van Liander komt overeen met die van de data uit Energie in Beeld (Figuur 23). Het besparingspercentage van kleinverbruikers komt uit op 9,1 %. Figuur 23: Besparingspercentage gas kleinverbruikers (bron Liander) ,3-2,2-3,2-6 -6,7-6, ,8-10,2-11,2-9,1 Deze netto gasbesparing door particulieren is het resultaat van twee onderdelen: 1) de besparing binnen bestaande huishoudens en 2) de toename door extra nieuwe woningen. Ze worden in de twee volgende paragraven besproken. Ze zijn alvast hieronder samengevat. 47

74 Netto besparing gas particulier in de periode : -8,3 % t.o.v. totaal particulier gasverbruik waarvan: -13,9 % besparing binnen bestaande huishoudens +5,6 % toename door nieuwe woningen -3,6 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk gasverbruik waarvan: -6,0 % besparing binnen bestaande huishoudens +2,4 % toename door nieuwe woningen Gas: besparing binnen bestaande huishoudens De besparing van gas in woningen kan aan de hand van het gemiddelde particuliere verbruik in energie in beeld worden berekend. In Figuur 24 is te zien hoe het gemiddeld gas verbruik van particulieren zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de gas besparing bij particulieren ten opzichte van ,4 %. Om bepaalde onzekerheden in de database eruit te filteren zijn alleen de échte woonwijken (minder dan 20 % bedrijven) geselecteerd en gebruikt. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. alleen het totale particuliere gasverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke gasverbruik. Figuur 24: Gas besparing binnen bestaande huishoudens, cumulatief verschil (%) t.o.v ,0-0,7-1,5 0,0-2,5-2,0-4,1-4,1-1,7-4,0-6,0-3,5-6,1-6,5-6,0-6,0-5,8-8,0-10,0-12,0-14,0-16,0-9,4-9,4-13,8-14,0 % tov totaal zakelijk gasverbruik % tov totaal gasverbruik In Figuur 25 is voor het jaar 2017 binnen de wijk de gemiddelde particuliere besparing van gas te vinden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: in de wijk Aldenhof besparen particulieren 13,9 % aan gas t.o.v ,9-13,9 48

75 Figuur 25: Gas besparing (%) binnen bestaande huishoudens in een wijk t.o.v ,0 % afname verbruik 0,0-5,0-10,0-10,5-15,0-13,9-20,0 Aldenhof Altrade -0,3 Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld -11,5-13,6-15,8 Grootstal Hatert Hatertse Hei -15,4-14,9 Hees Heseveld Hunnerberg Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst -9,3-13,4-13,8-15,1-16,8-17,5 St, Anna -15,8 't Acker 't Broek Weezenhof Wolfskuil Zwanenveld -12,2-12,1-11,7-14,2-15,4-25,0-30,0-25,5-21,5 Uit de Figuren kan het volgende worden opgemaakt: Het gasverbruik van een huishouden in Nijmegen is vanaf 2008 met -6,0 % gedaald t.o.v. het totale gasverbruik in Nijmegen. Het gemiddeld gasverbruik van een particulier is vanaf 2008 met -13,9 % gedaald t.o.v. het particulier gasverbruik. Er is een daling van circa 1,4 % per jaar. De besparing varieert tussen wijken tussen de 2 en -26 %. De besparing in de meeste woonwijken ligt rond de -14 %. Vergelijking met CBS cijfers In de CBS database zijn cijfers beschikbaar van het gemiddeld particulier gasverbruik (Tabel 18). Daarmee is de landelijke trend in besparing op gas berekend. Omdat er alleen CBS cijfers van beschikbaar zijn, kan alleen voor die periode de vergelijking worden gedaan. Tabel 18: CBS cijfers: Nederland gemiddeld gas verbruik in de periode Jaar Werkelijk verbruik (m 3 ) Graaddagen factor Verbruik (m 3 ) Omgerekend naar standaard jaarverbruik Besparing t.o.v (%) , , , , , , , , , , , , , ,4 Tabel 19: CBS cijfers: Nijmegen gemiddeld gas verbruik in de periode Jaar Werkelijk verbruik (m 3 ) Graaddagen factor Verbruik (m 3 ) Omgerekend naar standaard jaarverbruik Besparing t.o.v (%) , , , , , , , ,5 49

76 , , , , , ,7 Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Op basis van de data uit Energie in beeld bedraagt de Nijmeegse besparing op gas tussen 2010 en ,5 %. Op landelijk niveau ligt die volgens de CBS op -17,7 %. Het is niet duidelijk wat precies de oorzaak is van het verschil tussen het Nijmeegse en landelijke besparingspercentage. Mogelijk heeft het een administratief oorzaak namelijk dat woningen aangesloten op het warmtenet worden aangezien als gasaansluiting maar geen gas verbruiken. Dit probleem zie je bijvoorbeeld ook terug in de database van de nationale energie atlas waar woningen op het warmtenet als gasaansluiting worden meegerekend en op die manier het gemiddelde gasverbruik flink naar beneden duwen. Uitgaande van circa woningen op het warmtenet in 2016 op een totaal van woningen zou dit effect rond de 5,8 procent zijn, vergelijkbaar met het aangetroffen verschil van 6,2 % (17,7-11,5). Het gemiddeld jaarverbruik ligt in Nijmegen circa 100 m3 lager dan het landelijk gemiddelde. Er is geen wezenlijk verschil tussen het besparingspercentage van Nijmegen ten opzichte met die van heel Nederland. Omdat de verdeling van het verbruik tussen particulier en zakelijk een heikel punt in de database is, is er geen nauwkeurig besparingspercentage van particulieren te geven. Grofweg kan men stellen dat een particulier huishouden circa 14 % heeft bespaard. Per wijk kan dit percentage enige procenten naar boven of beneden liggen. Besparing gas particulier binnen huishoudens in de periode : -13,9 % t.o.v. totaal particulier gasverbruik -6,0 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk gasverbruik Gas: toename door nieuwe woningen Sinds 2008 zijn er in Nijmegen veel nieuwe woningen bijgebouwd. Omdat die woningen er in 2008 niet stonden veroorzaken deze nieuwe woningen een toename in het totale Nijmeegse gas verbruik. De toename van extra woningen werkt zogezegd de Nijmeegse gas besparing tegen. De toename van het gasverbruik door de extra woningen wordt als volgt ingeschat. Uit de aantallen gasaansluitingen in energie in beeld blijkt een toename van aansluitingen. Daarbij is rekening gehouden met de toename van aansluitingen in 2013 vanwege een gewijzigde registratie van aansluitingen in de database van Energie in Beeld. Uitgaande van een gebruik van circa m 3 /jaar per aansluiting is dat in totaal toename van circa m 3 /jaar. In totaal is er 5 % meer gasverbruik t.o.v. het totaal particulier verbruik. Overigens, de nieuwbouw van woningen aangesloten op het warmtenet zijn hier niet bij meegenomen omdat die geen aardgas verbruiken. De toename van energieverbruik door het warmtenet komt later aan bod. Toename gas door nieuwe woningen in periode : + 5,6 % t.o.v. totaal particulier gasverbruik + 2,4 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk gasverbruik 50

77 6.2 Gas: zakelijk verbruik In Figuur 26 is te zien hoe het totale gas verbruik van bedrijven zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,9 %. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. het totale zakelijke gasverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke gasverbruik. Figuur 26: Gas zakelijk verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v ,0 0,0 1,1-1,0 0,0-3,4-6,0-4,9 0,0 1,8-1,6-11,1-10,0-13,2-14,0-5,6-15,6-9,9-8,2-20,0-18,3-21,8-30,0 % tov totaal zakelijk verbruik % tov totaal verbruik -23,2-25,8 In de Figuur is voor het jaar 2017 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -25,8 %. Voorbeeld: een wijk als Havengebied laat het totale verschil met 2,8 % stijgen en een wijk Goffert laat het totale verschil met -4,5 % dalen. Als de percentage van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 25,8 %. 4,0 Figuur 27: Gas zakelijk verbruik: aandeel (%) van een wijk van het totale verschil tussen 2008 en 2017 % Meer verbruik 2, ,0 % Minder verbruik -2,0-4,0-6,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -8,0 De percentages van bovenstaande staafdiagram zijn ook op kaart weergegeven om duidelijker te krijgen waar precies in een wijk de grote besparingen/toenames aanwezig zijn. De kaart is gemaakt voor de postcode 5 gebieden met daarin de grootste vermindering of toename in procenten van het gasverbruik tussen 2008 en

78 Uit de Figuren kan het volgende worden opgemaakt: Het totale zakelijk verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -15,6 % gedaald t.o.v. het totale gasverbruik van Nijmegen. Het totale zakelijk verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -25,8 % gedaald t.o.v. het zakelijke gasverbruik. Dat is een gemiddelde daling van 2,6 % per jaar De curve loopt redelijk lineair met een kleine hobbel in 2010 en De wijken Biezen, Goffert, Heijendaal, Lent en Stadscentrum hebben een relatief groot aandeel in de vermindering. o In de Biezen zijn in het Waalfront gebied veel bedrijfsgebouwen gesloopt en is er een aantal bedrijfsbeëindiging geweest zonder sloop van het gebouw. o In Heijendaal is mogelijk de verlaging het gevolg van de toename van WKO installaties bij de Universiteit/Ziekenhuis (nieuwbouw voor oudbouw). o In Lent zijn de Tijdelijke hulp centrales van het warmtenet gesloten en overgenomen door het warmtenet vanuit de ARN. o In de Goffert is aan aantal bedrijfsgebouwen gesloopt, maar kan een wijziging in het productieproces ook een oorzaak hebben. De wijken Havengebied en Ressen hebben een vermeerdering in het verbruik. o In het Havengebied zijn bedrijven in het Mercuriuspark gesloopt waarbij het park nog niet volledig is herbouwd met bedrijven Dit veroorzaakt een verlaging in het gasverbruik en een besparing van -4,9 %. Maar daarnaast is in het havengebied een postcode 5 gebied met een uitzonderlijk hoge toename van 3,1 %. Waarschijnlijk is daar een nieuw bedrijf gevestigd dat veel gas nodig heeft (LNG uitgifte punt). Overigens is door de sluiting van de papierfabriek geen vermindering in het gas te zien omdat de papierfabriek direct van de Gasuni het aardgas inkocht. In ieder geval is het gasverbruik van de papierfabriek niet in de cijfers van energie in beeld opgenomen. Het werkelijk gasverbruik van de papierfabriek bedroeg circa m3 aardgas per jaar. De papierfabriek is in 2015 gestopt. 52

79 De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,7 % en +0,2 % met een totaal van -7 %. Door een combinatie van het totaal verbruik uit Energie in beeld en het klein verbruikers uit de open data, wordt een beeld gekregen van de besparing door het groot zakelijk verbruik ( Figuur 28). Uit de Figuur blijkt dat het groot zakelijk verbruik met bijna 39 % is gedaald. Dit is een grotere daling dan we zien op basis van de data in Energie in Beeld (24,9 %). Hieruit kan worden geconcludeerd dat de groot zakelijk verbruikers meer bijdragen aan de besparing dan klein zakelijk verbruikers of dat er meer panden van groot zakelijk verbruikers zijn gesloopt. Figuur 28: Groot zakelijk gasverbruik ,1 0-1,3-8,1-12,8-11,2-25,3-30,1-31,4-37,4 Besparing gas zakelijk in de periode : -25,8 % t.o.v. totaal zakelijk gasverbruik waarvan: -7,1 % in de Biezen door sloop bedrijven -4,4 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficientie?) -0,7 % in Havengebied (deels sloop) +3,4% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -3,5 % in Heijendaal (campus Radboud) -1,9 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -11,6 % overige wijken. -15,6% t.o.v. totaal particulier + zakelijk gasverbruik waarvan: -4,3 % in de Biezen door sloop bedrijven -2,7 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficientie?) -0,4 % in Havengebied (deels sloop) +2,1% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -2,1 % in Heijendaal (campus Radboud) -1,2 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -7,0 % overige wijken. 53

80 6.3 Gas: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik In Figuur 29 is te zien hoe het totale gas verbruik (particulier + zakelijk) zich in de periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,1 %. Figuur 29: Gas totaal verbruik (particulier en zakelijk): cumulatief verschil (%) t.o.v ,0 0,0 0,0-5,0-10,0-15,0-1,3 0,2-5,1-9,1-8,0-20,0-25,0-15,7-17,3-18,0-19,2 Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale gas verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -19 % gedaald. De daling is niet geheel lineaire en kent in bepaalde jaren een sterke daling. Er is een daling van circa 1,9 % per jaar. In Figuur 30 is voor het jaar 2017 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -19,2 %. Voorbeeld: een wijk als Havengebied laat het totaal verschil met 1,7 % stijgen en een wijk als Lent laat het totale verschil met -1,3 % dalen. Als de percentages van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 19,2 %. Figuur 30: Gas totaal verbruik: aandeel (%) van een wijk in het totale procentuele verschil tussen 2008 en ,0 2,0 1,0 0,0-1,0-2,0-3,0-4,0-5,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Goffert, Heijendaal en Lent kennen een zeer grote vermindering. De wijk Havengebied kent een grote vermeerdering van +1,7 % en de wijk Oosterhout een kleine vermeerdering van 0,1 %. 54

81 De overige wijken hebben een bijdrage aan de vermindering tussen de -0,5 % en +0,1 % met een totaal van -10,1 %. In het algemeen zijn de volgende redenen te geven voor de af- en toename van het gasverbruik: Er is een toename van het gas verbruik door bijvoorbeeld: o nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden. o verhoging van de bedrijfsproductie. Er is een afname van het elektra verbruik door bijvoorbeeld: o het gebruik van energiezuiniger apparaten. o gedragsverandering waardoor simpelweg minder wordt verbruikt. o sloop van woningen en bedrijfspanden. o bedrijfsbeëindiging (zonder sloop). o sluiting van de Hulp Warmte Centrales en aansluiting op warmtenet vanuit de ARN. Besparing totaal gas verbruik (particulier + zakelijk) in de periode : -19,2 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk gasverbruik 6.4 Samenvatting besparing gas verbruik Onderstaande tabel geeft een samenvatting van alle genoemde percentages in de voorgaande paragraven over het gas verbruik. T.o.v. totaal particulier verbruik T.o.v. totaal zakelijk verbruik T.o.v. totaal particulier + zakelijk verbruik -8,3 % -3,6 % Besparing door particulieren bedrijven particulier + bedrijven Waarvan: -13,9 % door bestaande woningen +5,6 % door nieuwe woningen -25,8 % Waarvan: -7,1 % in de Biezen door sloop bedrijven -4,4 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficiëntie?) -0,7 % in Havengebied (deels sloop) +3,4% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -3,5 % in Heijendaal (campus Radboud) -1,9 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -11,6 % overige wijken. -15,6 % -19,2 % Waarvan: Waarvan: -6,0 % bij bestaande woningen -4,3 % in de Biezen door sloop bedrijven +2,4 % door nieuwe woningen -2,7 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficiëntie?) -0,4 % in Havengebied (deels sloop) +2,1% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -2,1 % in Heijendaal (campus Radboud) -1,2 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -7,0 % overige wijken. 55

82 7 Warmte De energie voor het verwarmen van de nieuwbouw in de Waalsprong en Waalfront is niet meegenomen in energie in beeld data opgenomen. Dat komt omdat energie in beeld alleen het verbruik van gas en elektriciteit opgeeft en niet die van warmte. Omdat de geleverde warmte als opwek duurzame energie wordt opgevoerd in de energiemonitoring, moet ook de warmte als energieverbruik worden vermeld. Immers de woningen worden verwarmd met energie. We moeten het energieverbruik van álle woningen die aan het warmtenet zijn aangesloten aan het totale energieverbruik toevoegen. Woningen van vóór 2008 De woningen die vóór 2008 aan het warmtenet zijn aangesloten werden verwarmd met aardgas via de tijdelijke warmte centrales TWC). Toen was er een verbruik van circa 1,8 miljoen m 3 gas (1.500 woningen). In 2016 blijkt uit de cijfers van energie in beeld dat het gasverbruik van die woningen 0 m 3. Deze woningen staan er nog wel maar worden nu verwarmd met warmte van de ARN. Dat is het eerste deel waarvoor we moeten corrigeren. Woningen van ná 2008 Voor de woningen die na 2008 zijn gebouwd, zie je in de cijfers van energie in beeld een verhoging van het zakelijk gasverbruik (TWC wordt gezien als bedrijf). In 2016 is het gasverbruik 0 m3 omdat toen de woningen op het warmte van de ARN werden aangesloten. Daarom moet we ook voor deze woningen die na 2008 zijn gebouwd het energieverbruik bij het totaal optellen. In totaal moet er voor de woningen (en bedrijven) aangesloten op het warmtenet een energiehoeveelheid van GJ bij het totale energieverbruik vanuit gas en elektra worden opgeteld. Dat is een toename van 1,4 % van het totale energieverbruik. De hoeveelheid warmte is vergelijkbaar aan m 3 aardgas en komt overeen met 2 % van het totale gasverbruik. De verdeling van totale warmteverbruik tussen ruimteverwarming en warm tapwater is %. De toename aan verbruik door woningen op het warmtenet is in de periode : +1,4 % t.o.v. totaal energieverbuik 56

83 8 Energie opwek 8.1 Zonnepanelen In Nijmegen zijn zonnepanelen geïnstalleerd door bedrijven, particulieren en corporaties. Indien er vanuit de zonnepanelen stroom aan het net wordt terug geleverd wordt dit landelijk geregistreerd. In totaal wordt in 2017 op adressen kwh (0,035 PJ) aan zonneenergie opgewekt met zonnepanelen. Dit is 0,97 % van het totale elektraverbruik. In Figuur 31 is het aantal geregistreerde zonnepanelen voor de periode gegeven. Figuur 31: Aantal zonnepanelen geheel Nijmegen (200 kwh per paneel) Aanal Wat betreft zonne-energie blijkt : In totaal liggen er op de Nijmeegse daken zonnepanelen (stand 2017). Pas vanaf 2011 is er een echte stijging in het aantal geïnstalleerde zonnepalen te zien. Er is een stijgende lijn in het aantal zonnepanelen per jaar vanaf 2012 met circa per jaar naar circa per jaar vanaf Als we kijken naar waar die circa zonnepanelen over de stad verdeeld zijn, zien we dat er wijken zijn met geen enkel paneel. De meeste zonnepanelen liggen in de wijken Lent en Oosterhout, gevolgd door de wijken Altrade, Galgenveld, Hazenkamp en Hunnerberg. Figuur 32: Aantal zonnepanelen per wijk in 2017 (200 kwh per paneel) Jaar Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 57

84 A 8.2 Zonneboilers In energie in beeld is er geen registratie van zonneboilers. Evenmin is er een landelijke of lokale database. Het is dus niet bekend hoeveel zonneboilers er bij particulieren op de daken liggen. Om toch een inschatting te maken van de opwek door zonneboilers wordt ingeschat dat op 300 adressen zonneboilers op de daken liggen. Een zonneboiler wordt (nagenoeg) altijd gebruikt voor warm tapwater en voor warmwater voor de (vaat)wasmachine. De zonnecollectoren ten behoeve van de zonneboilers zijn dan aangesloten op een waterketel van 100 a 200 liter. In de regel ligt er grofweg 5 m 2 aan zonnecollectoren op een dak. Uitgaande dat per m 2 zonnecollector ongeveer 1,1 GJ per jaar aan warmte wordt geproduceerd is dat op jaarbasis circa 5,4 GJ. In m 3 gas uitgedrukt is dat circa 210 m 3 gas per jaar. Als er 300 adressen zijn met een zonneboiler is dat een gasbesparing van 300 * 210 = m 3 gas (=0,001 PJ). Dat is 0,03 % van het totale gasverbruik. 8.3 WKO open en gesloten systemen WKO open systemen In Nijmegen zijn er 13 WKO open systemen. In Tabel 20 is per locatie een overzicht gegeven van de kenmerken van de systemen met de berekende energiebesparing. Tabel 20: WKO locaties met kenmerken systeem Locatie WKO Adres Oppervlakte temp. contour (m 2 ) Aantal doublett en Vergunde capaciteit (m 3 /jaar) Gemiddelde capaciteit (m 3 /jaar) Berekende besparing m 3 gas Alliantie vo De Meeuwse Acker Mondial college B HAN Kapittelweg C Montesorie school Kwakkenbergweg D Nuon warmte regio Marienburgsestraat oost E Pluryn Industrieweg F Radboud universiteit Agricolaplaats G ROC Carolus Van Diemenbroeckstraat H Roc technovium Heijendaalseweg I Standvast wonen Rosa de Limastraat J UUM St Radboud kapittelweg K Citadel college Griftdijk noord Lent L Canisius College Berg en Dalseweg P Hotel van der Valk Hertog Eduardplein O Nuon energy sourcing, Visveld Oost Magnolialaan 1 Vervallen Totaal Uit de Tabel kan het volgende worden opgemaakt: In Nijmegen zijn 13 locaties waar een WKO systeem is geïnstalleerd. Een WKO-systeem beïnvloedt de temperatuur in de ondergrond voor een bepaald grondoppervlak. In totaal wordt er m 2 aan grondoppervlakte gebruikt/beïnvloed voor WKO. Dat is circa 2 % van het totale Nijmeegse grondoppervlakte. Op jaarbasis wordt er circa 3,6 miljoen m 3 grondwater verpompt. Per seizoen is dat de helft. 58

85 De energiehoeveelheid van een doublet (1 warmte en 1 koude bron) varieert tussen de 157 en 1040 MWh t per winter en zomer seizoen (niet apart vermeld in tabel). Op een WKO systeem met één doublet kunnen circa 60 woningen of een kantoor van m 2 worden aangesloten. [1kWh = 3,6 MJ; een woning = 30 GJ warmteverbruik; 125 m 2 kantoor = 30 GJ warmteverbruik] Per m 3 opgepompt water is een besparing van 6,7 MJ of 0,19 m 3 gas mogelijk. Per m 2 aardoppervlakte is een besparing van 21,4 MJ of 0,61 m 3 gas mogelijk. Alle WKO systemen samen leveren een besparing van gas op van m 3. Dat is 0,4 % van het totale gasverbruik. Dat is 0,026 PJ. Berekening besparingspotentieel WKO Uit Cijfers en tabellen 2007 van SenterNovem blijkt dat per m 3 verpompt grondwater er 6,7 MJ aan energiebesparing mogelijk is en 0,46 kg aan CO 2 reductie. Dit kental is gebruikt om de energiebesparing te berekenen. Daarnaast is gebruik gemaakt van het gemiddelde capaciteit van het onttrekkingsdebiet. Deze gemiddelde capaciteit is twee derde van de maximale capaciteit zoals in de onttrekking vergunning is aangevraagd. De duurzame opwek door WKO systemen worden in de cijfers van energie in beeld niet opgenomen. Je ziet het alleen terug in het verminderde gasverbruik. Dat betekent dat het vanuit de overheid niet mogelijk is precies inzicht te geven in de bereikte duurzame opwek door WKO. Figuur 33: WKO locaties en invloedgebieden (twee figuren) 59

86 Rood is invloed gebied warm water, blauw voor koud water. WKO gesloten systemen Een huis kan worden verwarmd met een warmtepomp waarbij de warmte en koude uit de bodem wordt opgeslagen/onttrokken. Deze koude en warmte wordt via bijvoorbeeld een vloerverwarming in de ruimte afgegeven. De warmtepomp verbruikt zelf elektriciteit om die energie uit de bodem te onttrekken. Tegenwoordig kan dat met een rendement van 500 %. Dat betekent dat als je er 1 deel elektriciteit verbruikt je er 5 voor terug krijgt. Er zijn 6 aangemelde en geregistreerde gesloten WKO installaties die energie uit de bodem onttrekken. Deze installaties staan bij particuliere vrijstaande woningen en één bij een school. In de Waalsprong zijn 50 tot 100 woningen met een gesloten bodem energie systeem die niet zijn geregistreerd. Een inventarisatie van de niet geregistreerde systemen moet worden uitgevoerd. 8.4 Warmtepomp (lucht-water) 8.5 Wind De in de vorige paragraaf genoemde WKO systeem kennen een seizoensopslag van energie in de bodem/grondwater. Maar er bestaan ook energiesystemen die via een warmtepomp energie uit de buitenlucht halen, zonder een seizoensopslag. Het is niet bekend hoeveel huizen in Nijmegen zijn aangesloten op een warmtepomp waarbij energie uit de lucht wordt gehaald. Hiervoor is nader onderzoek nodig. In Noord Nijmegen zijn 4 windturbines opgesteld, welke stroom voor huishoudens produceren. In een later stadium wordt mogelijk nog een vijfde windturbine bijgeplaatst en wordt voor circa huishoudens stroom geleverd ( De bouw van de windturbines is op 18 april 2016 gestart. In 2017 is een productie gedraaid ter hoogte van MWh. Dit komt overeen met 0,08 PJ en 2,1 % van het totale elektraverbruik. 60

87 Bron: Windpark app. 8.6 Warmtenet De totale geleverde warmte bij de woningen bedraagt GJ. Het verbruik per woning bedraagt circa 27 GJ per jaar. Dat is vergelijkbaar met ongeveer 783 m 3 gas per jaar (bij 35 MJ per m 3 en zonder correctiefactor energie efficiëntie cv-ketel) De ARN heeft in 2017 het warmtenet gevoed met GJ aan warmte. Het percentage duurzame opwek van de warmte bedraagt circa 70% en komt daarmee uit op een hoeveelheid van 0,15 PJ en 1,4 % van het totale energieverbruik. Het totaal aan verbruikte warmte bij de woningen is omgerekend m 3 aardgas per jaar (=0,14 PJ). Dat is circa 5,2 % van het particuliere gasverbruik en 2,0 % van het totale gasverbruik. 8.7 Overig bio-massa Met overig bio-massa wordt de houtstook bij huishoudens bedoeld. Op basis van gegevens uit de klimaatmonitor over het onderwerp houtstook is ingeschat dat er circa kwh aan biomassa wordt verstookt. Dat is circa 0,03 PJ. Deze hoeveelheid houtstook was ook in 2008 in Nijmegen aanwezig. 8.8 Eerder vermelde duurzame opwek In de vorige editie van voorliggende rapportage stonden de duurzame opwek van de afvalenergiecentrale ARN (2,6 % elektra en 0,8 % groengas) en van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (0,9 % elektra) als duurzame opwek van de gemeente Nijmegen genoemd. In de huidige rapportage zijn deze achterwege gelaten. De toekenning van deze duurzame opwek wordt komend jaar op regionaal niveau, in het kader van de regionale energiestrategieën, verder uitgewerkt. Dit voorkomt op regionaal niveau eventuele dubbeltellingen van bepaalde soorten duurzame opwek. 61

88 8.9 Samenvatting energie opwek In onderstaande tabel is de hoeveelheid opwek van duurzame energie samengevat. Bovendien zijn de percentages gegeven van deze hoeveelheden ten opzichte van het totale energieverbruik en is een onderscheid aangebracht van vóór en ná Opwek % toegevoegde opwek energie t.o.v (t.o.v. totaal energieverbruik) % energie in 2008 al aanwezig (t.o.v. totale energie verbruik ) Zonnepanelen kwh 0,035 PJ 0,3 % WKO m 3 0,03 PJ 0,2 % Wind kwh 0,08 PJ 0,7 % Zonneboilers m 3 0,002 PJ 0,02 % Warmte ARN 70% van m 3 0,15 PJ 1,4 % Warmtepomp Overige biomassa Onbekend kwh* 0,03 PJ 0,27 % Totaal 0,30 PJ 2,6 % 0,03 PJ 0,27 % *Geen gegevens over het jaar 2017 bekend. Daarom de cijfers van 2015 aangehouden. 62

89 9 Energiedoelstellingen en monitoring In dit hoofdstuk worden drie verschillende energiedoelstelling van de gemeente Nijmegen besproken en vergeleken met de behaalde besparings- en opwekpercentages. 9.1 Energiedoelstellingen Nijmegen Doelstelling 1: (Routeplanner) T.o.v wordt in % op energie bespaard uitgedrukt in Joule. Dat is 1,4 % per jaar Doelstelling 2 (Convenant of Mayors) T.o.v wordt in % duurzame energie opgewekt uitgedrukt in Joule. T.o.v.2008 wordt in % op energie bespaard uitgedrukt in CO 2. T.o.v.2008 wordt in % duurzame energie opgewekt uitgedrukt in CO 2. Dat is 1,1 % per jaar Dat is 1,25 % per jaar. Dat is 1,1 % per jaar Doelstelling 1 is de hoofddoelstelling die op de lange termijn (2045) moet worden gehaald. Doelstelling 2 is een tussenliggende doelstellingen (2020). De doelstelling 1 is uitgedrukt in Joule (een energie-eenheid) terwijl doelstelling 2 is uitgedrukt in CO 2 (een maat om de hoeveelheid gas en elektra uit te drukken). De doelstellingen worden hieronder in het kort besproken. Doelstelling 1: Routeplanner, lange termijn (tot 2045) Op 2 december 2013 is in een college besluit vastgesteld dat Nijmegen in 2045 een energieneutrale stad is. De leidraad daarvoor is beschreven in de Routekaart Power2Nijmegen op weg naar een energieneutrale stad. De energieneutrale stad wordt bereikt door 50 % besparen en 50 % duurzame opwek. Als we rekenen vanaf 2008 tot 2045 dan doen we daar 37 jaar over. Dat betekent een besparing in het verbruik van gemiddeld 1,4 % per jaar. De besparingscurve heeft een voornamelijk lineair verloop in de tijd (recht lijn). Voor de duurzame opwek is een verlaging van gemiddeld 1,3 % beoogd uitgaande van een lineair verloop. Echter voor opwek is de curve niet lineair maar neemt het opwekpercentage met de jaren steeds sneller toe. Versimpeld kan met zeggen dat tot 2020 de opwek met circa 0,5 % toeneemt en daarna tot 2045 met 1,7 %. De energiebesparing is uitgedrukt in Joule (en niet in CO 2 ). Doelstelling 2: Convenant of Mayors, korte termijn (tot 2020) In het collegebesluit van 28 november 2017 heeft het college besloten zich aan te sluiten bij de EU Convenant of Mayors. De energiedoelstelling die Nijmegen zich daarmee heeft geconformeerd is: Aan de doelstellingen van de klimaattop in Parijs, de daaruit voortvloeiende Europese klimaatambitie en onze gemeentelijke doelstellingen van een minimale reductie van 40% CO2- uitstoot in 2030 en 80% in 2050 te committeren De 40 procent energiereductie gaat niet alleen om de vermindering in de gebouwde omgeving maar ook om energieverbruik in de industrie evenals het energieverbruik bij mobiliteit. In het nog op te stellen actieplan voor duurzame energie en klimaat zal een verdere uitwerking van de Nijmeegse energiedoelstellingen moeten worden geformuleerd. Het ligt voor de hand de 63

90 energiedoelstellingen ten opzicht van het jaargang te nemen waar voor Nijmegen goede en bruikbare energiedata beschikbaar is. De energiedoelstelling in het convenant of Mayors is uitgedrukt in CO 2 (en niet in Joule). De opzet van het Covenant of Mayors is recentelijk gewijzigd en heet nu het Covenant of Mayors for Climate and Energy. De energie doelstellingen wijzigen vanwege de gewijzigde monitoring systematiek binnen het nieuwe Covenant. In voorliggende rapportage wordt daarom nog uitgegaan van de CO 2 doelstelling voor het jaar 2020 genoemd in het vorige convenant, zoals genoemd in bovenstaande tabel. 9.2 Vergelijking besparings- en opwekpercentages met energiedoelstellingen In deze paragraaf worden de besparings- en opwekpercentages zoals die in de vorige hoofdstukken staan, vergeleken met die zoals die in de verschillende energiedoelstellingen zijn geformuleerd. Doelstelling 1: (Routeplanner) Doelstelling 2 (Convenant of Mayors) Behaald in 2017 t.o.v (%) Beoogde tussendoelstelling in 2017 (totaal 9 jaar) Besparing -15,1 % - 12,6 % Opwek + 2,6 % + 4,5 % Besparing - 14,1 % -11,5 % Opwek + 3,3 % +9,9 % Aan de hand van de voorgaande hoofdstukken kunnen we deze percentages verder uiteen rafelen om inzicht te krijgen waaruit deze besparingspercentage zijn opgebouwd. Dat is in de volgende twee paragraven te lezen. 9.3 Behaalde opwekpercentages In onderstaande tabel is de opwek van duurzame energie samengevat. Bovendien zijn de percentages aan opwek voor beide doelstellingen op basis van Joule en CO 2 samengevat. Opwek % energiebesparing in Joule % CO 2 reductie In 2008 al aanwezige duurzame opwek op basis van Zonnepane len kwh 0,3 0,59 Joule (%) CO 2 (%) WKO m 3 0,2 0,14 Wind ,7 1,3 kwh Zonneboile m 3 0,02 0,012 rs Warmte ARN 70% van ,4 0,6 Warmtepo mp Overige biomassa m 3 Onbekend kwh 0,27 0,5 Totaal ,6 2,6 0,27 0,5 64

91 kwh (1 m 3 = 9,77 kwh) In de tabel staan de opwekpercentages die al vóór 2008 aanwezig waren en de percentages opwek die ná 2008 zijn behaald. Dit onderscheid is belangrijk voor het zuiver kunnen vergelijken van de energiedoelstellingen. 9.4 Behaalde besparingspercentages Om het verschil tussen een energiebesparing op basis van Joule en op basis van CO 2 duidelijk te maken worden in Figuur 34 en Figuur 35 het verbruik van gas en elektra gepresenteerd. In de eerste Figuur is de hoeveelheid energie uitgedrukt in Joule en de tweede uitgedrukt in CO 2. Hierbij zijn de volgende omreken factoren gebruikt: 1 GJoule gas = 51,17 kg CO 2; 1 GJoule elektra = 161 kg CO 2. Figuur 34: Verbruik gas en elektra in Peta Joule Figuur 35: Verbruik gas en elektra in CO 2 equivalenten (kg) 12,00 10, , P Joule 6,00 4,00 kg Co , , gas elektra warmte gas elektra warmte Op basis van Joule heeft gas het grootste aandeel in het totaalverbruik en ligt voor Nijmegen de verbruiksverhouding gas : elektra op 2 : 1. Op basis van CO 2 heeft elektra het grootste aandeelverbruik en ligt de verbruiksverhouding gas : elektra op 1 : 2, dus precies andersom. Bewust te zijn van deze wetmatigheid is nodig omdat bij een zelfde besparing op gas of elektra bij de ene energiedoelstelling een hoger besparingspercentage is dan bij de ander. Voorbeeld: Als er 2 % minder gas wordt verbruik dan is de totale energiebesparing op basis van Joule 1,3 % [2 % * 2/3 ] = 1,3 % terwijl dat op basis van CO 2 0,66 % [2 % *1/3]. In de bijlage is hierover meer te lezen. In Figuur 36 en Figuur 37 is het besparingspercentage van elektra en gas te zien, uitgedrukt in respectievelijk Joule en CO 2, voor de periode 2008 tot en met

92 Figuur 36: Verschil verbruik op basis van Peta Joule t.o.v (%) 4,0 2,0 0,0-2,0-4,0-6,0-8,0-10,0-12,0-14,0-16, elektra 0,0-0,8-0,7-1,5-1,7-1,9-3,2-3,7-3,6-3,7 gas 0,0-0,6 0,7-2,8-5,7-5,4-10,6-11,7-12,1-12,8 warmte 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,0 1,2 1,4 totaal 0,0-1,4 0,0-4,4-7,4-7,3-13,9-14,4-14,6-15,1 elektra gas warmte totaal Figuur 37: Verschil verbruik op basis van CO 2 t.o.v (%) 2,0 0,0-2,0-4,0-6,0-8,0-10,0-12,0-14,0-16, elektra 0,0-1,5-1,4-2,8-3,2-3,5-6,0-6,9-6,7-6,9 gas 0,0-0,3 0,4-1,7-3,3-3,2-6,2-6,9-7,1-7,5 warmte 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,6 0,6 0,8 totaal 0,0-1,8-1,0-4,5-6,5-6,6-12,2-13,2-13,2-13,6 elektra gas warmte totaal 66

93 9.4.1 Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van PJoule In onderstaande tabel is een verdere detaillering van het totale besparingspercentage te vinden. Deze percentages komen overeen met de percentages voor de doelstelling 1. Ze zijn namelijk gerelateerd aan het totaal energieverbruik uitgedrukt in PJoule. Let op dat dit percentage zijn ten opzicht van het totale energieverbruik en niet ten opzicht van alleen elektra of gas. Je kunt zien in hoeverre de besparing komt door gewijzigd elektra of gas verbruik en of het vooral particulieren of bedrijven zijn die besparen. Er is zelfs nog meer detail in de tabel opgenomen waardoor je inzicht krijgt in de daadwerkelijk oorzaken van de besparing of vermeerdering. Zo is het effect van sloop en nieuwbouw goed te zien en in hoeverre er sprake is van een echte besparing (minder verbruik bij hetzelfde doen). Besparingspercentage(%) (t.o.v. totale energieverbruik gerelateerd aan PJoule) Naar rechts toe een steeds verdere onderverdeling. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opmerking en mogelijk reden besparingspercentage: elektra/gas /warmte -15,1 Elektra -3,7 Elektra particulier +0,4 Besparing -0,5 Besparing in bestaande woningen. Groei +0,9 Toename door nieuwe woningen Elektra bedrijven -4,1 Biezen -0,7 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront en in rest van de wijk Goffert -2,8 Nagenoeg geheel te relateren aan één bedrijf (NXP) Havengebied -1,2 Voor 60 % het gevolg van de sluiting één bedrijf (Papierfabriek) Heijendaal +0,5 Toename door nieuwbouw en aansluiting op KWO. Mogelijk toename door magneten lab Lent +0,2 Stadscentrum -0,2 Westkanaaldijk +0,2 Waarschijnlijk productieverhoging van één bedrijf Overige wijken -0,3 Gas -12,8 Gas particulier -2,0 Besparing -3,3 Isolerende maatregelen, betere CV ketels, en herbouw woningen zorgen voor een grote daling in gasverbruik Groei +1,3 Extra gasverbruik door nieuwbouw woningen Gas bedrijven -10,9 Biezen -3,0 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront Goffert -1,9 Mogelijk door sloop van aantal panden maar mogelijk ook verlaging productieproces of enige vorm van besparingsmaatregelen NXP Havengebied -0,3 Sloop van bedrijfsgebouwen in o.a. Mercuriuspark Havengebied +1,4 CNG verkooppunt? Heijendaal -1,5 Renovatie en installatie KWO Lent -0,8 Sluiting WTC die op gas werd gestookt. Mogelijk ook deels door sluiting van een kassenbedrijf. Overige wijken -4,9 Warmte +1,4 Warmte woningen +1,4 Groei +1,4 Extra warmteverbruik door nieuwbouw woningen (Waalsprong/Waalfront) 67

94 9.4.2 Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van CO 2. In onderstaande tabel is een verdere detaillering van het totale besparingspercentage te vinden. Deze percentages komen overeen met de percentages voor de doelstelling 2. Ze zijn namelijk gerelateerd aan het totaal energieverbruik uitgedrukt in CO 2. Let op dat dit percentage zijn ten opzicht van het totale energieverbruik en niet ten opzicht van alleen elektra of gas. Je kunt zien in hoeverre de besparing komt door gewijzigd elektra of gas verbruik en of het vooral particulieren of bedrijven zijn die besparen. Er is zelfs nog meer detail in de tabel opgenomen waardoor je inzicht krijgt in de daadwerkelijk oorzaken van de besparing of vermeerdering. Zo is het effect van sloop en nieuwbouw goed te zien en in hoeverre er sprake is van een echte besparing (minder verbruik bij hetzelfde doen). Besparingspercentage(%) (t.o.v. totale energieverbruik gerelateerd aan CO2) Naar rechts toe een steeds verdere onderverdeling. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opmerking en mogelijk reden besparingspercentage: elektra/gas /warmte -13,6 Elektra -6,9 Elektra particulier +0,7 Besparing -0,8 Besparing in bestaande woningen. Groei +1,5 Toename door nieuwe woningen Elektra bedrijven -7,6 Biezen -1,3 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront en in rest van de wijk Goffert -5,1 Nagenoeg geheel te relateren aan één bedrijf (NXP) Havengebied -2,1 Voor 60 % het gevolg van de sluiting één bedrijf (Papierfabriek) Heijendaal +1,0 Toename door nieuwbouw en aansluiting op KWO. Mogelijk toename door magneten lab Lent +0,4 Stadscentrum -0,4 Westkanaaldijk +0,3 Waarschijnlijk productieverhoging van één bedrijf Overige wijken -0,7 Gas -7,5 Gas particulier -1,3 Besparing -2,1 Isolerende maatregelen, betere CV ketels, en herbouw woningen zorgen voor een grote daling in gasverbruik Groei +0,9 Extra gasverbruik door nieuwbouw woningen Gas bedrijven -6,2 Biezen -1,7 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront Goffert -1,1 Mogelijk door sloop van aantal panden maar mogelijk ook verlaging productieproces of enige vorm van besparingsmaatregelen NXP Havengebied -0,2 Sloop van bedrijfsgebouwen in o.a. Mercuriuspark Havengebied +0,8 CNG verkooppunt? Heijendaal -0,8 Renovatie en installatie KWO Lent -0,5 Sluiting WTC die op gas werd gestookt. Mogelijk ook deels door sluiting van een kassenbedrijf. Overige wijken -2,8 Warmte +0,8 Warmte woningen +0,8 Groei +0,8 Extra warmteverbruik door nieuwbouw woningen (Waalsprong/Waalfront) 68

95 10 Aanvullende kentallen t.b.v. energietransitie In dit hoofdstuk wordt een aantal kentallen gegeven die kunnen worden gebruikt bij de toekomstige berekeningen van de energietransitie. Het geeft niet een volledig beeld, want die is al in de rapportage Power 2 Nijmegen Routekaart beschreven. In die rapportage is een inschatting gemaakt van het besparings- en opwekpotentie voor een drietal scenario s: 2020, 2045 en 2045max. In de bijlage is een cijfermatige samenvatting gegeven Besparing woningen naar label B (aardgas) Door isolatie in een gebouw wordt bespaard op ruimteverwarming. De mate van isolatie komt terug in het energielabel van een woning. Als een woning een energielabelsprong maakt van label F naar B dan is het huis zodanig geïsoleerd en/of heeft het zo veel duurzame energie opwek dat het energieverbruik niet meer bij een label F maar label B hoort. Als we er nu vanuit gaan dat een labelsprong geheel het gevolg is door isolatie maatregelen dan kunnen we berekenen hoeveel m 3 gas wordt bespaard als alle woningen naar een label B overgaan. Maar hoe bereken je dat? Daar hebben we een aantal gegevens voor nodig, namelijk het gasverbruik per energielabel en het totale vloeroppervlak per energielabel (Tabel 21) Berekening gasverbruik (m 3 /m 2 ) per energielabel Het gasverbruik (m 3 / m 2 ) per energielabel is berekend met de energie-labels en energiedata van de woning van woningcorporaties. Dit zijn woningen waarvan de energielabels definitief zijn vastgesteld. De berekening van het gasverbruik per label kan niet worden uitgevoerd met de energielabels en energiedata van álle woningen in Nijmegen omdat: De energielabels van de meeste woningen alleen op basis van ouderdom is bepaald, dus zonder gedegen onderzoek. Veel oudere woningen met een slecht label hebben in de tussenliggende jaren wel enige vorm van isolatie gekregen (bv dubbel glas), waardoor ze feitelijk in een betere energielabel moeten worden ingedeeld. De gasverbruiksdata is alleen op het niveau van postcode 6 beschikbaar. Binnen een dergelijk postcode 6 gebied zijn er woningen met verschillende energielabels aanwezig. Hierdoor is het gasverbruik van het postcode 6 niet aan een bepaald energielabel te relateren. Tabel 21: Per energielabel het aantal, oppervlakte en gasverbruik Nijmegen Gebaseerd op: Gebaseerd op: Gas (m 3 /m 2 ) Aantal oppervlakte (m 2 ) Label verblijfsobjecten A+ 8, A 9, B 10, C 12, D 13, E 14, F 14, G 15, Ook de CBS database geeft informatie over het gasverbruik per m2 vloeroppervlak. In Tabel 22 is het gasverbruik per m2 woonoppervlak per woningtype en per energielabel gegeven. 69

96 Tabel 22: Gasverbruik in m3/m2 per woningtype en energielabel Appartement Tussenwoning Hoekwoning Twee-onder-één-kap Vrijstaande woning woning Totaal Label A Label B Label C Label D Label E Label F Label G Geen label Uit de Tabel kan het volgende worden opgemaakt: Het gasverbruik per m 2 varieert tussen de 8,8 m 3 / m 2 (A+) tot 15,2 m 3 / m 2 (G) op basis van de data uit energie in beeld Het gasverbruik per m 2 varieert voor een tussenwoning tussen de 8,4 m 3 / m 2 (A, tussenwoning) tot 16,5 m 3 / m 2 (G, hoekwoning) op basis van de data van CBS De maximale potentie gasbesparing als alle woningen naar minimaal label B overgang wordt in Tabel 23 getoond. Tabel 23: Potentie gasbesparing bij energielabelsprong naar label B Label Aantal Oppervlakte (m 2 ) Gas m 3 / m 2 Verschil naar label B (m 3 / m 2 ) Op basis van Nijmeegse kentallen m 3 gasbesparing A ,8 A ,8 B ,9 C ,4 1, D ,2 2, E ,7 3, F ,4 3, G ,2 4, som Uit de Tabel kan het volgende worden opgemaakt: De maximale besparing als alle woningen naar minimaal een label B worden geïsoleerd is m 3. Dat komt overeen met een besparing van 11% t.o.v. het totale gasverbruik besparing en 29 % ten opzicht van het totale particulier gasverbruik De totale besparing bij een labelsprong naar label B is 0,68 PJ Besparing woningen elektra Om een inschatting te maken van het maximale besparingspercentage bij particulieren is gebruik gemaakt van kentallen uit de Energie Altas (Bosatlas): Jaarverbruik in kwh/jaar Jaarverbruik (% van totaal) Percentage Verspilling (%) Besparingspotentiaal (kwh per jaar) (=jaarverbruik x verspilling) Besparingspotentiaal (% van totaal) Verlichting , ,3 70

97 Koelen , ,3 Verwarmen 297 8, ,1 Televisie 276 7, ,5 Warmwater 267 7, ,8 Audiovisueel 240 6, ,7 Vriezen 224 6, ,0 ICT 222 6, ,6 Koken 170 4, ,9 Ventilatie 148 4, ,3 Wasdroger 146 4, ,3 Vaatwasser 140 4, ,6 Wasmachine 138 3, ,6 Stofzuiger 83 2, ,2 Keuken 73 2, ,4 Verzorging 73 2, ,1 Vrijetijd 51 1, ,1 Overig 41 1, ,9 0 0,0 Totaal ,8 Uit deze kentallen blijkt dat het maximale besparingspercentage op 42 % ligt. Dat percentage wordt gehaald als van álle apparaten in het huishouden de méést zuinige wordt genomen. Of dat percentage haalbaar is ligt eraan of de particulieren deze apparaten ook daadwerkelijk gaan aanschaffen. Aan de ene kant leveren energiezuinige apparaten een besparing op maar ze kunnen ook het energieverbruik verhogen. Dat komt door het gedrag van mensen. Als apparaten energiezuiniger worden kunnen ze mogelijk ook meer worden gebruikt bv meer was drogen met de wasdroger. Aan ander gedragseffect is dat er extra mensen zijn die apparaten gaan kopen doordat ze energiezuinig zijn. Met andere woorden, het beschikbaar hebben van energiezuinige apparaten wil nog niet zeggen dat er ook daadwerkelijk sprake is van een besparing. Een besparingspercentage van 42 % lijkt voor een particulier huishouden aan de hoge kant. Vanaf 2008 tot nu is er binnen een huishouden een jaarlijkse besparing van 1,0 %. Als deze trend aanhoudt dan bedraagt de besparing 37 procent in De uiteindelijke besparing zal tussen de 30 en 40 % liggen wat neerkomt op een besparing van 0,23 PJ tot 0,28 PJ Opwek: zonnepalen Zonnepanelen op daken Duurzame energie kan middels zonnepanelen op daken opgewerkt worden. Wat is in Nijmegen het maximaal haalbaar hierin? Dat kan worden berekend met de volgende formule: 80 % van de daken * 20% van het totale oppervlakte pand [m 2 ] * 110 [kwh]/[ m 2 ] 80 % van de daken: het is niet de verwachting dat op álle huizen de zonnepanelen kunnen worden geplaatst. Dat kan zijn om bouwtechnische redenen of omdat het een monument is of omdat er te veel schaduw is door bijvoorbeeld bomen in de straat. 20% is een geschat percentage voor de oppervlakte van daken, dat geschikt is voor zonnepanelen. Voor schuine daken zijn de hellingshoek, schaduwkant en afgeschuinde kanten een belemmering. Voor platte daken zijn installaties, loopruimte en liftschachten een belemmerende factor. 71

98 110 kwh/m2 is een geschat kental op basis van 1) 125 kwh/m2 op schuine daken [panelen van 250 Wpiek met een oppervlakte 1 bij 1,6 meter en een 80 % omrekenfactor om naar kwh te komen] en 2) 60 kwh/m2 op platte daken. Met een totaal dakoppervlakte in Nijmegen van m 2 kan kwh/j worden opgewekt. Dat komt overeen met panelen (van 250 Wpiek) op de daken van woningen en bedrijven, 15 % van het totale elektra verbruik en circa 0,5 PJoule. Zonnepanelen in open veld (zonneweide) Zonnepanelen kunnen behalve op daken ook in een open veld geplaatst worden. Om een beetje een gevoel te krijgen voor de grootheden oppervlak en opbrengst van zonneweides is hieronder een fictief zonneveld uitgewerkt. Er wordt fictief een zonneweide in Nijmegen Noord aangelegd (Zie Figuur 38). Deze heeft een oppervlakte van m 2. Een zonneweide kan ongeveer 60 kwh per m 2 opleveren. Voor deze zonneweide betekent dat een opbrengst van kwh. Dat komt overeen met 1,5 % van de totale elektravraag van Nijmegen en 0,05 PJ. Uitgaande van een paneel van 1 bij 1,6 meter (250 Wpiek) zijn dat ongeveer zonnepanelen. Figuur 38: Fictieve locatie zonneweide Berekening fictieve situaties Tot slot is een berekening gemaakt hoeveel zonnepalen er nodig zijn om het totale elektraverbruik en het totale energieverbruik in Nijmegen in 2045 op te wekken met zonnepanelen. Elektra: In 2008 was het totale elektraverbruik circa kwh. Uitgaande van een besparing van 40 % is dat in kwh. Met een zonnepaneel met het huidige rendement komt dat overeen met miljoen panelen. Gas: In 2008 was het totale gasverbruik m3 gas of kwh. Uitgaande van een besparing van 50 % in het jaar 2045 is dat kwh. Met een zonnepaneel met het huidige rendement en een warmtepomp met een COP van 3 komt dat overeen met panelen. Elektra+gas: In totaal zijn er zonnepalen nodig om de totale energiehoeveelheid te dekken met zonnepanelen. Daarvoor is een oppervlakte nodig van circa m2. Vergelijk dat eens met het totale oppervlakte van Nijmegen van miljoen m 2 (inclusief uiterwaarden e.d.) Opwek WKO Uit berekeningen in WKO rapportages blijkt dat een WKO systeem vooral een gasbesparing oplevert (zie Figuur 39 voor een rekenvoorbeeld uit een WKO-rapportage). 72

99 Figuur 39: Voorbeeld berekening Energieverbruik en emissie van een WKO installatie Dat komt omdat het opgepompte warme water via een warmtepomp op een hogere temperatuur moet worden gebracht. Daarvoor is veel elektriciteit nodig. In onderstaande berekeningen wordt er vanuit gegaan dat de besparing geheel ten goede komt aan de besparing op gas. Het is niet uit te sluiten dat er bij bepaalde systemen nog een besparing van bijvoorbeeld 20 % op elektriciteit mogelijk is maar dat wordt hier even buiten beschouwing gelaten. Momenteel beschikken we niet over het daadwerkelijk verbruik en opbrengst van de WKO systemen. Op basis van bovenstaande tabel kunnen we opmaken dat een KWO systeem 60 % CO 2 reductie bewerkstelligt. In de praktijk heeft WKO twee belangrijke beperkingen: 1) het is moeilijk toepasbaar in bestaande gebouwen en 2) het gebouw moet ook een koude vraag hebben. Om een realistische maximale opwek van WKO te bepalen is een inventarisatie nodig van panden met een koude vraag. Dit zullen vooral de nieuw te bouwen of te renoveren kantoorgebouwen, onderwijsinstellingen en verzorgingsgebouwen zijn. Functie Aantal Oppervlakte (m 2 ) Verbruik bij 15 m 3 / m 2 gezondheidszorg kantoor onderwijs Uitgaande van de oppervlakte van deze bedrijfsfuncties is de gasbesparing met WKO maximaal m 3. Dat is 18 % van het totale gasverbruik. De kantoren, onderwijs en gezondheidszorg liggen nogal vaak geclusterd bij elkaar zodat het oppervlakte de beperkende factor wordt van hoeveel WKO systemen daar mogelijk zijn. Bovendien is WKO alleen goed mogelijk na nieuwbouw of grote renovatie. Uitgaande dat 25 % van alle kantoren en ziekenhuizen en onderwijs nieuw wordt gebouwd/gerenoveerd dan komt dat neer op m 3, 4,4 % van het totaal gasverbruik, 0,29 PJ en 250 WKO systemen. Hoeveel grondoppervlakte is daarvoor nodig? Op basis van de rapportages van de huidige WKO systemen weten we dat per m 2 grondoppervlak tussen de 1,17 en circa 2,35 m 3 gas kan worden bespaard. Als we uitgaan van de wat kleinere systemen dan zou een besparing van rond de 1 m 3 gas per m 2 oppervlak mogelijk zijn. Bij een besparing van m 3 is het benodigd grondoppervlakte m 2. Vergelijk dat eens met het totale oppervlakte van Nijmegen van miljoen m 2 (inclusief uiterwaarden e.d.). Hoeveel gas wordt er per doublet 1 WKO bespaard? Uit de kentallen uit een eerder hoofdstuk blijkt dat er m 2 gas wordt bespaard met 22 WKO doubletten. Dat betekent dat per WKO systeem (doublet) circa m 3 aardgas of 0,0011 PJoule wordt bespaard 73

100 10.5 Lucht-water warmtepomp Een bestaande woning heeft circa 35 GJ aan warmte nodig heeft. Dat is gelijk aan 1000 m 3 gas of kwh. Een warmtepomp heeft ongeveer een COP(rendement) van 4. Dat betekent dat de energie die nodig is voor de verwarming een vierde deel is namelijk kwh. De rest van de energie kwh haalt de warmtepomp uit de lucht, grond of water (afhankelijk welke warmtepomp wordt gebruikt). Een woning of weq met een warmtepomp bespaard 0, PJoule aan energieverbruik. In de praktijk zal je pas z n warmtepomp gebruiken als eerst de woning flink wordt geïsoleerd waarmee de warmtebehoefte sterk wordt verlaagd Opwek: Wind De prognose 2017 voor de vier windturbines in Nijmegen Noord in totaal kwh/j. Bij een gemiddeld verbruik van kwh per huishouden wordt daarmee een equivalent van huishoudens geleverd. Vier windturbines wekken 0,091 PJ op; dat is 0,0182 PJ pér windturbine. In de routekaart wordt voor 6 windturbines 0,23 PJ aan elektra opgewekt, dus 0,038 PJ per windturbine. Er moet worden bekeken waar dit verschil aan kan liggen. Bron: Windpark app Opwek: warmte Geothermie Eén ultradiepe geothermie installatie heeft een vermogen van grofweg 30 Megawatt. Met zo n installatie kan MWh per jaar aan warmte worden geleverd. Dat is ongeveer gelijk aan m 3 gas en 0,95 PJ. Bij een gemiddeld verbruik van m 3 gas per woning kunnen, bij een warmteverlies van 30 % in de leidingen, circa woningen met warmte worden voorzien. ARN Bij de ARN is op dit moment een vermogen van 43 Megawatt(thermisch) aan warmtelevering mogelijk. Dat komt overeen met circa 1,3 PJ en m 3 gas. Bij een gemiddeld verbruik 74

101 van m 3 gas per woning, kunnen daarmee woningen met warmte worden voorzien. Bij een warmteverlies van 30 % in de leidingen zijn dat woningen. Als we ervanuit gaan dat de geleverde warmte voor 70 % duurzaam is dan is dat 1,3 *0,7 = 0,9 PJ aan duurzame warmte. Als er minder warmte in een woning wordt verbruikt bv 1000 m 3 gas per jaar, dan kunnen woningen op het warmtenet worden aangesloten (rekening houdend met warmteverlies in de leidingen). Overigens, de ARN kan meer warmte leveren. Daarvoor moeten wel grote investeringen worden gedaan om ook de tweede warmtelijn/ketel in de ARN geschikt te maken voor levering aan het warmtenet. Het is dus mogelijk om in theorie het vermogen naar het warmtenet te verdubbelen. Het is belangrijk om te weten dat bij de levering van warmte door de ARN een elektriciteitsderving optreedt. De elektriciteitsderving bedraagt 0,055 kwhe/mjth. Als woningen met warmte worden voorzien dan kan de ARN kwh (0,24 PJ) minder elektriciteit opwekken. Gasverbruik omgerekend naar warmteverbruik Hieronder volgt indicatie berekening van het totale basisvermogen warmte dat nodig is om het gehele gasverbruik met een warmtenet te verduurzamen. Uitgangspunten: 1. Het totale gasverbruik bedraagt m3 2. Een toekomstige 30 % gasbesparing 3. 30% warmtetransportverlies. (factor 1,4) 4. Het gasverbruik voor warm tapwater bedraagt 1/4 deel van het totale gasverbruik. 5. De aansluitwaarde van een woning bedraagt een 90 ste deel van het gasverbruik voor ruimteverwarming. Voorbeeld: Een woonhuis met een gasverbruik van m3/j heeft dan een aansluitwaarde warmte van 1500*3/4 / 90= 12,5 kw. 6. De gelijktijdigheidsfactor van het warmtenetsysteem bedraagt 60 %. 7. De basislast bedraagt 33 % van het pieklast. Met het basislastvermogen kan 80 % van de warmte worden geleverd. Aan de hand van de bovenstaande gegevens bedraagt het totale basislastvermogen voor warmte: * 0,7 * 1,4 * 0,75 / 90 *0,6 * 0,33 = 250 MWatt Autonome groei In 2008 werd er 11,0 PJ aan energie verbruikt. Maar wat zou de netto groei in gas en elektra verbruik zijn als er verder geen energie besparende maatregelen worden genomen? Dat is niet heel eenvoudig te beantwoorden. In de Routekaart wordt een toename van 0,5 PJ tot het jaar 2020 berekend en blijft dan tot 2045 constant. Hieronder volgt een berekening om deze inschatting in orde van grootte te kunnen reproduceren. Toename woningen: Tot 2045 worden er voor de Waalsprong/Waalfront circa woningen gebouwd en in de bestaande stad nog eens extra woningen, tezamen circa woningen. Uitgaande van 700 m3 gas (equivalent) en kwh elektra per woning is dat in totaal aan energieverbruik 0,41 + 0,24 = 0,65 PJ. Toename bedrijven: Daarnaast zullen ook nieuwe bedrijfsterreinen bijkomen bijvoorbeeld in Waalsprong Noord. Uitgaande van circa 50 ha bedrijfsterrein, met een derde deel bouwoppervlakte, dan zijn dat gemiddeld genomen 150 bedrijven (1000 m2 per bedrijf). Uitgaande van een vergelijkbare huidige energiebehoefte van m3 gas en kwh elektra per bedrijf dan zijn is dat in totaal m3 gas en kwh elektra: gelijk aan 0,08 PJ+0,05 PJ = 0,13 PJ. Afname woningen: Er wordt geen afname van woningen verwacht. Afname bedrijven: In eerdere paragraven hebben we gezien dat de sloop van een aantal grote bedrijven in het Waalfront een grote daling in het verbruik laat zien, namelijk 0,3 PJ. Of er ook andere bedrijfsgebieden worden gesloopt is niet geïnventariseerd, maar waarschijnlijk niet meer op zo n grote schaal. 75

102 Per saldo is een autonome groei van circa 0,78 PJ zoals in de Routeplanner is ingeschat een redelijke inschatting. Door de autonome groei wordt er in 2045 in totaal 11,8 PJ aan energie verbruikt door woningen en bedrijven. 76

103 11 Aanvullende statistiek op verbruik elektra en gas In Figuur 40 is de verdeling van het gemiddeld elektra verbruik van particulieren te zien (op postcode 6 niveau). Met zo n verdeling (histogram) kan je bekijken hoeveel het verbruik tussen huishoudens varieert: wat komt het meeste voor en hoeveel verschil is er. (In totaal zijn er postcode-6 gebieden). Figuur 40: Histogram van gemiddeld verbruik elektra (kwh) in postcode 6 gebieden (2015) Aantal Meer kwh per jaar Het gemiddeld verbruik ligt op kwh/jaar. 95 % van alle huishoudens hebben een verbruik dat ligt tussen de 907 en kwh/jaar. Vanuit de CBS cijfers is een onderverdeling te maken van het gemiddeld jaarverbruik elektra per buurt en per woningsoort (Tabel 24) (jaar 2017). We zien een stijgende trend in het jaarverbruik van kleine woningen (2.540 kwh/j voor appartement) naar grote woningen (4.410 kwh/j voor vrijstaande woning). Ook blijkt dat het verbruik van een eigenwoning (3.040 kwh/j hoger ligt dan in die van een huurwoning (2.190 kwh/j). Tabel 24: Gemiddeld jaarverbruik elektra (kwh/j) per buurt per woningsoort Totaal Appartement Tussenwoning Hoekwoning Tweeonderéén-kap Vrijstaand e woning Eigen woning Huurwoning woning Nijmegen Wijk Nijmegen- Centrum Benedenstad Stadscentrum Wijk 02 Nijmegen-Oost Bottendaal Galgenveld Altrade Hunnerberg Hengstdal Kwakkenberg Groenewoud Ooyse Schependom

104 Wijk 03 Nijmegen-Oud- West Biezen Wolfskuil Wijk 04 Nijmegen- Nieuw-West Hees Heseveld Neerbosch- Oost Haven- en industrieterrei n Wijk 05 Nijmegen- Midden Nije Veld Hazenkamp Goffert St. Anna Heijendaal Wijk Nijmegen-Zuid Hatertse Hei Grootstal Hatert Brakkenstein Wijk 07 Dukenburg Tolhuis Zwanenveld Meijhorst Lankforst Aldenhof Malvert Weezenhof Vogelzang Staddijk Wijk 08 Lindenholt 't Acker De Kamp 't Broek Kerkenbos Westkanaaldijk Neerbosch- West Bijsterhuizen Wijk 09 Nijmegen- Noord Oosterhout Ressen Lent

105 11.1 Elektra particulier: Verbruik per m Als we kijken naar de verdeling van het verbruik per m 2 vloeroppervlakte (op postcode 6 niveau) blijkt dat het gemiddeld verbruik per m 2 25,9 kwh is. 95 % van alle huishoudens hebben een verbruik dat ligt tussen de 11,2 en 38,5 kwh/m 2. De verdeling van het verbruik kent een grote spreiding. Figuur 41: verbruik (kwh) per m2 vloeroppervlakte Aantal Kwh per m2 Waarom is er zo n grote spreiding? Allereest komt dat omdat niet iedereen hetzelfde gedrag vertoond op energieverbruik: sommige mensen verbruiken simpelweg meer dan andere. Maar de spreiding komt voor een groot deel ook doordat er geen lineair verband is tussen de vloeroppervlakte en het verbruik. Kijk maar eens naar de histogrammen waarin het verbruik (kwh) per m 2 per woningtype is gegeven. Figuur 42: verbruik elektra (kwh) per m 2 per woningtype Aantal kwh/m2 appartement flat twee onder 1 kap woning bovenwoning totaal Er is een brede spreiding en verbruik/m 2 bij alle woningen bij elkaar (lijn totaal) De histogrammen van de verschillende woningtypen verschillen van elkaar: o Een vrijstaande woning heeft het minste verbruik per m 2. Dat is op zich logisch omdat de grote energieslurpers (wasmachine, wasdroger, vaatwasser etc.) eenmalig in een woning aanwezig zijn. Dit verbruik wordt over een groter oppervlakte verdeeld (gemiddelde vrijstaande woning 290 m 2 ). 79

106 o o Een flat verbruikt het meeste elektra per m 2. Een vloeroppervlakte van een woning is een flat is dan ook veel lager (gemiddeld 75 m 2 ) waardoor het verbruik van de grote energieslurpers over een kleiner oppervlakte worden verdeeld. Daarnaast kan bij flats de tapwaterverwarming via een elektrische boiler (vanwege blokverwarming) worden verwarmd. Een woning, twee onder 1 kap, een bovenwoning zitten tussen het kwh/m 2 verbruik van een vrijstaande woning en flat, eveneens qua gemiddeld vloeroppervlakte. Het CBS verschaft ook informatie over het elektraverbruik per m2 maar dan per bewoner. Het elektraverbruik (in kwh/j en kwh/m2) per bewoner per woningtype en per oppervlakte van de woning is in Tabel 25 gegeven. Tabel 25: Elektraverbruik (kwh/j) per woningtype en woonoppervlak (kwh/m2) per bewoner Opp range Op per vlak Appartement Kwh/ m2 Tussen woning Kwh/m2 Hoekwo ning Kwh /m2 Tweeonderéénkap Kwh/ m2 Vrijsta ande wonin Kw h/ m2 (m2 ) woning g Totaal tot 50 32, m² 50 tot 75 37, m² 75 tot , m² 100 tot m² 150 tot m² 250 tot 500 m² Het verbruik van één bewoner stijgt in absolute zin naarmate het woningoppervlakte stijgt. Naar mate de woning groter wordt daalt het verbruik per m2 van één bewoner sterkt. Uitgaande van 2,2 personen in een woning is het totale verbruik circa 26 kwh/m2. Dit is gelijk aan de cijfers zoals uit de BAG en Energie in beeld blijkt. Tot slot is het elektraverbruik van één persoon gegeven in verschillende woning types bij een verschillende aantal personen in de woning. (CBS, Tabel 26). Tabel 26: Elektra verbruik (kwh/j) per woningtype en aantal bewoners Appartement Tussenwoning Hoekwoning 2-1 Vrijstaande woning woning totaal persoon personen personen personen personen Uit deze tabel blijkt: - Bij meer personen in een woning daalt het verbruik van één persoon. Bijvoorbeeld: bij 1 persoon in een appartement is het verbruik van één persoon kwh/j. Bij 5 personen in een appartement is het verbruik van één persoon 557 kwh. - Personen in een kleine woningen verbruiken minder elektra dan personen in een grote woningen. Bijvoorbeeld: Bij 4 personen in een appartement is het verbruik van 1 persoon 736 kwh. In een vrijstaande woning is dat kwh/ per persoon. 80

107 11.2 Elektra particulier: Verbruik per m 2 per wijk Als we kijken naar de verschillen in elektra verbruik per m 2 tussen de wijken zien we dat er geen wijken zijn waar bijzonder meer of minder wordt verbruikt per m 2. De verschillen tussen de wijken zijn klein. De industriewijken moeten bij het vergelijk buiten beschouwing worden gelaten. Figuur 43: Elektra verbruik kwh per m 2 per wijk Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 11.3 Gas particulier: Gemiddeld verbruik Als we kijken naar het gemiddeld gasverbruik van particulieren (op postcode 6 niveau) zien we een grote spreiding in het verbruik Figuur 44: Histogram van gemiddeld verbruik gas (m 3 ) van postcode 6 gebieden Aantal m3 per jaar Het gemiddeld verbruik is m 3 /jaar. 81

108 Er is sprake van een scheve verdeling: meer grootverbruikers dan kleingebruikers. 50 % van de huishoudens verbruikt minder dan m 3 /jaar, 50% meer. 95 % van alle huishoudens een verbruik hebben die ligt tussen de tussen de 429 en m 3 /jaar Vanuit de CBS cijfers is een onderverdeling te maken van het gemiddeld jaarverbruik gas per buurt en per woningsoort (Tabel 27) (jaar 2017). We zien een stijgende trend in het jaarverbruik van kleine woningen (970 m3/j voor appartement) naar grote woningen (2.680 m3/j voor vrijstaande woning). Ook blijkt dat het verbruik van een eigenwoning (1.400 m3/j hoger ligt dan in die van een huurwoning (1.100 m3/j). Tabel 27: Gemiddeld jaarverbruik gas (m3) per buurt per woningsoort Totaal Appartement Tussen Hoek 2-1 Vrij Eigen Huur Nijmegen Wijk 01 Nijmegen Centrum Benedenstad Stadscentrum Wijk 02 Nijmegen-Oost Bottendaal Galgenveld Altrade Hunnerberg Hengstdal Kwakkenberg Groenewoud Ooyse Schependom Wijk 03 Nijmegen-Oud- West Biezen Wolfskuil Wijk 04 Nijmegen-Nieuw- West Hees Heseveld Neerbosch-Oost Haven- en industrieterrein Wijk 05 Nijmegen- Midden Nije Veld Hazenkamp Goffert St. Anna Heijendaal Wijk 06 Nijmegen-Zuid Hatertse Hei Grootstal Hatert Brakkenstein

109 Wijk 07 Dukenburg Tolhuis Zwanenveld Meijhorst Lankforst Aldenhof Malvert Weezenhof Vogelzang Staddijk Wijk 08 Lindenholt 't Acker De Kamp 't Broek Kerkenbos Westkanaaldijk Neerbosch-West Bijsterhuizen Wijk 09 Nijmegen-Noord Oosterhout Ressen Lent Opvallend is het lage gemiddelde gasverbruik in de wijken van Nijmegen Noord. Dat komt omdat het CBS bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meetelt indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit Gas particulier: Verbruik per m 2 Als we kijken naar de verdeling van het verbruik per m 2 vloeroppervlakte (op postcode 6 niveau) kan het volgende worden opgemaakt: Gemiddeld genomen wordt er 12,1 m 3 / per m 2 vloeroppervlakte verbruikt. Ook hier zien we een scheve verdeling: meer grootverbruik dan kleinverbruik. 50 % van de huishoudens verbruikt minder dan 12,1 m 3 /m 2, 50% meer. 95 % van alle huishoudens een verbruik hebben die ligt tussen de 5,3 en 18,8 m 3. Figuur 45: Histogram aardgasverbruik m 3 per m 2 vloeroppervlakte Frequentie ,3 1,6 2,8 4,0 5,3 6,5 7,7 9,0 10,2 11,4 12,7 13,9 15,1 16,4 17,6 18,8 20,1 21,3 22,5 23,8 25,0 26,2 27,5 28,7 29,9 31,2 32,4 33,6 34,9 Meer m3/m2 83

110 11.5 Gas: Particulier, Verbruik per m 2 per wijk Voor het gemiddeld gasverbruik per m 2 (van de particulieren) blijkt dat er (met uitzondering van de industriewijken) enig verschil tussen de wijken is, maar vanwege bepaalde effecten in de database is het niet eenduidig vast te stellen waardoor deze kleine verschillen bestaan. Figuur 46: Gemiddeld gasverbruik per m 2 per wijk Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 11.6 Gas en elektra: Bedrijven, Verbruik per m 2 Op basis van de gegevens energie in beeld zijn er geen goede kentallen te herleiden voor het gas- en elektraverbruik per m 2 vloeroppervlakte bij bedrijven. Aan de ene kant is het onderscheid in verbruik tussen particulier en zakelijk te onnauwkeurig. Aan de andere kant zijn de verschillen tussen bedrijven dermate groot dat een goede inschatting per pand niet mogelijk is. Gas, bedrijven Voor het gasverbruik t.b.v. ruimteverwarming + warm tapwater kunnen we wel bij benadering kentallen gegeven. Zo zijn er onderstaande gangbare kentallen per gebruiksfunctie voor het gasverbruik per m 2 vloeroppervlak. Functie Gasverbruik (m 3 /m 2 ) bijeenkomstfunctie 15 gezondheidszorgfunctie 24 industriefunctie 10 kantoorfunctie 15 logiesfunctie 22 onderwijsfunctie 15 overige gebruiksfunctie 16 sportfunctie 20 winkelfunctie 14 Voor een groot deel van de panden kunnen deze kentallen worden gebruikt om het gasverbruik van het pand te berekenen. Maar er zijn ook bedrijven die ook nog gas verbruiken voor het productieproces of klimaatbeheersing. De gashoeveelheden kunnen per bedrijf erg verschillen. Vaak is het zo dat zodra gas voor het productieproces wordt gebruik dit ook meteen in grote hoeveelheden is. 84

111 Vanuit de CBS database zijn er kentallen beschikbaar over het verbruik per m2 voor gas en elektra, per bedrijfsoppervlak, per bouwjaar en per bedrijfstak (Tabel 28). Tabel 28: Kentallen verbruik per m2 voor gas en elektra per bedrijfsoppervlak, per bouwjaar en per bedrijfstak Detailhan del met koeling Detailhan del zonder koeling Horeca: café Horeca: restaurant Horeca: cafetaria Kantoor: overheid Kantoor: overig Onderwijs : primair 0 tot 250 m² 250 tot 500 m² m3/m2 500 tot 1000 m² 1000 tot 2500 m² 2500 tot 5000 m² 0 tot 250 m² 250 tot 500 m² kwh/m2 500 tot 1000 m² 1000 tot 2500 m² 2500 tot 5000 m² Tot ,8 18,6 16,5 12,0. 219,7 186,8 224,1 237, tot ,2 17,8 15,7 12,0. 232,0 179,8 252,2 289,3 217, tot ,4 17,9 12,6 12,0. 243,2 169,2 256,7 293,8. Vanaf ,4 12,5 9,9 9,3 5,9 233,9 148,9 221,1 265,3 196,9 Tot ,8 12,8 9,7 7,6. 98,7 80,1 70,3 73, tot ,1 12,6 9,4 7,5 7,3 101,4 82,2 67,7 73,0 71, tot ,9 10,7 8,6 7,6 6,2 119,9 90,1 72,0 80,1 59,1 Vanaf ,8 8,8 6,9 5,8 5,5 116,4 94,7 74,6 76,9 75,0 Tot ,1 17,0 14,7 11,8. 167,4 120,5 93,9 75, tot ,5 17,6 14,8 10,6. 137,5 109,9 85,4 63, tot ,9 16,8 13, ,0 125,8 104,8.. Vanaf ,6 20,4 12, ,6 135,7 90,1.. Tot ,5 31,1 24,3 17,9. 260,4 185,1 135,7 94, tot ,5 34,5 26,5 20,4. 217,7 169,0 138,9 123, tot ,4 35,9 29, ,5 205,8 169,3.. Vanaf ,1 33,0 31,0 38,2. 177,4 217,5 199,5 159,2. Tot ,3 25,8 19, ,9 161,2 158, tot ,6 36,1 28, ,8 153,5 150, tot ,3 36, ,2 211,4... Vanaf ,3 22,1 27, ,3 218,8... Tot ,4 19,3 17,3 13,8. 56,1 51,3 42,7 53, tot ,7 17,5 15,0 13,2 11,0 58,9 46,1 47,7 48,1 81, tot ,3 17,6 14,7 12,4 11,3 55,1 47,3 50,4 64,7 80,9 Vanaf ,8 17,1 13,7 10,7 14,5 73,6 56,9 65,6 62,3 89,9 Tot ,9 16,5 14,2 12,3. 58,1 44,6 45,7 55, tot ,0 16,5 14,0 11,9 13,0 57,2 49,9 51,8 58,3 65, tot ,1 14,3 12,1 11,0 11,1 58,7 57,0 59,3 66,0 73,9 Vanaf ,0 11,4 11,1 10,3 9,7 55,9 53,8 60,8 71,4 81,2 Tot ,1 12, ,6 24, tot ,9 14,0 11,7 8,1. 32,3 28,1 25,1 18, tot ,1 13,0 9,7 6,8. 34,3 29,8 27,3 21,1 Vanaf ,8 16,3 13,8 8,6 19,6 40,2 40,5 34,7 34,3 37,0 Uit de tabel kan het volgende worden opgemaakt: Het gasverbruik van detailhandel, cafés en kantoorgebouwen ligt tussen de 10 en 20 m3/m2, gemiddeld 15 m3/m2. Het gasverbruik van horeca met restaurant/cafetaria ligt hoger, rond de 20 a 40 m3/m2. De grotere gebouwen verbruiken rond de 12 m3/m2 vergelijkbaar met het verbruik in woningen. Kleine bedrijfsoppervlakte verbruiken per m2 meer gas dan grote bedrijfsoppervlaktes. Het elektraverbruik per m2 voor detailhandel met koeling is relatief groot en ligt rond 250 a 300 kwh per m2. De kleine horeca gelegenheden verbruiken rond de 200 a 250 kwh per m2. Kantoren verbruiken circa 60 kwh/m2 85

112 Bijlagen 86

113 Bijlage 1: Overzicht gegevens in de bronnen BAG en WOZ BAG Pand Pand id Nummer van het pand Verblijfsobject _id Volgnummer van verblijfsobject in het pand. Bouwjaar Bouwjaar van het pand Actcode V (vervallen) of A (actief) Status Bv. pand in gebruik, pand gesloopt, niet gerealiseerd pand Geografie Vlak van het pand BAG Verblijfsobject Verblijfsobject id Volgnummer van verblijfsobject Adres_ id Volgnummer van adres in het verblijfsobject Gebruik1 woonfunctie of industriefunctie Gebruik 2 Onderverdeling in 8 verschillende functies zoals kantoorfunctie of onderwijsfunctie. Oppervlakte: Oppervlakte van het verblijfsobject Vobjecttype bv parkeergarage of horecabedrijf met woning Bestemming bv woning met horecabedrijf of kantoor Bescherming en Gezicht: monumentale status Actcode en V (vervallen) of A (actief) Status: BV Verblijfsobject in gebruik, verblijfsobject ingetrokken Geografie: Vlak van het pand waarin het verblijfsobject aanwezig is BAG Adressen Adres_id Volgnummer van adres Straatnaam, huisnummer, huisletter, huisnummerto evoeging Postcode Wijkcode De wijkcode waarin het adres zich bevindt. Actcode V (vervallen) of A (actief) Geografie X en Y coördinaat WOZ database 1 Adres_id Volgnummer van adres Straatnaam, huisnummer, huisletter, huisnummert oevoeging Postcode Omschrijving Soort verblijfsobject bv flat, bovenwoning, winkel. 87

114 Bijlage 2: Correcties database energie in beeld. De opgave van het gas en elektraverbruik in energie in beeld is voldoende betrouwbaar als het gaat om het totale verbruik van gas of het totale verbruik aan elektra. Maar voor een verdere onderverdeling naar particulier en zakelijkverbruik is de data niet geheel betrouwbaar. Dat heeft verschillende redenen die in deze paragraaf worden uitgelegd. Zolang men weet welke tekortkomingen de database heeft en weet te herleiden waar deze zitten is er een zinnige en voldoende betrouwbare onderverdeling in het particulier en zakelijk verbruik te maken. In deze rapportage wordt geprobeerd te corrigeren voor deze databasefouten en ze te benoemen. De betrouwbaarheid van de onderverdeling is dan voldoende voor het doel van deze rapportage. De ZZP-er ZZP-ers die in een gewone woning zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel worden in de data van energie in beeld vaak als zakelijke verbruiker aangemerkt. Dat komt omdat de site dit onderscheid maakt vooral op basis van die kamer van koophandel gegevens. Om dit te verduidelijken is hieronder een voorbeeld gegevens aan de hand van het postcodegebied 6535 GK. De site Energie in beeld geeft voor het postcodegebied 6435 GK de volgende aantallen zakelijk (5) en particuliere verbruikers (12) weer: Aantal zakelijk verbruikers: 5 Aantal particuliere verbruikers: 12 Totaal aantal verbruikers: 17 Volgens energie in beeld zijn er dus 5 zakelijk verbruikers in dit postcode gebiedje. Welke bedrijven dat zijn is te achterhalen met de website Uit die website blijkt dat er inderdaad 5 bedrijven zijn ingeschreven bij de kamer van koophandel (één is er dubbel). Maar dit zijn geen echte bedrijven, in die zin: op die adressen is geen bedrijfsfunctie in de BAG geregistreerd, maar gewoon een woonfunctie. Dit blijkt als we de gebruiksfunctie in de BAG bekijken (rood zijn woonfuncties en oranje overig functies). 88

115 : Uit de BAG blijkt dat er op een adres een woonfunctie is en zeker geen zwembad aanwezig is. Het blijkt dat daar het kantoortje (administratie) van het zwembad aanwezig is, een activiteit uitgeoefend vanuit een woning. Voor de overige 4 bedrijven is een gelijksoortig verhaal te geven: het zijn personen die zich bij de kamer van koophandel hebben ingeschreven en vanuit hun woning hun beroep uitoefenen. Als men kijkt naar de totale wijk Weezenhof dan blijkt uit de BAG dat er 8 bedrijven aanwezig zijn (in het winkelcentrum). De website energie in beeld geeft 331 zakelijk aansluitingen! Als men kijkt naar heel Nijmegen dan blijkt uit de BAG dat er bedrijven zijn terwijl energie in beeld er meer kent namelijk Er is dus een grote overschatting van het aantal zakelijke verbruikers en een onderschatting van het aantal particuliere verbruikers. Als deze correctie wordt uitgevoerd dan is het particulier gebruik gestegen met Elektra: kwh/jaar ( woningen) Gas: m 3 / jaar (8.000 woningen) Foutief bestempelen van een bedrijf als een particulier Naast het ZZP-effect (een bedrijfsactiviteit uitgeoefend vanuit een woning) komt het ook voor dat échte bedrijven als particulier worden aangemerkt. Dat kan je goed herkennen als het gemiddeld particulier verbruik in een postcode 6 gebiedje een zeer hoge waarde heeft. Maar helaas zal dat effect niet altijd goed te zien zijn (als het betreffende bedrijf een wat lager verbruik heeft). In een aantal gevallen is dit effect evident maar in andere gevallen dus minder te kwantificeren. Grote wijzigingen verdeling zakelijk-particulier in Energie in beeld verbetert en verfijnt de database telkens weer. Maar door deze correcties (en mogelijk ook andere administratieve oorzaken) treden in bepaald jaren sprongen op in het aantal zakelijk en particulier verbruikers (Figuur 47). 89

116 Figuur 47: Aantal aansluitingen in Energie in beeld Elektra particulier Elektra totaal Elektra zakelijk In 2013 is er een sprong die alleen om administratieve redenen kan zijn ontstaan. Het lijkt erop dat in 2013 iets bijzonders is gebeurd in de verdeling particulier- zakelijk. Het aantal particuliere verbruikers is met circa aansluitingen toegenomen en het aantal zakelijk verbruikers met hetzelfde aantal afgenomen. Het totaal aantal verbruikers blijft redelijk constant, buiten de normale groei van het aantal verbruikers door bouw van woningen en bedrijven. Dit heeft gevolgen voor het apart analyseren van het zakelijk en particulier verbruik door de jaren heen in de periode 2008 t/m Het particulier gas en elektraverbruik zal in 2013 een grote sprong naar boven maken en voor zakelijk verbruik een grote sprong naar beneden. In voorliggende rapportage is voor dit effect gecorrigeerd, anders is het onmogelijk om een goede analyse te maken van de energiebesparing bij zakelijke of particuliere verbruikers. Dit is gedaan door het totale verbruik van particulieren te vermeerderen met de uitkomst van de volgende rekensom: [verschil in aantal van de sprong] * [gemiddeld verbruik van particulieren]. Bij bedrijven is deze rekensom bij het totale verbruik afgehaald. Zo worden de jaren weer recht getrokken en is vergelijking tussen de jaren betrouwbaarder. Blokverwarming De woningen met blokverwarming worden verwarmd met een gezamenlijke centrale ketel. Het gasverbruik van deze centrale ketel wordt door energie in beeld als een zakelijke aansluiting aangemerkt, maar feitelijk gaat het om de verwarming van woningen. Er is daarom een overschatting van het zakelijk gasverbruik en een onderschatting van het particuliere gasverbruik. Groot zakelijke afnemers Het elektra verbruik van NXP is niet in de cijfers van energie in beeld opgenomen. NXP neemt de elektra direct van Tennet af. Het elektra verbruik van NXP is in kwh. Het is interessant om te bekijken of er nog meer bedrijven zijn waarvan elektra of gas direct van Tennet of Gasunie worden ingekocht. Denk bijvoorbeeld ook aan de voormalige papierfabriek Sappi met een gasverbruik rond de 50 miljoen m 3 per jaar! Dit zit niet in de cijfers van energie in beeld. 90

117 Bijlage 3: Relatie tussen besparing op basis van Peta Joule en C02. In Nijmegen kan met het percentage aan besparing van gas of elektra van particulieren of bedrijven worden omgerekend naar een percentage aan besparing t.o.v. de totale besparing van gas of elektra. Dit kan worden berekend voor zowel voor een besparing uitgedrukt in Peta Joule als ook een reductie uitgedrukt in CO 2. Stap 1 (Indien nodig): Omrekenen van particulier of zakelijk verbruik naar totaalverbruik: Elektra Besparing % t.o.v. particulier elektra verbruik * 0,165 = % t.o.v. totaal elektraverbruik Besparing % t.o.v. zakelijk elektra verbruik * 0,835 = % t.o.v. totaal elektraverbruik Gas Besparing % t.o.v. particulier gasverbruik * 0,40 = % t.o.v. totaal gasverbruik Besparing % t.o.v. zakelijk gasverbruik * 0,60 = % t.o.v. totaal gasverbruik Stap 2: % energiebesparing (Joules) = 0,67 * [besparing % gas t.o.v. totaal gasverbruik] + 0,33 * [besparing % elektra t.o.v. totaal elektraverbruik] % energiebesparing (CO 2 )= 0,39 * [besparing % gas t.o.v. totaal gasverbruik] + 0,61 * [besparing % elektra t.o.v. totaal elektraverbruik] Voorbeeld: Als er 16 % minder m 3 gas wordt verbruikt en 6 % minder kwh elektra dan is % energiebesparing op basis van Joules = 12,7 % [0,67 * ,33 * 6] % CO 2 reductie op basis van CO 2 = 9,93 % [0,39 * ,61 * 6] Uit deze formules blijkt dat bij het behalen van de doelstelling het uitmaakt of op gas of op elektra wordt bespaard. Bij de besparing op basis van Joule weegt gas zwaarder mee in de totale besparing en bij de andere juist elektra. Door meer op gas te besparen worden de gemeentelijke doelstellingen sneller gehaald terwijl een besparing op elektra beter is om de doelstelling van de Convenant of Mayors (CO 2 ) te behalen. Dit voorbeeld zou je bv terug kunnen vinden als woningen overstappen om de ruimte te verwarmen door elektra i.p.v. warmte. Voor de energiebesparing (Joules) zal dit minder erg uitpakken. Maar voor de CO 2 doelstelling heeft dat wel meer effect Overigens ook goed om te weten is dat het percentage CO 2 -besparing ook nog afhankelijk is van het aantal kg CO 2 per GJoule elektra. In voorliggende rapportage is die op 1 GJoule elektra = 161 kg CO 2 gesteld. Naarmate er meer duurzame opwek in Nederland is, zal het aantal kg CO 2 per GJoule elektra steeds lager worden. De duurzame opwek in Nederland heeft daarmee direct effect op het behalen van bepaalde jaarlijkse Nijmeegse CO 2 doelstellingen.. 91

118 Bijlage 4: Samenvatting cijfers uit Routekaart Totaal overzicht Besparing Opwek Scenario: 2020 (in PJ) 2045 (in PJ) 2045max (in PJ) Verbruik bij autonome groei 11,5 11,5 11,5 woningen 0,4 1,15 1,87 bedrijven 1,2 2,5 3,5 Totaal 1,6 3,65 5,37 Zonne-energie (PV) 0,24 0,77 0,77 Zon thermisch 0,05 0,25 0,54 WKO warmtepomp 0,2 0,75 0,77 Wind 0,23 0,6 1 Restwarmte ARN / 0,31 1,3 1,3 geothermie Elektriciteit uit afval 0,2 0,2 0,5 Biomassa (regionaal) 0,1 0,42 0,5 Nieuwe energievormen 0,08 0,5 1 Totaal 1,41 4,79 6,38 % besparing + opwek t.o.v. totaal 26% 73 % 102% Besparing: woningen en bedrijven Besparing max woningen 0,4 PJ 1,15 PJ 1,87 PJ 5000 particuliere Gemiddeld 50 % Alle woningen naar label huishoudens besparing 20 energie besparen B tot 30 % energie in woningen Gemiddeld huurwoningen besparingen 20 % energie %energiebesparing in huishoudens. EU apparatenbeleid bedrijven 1,2 PJ 2,5 PJ 3,5 PJ 2 % energiebesparing per 30% 50% energiebesparing bij jaar in industrie energiebesparing bedrijven Handhaving MKB aanpak Energiebesparing overheidsgebouwen bij bedrijven TOTAAL 1,6 PJ 3,65 PJ 5,37 PJ 92

119 Opwek: Zonne-energie (PV) Scenario max Bijdrage duurzame 0,24 0,77 0,77 energiebronnen aan totaal (in PJ) Maatregel PV-panelen op huizen PV-panelen op huizen in 2030, PV-panelen in PV-panelen op huizen in 2030, PV-panelen in 2045 Opwek: Zon thermisch (zonneboilers) Scenario max Bijdrage duurzame 0,05 0,25 0,25 energiebronnen aan totaal (in PJ) Maatregel zonneboilers zonneboilers zonneboilers Opwek: WKO warmtepomp Scenario max Bijdrage duurzame 0,2 0,75 0,77 energiebronnen aan totaal (in PJ) Maatregel WKO / warmtepomp WKO / warmtepomp WKO / warmtepomp Opwek: Wind Scenario max Bijdrage duurzame 0,23 0,6 1 energiebronnen aan totaal (in PJ) Maatregel Wind: 6 windturbines (op De Grift en bij Electrabel) Wind: 16 windturbines Wind: 27 windturbines Opwek: Restwarmte ARN en geothermie Scenario max Bijdrage duurzame 0,31 1,3 1,3 energiebronnen aan totaal (in PJ) Maatregel Restwarmte ARN ( woningen)/ geothermie Duurzame warmte met de volgende bronnen: Restwarmte ARN ( woningen) Geothermie Electrabel Toekomstige biomassacentrale Restwarmte / geothermie. Opwek: elektriciteit uit afval Scenario max 93

120 Bijdrage duurzame energiebronnen aan totaal (in PJ) 0,2 0,2 0,5 Maatregel Groene) Elektriciteit ARN (Groene) Elektriciteit ARN (Groene) Elektriciteit uit afval Opwek: biomassa (regionaal) Scenario max Bijdrage duurzame energiebronnen aan totaal (in PJ) 0,1 0,42 0,5 Maatregel Biomassa (regionaal) Biomassa (regionaal) Biomassa (regionaal) Maatregel uit werkgroep Benodigde ontwikkeling: het Duurzame warmte, koude, biomassa en afval aandeel regionale biomassa neemt fors toe en er komen nieuwe technieken (zoals bv. energie uit algen). Nijmegen krijgt een of meerder biomassacentrales voor verwarming of elektriciteitsopwekking. Opwek: Nieuwe energievormen Scenario max Bijdrage duurzame 0,08 0,5 1 energiebronnen aan totaal (in PJ) Maatregel Diverse nieuwe energievormen Diverse nieuwe energievormen 94

121 Bijlage: Routekaart Energietransitie Regio Arnhem Nijmegen (maart 2018) 95

Nijmegen: Energie aan zet!

Nijmegen: Energie aan zet! Nijmegen: Energie aan zet! Analyse energieverbruik 2016 en periode 2008-2016 van de gebouwde omgeving Besparen Duurzame opwek Gemeente Nijmegen Mei 2017 Colofon Opgesteld door: Simone Ploumen & Paul Erades

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken Ingrid Giebels 1-11-2018 Voor wie? Regio, gemeenten, woningbouwcorporaties in Noord-Holland Voor wat? Aardgasvrij, en energiebesparing Hoe? Faciliteren, aanjagen en

Nadere informatie

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat.

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat. Informatie avond: Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat. Door: Buurteam Bunders-West Programma Opening Wat is onze opgave bij aardgasloos wonen? De toepassing en werking van de technische

Nadere informatie

Gebouwde Omgeving. Joop oude Lohuis, Leonie Jansen, Annemie Loozen

Gebouwde Omgeving. Joop oude Lohuis, Leonie Jansen, Annemie Loozen Gebouwde Omgeving Joop oude Lohuis, Leonie Jansen, Annemie Loozen Citaten Regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst Nationaal klimaat- en energieakkoord met doelstellingen voor lange termijn (2030) Per regio

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Nulmeting. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2013 (plus verwachting 2014)

Nulmeting. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2013 (plus verwachting 2014) Nulmeting Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2013 (plus verwachting 2014) Henk Janssen/februari 2015 Nulmeting Wijnjewoude in 10 jaar energieneutraal. Dat is de doelstelling van WEN. Om de komende

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld Duurzaamheidsmonitor 2017 De duurzaamheidsmonitor is vernieuwd. De hoeveelheid data is flink gecondenseerd en meer beeldend vormgegeven ten behoeve van de leesbaarheid.

Nadere informatie

SAMEN OP WEG NAAR EEN DUURZAME SAMENLEVING. Wat kunnen wij voor u betekenen?

SAMEN OP WEG NAAR EEN DUURZAME SAMENLEVING. Wat kunnen wij voor u betekenen? SAMEN OP WEG NAAR EEN DUURZAME SAMENLEVING Wat kunnen wij voor u betekenen? Van fossiel naar duurzaam Jeroen Besseling Beleidsmedewerker Duurzaamheid EEN GREEP UIT DE MEDIA DUURZAAMHEIDSAGENDA 2018-2022

Nadere informatie

Nulmeting. update 1.0. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2015)

Nulmeting. update 1.0. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2015) Nulmeting update 1.0 Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2014 (plus verwachting 2015) Henk Janssen/april 2016 Nulmeting update 1.0 Wijnjewoude in 10 jaar energieneutraal. Dat is de doelstelling van

Nadere informatie

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie Regio West Friesland 7-2-2019 Voor wie? Regio, gemeenten, woningbouwcorporaties in Noord-Holland Voor wat? Aardgasvrij, en energiebesparing

Nadere informatie

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl Aardgasloze toekomst, waarom? Stroomversnelling Energy Up 2018 Casper Tigchelaar Inhoud presentatie 2 belangrijkste redenen voor aardgasvrije gebouwde omgeving Hoe heeft het energiegebruik in huishoudens

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4.

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4. CO 2 -monitor Haarlem 2013 De CO 2 -monitor heeft sinds 2012 heeft een andere opzet dan voorgaande jaren. Er is nu een management samenvatting waarin de grote lijnen en hoofdconclusies worden weergegeven

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen 1. Waarom gaan we van het aardgas af? 2 2. Wanneer moet mijn woning aardgasvrij zijn? 2 3. Wat is de rol van de gemeente? 3 4. Hoe kan ik mijn woning

Nadere informatie

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Fons Claessen sr.adviseur klimaat, energie & duurzaamheid Gemeente Nijmegen Waarom moeten we iets doen?? 1: Klimaatverandering 2: Energie en grondstoffen 3.

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad Hier komt tekst Joop Oude Lohuis Hier 22 mei komt 2017 ook tekst Van Globaal Doel naar Lokaal aan de Slag Klimaatakkoord Parijs In 2050

Nadere informatie

FACTCHECKER OVER MORGEN

FACTCHECKER OVER MORGEN FACTCHECKER OVER MORGEN De druk op onze leefomgeving neemt toe. Met dezelfde ruimte willen we steeds meer doen. De hoogste tijd om in beweging te komen. Werk te maken van de leefbare stad, van elektrisch

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 1 edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2016: het edup

Nadere informatie

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden - Woerden: duurzaamheid tot in de haarvaten van de samenleving - Het klimaatakkoord

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen

Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen Datum: maart 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon:

Nadere informatie

Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: Datum: 17 juni 2017

Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: Datum: 17 juni 2017 In opdracht van: Gemeente Arnhem Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Adres: Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: 0900-1809 E-mail: maud.wolf@arnhem.nl Datum: 17 juni 2017 Projectnummer:

Nadere informatie

Energiebesparing Gemeente Huizen

Energiebesparing Gemeente Huizen Energiebesparing Gemeente Huizen Programma presentatie Duurzaam Bouwloket De aanpak en landelijke ontwikkelingen Stapsgewijs naar aardgasvrij Subsidies en regelingen Duurzaam Bouwloket Voor onafhankelijke

Nadere informatie

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst Warmtetransitie en het nieuwe kabinet Nico Hoogervorst 24 november 2017 Regeerakkoord Rutte III (2017 - ) Opmerkelijk: Lange formatie Klimaat-minister op EZ Duurzaam = klimaatbescherming Milieubescherming

Nadere informatie

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrip Trias Energetica Toelichting De drie stappen van de Trias Energetica zijn basisvuistregels bij het duurzaam ontwerpen en verbouwen van gebouwen, ontworpen

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Gemeente Ede energieneutraal 2050 De gemeente Ede wil uiterlijk in 2050 energieneutraal zijn. Dit betekent dat we alle energie die in onze gemeente wordt gebruikt op een schone (hernieuwbare) manier willen opwekken. Dat doen we het liefst

Nadere informatie

1 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2013

1 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2013 1 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2013 Inleiding Het doel van het project Energie Besparen Gooi en Vecht is om in drie jaar tijd 4.000 woningen te verduurzamen. Onder

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

WELKOM BIJ. Samen optrekken naar een aardgasvrij Bottendaal. Bewonersavond 27 november 2018

WELKOM BIJ. Samen optrekken naar een aardgasvrij Bottendaal. Bewonersavond 27 november 2018 WELKOM BIJ Samen optrekken naar een aardgasvrij Bottendaal Bewonersavond 27 november 2018 Programma 20.00 20..05 Welkom en doel van de avond 20.10-20.30 Deel 1: Stand van zaken energietransitie in Nijmegen

Nadere informatie

Energieverbruik Wijnjewoude update 3.0

Energieverbruik Wijnjewoude update 3.0 Energieverbruik Wijnjewoude 2010-2017 update 3.0 Eerder verschenen: april 2015: Nulmeting april 2016: Nulmeting update 1.0 april 2017: Nulmeting update 2.0 Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2010 2017

Nadere informatie

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 2/5 Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat

Nadere informatie

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Industrie Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 1% besparing op gas en elektra per jaar. Totaal is dat 8 % besparing in 2020. Opbrengst: 100 kiloton.

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 Datum: 20 december 2017 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Duurzaamheid & innovatie. Stadsraad Goedereede 25 september 2018

Duurzaamheid & innovatie. Stadsraad Goedereede 25 september 2018 Duurzaamheid & innovatie Stadsraad Goedereede 25 september 2018 Wat is duurzaamheid? Neem een minuut of 2 om met uw buurman van gedachten te wisselen: wat is duurzaamheid? Wat houdt het wel in? Wat niet?

Nadere informatie

Van Energiebesparen naar CO2-neutraal

Van Energiebesparen naar CO2-neutraal 17 mei 2017, SP Eindhoven Van Energiebesparen naar CO2-neutraal Kans en bedreigingen in de huursector Jaap van Leeuwen (Woonbond) Klimaatontwikkeling: Gemiddelde temperatuur in 2017 tov gemiddelde 1950-1980

Nadere informatie

DUURZAME WARMTEVOORZIENING

DUURZAME WARMTEVOORZIENING DUURZAME WARMTEVOORZIENING Wijk van de Toekomst Xandra van Lipzig Pauline Tiecken ledenvergadering Zuidoost 20190423 Locatie: wijkcentrum De Stolp, Violierenplein 101. 24/4/19 Inhoud Verzoek om scenario

Nadere informatie

Regionale uitvoeringagenda.duurzame energie Achterhoek 2016

Regionale uitvoeringagenda.duurzame energie Achterhoek 2016 Regionale uitvoeringagenda.duurzame energie Achterhoek 2016 Energieneutraal; waar hebben we het over? Wat wel, wat niet? Hoe gaan we het aanvliegen? Want energieneutraliteit kan op vele manieren worden

Nadere informatie

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stan de Ranitz Jaarbijeenkomst Warmtenetwerk 12 mei 2016 Inhoud presentatie 1. Stadswarmte Utrecht 2. Het equivalent opwek rendement (EOR) in Utrecht 3. Verdere verduurzaming

Nadere informatie

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend Kansenstudie Aardgasloos Purmerend 6 december 2016 Friso Waagmeester Peter Heijboer Transitie naar aardgasloos 1. Aanleiding en achtergronden 2. De Opgave van Purmerend 3. Scenario-analyses 4. Conclusies

Nadere informatie

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5 5

Nadere informatie

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik

Nadere informatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!

Nadere informatie

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012 Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5

Nadere informatie

Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Leonie Jansen VNG

Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Leonie Jansen VNG Klimaatakkoord gebouwde omgeving Leonie Jansen VNG Citaten Regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst Nationaal klimaat- en energieakkoord met doelstellingen voor lange termijn (2030) Per regio een plan voor

Nadere informatie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

Van klimaatakkoord naar de transitievisie warmte voor de gemeente Heemstede Vind de juiste reispartner

Van klimaatakkoord naar de transitievisie warmte voor de gemeente Heemstede Vind de juiste reispartner Van klimaatakkoord naar de transitievisie warmte voor de gemeente Heemstede Vind de juiste reispartner De eerste transitie naar aardgas Klimaattop dec 2018 en rapport IPCC oktober 2018 Zuid Korea Intergovernmental

Nadere informatie

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij 6 december 2018 The Gallery Enschede Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij Proces Warmteplannen Eric Kouters Pioneering Warmteplan wijk

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte kost veel energie Warmtevoorziening is verantwoordelijk voor bijna 40% van het energiegebruik in Nederland.

Nadere informatie

Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade 2012. CO2 emissie gemeente Kerkrade

Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade 2012. CO2 emissie gemeente Kerkrade Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade 2012 CO2 emissie gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen gemeente Kerkrade januari 2013 INHOUDSOPGAVE: Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Aardgasvrije nieuwbouw

Aardgasvrije nieuwbouw Aardgasvrije nieuwbouw Het kan, nu alleen nog doen Peter-Paul Smoor/Wienand van Dijk 02-10-2017 Doel van vandaag Komen tot commitment voor een gezamenlijke aanpak om z.s.m. aardgasvrije nieuwbouw te realiseren

Nadere informatie

Energietransitie: wijkgerichte aanpak voor Gemeenten

Energietransitie: wijkgerichte aanpak voor Gemeenten Energietransitie: wijkgerichte aanpak voor Gemeenten Paul Dielissen bbn adviseurs - P.Dielissen@bbn.nl Coen Vos - gemeente Breda - cjm.vos@breda.nl Programma 1. Voorstellen 2. Opgave internationaal en

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER WONEN ZONDER AARDGAS IN DE DRECHTSTEDEN

VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER WONEN ZONDER AARDGAS IN DE DRECHTSTEDEN MAART 2019 VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER WONEN ZONDER AARDGAS IN DE DRECHTSTEDEN Inhoud 1. Waarom gaan we stoppen met aardgas? 2. Drechtsteden gaan voor nieuwe energie 3. Wat is een Transitievisie Warmte?

Nadere informatie

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis Winst en comfort uit duurzaamheid Bouw op onze kennis Even voorstellen "Het verschil tussen gewoon en uitzonderlijk is vaak dat kleine beetje extra, waarin samenwerking en krachtenbundeling mijn drijfveer

Nadere informatie

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 1 edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2015: het edup

Nadere informatie

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond Frank Kersloot & Alex Kaat 21 april 2016 Inhoud presentatie 1. Stadswarmte in Nieuwegein 2. Het equivalent opwek rendement (EOR) 3. Tarieven voor klanten 4. Afsluitkosten

Nadere informatie

Energierapport Gemeente Lingewaard. Genereerdatum:

Energierapport Gemeente Lingewaard. Genereerdatum: Energierapport Gemeente Lingewaard Genereerdatum: 20-05-2017 Algemeen Het Energierapport is een automatisch gegenereerd rapport met een momentopname van gegevens uit de Lokale Energie Etalage over de gemeente

Nadere informatie

Energietransitie vergt strategie. Voorjaarscongres VJK 23 mei 2019

Energietransitie vergt strategie. Voorjaarscongres VJK 23 mei 2019 Voorjaarscongres VJK 23 mei 2019 Ons kantoor Ons kantoor Gespecialiseerd nichekantoor: Focus op: bouw en vastgoed, energie, industrie en overheid Expertise in zowel publieke, als private sector Korte lijnen

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Nationaal Expertisecentrum Warmte maakt duurzame warmte en koude mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk In opdracht van 1 Warmte kost veel energie

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien? De Kromme Rijnstreek Off Grid in 00. Hoe kan dat eruit zien? De gemeenten Houten, Wijk bij Duurstede en Bunnik op weg naar energieneutraal in 00 Exact bepalen hoe het energiesysteem van de toekomst er uit

Nadere informatie

Verduurzaming 39 woningen Seringenlaan

Verduurzaming 39 woningen Seringenlaan Verduurzaming 39 woningen Seringenlaan Duurzaamheid Voor huurders: Beperking van energie voor een aangenaam binnenklimaat. Betaalbare woonlasten. Maatschappelijk: Zorgen voor een leefbare en duurzame woonomgeving.

Nadere informatie

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen Casper Tigchelaar congres all-electric 2-11-2017 Showstoppers en gamechangers Showstoppers 1. Wat is gasloos eigenlijk? 2. Gasloos heeft maatschappelijke

Nadere informatie

vrijdag 19 oktober 2018

vrijdag 19 oktober 2018 vrijdag 19 oktober 2018 Programma 19 oktober 11.00-13.00 Welkom door Omgevingsdienst Haaglanden: Leo Klaassen, directeur Robin Paalvast, wethouder en voorzitter van het Algemeen Bestuur. Inspirerende startlezingen

Nadere informatie

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving 25 maart 2019 Pagina 2 van 5 Ingrijpende veranderingen voor het Nederlandse energienet De energietransitie

Nadere informatie

Ypenburg 100% duurzame warmte

Ypenburg 100% duurzame warmte Ypenburg 100% duurzame warmte Verkenning van de mogelijkheden Rotterdam, 13 november 2018 Edward.pfeiffer@rhdhv.com 06-52 01 86 58 Doelstelling van de verkenning Eneco en de Stichting Hernieuwbare Warmte

Nadere informatie

Oude IJsselstreek energieneutraal 2030

Oude IJsselstreek energieneutraal 2030 1 Nederland Energieneutraal 2050 Achterhoek Energieneutraal 2030 Oude IJsselstreek energieneutraal 2030 Opzet 1. Mondiale & landelijke ontwikkelingen 2. De Achterhoek en gemeente Oude IJsselstreek energieneutraal

Nadere informatie

Hernieuwbare Energie in Olst-Wijhe

Hernieuwbare Energie in Olst-Wijhe Hernieuwbare Energie in Olst-Wijhe Update April 2019 Uitgevoerd in opdracht van: Opgesteld door: Ir. G.F. Bakema Versie: 1 TELEFOON Schimmelpennincksingel 51, 7431ZL Diepenveen +31 (0)655 156 776 info@solwind.nl

Nadere informatie

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie) Rapport Klimaatvoetafdruk 21 van Van Vessem & Le Patichou (openbare versie) Auteur: drs. Han van Kleef Datum: 4 april 211 Document: 2724RAPP1144 Rapport Klimaatvoetafdruk 21 Van Vessem & Le Patichou 1.

Nadere informatie

West-Friesland: warmte in transitie. Cor Leguijt, VVRE, 6 april 2017

West-Friesland: warmte in transitie. Cor Leguijt, VVRE, 6 april 2017 West-Friesland: warmte in transitie Cor Leguijt, VVRE, 6 april 2017 Inhoud Warmtetransitie, van het aardgas af, hoezo???? Aanpak in het project Uitkomsten regio West-Friesland Eindbeeld (welke oplossing

Nadere informatie

Wijk bij Duurstede, 16 september 2013. Betreft: Plan van aanpak duurzaamheid. Memo. Van: Wethouder Robbert Peek. Aan: Gemeenteraad Wijk bij Duurstede

Wijk bij Duurstede, 16 september 2013. Betreft: Plan van aanpak duurzaamheid. Memo. Van: Wethouder Robbert Peek. Aan: Gemeenteraad Wijk bij Duurstede Wijk bij Duurstede, 16 september 2013 Betreft: Plan van aanpak duurzaamheid. Memo Van: Wethouder Robbert Peek Aan: Gemeenteraad Wijk bij Duurstede behandeld door Jelger Takken toestelnummer 609 bijlagen

Nadere informatie

Beschrijving monitoring en bepaling CO2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 8, juni 2017

Beschrijving monitoring en bepaling CO2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 8, juni 2017 Beschrijving monitoring en bepaling CO-uitstoot gemeente Utrecht Versie 8, juni 07 Monitoring van stedelijke CO emissie Zowel binnen als buiten de gemeente Utrecht zijn er veel initiatieven om grip te

Nadere informatie

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015 Datum: 15-01-2016 Versie: 1 De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015 1. Inleiding Halfjaarlijks communiceert Visscher Oldebroek (Visscher) over de voortgang van haar energiebeleid

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

een toekomst zonder gas Warmtepomp Het Warmte Effect

een toekomst zonder gas Warmtepomp Het Warmte Effect een toekomst zonder gas Warmtepomp Het Warmte Effect Programma 20.00 uur Opening door de dagvoorzitter 20.05 uur De initiatiefnemers: ZMF & Zeeuwind Andre Berger, vrijwilliger bij Zeeuwind 20.15 uur Alles

Nadere informatie

CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar

CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar Naam opdrachtgever: Unipro BV Adres: Bouwstraat 18 Plaats: Haaksbergen Uitgevoerd door: Zienergie BV Adres: Dokter Stolteweg 2 Plaats Zwolle Telefoon:

Nadere informatie

Notitie. Feiten en cijfers Energiehuishouding gemeente Heumen

Notitie. Feiten en cijfers Energiehuishouding gemeente Heumen Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Aan: Els Rademacher, Walter van Doesem van de gemeente Heumen Van: Edward Pfeiffer, Ralf Speek, Claudia Algra Datum: 19 november 2015 Kopie: -- Ons

Nadere informatie

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief NeVER/VMR 18 juni 2019 Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief Waar energie- en omgevingsrecht elkaar ontmoeten Ollongren ziet ruimte voor gemeenten om stoppen met aardgas

Nadere informatie

PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE

PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE 1 PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE BIJEENKOMST 3 DECEMBER 2015 Programma Duurzaam Landgraaf TON ANCION WETHOUDER GEMEENTE LANDGRAAF RONALD BOUWERS PROJECTLEIDER DUURZAAMHEID WIE ZIJN WIJ? PROJECTTEAM

Nadere informatie

DGMR Totaal. Figuur 1. DGMR - Milieubelasting per jaar

DGMR Totaal. Figuur 1. DGMR - Milieubelasting per jaar Notitie Project DGMR Duurzaam Betreft Milieubarometer 2011-2012 Ons kenmerk A.2007.5221.01.N006 Versie 001 Datum 7 oktober 2013 Verwerkt door VI GA Contactpersoon drs. ing. B.E.A. (Bianca) van Osch E-mail

Nadere informatie

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001 Monitoring -efficiency en toepassing duurzame in de bloembollensector Toelichting resultaten 2001 M. de Jong, E3T consult b.v., Woubrugge, 2002 1 Inhoud presentatie monitoring aanpassingen voorgaande jaren

Nadere informatie

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG Introductie Jon van Diepen Register Energie Adviseur (rea) Afgestudeerd in Business of Energy Systems (TopTech/TU Delft) Achtergrond: ICT / Financieel Analist Interessegebied:

Nadere informatie

Ke u ze p l a n e n e rg i e - e n i n stallatieconcept. K e i z e r l i b e l Te r B o r c h 2 9 n o v e m b e r

Ke u ze p l a n e n e rg i e - e n i n stallatieconcept. K e i z e r l i b e l Te r B o r c h 2 9 n o v e m b e r Ke u ze p l a n e n e rg i e - e n i n stallatieconcept K e i z e r l i b e l Te r B o r c h 2 9 n o v e m b e r 2 0 1 7 C o n t a c t g e g e v e n s BV Bouwbedrijf KOOI Appingedam Kanaalweg 4 9902 AN

Nadere informatie

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige

Nadere informatie