Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 52 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 5 juli 1999 Bij brief van 21 april 1999 (SOZA , als bijlage opgenomen) heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het rapport «Problematische schulden: zicht op het onzichtbare» en zijn conclusies daarbij aan de Tweede Kamer aangeboden. De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft over de brief en het rapport de volgende vragen aan de minister voorgelegd en daarop de volgende antwoorden ontvangen. De voorzitter van de commissie, Terpstra De griffier van de commissie, Van Dijk 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Rosenmöller (GL), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Harrewijn (GL), Balkenende (CDA), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA), Wilders (VVD). Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Hamer (PvdA), Van Gent (GL), Van der Hoek (PvdA), Dankers (CDA), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Hofstra (VVD), Van Middelkoop (GPV), Van Vliet (D66), Klein Molekamp (VVD), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Schoenmakers (PvdA), Eisses- Timmerman (CDA), Wagenaar (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA), De Vries (VVD). KST36286 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1999 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 1

2 Met betrekking tot de brief 1 Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de huishoudens die in een problematische schuldensituatie verkeren pas hulp vraagt als men zelf geen oplossing weet te vinden. Hoe beoordeelt de minister deze conclusie en is hij voornemens om maatregelen te nemen, die er toe bijdragen dat men eerder aan de bel trekt dan pas op het moment dat de schuldensituatie haast onoplosbaar is geworden, vragen de leden van de fractie van GroenLinks. Uit het onderzoek is gebleken dat de voor het beleid «onzichtbare» schuldenaren hun financiële problemen in belangrijke mate zelf, zonder hulp van anderen, oplossen door te bezuinigen op hun uitgaven, te lenen bij vrienden of kennissen en zelf actief te onder-handelen met schuldeisers. Om te bevorderen dat mensen met schulden eerder een beroep doen op de schuldhulpverlening is het schuldenbeleid van het kabinet gericht op schuld-preventie, vroegtijdig signaleren en snel aanpakken van betalingsachterstanden en schulden. Dit beleid heeft dan ook bijzondere aandacht gekregen in de nota De andere kant van Nederland: Voortgangsrapportage 1999, die in mei aan het parlement is aangeboden. Hierin worden verschillende maatregelen genoemd. Door voorlichting en publiciteit via onder meer de televisie wordt bijgedragen aan meer bewustwording over rondkomen en wordt mensen met schulden de weg gewezen naar de schuldhulpverlening. Een andere maatregel is het stimuleren van lokale en regionale schuldmeldpunten, waardoor mensen in een vroeg stadium kunnen worden verwezen naar de juiste schuldhulpverleners. Daarnaast beoogt de invoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen op 1 december 1998 om de rechtspositie voor mensen met een uitzichtloze schuldenlast te verbeteren. 2 Is de minister van mening dat de in gang gezette hulpverlening en het signaleren vanwege de wet schuldsanering, voldoende is om het thans gesignaleerde probleem in voldoende mate aan te pakken, vragen de leden van de PvdA-fractie. Zo niet, op welke wijze denkt de minister dan de benodigde ondersteuning en hulpverlening te faciliteren? De verantwoordelijkheid voor de schuldhulpverlening ligt primair bij de gemeenten. De Monitor Gemeentelijk Armoedebeleid laat zien dat gemeenten de afgelopen jaren hun schuldhulpverleningsbeleid hebben geïntensiveerd. In de periode stegen de netto-uitgaven aan schuldhulpverlening van circa 30 miljoen naar circa 50 miljoen. Gemeenten kunnen verdere extra uitgaven financieren uit de extra middelen die in 1998 (250 miljoen extra) en 1999 (100 miljoen extra) structureel beschikbaar zijn gekomen voor bijzondere bijstand en armoedebestrijding in ruime zin. Om de samenwerking van de verschillende hulpverleningsinstanties, zoals de sociale diensten, de gemeentelijke kredietbanken en het algemeen maatschappelijk werk op lokaal niveau te bevorderen is sinds 1995 het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening actief. Het Rijk subsidieert verschillende activiteiten van het Platform, zoals de werk-conferentie voor schuldhulpverleners, die in maart van dit jaar plaatsvond. Het Platform heeft bij die gelegenheid het nieuwe werkboek Werken aan schulden uitgebracht, dat bedoeld is voor de dagelijkse praktijk. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 2

3 3 Is de minister bereid jaarlijks een vergelijkbaar onderzoek «schuldenproblematiek» te laten plaatsvinden als de voortgangsrapportage in het kader van de armoedemonitor, vragen dezelfde leden. In de Armoedemonitor van het SCP/CBS wordt jaarlijks aandacht besteed aan de schuldenproblematiek (omvang huishoudens met schulden, hoogte en duur van de schulden etc.) met behulp van de meest recent beschikbare CBS-gegevens. Het onderzoek Problematische schulden was vooral bedoeld als eenmalig aanvullend onderzoek naar het aantal voor het beleid onzichtbare huishoudens met risicovolle schulden. Daarom acht ik het niet nodig om jaarlijks een met het onderzoek Problematische schulden vergelijkbaar onderzoek te verrichten. 4 Een van de voorgestelde maatregelen in de nota De andere kant van Nederland was de stimulering van lokale en regionale meldpunten integrale hulpverlening. Kan de minister aangeven wat de stand van zaken ten aanzien van die stimulering is, vragen de leden van de fractie van GroenLinks. Hoe functioneren die lokale en regionale meldpunten op dit moment? Het evaluatierapport Praktijkervaringen in de schuldhulpverlening, dat op 8 september 1998 aan de Tweede Kamer is aangeboden (SoZa ), laat zien dat er verschillende succesvolle initiatieven zijn gerealiseerd. Voor bijvoorbeeld de ervaringen van het meldpunt Midden Brabant in Waalwijk blijkt vanuit andere gemeenten veel belangstelling te zijn. Het ministerie heeft Waalwijk voor deze voorlichtingsactiviteiten vorig jaar subsidie toegekend. Volgens informatie van het Platform Schuldhulpverlening zijn er in het hele land momenteel circa 70 regionale of lokale schuldmeldpunten operationeel of in oprichting. Met betrekking tot het rapport 5 Wat zijn de oorzaken van het feit dat slechts de helft van de huishoudens die om hulp gevraagd hebben bij de officiële schuldhulpverlening ook daadwerkelijk die hulp krijgt? Zijn er wachtlijsten bij de officiële schuldhulpverlening? Zo ja, hoe groot zijn die, vragen de leden van de CDA-fractie (blz. 21). Belangrijke oorzaken zijn enerzijds de beperkte kredietwaardigheid van veel schuldenaren en onvoldoende aflossingscapaciteit, en anderzijds de beperkte bereidheid en mogelijkheid van schuldeisers om tot een schuldenregeling te komen. Verwacht wordt dat de Wet schuldsanering natuurlijke personen, die pas in werking trad nadat het onderzoek was afgerond, schuldeisers aanzet om vaker en eerder tot een schuldregeling te komen. Er zijn signalen van gemeenten over wachtlijsten in de schuldhulpverlening. Het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening zal aandacht besteden aan de oplossing van het vraagstuk van de wachtlijsten, onder meer door mee te werken aan een voorlichtingsmodel voor de schuldhulpverlening. Gemeenten kunnen voorts de extra middelen voor bijzondere bijstand en armoedebestrijding (zie vraag 2) inzetten voor het wegwerken van wachtlijsten in de schuldhulpverlening. Verder dient schuldpreventie ertoe bij te dragen dat de toekomstige vraag naar de hulpverlening zal afnemen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 3

4 6 Alleenstaande ouders en paren met kinderen blijken vaker risicovolle schulden te hebben dan huishoudens zonder kinderen. Dit heeft vooral te maken met zogenaamde exogene oorzaken. Noch de nota, noch de wet schuldsanering doen wat aan die oorzaken. Is de regering van mening dat hier aanvullend beleid nodig is? Zo ja, welk beleid, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks (blz. 31). Problematische schuldsituaties kunnen veroorzaakt worden door in de persoon gelegen factoren (zogenoemde endogene oorzaken) of door omstandigheden zoals werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of echtscheiding waardoor het gezinsinkomen sterk kan dalen of langdurig laag wordt (zogenoemde exogene oorzaken). Alleenstaande ouders hebben vaak een echtscheiding achter de rug en daarmee samenhangend een terugval in inkomen. Het kabinetsbeleid gericht op de verruiming van de mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren is mede bedoeld ter bevordering van de economische zelfstandigheid van deze groep mensen en zal naar verwachting kunnen bijdragen aan schuldpreventie. 7 Het schuldprobleem blijkt zich ruim twee keer zo vaak voor te doen bij diegene die in het buitenland geboren zijn. Wat is de mogelijke verklaring van dit gegeven? Wordt deze groep voldoende bereikt door de hulpverlening? Is hier gericht beleid gewenst, vragen dezelfde leden (blz. 33). In dit onderzoek blijkt de schuldproblematiek zich bij diegene die in het buitenland geboren zijn twee keer zo vaak voor te doen als bij autochtonen. Waarschijnlijk bevinden zich onder de allochtonen veel huishoudens met kenmerken die gerelateerd zijn aan de schuldproblematiek zoals huishoudomvang (kinderen), leeftijd en de hoogte van het inkomen. Een andere verklaring kan zijn dat sommige allochtone huishoudens een ander bestedingspatroon hebben vanwege onder meer familieverplichtingen in het buitenland. Uit het onderzoek Problematische schulden blijkt overigens dat de verhouding zichtbaar/onzichtbaar voor beleid bij autochtonen op ongeveer 1:3 ligt en voor mensen die elders zijn geboren ligt deze verhouding ongeveer 1:2. (blz. 34). Hieruit kan worden geconcludeerd dat de schuldhulpverlening allochtonen wel bereikt. Om te voorkomen dat schuldsituaties bij deze groep ontstaan en problematisch worden is het wenselijk dat gemeenten in onder meer hun voorlichting over schulden extra aandacht geven aan de bijzondere positie van verschillende groepen allochtone inwoners. 8 Met name bij ernstige schuldsituaties poogt men de problemen te lijf te gaan door te zorgen voor meer inkomen. In hoeverre werken regels in de sociale zekerheid, huisvestingsbeleid e.d. dit tegen? Welke maatregelen in de sfeer van de vrijlatingen van bijverdiensten, toestemming tot onderhuur, vrijwilligerswerk voor kwijtschelding e.d. zijn denkbaar bovenop de reeds bestaande mogelijkheden, vragen diezelfde leden (blz. 54). Huishoudens met schulden hanteren verschillende strategieën om hun positie te verbeteren. Zorgen voor meer inkomen is daar één van. Het sociale zekerheidsbeleid ondersteunt hen daarbij in de vorm van vrijlating van inkomsten uit arbeid, stimuleringspremies voor werkaanvaarding en aanvullende bijzondere bijstand. Gemeenten hebben de afgelopen jaren op deze terreinen ruimere bevoegdheden en extra middelen gekregen. Hiermee moet de komende jaren meer ervaring worden opgedaan. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 4

5 Daarbij moet wel worden vermeden dat extra financiële stimulansen voor werkaanvaarding een belemmering vormen voor volledige uitstroom uit de uitkering. 9 Schuldhulpverlening leidt niet altijd tot het gewenste resultaat. Is de oorzaak daarvan mede gelegen in het onvoldoende samenwerken van hulpverleningsinstanties, vragen de leden van de VVD-fractie (blz. 59). Zoals eerder genoemd, beoogt het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening de samenwerking tussen verschillende schuldhulpverleningsinstanties te stimuleren. Samenwerking tussen onder meer kredietbanken, sociale diensten en maatschappelijk werkinstellingen is van groot belang. In verschillende gemeenten zijn op dit terrein samenwerkingsprojecten tot stand gekomen, onder andere in de vorm van lokale of regionale schuldmeldpunten. Zie ook de beantwoording van de vragen 2 en Ondanks de relatief goede sociale voorzieningen in Nederland en ondanks de economisch gunstige situatie van de afgelopen jaren, zijn er signalen dat de schuldenproblematiek toeneemt, en niet afneemt. Wat is hiervan de oorzaak, zo vragen de leden van de fractie van D66 (blz. 75). De resultaten van het onderhavige onderzoek laten zich moeilijk vergelijken met die van eerder onderzoek omdat de gehanteerde definitie van (problematische) schulden verschilt. Ook de representativiteit van de onderzoeken verschilt. In het onderhavige onderzoek wordt gewerkt met verschillende indicatoren (zie antwoord 11). Gegeven de verschillen met eerder onderzoek, kan uit dit onderzoek niet worden geconcludeerd dat de problematiek is toegenomen. In het onderzoek worden verschillende mogelijke oorzaken genoemd voor het ontstaan van problematische schulden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen endogene oorzaken zoals impulsaankopen, onvermogen het huishoudgeld adequaat te beheren, gebrek aan kennis (het zogenaamde niet-gebruik van regelingen) èn exogene oorzaken zoals terugval in huishoudinkomen vanwege bijvoorbeeld echtscheiding, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Overigens hoeft een gunstig economisch klimaat geen afname van de schuldenproblematiek met zich mee te brengen; hierdoor neemt het aanbod van kredieten immers toe en wordt het verkrijgen van leningen gemakkelijker. 11 Voor het bepalen van de omvang van huishoudens die risico lopen op een problematische schuld, zijn zes verschillende probleemindicatoren gehanteerd. Op basis waarvan zijn deze indicatoren gekozen dan wel vastgesteld, vragen dezelfde leden (blz. 76). De gehanteerde indicatoren zijn gekozen op basis van de literatuur op het terrein van de schuldenproblematiek. In dit onderzoek is met opzet gekozen voor het formuleren van indicatoren in plaats van een sluitende definitie van een problematische schuld. Reden hiervoor is dat een sluitende definitie moeilijk te formuleren en te meten is. In het algemeen geldt dat een schuld problematisch wordt als een huishouden te weinig inkomen heeft om aan de periodieke aflossingen te voldoen. Dit kan echter alleen op huishoudniveau worden vastgesteld; het gaat immers om de samenhang van verschillende factoren zoals inkomen, aanwezig vermogen, vaste lasten, huishoudsamenstelling, hoogte van de schuld en toekomstige perspectieven op eventueel meer inkomsten. Om deze onderzoeksknelpunten te vermijden is gekozen voor een benadering met Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 5

6 indicatoren. Gevolg hiervan is dat het exacte aantal huishoudens met een problematische schuld niet aan dit onderzoek ontleend kan worden. 12 Van de huishoudens met een risicovolle schuld is het merendeel onzichtbaar voor het beleid. Slechts een kwart (1,9% van de 7,6%, oftewel huishoudens) heeft hulp gekregen van een officiële instantie. Wat gebeurt er met de huishoudens die geen hulp ontvangen, vragen diezelfde leden (blz. 78). Het onderzoek Problematische schulden: zicht op het onzichtbare was vooral bedoeld om meer zicht te krijgen op de manier waarop voor het beleid «onzichtbare» schuldenaren omgaan met hun problemen. Uit het onderzoek is, zoals eerder opgemerkt, gebleken dat de onzichtbare schuldenaren hun financiële problemen in belangrijke mate zelf, zonder hulp van anderen, oplossen door te bezuinigen op hun uitgaven, te lenen bij vrienden of kennissen en zelf actief te onderhandelen met schuldeisers. Tegenover de financieel actieve mensen staan echter volgens het onderzoek de «passieven», die veelal door hun eigen gedrag in de schulden zijn gekomen en die niet instaat zijn hun financiële problemen op te lossen. Het beleid is erop gericht om juist voor de laatstgenoemde mensen de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening te verbeteren (zie ook de beantwoording van de vragen 2, 16, 20 en 21). Een aantal «passieven» behoeft extra aandacht van met name het maatschappelijk werk. Het gaat om mensen die vaak moeilijk te benaderen zijn en die vaak langdurige psycho-sociale begeleiding nodig hebben. Onder hen bevinden zich overigens ook zogenaamde «hulpmijders», mensen die elke vorm van hulp afwijzen. 13 Uit het onderzoek is gebleken dat alleenstaande mannen, alleenstaande ouders, jongeren, niet in Nederland geborenen, huishoudens met een laag inkomen en huishoudens woonachtig in een huurwoning relatief vaker te maken hebben met risicovolle schuldsituaties. Is er in het bestaande schuldhulpverleningsbeleid speciale aandacht voor deze groepen? Zo ja, hoe komt dat tot uiting? Zo nee, waarom niet, zo vragen deze leden (blz. 79). Schuldsituaties zijn vaak complex en vertonen per huishouden of persoon grote verschillen. De oplossing vereist dan ook dat bij de intake van mensen in de hulpverlening gedifferentieerd wordt naar aard en achtergrond van de schuldenproblematiek. Dit «maatwerk» betekent dat bezien wordt welke oorzaken in de persoon zijn gelegen. Gemeenten kunnen hierbij een groepsbenadering inzetten, onder meer bij budgetbeheer. De gemeente Utrecht bijvoorbeeld werkt in het kader van schuldpreventie meer doelgroepgericht voor met name jongeren. 14 De ernst van de situatie, gemeten in de duur van de schuldsituatie en de relatieve hoogte van de betalingsachterstanden, is over het algemeen ernstiger binnen de groep met voornamelijk exogene oorzaken. Waarom is dat het geval, vragen diezelfde leden (blz. 80). In het onderzoek worden exogene oorzaken toegeschreven aan situaties die gekenmerkt worden door: een terugval van het huishoudinkomen door bijvoorbeeld werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of echtscheiding, een structureel laag inkomen, plotselinge hoge uitgaven en schulden vanwege een eerdere relatie. Er wordt geconstateerd dat dergelijke oorzaken aanleiding zijn tot ernstiger situaties dan indien er sprake is van endogene (in de persoon gelegen) oorzaken van schuldsituaties, omdat de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 6

7 schuldsituatie bij exogene oorzaken over het algemeen langer voortduurt en groter zijn dan voor schuldenaren met endogene oorzaken. Een nadere verklaring van deze constateringen wordt in het onderzoek niet gegeven. 15 Deelt de minister de conclusie dat de problematiek veel groter is dan gedacht? Is dit aanleiding tot nadere maatregelen, zo vragen de leden van de CDA-fractie (blz. 81). De omvang van het aantal huishoudens met problematische schulden is, zoals eerder opgemerkt (zie vraag 11) niet exact te bepalen. De constatering van een of zelfs meerdere indicatoren van risicovolle betalingsachterstanden in het onderhavige onderzoek wil overigens niet zeggen dat deze aantallen huishoudens ook daadwerkelijk een problematische schuld hebben of zullen krijgen. In beleidsmatige zin is de aanpak van problematische schulden consequent één van de speerpunten geweest in het kader van de nota De andere kant van Nederland. Naar aanleiding van het advies van de Commissie Boorsma uit 1994 zijn verschillende beleidsmaatregelen in voorbereiding genomen die de afgelopen periode hun beslag hebben gekregen. Voorbeelden hiervan zijn de wettelijke schuldsaneringsregeling en de diverse lokale en regionale schuldhulpverleningsprojecten die zijn ontstaan. Het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening vervult een belangrijke taak om de kwaliteit van de schuldhulpverlening te bevorderen. Het kabinet ondersteunt het Platform om die faciliterende functie te kunnen vervullen. 16 Deelt de minister de conclusie dat de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening vergroot dient te worden, zo vragen deze leden. Zou de toegankelijkheid voor huishoudens die nog geen problematische schulden hebben, maar wel hulp nodig hebben om dit te voorkomen, vergroot moeten worden? Zijn er nadere preventieve maatregelen nodig? (blz. 81). Ja, de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening dient verbeterd te worden. In de nota De andere kant van Nederland: voortgangsrapportage 1999 worden hiervoor verschillende maatregelen genoemd, zoals voorlichting en publiciteit, onder meer via de televisie. Gemeentelijke voorlichters zijn voornemens een voorlichtingsmodel te ontwikkelen voor de uitvoerders op lokaal niveau. Dit model draagt tevens bij aan schuldpreventie. Daarnaast is het Rijk voornemens de voorlichtingsactiviteiten van het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening de komende jaren verder te ondersteunen. Zie ook de beantwoording van de vragen 19 en Hoe beoordeelt de regering het feit, dat er sprake is van ruim huishoudens met een risicovolle schuldsituatie waarvan met een groot risico, terwijl bij eerdere cijfers (behandeling wet schuldsanering en armoedenota) gemeld werd dat het om tot huishoudens zou gaan, vragen de leden van de PvdA-fractie. Welke beleidsvoornemens verbindt de regering aan deze groei van de schuldenproblematiek? (blz. 81). In het onderzoek is gewerkt met indicatoren (zie het antwoord op vraag 11), hetgeen impliceert dat slechts een schatting kan worden gegeven van de problematische groep. Op basis van het onderzoek wordt het aantal huishoudens met een groot risico op een risicovolle schuldsituatie geschat op circa huishoudens. Dit geschatte aantal van circa huishoudens heeft te maken met tenminste twee probleemindica- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 7

8 toren, hetgeen dicht bij de eerder vermelde schatting van tot ligt. Zoals in vraag 15 is opgemerkt, betekent de constatering van een of zelfs meerdere indicatoren niet dat mensen ook daadwerkelijk een problematische schuld hebben of zullen krijgen. Met betrekking tot de vraag naar de beleidsvoornemens wordt verwezen naar de antwoorden op de vragen 15 en Is er een relatie tussen de toename van het aantal huishoudens met schuldproblemen en de cijfers over de toename van het aantal huishoudens dat duurzaam arm is (zoals aangegeven in Economische Statistische Berichten van 16 april 1999), zo vragen diezelfde leden (blz. 81). Uit de resultaten van dit onderzoek valt niet te concluderen dat de problematiek veel groter is dan tot nu toe bekend was (zie de antwoorden op de vragen 10 en 11). Het betreft een schatting. Er is verder geen eenduidige causale relatie tussen het aantal huishoudens dat langdurig van het sociaal minimum moet rond komen en de schuldenproblematiek. De oorzaken van schuldproblemen zijn daarvoor te divers en complex. Wel geven huishoudens met een lager inkomen vaker te kennen dat ze het financieel moeilijker hebben dan huis-houdens met een hoger inkomen. De meest recente CBS-cijfers geven aan dat het aantal huishoudens dat langdurig van een inkomen tot 105% van het minimum moet rondkomen in absolute zin iets gestegen is, maar procentueel niet. Dit vanwege het feit dat het totale aantal huishoudens is toegenomen. 19 Slechts een kwart van de huishoudens met een risicovolle schuldsituatie is zichtbaar voor het beleid. Ruim huishoudens blijven onzichtbaar. Ze zoeken of krijgen geen hulp van een officiële instantie. Dit betekent dat de problematiek veel groter is dan tot nu toe bekend was. Hoe is het mogelijk dat voorheen niet, en nu wel duidelijk is hoe groot de groep is met onzichtbare schulden, zo vragen de leden van de fracties van PvdA en D66. Is als gevolg van de nieuw vergaarde inzichten aanpassing van het schuldhulpverleningsbeleid noodzakelijk, vragen de leden van de fracties van D66 en GroenLinks. Op welke wijze kan het percentage problematische schuldenaars die zichtbaar zijn voor beleid worden vergroot, vragen de leden van de laatstgenoemde fractie (blz. 81). Het onderzoek was onder meer bedoeld om inzicht te krijgen in de omvang van de groep voor het beleid onzichtbare schuldenaren. Aangezien dit inzicht voorheen ontbrak, kan niet worden geconcludeerd dat de problematiek groter is geworden. Het onderhavige onderzoek geeft geen aanleiding om de hoofdlijn van het gevoerde beleid te wijzigen. Wel worden aanvullende maatregelen getroffen om de kwaliteit van de schuldhulpverlening te verbeteren. In overleg met het Platform Integrale Schuldhulpverlening wordt nagegaan hoe drempels voor de schuldhulpverlening geslecht kunnen worden. Daarnaast wordt ook de voorlichting over de mogelijkheden van schuldhulpverlening geïntensiveerd (zie ook het antwoord op vraag 20). 20 Op welke wijze zouden de procedures sneller en eenvoudiger kunnen, vragen de leden van de fracties van CDA en GroenLinks. Is de minister voornemens om gerichte voorlichting en publiciteitscampagnes op te zetten? De onderzoekers concluderen immers dat de hulpverlening op zich wel voldoet, maar dat deze wellicht nog toegankelijker gemaakt kan worden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 8

9 Meer bekendheid en eenvoudiger en snellere procedures kunnen effect hebben. Hoe beoordeelt de minister deze conclusie en is hij voornemens om maatregelen te nemen die ertoe leiden dat de hulpverlening toegankelijker gemaakt wordt, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks (blz. 82). Het werkboek Werken aan schulden van het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening (zie vraag 2) kan bijdragen aan het stroomlijnen en uniformeren van de wijze waarop in de praktijk onder meer schuldregelingen en budgetbegeleiding plaatsvindt. Door voorlichting en publiciteit kan de schuldhulpverlening toegankelijker worden. Aangezien schuldhulpverlening primair op een lokaal niveau plaatsheeft, ligt het voor de hand om het zwaartepunt in voorlichting ook daar te leggen. Het ministerie van SZW ziet het als haar taak om gemeenten te faciliteren door via haar netwerk van gemeentevoorlichters kennis en ervaring te verspreiden. 21 In het rapport wordt de conclusie getrokken dat de schuldhulpverlening op zich voldoet, maar dat de huishoudens in echte uitzichtloze schuldsituaties worden afgewezen voor hulp. Welke mogelijkheden zijn er om ook voor deze groep schuldenaren de hulpverlening toegankelijk te maken, vragen de leden van de VVD-fractie. Wat is de reden dat huishoudens in echte uitzichtloze schuldsituaties afgewezen worden voor hulp, vragen de leden van de CDA-fractie. Is de minister van mening dat dit veranderd moet worden? Wat gebeurt er thans met de huishoudens in echte uitzichtloze schuldsituaties die worden afgewezen voor hulp, vragen de leden van de fractie van D66. De conclusie wordt getrokken dat de schuldhulpverlening op zich voldoet. Hoe verhoudt deze stelling zich met het gegeven dat slechts een heel klein percentage van de huishoudens met een risicovolle schuld hulp krijgt van een officiële instantie (blz. 81 en 82). Zoals eerder in de beantwoording van vraag 5 is gesteld, zijn de hoofdoorzaken van de afwijzing voor schuldhulp enerzijds de beperkte kredietwaardigheid van veel schuldenaren en onvoldoende aflossingscapaciteit, en anderzijds de beperkte bereidheid van schuldeisers om tot een schuldenregeling te komen. Daarnaast zijn er signalen van gemeenten over wachtlijsten in de schuldhulpverlening. De eerste signalen van de Wet schuldsanering natuurlijke personen zijn dat een aantal schuldeisers, zoals werd beoogd, eerder bereid is om te komen tot een schuldregeling. Dit betekent dat voor huishoudens met problematische schulden eerder een schuldregeling kan worden getroffen. 22 In hoeverre is er sprake van recidive na schuldhulpverlening, vragen de leden van de VVD-fractie (blz. 81 en 82). Het rapport Schuldregeling en beslag (september 1997) concludeert dat minstens 20% van de mensen met een schuldenregeling opnieuw schulden maakt. Het is belangrijk dat mensen die uit de schulden komen er ook uit blijven. Een instrument hiertoe is budgetbegeleiding. Hiermee wordt mensen geleerd om beter om te gaan met hun financiële huishouding en een balans te vinden tussen hun inkomsten en hun uitgaven. In het werkboek Werken aan Schulden (zie het antwoord op vraag 2) wordt hiervoor een stappenplan gepresenteerd dat in de schuldhulpverlening kan worden gebruikt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 52 9

10 23 In de conclusie wordt gesteld dat de drempel om hulp te vragen vrij hoog lijkt. Is dit niet in tegenspraak met de conclusie dat de schuldhulpverlening op zich voldoet? Wat zal de minister ondernemen om de drempel bij vragen om hulp (verder) te verlagen, vragen de leden van de fractie van D66 (blz. 81). Met de conclusie dat de schuldhulpverlening op zich voldoet, geven de onderzoekers aan dat cliënten in het algemeen tevreden zijn over de geboden hulp. Voor een deel van de schuldenaren zijn de drempels voor de schuldhulpverlening echter nog te hoog. In overleg met het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening zal worden nagegaan hoe deze drempels aangepakt kunnen worden. Daarnaast zal ook de voorlichting over de mogelijkheden van schuldhulpverlening worden geïntensiveerd. Zie ook het antwoord op de vragen 20 en Heeft de minister een verklaring voor het feit dat huishoudens met kinderen en daarbinnen vooral alleenstaande ouders, vaker behoren tot de groep van mensen met risicovolle schulden, vragen de leden van de PvdA-fractie (blz. 82). Een mogelijke verklaring kan zijn dat ouders niet snel bezuinigen op de kosten van kinderen. Alleenstaande ouders hebben bovendien veelal een echtscheiding achter de rug en daarmee samenhangend een terugval in inkomen. Voor het kabinet heeft het combineren van arbeid en zorg een hoge prioriteit, mede omdat werk het beste middel voor de betrokkenen is om uit financiële problemen te komen. 25 Is de minister van mening dat er thans in voldoende mate beperkingen bestaan die de toename van problematische schuldsituaties voorkomen, vragen de leden van diezelfde fractie. Te denken valt aan het stapelen van roodstaan-faciliteiten en daarmee het veelvuldig wisselen van bankrekeningen, kredietfaciliteiten bij postorderbedrijven, faciliteiten bij aankoop van dure gebruiksvoorwerpen, uitgestelde betalingsaanbiedingen en dergelijke (blz. 82). Een belangrijk instrument hierbij is de Wet op het consumentenkrediet. Deze wet is bedoeld om de consument te beschermen tegen overkreditering door kredietverstrekkers. Van over-kreditering is sprake als personen kredieten afsluiten die hun financiële draagkracht te boven gaan. De wet verplicht kredietgevers de consument vooraf te informeren over de kosten van een krediet en de rechten en plichten die eraan zijn verbonden. Ook verplicht de wet de kredietgever om de kredietwaardigheid van de kredietaanvrager te toetsen bij een bedrag boven de 2000 gulden. De toetsing hiervan vindt plaats door het Bureau Kredietregistratie in Tiel. Bij de voorgenomen herziening van de Wet op het consumentenkrediet zal tevens de effectiviteit worden bezien. 26 Welke andere preventieve maatregelen ter voorkoming van problematische schulden zijn te nemen, zoals bijvoorbeeld beperking van kredietmogelijkheden, het aansprakelijk stellen van schuldeisers die niet tijdig opgetreden zijn bij het ontstaan van problematische schulden, beperking van reclame voor gemakkelijke leningen e.d., vragen de leden van de fractie van GroenLinks (blz. 82). In het antwoord op vraag 25 is al gewezen op de mogelijkheden van de Wet op het consumentenkrediet om overkreditering te voorkomen. Naar Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

11 verwachting zal ook de nieuwe wettelijke schuldsaneringsregeling een stimulans zijn voor kredietverschaffers om terughoudend te zijn met overmatige kredietverlening. Naast preventieve maatregelen die de crediteur of producent betreffen, zijn ook maatregelen gericht op de consument van belang zoals budgetvoorlichting, budgetbegeleiding en (in uiterste gevallen) budgetbeheer. 27 Hulpverlening aan huishoudens is heel belangrijk, bij voorbeeld in samenwerking met daartoe aangewezen instanties zoals bijvoorbeeld Maatschappelijk werk. Hoe verloopt deze zgn. integrale hulpverlening en de samenwerking tussen de verschillende instanties, vragen de leden van die fractie (blz. 82). Het kabinet bevordert een integrale benadering van de schuldhulpverlening, die de samenwerking tussen de diverse organisaties, waaronder het Algemeen Maatschappelijk Werk, op lokaal niveau bevordert onder meer door subsidiëring van het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening. Het ministerie van SZW is als waarnemer betrokken bij het Platform. Zie ook de beantwoording van de vragen 2, 9 en Verschillende typen huishoudens blijken extra risico te lopen en schuldhulpverlening zou voor deze groepen een grotere rol kunnen spelen. De onderzoekers bevelen gerichte informatie of publicitaire campagnes aan over de risico s die verbonden zijn aan het aangaan van financiële verplichtingen en kredieten. Hoe beoordeelt de minister deze conclusie en bijbehorende aanbeveling van de onderzoekers? Gaat hij een actief informatie- en publiciteitsbeleid in deze voeren, vragen diezelfde leden. Wordt er naar het oordeel van de regering bij opvoeding en onderwijs voldoende aandacht besteed aan het omgaan met geld, het financieel verantwoordelijk zijn e.d? Zou meer preventief beleid in deze wenselijk zijn, vragen de leden van de fractie van GroenLinks (blz. 82). Een van de publiciteitscampagnes waaraan het ministerie van SZW bijdraagt is de 13-delige televisieserie «Rondkomen», die momenteel wordt uitgezonden. Het gaat om een laag-drempelig voorlichtingsprogramma over gezinsfinanciën. Daarbij komen thema s aan de orde als: bijzondere bijstand, huursubsidie, kwijtscheldingsbeleid en de financiële gevolgen van echtscheiding en overlijden. Zie ook de beantwoording van vraag 20. Met betrekking tot de opvoeding en onderwijs wordt opgemerkt dat zowel in de nieuwe kerndoelen van het basisonderwijs als in de kerndoelen van de basisvorming aandacht wordt besteed aan de onderwerpen omgaan met geld en financieel gedrag. 29 Kan de minister aangeven hoe hij elk van de verschillende oplossingsstrategieën uit de conclusie beoordeelt, zo vragen de leden van de fracties van PvdA en D66. In hoeverre zal aan deze strategieën concreet beleidsmatig gevolg worden gegeven? (blz ). Het onderzoek laat zien dat huishoudens verschillende strategieën hanteren om uit hun problemen te komen. Die strategieën zijn: bezuinigen, zorgen voor meer inkomen, leningen aangaan of rood staan, onderhandelen met schuldeisers, veranderen van financieel gedrag, hulpvraag aan instanties of hulp van familie/en of vrienden (zie blz. 80 van het rapport). Met uitzondering van de strategie leningen aangaan of roodstaan, zijn alle gehanteerde strategieën nastrevenswaardig. In Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 preventieve zin genieten de strategieën inkomen verhogen en verandering van financieel gedrag de voorkeur. In curatieve zin gaat het om tijdig hulp zoeken bij familie, vrienden of instanties en ook tijdig contact zoeken met de schuldeisers om de schulden niet verder te laten oplopen. Bij de beantwoording van eerdere vragen is al aangegeven hoe het beleid aansluit bij de gehanteerde oplossingsstrategieën. Zo sluit het activeringsbeleid in ruime zin aan op de strategie meer inkomsten verwerven, de acties op het terrein van voorlichting en budget-begeleiding op de verandering van financieel gedrag en het schuldhulpverleningsbeleid op de strategieën waarin een beroep wordt gedaan op professionele ondersteuning. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

13 Bijlage Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 21 april 1999 Hierbij doe ik u toekomen het onderzoeksrapport «Problematische schulden: zicht op het onzichtbare» 1. Het onderzoek, dat in opdracht van mijn ministerie is uitgevoerd door het IVA Tilburg, had een tweeledige doelstelling. Ten eerste het verkrijgen van indicaties voor de omvang van de problematische schulden in Nederlandse huishoudens. Ten tweede het verkrijgen van inzicht in oplossingsstrategien die huishoudens hanteren om uit een schuldsituatie te komen. Met dit onderzoek werd niet beoogd om de exacte omvang van problematische schulden vast te stellen. Het onderzoek bevestigt de veronderstelling dat de omvang van de problematiek groot is. Nagegaan is wanneer sprake is van een problematische schuldsituatie. Daartoe is een aantal indicatoren vastgesteld. Dit zijn indicatoren zoals: meer dan 3 verschillende soorten betalingsachterstanden, een betalingsachterstand van minimaal 12 maanden, een betalingsachterstand van meer dan 2000 gulden, een onopgeloste betalingsachterstand, een schuldregeling of een inkomensbeslag. Uit het onderzoek komt naar voren dat bij circa huishoudens twee of meer indicaties aanwezig zijn die duiden op een problematische schuldsituatie. Tevens blijkt uit het onderzoek dat huishoudens die hulp gezocht hebben redelijk tevreden zijn over de geboden hulp. Echter een groot deel vraagt pas om hulp als men zelf geen oplossing weet te vinden. De onderzoekers concluderen daarom dat de hulpverlening op zich wel voldoet, maar dat deze wellicht nog toegankelijker gemaakt kan worden. Meer bekendheid en eenvoudiger en snellere procedures kunnen effect hebben. In het kader van de nota «De andere kant van Nederland» (Tweede Kamer, , , nrs. 1 en 2) zijn maatregelen voorgesteld voor de aanpak van problematische schulden. De Wet schuldsanering natuurlijke personen, die op 1 december 1998 in werking is getreden, en de stimulering van lokale en regionale meldpunten integrale schuldhulpverlening zijn daarvan voorbeelden. In de voortgangsrapportage «De andere kant van Nederland» 1999 zal ik u nader informeren over de voortgang van de verschillende maatregelen. Ik heb dit onderzoek aangeboden aan het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening met het verzoek om een reactie. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, K. G. de Vries 1 Ter inzage gelegd bij commissiebureau SEF. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 59 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 221 Wijziging van de Abw, de IOAW en de IOAZ in verband met het verruimen van de mogelijkheid tot tijdelijke ontheffing van de sollicitatieverplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 035 Wijziging van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars teneinde kunstenaars met een eigen woning niet langer van een beroep op de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2000 Nr. 16 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 13

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 092 Knelpunten Arbeidstijdenwet Nr. 8 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 29 juni 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 44 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 juli 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Hoofdstuk 16. Financiële situatie Samenvatting 16. FINANCIËLE SITUATIE In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 100 (R 1654) Goedkeuring van het op 17 juni 1999 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende het verbod en de onmiddellijke actie voor de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 694 Pensioenregelingen Nr. 8 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 17 juli 2000 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

2017D05647 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D05647 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D05647 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 50 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 20 november 1998

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 136 1 Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 498 Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de evaluatie van de bijstandsverlening aan zelfstandigen Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 258 Evaluatie Wet schuldsanering natuurlijke personen Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) gemeente Eindhoven Raadsnummer 04.R94O.OOI Inboeknummer o4toooyss Classificatienummer 43I.6oy Dossiernurnmer sp juli aoo4 Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) Betreft evaluatie en ontwikkelingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 269 Wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering van een regeling inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 131 Reïntegratie arbeidsongeschikten Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 20 februari 2002 De commissie voor de Rijksuitgaven 1

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Bijlage 1: Bijzondere bijstand

Bijlage 1: Bijzondere bijstand 07.0001914 Bijlage 1: Bijzondere bijstand Individuele bijzondere bijstand Niet iedereen zal een duidelijk beeld hebben van wat bijzondere bijstand precies inhoudt. Daarom wordt hierbij een korte omschrijving

Nadere informatie

Kamervragen van de leden Karabulut en Leijten

Kamervragen van de leden Karabulut en Leijten De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde Inleiding Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zijn de minnelijke schuldsanering en de wettelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 23 972 Bestrijding langdurige werkloosheid Nr. 57 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 15 april 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 642 Europees Sociaal Fonds (ESF) Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 6 september 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie Hoofdstuk H 11. Financiële situatie Samenvatting verslechterd. Dit wordt bevestigd door het aandeel Leidenaren dat aangeeft rond te kunnen komen met hun inkomen. Dit jaar geeft bijna tweederde van de Leidenaren

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. 1. Inleiding

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. 1. Inleiding Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 411 Emancipatiebeleid 2001 Nr. 3 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 2 november 2000 De vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

2513 AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE

2513 AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE 2513 AA1Xa Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

STARTNOTITIE Vervolgonderzoek aantal huishoudens met (risico op) problematische schulden Versie 23 mei 2005

STARTNOTITIE Vervolgonderzoek aantal huishoudens met (risico op) problematische schulden Versie 23 mei 2005 STARTNOTITIE Vervolgonderzoek aantal huishoudens met (risico op) problematische schulden Versie 23 mei 2005 Aanleiding Op 24 september 2004 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen

Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen Rekenkamer Gouda - CONCEPT EN VERTROUWELIJK - Versie d.d. 12 mei 2012 Inhoudsopgave 1. Onderzoekskader schuldhulpverlening in Gouda

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 187 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Nr. 115 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 maart 2001 De vaste commissie voor Sociale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 57 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel

Nadere informatie

Schulden van huishoudens dramatisch gestegen. Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Schulden van huishoudens dramatisch gestegen. Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document. Schulden van huishoudens dramatisch gestegen Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document. Sinds 2008 kampt ook Nederland met de gevolgen van de internationale financiële kredietcrisis uit 2008,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening

Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening *BI.0170008* NOTA VOOR DE RAAD Datum: 23 januari 2017 Nummer raadsnota: BI.0170008 Onderwerp: beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020 Portefeuillehouder: Vissers Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 24 724 Studiefinanciering Nr. 133 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 september 2014 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Aan: de leden van de Commissie Welzijn ten behoeve van de vergadering van 23 januari 2012 Onderwerp: Voedselbank Teylingen

Aan: de leden van de Commissie Welzijn ten behoeve van de vergadering van 23 januari 2012 Onderwerp: Voedselbank Teylingen MEMO Aan: de leden van de Commissie Welzijn ten behoeve van de vergadering van 23 januari 2012 Onderwerp: Voedselbank Teylingen Geachte leden van de Commissie Welzijn, Bij de behandeling van de programmabegroting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 132 1 Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 496 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 december 2015 De vaste commissie

Nadere informatie

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 429 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 193 Wijziging van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving R VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2018 Omgeving 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 627 (Glas)tuinbouw Nr. 23 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 22 maart 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 099 Gelijke beloning Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 11 juli 2000 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Project Thuisadministratie

Project Thuisadministratie Project Thuisadministratie Doel Het ondersteunen van mensen die tijdelijk of langdurig het overzicht over de eigen administratie kwijt zijn of dreigen kwijt te raken. Voor Wie: Voor mensen die vanwege

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Kamervragen van het lid Blanksma-van den Heuvel

Kamervragen van het lid Blanksma-van den Heuvel De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bestuur, Ruimte en Wonen Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 282 Evaluatie Pemba/WAZ/Wajong/REA Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 10 maart 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 161 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 15 januari 2002 De vaste commissie voor Sociale

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van de vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Onderzoek naar alternatieven voor beschermingsbewind

Onderzoek naar alternatieven voor beschermingsbewind Onderzoek naar alternatieven voor beschermingsbewind Eindrapportage Uitgebracht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Amersfoort, 30 juni 2016 Bureau Bartels B.V. Postbus

Nadere informatie

AH 2445 2016Z06667. Antwoord van staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 mei 2016)

AH 2445 2016Z06667. Antwoord van staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 mei 2016) AH 2445 2016Z06667 Antwoord van staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 mei 2016) 1 Kent u het bericht Een op de zeven Hagenaars heeft schulden 1) en de daarbij behorende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 318 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1998 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie Stadsenquête Leiden 008 Hoofdstuk 19. Financiële situatie Samenvatting Ruim tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, bijna een kwart komt net rond en een

Nadere informatie

ondertekenaars in sommige gevallen tot levenslange schuldenaar van de bank maakt? Is dit alles wettelijk toegestaan? Kunt u hierbij een nadere toelich

ondertekenaars in sommige gevallen tot levenslange schuldenaar van de bank maakt? Is dit alles wettelijk toegestaan? Kunt u hierbij een nadere toelich 2009Z16563 Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister van Financiën en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht DSB haalt alles uit de kast bij schuld. (Ingezonden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting 31 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus

Nadere informatie

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam PROBLEMATISCHE SCHULDEN EN ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam oktober 2013 Steeds meer mensen hebben schulden en de schulden die zij hebben zijn groter dan voorheen. In 2012 melden 11% meer mensen zich bij kredietbanken

Nadere informatie

Prospectus persoonlijke en sociale lening

Prospectus persoonlijke en sociale lening Prospectus persoonlijke en sociale lening 1. Algemeen In deze prospectus leest u hoe de persoonlijke en de sociale lening van Kredietbank Nederland werkt. Kredietbank Nederland is gevestigd aan de Gardeniersweg

Nadere informatie

Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen van het lid Schouten over naleving van de beslagvrije voet door schuldeisers

Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen van het lid Schouten over naleving van de beslagvrije voet door schuldeisers > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 241 Enquête vliegramp Bijlmermeer Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 In de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage W&B/B&K/04/66398

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage W&B/B&K/04/66398 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Datum 29 april 2016 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Yücel en Vermeij (beiden PvdA) over het bericht Een op de zeven Hagenaars heeft schulden

Datum 29 april 2016 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Yücel en Vermeij (beiden PvdA) over het bericht Een op de zeven Hagenaars heeft schulden > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44 44 F 070

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting Hulpdienst In-Zicht

Beleidsplan Stichting Hulpdienst In-Zicht Beleidsplan 2014-2017 Stichting Hulpdienst In-Zicht Veenendaal - 9 mei 2014 Stichting Hulpdienst In-Zicht Markt 10-3901 DN Veenendaal (06) 38255710 - www.hulpdienstinzicht.nl - info@hulpdienstinzicht.nl

Nadere informatie