Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Bijlagen en kaarten. Bijlagen en kaarten bij Beheerplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Bijlagen en kaarten. Bijlagen en kaarten bij Beheerplan 2012-2017"

Transcriptie

1 Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Bijlagen en kaarten Bijlagen en kaarten bij Beheerplan Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000

2

3 Bevoegde gezagen Vastgesteld d.d. 23 april 2013 Vastgesteld d.d. 25 augustus 2013 Vastgesteld d.d. 17 juli 2013 Het beheerplan is opgesteld door: Royal Haskoning in opdracht van provincie Zuid-Holland Foto voorkant: Kalkarm grijs duin in Solleveld, Leo Loijenga (Dunea)

4

5 Inhoudsopgave BIJLAGEN Bijlage 1 Projectorganisatie... 1 Bijlage 2 Cultuurhistorische en landschappelijke waarden Solleveld & Kapittelduin... 3 Bijlage 3 Stroomschema vertaling BN-waarden Bijlage 4 Vertaling BN-waarden Bijlage 5 Onderbouwing BN-instandhoudingsdoelstellingen Bijlage 6 Habitattypen en vegetatietabel Bijlage 7 Uitwerking typische soorten Bijlage 8 Kwaliteitsparameters habitattypen en BN-clusterwaarden Bijlage 9 Factsheets habitattypen Bijlage 10 Factsheet nauwe korfslak Bijlage 11 Overzichtstabel bestaand gebruik Bijlage 12 Stappenplan cumulatietoets Bijlage 13 Toetsingstabel globale enanalyse Deel A: Natura 2000-waarden Deel B: BN-clusterwaarden Bijlage 14 Toetsingstabel nadere enanalyse Deel A: Natura 2000-waarden Deel B: BN-clusterwaarden Bijlage 15 Passende beoordeling regulier zeereepbeheer Bijlage 16 Passende beoordeling recreatie Van Dixhoorndriehoek Bijlage 17 PAS-gebiedsanalyse KAARTEN Kaart 1: Habitattypenkaart Solleveld Kaart 2: Habitattypenkaart Kapittelduinen noord Kaart 3: Habitattypenkaart Kapittelduinen zuid i

6

7 Bijlage 1 Projectorganisatie Projectgroep Dunea Gemeente Den Haag Gemeente Rotterdam Gemeente Westland Hoogheemraadschap van Delfland Ministerie van EL&I Provincie Zuid-Holland (voorzitter) Rijkswaterstaat (agendalid) Stichting Zuid-Hollands Landschap Adviesgroep Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor 's Gravenhage en omstreken ANWB Camping Vafamil Deltalinqs Dunea Gemeente Den Haag Gemeente Rotterdam Gemeente Westland Havenbedrijf Rotterdam N.V. Hoogheemraadschap van Delfland Kamer van Koophandel Den Haag Kamer van Koophandel Rotterdam KNNV Den Haag LTO Noord Parnassia Bavo Groep Provincie Zuid-Holland (voorzitter) RECRON Rijkswaterstaat Stad en Lande Stichting Duinbehoud Stichting Zuid-Hollands Landschap Vestia 1

8 2

9 Bijlage 2 Cultuurhistorische en landschappelijke waarden Solleveld & Kapittelduin Onderstaande inventarisatie is in 2008, bij wijze van proef voor landelijke uitwerking in alle Natura 2000-gebieden, uitgevoerd door Guido Mauro, Consulent Cultuurlandschap en Archeologie, Regio west (Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Ondertussen is in juni 2010 de Provinciale Structuurvisie vastgesteld samen met de Verordening Ruimte. In artikel 14 van de Verordening Ruimte is de landgoedbiotoop opgenomen. Deze landgoedbiotoop rust o.a. op het landgoed Ockenburg. Doelstelling voor landgoedbiotopen is het behoud en versterken van de cultuurhistorische kenmerken en waarden van deze biotoop, zoals zichtlijnen en panorama s. In april 2009 is tevens een special van Holland s Duinen uitgebracht die volledig gewijd is aan het archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek in Solleveld (Holland s Duinen nummer 53, april 2009). Guido Mauro, Consulent Cultuurlandschap en Archeologie, Regio west (Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland), Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (U /GVM, 12 maart 2008) Inventarisatie Algemeen Het Natura 2000 gebied Solleveld en Kapittelduinen beslaat het duinlandschap tussen Kijkduin nabij Den Haag en het Hoek van Holland. Vervolgens slaat het plangebied ten noorden van de Nieuwe Waterweg de hoek om en omvat het het meer landinwaarts gelegen Staelduinse Bosch. Het duinlandschap bestaat voornamelijk uit een smalle reep en is op sommige punten nauwelijks 200 meter breed. De vorming van Oude en Jonge Duinen en de monding van de Maas hebben voor een groot deel het landschap bepaald. In het gebied zijn diverse cultuurhistorische elementen nog aanwezig die de verschillende activiteiten weerspiegelen die zich in het gebied hebben afgespeeld of nog steeds gaande zijn. In het gebied hebben uiteenlopende activiteiten plaatsgevonden zoals bewoning, agrarisch gebruik, begraving, jacht, verdediging en zand- en waterwinning. In het noordelijk deel herbergt de bodem archeologische resten die informatie verschaffen over de vroegste bewoningsgeschiedenis. De vorming van de strandwallen met de daarop gelegen oude Duinen hebben een grote rol gespeeld in de bewoningsgeschiedenis. Zij boden gunstige vestigingsmogelijkheden vanaf het Laat Neolithicum ca v. Chr. Archeologie Bekende Archeologische waarden: Binnen het Natura 2000 gebied bevinden zich volgens de Archeologische monumentenkaart Zuid-Holland (AMK ZH) twee terreinen van hoge archeologische waarde. Deze zijn: 3

10 AMKnummer 30D-001 (monumentnummer 4028): Terrein met sporen van bewoning uit de Romeinse Tijd en de Vroege en Late Middeleeuwen. De archeologische lagen komen op verschillende diepten voor dit komt door de uiteenlopende ouderdom en de stratigrafische scheiding, maar vooral omdat het maaiveld een golvend karakter heeft. In het algemeen zal gelden dat de oudere vondstlagen en loopvlakken dieper gelegen zijn dan de meer recentere. Met name de oudste resten blijken soms nog goed geconserveerd te zijn. Van de hoger gelegen veelal laatmiddeleeuwse en vindplaatsen van nog recentere datum zijn grotendeels de oude oppervlakken verdwenen of aangetast. De dieper ingegraven grondsporen zijn (deels) nog wel aanwezig. AMKnummer 30D-007 (monumentnummer 4034): Een terreintje waar ploegsporen uit de Late IJzertijd, sporen van bewoning uit de Romeinse Tijd en een (merovingisch) grafveld uit de Vroege Middeleeuwen uit de 7 e eeuw zijn aangetoond. De middeleeuwse resten bevinden zich direct onder het maaiveld. Deze zijn al deels verploegd. Bijgiften in de vorm van metalen wapens en aardewerk zijn van het grafveld bekend. De akker uit de IJzertijd is nog zeer goed geconserveerd en liggen op grotere diepte. Verwachtingswaarden: De kans op het aantreffen van archeologische waarden vertoont een duidelijke met de geomorfologie. De wording van het gebied wordt gekenmerkt door de monding van de Maas en de vorming van de strandwallen en Oude Duinen en Jonge Duinen. Omstreeks 3000 voor Chr. begon de kustlijn ten gevolge van een verminderde zeespiegelstijging zich westwaarts uit te breiden. Hierbij ontstonden grofweg drie strandwalgordels min of meer evenwijdig aan de kust waarbij de jongere strandwallen ten westen van de oudere zijn gevormd. Tussen de strandwallen lagen strandvlakten waar klei werd afgezet en zich (soms) veen kon ontwikkelen. In het noordelijk deel van het Natura2000 gebied, grofweg tussen Kijkduin en Arendsduin, zijn voornamelijk de strandwallen en Oude Duinen aanwezig die behoren tot de middelste strandwalgordel welk loopt van Den Haag naar Wassenaar. Deze komt ter hoogte van Loosduinen en Solleveld het gebied binnen. In het uiterste noorden nabij Kijkduin zou zich nog een deel van het jongere strandwalcomplex van Scheveningen kunnen bevinden. Na 1200 zijn in een smalle strook direct langs de kust hier de Jonge Duinen gevormd. Uit het noordelijk deel van het plangebied zijn diverse vondsten bekend die dateren vanaf de Late Bronstijd. De kans op het aantreffen van nog oudere resten, uit het Neolithicum mag zeker niet worden uitgesloten, gezien de ouderdom van het strandwalcomplex en de vondsten die behoren tot de Vlaardingencultuur net ten oosten (Madestein en het Monsterse Geestje) van het plangebied. Direct aangrenzend aan het plangebied op de camping Ockenburg ligt een ander terrein van hoge archeologische waarden, 30D-006 (monumentennummer 4033). Onderzoek heeft uitgewezen dat hier ook sprake is van bewoningsporen uit de periode Late IJzertijd, Romeinse Tijd en Middeleeuwen. Het betreft ondermeer een Romeinse vicus, van een klein Romeins fort uit de 2 e en 3 e eeuw na Chr. en een Merovingische nederzetting uit de Vroege Middeleeuwen. Zeer 4

11 waarschijnlijk heeft deze laatste een met het ten zuiden hiervan gelegen vroeg middeleeuws grafveld (30D-006). De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) kent het noordelijk deel van het Natura 2000gebied een hoge en middelhoge verwachting toe. Dit is gebaseerd op het voorkomen van de Oude Duinen en de afzettingen aan de noordelijke oever van de Maas met bijbehorende geulpatronen en veenriviertjes die in de Maas uitmondden zoals de Gantel. Daar waar de Oude Duinen aan het oppervlak bevinden is de kans groot dat archeologische sporen zich aan of dicht onder het oppervlak bevinden. Op locaties waar het jonge Duinzand de Oude Duinen en strandwallen bedekt, zijn de conserveringsomstandigheden voor archeologische resten die dateren voor 1200 in principe gunstig. De resten bevinden zich dan op grotere diepten. Kortom in het noordelijk deel zijn resten te verwachten uit diverse perioden en van uiteenlopende aard zoals nederzettingen, akkers, wegen, militaire versterkingen (Romeinse Tijd) en grafvelden. De verwachte conservering varieert van (zeer) goed tot matig/slecht. Dit beeld wijkt af van het huidige duingebied in het zuidelijk deel dat van veel recentere datum dateert. Het duinlandschap bestaat hier uit Jonge Duinen en omvat de Kapittelduinen. Een opvallend landschapselement vormt de haakwal met daarop het Staelduinse Bosch. De haakwal is een strandwal die echter haaks op de kustlijn staat en is gevormd. Het is estuariumduin van de Maasmonding en ligt parallel aan deze rivier. De haakwal is waarschijnlijk in de tweede helft van de 13e eeuw ontstaan. Volgens historische bronnen zou hier omstreeks 1300 hier enkele vissers wonen en in de 14 en 15e eeuw zou een kapel gewijd aan de Heilige Ursula en enkele huisjes hebben gestaan. Resten hiervan zouden in de 18e en 19e eeuw zijn aangetroffen tijdens de afgravingen van het duinzand ten oosten van het huidige Staelduinse Bosch. Het zuidelijk deel heeft volgens de IKAW een lage tot zelfs een zeer lage trefkans op de aanwezigheid van archeologische resten. De Maas heeft hier grote delen geërodeerd. Toch kunnen in het gebied met name resten worden aangetroffen van na 1200, ook zijn uit het gebied enkele (middeleeuwse) scheepsresten bekend. Overige cultuurhistorische waarden Landgoed Ockenburg Landgoed Ockenburg, exclusief het kasteel Ockenburg dat buiten het plangebied valt: Het landgoed Ockenburg is rond 1650 aangelegd door Jacob Westerbaen. Het landgoed was oorspronkelijk in een Classicistische stijl aangelegd. In de loop van de eeuwen is er flink aan het landgoed gesleuteld. De strakke formele lijnen en structuren zoals deze nog op historische kaarten zichtbaar zijn, worden in de 19e eeuw vervangen door meer vloeiende lijnen en glooiende gazons. Thans is nog weinig tot niets herkenbaar van de aanleg van Westerbaen. Alleen de schuine strakke oprijlaan vanaf de Monsterseweg is nog duidelijk herkenbaar. Wel loopt de oprijlaan tot aan het landhuis door terwijl in de tijd van Westerbaen deze voor het huis in westelijke richting afboog. Het hedendaagse landgoed Ockenburg toont de aanleg die dateert uit Het huidige landgoed is historisch ontstaan uit een samenvoeging van het oude landgoed Ockenburg met een deel van het toen aangrenzende landgoed Santvoort, het Santvoortsche Bosch dat we nu kennen als het Hyacintenbos. 5

12 Akkercomplexen Nabij Solleveld direct ten westen van de watertoren zijn verschillende walletjes te zien die vierkante perceeltjes omsluiten. Het betreffen kleine akkerpercelen en doen denken aan zogenaamde haaimeet, kleine akkertjes in Zuidwest Nederland vaak omgeven door een houtwal (schurveling). In de 19e eeuw ging men de bodem van de haaimeten afgraven om dichter bij het grondwater te komen. Het afgegraven zand wed benut om de houtwallen op te hogen tot zandwalletjes (hoagtes). Mogelijk heeft een dergelijk proces ook hier afgespeeld. Ook op luchtfoto s zijn deze nog goed waar te nemen. Op de gedetailleerde kaart van Cruquius uit 1712 zijn de akkertjes niet herkenbaar maar worden zijn deze wel afgebeeld op de militair topografische kaart van De aanleg zal waarschijnlijk dan ook uit de tussengelegen periode dateren. Het akkercomplex wordt tegenwoordig doorsneden door een infiltratieplas. Het grootste en meest herkenbare deel bevindt ten noordwesten van de plas. Een kleiner deel is ten zuiden van de infiltratieplas op luchtfoto s nog zichtbaar. In de Provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland is het akkercomplex aangeduid als historisch-landschappelijk vlak van zeer hoge waarde. Op Solleveld ten noordoosten van het bovenbeschreven akkercomplex bevindt zich nog een bijzonder complex dat is opgebouwd uit langgerekte vrij hoge smalle ruggetjes. Deze zijn noordoost-zuidwest georiënteerd. Ook hier is er waarschijnlijk sprake van een akkercomplex. Dergelijke smalle hoge bolle akkertjes zijn elders bekend onder andere uit het rivierengebied. Dit complex staat wel op de kaart van Cruquius afgebeeld, mogelijk behoorde dit bij de boerderij Solleveld. Ook dit complex is opgenomen in de Provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland als historisch-landschappelijk vlak van zeer hoge waarde. Dat het hier om enkele bijzondere complexen gaat blijkt uit het feit dat dit het enige twee gebieden in het duinlandschap van deze provincie zijn dat deze hoogste kwalificatie krijgt. Dijken In het Natura2000 gebied bevinden zich meerdere dijken, enkele daarvan hebben belangrijke rol gespeeld in de bewoningsgeschiedenis van het gebied. Ten zuiden van Den Haag tot aan Hoek van Holland zijn de duinen dermate smal en laag dat vanaf de 17de eeuw aanvullende bescherming nodig was in de vorm van strandhoofden en dijken. Deze dijk of dijkenreeks is in het huidige landschap als lijn nog steeds te volgen. Onderdeel daarvan is de Slaperdijk. Datering onbekend, vermoedelijk in de 18e of 19e eeuw aangelegd nadat kustdelen ten westen van de huidige kustlijn in zee zijn verdwenen. De Noordlandse dijk is al op de kaart van 1712 afgebeeld. Tussen deze dijk en de duinen ligt De Banken. De Banken kent een lange geschiedenis. Al op de kaart van Nicolaus Cruquius uit 1712 is 'De Banck' te zien als een ongeveer 500 meter brede polder gelegen tussen een f breed duingebied en de Noordlandse Dijk. Door landaanwinning aan de landkant en afslag aan de zeekant is de huidige vorm ontstaan. Langs beide dijken ligt geen dijksloot en de dijken kennen geen boombeplanting. Nieuwlandse Dijk: aangelegd in verband met de inpoldering van de polder Nieuwland rond De dijk is niet overal even goed herkenbaar. In het bijzonder het meest westelijk deel is landschappelijk gezien behoorlijk aangetast. Ter hoogte van het Staelduinse Bosch is de dijk wel duidelijk zichtbaar en ligt aan de zuidzijde nog een dijksloot 6

13 De hierboven genoemde dijken komen op de Cultuurwaardenkaart van de Provincie voor als historisch-landschappelijke lijnen van redelijk hoge waarde. Linies Atlantikwall: In het Staelduinse Bosch en nabij Hoek van Holland liggen nog meerdere bunkers die onderdeel uit maken van de Atlantikwall uit de Tweede Wereldoorlog. De bunkers liggen nog in hun oorspronkelijke context en de linie is ter plaatse nog goed herkenbaar. Het oostelijk deel van het Staelduinse Bosch komt op de Cultuurhistorische Hoofdstructuurkaart is op de kaart nederzettingen als monofunctioneel gebied aangeduid (waarschijnlijk vanwege de ca 40 bunkers die hier liggen), die op de waardekaart de hoogste score krijgt (zeer hoge waarde) met bovendien een zeer hoge waarde in de nederzetting landschap. Overige Duingebied nabij Hoek van Holland Het duingebied, ruwweg tussen het Navigatiecentrum in Hoek van Holland (aanduiding op topkaart) en de Semafoor aan de Nieuwe Hollandse waterweg komt op de kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur voor als Nederzetting van hoge waarde Staelduinse Bosch Tot in de 18e eeuw bevond het Staelduin zich buitendijks. Na de inpoldering van de Bonnenpolder kwam het Staelduin binnendijks te liggen. In de 19e eeuw kreeg het gebied meer de vorm, zoals wij die nu kennen. Rond 1850 ging de eigenaar de familie van Rijckevorssel, over tot ontginning van het zuidelijk deel van het Staelduin. Het noordelijk deel werd ingeplant met houtsoorten, bedoeld voor productie. Het Staelduin verloor zijn oorspronkelijke karakter van een duingebied en werd een bos. Ten behoeve van de houtproductie werden er wegen in het bos aangelegd. Het gebied is voorts aardkundig van enig belang: Het duingebied dat temidden van het zeer sterk in cultuur gebrachte Westland ligt, is nog redelijk gaaf van vorm. Beheeradvies Bekende AMK terreinen: Het huidige grondgebruik voor natuur en recreatie hoeft niet tot aantasting van het bodemarchief te leiden wel dient te worden opgemerkt dat door padenvorming en verstuiving archeologische resten en oude cultuurlagen bloot kunnen komen te leggen. Eenmaal aan het oppervlak zijn deze resten erg kwetsbaar en kunnen dan in een vrij rap tempo verdwijnen. Lage beplanting zoals helmgras etc. kan dit voorkomen. Bodemingrepen die dieper reiken dan de huidige bouwvoor (ca. 20 cm) dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. Grondwaterpeilveranderingen kunnen leiden tot een vermindering van het conserverende vermogen van de bodem en een nadelig hebben op het bodemarchief. Grondwaterpeilverlaging wordt daarom ontraden. Ook de groei van houtige gewassen kan leiden tot beschadiging van de archeologische resten wanneer deze zich dicht onder het maaiveld bevinden. Vandaar dat dit zoveel mogelijk dient te worden vermeden. 7

14 Verwachte archeologische waarden: Voor de gebiedsdelen die voor volgens de IKAW een hoge en middelhoge verwachting dient bij bodemingrepen (bijvoorbeeld natuurontwikkeling) die dieper reiken dan de huidige bouwvoor eerst archeologisch onderzoek worden uitgevoerd om vast te stellen dat geen behoudenswaardige archeologische waarden in geding zijn. In het algemeen kan worden gesteld dat ruimtelijke ingrepen waarbij (waarschijnlijk) sprake is van bodemverstoring zoals vrije verstuiving duinlandschap, bosaanleg of het graven van infiltratieplassen vanuit archeologisch oogpunt het best kan plaatsvinden in het zuidelijk deel van het Natura2000 gebied waar volgens de IKAW een lage tot zeer lage trefkans is op archeologische resten. Overige Cultuurhistorische waarden: Landgoed Ockenburg: De huidige structuur en zichtlijnen van het landgoed dienen te worden gehandhaafd. Terughoudend opstellen met grote drastische ingrepen zoals het aanleggen van nieuwe paden, opheffen van paden of het aanbrengen van nieuwe (afwijkende) aanplant. Akkercomplexen: De twee unieke en zeldzame akkercomplexen dienen in hun aanleg herkenbaar te blijven. Dat betekent handhaving van het patroon van walletjes en van de hoogteverschillen die hierdoor ontstaan en handhaving van het vlakke (dwz. niet geaccidenteerde) karakter van de voormalige akkergronden. Lage beplanting kan een rol spelen voor de fixatie van dit patroon, waar opgaande beplanting de visuele herkenbaarheid van het patroon zal bemoeilijken en daarom wordt sterk afgeraden. De bovengrond van de voormalige akkers niet verwijderen. Door deze gebieden naar inrichting als eenheid te beschouwen (met alleen lage beplanting) kan het zich mogelijk duidelijker onderscheiden van een omgeving waarin ook vormen van opgaande beplanting of het geheel ontbreken van beplanting voorkomt. Ook verstuiving komt als beheersvorm voor dit gebied niet in aanmerking omdat de kans groot is dat daarmee dit spoor van menselijk gebruik van het duingebied (het patroon van de walletjes) verdwijnt. Dijken: Handhaven van de huidige profielen, voor de Nieuwlandse Dijk is dit inclusief dijksloten. Handhaven van het doorgaande karakter van de dijkenreeks. Atlantikwall: Handhaving van de bestaande bunkers. Gebruikte bronnen: Literatuur: Bult, E.J., J. de Bruin & E. Norde, 2004: Een archeologisch inventariserend veldonderzoek op Solleveld in Monster (gemeente Westland), Delft (Delftse Archeologische Rapporten, nr. 38). Bult, E.J. & J de Bruin, 2005: Bureauonderzoek Nieuwlandsedijk te s-gravenzande (gemeente Westland), Delft (Delftse Archeologische Rapporten, nr. 66). 8

15 Bult, E.J. & J. de Bruin, 2005: Duingeest, Tuinveld, Gantel de Baak en Poelpolder: Bureauonderzoek naar vier plangebieden in de gemeente Westland, Delft (Delftse Archeologische Rapporten, nr. 79). Heeringen, R.M., van, 1983: s-gravenhage in Archeologisch perspectief, in: E.F.J. de Mulder (red.), De Bodem van s-gravenhage: zeven artikelen over de ontstaansgeschiedenis, bodemopbouw, landschapsontwikkeling, bewoningsgeschiedenis, oliewinning, grondwaterhuishouding en funderingstechniek in s-gravenhage, alsmede de Archeologische-Geologische kaart van s-gravenhage, s-gravenhage, p Lamertse, F., 2000: Ockenburgh te Den Haag, in: J. Stöver (red. et al.), Kastelen en Buitenplaatsen in Zuid-Holland, Zutphen, p Minkjan, P., H. Baas, H. Renes & P. Veen, 2006: Handboek Cultuurhistorisch Beheer. Landschapsbeheer Nederland, Utrecht. Valk, L., van der, 1986: Inventarisatie van archeologische waarden van de duinterreinen Solleveld en Ockenburg, Westduin, gemeente s-gravenhage, s-gravenhage. Atlassen: Grote Historische Atlas van Nederland, 1:50.000, I West-Nederland , Wolters- Noordhoff Atlasproducties. Grote Historische topografische Atlas ca. 1905, 1:25.000, Zuid-Holland, Nieuwland. Websites: RACM digitaal archief: Archis II Livelink RIV atlas 9

16 10

17 Bijlage 3 Stroomschema vertaling BN-waarden Opgesteld door: Nanda t Lam, Arcadis, 26 mei

18 Stap 1a: Selecteer de BN-waarden uit het BN-aanwijsbesluit. Vervolg BN-waarden: biotische kwaliteiten Stap 1b: Bepaal per BN-waarde of deze betrekking heeft op: - biotiek (ga naar stap 2a) - overige kwaliteiten (landschappelijk, abiotisch, archeologie, cultuurhistorie, etc.) (ga naar stap 7a) Stap 2a: Bepaal of de BN-waarde overlapt met de Natura doel(en). (zie profieldocumenten) Ja Stap 2b: BN-waarde koppelen aan Natura 2000-doel(en). Nee Stap 3a: Bepaal of de BN-waarde kan meeliften met de Natura doelen. Nee Ja niet mogelijk Stap 3b: BN-waarde laten meeliften, op grond van één van de volgende argumenten: A) Standplaatsfactoren/ biotoopeisen van BN-waarde komen overeen met Natura 2000-doel (zie handboek natuurdoeltypen en profieldocumenten); B) BN-waarde is een kenmerkende soort van een vegetatietype uit het profieldocument; C) BN-waarde is een algemene soort en heeft een ecologische met meerdere Natura 2000-doelen. Stap 3c: bepaal of de BN-waarde aanvullende ecologische randvoorwaarden in vergelijking met het Natura doel(en) stelt. Stap 4a: Bepaal of de BN-waarde ondergeschikt is te maken aan de Natura 2000-doelen. (zie BN/SNaanwijsbesluit) Nee Ja niet mogelijk Stap 4b: voor BN-waarde geen doel voor formuleren op grond van één van de volgende argumenten: A) BN-waarde conflicteert met Natura 2000-doel(en), omdat (bv. exoot) B) BN-waarde heeft (waarschijnlijk) nooit in het gebied voorgekomen; C) BN-waarde was ten tijde van de aanwijzing als BN/SN al verdwenen; D) BN-waarde is landelijk al langere tijd uitgestorven en er is weinig kans op terugkeer. Stap 5a: Bepaal of de BN-waarde in de huidige situatie (regelmatig) in het gebied voorkomt, of door het nemen van beheer en/ of inrichtingsmaatregelen in het N2000-gebied kan terugkeren. Ja Nee niet mogelijk Stap 5b: voor BN-waarde geen doel formuleren op grond van één van de volgende argumenten: A) BN-waarde wordt slechts (zeer) incidenteel in het N2000-gebied gesignaleerd en BN-waarde is voor het voortbestaan niet afhankelijk van het N2000-gebied. B) BN-waarde komt in de huidige situatie als gevolg van gewijzigde (a)biotische omstandigheden niet meer voor en kans op terugkeer is daarom gering; C) BN-waarde komt in de huidige situatie niet meer voor en er zijn geen/ onvoldoende beheer-/ inrichtingsmaatregelen mogelijk en daarom is er geen kans op terugkeer. D) BN-waarde komt, als gevolg van oorzaken buiten het Natura gebied (specificeren), in de huidige situatie niet meer voor en kans op terugkeer is daarom gering. Stap 6a: Bepaal of de BN-waarde samen met andere BN-waarde(n) die uit stap 5a en 10a volgen tot hogere ecologische niveaus geclusterd kunnen worden. Stap 6b: Vertaal het cluster van BN-waarden naar een doel: 1) Natuurdoeltype volgens Bal e.a. 2001, indien niet mogelijk: 2) Soortgroep (bv 'trekvogels'), indien niet mogelijk: 3) Andere formulering (bv houtwal met soorten als, of landschappelijke kenmerken ). Vertaal een enkele BN-waarde naar: 4) Soort, indien niet mogelijk: 5) Andere formulering (bv uitgestrektheid van het gebied ) 12

19 Stap 6c: Bepaal de ambitie van het doel op basis van onderstaande uitgangspunten: In principe behoudsopgave (voor omvang en/ of kwaliteit of anderszins) formuleren; Alleen verbeteren kwaliteit als doel formuleren, indien dit wenselijk is én niet conflicteert met N2000-doel(en); Ten gunste van -regeling in de toelichting opnemen als achteruitgang omvang en/ of kwaliteit BN-doel ten gunste komt van een Natura 2000-doel. Stap 6d: Bepaal het beoordelingskader 1 voor het bereiken/ behouden van het BN-doel op basis van onderstaande werkwijze: Leidt alleen uit de BN-waarden die op basis van stap 6a zijn geclusterd tot het BN-doel het beoordelingskader af; Laat de beoordelingscriteria voor vegetatietypen en soort(en)(groepen) zo veel mogelijk aansluiten bij de methodiek en kwaliteitsaspecten uit de profieldocumenten. Vervolg BN-waarden: overige kwaliteiten Stap 7a: Bepaal per BN-waarde of deze overlapt met een Natura 2000-doel of BN-doel volgend uit stap 6b. Nee Stap 8a: Bepaal of de BN-waarde kan meeliften met de Natura 2000-doelen en/ of BN-doelen volgend uit stap 6b. Nee Ja Ja niet mogelijk Stap 7b: BN-waarde koppelen aan Natura 2000-doel of BN-doel. Stap 8b: Bepaal of de BNwaarde relevante natuurwaarde(n) heeft. Nee Stap 8d: Voor deze BNwaarde geen doel formuleren. In het beheerplan beschrijven door welk beleidskader de BN-waarde is beschermd. Ja Stap 8c: BN-waarde laten meeliften op grond van één van de volgende argumenten: E) BN-waarde is een abiotisch kenmerk van een Natura 2000-doel (zie handboek Natuurdoeltypen en profieldocumenten). F) B) BN-waarde is een algemene karakteristiek van het gebied en heeft zodoende een (bv hydrologie, fysisch- chemisch, landschappelijk, bodemkundig) met meerdere Natura doelen (en BN-doelen). Stap 9a: Bepaal of de BN-waarde ondergeschikt is aan de Natura doelen. (zie BN-aanwijsbesluit) Nee Ja Stap 9b: Voor BN-waarde geen doel formuleren, omdat het volgens het BNaanwijsbesluit geen karakteristiek is van het gebied. Stap 8d: Bepaal of de BN-waarde aanvullende ecologische randvoorwaarden in vergelijking met het Natura 2000-doel(en) en/ of BN-doel stelt. Stap 10a: Ga verder naar stap 6a 1 vooralsnog is het uitgangspunt dat de BN-waarden m.b.t. natuurschoon alleen betrekking hebben op aspecten in het gebied. Op basis van (recente) jurisprudentie (o.a. RvS-uitspraak ) is er een risico dat ook rekening gehouden moet worden met de externe werking van natuurschoonaspecten. Dit heeft met name consequenties voor het beoordelingskader voor vergunningverlening van toekomstige ruimtelijke (stedelijke en industriële) ontwikkelingen. Aan het JAN wordt gevraagd hier duidelijkheid over te geven. 13

20 14

21 Bijlage 4 Vertaling BN-waarden (Arcadis, 2009) Solleveld N2000-waarden BN-waarden BN-waarde Aanwijzingsbesluit het natuurmonument vormt een schakel in het Nederlandse kustduingebied karakteristiek voorbeeld van het Nederlandse duinlandschap in ecologisch en landschappelijk opzicht vormt het een integrerend onderdeel van het duingebied tussen Den Haag en Hoek van Holland duinen, duinvalleien, duin- en landgoedbossen, graslanden, duinheiden, struwelen, ruigten en plassen vormen in biologisch, geomorfologisch, hydrologisch en landschappelijk opzicht een samenhangend geheel H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) x x x x x x x x Categorie Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden (Ecologische) samenhang met andere duingebieden overig 10 6b nee x Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied overig 10 6b nee x overig 10 6b nee x meeliften: vegetatietypen, biologisch, geomorfologische en hydrologische samenhang overig: landschappelijke samenhang 3bC en 8bB 10 6b nee x grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden die worden bepaald door geologische, geomorfologische en klimatologische omstandigheden. waardevolle levensgemeenschappen en minder algemene plantengemeenschappen van belang als broed-, rust-, fourageer- en doortrekgebied voor vogels biotoop van een aantal soorten amfibieën, reptielen, insecten en zoogdieren door openheid, reliëf en binnenduinrandbossen van betekenis uit oogpunt van natuurschoon; overig 8bB nee x x x x x x x meeliften 3bC nee x x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust x x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust overig 10 6b nee x 15

22 N2000-waarden BN-waarden BN-waarde H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied wezenlijke kenmerken niet alleen geomorfologische, biologische en hydrologische kenmerken en processen en het natuurschoon, maar ook bodemkundige gesteldheid en voor fauna noodzakelijke rust; x x x x x x x x meeliften 8bB ja, rust tot wezenlijke kenmerken hoort ook met andere waarden samenhangende cultuurhistorische hoedanigheid; Toelichting de oude akkertjes- en walletjescomplexen zijn cultuurhistorische van belang aardwetenschappelijk van belang door het over een grote lengte aan elkaar grenzen van oude en jonge duinen direct achter de zeereep holocene afzettingen bestaan uit zanderige zeebodem- en strandwalafzettingen met daarop oude en jonge duinzanden; aan het oppervlak komende oude duinen zijn kalkarm en zuur; de jonge duinen zijn kalkrijk op de zeereep na is er weinig reliëf; in het zuidelijk en westelijk deel zijn lage duintjes; verstuivingen komen zeer beperkt voor. de oorspronkelijk al vrij vlakke delen zijn door de mens verder geëgaliseerd stelsels van lage walletjes, zowel in open duin als in bosgebied, getuigen van vroeger landbouwkundig gebruik er is een verzwaring van de zeereep uitgevoerd door middel van zandsuppletie. Het opgespoten zand is deels ingeplant met helm het gebied is van oorsprong droog; ten behoeve van de waterwinning en -infiltratie zijn infiltratieplassen en -kanalen aangelegd de grondwaterstanden worden vooral bepaald door waterwinning en -infiltratie en door waterpeilen in de zuidoostelijk gelegen polders meeliften 10 6b nee x overig 10 6b nee x x x x x x x x x overig 10 6b nee x x x x x x x x x overig 10 6b nee x x x x x x x x x meeliften 8bB nee overig 10 6b nee x ondergeschikt 9b nee overig 10 6b nee x ondergeschikt 9b nee overig 10 6b nee x geen doel formuleren 9b nee x 16

23 N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei BN-waarde Categorie Stap Flora en vegetatie zeereep met helm x overlap 2b nee blauwe zeedistel x meeliften 3bA nee noordhellingen met helm en duinriet x meeliften 3bB nee schaars begroeide zuidhellingen met zandzegge en buntgras met veel mossen en x x meeliften 3bB nee korstmossen. zandzegge x x x x meeliften 3bB nee buntgras x meeliften 3bB nee De overgangszone tussen de kalkrijke jonge duinen in de zeereep en de oppervlakkig ontkalkte zure oude duinen H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) x x x x x x x x meeliften 8bB nee duindoorn x overlap 2b nee kruipwilg-liguster-struwelen x x x meeliften 3bA nee helm- en duinrietgraslanden x x meeliften 3bB kleine ruit x x x meeliften 3bA nee struikheide x overlap 2b nee hoge, x soortenarme graslanden: 3bA nee meeliften fijnkorrelige mozaïek van hoge, soortenarme graslanden en open, lage begroeiingen met mossen en korstmossen x mossen en korstmossen: meeliften duinriet x x meeliften 3bB 3bA nee helm x meeliften 3bB nee meeliften: vlier, x verspreid voorkomende struikjes van kruipwilg, liguster 3bA nee ondermeer braam, vlier, kruipwilg, liguster en meeliften: x x zomereik zomereik 3bA nee x meeliften: braam 3bC nee Amerikaanse vogelkers ondergeschikt 4bA exoot Aanvullende ecologische randvoorwaarden vlakvormige vegetaties moeten voorkomen worden. vlakvormige vegetaties / dominantie moet voorkomen worden (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied 17

24 N2000-waarden BN-waarden BN-waarde kenmerkend voor zuur, oppervlakkig ontkalkt, niet stuivend zand met hoge begrazingsdruk waren breekblad en gesnaveld klauwtjesmos (duinklauwtjesmos) H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden x x meeliften 3bA ja, begrazingsbeheer breekblad x meeliften 3bC nee gesnaveld klauwtjesmos (duinklauwtjesmos) x meeliften 3bC nee tussen de hoge graslanden en de lage mosrijke begroeiingen is een overgangstype met een goed ontwikkelde moslaag aanwezig oevervegetatie van ruigtekruiden langs infiltratieplassen en kanalen open lage pioniersvegetatie in greppeltjes langs infiltratieplassen met greppelrus, fraaiduizendguldenkruid, bleekgele droogbloem en dwergzegge (late zegge) het binnenduinbos in het natuurmonument is grotendeels onderdeel van enkele (voormalige) buitenplaatsen. Vegetatiekundig is het te rekenen tot het duin-eikenbos x x meeliften 3bC nee x meeliften 3bC nee x meeliften 3bC nee x overlap 2b nee wilde hyacint x overlap 2b nee lelietje-der-dalen x meeliften 3bC nee vingerhelmbloem (voorjaarshelmbloem) x meeliften 3bC nee brede stekelvaren x x meeliften 3bC nee smalle stekelvaren x x meeliften 3bC nee rankende helmbloem x meeliften 3bC voor verspreiding afhankelijk van mieren dagkoekoeksbloem x meeliften 3bC nee esdoorn ondergeschikt 4bA exoot braam x meeliften 3bC nee open plekken in het zuidwestelijk deel van het bos met waardevolle heide- en x meeliften 3bC nee (korst)mosveldjes rododendron x x ondergeschikt 4bA strijdig met taxus x x ondergeschikt 4bA strijdig met naaldbosjes x x meeliften 3bC via beheer voorkomen overheersing aandeel loofboomsoorten (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied 18

25 N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen Aanvullende ecologische BN-waarde Categorie Stap randvoorwaarden berkenbosjes x meeliften 3bA nee welriekende salomonszegel (duinsalomonszegel) x meeliften 3bA nee H2180A Duinbossen (droog) kleverige reigersbek x x meeliften 3bA nee smal fakkelgras (fakkelgras) x meeliften 3bC nee fraai duizendguldenkruid x overlap 2b nee bleekgele droogbloem x meeliften 3bA nee driedistel x x meeliften 3bA nee kruipend stalkruid x x meeliften 3bC nee diverse mossen en korstmossen, waaronder cladonia x x meeliften 3bA nee gewimperde aardster x x meeliften 3bC gekoppeld aan naaldbos gewone morielje x x x meeliften 3bC gekoppeld aan eiken / beuken kapjesmorielje x x meeliften 3bC Fauna gebied van belang als broed-, rust- en foerageergebied groot aantal vogelsoorten (in x x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust totaal ca. 280 soorten, incl. broedvogels) Broedvogels vlakke open terreinen met lage begroeiing: x x x meeliften 3bC patrijs (b) x x x meeliften 3bA ja, rust gekraagde roodstaart (b) x x meeliften 3bC ja, rust roodborsttapuit (b) x x x x meeliften 3bA ja, rust slobeend (b) x meeliften 3bC ja, rust sprinkhaanzanger (b) x overlap 2b ja, rust tureluur (b) x meeliften 3bA ja, rust kievit (b) x meeliften 3bC ja, rust scholekster (b) x x x x meeliften 3bA ja, rust wulp (b) x x x x meeliften 3bA ja, rust tapuit (b) x x meeliften 3bB ja, rust kneu (b) x x x meeliften 3bA ja, rust graspieper (b) x meeliften 3bC ja, rust bossen en struwelen: x x x meeliften 3bC braamsluiper (b) x meeliften 3bC ja, rust H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied 19

26 N2000-waarden BN-waarden BN-waarde H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie grauwe vliegenvanger (b) x x x meeliften 3bC groene specht (b) x x x x x meeliften 3bA kleine bonte specht (b) x x meeliften 3bC boomklever (b) x x meeliften 3bA Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden ja, rust, voldoende holtes/ oude bomen ja, rust, voldoende holtes/ oude bomen ja, rust, voldoende holtes/ oude bomen ja, rust, voldoende holtes/ oude bomen boomkruiper (b) x x meeliften 3bC ja, rust, voldoende holtes/ oude bomen fluiter (b) (=tuinfluiter) x x x meeliften 3bC ja, rust nachtegaal (b) x overlap 2b ja, rust sijs (b) x x meeliften 3bC ja, rust wielewaal (b) x x meeliften 3bC ja, rust goudvink (b) x x meeliften 3bC ja, rust houtsnip (b) x meeliften 3bC ja, rust torenvalk (b) x x x x x meeliften 3bC ja, rust kolonie blauwe reigers in vogelreservaat Ockenburgh (b) x x x meeliften 3bC ja, rust bos- en duingebied is van belang voor trekvogels, standvogels en winter- en zwerfgasten zoals: x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust koperwiek (nb) x x x meeliften 3bC ja, rust goudvink (nb) x x meeliften 3bC ja, rust buizerd (nb) x x x x x meeliften 3bA ja, rust sperwer (nb) x x x meeliften 3bC ja, rust bosuil (nb) x x meeliften 3bC ja, rust nesten van de rode bosmier x x x x meeliften 3bA Zoogdieren: x x x x x x x meeliften 3bC vos x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust wezel x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust bunzing x x x x x x meeliften 3bC ja, rust hermelijn x x x x x x meeliften 3bC ja, rust egel x x x x x x meeliften 3bC ja, rust eekhoorn x x x meeliften 3bC ja, rust (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied 20

27 BN-waarde biotoop voor baardvleermuis, gewone dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis en watervleermuis N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie x x x meeliften 3bC Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden ja, rust en voldoende holtes/ oude bomen rosse woelmuis x x meeliften 3bC ja, rust dwergspitsmuis x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust bosspitsmuis x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust Amfibieën en reptielen: x x x x x x meeliften 3bC rugstreeppad x x x x x x meeliften 3bC ja, voortplantingsbiotoop groene kikker x x x meeliften 3bC ja, voortplantingsbiotoop zandhagedis x x x x x x meeliften 3bC Natuurschoon landschappelijk aantrekkelijk door landgoedbossen met monumentale eiken en beuken enerzijds en open duingebieden anderzijds; van betekenis uit oogpunt van natuurschoon, mede vanwege uitgestrektheid, mate van reliëf en verscheidenheid aan milieuomstandigheden; (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied overig 10 6b x overig 10 6b x 21

28 Kapittelduinen N2000-waarden BN-waarden BN-waarde Aanwijzingsbesluit het natuurmonument vormt een schakel in het Nederlandse kustduingebied karakteristiek voorbeeld van het Nederlandse duinlandschap bijzondere ligging aan kust en oude monding van de Maas, waardoor zowel kust- als rivierkenmerken aanwezig zijn; in geomorfologisch opzicht bijzonder: een van de weinige terreinen waar kust- en rivierinvloeden tesamen voorkomen; in ecologisch en landschappelijk opzicht vormt het een integrerend onderdeel van het duingebied tussen Den Haag en Hoek van Holland duinen, duinvalleien, duinplassen, duin- en landgoedbossen, graslanden, struwelen en ruigten vormen in biologisch, geomorfologisch, hydrologisch en landschappelijk opzicht een samenhangend geheel grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden die worden bepaald door geologische, geomorfologische en klimatologische omstandigheden. waardevolle levensgemeenschappen en minder algemene plantengemeenschappen van belang als broed-, rust-, fourageer- en doortrekgebied voor vogels biotoop van een aantal soorten amfibieën, reptielen, insecten en zoogdieren door openheid, reliëf en binnenduinrandbos van betekenis uit oogpunt van natuurschoon; H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) x x x x x x x x Categorie Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden (Ecologische) samenhang met andere duingebieden overig 10 6b nee x Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied overig 10 6b nee x meeliften: kustinvloeden overig: rivierinvloeden 8bB Dijkflora en rivierinvloeden samen 10 6b nee x overig 10 6b nee x x x x x x x x x meeliften 8bB nee x overig 10 6b nee x x x x x x x x x meeliften 3bC nee x x x x x x x x meeliften 3bC nee x x x x x x x x meeliften 3bC nee overig 10 6b nee x Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen 22

29 BN-waarde wezenlijke kenmerken niet alleen geomorfologische, biologische en hydrologische kenmerken en processen en het natuurschoon, maar ook bodemkundige gesteldheid en voor fauna noodzakelijke rust; tot wezenlijke kenmerken hoort ook met andere waarden samenhangende cultuurhistorische hoedanigheid; Toelichting binnenduinen bestaan voor een groot deel uit het laatst overgebleven deel van een haakwal uit het Maas-estuarium naast elkaar voorkomende kust- en rivierinvloeden in de meer landinwaarts gelegen delen zijn typerend open duinen en duingraslanden met soortenarme zuidhellingen en meer soortenrijke noordhellingvegetaties, zoals struwelen en landgoedbos holocene afzettingen bestaan uit zanderige zeebodem- en strandwalafzettingen met daarop oude en jonge duinzanden bodem bestaat overwegend uit jonge kalkhoudende maar plaatselijk oppervlakkig ontkalkte duinafzettingen het Staelduinse bos is het laatst overgebleven deel van een haakwal van het Maasestuarium, de haakwal is na de aanleg van de Maasdijk overstoven. fijner rivierzand bevindt zich in de landinwaarts gelegen delen de Van Dixhoorndriehoek is ontstaan door een zandsuppletie. Tussen nieuwe duinenrij en oude zeereep is hierdoor een duinvallei ontstaan met deels vochtig karakter in het noordelijk deel van de zeereep is een zandsuppletie uitgevoerd, deels ingeplant met helm en eenmalig bemest N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied x x x x x x x x meeliften 8bB nee x overig 10 6b nee x overig 10 6b nee x overig 10 6b nee x x x x x x x x x meeliften 8bB nee x x x x x x x x x meeliften 8bB nee x x x x x x x x meeliften 8bB nee overig 10 6b nee x overig 10 6b nee x x meeliften 3bC nee x meeliften 3bC Dijkflora en rivierinvloeden samen Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen 23

30 BN-waarde meeste terreinen hebben van oorsprong een lage grondwaterstand de Banken en een deel van de bij Hoek van Holland gelegen duinvallei zijn vanwege hun lage ligging vochtig N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie Stap x x meeliften 8bB nee x x x meeliften 8bB nee in de Hoekse Bosjes liggen enkele duinrellen die gevoed worden met zoet (regen)water uit x meeliften 8bB nee de naast de Hoekse bosjes gelegen duinenrij Flora en vegetatie open duinlandschap met duingraslanden x x meeliften 8bB nee extensief beheerde graslanden x x meeliften 8bB nee duindoornstruweel x overlap 2b nee duindoorn-vlier-ligusterstruweel x meeliften 3bA nee boselementen (meer landinwaarts) x x meeliften 8bB nee open duinlandschap van de zeereep met helm en zandzegge x overlap 2b nee blauwe zeedistel x meeliften 3bA nee zeeraket x meeliften 3bC nee vegetaties van natte en vochtige gronden in de Van Dixhoorndriehoek waarin vooral riet en x meeliften 3bC nee hoge cypergrassen dominant zijn mattenbies x meeliften 3bC nee greppelrus x meeliften 3bC nee nat, voedselrijk, soms wat gestoord milieu in De Banken (met indicatie van zouttoevoer) x meeliften 8bB nee met soorten zoals: veenwortel x meeliften 3bC nee watermunt x meeliften 3bC nee zilverschoon x meeliften 3bC nee geknikte vossenstaart x meeliften 3bC nee melkkruid x meeliften 3bC nee zilte schijnspurrie x meeliften 3bC nee moeraszoutgras x meeliften 3bC nee teer guichelheil x overlap 2b nee zilte rus x meeliften 3bC nee aardbeiklaver x meeliften 3bB nee duindoornstruwelen x overlap 2b nee Aanvullende ecologische randvoorwaarden (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied Dijkflora en rivierinvloeden samen Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen 24

31 N2000-waarden BN-waarden BN-waarde H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied soortenrijkere struwelen meer landinwaarts met: duindoorn x overlap 2b nee gewone vlier x meeliften 3bA nee wilde liguster x meeliften 3bA nee kruipwilg x meeliften 3bA nee eenstijlige meidoorn x meeliften 3bA nee grauwe abeel x x x meeliften 3bC nee Op grotere afstand van de kust rivierinvloeden in de vorm van planten zoals: beemdkroon overig 6b nee x handjesgras overig 6b nee x goudhaver x meeliften 3bA nee x wilde kruisdistel overig 6b nee x Noordelandse- en Nieuwlandse dijk: geel walstro (echt walstro) x x x meeliften 3bC nee knoopkruid x x x meeliften 3bC nee beemdkroon x x x meeliften 3bC nee meer open delen: duinaveruit x overlap 2b nee parnassia x overlap 2b nee fraai duizendguldenkruid x meeliften 3bA nee waterpunge x overlap 2b nee kegelsilene x overlap 2b nee stijve ogentroost x x x meeliften 3bA nee moeraswespenorchis x meeliften 3bA nee vleeskleurige orchis x meeliften 3bA nee diverse mossen en korstmossen waaronder cladonia boselementen vooral in Roomse duin, Nieuwlandse duin, Hoekse Bosjes en Staelduinse Bos x x meeliften 3bB nee x x meeliften 8bB nee binnenduin- en landgoedbossen bestaan hoofdzakelijk uit eikenbos en gemengd x x overlap 2b nee loofbos met: zomereik x x meeliften 3bA nee beuk x x meeliften 3bA nee gewone es x x meeliften 3bA nee Dijkflora en rivierinvloeden samen Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen 25

32 N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) BN-waarde Categorie Stap veldiep x x meeliften 3bA nee populier x x meeliften 3bC nee zwarte populier x meeliften 3bC nee kruisbes x x x meeliften 3bC nee wilde kamperfoelie x meeliften 3bC nee gewone braam x meeliften 3bC nee bergvlier (= trosvlier) x meeliften 3bC nee gewone esdoorn *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) x x meeliften 3bA Aanvullende ecologische randvoorwaarden uitbreiding is niet gewenst in Staelduinse Bos en op enkele plaatsen bij Hoek van Holland is het bos plaatselijk ondergeschikt 9b vergraven ten behoeve van bunkerbouw. cultuurhistorisch aspect in bij het Staelduinse Bos gelegen (voormalige) agrarische overig 10 6b nee x graslanden Extensief beweide graslanden met plaatselijk struweel: eenstijlige meidoorn x meeliften 3bA nee duindoorn x overlap 2b nee gewone vlier x meeliften 3bA nee gewone braam x meeliften 3bC nee zomereik x x meeliften 3bA nee grote ratelaar x x meeliften 3bC nee kamgras x x meeliften 3bC nee kattendoorn x meeliften 3bC nee gewone brunel x x meeliften 3bC nee platte rus x x meeliften 3bC nee Staelduinse bos: gewone vogelmelk x meeliften 3bC nee lelietjes der dalen x meeliften 3bC nee wilde hyacint x overlap 2b nee gewimperde aardster x x meeliften 3bC nee gewone morielje x x x meeliften 3bC nee oranje melkzwam x x meeliften 3bC nee Fauna (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied Dijkflora en rivierinvloeden samen Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen 26

33 BN-waarde gebied van belang als broed-, rust-, doortreken foerageergebied voor groot aantal vogelsoorten (in totaal ca. 200 soorten, incl. minstens 70 broedvogels) Broedvogels N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie Stap x x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust vlakke open terreinen met lage begroeiing broedgebied voor: patrijs (b) x x x meeliften 3bA ja, rust roodborsttapuit (b) x x x meeliften 3bA ja, rust kneu (b) x x x meeliften 3bA ja, rust sprinkhaanzanger (b) x overlap 2b ja, rust scholekster (b) x x x x meeliften 3bA ja, rust tureluur (b) x meeliften 3bA ja, rust rietgors (b) x meeliften 3bC ja, rust kleine karekiet (b) x meeliften 3bC ja, rust slobeend (b) x meeliften 3bC ja, rust Aanvullende ecologische randvoorwaarden Bossen en struwelen broed- en rustgebied voor: x x x x meeliften 3bC ja, rust boomkruiper (b) x x meeliften 3bC ja, rust grauwe vliegenvanger (b) x x meeliften 3bC ja, rust boomvalk (b) x x x x x meeliften 3bA ja, rust torenvalk (b) x x x x x x meeliften 3bC ja, rust nachtegaal (b) x overlap 2b ja, rust spotvogel (b) x x meeliften 3bC ja, rust wielewaal (b) x x meeliften 3bC ja, rust bosuil (b) x x meeliften 3bC ja, rust ransuil (b) x x x x x x meeliften 3bC ja, rust Bos en duingebied van belang voor trekvogels, standvogels, winter- en x x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust zwerfgasten als: ja, rust, x meeliften 3bC kemphaan (nb) onbegroeide delen buizerd (nb) x x x x x meeliften 3bA ja, rust sperwer (nb) x x meeliften 3bC ja, rust kramsvogel (nb) x x x x x meeliften 3bc ja, rust velduil (nb) x overlap 2b ja, rust ja, rust, x x meeliften 3bA rosse grutto (nb) onbegroeide delen (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied Dijkflora en rivierinvloeden samen Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen 27

34 BN-waarde wulp (nb) zeer smalle duinstrook als trek- en rustgebied voor trekvogels. Zomer- en/of winterverblijven in bunkers en/of holle bomen van baardvleermuis, watervleermuis, dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, grootoorvleermuis en meervleermuis N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie x x x x meeliften 3bA Stap x x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust x x x meeliften: zomerverblijven overig: winterverblijven 3bC Aanvullende ecologische randvoorwaarden ja, rust, onbegroeide delen ja, rust, voldoende holtes/ oude bomen (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied Dijkflora en rivierinvloeden samen Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen 6b x konijn x overlap 2b ja, rust haas x x x x x meeliften 3bC ja, rust vos x x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust wezel x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust hermelijn x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust bunzing x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust rosse woelmuis x x x x meeliften 3bC ja, rust dwergspitsmuis x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust bosspitsmuis x x x x x x x meeliften 3bC ja, rust Amfibieën en reptielen: rugstreeppad x x x x x x meeliften 3bC ja, rust x bruine kikker x x x x meeliften 3bC ja, rust x gewone pad x x x x meeliften 3bC ja, rust x zandhagedis x x x x x x meeliften 3bC ja, rust Insecten: bijenwolf x x meeliften 3bC nee sint-jansvlinder x x meeliften 3bC nee wijngaardslak x meeliften 3bC nee Natuurschoon: een van de laatste grotere niet-verstedelijkte ruimten in het Westland overig 10 6b nee x contrast van gebied met industriële landschap Europoortgebied en glastuinbouw van het Westland aantrekkelijk en gevarieerd aanzien door karakter van het duin- en binnenduinlandschap, gekenmerkt door landgoedbos, open duinlandschap en duingraslanden; overig 10 6b nee x overig 10 6b nee x 28

35 BN-waarde N2000-waarden BN-waarden H2120 Witte duinen *H2130A Grijze duinen (kalkrijk) *H2130B Grijze duinen (kalkarm) *H2150 Duinheide met struikhei H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Categorie Stap Aanvullende ecologische randvoorwaarden ve verscheidenheid aan milieuomstandigheden overig 10 6b nee x mate van reliëf overig 10 6b nee x (Ecologische) samenhang met andere duingebieden Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied Dijkflora en rivierinvloeden samen Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen OVERZICHT BN-CLUSTERWAARDEN SOLLEVELD Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied - Karakteristiek voorbeeld van het Nederlandse duinlandschap - duinen, duinvalleien, duin- en landgoedbossen, graslanden, duinheiden, struwelen, ruigten en plassen vormen in biologisch, geomorfologisch, hydrologisch en landschappelijk opzicht een samenhangend geheel - Grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden die worden bepaald door geologische, geomorfologische en klimatologische omstandigheden. - De oude akkertjes- en walletjescomplexen zijn cultuurhistorische van belang - aardwetenschappelijk van belang door het over een grote lengte aan elkaar grenzen van oude en jonge duinen direct achter de zeereep - Holocene afzettingen bestaan uit zanderige zeebodem- en strandwalafzettingen met daarop oude en jonge duinzanden; - Op de zeereep na is er weinig reliëf; in het zuidelijk en westelijk deel zijn lage duintjes; verstuivingen komen zeer beperkt voor. - Stelsels van lage walletjes, zowel in open duin als in bosgebied, getuigen van vroeger landbouwkundig gebruik - Het gebied is van oorsprong droog; ten behoeve van de waterwinning en -infiltratie zijn infiltratieplassen en -kanalen aangelegd - de grondwaterstanden worden vooral bepaald door waterwinning en -infiltratie en door waterpeilen in de zuidoostelijk gelegen polders - Landschappelijk aantrekkelijk door landgoedbossen met monumentale eiken en beuken enerzijds en open duingebieden anderzijds; - Van betekenis uit oogpunt van natuurschoon, mede vanwege uitgestrektheid, mate van reliëf en verscheidenheid aan milieuomstandigheden; OVERZICHT BN-CLUSTERWAARDEN KAPITTELDUINEN Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van het gebied - Karakteristiek voorbeeld van het Nederlandse duinlandschap - duinen, duinvalleien, duinplassen, duin- en landgoedbossen, graslanden, struwelen en ruigten vormen in biologisch, geomorfologisch, hydrologisch en landschappelijk opzicht een samenhangend geheel - Grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden die worden bepaald door geologische, geomorfologische en klimatologische omstandigheden. - Door openheid, reliëf en binnenduinrandbos van betekenis uit oogpunt van natuurschoon; - Wezenlijke kenmerken niet alleen geomorfologische, biologische en hydrologische kenmerken en processen en het natuurschoon, maar ook bodemkundige gesteldheid en voor fauna noodzakelijke rust; 29

36 - Tot wezenlijke kenmerken hoort ook met andere waarden samenhangende cultuurhistorische hoedanigheid; - Naast elkaar voorkomende kust- en rivierinvloeden in de meer landinwaarts gelegen delen zijn typerend - open duinen en duingraslanden met soortenarme zuidhellingen en meer soortenrijke noordhellingvegetaties, zoals struwelen en landgoedbos - Cultuurhistorisch aspect in bij het Staelduinse Bos gelegen (voormalige) agrarische graslanden - Een van de laatste grotere niet-verstedelijkte ruimten in het Westland - Contrast van gebied met industriële landschap Europoortgebied en glastuinbouw van het Westland - Aantrekkelijk en gevarieerd aanzien door karakter van het duin- en binnenduinlandschap, gekenmerkt door landgoedbos, open duinlandschap en duingraslanden; - ve verscheidenheid aan milieuomstandigheden - Mate van reliëf Kust- en rivierinvloeden samen - Rivierinvloeden - Het Staelduinse bos is het laatst overgebleven deel van een haakwal van het Maasestuarium, de haakwal is na de aanleg van de Maasdijk overstoven. - Fijner rivierzand bevindt zich in de landinwaarts gelegen delen - plantensoorten: beemdkroon, handjesgras, goudhaver en wilde kruisdistel Bunkers: winterverblijf voor vleermuizen - Winterverblijven in bunkers en/of holle bomen van Baardvleermuis, Watervleermuis, Dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Grootoorvleermuis en Meervleermuis 30

37 Bijlage 5 Onderbouwing BN-instandhoudingsdoelstellingen Vergelijking BN-clusterwaarden 1990 (Solleveld), 1996 (Kapittelduinen) en 2008 en afgeleide instandhoudingsdoelstellingen (Royal Haskoning, 2009) De vertaling van de BN-waarden heeft geleid tot het opnemen van drie aanvullende BNclusterwaarden (zie bijlage 4). Aan de hand van een vergelijking tussen de situatie van deze clusterwaarden in 1990 / 1996 (jaar van aanwijzing van respectievelijk Solleveld en Kapittelduinen) en 2008 zijn instandhoudingsdoelstellingen afgeleid. Solleveld Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van Solleveld Deze BN-clusterwaarde richt zich op de diversiteit van abiotische omstandigheden en op de belevingswaarde die het Natura 2000-gebied heeft. Belangrijke passages zijn: Karakteristiek voorbeeld van het Nederlandse duinlandschap; duinen, duinvalleien, duin- en landgoedbossen, graslanden, duinheiden, struwelen, ruigten en plassen vormen in biologisch, geomorfologisch, hydrologisch en landschappelijk opzicht een samenhangend geheel; grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden die worden bepaald door geologische, geomorfologische en klimatologische omstandigheden; de oude akkertjes- en walletjescomplexen zijn cultuurhistorische van belang; aardwetenschappelijk van belang door het over een grote lengte aan elkaar grenzen van oude en jonge duinen direct achter de zeereep; holocene afzettingen bestaan uit zanderige zeebodem- en strandwalafzettingen met daarop oude en jonge duinzanden; op de zeereep na is er weinig reliëf; in het zuidelijk en westelijk deel zijn lage duintjes; verstuivingen komen zeer beperkt voor; stelsels van lage walletjes, zowel in open duin als in bosgebied, getuigen van vroeger landbouwkundig gebruik; het gebied is van oorsprong droog; ten behoeve van de waterwinning en -infiltratie zijn infiltratieplassen en -kanalen aangelegd; de grondwaterstanden worden vooral bepaald door waterwinning en -infiltratie en door waterpeilen in de zuidoostelijk gelegen polders; landschappelijk aantrekkelijk door landgoedbossen met monumentale eiken en beuken enerzijds en open duingebieden anderzijds; van betekenis uit oogpunt van natuurschoon, mede vanwege uitgestrektheid, mate van reliëf en verscheidenheid aan milieuomstandigheden. Belangrijke aspecten die hierbij genoemd worden, zijn sinds 1990 niet (wezenlijk) veranderd. De instandhoudingsdoelstelling wordt: Behoud 31

38 Kapittelduinen Overwinterende vleermuizen in bunkers Stichting Zoogdierwerkgroep Zuid-Holland onderzoekt jaarlijks de aanwezigheid van overwinterende vleermuizen in verschillende bunkers in het Vinetaduin en Staelduinse Bos. Er wordt vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw geïnventariseerd. De telgegevens van bunkers in het Staelduinse bos en het Vinetaduin van het overwinteringseizoen 2007/2008 zijn vergeleken met telgegevens van het seizoen 1997/1998. Uit de vergelijking komt naar voren dat er tussen beide jaren geen achteruitgang heeft plaats gevonden in het aantal overwinterende vleermuizen, uitgezonderd de grootoorvleermuis in het Staelduinse bos. De hoogste aantallen vleermuizen zijn waargenomen in het seizoen 2002/2003. Er heeft in de navolgende jaren een kentering plaatsgevonden, waarbij de aantallen ongeveer overeenkomen met de aantallen in het winterseizoen 1997/1998. Deze kentering valt samen met de toegenomen inbraken gedurende de laatste vijf jaren (Stichting Zoogdierwerkgroep Zuid- Holland, 2008). Er is op basis van het bovenstaande geen sprake is van een achteruitgang in aantallen overwinterende vleermuizen, uitgezonderd de grootoorvleermuis. Er zijn echter wel maatregelen noodzakelijk om de neergaande trend van de laatste jaren in aantallen overwinterende vleermuizen te doorbreken. De instandhoudingsdoelstelling wordt: Behoud oppervlakte en kwaliteit leefgebied Dijkflora Jaarlijkse detailleerde onderzoeksgegevens van dijkflora in de Kapittelduinen zijn niet beschikbaar. Wel zijn enkele provinciale vegetatieopnamen uit 1996 en 2008 bekend. Uit de vegetatieopnamen komt naar voren dat de vegetaties op de Slapersdijk en Noordlandse dijk in het afgelopen decennium niet zijn gewijzigd. De kwaliteit van de hier voorkomende dijkvegetaties zijn nog steeds van goed kwaliteit. Dit is echter niet het geval voor de dijkvegetaties op de Nieuwlandse dijk. Deze zijn (sterk) verruigd en kenmerkende dijkflora zijn sterk afgenomen. Het merendeel van de vegetaties wordt nu gedomineerd door Grote Brandnetel, Fluitenkruid en Gewone berenklauw (schr. med. H. Toetenel en T. van Schie). Door achterwege blijven van toegespitst beheer is de kwaliteit van de dijkvegetaties hier dus afgenomen. De instandhoudingsdoelstelling is hieronder opgenomen, waarbij de kwaliteitsverbetering specifiek voor de Nieuwlandse Dijk geldt. Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurschoon karakteristieken van Kapittelduinen De BN-clusterwaarde landschappelijke kenmerken en natuurschoon richt zich op de diversiteit van abiotische omstandigheden en op de belevingswaarde die het Natura 2000-gebied heeft: Karakteristiek voorbeeld van het Nederlandse duinlandschap; duinen, duinvalleien, duinplassen, duin- en landgoedbossen, graslanden, struwelen en ruigten vormen in biologisch, geomorfologisch, hydrologisch en landschappelijk opzicht een samenhangend geheel; 32

39 grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden die worden bepaald door geologische, geomorfologische en klimatologische omstandigheden. door openheid, reliëf en binnenduinrandbos van betekenis uit oogpunt van natuurschoon; wezenlijke kenmerken niet alleen geomorfologische, biologische en hydrologische kenmerken en processen en het natuurschoon, maar ook bodemkundige gesteldheid en voor fauna noodzakelijke rust; tot wezenlijke kenmerken hoort ook met andere waarden samenhangende cultuurhistorische hoedanigheid; naast elkaar voorkomende kust- en rivierinvloeden in de meer landinwaarts gelegen delen zijn typerend; open duinen en duingraslanden met soortenarme zuidhellingen en meer soortenrijke noordhellingvegetaties, zoals struwelen en landgoedbos; cultuurhistorisch aspect in bij het Staelduinse Bos gelegen (voormalige) agrarische graslanden; een van de laatste grotere niet-verstedelijkte ruimten in het Westland; contrast van gebied met industriële landschap Europoortgebied en glastuinbouw van het Westland; aantrekkelijk en gevarieerd aanzien door karakter van het duin- en binnenduinlandschap, gekenmerkt door landgoedbos, open duinlandschap en duingraslanden; ve verscheidenheid aan milieuomstandigheden; mate van reliëf. Voor de openheid van het landschap wordt de bestaande en sinds 2005 aan de Natuurbeschermingswet getoetste (en zo nodig vergunde) stedelijke bebouwing als uitgangspunt genomen. Voor het criterium gebiedsvreemde elementen is nagegaan welke elementen er aanwezig zijn in 2008 en op het moment van aanwijzing in 1996, zoals de aanwezigheid van zendmasten in het Vinetaduin. De troposcatter, welke ook in dit deelgebied staat, valt hier ook onder. Er is nagegaan of deze zendmasten ook voor 1996 aanwezig waren, om te bepalen of er sprake is van een achteruitgang in de deelaspecten abiotische omstandigheden en op de belevingswaarde van het Natura 2000-gebied. Alle zendmasten zijn aangelegd in de periode voor aanwijzing van het Natura 2000-gebied als Beschermd Natuurmonument in de periode Er is dus geen sprake van een achteruitgang abiotische omstandigheden en op de belevingswaarde van het Natura 2000-gebied sinds het moment van aanwijzing. De instandhoudingsdoelstelling wordt: Behoud 33

40 34

41 Bijlage 6 Habitattypen en vegetatietabel Code habitat(sub) type naam habitat(sub)type Goed/ Matig Code vegetatietype H2120 Witte duinen G 22-RG2- [22Ab/23Ab] H2120 Witte duinen G 23Ab1 Helm-associatie Nederlandse naam vegetatietype Rompgemeenschap met Zeepostelein van het Loogkruid-verbond/het Helm-verbond H2120 Witte duinen G 23-RG1-[23/14] Rompgemeenschap met Helm en Zandzegge van de Helm-klasse/de Klasse der droge graslanden op zandgrond H2120 Witte duinen M vegetatieloos H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14Bb2b Duin-Struisgras-associatie (subassociatie met Klaver) H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14Ca1 Duinsterretjes-associatie H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14Ca2 Kegelsilene-associatie H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14Ca3 Associatie van Oranjesteeltje en Langkapselsterretje H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14Cb1 Duin-Paardebloem-associatie H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14Cb2 Associatie van Wondklaver en Nachtsilene H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) M 14-RG3-[14] Rompgemeenschap met Gewoon gaffeltandmos van de Klasse der droge graslanden op zandgrond H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14-RG10-[14Cb] Rompgemeenschap met Kruipwilg van het Verbond der droge, kalkrijke duingraslanden H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 14-RG11-[14Cb] Rompgemeenschap met Duinroosje van het Verbond der droge, kalkrijke duingraslanden H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 17Aa2 Associatie van Parelzaad en Salomonszegel H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) M 23-RG1-[23/14] Rompgemeenschap met Helm en Zandzegge van de Helm-klasse/de Klasse der droge graslanden op zandgrond H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 31Ab1c Associatie van Kleine Brandnetel (subassociatie met Kromhals) H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) G 31Ba1 Slangekruid-associatie H2130_B Grijze duinen (kalkarm) M 14Aa1 Associatie van Buntgras en Heidespurrie H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 14Aa2 Duin-Buntgras-associatie H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 14Ba1 Vogelpootjes-associatie H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 14Bb2 Duin-Struisgras-associatie H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 14Ca3 Associatie van Oranjesteeltje en Langkapselsterretje H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 14Cb1c Duin-Paardebloem-associatie (subassociatie met Bosaardbei) H2130_B Grijze duinen (kalkarm) M 14-RG1-[14] Rompgemeenschap met Zandzegge van de Klasse der droge graslanden op zandgrond H2130_B Grijze duinen (kalkarm) M 14-RG3-[14] Rompgemeenschap met Gewoon gaffeltandmos van de Klasse der droge graslanden op zandgrond H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 14-RG10-[14Cb] Rompgemeenschap met Kruipwilg van het Verbond der droge, kalkrijke duingraslanden H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 14-RG11-[14Cb] Rompgemeenschap met Duinroosje van het Verbond der droge, kalkrijke duingraslanden H2130_B Grijze duinen (kalkarm) M 23-RG1-[23/14] Rompgemeenschap met Helm en Zandzegge van de Helm-klasse/de Klasse der droge graslanden op zandgrond H2130_B Grijze duinen (kalkarm) G 31Ab1c Associatie van Kleine Brandnetel (subassociatie met Kromhals) H2150 Duinheiden met struikhei M 20Aa1b Associatie van Struikhei en Stekelbrem (typische subassociatie) H2150 Duinheiden met M 20Ab1 Associatie van Zandzegge en Kraaihei struikhei H2160 Duindoornstruwelen G 37Ac1 Associatie van Duindoorn en Vlier H2160 Duindoornstruwelen G 37Ac2 Associatie van Duindoorn en Liguster H2160 Duindoornstruwelen G 37Ac3 Associatie van Wegedoorn en Eenstijlige meidoorn H2160 Duindoornstruwelen M 37-RG1- Rompgemeenschap met Duindoorn en Zeemelkdistel 35

42 [37Ac/23Ab] van het Liguster-verbond/het Helm-verbond H2160 Duindoornstruwelen M 37-RG2- [37Ac/14Ca] Rompgemeenschap met Duindoorn en Korstmos van het Liguster-verbond/het Duinsterretjes-verbond H2160 Duindoornstruwelen M 37-RG3- [37Ac/14Cb] Rompgemeenschap met Duindoorn en Duinriet van het Liguster-verbond/het Verbond der droge, kalkrijke duingraslanden H2180_A Duinbossen (droog) G 42Aa1 Berken-Eikenbos H2180_A Duinbossen (droog) G 42Aa2c Beuken-Eikenbos (subassociatie met Lelietje-van-dalen) H2180_A Duinbossen (droog) G 42Aa2e Beuken-Eikenbos (subassociatie met Witbol) H2180_A Duinbossen (droog) M 42Aa3a Bochtige smele-beukenbos (subassociatie met Kussentjesmos) H2180_A Duinbossen (droog) M 42Aa3b Bochtige smele-beukenbos (typische subassociatie) H2180_A Duinbossen (vochtig) G 43Aa3a Meidoorn-Berkenbos (typische subassociatie) H2180_C Duinbossen G 43Aa1 Abelen-Iepenbos (binnenduinrand) H2180_C Duinbossen G 43Aa2 Essen-Iepenbos (binnenduinrand) H2180_C Duinbossen (vochtig) G 43Aa3a Meidoorn-Berkenbos (typische subassociatie) H2180_C H2180_C H2180_C H2190_B H2190_B H2190_B H2190_B H2190_B H2190_B H2190_B H2190_B H2190_B H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D Duinbossen (binnenduinrand) Duinbossen (binnenduinrand) Duinbossen (binnenduinrand) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) G 43Aa5 Vogelkers-Essenbos M 43-RG1-[43Aa'] Rompgemeenschap met Fluitekruid van het Onderverbond der Iepenrijke Eiken-Essenbossen M 43-RG2-[43Aa'] Rompgemeenschap met Grote brandnetel van het Onderverbond der Iepenrijke Eiken-Essenbossen G 9Ba3 Associatie van Duinrus en Parnassia G 9Ba4 Knopbies-associatie G 9Ba5 Associatie van Bonte paardestaart en Moeraswespenorchis M 9-RG1-[9] Rompgemeenschap met Addertong en Duinriet van de Klasse der kleine zeggen G 12Ba3a Associatie van Aardbeiklaver en Fioringras (subassociatie met Engels raaigras) G 27Aa2b Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia (subassociatie met Waterpunge) G 27Aa2c Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia (subassociatie met Basterdwederik) G 28Aa1 Draadgentiaan-associatie G SBB-16A1e G 8Aa1 Lidsteng-associatie G 8Ba2 Associatie van Waterscheerling en Hoge cyperzegge G 8Bb2 Associatie van Ruwe bies G 8Bb3b Associatie van Heen en Grote waterweegbree (subassociatie met Spindotterbloem) G 8Bb3c Associatie van Heen en Grote waterweegbree (subassociatie met Waterzuring) G 8Bb3d Associatie van Heen en Grote waterweegbree (arme subassociatie) G 8Bb4a Riet-associatie (subassociatie met Kleine lisdodde) G 8Bb4b Riet-associatie (subassociatie met Dotterbloem) G 8Bb4c Riet-associatie (typische subassociatie) G 8Bc1 Oeverzegge-associatie G 8Bc2 Associatie van Scherpe zegge M 8Bd2 Pluimzegge-associatie 36

43 H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D H2190_D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) G 8Bd3 Associatie van Stijve zegge M 8-RG2-[8] Rompgemeenschap met Slanke waterkers van de Rietklasse M 8-RG3-[8] Rompgemeenschap met Grote lisdodde van de Rietklasse M 8-RG4-[8] Rompgemeenschap met Kalmoes van de Riet-klasse G 8-RG6-[8B] Rompgemeenschap met Holpijp van de Riet-orde G 8-RG7-[8B] Rompgemeenschap met Padderus van de Riet-orde M 8-RG8-[8B] Rompgemeenschap met Moeraszegge van de Riet-orde 37

44 38

45 Bijlage 7 Uitwerking typische soorten Soorten profielendocument Soortgroep Indicatieve waarde Voorkomen in S&K?* Verspreidings gegevens beschikbaar? Opnemen als typische soort? Resterende soorten afdoende indicatie van kwaliteit? Voorstel voor aanvullende soorten H2120 Witte duinen Nee, beperkte floralijst Zeeraket en geen fauna Ja, verstuiving Duinfranjehoed Paddenstoelen onbekend nee ja Zandhagedis Duinstinkzwam Paddenstoelen Ja, verstuiving onbekend nee ja Duinveldridderzwam Paddenstoelen Ja, verstuiving onbekend nee ja Helmharpoenzwam Paddenstoelen Ja, verstuiving onbekend nee ja Zandtulpje Paddenstoelen Ja, verstuiving onbekend nee ja Zeeduinchampignon Paddenstoelen Ja, verstuiving onbekend nee ja Opmerkingen indicatief voor verstuiving indicatief voor rust en structuurrijk open duin met zandplekken Duinsabelsprinkhaan Sprinkhanen Ja, verstuiving onbekend nee ja Akkermelkdistel Vaatplanten Ja, verstuiving ja nee ja Blauwe zeedistel Vaatplanten Ja, verstuiving ja ja ja Duinteunisbloem Vaatplanten Ja, verstuiving onbekend nee ja Noordse helm Vaatplanten Nee, wordt vanwege duinfixatie overal aangeplant nee Zeewolfsmelk Vaatplanten Ja, verstuiving onbekend nee ja Nee, broedt alleen op de Waddeneilanden en Eider Vogels afwezigheid schelpdieren nee H2130A Grijze duinen (kalkrijk) Nee, geen Wondklaver indicatief voor open vegetatie verstoringsgevoelige indicatief voor rust en structuurrijk open duin Bruin blauwtje Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin ja ja ja soorten Zandhagedis met zandplekken Duinparelmoervlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin nee nee Graspieper indicatief voor rust en open duin Indicatief voor rust en mozaïek met Heivlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin ja ja ja Roodborsttapuit duin(doorn)struweel Kleine parelmoervlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin ja ja ja Kneu Indicatief voor rust en mozaïek met duin(doorn)struweel Kommavlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin nee nee Kievit Indicatief voor rust en open duin Blauwvleugelsprinkhaan Sprinkhanen Ja, open duin met open zand ja ja ja NB: de bedekking van de negatief indicerende soort Duinriet wordt via vegetatiekartering in beeld gebracht. Duinsabelsprinkhaan Sprinkhanen Ja, structuurrijk open duin ja ja ja Knopsprietje Sprinkhanen Ja, structuurrijk open duin ja ja ja Bitterkruidbremraap Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Blauwe bremraap Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Bleek schildzaad Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen nee nee Duinaveruit Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Duinroos Vaatplanten Nee, (zeer) algemene soort ja ja ja Duinviooltje Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Echt bitterkruid Vaatplanten Nee, (zeer) algemene soort ja ja ja Gelobde maanvaren Vaatplanten Ja, schrale, zwak zure bodem nee nee Gevlekt zonneroosje Vaatplanten Ja, schrale, zwak zure bodem nee nee Glad parelzaad Vaatplanten Ja, verruiging / verstruweling ja ja ja Hondskruid Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen nee nee Kegelsilene Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Kleverige reigersbek Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja nee ja Kruisbladgentiaan Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen nee nee Liggend bergvlas Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen nee nee Liggende asperge Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja nee ja Nachtsilene Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Oorsilene Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Ruw gierstgras Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja Ruw vergeet-mij-nietje Vaatplanten Nee, (zeer) algemene soort ja ja ja Walstrobremraap Vaatplanten Ja, grazige, kalkrijke duinen ja ja ja 39

46 Verspreidings gegevens beschikbaar? Resterende soorten afdoende indicatie van kwaliteit? Soorten profielendocument Soortgroep Indicatieve waarde Voorkomen in S&K?* Opnemen als typische soort? Welriekende salomonszegel Vaatplanten Ja, verruiging / verstruweling ja ja ja Zanddoddegras Vaatplanten Nee, (zeer) algemene soort ja ja ja Zandviooltje Vaatplanten Ja, schrale, zwak zure bodem nee nee Tapuit Vogels Ja, open duin met konijnenholen en rust niet meer ja Konijn Zoogdieren Ja, open duin ja ja ja H2130B Grijze duinen (kalkarm) Nee, geen Voorstel voor aanvullende soorten Opmerkingen Bruin blauwtje Ja, bloemrijk en schraal open duin Duinparelmoervlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin nee nee verstoringsgevoelige Duinsabelsprinkhaan open duin, rand struweel Kleine parelmoervlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin ja ja ja soorten Graspieper indicatief voor rust en open duin indicatief voor rust en structuurrijk open duin Grote parelmoervlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin nee nee Zandhagedis met zandplekken Indicatief voor rust en mozaïek met Heivlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin ja ja ja Roodborsttapuit duin(doorn)struweel Indicatief voor rust en mozaïek met Kommavlinder Dagvlinders Ja, bloemrijk en schraal open duin nee nee Kneu duin(doorn)struweel Gevlekt heidestaartje Korstmossen Ja, ontkalkte duinen nee nee Kievit Indicatief voor rust en open duin Gewoon kraakloof Korstmossen Ja, stuifzand, kustduinen onbekend nee ja NB: de bedekking van de negatief indicerende soort Duinriet wordt via vegetatiekartering in beeld gebracht. Open rendiermos Korstmossen Ja, stuifzand, kustduinen onbekend nee ja Sierlijk rendiermos Korstmossen Ja, stuifzand, kustduinen onbekend nee ja Zomersneeuw Korstmossen Ja, stuifzand, kustduinen onbekend nee ja Bossig kronkelsteeltje Mossen Ja, droge graslanden nee nee Blauwvleugelsprinkhaan Sprinkhanen Ja, open duin met open zand ja ja ja Duinsabelsprinkhaan Sprinkhanen Ja, structuurrijk open duin ja ja ja Knopsprietje Sprinkhanen Ja, structuurrijk open duin ja ja ja Buntgras Vaatplanten Ja, open, droge, ontkalkte zandgrond (verstuiving) ja nee ja Duinroos Vaatplanten Ja, open, droge, matige voedselrijke, meestal kalkrijke grond ja ja ja Duinviooltje Vaatplanten Ja, open, droge, stuivend zandgrond ja ja ja Kleine ereprijs Vaatplanten Ja, open, droge, matig kalkrijke grond nee nee Kleine rupsklaver Vaatplanten Ja, open, droge, matig kalkrijke grond ja ja ja Kleverige reigersbek Vaatplanten Ja, grazige, matig kalkrijke duinen ja ja ja Ruw vergeet-mij-nietje Vaatplanten Nee, (zeer) algemene soort ja ja ja Ruwe klaver Vaatplanten Ja, open, droge, matig kalkrijke grond ja ja ja Vals muizenoor Vaatplanten Ja, open, droge zandgrond nee nee Tapuit Vogels Ja, open duin met konijnenholen en rust niet meer ja Velduil Vogels Ja, hoge grassige vegetaties en struiken nee nee Konijn Zoogdieren Ja, open duin ja ja ja H2150 Duinheiden met Struikheide Ja NB: de bedekking van de negatief Bruin heidestaartje Korstmossen Ja, zure, droge bodem onbekend nee ja Girafje Korstmossen Ja, zure, droge bodem onbekend nee ja indicerende soort Amerikaanse vogelkers wordt via vegetatiekartering in beeld gebracht. Open rendiermos Korstmossen Ja, zure, droge bodem onbekend nee ja H2160 Duindoornstruwelen Nee, te beperkte Braamsluiper Indicatief voor areaal en rust Egelantier Vaatplanten Nee, (zeer) algemene soort ja ja ja vogellijst Grasmus Indicatief voor areaal en rust Nachtegaal Vogels Ja, rust en areaal ja ja ja Goudvink Indicatief voor areaal en rust Roodborsttapuit Indicatief voor rust en mozaïek met duingraslanden H2180A Duinbossen (droog) Nee, te beperkte Lelietje-van-Dalen Indicatief voor bodemstructuur en abiotiek Eikenpage Dagvlinders Ja, oude eiken en nectarplanten ja nee ja vogellijst en geen Wilde kamperfoelie Indicatief voor bodemstructuur en abiotiek ondergroei Grote bonte specht Vogels Ja, voor oude (dode) bomen ja ja ja Hulst Indicatief voor bodemstructuur en abiotiek Buizerd Indicatief voor rust en oude (dode) bomen Groene specht Indicatief voor oude (dode) bomen Boomklever Indicatief voor oude (dode) bomen met holtes 40

47 Soorten profielendocument Soortgroep Indicatieve waarde Voorkomen in S&K?* Verspreidings gegevens beschikbaar? Opnemen als typische soort? Resterende soorten afdoende indicatie van kwaliteit? Voorstel voor aanvullende soorten Glanskop Holenduif Kleine bonte specht Gekraagde roodstaart Opmerkingen Indicatief voor oude (dode) bomen met holtes Indicatief voor oude (dode) bomen met holtes Indicatief voor oude (dode) bomen Indicatief voor (oude) bomen met holtes, open structuur H2180C Duinbossen (binnenduinrand) Nee, te beperkte Daslook Indicatief voor bodemstructuur en abiotiek Wilde hyacint Vaatplanten Ja, voor voedselrijke, vochtige grond in binnenduin ja ja ja vogellijst en geen Gewone salomonzegel Indicatief voor bodemstructuur en abiotiek ondergroei Indicatief voor voldoende oude eiken, Grote bonte specht Vogels Ja, voor oude (dode) bomen ja ja ja Eikenpage nectarplanten Houtsnip Vogels Ja, voor rust, humeuze bodem nee nee Buizerd Indicatief voor rust en oude (dode) bomen Groene specht Indicatief voor oude (dode) bomen Boomklever Indicatief voor oude (dode) bomen met holtes Glanskop Indicatief voor oude (dode) bomen met holtes Holenduif Indicatief voor oude (dode) bomen met holtes Gekraagde roodstaart Indicatief voor (oude) bomen met holtes, open structuur Rosse vleermuis Indicatief voor (oude) bomen met holtes, open structuur H2190B Vochtige duinvalleien(kalkrijk) Nee, te beperkte faunalijst Zwervende pantserjuffer Indicatief voor helder mesotroof water, veel watervegetatie Indicatief voor helder mesotroof water, veel Armbloemige waterbies Vaatplanten Ja, open, kalkrijke, vochtige tot natte grond ja ja ja Tangpantserjuffer watervegetatie Draadgentiaan Vaatplanten Ja, open, vochtige tot natte, voedselarme grond nee nee Rugstreeppad Indicatief voor helder water met zand Dwergbloem Vaatplanten Ja, open, natte tot vochtige, matig voedselrijke grond nee nee Dodaars Indicatief voor helder water, veel waterplanten Dwergvlas Vaatplanten Ja, open, vochtige zandgrond nee nee Slobeend Indicatief voor water, dekkende moerasvegetatie Groenknolorchis Vaatplanten Ja, open, vochtige, vrij voedselarme grond ja ja ja Kleine plevier Indicatief voor modderige delen, rust Honingorchis Vaatplanten Ja, open, vochtige tot natte, kalkhoudende grond nee nee Kievit Indicatief voor open duin, rust Kleine knotszegge Vaatplanten Ja, vochtige duinvallei nee nee Tureluur Indicatief voor open duin, vocht, rust Knopbies Vaatplanten Ja, open, natte, kalkrijke grond nee nee Moeraswespenorchis Vaatplanten Ja, open, natte, kalkrijke grond mogelijk ja Noordse rus Vaatplanten Ja, open, natte, kalkrijke grond nee nee Ja, open, natte, voedselarme, al of niet Parnassia Vaatplanten kalkhoudende grond ja ja ja Rechte rus Vaatplanten Ja, open, natte, zoete of brakke grond mogelijk nee ja Slanke gentiaan Vaatplanten Ja, open, natte, voedselarme, al of niet kalkhoudende grond nee nee Teer guichelheil Vaatplanten Ja, open, natte, voedselarme, al of niet kalkhoudende grond ja ja ja Vleeskleurige orchis Vaatplanten Ja, open, natte, kalkrijke grond ja ja ja Paapje Vogels Ja, vochtig, variatie nee nee Sprinkhaanzanger Vogels Ja, droge tot vochtige gebieden met voldoende dekking ja ja ja H2190D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Nee, te beperkte faunalijst Zwervende pantserjuffer Indicatief voor helder mesotroof water, veel watervegetatie Sprinkhaanzanger Vogels Ja, droge tot vochtige gebieden met voldoende Indicatief voor helder mesotroof water, veel dekking ja ja ja Tangpantserjuffer watervegetatie Dodaars Vogels Ja, droge tot vochtige gebieden met voldoende dekking ja ja ja Rugstreeppad Indicatief voor helder water met zand Rietzanger Indicatief voor riet, vocht Kleine karekiet Indicatief voor helofieten in water Blauwborst Indicatief voor vochtig ruigte en struweel * nee = soort heeft er niet voorgekomen, ook niet in de regio en is ook niet te verwachten ongeacht de beheerinspanningen. 41

48 42

49 Bijlage 8 Kwaliteitsparameters habitattypen en BN-clusterwaarden Parameter H2120 Witte duinen H2130A Grijze duinen (kalkrijk) H2130B Grijze duinen H2150 Duinheiden (kalkarm) Vegetatietypen zie bijlage 6 zie bijlage 6 zie bijlage 6 zie bijlage 6 Typische soorten zie tabel 4.4 zie tabel 4.4 zie tabel 4.4 zie tabel 4.4 Kenmerken structuur en functie Verstuivende zeereep; vegetatie hoogstens 50cm vegetatie hoogstens 50cm dominantie van Struikhei; voor de instandhouding hiervan is vegetatiebeheer noodzakelijk Onregelmatige vegetatiestructuur; Plekken met kaal zand tussen de vegetatie; struikopslag is niet meer dan 50% struikopslag is niet meer dan 50% afwisseling van jonge, oude en zeer oude heidestruiken; begrazing door konijnen begrazing door konijnen Hoge bedekking aan korstmossen (> 20%) Onregelmatig reliëf; aanwezigheid van stuifplekken Parameter H2160 Duindoornstruwelen H2180A Duinbossen (droog) H2180C Duinbossen H2190B Duinvalleien (Kalkrijk) (Binnenduinrand) Vegetatietypen zie bijlage 6 zie bijlage 6 zie bijlage 6 zie bijlage 6 Typische soorten zie tabel 4.4 zie tabel 4.4 zie tabel 4.4 zie tabel 4.4 Kenmerken structuur en functie gering aandeel exoten loofhoutsoorten overheersen in de boomlaag aandeel exoten in de boomlaag is minder dan 25% op landschapsschaal: aanwezigheid van soortenrijke open plekken en bosranden aanwezigheid van oude levende of dode dikke bomen. loofhoutsoorten overheersen in de boomlaag aandeel exoten in de boomlaag is minder dan 25% op landschapsschaal: aanwezigheid van soortenrijke open plekken en bosranden aanwezigheid van oude levende of dode dikke bomen. Beperkte opslag van bomen en struiken (< 10%) Beperkte bedekking grassen (met name duinriet; < 10%) 43

50 44

51 Bijlage 9 Factsheets habitattypen H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria Verkorte naam: Witte duinen Beschrijving en definitie (LNV, 2008a 1 ) Het habitattype kenmerkt zich door pionierbegroeiingen op dynamische delen van de duinen, namelijk die delen waar nog geen bodemvorming heeft plaatsgevonden. Dit type vegetatie ontstaat daar waar de duinen zo ver aangestoven zijn dat de plantengroei buiten bereik van zout grondwater en overstromend zeewater komt. Via opspattend golfwater is echter nog steeds sprake van zoutinvloeden. Ook kan dit habitattype ontstaan door uitstuiving of overstuiving door van eerder ontstane, al oudere duinen. Dit betekent dat dit habitattype ook buiten de zeereep, meer landinwaarts lokaal voor kan komen. De begroeiing bestaat vrijwel uitsluitend uit Helm, Noordse helm of Duinzwenkgras. Verder is in de definitie sprake van buitenduinen. Deze bestaan uit de zeereep en het door macroparabolen gekarakteriseerde zeeduin. De zone tussen buitenduin en binnenduin kan wel 2 kilometer breed zijn. Witte duinen komen voor op basische tot zwak zure (ph-h2o: >8,0-5,5 LNV), matig voedsel arme tot matig voedselrijke bodems, die bestaan uit zand. Het grondwater bevindt zich meer dan 80 centimeter beneden maaiveld. De watervoeding is met name afkomstig van regenwater (Bal et al., ). De zoutinvloed vanuit zee zorgt ervoor dat het water zeer zoet tot zwak brak is (Chloridegehalte < mg/l). Verder is er sprake van een onregelmatige vegetatiestructuur en onregelmatig reliëf. Plaatselijk is kaal zand aanwezig tussen de vegetatie. Samenvatting abiotische randvoorwaarden: Aaneengesloten areaal/leefgebied Voor behoud van de habitattypen is voldoende ruimte benodigd zodat de habitattypen robuust zijn en de verschillende stadia zich goed kunnen ontwikkelen. Een aaneengesloten (niet versnipperd) areaal is hierbij noodzakelijk voor de flora en fauna van de habitattypen die als kwaliteitsparameter dienen. Voor een goede kwaliteit van het habitattype Witte duinen wordt een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 5 tot 500 hectare aangehouden (Bal et al., 2001). Rust Rust is van belang voor de dieren in het habitattype. Zo is van met name vogels bekend dat de 1 LNV; 2008a; Natura 2000 profieldocument - versie december 2008; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit; Den Haag 2 Bal, D., Beije, H.M., Fellinger, M., Havenman, R., Opstal, A.J.F.M. van, Zadelhoff, F.J. van; 2001; Handboek Natuurdoeltypen; Expertisecentrum LNV; Wageningen 45

52 nestdichtheid langs wegen (Reijnen et al., ) en paden (Bijlsma, ) afneemt, maar ook dat vogels gevoelig zijn voor onder meer verstoring door recreatie (Krijgsveld et al., en ).De overige soortengroepen worden niet of nauwelijks door geluid beïnvloed (Visser, ), maar optische verstoring kan wel van belang zijn. H2130 Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie Verkorte naam: Grijze duinen Beschrijving en definitie (LNV, 2008a 8 ) Het habitattype kenmerkt zich door min of meer droge graslanden van het duingebied, maar de definitie laat ook ruimte voor vergelijkbare vegetaties in aangrenzende delen van het kustgebied. Grijze duinen ontstaan achter de zeereep, op die plekken waar de invloed van de wind zover is weggevallen dat een gesloten vegetatie kan ontstaan. Deze vegetatie is soortenrijk wat betreft kruiden en mossen, maar wordt gedomineerd door laagblijvende grassen. Hoewel de windinvloed voldoende laag moet zijn, is enige dynamiek (lichte overstuiving, hellingprocessen, begrazing door konijnen) wél noodzakelijk. Verder kenmerkt dit habitattype zich door begroeiingen van ten hoogte 50 centimeter (gemiddeld) met weinig of geen opslag van struiken. Het ontstaan van duingraslanden berust op natuurlijke processen, maar de uitgestrekte arealen in de Nederlandse duinen zijn waarschijnlijk mede veroorzaakt door menselijke invloeden als beweiding en / of grondwateronttrekking. De variatie voor wat betreft kalkrijkdom en de dikte van de humuslaag binnen dit habitattype is groot. Daarom worden drie subtypen onderscheiden, namelijk: H2130A Grijze duinen (kalkrijk) H2130B Grijze duinen (kalkarm) H2130C Grijze duinen (heischraal) De overgangen tussen de subtypen zijn gradueel en vormen veelal complexen of opeenvolgende zones. Onderstaand worden de drie subtypen in termen van abiotiek afzonderlijk behandeld. 3 Reijnen, R., Foppen, R., Braak, C. ter, Thissen, J.; 1995; The s of car traffic on breeding bird populations in woodland III reduction of density in relation to the proximity of main roads; The journal of applied ecology; 32(1); Bijlsma, R.G.; 2006; Effecten van menselijke verstoring op grondbroedende vogels van Planken Wambuis; De Levende Natuur; 107 (5); Krijgsveld, K.L., Lieshout, S.M.J., van, Winden, J. van der, Dirksen, S.; 2004; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 6 Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 7 Visser; 1996; Invloed van wandelrecreatie op de fauna van de Amsterdamse waterleidingduinen - Een inventariserend literatuuronderzoek; IN Smit, C.; 2001; Effecten van militair gebruik en recreatie op flora en fauna een literatuuronderzoek; Expertisecentrum LNV; nr ; Wageningen. 8 LNV; 2008a; Natura 2000 profieldocument - versie december 2008; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit; Den Haag 46

53 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) Dit zijn duingraslanden van kalkrijke, weinig tot niet ontkalkte bodem. De zuurgraad mag basisch tot neutraal (ph-h2) >8,0-6,5). Bij oppervlakkige ontkalking kan het ook zwak zuur (ph-h2o 6,5-5,5) zijn. Het habitattype is niet grondwaterafhankelijk, waardoor telkens nieuw kalkrijk zand noodzakelijk is (inwaaiing dan wel erosie) om de gewenste buffering te behouden. De bodem is matig voedselarm tot licht voedselrijk (in mindere mate zeer voedselarm). Samenvatting abiotische randvoorwaarden: H2130B Grijze duinen (ontkalkt) Dit zijn duingraslanden die behoren bij bodems die van nature kalkarm zijn of waarvan de toplaag is ontkalkt (successie vanuit subtype A). Voor dit habitattype vormt een ph-h2o 6,0-5,5 een optimale zuurgraad, maar voorwaarde is dat de bodem zover is ontkalkt dat de ph-h2o < 6,5. Ook hier geldt dat grondwater niet of nauwelijks invloed heeft. Verder is de bodem zeer voedselarm tot licht voedselrijk. De zuurgraad van de bodem veroorzaakt de differentiatie in plantengroei ten opzichte van subtype A. Samenvatting abiotische randvoorwaarden: H2130C Grijze duinen (heischraal) Komt niet in het gebied voor. Aaneengesloten areaal/leefgebied Voor behoud van de habitattypen is voldoende ruimte benodigd zodat de habitattypen robuust zijn en de verschillende stadia zich goed kunnen ontwikkelen. Een aaneengesloten (niet versnipperd) areaal is hierbij noodzakelijk voor de flora en fauna van de habitattypen die als kwaliteitsparameter dienen. Voor een goede kwaliteit van het habitattype Grijze duinen wordt een aaneengesloten oppervlakte 47

54 van ten minste enkele (subtype C) tot enkele tientallen (5-50 en 75 (Bal et al., ); subtype A en B) hectares aangehouden. Rust Rust is van belang voor de dieren in het natuurdoeltype (en daarmee van de kwaliteit ervan), denk hierbij met name aan (broed)vogels als Tapuit (subtype A en B) en Sprinkhaanzanger (subtypen B, C en D). Zo is van met name vogels bekend dat de nestdichtheid langs wegen (Reijnen et al., ) en paden (Bijlsma, ) afneemt, maar ook dat vogels gevoelig zijn voor onder meer verstoring door recreatie (Krijgsveld et al., en ).De overige soortengroepen worden niet of nauwelijks door geluid beïnvloed (Visser, ), maar optische verstoring kan wel van belang zijn. H2150 Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea) Verkorte naam: Duinheiden met struikhei Beschrijving en definitie (LNV, 2008a 15 ) Het habitattype betreft door struikhei (Calluna vulgaris) gedomineerde begroeiingen op kalkarme kustduinen en in f ver landinwaarts gelegen, van oorsprong kalkrijke maar inmiddels sterk ontkalkte en langdurig beweide oude kustduinen. De zuurgraad is vanwege het lage kalkgehalte vrij laag (ph-h2o <4-4,5) en er zijn weinig voedingsstoffen beschikbaar (zeer voedselarm). Er vindt geen overstroming plaats en de grondwaterstand is lager dan 40cm onder maaiveld (droogtestress tot >32dgn). Het habitattype komt vooral in zuidwestelijker gelegen landen voor waar het type ook het meest karakteristiek is ontwikkeld. De soortensamenstelling in het noorden, langs de kusten van Nederland tot en met Polen, verschilt echter weinig van de twee andere habitattypen met struikhei (H2310 en H4030), die in het binnenland voorkomen. In de ondergroei kan de soortenrijkdom aan korstmossen 9 Bal, D., Beije, H.M., Fellinger, M., Havenman, R., Opstal, A.J.F.M. van, Zadelhoff, F.J. van; 2001; Handboek Natuurdoeltypen; Expertisecentrum LNV; Wageningen 10 Reijnen, R., Foppen, R., Braak, C. ter, Thissen, J.; 1995; The s of car traffic on breeding bird populations in woodland III reduction of density in relation to the proximity of main roads; The journal of applied ecology; 32(1); Bijlsma, R.G.; 2006; Effecten van menselijke verstoring op grondbroedende vogels van Planken Wambuis; De Levende Natuur; 107 (5); Krijgsveld, K.L., Lieshout, S.M.J., van, Winden, J. van der, Dirksen, S.; 2004; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 13 Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 14 Visser; 1996; Invloed van wandelrecreatie op de fauna van de Amsterdamse waterleidingduinen - Een inventariserend literatuuronderzoek; IN Smit, C.; 2001; Effecten van militair gebruik en recreatie op flora en fauna een literatuuronderzoek; Expertisecentrum LNV; nr ; Wageningen. 15 LNV; 2008a; Natura 2000 profieldocument - versie december 2008; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit; Den Haag 48

55 redelijk groot zijn. Wanneer kraaihei in een duinheide voorkomt, is er al sprake van H2140 (ook al domineert struikhei); alleen struikheibegroeiingen zónder kraaihei worden dus tot H2150 gerekend 16 Samenvatting abiotische randvoorwaarden: Aaneengesloten areaal/leefgebied Voor behoud van de habitattypen is voldoende ruimte benodigd zodat de habitattypen robuust zijn en de verschillende stadia zich goed kunnen ontwikkelen. Een aaneengesloten (niet versnipperd) areaal is hierbij noodzakelijk voor de flora en fauna van de habitattypen die als kwaliteitsparameter dienen. Voor een goede kwaliteit van het habitattype Duinheide met struikheide is geen minimaal areaal aangegeven van aaneengesloten oppervlak (LNV, 2008a). Rust en ruimte Voor het habitattype zijn geen typische diersoorten aangegeven. Rust is voor dit type daarom van minder groot belang. H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides Verkorte naam: Duindoornstruwelen Beschrijving en definitie (LNV, 2008a 17 ) Het habitattype betreft door Duindoorn (Hippophae rhamnoides) gedomineerde duinen (en vergelijkbare plaatsen elders in het kustgebied). Naast Duindoorn kunnen ook andere struiken met hoge bedekkingen voorkomen, waaronder Gewone vlier (Sambucus nigra), Wilde liguster (Ligustrum vulgare) en Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna). Duindoorn is voor kieming en vestiging gebonden aan humusarm, kalkrijk zand met een lage indringingsweerstand. Goed ontwikkelde jonge duindoornstruwelen komen dan ook vooral voor na een sterk stuivende fase met Helm (habitattype Witte duinen, H2120), waarbij de f kalkrijke bodem ontsloten is. Vanwege het hoge kalkgehalte is de zuurgraad vrij hoog (ph-h2o >8,0-6,5). Duindoorn vormt wortelknolletjes met stikstofbindende actinomyceten (Frankia) en heeft een goed verteerbaar bladstrooisel. Op de f kalkrijke bodems 16 Doordat de begroeiingen soortenarm zijn, is er wat verschil van inzicht over de vegetatiekundige typering van dit habitattype. In de Vegetatie van Nederland (Schaminée et al. 1996) zijn deze begroeiingen beschreven onder het Genisto-Callunetum (verbond Calluno-Genistion), waardoor de met H2310 en H4030 duidelijk wordt. In de Atlas van Plantengemeenschappen (Weeda et al. 2002) zijn ze echter onder de associatie Carici-Empetretum (verbond Empetrion nigri) opgenomen, wat wijst op verwantschap met H2140_B. Voor alle duidelijkheid zijn beide vegetatietypen in de definitie opgenomen. 17 LNV; 2008a; Natura 2000 profieldocument - versie september 2008; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit; Den Haag 49

56 leidt dit tot trage humusvorming en een verhoogde beschikbaarheid van stikstof (licht voedselrijkmatig voedselrijk). In zeer kalkrijke duinen kunnen deze struwelen enkele eeuwen oud worden. Het type heeft een GVG >40cm mv en verdraagt een droogtestress >32dgn. Er vindt geen overstroming plaats. Voor de biodiversiteit zijn met name de struwelen belangrijk die ontstaan als gevolg van voortgaande successie op meer beschutte plekken (vooral op plekken waar door hellingprocessen organisch materiaal ophoopt). Naast Duindoorn nemen dan de bovengenoemde andere struiken een belangrijke plaats in. Wanneer deze struiken echter te hoog worden, wordt Duindoorn door beschaduwing verdrongen. Samenvatting abiotische randvoorwaarden: Aaneengesloten areaal/leefgebied Voor behoud van de habitattypen is voldoende ruimte benodigd zodat de habitattypen robuust zijn en de verschillende stadia zich goed kunnen ontwikkelen. Een aaneengesloten (niet versnipperd) areaal is hierbij noodzakelijk voor de flora en fauna van de habitattypen die als kwaliteitsparameter dienen. Voor een goede kwaliteit van het habitattype Duindoornstruwelen wordt een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 400 m2 aangehouden (Ministerie van LNV, 2008). Rust Rust is van belang voor de dieren in het habitattype (en daarmee van de kwaliteit ervan), denk hierbij met name aan broedvogels als Nachtegaal. Zo is van met name vogels bekend dat de nestdichtheid langs wegen (Reijnen et al., ) en paden (Bijlsma, ) afneemt, maar ook dat vogels gevoelig zijn voor onder meer verstoring door recreatie (Krijgsveld et al., en ). De 18 Reijnen, R., Foppen, R., Braak, C. ter, Thissen, J.; 1995; The s of car traffic on breeding bird populations in woodland III reduction of density in relation to the proximity of main roads; The journal of applied ecology; 32(1); Bijlsma, R.G.; 2006; Effecten van menselijke verstoring op grondbroedende vogels van Planken Wambuis; De Levende Natuur; 107 (5); Krijgsveld, K.L., Lieshout, S.M.J., van, Winden, J. van der, Dirksen, S.; 2004; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 21 Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 50

57 overige soortengroepen worden niet of nauwelijks door geluid beïnvloed (Visser, ), maar optische verstoring kan wel van belang zijn. H2180 Beboste duinen van het atlantische, continentale en boreale gebied Verkorte naam: Duinbossen Beschrijving en definitie (LNV, 2008a 23 ) het habitattype betreft natuurlijke of half-natuurlijke loofbossen in de kustduinen 24, met sterk uiteenlopende kenmerken. Vaak is de zomereik (Quercus robur) de dominante boomsoort, maar met name in duinvalleien en in de meest landinwaarts gelegen gedeelten spelen (ook) andere boomsoorten een belangrijke rol. De kruidlaag kan zeer soortenrijk zijn. Een nogal afwijkende samenstelling daarvan (met verwilderde bol- en knolgewassen) is te vinden in de zogenoemde stinzenbossen, die veelal hun bestaan danken aan de vestiging van landgoederen. De meeste van de samenstellende vegetaties komen ook (of zelfs vooral) buiten de duinen voor. Het aantal werkelijk kenmerkende soorten is dan ook gering. De oudste bossen zijn te vinden op de strandwallen en aan de binnenduinrand. Deze bossen zijn echter sterk beïnvloed door gebruik als hakhout of zijn aangeplant als parkbos. In de middenduinen en de buitenduinen is spontane bosvorming vrijwel beperkt tot de duinvalleien, waar zich in eerste instantie vooral berkenbossen vormen. Op de hogere delen van de midden- en buitenduinen is de natuurlijke vegetatiesuccessie meestal nog niet verder gekomen dan hoge struwelen, en zijn de meeste bossen recent aangeplant (met bijvoorbeeld grauwe abeel). Het is daarom lastig een goede karakterisering van (natuurlijke) duinbossen te geven. Bossen bestaande uit naaldbomen en/of exoten, worden niet tot het habitattype gerekend. Deze bossen hebben in sommige gevallen wel potentie voor omvorming naar het habitattype. Vanwege de zeer grote verschillen in standplaats en daarmee samenhangende soortensamenstelling, worden drie subtypen onderscheiden 25 : H2180A Duinbossen (droog) H2180B Duinbossen (vochtig) H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 22 Visser; 1996; Invloed van wandelrecreatie op de fauna van de Amsterdamse waterleidingduinen - Een inventariserend literatuuronderzoek; IN Smit, C.; 2001; Effecten van militair gebruik en recreatie op flora en fauna een literatuuronderzoek; Expertisecentrum LNV; nr ; Wageningen. 23 LNV; 2008a; Natura 2000 profieldocument - versie december 2008; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit; Den Haag 24 In tegenstelling tot veel andere habitattypen van de Duinen is het habitattype strikt beperkt tot de Fysisch- Geografische Regio Duinen. Het habitattypen kan dus niet elders in het kustgebied worden toegepast. 25 Er zijn uit praktische overwegingen niet meer dan drie subtypen onderscheiden. In het binnenland zijn de bossen echter nog verder opgesplitst (met name de natte bossen). Overigens kwalificeren sommige vegetatietypen in de Duinen wel als habitattype (namelijk: Duinbossen) en in het binnenland niet, zoals elzenbroekbossen en essenbossen buiten de invloed van beken (geen onderdeel van 91E0) en jonge eiken- en beukenbossen (geen onderdeel van 9120 en 9190). 51

58 H2180A Duinbossen (droog) Tot dit subtype behoren de bossen op de meest voedselarme en droge standplaatsen ((GVG > 40cm mv en maximale droogtestress > 32dgn). Het gaat met name om Berken-Eikenbossen en bossen met beuk. Ze komen vooral voor in de oude duinen, op de hogere delen van de strandwallen en op de meest diep ontkalkte delen in de binnenduinrand van de jonge duinen. Het zijn de oudste bossen in het duingebied, deels met een verleden als hakhoutbos. Ze zijn meestal f zuur (ph-h 2 O <4- >8) en hebben dan een slechte strooiselvertering. De soortenrijkste vegetaties zijn te vinden op de strandwallen, met hun iets lemiger zandgronden (weinig zeewind en inwaai van zand en zout). Samenvatting abiotische randvoorwaarden: H2180B Duinbossen (vochtig) Komt niet in het gebied voor. H2180C Duinbossen (binnenduinrand) De tot dit subtype behorende bossen zijn over het algemeen sterk door de mens beïnvloede (park)bossen die overwegend voorkomen op wat jongere, kalkhoudende bodems. Door vergraving zijn hier diepere, nog niet ontkalkte zanden weer aan de oppervlakte gekomen. Daarbij heeft het historisch beheer van deze bossen, waarbij o.a. werd bemest, bekalkt en gewoeld, de bodems sterk beïnvloed en de buffercapaciteit vergroot (ph-h 2 O 5 tot >8,0). De grondwaterstanden zijn hier te diep voor de vestiging van natte soorten, maar vaak wel zo ondiep dat capillaire opstijging vanuit het grondwater zorgt voor een iets betere vochtvoorziening (GVG 25 cm mv tot > 40cm mv en droogtestress > 14-32dgn) en zuurbuffering. De standplaatscondities (goed gedraineerde, iets vochthoudende, basenrijke, rulle en humeuze bodems in combinatie met een open bosstructuur die zorgt voor voldoende licht) zijn zeer geschikt voor de groei van allerlei van oorsprong uitheemse bolgewassen die hier in het verleden op grote schaal zijn aangeplant en nu deel uitmaken van de zogenaamde stinzenflora. In tegenstelling tot wat de naam van het subtype kan suggereren, worden niet alle bossen van de binnenduinen tot dit subtype gerekend: het betreft alleen de bossen op matig voedselrijke, vochtige bodems. Samenvatting abiotische randvoorwaarden: 52

59 Aaneengesloten areaal/leefgebied Voor behoud van de habitattypen is voldoende ruimte benodigd zodat de habitattypen robuust zijn en de verschillende stadia zich goed kunnen ontwikkelen. Een aaneengesloten (niet versnipperd) areaal is hierbij noodzakelijk voor de flora en fauna van de habitattypen die als kwaliteitsparameter dienen. Voor een goede kwaliteit van het habitattype Duinbossen wordt een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 1000 m2 aangehouden (Ministerie van LNV, 2008). Rust Rust is van belang voor de dieren in het habitattype (en daarmee van de kwaliteit ervan), denk hierbij met name aan (broed)vogels als Grote Bonte Specht en Houtsnip. Zo is van met name vogels bekend dat de nestdichtheid langs wegen (Reijnen et al., ) en paden (Bijlsma, ) afneemt, maar ook dat vogels gevoelig zijn voor onder meer verstoring door recreatie (Krijgsveld et al., en ).De overige soortengroepen worden niet of nauwelijks door geluid beïnvloed (Visser, ), maar optische verstoring kan wel van belang zijn. H2190 Vochtige duinvalleien Verkorte naam: Vochtige duinvalleien Beschrijving en definitie (LNV, 2008a 31 ) Het betreft een veelomvattend habitattype bestaande uit zowel open water, als vochtige graslanden, als lage moerasvegetaties en rietlanden voor zover voorkomend in laagten in de duinen. Er worden dan ook vier subtypen onderscheiden, namelijk: H2190A Vochtige Duinvalleien (open water) H2190B Vochtige Duinvalleien (kalkrijk) H2190C Vochtige Duinvalleien (ontkalkt) H2190D Vochtige Duinvalleien (hoge moerasplanten). Vochtige duinvalleien kunnen op twee manieren ontstaan. Primaire duinvalleien ontstaan doordat strandvlakten door duinen worden afgesnoerd van zee. Secundaire duinvalleien ontstaan van nature 26 Reijnen, R., Foppen, R., Braak, C. ter, Thissen, J.; 1995; The s of car traffic on breeding bird populations in woodland III reduction of density in relation to the proximity of main roads; The journal of applied ecology; 32(1); Bijlsma, R.G.; 2006; Effecten van menselijke verstoring op grondbroedende vogels van Planken Wambuis; De Levende Natuur; 107 (5); Krijgsveld, K.L., Lieshout, S.M.J., van, Winden, J. van der, Dirksen, S.; 2004; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 29 Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 30 Visser; 1996; Invloed van wandelrecreatie op de fauna van de Amsterdamse waterleidingduinen - Een inventariserend literatuuronderzoek; IN Smit, C.; 2001; Effecten van militair gebruik en recreatie op flora en fauna een literatuuronderzoek; Expertisecentrum LNV; nr ; Wageningen. 31 LNV; 2008a; Natura 2000 profieldocument - versie december 2008; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit; Den Haag 53

60 in het kielzog van mobiele duinen, maar tegenwoordig alleen nog maar doordat stuifkuilen uitstuiven tot op het grondwater. Omdat met name de zoetwaterbel vertraagd reageert op neerslag is het van belang dat het areaal van dit habitattype voldoende groot is om het gefaseerd in de tijd voorkomen van soorten mogelijk te maken (zie verderop). Verder is de opslag van struiken en bomen en de bedekking met hoge grassen beperkt (<10%) H2190A Vochtige duinvalleien (open water) Komt niet in het gebied voor. H2190B Vochtige duinvalleien (Kalkrijk) Dit subtype komt voor in geheel of vrijwel geheel verzoete primaire duinvalleien en in secundaire duinvalleien die zijn ontstaan door uitstuiving. Net als voor subtype A geldt ook hier dat de omvang voldoende groot moet zijn om het gefaseerd in de tijd voorkomen van soorten mogelijk te maken. De zuurgraad is basisch tot zwak zuur (ph-h2) >8,0-6,0) en in vergelijking met subtype A zakt de grondwaterstand in dit subtype vaker weg (zeer nat tot vochtig). Ook hier geldt dat het water zeer zoet tot zwak brak mag zijn (Chloride-gehalte < mg/l). Optimaal zijn het water en de bodem licht voedselrijk. Van overstroming met zeewater is slecht incidenteel sprake. De aanvoer van baserijk grondwater is noodzakelijk. Samenvatting abiotische randvoorwaarden: H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) Komt niet in het gebied voor. H2910D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) Dit subtype wordt vooral gevonden aan de randen van duinmeertjes, met het zwaartepunt in kalkrijke of minstens kalkhoudende duinen. Zoals aangehaald bij subtype C vormt de zuurgraad een belemmering voor de ontwikkeling van dit subtype in ontkalkte duingebieden. De zuurgraad is basisch tot zwak zuur (ph-h2o >8,0-6,0) en het water staat vrijwel het gehele jaar aan of boven maaiveld. Het zoutgehalte mag variëren tussen <150 en 3000 mg Cl-/l. Vanwege het hoogproductieve karakter van dit subtype varieert de voedselrijkdom van matig tot zeer voedselrijk. 54

61 Samenvatting abiotische randvoorwaarden: Aaneengesloten areaal/leefgebied Voor behoud van de habitattypen is voldoende ruimte benodigd zodat de habitattypen robuust zijn en de verschillende stadia zich goed kunnen ontwikkelen. Een aaneengesloten (niet versnipperd) areaal is hierbij noodzakelijk voor de flora en fauna van de habitattypen die als kwaliteitsparameter dienen. Voor een goede kwaliteit van het habitattype Vochtige duinvalleien wordt een aaneengesloten oppervlakte van ten minste enkele tot enkele tientallen hectares aangehouden. Voor behoud van dit habitattype op de lange termijn is het noodzakelijk dat telkens nieuwe jonge duinvalleien ontstaan. Rust Rust is van belang voor de dieren in het habitattype (en daarmee van de kwaliteit ervan), denk hierbij met name aan (broed)vogels als Dodaars (subtype A) en Sprinkhaanzanger (subtypen B, C en D). Zo is van met name vogels bekend dat de nestdichtheid langs wegen (Reijnen et al., ) en paden (Bijlsma, ) afneemt, maar ook dat vogels gevoelig zijn voor onder meer verstoring door recreatie (Krijgsveld et al., en ).De overige soortengroepen worden niet of nauwelijks door geluid beïnvloed (Visser, ), maar optische verstoring kan wel van belang zijn. 32 Reijnen, R., Foppen, R., Braak, C. ter, Thissen, J.; 1995; The s of car traffic on breeding bird populations in woodland III reduction of density in relation to the proximity of main roads; The journal of applied ecology; 32(1); Bijlsma, R.G.; 2006; Effecten van menselijke verstoring op grondbroedende vogels van Planken Wambuis; De Levende Natuur; 107 (5); Krijgsveld, K.L., Lieshout, S.M.J., van, Winden, J. van der, Dirksen, S.; 2004; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 35 Krijgsveld, K.L., Smits, R.R., Winden, J. van der.; 2008; Verstoringsgevoeligheid van vogels - literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie; Vogelbescherming Nederland. 36 Visser; 1996; Invloed van wandelrecreatie op de fauna van de Amsterdamse waterleidingduinen - Een inventariserend literatuuronderzoek; IN Smit, C.; 2001; Effecten van militair gebruik en recreatie op flora en fauna een literatuuronderzoek; Expertisecentrum LNV; nr ; Wageningen. 55

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Samenvatting van het Ontwerpbeheerplan 2012-2017 Oktober 2011 Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het Ontwerpbeheerplan is

Nadere informatie

Bijlagen en kaarten beheerplan bijzondere natuurwaarden Westduinpark & Wapendal. Bijlagen en kaarten bij beheerplan 2012-2017

Bijlagen en kaarten beheerplan bijzondere natuurwaarden Westduinpark & Wapendal. Bijlagen en kaarten bij beheerplan 2012-2017 Bijlagen en kaarten beheerplan bijzondere natuurwaarden Westduinpark & Wapendal Bijlagen en kaarten bij beheerplan 2012-2017 Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Bevoegde gezagen Vastgesteld

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 1 2 A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 3 4 A&W-rapport 996 Inventarisatie

Nadere informatie

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS) Archeologie, aardkundige waarden en cultuurhistorie Naar de archeologie in onder andere de Groeneveldse Polder is een bureaustudie gedaan door de heer Bult van het Vakteam Archeologie i. De in weergegeven

Nadere informatie

Ontwikkelingsperspectief Madurodam

Ontwikkelingsperspectief Madurodam Inhoud presentatie Juli 2016 Ontwikkelingsperspectief Madurodam Programma voor de toekomst De gedachte aan het begin Tussenstappen Variant 30 mei Nieuwe terreingrens MD Toegevoegd oppervlak: 2,2 ha Resterend

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit grasland, braakliggend terrein en enkele bomen en struiken.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit grasland, braakliggend terrein en enkele bomen en struiken. In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen wat

Nadere informatie

Bijlage 2: Overzicht verspreiding typische soorten habitattypen Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide

Bijlage 2: Overzicht verspreiding typische soorten habitattypen Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide Bijlage 2: Overzicht verspreiding typische soorten habitattypen Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide Inhoud Overzicht typische soorten per habitattype 6 Verspreiding typische soorten H2120: witte duinen

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben 18 februari 2014 Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben 2 Voorstellen Paul Moerman Adviseur Ecologie, Projectmedewerker Groen Team Projecten Afdeling IBOR (Inrichting & Beheer Openbare

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen Gemeentelijk beleid Algemeen Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke

Nadere informatie

Buro Maerlant. Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5. Historische verkenning en waardering vijver

Buro Maerlant. Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5. Historische verkenning en waardering vijver Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2015 Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5 Historische verkenning en waardering vijver J. van Suijlekom,

Nadere informatie

Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei

Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei Versie 21 maart 2010 Opdrachtgever: Dienst Landelijk Gebied Adviesbureau Wieland Liniestraat 13 4561 ZS Hulst 1 Inhoud 1 Informatie over het plangebied...

Nadere informatie

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012 Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn Utrecht, 25 november 2012 Inleiding De provincie heeft voornemens om de zuidwestelijke oever van de kruising van de Oude Rijn met

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

Waarnemingen. AIC te Castricum

Waarnemingen. AIC te Castricum 7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt

Nadere informatie

Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg

Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag Mw. N. Hemmers Dhr. P.J.H. van der Linden Gemeente Haarlemmerliede

Nadere informatie

Motivaties in het beheer van de duinen

Motivaties in het beheer van de duinen Motivaties in het beheer van de duinen Ter gelegenheid van het Lymesymposium 1 november 2013 Marianne Snabilie Manager Onderhoud en Administratie PWN Waterleidingbedrijf Afdeling Natuur en Recreatie Inhoud

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9803077 + NL2002017 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. Ursinus 12.011 maart 2012 Gedeelte van het

Nadere informatie

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren

Nadere informatie

memo datum: 22 juli 2011

memo datum: 22 juli 2011 memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 22 juli 2011 betreft: 1 Inleiding Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen

Nadere informatie

13 Knarbos. Wettelijk- en beleidskader EHS: Waardevol gebied, Overige EHS, Nieuwe natuur (figuur 13.1) TOP-lijst verdroging

13 Knarbos. Wettelijk- en beleidskader EHS: Waardevol gebied, Overige EHS, Nieuwe natuur (figuur 13.1) TOP-lijst verdroging A&W rapport 1358 Wezenlijke kenmerken en waarden EHS Gemeente Lelystad 65 13 Knarbos Wettelijk- en beleidskader EHS: Waardevol gebied, Overige EHS, Nieuwe natuur (figuur 13.1) TOP-lijst verdroging Gebiedskenmerken

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:

Nadere informatie

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Hieronder worden de resultaten van de archeologische toets per deelgebied weergegeven. Drieschouwen Binnen de grenzen van het deelgebied Drieschouwen

Nadere informatie

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen 3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde

Nadere informatie

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Duinen met Hippophaë rhamnoides

Nadere informatie

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 42 Zoetepasweiden ONZE REFERENTIE 078791258 0.2 DATUM 19-1-2016 VAN Wouter Nijhof In uiterwaarde 42 Zoetepasweiden is het volgende bestemminsplannen vigerend: Bestemmingsplan

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen (Zie leeswijzer) Kenschets 116_gebiedendocument_Kop van Schouwen_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000017 Beschermd

Nadere informatie

Quickscan Archeologie

Quickscan Archeologie Quickscan Archeologie Project : Emplacement Enschede Projectleider : F. Bakermans Versie : EDMS nr. : xxx Status : Concept Inhoud INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek 1.3

Nadere informatie

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015 Compensatieplan natuurcompensatie parkeren De Heimolen juli 2015 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Omschrijving verlies aan ecologische waarde. 3. Ruimtelijke begrenzing bestaand en de fysieke compensatie

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Drie aardkundige monumenten

Drie aardkundige monumenten 10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in

Nadere informatie

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Erratum Bijlage 9 Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Onderstaande tekst vervangt bijlage 9 bij het

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Natuur en landschap van Witharen in 2008

Natuur en landschap van Witharen in 2008 Natuur en landschap van Witharen in 2008 C. Zoon Versie 5 8 augustus 2008 Inleiding Witharen is een buurtschap in het noorden van de gemeente Ommen. In het zuidwesten wordt het begrensd door het Varsenerveld

Nadere informatie

we hebben de dennen nodig

we hebben de dennen nodig we hebben de dennen nodig Jan Engelbregt 21-12-2016 1 in 1995 werden de Schoorlse Duinen Staatsnatuurmonument J.J. van Aartsen, min van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij 20-1-2017 2 overgenomen uit deze

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 Opdrachtgever: SD+P management en Advies BV Projectnummer : P12039 Datum : Auteur : M. Kuiper Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Bijlage 3. Vrijstellingen

Bijlage 3. Vrijstellingen Bijlage 3. Vrijstellingen Terreinen van hoge archeologische waarde: provinciaal monument (AWG categorie 1) De West-Friese Omringdijk is een provinciaal monument. Vergunning verloopt via de provincie Noord-

Nadere informatie

Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort

Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort Effecten lichtmasten Tennisvereniging Zandvoort Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Tennisvereniging Zandvoort 13.024

Nadere informatie

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen (gemeente Druten) Colofon Opdrachtgever: HSRO bv Contactpersoon: Dhr. J. van Lierop Hoogstraat 1 6654 BA AFFERDEN Projectnummer: S090135 Titel: Adviesnotitie

Nadere informatie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld LIGGING Recreatiebedrijf Landgoed Moerslag 32 is gesitueerd ten zuiden van de kern Moerslag. Zie de markering in de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. topografische kaart ligging in

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend

Nadere informatie

Model 1, Kust. 1 Intro

Model 1, Kust. 1 Intro Model 1, Kust 1 Intro Het gidsmodel Kust beschrijft de Nederlandse duinenkust, het overgangsgebied tussen land en zee. Duinenkusten komen voor langs de hele Noordzeekust, van de Waddeneilanden tot de Zuid-Hollandse

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen Archeologie Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen Gemeente Moerdijk Het plangebied op een kaart uit 1870 (bron: www.watwaswaar.nl) In opdracht van : AGEL adviseurs Auteur : drs.

Nadere informatie

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Inleiding In deze leeswijzer vindt u een uitgebreidere uitleg over de het gebruik en interpretatie

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek

Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek Planvoornemen In opdracht van de gemeente Delfzijl, vertegenwoordigd door mevr. E. van Joolen, is een cultuurhistorisch

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Libau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Libau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeenten: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Groningen Zuidhorn en Groningen Aduard en Dorkwerd

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST INLEIDING Bomen in de gemeente Voerendaal vervullen een belangrijke rol. Ze verfraaien de buitenruimte, brengen natuur in de

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst

Nadere informatie

Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid

Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid Notitie Kenmerk SWNL0189709 351962 Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het dijktraject V269-001 ( Ringdijk Horstermeer-Zuidwest; huidig

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid (Zie leeswijzer) Kenschets 088_gebiedendocument_Kennemerland-Zuid_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000012 Beschermd

Nadere informatie

Natuurgebied Oranjezon

Natuurgebied Oranjezon Natuurgebied Oranjezon Introductie Wanneer je dwars door Oranjezon loopt, vanaf het binnenland richting de Noordzee, wandel je door struwelen, naaldbos, loofbos, duingrasland en duinen. Het is niet zo

Nadere informatie

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Het belang voor de fauna van bestemmingsplan Hasselt binnen de veste Versie 1 25 november 2008 Zoon buro voor ecologie Colofon Titel Ondertitel Opdrachtgever

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Onderwerp Projectnummer : 211x07059 Datum : 30 januari 2015 : Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Van : Esther de Graaf & Ruud Tak BLAD 1 Bij het toestaan van een ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Adviesdocument 742. Advies Archeologie in kader van Geluidwal Veldhuizen, gemeente Woerden. Project: Projectcode: 22697WOGV

Adviesdocument 742. Advies Archeologie in kader van Geluidwal Veldhuizen, gemeente Woerden. Project: Projectcode: 22697WOGV Adviesdocument 742 Project: Advies Archeologie in kader van Geluidwal, gemeente Woerden Projectcode: 22697WOGV Opdrachtgever: Provincie Utrecht Datum: 10 maart 2015 ADVIES ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK Advies

Nadere informatie

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:

Nadere informatie

Natuurwaarden Bermen en ruigten Sloten en kanalen Beschermde flora

Natuurwaarden Bermen en ruigten Sloten en kanalen Beschermde flora Natuurwaarden In 2004 is een inventarisatie uitgevoerd naar krachtens de Flora- en Faunawet beschermde plant- en diersoorten in de Achtersluispolder en aangrenzende terreinen zoals het Vijfhoekpark, de

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS (STICHTING SIG) 13 augustus 2012 076558654:0.4 - Concept B01043.200918.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding en Doel Onderzoek... 4 1.1

Nadere informatie

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding RMB NOTITIE 1015 Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg Inleiding De gemeente Uden heeft als bevoegde overheid het RMB gevraagd een advies uit te brengen over de een plangebied aan de Eikenheuvelweg

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL9801080 Beschermd natuurmonument: Duinen bij Bergen BN Beheerder:

Nadere informatie