REGLEMENT VUT-REGELING 2004

Transcriptie

1 REGLEMENT VUT-REGELING 2004 (Laatstelijk gewijzigd: 1 januari 2006)

2 INDEX Artikel 1 - Definities 2 Artikel 2 - Voorwaarden / Ontstaan recht op vervroegd uittreden 5 Artikel 3 - Regeling gedeeltelijk en volledig vervroegd uittreden 6 Artikel 4 - Uitkeringsgrondslag 7 Artikel 5 - Vaststelling VUTrekendatum 8 Artikel 6 - Vaststelling uitkering 9 Artikel 7 - Korting uitkering wegens samenloop 10 Artikel 8 - Beëindiging / Voortzetting arbeidsvoorwaarden 12 Artikel 9 - Ingang, indexering en beëindiging uitkering 14 Artikel 10 - Verplichtingen Deelnemer 16 Artikel 11 - Financiering 17 Artikel 12 - Algemene bepalingen 19 Artikel 13 - In werking treding / Geldigheidsduur 21 Bijlage 1 22 Bijlage 2 23 Bijlage 3 24 Bijlage

3 Artikel 1 - Definities Ahold Koninklijke Ahold N.V., alsmede haar in Nederland gevestigde dochterondernemingen waarvoor door de Raad van Bestuur is bepaald, dat zij in aanmerking komen voor de uitvoering van dit reglement. Arbeidsongeschiktheid De Arbeidsongeschiktheid in de zin van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Bestuur Het Bestuur van SARA Boekjaar Het boekjaar van Ahold. CAO-partijen De partijen in het overleg van werkgever en werknemers die bevoegd zijn afspraken te maken die betrekking hebben op de VUT-regeling die is vastgelegd in dit reglement. CAO-sector Een onderneming, een groep van ondernemingen of een deel van een onderneming behorende tot Ahold waarvoor een CAO geldt. COR De Centrale Ondernemingsraad van Ahold Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van SARA Deelnemer Iedere natuurlijk persoon die een uitkering ontvangt krachtens de in dit reglement opgenomen regeling. Flexibele Uittredingsdatum De datum waarop op schriftelijk verzoek van de werknemer de VUT-uitkering volledig of gedeeltelijk ingaat. De flexibele uittredingsdatum is gelegen tussen de datum waarop de werknemer de 55-jarige leeftijd bereikt en de pensioendatum. De flexibele uittredingsdatum is altijd gelijk aan de flexibele pensioendatum als bedoeld in het pensioenreglement van Ahold. Fulltime vast loon Het vast loon, omgerekend naar het vast loon dat geldt voor een fulltimer, werkzaam onder dezelfde CAO of arbeidsvoorwaardenregeling. Fulltime totaal loon Het fulltime vast loon, vermeerderd met de variabele toeslagen, die de werknemer ontvangt, omgerekend naar de variabele toeslagen die gelden voor een fulltimer werkzaam in dezelfde functie. Fulltimer Iedere werknemer, die gedurende de volledige normale arbeidsduur, zoals overeengekomen in de voor hem/haar geldende CAO of arbeidsvoorwaardenregeling, werkzaam is. Gewerkte uren Aantal betaalde uren exclusief overuren, zoals deze zijn omschreven in de voor de betreffende werknemer geldende CAO of arbeidsvoorwaardenregeling. Loonindex Het percentage waarmee de lonen in een bepaalde CAO-sector gedurende een boekjaar zijn aangepast. 2

4 Normuren Het aantal arbeidsuren van de werknemer dat tussen werknemer en werkgever in het kader van de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. Pensioendatum De datum waarop de deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt. Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Ahold, gevestigd in Zaandam, gemeente Zaanstad. Pensioenreglement Het pensioenreglement van Ahold dat is ingegaan per 29 december Percentage werktijd Het percentage werktijd over enig tijdvak is gelijk aan de verhouding tussen het in dat tijdvak gewerkte aantal uren en het aantal uren dat een fulltimer in het betreffende bedrijfsonderdeel in datzelfde tijdvak gewerkt zou hebben, vermenigvuldigd met 100. Periode Termijn van 4 weken, waarover de salarisbetaling plaatsvindt. Eenmaal per 5 á 6 boekjaren telt de 13de periode een termijn van 5 weken. Prijsindex De Consumentenprijsindex die betrekking heeft op alle huishoudens en waarbij met het effect van veranderingen in de tarieven van de kostprijsverhogende (indirecte) belastingen en de consumptiegebonden belastingen rekening is gehouden. Deze prijsindex wordt aangeduid als de CPI- Alle Huishoudens (2000 = 100) en wordt maandelijks gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. SARA, gevestigd in Zaandam, gemeente Zaanstad. Totaal loon Het vast loon, vermeerderd met de variabele toeslagen, die een werknemer ontvangt. Uitkeringsgrondslag De grondslag op grond waarvan de VUT-uitkering krachtens dit reglement wordt vastgesteld. Variabele toeslagen Dit zijn toeslagen, die niet in het vast loon zijn opgenomen. Een limitatieve opsomming van de variabele toeslagen, welke voor de vaststelling van de uitkeringsgrondslag in aanmerking worden genomen, wordt door Ahold onder goedkeuring van het Bestuur van SARA vastgesteld. Vast loon Het functie-uurloon dat een werknemer ontvangt, vermenigvuldigd met het in enige periode door de werknemer gewerkte aantal uren, vermeerderd met de vaste toeslagen die een werknemer ontvangt. Vaste toeslagen Dit zijn toeslagen, die niet zijn opgenomen in het functie-uurloon dat een werknemer ontvangt. Een limitatieve opsomming van de vaste toeslagen, welke voor de vaststelling van de uitkeringsgrondslag in aanmerking worden genomen, wordt door Ahold onder goedkeuring van het Bestuur van SARA vastgesteld. VUTgevend salaris Het fulltime vast loon per periode, vermeerderd met 8% vakantiegeld en -ter omrekening naar jaarbasis- vermenigvuldigd met 13, vermeerderd met de naar fulltime basis omgerekende variabele toeslagen die een werknemer in een boekjaar ontvangt. Het VUTgevend salaris wordt per het einde van iedere periode vastgesteld. Ingeval van arbeidsongeschiktheid of volledig of gedeeltelijke uittreding, wordt het VUTgevend salaris per de mutatiedatum vastgesteld. Indien de vaststelling van het VUTgevend salaris geschiedt in een 13de periode die 5 weken bestrijkt, wordt deze periode, uitsluitend voor de berekening van het VUTgevend salaris, gesteld op 4 weken. 3

5 Werknemer Iedere natuurlijke persoon die: de (flexibele) pensioendatum nog niet heeft bereikt, en een dienstverband heeft met Ahold, en binnen Nederland werkzaam is en/of in Nederland op de salarislijst van Ahold staat. Tevens wordt als werknemer in de zin van dit reglement beschouwd, de natuurlijke persoon die door Ahold naar het buitenland is uitgezonden en met wie is overeengekomen dat de in dit reglement opgenomen regeling op hem van toepassing blijft. Werkgever Koninklijke Ahold N.V., alsmede haar in Nederland gevestigde dochterondernemingen waarvoor door de Raad van Bestuur is bepaald, dat zij in aanmerking komen voor de uitvoering van dit reglement. 4

6 Artikel 2 - Voorwaarden / ontstaan recht op vervroegd uittreden 1. Voorwaarden vervroegd uittreden Voor de toepassing van de in dit reglement omschreven regeling van gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden komt in aanmerking, de werknemer die: a. 55 jaar of ouder is; en b. werknemer in de zin van dit reglement is; en c. direct voorafgaande aan het moment waarop hij zijn arbeidstijd wil verkorten, ten minste 10 aaneengesloten jaren bij Ahold in dienst is geweest en gedurende deze periode onder de werkingssfeer van dit reglement heeft gevallen; en d. ten minste 6 maanden voorafgaand aan de ingang van het gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden schriftelijk met Ahold is overeengekomen gebruik te maken van deze regeling, tenzij de werkgever en de werknemer nadrukkelijk anders overeenkomen; en e. op het tijdstip van zijn vervroegd gedeeltelijk of volledig uittreden geen aanspraak heeft op doorbetaling van loon bij ziekte of een uitkering krachtens de Ziektewet; en f. op het tijdstip van ingang van het gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden geen recht heeft op een uitkering krachtens de WAO, of een andere hiermee door het Bestuur gelijkgestelde regeling in het kader van arbeidsongeschiktheid, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidspercentage van %. De werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, en voldoet aan de bovenstaande voorwaarden, komt uitsluitend in aanmerking voor gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden indien en voorzover hij voor het arbeidsgeschikte deel werkzaamheden in dienst van Ahold verricht. 2. Ontstaan recht Een werknemer kan slechts rechten doen gelden op hetgeen bepaald is in dit reglement, indien en voorzover Ahold dit schriftelijk aan hem bevestigd heeft. 5

7 Artikel 3 - Regeling gedeeltelijk en volledig vervroegd uittreden 1. Bepalen flexibele uittredingsdatum a. De werknemer die voldoet aan het bepaalde in artikel 2 heeft met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel, vanaf de datum waarop hij de 55-jarige leeftijd bereikt tot aan de pensioendatum, het recht om de datum te bepalen waarop hij gedeeltelijk of volledig uittreedt en conform de bepalingen van dit reglement aanspraak kan doen gelden op een VUT-uitkering. b. Gedeeltelijk vervroegd uittreden geschiedt door vermindering van de voor de werknemer per periode geldende normuren. De vermindering geschiedt in maximaal twee stappen waarbij telkenmale het oorspronkelijk aantal geldende normuren met ten minste 20% wordt verminderd. Het totaal van de vermindering bedraagt ten minste 20% en ten hoogste 40% van het oorspronkelijk aantal geldende normuren. Afwijkende percentages zijn mogelijk, tenzij de werkgever van mening is dat er sprake is van onoverkomelijke bezwaren van organisatorische aard. De werknemer kan over een afwijzing door de werkgever een oordeel vragen aan de Uitvoeringscommissie VUT-CAO. 2. Beperking bepalen flexibele uittredingsdatum a. Gedeeltelijk vervroegd uittreden zal slechts met toestemming van de werkgever kunnen plaatsvinden. De werkgever kan zijn instemming onthouden indien en voorzover naar haar mening sprake is van onoverkomelijke bezwaren van organisatorische aard. De werknemer kan over een dergelijke beslissing van de werkgever een oordeel vragen aan de Uitvoeringscommissie VUT- CAO. b. De keuze van de flexibele uittredingsdatum mag niet tot gevolg hebben dat de uitkomsten van de (her)berekende VUT-uitkering, tezamen met de krachtens het pensioenreglement van Ahold uit te keren pensioenen, meer bedragen dan 100% van het product van het laatstelijk vastgestelde VUTgevend salaris en het percentage werktijd, dan wel het laatste hogere feitelijke jaarinkomen voorzover dat krachtens fiscaal recht als maatgevend mag worden aangemerkt. 3. Einde dienstverband a. Het dienstverband van de werknemer die gedeeltelijk of volledig uittreedt, wordt, voor het deel waarvoor de werknemer uittreedt, beëindigd. b. Indien het resterende dienstverband van de werknemer, die overeenkomstig het bepaalde in dit reglement gedeeltelijk is uitgetreden, wordt beëindigd anders dan door overlijden, wordt de uitkering, die reeds is toegekend wegens gedeeltelijk vervroegd uittreden, voortgezet tot het bereiken van de pensioendatum. c. Met ingang van het moment van gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden geldt als uitgangspunt dat de deelnemer, voor het deel waarvoor hij vervroegd is uitgetreden, niet opnieuw bij de werkgever in dienst kan treden. Indien, in afwijking van het bepaalde in de vorige volzin, opnieuw een dienstverband bij de werkgever wordt aangegaan, wordt het percentage waarvoor de deelnemer vervroegd is uitgetreden alsmede de daarover toegekende VUT-uitkering dienovereenkomstig aangepast. 6

8 Artikel 4 - Uitkeringsgrondslag 1. Berekening uitkeringsgrondslag a. De uitkeringsgrondslag is op de (flexibele) uittredingsdatum gelijk aan het gemiddeld VUTgevend salaris. Het gemiddeld VUTgevend salaris is gelijk aan de som van de VUTgevende salarissen van de 10 aaneengesloten boekjaren die liggen vóór het boekjaar waarin vervroegd wordt uitgetreden, gedeeld door 10 dienstjaren. b. Voor de berekening van het gemiddeld VUTgevend salaris, als bedoeld onder letter a. van dit lid, wordt voor het deel van het gemiddeld VUTgevend salaris dat betrekking heeft op de diensttijd die is gelegen vóór 29 december 2003, de component fulltime vastloon gelijkgesteld aan het fulltime vastloon dat voor de werknemer per 28 december 2003 is vastgesteld. De component variabele toeslagen is gelijk aan het gemiddeld bedrag van de variabele toeslagen die de werknemer gedurende de laatste 10 aaneengesloten dienstjaren, die liggen vóór het boekjaar waarin vervroegd wordt uitgetreden, heeft verworven. De indexering van de componenten fulltime vastloon en variabele toeslagen geschiedt overeenkomstig het bepaalde in lid Indexering gemiddeld VUTgevend salaris De voor de werknemer over voorgaande boekjaren vastgestelde VUTgevende salarissen worden, met uitzondering van het VUTgevend salaris dat over het laatste boekjaar is vastgesteld, ten behoeve van de in lid 1 van dit artikel bedoelde berekening, tot aan de (flexibele) uittredingsdatum jaarlijks per de eerste dag van de eerste periode aangepast met het percentage waarmee de loonindex in de betreffende CAO-sector is gestegen. Een verlaging van de loonindex wordt niet doorgevoerd. Het Bestuur kan na overleg met de werkgever besluiten de verlaging te verrekenen met toekomstige stijgingen. De in dit lid omschreven wijze van indexeren wordt voor het eerst toegepast op de eerste dag van de eerste periode van het boekjaar Afwijkende Uitkeringsgrondslag voor bepaalde groepen werknemers a. In afwijking van het bepaalde in dit artikel geldt voor werknemers die zijn geboren vóór 1 januari 1946 een afwijkende uitkeringsgrondslag. b. De afwijkende uitkeringsgrondslag is gelijk aan het VUTgevend salaris dat voor de werknemer per de 13de periode voorafgaand aan de (flexibele) uittredingsdatum is vastgesteld, met dien verstande dat de component variabele toeslagen, uitsluitend voor de berekening van de afwijkende uitkeringsgrondslag, wordt gelijkgesteld aan het gemiddeld bedrag van de variabele toeslagen die de werknemer gedurende de laatste 10 aaneengesloten dienstjaren heeft verworven. De indexering van de component variabele toeslagen geschiedt overeenkomstig het bepaalde in lid 2. c. De afwijkende uitkeringsgrondslag als bedoeld in dit lid is uitsluitend van toepassing indien en voor zover dit voor de werknemer leidt tot een hogere uitkomst dan de berekening van de uitkeringsgrondslag volgens lid 1 en 2 van dit artikel. 7

9 Artikel 5 - Vaststelling VUTrekendatum 1. Vaststelling VUTrekendatum De VUTrekendatum is gelijk aan de datum waarop de werknemer de 62-jarige leeftijd bereikt, tenzij lid 2 van dit artikel van toepassing is. 2. Vaststelling VUTrekendatum voor bepaalde groepen werknemers a. Voor bepaalde groepen werknemers geldt een afwijkende VUTrekendatum. De afwijkende VUTrekendatum is afhankelijk van het geboortejaar en de geboortemaand van de werknemer, en is overeenkomstig de onderstaande tabel gelijkgesteld aan de datum waarop de werknemer een bepaalde leeftijd bereikt. Geboortejaar Geboortemaand(en) Leeftijd (VUTrekendatum) 1944 of eerder b. Voor werknemers die zijn geboren ná 1945, en die gebruik maken van het recht op vervroegde uittreding, wordt de (afwijkende) VUTrekendatum vastgesteld volgens de tabel die is opgenomen in Bijlage 2. 8

10 Artikel 6 - Vaststelling uitkering 1. Uitkering op VUTrekendatum Voor de werknemer, die voldoet aan het bepaalde in artikel 2, is de uitkering op de VUTrekendatum gelijk aan het product van: 75% van de conform artikel 4 vastgestelde uitkeringsgrondslag; en het percentage werktijd dat voor de werknemer gemiddeld is vastgesteld over de laatste 10 aaneengesloten boekjaren, die liggen vóór het boekjaar waarin vervroegd wordt uitgetreden, met dien verstande dat indien de werknemer reeds eerder gedeeltelijk vervroegd is uitgetreden, het eerdere uittredingspercentage voor de berekening als werktijd wordt aangemerkt; en het percentage waarmee het oorspronkelijk aantal geldende normuren als gevolg van het gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden wordt verminderd. 2. Uitkering flexibele uittredingsdatum gelegen vóór VUTrekendatum Indien de flexibele uittredingsdatum van de werknemer is gelegen vóór de VUTrekendatum geldt dat de hoogte van de uitkering, als bedoeld in lid 1, vanaf de VUTrekendatum tot aan de flexibele uittredingsdatum wordt herberekend. De berekening, die voor mannen en vrouwen gelijk is, geschiedt op basis van de berekeningswijze als omschreven in Bijlage 3 van dit reglement. 3. Uitkering flexibele uittredingsdatum gelegen ná VUTrekendatum a. Indien de flexibele uittredingsdatum van de werknemer is gelegen in de periode tussen de VUTrekendatum en maximaal één jaar gerekend vanaf de VUTrekendatum, is de uitkering voor de werknemer die voldoet aan het bepaalde in artikel 2, gelijk aan het product van: 75% van de conform artikel 4 vastgestelde uitkeringsgrondslag; en het percentage werktijd dat voor de werknemer gemiddeld is vastgesteld over de laatste 10 aaneengesloten boekjaren, die liggen vóór het boekjaar waarin vervroegd wordt uitgetreden, met dien verstande dat indien de werknemer reeds eerder gedeeltelijk vervroegd is uitgetreden, het eerdere uittredingspercentage voor de berekening als werktijd wordt aangemerkt; en het percentage waarmee het oorspronkelijk aantal geldende normuren als gevolg van het gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden wordt verminderd. b. Indien de flexibele uittredingsdatum van de werknemer is gelegen ná de periode als bedoeld onder letter a. van dit lid, is de uitkering voor de werknemer die voldoet aan het bepaalde in artikel 2, gelijk aan het product van: 80% van de conform artikel 4 vastgestelde uitkeringsgrondslag; en het percentage werktijd dat voor de werknemer gemiddeld is vastgesteld over de laatste 10 aaneengesloten boekjaren, die liggen vóór het boekjaar waarin vervroegd wordt uitgetreden, met dien verstande dat indien de werknemer reeds eerder gedeeltelijk vervroegd is uitgetreden, het eerdere uittredingspercentage voor de berekening als werktijd wordt aangemerkt; en het percentage waarmee het oorspronkelijk aantal geldende normuren als gevolg van het gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden wordt verminderd. 4. Vaststelling uitkering gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer De vaststelling van de uitkering van de werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, geschiedt overeenkomstig het bepaalde in lid 1 tot en met lid 3 van dit artikel, met dien verstande dat de uitkering eerst wordt berekend alsof de werknemer volledig arbeidsgeschikt is en vervolgens de uitkomst van de berekening wordt verminderd met het toekenningspercentage WAO en het percentage van het arbeidsgeschikte deel waarvoor de werknemer geen werkzaamheden in dienst van Ahold verricht. 9

11 Artikel 7 - Korting wegens samenloop 1. Vermindering uitkering wegens prepensioen conform pensioenregeling Ahold De VUT-uitkering van de deelnemer, die is vastgesteld conform artikel 6 van dit reglement, wordt met inachtneming van het bepaalde in lid 2 verminderd met de aanspraak op prepensioen conform het pensioenreglement van Ahold. 2. Uitbreiding/beperking vermindering wegens prepensioen conform pensioenregeling Ahold In de berekening van het in mindering te brengen prepensioen, als bedoeld in lid 1, wordt het navolgende in acht genomen: a. Indien de opbouw van het prepensioen van de deelnemer mede tot stand is gekomen door deelname aan de Beschikbare Premieregeling, als bedoeld in artikel 12 van het pensioenreglement, wordt de vermindering berekend alsof de opbouw van het prepensioen uitsluitend en volledig volgens artikel 8 en artikel 24 lid 1 van het pensioenreglement van Ahold heeft plaatsgevonden. b. Aanspraken van prepensioen die zijn opgebouwd door deelname aan de regeling van vrijwillig pensioensparen, als bedoeld in artikel 15 van het pensioenreglement, worden bij de berekening van het in mindering te brengen prepensioen buiten beschouwing gelaten. c. Indien de deelnemer ten gevolge van uitstel van het prepensioen, gerekend vanaf de 62e verjaardag, een hoger prepensioen ontvangt dan hij zou hebben ontvangen indien het prepensioen vóór of op de 62e verjaardag zou zijn ingegaan, wordt de vermindering berekend alsof het bedoelde uitstel niet heeft plaatsgevonden. Het deel van de aanspraak op prepensioen dat uitsluitend door het bedoelde uitstel is verkregen wordt aldus buiten beschouwing gelaten. d. Indien de deelnemer gebruik heeft gemaakt van het recht om aanspraken op ouderdomspensioen om te zetten in een hoger prepensioen, als bedoeld in artikel 16 lid 3 van het pensioenreglement, wordt de vermindering berekend alsof de bedoelde omzetting niet heeft plaatsgevonden. Het deel van de aanspraak op prepensioen dat uitsluitend door de bedoelde omzetting is verkregen wordt aldus buiten beschouwing gelaten. e. Indien de deelnemer gebruik heeft gemaakt van het recht om aanspraken op prepensioen om te zetten in een hoger ouderdomspensioen, als bedoeld in artikel 16 lid 4 van het pensioenreglement, wordt de vermindering berekend alsof de bedoelde omzetting niet heeft plaatsgevonden. Het deel waarmee de aanspraak op prepensioen uitsluitend door de bedoelde omzetting is verminderd, wordt aldus bij de berekening als prepensioen aangemerkt. f. Indien de deelnemer gebruik heeft gemaakt van het recht om het ingegane prepensioen om te zetten in een hogere dan wel lagere uitkering van prepensioen gevolgd door een lagere dan wel hogere uitkering van prepensioen, als bedoeld in artikel 16 lid 6 van het pensioenreglement, wordt de vermindering berekend alsof de bedoelde omzetting niet heeft plaatsgevonden. Het deel waarmee de aanspraak op prepensioen uitsluitend door de bedoelde omzetting, gedurende een bepaalde periode toeneemt dan wel vermindert, wordt aldus buiten beschouwing gelaten. g. Indien het opgebouwde dan wel ingegane prepensioen van de deelnemer gedeeltelijk aan de expartner toekomt, door toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding als bedoeld in artikel 19 lid 6 tot en met 11 van het pensioenreglement, wordt de vermindering berekend alsof de verevening of de conversie van het prepensioen niet heeft plaatsgevonden. Het deel waarmee de aanspraak op prepensioen uitsluitend door toepassing van de bedoelde wet is verminderd, wordt aldus bij de berekening als prepensioen aangemerkt. h. Indien het opgebouwde dan wel ingegane prepensioen van de deelnemer, conform het bepaalde in artikel 20 lid 8 van het pensioenreglement, door of vanwege het Pensioenfonds dan wel op verzoek van de deelnemer is afgekocht, wordt de vermindering berekend alsof de afkoop van het prepensioen niet heeft plaatsgevonden. Het prepensioen dat uitsluitend door toepassing van de afkoop niet of niet langer tot uitkering komt, wordt aldus bij de berekening als prepensioen aangemerkt. 10

12 i. Voor de deelnemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, en die voor het arbeidsongeschikte deel geen gebruik van de in dit reglement vervatte regeling kan maken, wordt voor de berekening van de vermindering het opgebouwde dan wel ingegane prepensioen, dat betrekking heeft op het arbeidsongeschikte deel, buiten beschouwing gelaten. 3. Vermindering uitkering wegens (pre)pensioen conform pensioenregeling elders a. De VUT-uitkering van de deelnemer, die is vastgesteld conform artikel 6 van dit reglement, wordt verminderd met uitkeringen van pensioen die voortvloeien uit elders opgebouwde aanspraken, indien en voor zover de uitkering plaatsvindt in de periode die is gelegen tussen de (flexibele) uittredingsdatum en de pensioendatum van de deelnemer. b. Voor de toepassing van dit lid wordt onder elders opgebouwde aanspraken begrepen de aanspraken van (tijdelijk) ouderdomspensioen, prepensioen, overbruggingspensioen, vroegpensioen en voorts al hetgeen, naar het oordeel van het Bestuur, naar aard en strekking hiermee gelijk dient te worden gesteld, indien en voor zover de opbouw heeft plaatsgevonden, conform een pensioenregeling anders dan de pensioenregeling van Ahold, uitsluitend gedurende de periode voorafgaand aan de aanvang van het dienstverband bij Ahold. 4. Vermindering uitkering wegens inkomen uit of in verband met arbeid a. Indien de VUT-uitkering van de deelnemer, die is vastgesteld conform artikel 6 van dit reglement, tezamen met inkomen uit arbeid of inkomen in verband met arbeid van de deelnemer, meer bedraagt dan 100% van het product van het laatstelijk vastgestelde VUTgevend salaris en het percentage werktijd, wordt de VUT-uitkering voor de duur van de overschrijding verminderd met een zodanig bedrag dat het totaal van de VUT-uitkering en inkomen uit of in verband met arbeid niet meer bedraagt dan 100% van het product van laatstelijk vastgestelde VUTgevende salaris en het percentage werktijd. b. Voor de toepassing van dit lid wordt onder inkomen uit arbeid begrepen het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en winst uit onderneming en voorts al hetgeen, naar het oordeel van het Bestuur, naar aard en strekking hiermee gelijk dient te worden gesteld. c. Voor de toepassing van dit lid wordt onder inkomen in verband met arbeid begrepen de uitkeringen en verstrekkingen die het gevolg zijn van het onder letter b. van dit lid bedoelde inkomen uit arbeid en voorts al hetgeen, naar het oordeel van het Bestuur, naar aard en strekking hiermee gelijk dient te worden gesteld. 5. Beperking vermindering uitkering wegens inkomen uit of in verband met arbeid a. De in lid 4 van dit artikel bedoelde vermindering wordt uitsluitend toegepast indien en voor zover het bedoelde inkomen uit of in verband met arbeid voortvloeit uit activiteiten, die na de (flexibele) uittredingsdatum zijn aangevangen of toegenomen en die overeenkomstig artikel 10 de goedkeuring van het Bestuur behoeven. b. Het Bestuur kan besluiten de vermindering als bedoeld in lid 4 van dit artikel niet of niet volledig toe te passen indien, naar de mening van het Bestuur, bezien over de totale VUT-periode het totale inkomen uit of in verband met arbeid tezamen met de VUT-uitkering, die is vastgesteld conform artikel 6 van dit reglement, niet meer bedraagt dan 100% van het product van het laatstelijk vastgestelde VUTgevende salaris en het percentage werktijd. 11

13 Artikel 8 - Beëindiging / Voortzetting arbeidsvoorwaarden 1. Gedeeltelijk vervroegd uittreden Met ingang van het moment van gedeeltelijk vervroegd uittreden geldt als uitgangspunt dat de geldende arbeidsvoorwaardelijke regelingen van Ahold, met inbegrip van de opbouw van pensioenaanspraken conform de pensioenregeling van Ahold, alleen van toepassing blijven voor het deel waarvoor het dienstverband wordt voortgezet. 2. Volledig vervroegd uittreden Met ingang van het moment van volledig vervroegd uittreden geldt dat de geldende arbeidsvoorwaardelijke regelingen van Ahold, met inbegrip van de opbouw van pensioenaanspraken conform de pensioenregeling van Ahold, niet langer van toepassing zijn, met uitzondering van de volgende bepalingen: a. Bij volledig vervroegd uittreden worden voortgezet: de personeelskortingsregeling; de regeling personeelsvoorzieningen bij Centraal Beheer Achmea; de vrijwillige collectieve ongevallenverzekering; het Fonds Bijzondere Voorzieningen. b. Met ingang van het volledig vervroegd uittreden ontvangt de deelnemer het afscheidscadeau en kan hij voortaan gebruik maken van een deel van de faciliteiten die gelden voor de gepensioneerden van Ahold. De werkgever stelt jaarlijks de faciliteiten vast die ter beschikking worden gesteld. 3. Pensioenopbouw bij gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden In afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 heeft de deelnemer die gedeeltelijk of volledig uittreedt, uitsluitend indien en voor zover hij daarvoor conform de bepalingen van het pensioenreglement kwalificeert, recht op opbouw van pensioenaanspraken conform de overgangsregeling als bedoeld in artikel 24 lid 2 van het pensioenreglement. 4. Tegemoetkoming bijdrage Zorgverzekeringswet bij gedeeltelijk of volledig vervroegd uittreden a. De deelnemer heeft met ingang van 1 januari 2006 recht op een tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke bijdrage die de deelnemer is verschuldigd in het kader van de Zorgverzekeringswet. De tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke bijdrage wordt als volgt vastgesteld: 1. Voor de deelnemer aan wie reeds vóór 1 januari 2006 een volledige of gedeeltelijke uitkering conform de bepalingen van dit reglement werd verstrekt, én die tot 1 januari 2006 verzekerd is geweest conform de Ziekenfondswet De tegemoetkoming bedraagt 6,5% (niveau 2006) van de VUT-uitkering die voor de deelnemer krachtens de in dit reglement vastgelegde regeling is vastgesteld, met inachtneming van het navolgende. De VUT-uitkering, waarover de tegemoetkoming wordt berekend, is ten hoogste gelijk aan het maximum-bijdrage inkomen dat krachtens de Zorgverzekeringswet is vastgesteld (niveau 2006: ,00), verminderd met de overige inkomensbestanddelen van de deelnemer, waarover de deelnemer krachtens de Zorgverzekeringswet het hoge bijdragepercentage (niveau 2006: 6,5%) is verschuldigd. 12

14 2. Voor de deelnemer, aan wie reeds vóór 1 januari 2006 een volledige of gedeeltelijke uitkering conform de bepalingen van dit reglement werd verstrekt, én die tot 1 januari 2006 particulier verzekerd is geweest, alsmede de deelnemer aan wie vanaf 1 januari 2006 voor het eerst een volledige of gedeeltelijke uitkering conform de bepalingen van dit reglement wordt verstrekt De tegemoetkoming bedraagt 4,4% (niveau 2006) van de VUT-uitkering die voor de deelnemer krachtens de in dit reglement vastgelegde regeling is vastgesteld, met inachtneming van het navolgende. De VUT-uitkering, waarover de tegemoetkoming wordt berekend, is ten hoogste gelijk aan het maximum-bijdrage inkomen dat krachtens de Zorgverzekeringswet is vastgesteld (niveau 2006: ,00), verminderd met de overige inkomensbestanddelen van de deelnemer, waarover de deelnemer krachtens de Zorgverzekeringswet het hoge bijdragepercentage (niveau 2006: 6,5%) en/of het lage bijdragepercentage (niveau 2006: 4,4%) is verschuldigd. b. Indien in enig jaar het hoge bijdragepercentage en/of het lage bijdragepercentage en/of het maximum-bijdrage inkomen krachtens de Zorgverzekeringswet worden aangepast, kan het Bestuur in overleg met CAO-partijen besluiten dat de percentages en bedragen in dit lid overeenkomstig worden aangepast. c. CAO-partijen zijn bevoegd om te besluiten het percentage van de tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke bijdrage van de deelnemer bedoeld onder letter a.2 op afwijkende wijze aan te passen, indien en voor zover daar naar hun mening op grond van wettelijke regelingen en/of CAO-overleg en/of de financiële situatie van SARA aanleiding toe bestaat. Indien naar het oordeel van het Bestuur de financiële situatie van SARA de uitvoering van het besluit niet toelaat, kan het Bestuur in overleg met CAO-partijen het besluit aanpassen en/of naast zich neerleggen. 13

15 Artikel 9 - Ingang, indexering en beëindiging uitkering 1. Ingang VUT-uitkering De VUT-uitkering gaat in op de VUTrekendatum of de flexibele uittredingsdatum van de deelnemer. 2. Uitbetaling VUT-uitkering De uitbetaling van de VUT-uitkering geschiedt bij achterafbetaling in vierwekelijkse termijnen, ieder gelijk aan de op jaarbasis uit te betalen VUT-uitkering nadat deze is vermenigvuldigd met achtereenvolgens 100/108 en 1/13. Indien in een boekjaar de 13de periode een termijn van 5 weken telt, wordt de in die periode uit te betalen VUT-uitkering naar rato aangepast. 3. Vakantiegeld Het vakantiegeld bedraagt 8% van de som van de in het betreffende vakantiejaar per periode door de VUTgerechtigde ontvangen bedragen en wordt uitbetaald in de 5de periode van elk kalenderjaar. Het vakantiejaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni. 4. Indexering VUT-uitkeringen a. Ingegane VUT-uitkeringen worden jaarlijks per de eerste dag van de eerste periode aangepast. Het percentage van de verhoging is gelijk aan het percentage waarmee de prijsindex over oktober van het voorafgaande kalenderjaar afwijkt van de prijsindex over oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Het percentage bedraagt maximaal 5. b. CAO-partijen zijn bevoegd om te besluiten het indexeringspercentage aan te passen indien daar, naar hun mening, op grond van wettelijke regelingen en/of CAO-overleg en/of de financiële situatie van SARA aanleiding toe bestaat. Indien naar het oordeel van het Bestuur de financiële situatie van SARA de uitvoering van het besluit niet toelaat, kan het Bestuur in overleg met CAOpartijen het besluit aanpassen en/of naast zich neerleggen. c. De in dit lid omschreven wijze van indexeren wordt voor het eerst toegepast op de eerste dag van de eerste periode van het boekjaar volgend op het boekjaar waarin de VUT-uitkering is ingegaan. 5. Afkoop aanspraak VUT-uitkering Voor de ingevolge dit reglement te verwerven aanspraken op uitkering geldt dat zij niet kunnen worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid kunnen worden. 6. Einde VUT-uitkering De VUT-uitkering eindigt: bij het bereiken van de pensioendatum; bij het niet nakomen van de verplichtingen zoals vermeld in artikel 10 van dit reglement, onder voorafgaande schriftelijke ingebrekestelling door het Bestuur; bij overlijden. 7. Uitkering bij overlijden Indien de VUT-uitkering eindigt wegens overlijden van de deelnemer, is het volgende van toepassing: a. Periodieke VUT-uitkering De periodieke VUT-uitkering wordt stopgezet en ten behoeve van de nabestaanden wordt een overlijdensuitkering uitgekeerd. De overlijdensuitkering is gelijk aan de uitkering die de deelnemer zou hebben ontvangen tot het einde van de tweede periode ná de periode waarin de dag van overlijden van de deelnemer valt, met dien verstande dat bij het bepalen van de uitkering de korting als bedoeld in artikel 7 lid 1 niet wordt toegepast. 14

16 b. Vakantiegeld alleenstaande deelnemer Indien de deelnemer komt te overlijden wordt het vakantiegeld over het tijdvak, beginnend op 1 juli van het vakantiejaar waarin het overlijden van de deelnemer valt en eindigend op de dag van overlijden, uitbetaald aan de partner en bij ontstentenis van deze aan de wettelijke erfgenamen. 8. Wijze van uitbetaling Alle uitbetalingen, welke krachtens dit reglement worden gedaan, geschieden in Euro in de Europese Unie. De VUT-uitkeringen worden uitbetaald door storting op een bank- of girorekening. Op betalingen buiten Nederland worden de transactiekosten in mindering gebracht. 15

17 Artikel 10 - Verplichtingen Deelnemer 1. Aanmelding inkomen uit of in verband met arbeid a. De deelnemer, die overeenkomstig de bepalingen van dit reglement een uitkering wegens gedeeltelijke of volledige uittreding ontvangt, mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Bestuur geen inkomen uit of in verband met arbeid bij derden verwerven, tenzij hij dit inkomen reeds vóór het gedeeltelijk of volledig uittreden verwierf. b. Indien het Bestuur zijn instemming aan het verzoek van de werknemer onthoudt, kan de werknemer over een dergelijke beslissing van het Bestuur een oordeel vragen aan de Uitvoeringscommissie VUT-CAO. 2. Verplichting tot verstrekken van informatie a. Ten behoeve van de uitvoering van het bepaalde in artikel 7 en artikel 10 lid 1 van dit reglement is de deelnemer verplicht: desgevraagd, voorafgaand aan en tijdens het gedeeltelijk of vervroegd uittreden, aan SARA informatie en bewijsstukken te verstrekken met betrekking tot bestaande en vroegere dienstverbanden en/of activiteiten elders, alsmede de inkomsten die de deelnemer hieruit verwerft; SARA direct doch uiterlijk binnen twee maanden nadat dit van toepassing is, te informeren omtrent wijzigingen die, met inachtneming van het bepaalde in dit reglement, van invloed kunnen zijn op de hoogte van de VUT-uitkering van de deelnemer. SARA te informeren indien tijdens het gedeeltelijk of vervroegd uittreden het voornemen bestaat elders inkomsten te verwerven. b. Door deelname aan de in dit reglement opgenomen regeling verleent de deelnemer aan derden toestemming tot het verstrekken van gegevens aan SARA met betrekking tot zijn bestaande en vroegere dienstverbanden en/of activiteiten elders, alsmede de inkomsten die de deelnemer hieruit verwerft. Het betreft uitsluitend gegevens die door het Dagelijks Bestuur voor de uitvoering van de in dit reglement opgenomen regeling noodzakelijk worden geacht. Onder derden wordt in elk geval begrepen de (vroegere) werkgever, de Belastingdienst en uitvoeringsinstellingen van werknemersregelingen. c. Ingeval de deelnemer niet of niet voldoende tegemoet komt aan het bepaalde in dit lid, is het Dagelijks Bestuur bevoegd de VUT-uitkering van de deelnemer geheel of gedeeltelijk stop te zetten tot het moment dat de deelnemer, naar de beoordeling van het Dagelijks Bestuur, in voldoende mate tegemoet komt aan het bepaalde in dit lid. 3. Beperking informatieverstrekking door SARA aan Ahold Het Bestuur is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de deelnemer niet bevoegd de informatie als bedoeld in lid 2 aan Ahold te verstrekken. 16

18 Artikel 11 - Financiering 1. Werknemersbijdrage Iedere werknemer is met ingang van 29 december 2003 een eigen bijdrage verschuldigd die gelijk is een percentage van het voor de werknemer geldende totaal loon. De eigen bijdrage is vastgesteld op de volgende percentages: Jaar Percentage 1,00% 1,20% 2. Inhouding werknemersbijdrage De door de werknemer verschuldigde eigen bijdrage wordt door Ahold ingehouden bij elke periodieke salarisbetaling en per dezelfde periode door Ahold overgemaakt aan SARA. 3. Werkgeversbijdrage Ahold Ter financiering van de VUT-aanspraken van de deelnemers, is Ahold iedere periode een bijdrage verschuldigd. De bijdrage is omschreven in de overeenkomst die Ahold en SARA per 29 december 2003 zijn aangegaan en wordt iedere periode door Ahold overgemaakt aan SARA. De periodieke bijdrage is gelijk aan een percentage van de som van het periodieke totaal loon voor de werknemers. Het percentage is als volgt vastgesteld: Jaar Percentage 3,50% 3,80% 4. Verplichtingen SARA a. Uitkeringen als bedoeld in dit reglement, alsmede de daarbij behorende wettelijke sociale lasten, de verschuldigde premies ter (mede) financiering van de pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 8 lid 3, en de tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke bijdrage die de deelnemer is verschuldigd in het kader van de Zorgverzekeringswet komen ten laste van het fonds van SARA, uitsluitend indien en voor zover de hiervoor noodzakelijke financiële middelen in het fonds van SARA beschikbaar zijn. b. Indien naar de mening van het Bestuur de beschikbare financiële middelen ter financiering van de verplichtingen, als bedoeld onder letter a. van dit lid, onvoldoende zijn dan wel onvoldoende dreigen te worden, zal het Bestuur de CAO-partijen hiervan onverwijld in kennis stellen. De beoordeling van de financiële situatie door het Bestuur vindt zo vaak als nodig plaats, doch ten minste éénmaal per jaar. c. Indien de situatie als bedoeld onder letter b. van dit lid zich voordoet, treden de CAO-partijen op initiatief van één der CAO-partijen in overleg. Dit overleg dient te resulteren in een dusdanige verbetering van de financiële positie van het fonds van SARA dat, naar de mening van het Bestuur, de financiering van de verplichtingen als bedoeld onder letter a. van dit lid is gewaarborgd. De beoogde verbetering van de financiële positie van het fonds van SARA kan worden bereikt door: aanpassing van de bijdragen als bedoeld in lid 1 en lid 3 van dit artikel; en/of aanpassing van deze VUT-regeling door wijziging van de geldende uitkeringspercentages en/of uittredingsleeftijden voor aanstaande deelnemers aan de regeling; en/of het geheel of gedeeltelijk beperken van de indexering van VUT-uitkering als bedoeld in artikel 9 lid 5. d. Indien wordt besloten de in dit reglement omschreven regeling te beëindigen dan wel niet te verlengen, worden met inachtneming van het bepaalde in dit artikel ten minste de schriftelijk aan de deelnemers toegezegde rechten nagekomen. Het saldo van het fonds van SARA zal daartoe worden aangewend. e. SARA legt zo vaak als nodig, doch ten minste éénmaal per jaar, verantwoording af aan CAOpartijen over de financiële positie van het fonds en de te verwachten ontwikkeling daarvan. 17

19 5. Financieel tekort Indien sprake is van een financieel tekort op de balans van SARA en het overleg tussen de CAOpartijen als bedoeld in lid 4 onvoldoende uitkomst biedt, is het Bestuur bevoegd en verplicht de (toekomstige) uitkeringen naar redelijkheid en billijkheid te verlagen. 18

20 Artikel 12 - Algemene Bepalingen 1. Mededeling van rechten a. Aan de deelnemer zal bij aanvang van het deelnemerschap een samenvatting van dit reglement worden verschaft. b. De deelnemers worden jaarlijks schriftelijk van de wijzigingen in de statuten van SARA en het reglement op de hoogte gesteld. c. SARA zal, indien daarom wordt verzocht, de geldende statuten en het reglement aan de belanghebbenden ter hand stellen. 2. Wettelijke voorzieningen Indien er fiscale of sociale wetten dan wel publiek- of privaatrechtelijk verplicht gestelde regelingen mochten worden ingevoerd of gewijzigd, die een directe invloed hebben op de regeling zoals beschreven in dit reglement, kan het Bestuur in overleg met Ahold besluiten de in dit reglement neergelegde VUT-regeling, met inachtneming van de wettelijke voorschriften te dien aanzien, aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen. 3. Algemene verplichting tot medewerking a. Medewerking bij uitvoering reglement Ieder, die op grond van de bepalingen van dit reglement aanspraak heeft op een VUT-uitkering, dan wel te eniger tijd voor zodanige uitkering in aanmerking kan komen, is verplicht aan de goede uitvoering van het in dit reglement bepaalde mede te werken en alle zodanige gegevens, inlichtingen en bewijsstukken te overleggen als door het Dagelijks Bestuur in het belang van een juiste toepassing van de statuten van SARA en van dit reglement noodzakelijk wordt geoordeeld. b. Inhouding van de uitkering Geen uitkering vindt plaats zolang naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur niet aan het onder letter a. van dit lid gestelde is voldaan. 4. VUT-regeling, die afwijkt van dit reglement a. De Raad van Bestuur van Ahold is gerechtigd met een werknemer of met een groep werknemers een regeling overeen te komen, welke afwijkt van de regeling die in dit reglement is neergelegd. Een en ander met dien verstande dat de uitkomst van een dergelijke regeling in totaal bezien voor de werknemer(s) niet tot ongunstiger resultaten zal leiden, noch strijdig zal zijn met arbeidsrechtelijke bepalingen en de sociale en/of fiscale wetgeving. b. De eventuele extra kosten die aan een dergelijke afwijkende regeling zijn verbonden komen niet ten laste van de reguliere bijdrage als bedoeld in artikel 11. De kosten komen voor rekening van de werkgever en worden door SARA separaat met de werkgever afgerekend. 5. VUT-regeling van toepassing in het kader van een Sociaal Plan a. De in dit reglement opgenomen regeling kan, eventueel onder afwijkende bepalingen, van toepassing worden verklaard voor werknemers van wie in het kader van een Sociaal Plan het dienstverband vroegtijdig wordt beëindigd, mits de CAO-partijen als bedoeld in artikel 1, na overleg met het Bestuur, hierover overeenstemming bereiken. b. De afwijkende bepalingen als bedoeld onder letter a. dienen te zijn opgenomen in het Sociaal Plan of in een aanvullende schriftelijke overeenkomst die tussen werknemer en werkgever in het kader van het Sociaal Plan is gesloten. Afwijkende bepalingen zijn uitsluitend van toepassing indien en voor zover zij niet strijdig zijn met arbeidsrechtelijke bepalingen en de sociale en/of fiscale wetgeving. c. Het bepaalde in dit lid is uitsluitend van toepassing nadat het Bestuur en de werkmaatschappij waar het Sociaal Plan voor geldt, overeenstemming hebben bereikt over de wijze waarop de aanspraken, die voortvloeien uit de regeling conform het Sociaal Plan, worden gefinancierd. 19

21 6. Hardheidsclausule In incidentele gevallen, niet van algemene aard zijnde, waarin dit reglement niet voorziet, of waarin dit reglement tot een onbillijkheid jegens de werknemer zou leiden, beslist het Bestuur onder goedkeuring van de werkgever. 7. Uitvoeringscommissie VUT-CAO Voor de toepassing van dit reglement bestaat een Commissie die tot taak heeft: de juiste toepassing van dit reglement bewaken; het Bestuur en/of de werkgever te adviseren in die gevallen waarin dit reglement onvoldoende duidelijkheid verschaft over de toepassing daarvan, dan wel voor meerdere uitleg vatbaar is; in voorkomende gevallen het Bestuur te adviseren met betrekking tot de toepassing van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 12 lid 6; in voorkomende gevallen het Bestuur te adviseren ingeval de werknemer gebruik maakt van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 3 lid 2a; het Bestuur en CAO-partijen te adviseren over aanpassingen/wijzigingen van dit reglement. De Uitvoeringscommissie VUT-CAO bestaat uit 4 leden, waaronder een voorzitter. De leden worden in overleg met de werkgever door het Bestuur aangewezen. Het Bestuur stelt in overleg met de werkgever de nadere regels met betrekking tot de werkwijze van de Commissie vast. 8. Wijziging VUT-reglement Het Bestuur stelt het VUT-reglement vast met inachtneming van de afspraken die in het kader van de CAO door CAO-partijen worden overeengekomen. Elk VUT-reglement, alsmede iedere wijziging daarvan, behoeft om van kracht te zijn de goedkeuring van de werkgever. 20

22 Artikel 13 - In werking treding / Geldigheidsduur a. De in dit reglement opgenomen regeling treedt in werking op 29 december 2003 en geldt tot 1 januari b. CAO-partijen hebben de intentie om de in dit reglement opgenomen regeling te laten bestaan tot 29 december Hiertoe dienen CAO-partijen steeds overeenstemming te bereiken terzake van de verlenging van de regeling. Uiterlijk drie maanden vóór afloop van de termijn gedurende welke deze regeling van toepassing is, zoals voor het eerst vastgesteld onder letter a. van dit artikel, dient de overeenstemming te zijn bereikt. c. Per ultimo van ieder boekjaar kan de regeling opnieuw, al dan niet met afwijkende bepalingen, voor een termijn van ten hoogste vijf jaar worden afgesproken, mits CAO-partijen hierover overeenstemming bereiken. d. Indien CAO-partijen geen overeenstemming bereiken terzake van de verlenging van de regeling, eindigt de regeling van rechtswege op de laatstelijk tussen CAO-partijen overeengekomen einddatum. Ingeval van beëindiging van de regeling is het bepaalde in artikel 11 lid 4d overeenkomstig van toepassing. 21

23 Bijlage 1 Behorende bij het Reglement VUT-regeling van. Voor de uitvoering van dit reglement zijn per 29 december 2003 aangewezen de werknemers van Koninklijke Ahold nv in Nederland, alsmede de werknemers van haar volgende dochtervennootschappen: Albert Heijn bv Albert Heijn Franchising bv Ahold Vastgoed bv Deli XL bv Etos bv Gall&Gall bv alsmede de medewerkers die werkzaam zijn bij Ahold Coffee Company en die behoren tot het Hoger Personeel, de werknemers die werkzaam zijn bij Accounting Plaza bv en de werknemers die werkzaam zijn bij ICASS BV. 22

24 Bijlage 2 Behorende bij het Reglement VUT-regeling van. Indien en voor zover de geldigheidsduur van het reglement conform het bepaalde in artikel 13 wordt verlengd, bestaat de intentie dat de VUTrekendatum voor bepaalde groepen werknemers, afhankelijk van het geboortejaar en de geboortemaand van de werknemer, volgens de onderstaande tabel wordt gelijkgesteld aan de datum waarop de werknemer een bepaalde leeftijd bereikt. Geboortejaar Geboortemaand(en) Leeftijd (VUTrekendatum) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / en verder De bovenstaande tabel is niet van toepassing indien als onderdeel van de verlenging door CAOpartijen afwijkende afspraken met betrekking tot de vaststelling van de VUTrekendatum worden overeengekomen. 23

25 Bijlage 3 Behorende bij het Reglement VUT-regeling van. 1. Herberekening uitkering wegens vervroeging Indien artikel 6 lid 2 van toepassing is, vindt de berekening van de jaarlijkse uitkering plaats conform de navolgende tabel. De hoogte van het kortingspercentage waarmee de jaarlijkse uitkering gerekend vanaf de voor de deelnemer geldende VUTrekendatum wordt verminderd, is afhankelijk van de periode die is gelegen tussen de VUTrekendatum en de door de deelnemer gekozen flexibele uittredingsdatum. Leeftijd op Leeftijd op Flexibele Kortingspercentage VUTrekendatum uittredingsdatum ,7% ,0% ,0% ,7% ,8% ,0% ,6% ,0% ,7% ,7% ,5% ,9% ,9% ,6% ,2% ,9% ,3% ,8% Bij tussenliggende leeftijden wordt het kortingspercentage in rechtevenredige verhouding tot de in de tabel genoemde leeftijden berekend. De berekening geschiedt op maanden nauwkeurig. 2. Herberekening tegemoetkoming in de premie ziektekostenverzekering wegens vervroeging. Dit lid is met ingang van 1 januari 2006 komen te vervallen. 24

26 Bijlage 4 Behorende bij het Reglement VUT-regeling van. 1. Beoogde werknemersbijdrage Indien en voor zover de geldigheidsduur van dit reglement conform het bepaalde in artikel 13 wordt verlengd, bestaat de intentie dat voor de werknemer een eigen bijdrage als bedoeld in artikel 11 lid 1 geldt die is vastgesteld op de volgende percentages: Jaar Percentage 1,35% 1,35% 1,35% 1,35% 1,35% 1,35% 1,35% 1,35% De bovenstaande tabel is niet van toepassing indien als onderdeel van de verlenging door CAOpartijen afwijkende afspraken met betrekking tot de bepaling van de eigen bijdrage van de werknemer worden overeengekomen. 2. Beoogde werkgeversbijdrage Indien en voor zover de geldigheidsduur van dit reglement conform het bepaalde in artikel 13 wordt verlengd, bestaat de intentie dat de werkgeversbijdrage als bedoeld in artikel 11 lid 3 wordt vastgesteld op de volgende percentages: Jaar Percentage 4,05% 4,05% 4,05% 4,05% 4,05% 4,05% 4,05% 4,05% De bovenstaande tabel is niet van toepassing indien als onderdeel van de verlenging door CAOpartijen afwijkende afspraken met betrekking tot de werkgeversbijdrage worden overeengekomen. 25