inbo Biologische Waarderingskaart Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 INBO.R.2006.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "inbo Biologische Waarderingskaart Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 INBO.R.2006."

Transcriptie

1 inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25 - B-1070 Brussel - T.: F.: info@inbo.be - Biologische Waarderingskaart Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 INBO.R Groenendijk te Sint-Gillis-Waas

2 Auteurs: Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) is ontstaan door de fusie van het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW) en het Instituut voor Natuurbehoud (IN). Vestiging: INBO Geraardsbergen Gaverstraat 4, 9500 Geraardsbergen Wijze van citeren: Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J., Biologische waarderingskaart, Kaartbladen 15. Rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.R , Brussel. 180 pp kaartbladen. D/2006/3241/108 INBO.R ISSN: Druk: Management ondersteunende diensten van de Vlaamse overheid Foto: Martine Van Hove Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microþ lm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 2006, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

3 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 15 Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J. Rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.R Brussel Verklarende tekst bij kaartbladen 15 1

4 Inhoudsopgave Voorwoord...5 Samenvatting Inleiding Situering Bewoning en verkeersassen Tekst en terreinopname Aanduiding van gebieden met belangrijke faunaelementen Karteringseenheden, evaluatie Plassen, vijvers en veedrinkpoelen Graslanden en intensief agrarische akker- en graslandgebieden Ruigten en struwelen van allerlei opslag Struwelen, bossen, aanplanten en parken Kleine landschapselementen Digitaal bestand Indeling in gebieden en synthese van hun belangrijkste kenmerken Grote rivieren en alluviale vlakten (I) Ontstaansgeschiedenis en geologie Geomorfologie Hydrologie en hydrografie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Gebiedsbespreking Gebied 1: Het zoetwatergetijdegebied Gebied 2: De polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde Gebied 3: Schousselbroek en Tielrodebroek Gebied 4: Polders van Klein-Brabant Gebied 5: Noordelijk- en Zuidelijk Eiland Gebied 6: De Hobokense polder Gebied 7: De Durmevallei Globale evaluatie en bescherming Scheldepolders (II) Ontstaansgeschiedenis en geologie Geomorfologie Hydrografie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Het westelijk gedeelte van de linkeroeverpolders (IIa) Het oostelijk gedeelte van de linkeroeverpolders (IIb) Rechteroever: industriezone en polderrestanten (IIc) Gebiedsbespreking Gebied 8: De Kreken van Saleghem Verklarende tekst bij kaartbladen 15 2

5 4.7.2 Gebied 9: Het complex Blokkersdijk Gebied 10: Burchtse Weel en Galgenweel met opgehoogde terreinen Gebied 11: De Defensieve Dijk, het Groot Rietveld en de vlakte van Zwijndrecht Gebied 12: De Oude Landen Globale evaluatie en bescherming Land van Waas (III) Ontstaansgeschiedenis en geologie Geomorfologie Hydrografie Pedologie Fysisch-geografische verschillen binnen het Land van Waas Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Gebiedsbespreking Gebied 13: Vallei van de Barbierbeek Gebied 14: De Wase historische forten Gebied 15: De stuifzandrug van Sint-Niklaas Globale evaluatie en bescherming Land van Boom (IV) Onstaansgeschiedenis en geologie Geomorfologie Hydrografie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Het noordelijk stedelijk en verstedelijkt milieu (IVa) Het verstedelijkte agrarische landschap (IVb) Het zuidwestelijk kleigroevenlandschap (IVc) De Netevallei (IVd) Gebiedsbespreking Gebied 16: Het Boekenbergpark Gebied 17: De binnenste historische fortengordel rond Antwerpen Gebied 18: Wolvenberg en Brilschans te Berchem Gebied 19: De omgeving van Kleidaal Gebied 20: Bossen van Lier, Lint en Boechout en het Broekbos te Kontich Gebied 21: De Kleiputten van Niel Gebied 22: De Netevallei Globale evaluatie en bescherming Pleistocene riviervalleien (V) Ontstaansgeschiedenis en geologie Geomorfologie Hydrologie en hydrografie Pedologie Verklarende tekst bij kaartbladen 15 3

6 7.5 Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Gebiedsbespreking Gebied 23: De Stropers Globale evaluatie en bescherming Centrale Kempen (VI) Ontstaansgeschiedenis en geologie Geomorfologie Hydrologie en hydrografie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Gebiedsbespreking Gebied 24: Het complex Peerdsbos, List, Zeurt en de domeinen van Vordenstein en het Kasteel van Amerlo met t Asbroek Gebied 25: Rivierenhof te Deurne Gebied 26: De Schijnvallei Globale evaluatie en bescherming Geraadpleegde en aanbevolen literatuur Bijlage 1: Lijst met vermelde flora Bijlage 2: Lijst met vermelde fauna Index van de toponiemen Verklarende tekst bij kaartbladen 15 4

7 Voorwoord Het project 'Biologische Waarderingskaart van België' (BWK) startte in 1978 als een nationaal project onder de bevoegdheid van het toenmalige Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Het onderzoek gebeurde met de medewerking van een tiental wetenschappelijke centra. De coördinatie berustte bij het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie. Dit nationale project werd beëindigd in 1986, op een ogenblik dat het veldwerk nagenoeg was afgerond en ongeveer de helft van de kaarten waren gepubliceerd. Voor het Vlaams Gewest heeft sindsdien het Instituut voor Natuurbehoud, nu het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, de werkzaamheden rond de Biologische Waarderingskaart verder gezet. In 1997 kon de opstart van de tweede versie van de Biologische Waarderingskaart gerealiseerd worden dankzij een opdracht van het Kabinet Leefmilieu en Tewerkstelling via de Vlaamse Landmaatschappij. Sinds 1999 is met kredieten van de Vlaamse Gemeenschap een groep contractuele medewerkers aan het Instituut toegevoegd. Hoewel bij de opmaak van de BWK, versie 2, belangrijke methodologische aanpassingen zijn doorgevoerd, blijven de hoofdkenmerken van de vorige versie behouden. Door de toegenomen nauwkeurigheid en het grotere detail is het belang als uniform referentiekader voor geheel Vlaanderen verder toegenomen. De bruikbaarheid van de nieuwe versie zal voor veel toepassingen een duidelijke meerwaarde betekenen. Prof. Eckhart Kuijken Administrateur-generaal Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Verklarende tekst bij kaartbladen 15 5

8 Verklarende tekst bij kaartbladen 15 6

9 Samenvatting Dit kaartblad vertoont een grote landschapsecologische variatie, met de stad Antwerpen op het kruispunt van verschillende geografische entiteiten. Vanuit het oogpunt van de ecodistricten worden kaartbladen 15 grotendeels ingenomen door het Westelijk zandig Booms cuestadistrict en het Zandlemig Booms cuestadistrict (tezamen het Land van Waas en het Land van Boom). In het westen en zuidwesten zijn zij begrensd door de oostelijke uitlopers van het Noord-Vlaams dekzandruggendistrict en het Pleistoceen riviervalleiendistrict, in het noordoosten door de Centrale Kempen en in het noordwesten door het Getijdenschelde- en poldersdistrict. Het geheel is doorsneden door grote rivieren met hun alluviale vlakten, nl. de Schelde, de Rupel, de Durme en de Beneden Nete. De alluvia van de grote rivieren vormen, in de vaak sterk verstedelijkte, geïndustrialiseerde en/of intensieve land- en tuinbouwomgeving, als het ware groene linten. Het actuele landschap heeft er een meer gesloten karakter door de talrijke bossen en de vele bomenrijen en houtkanten. Verder zijn moerassige zones, open water (wielen, kreken en vroegere riviermeanders), vochtige graslanden, dijken, schorren en slikken veel voorkomende biologisch interessante elementen. Bebouwing ontbreekt praktisch volledig. De Scheldepolders van het westelijk deel van de linker Scheldeoever vormen een open, vlak polderlandschap met dijken, akkers en weilanden en met enkele kleinere dorpskernen op het aanwezige donkengebied. Het landschap is ontstaan door een eeuwenlange strijd tegen het steeds aanwezige overstromingsprobleem. Het Saleghemkrekencomplex, het nabijgelegen Panneweel en een aantal dijken vormen hier biologisch belangrijke zones. De rest van de linkeroever- en van de rechteroeverpolders zijn grotendeels onder een dik zand- en slibpakket en t.g.v. haveninfrastructuurwerken verdwenen. Daar waar de natuur een aantal decennia haar gang heeft kunnen gaan of waar relicten van poldergrond (ondiep) voorkomen zijn biologisch interessante gebieden ontstaan: o.a. het natuurgebiedencomplex van Antwerpen-Linkeroever, De Melselepolder en de Oude Landen (gedeeltelijk polderrestant) met hun omgeving te Ekeren. Het Land van Waas en het Land van Boom zijn gekenmerkt door de paracuesta van de Boomse klei, die meer noordelijk bedekt is door miocene en pliocene zanden. Het nagenoeg dagzomen van de klei van Boom op het cuestafront heeft de vestiging van talrijke kleiwinningen tot gevolg gehad, die aan de basis liggen van het typische geïndustrialiseerde kleigroevenlandschap: voormalige kleigroeven, industrie, storten, recente, meestal spontaan geëvolueerde groene ruimten en een dichte bewoning. Enkele voormalige kleigroeven zijn uitgegroeid tot gevarieerde en biologisch zeer waardevolle landschappen. De bodems bestaan uit zandleem, licht zandleem, lemige zanden en fijne zanden (in de periferie en in de stuifzandrug van Sint-Niklaas). Ondanks de grote landschapsecologische gelijkenis tussen beide gebieden verschilt het landschap sterk door de grotere urbanisatie- en industrialisatiegraad van het Land van Boom. Het Land van Waas heeft een grotendeels agrarisch karakter, met percelen omzoomd door populierenrijen waardoor een transparante doorzichtigheid Verklarende tekst bij kaartbladen 15 7

10 ontstaat. Andere typische kenmerken voor het Waasland zijn de bolle akkers, een dichte bewoning met grote langgerekte dorpen, de beboste stuifzandrug van Sint-Niklaas en voor bepaalde delen van het Waasland boomgaarden, tuinbouw en akkerbouw. De biologisch meest interessante gebieden zijn hier beperkt tot o.a. de vallei van de Barbierbeek, enkele forten, kleiputten, heiderelicten en bossen op de stuifzandrug en enkele vochtige loofbosjes op de zuidelijke cuestarand. Het Land van Boom heeft in grote delen een meer urbaan karakter: de stedelijke agglomeratie Antwerpen, uitgestrekte villawijken, uitgestrekte dorpen, sociale woonwijken en geïndustrialiseerde zones. Stedelijk groen, kasteeldomeinen, voormalige forten, voormalige kleigroeven, landbouwrelicten en enkele uitgebreidere landbouwzones hebben hier, door de schaarste aan open ruimte een grote maatschappelijke betekenis. Het zuidwestelijk deel heeft een meer agrarisch karakter met de nadruk op tuinbouw en serreteelt. Biologisch interessante gebieden zijn de verspreide loofbossen, enkele (voormalige) kasteeldomeinen en forten, valleigedeelten en enkele voormalige kleigroeven. De uitlopers van Zandig Binnen-Vlaanderen zijn gekenmerkt door bebouwing en bos in het noordwesten of door agrarisch gebied. Het bosgebied van de Stropers vormt in het noordwesten een biologisch interessante zone. Het deel van de Centrale Kempen op dit kaartblad wordt gekenmerkt door woonparken, vaak interessante kasteeldomeinen, uitgestrekte loof- en naaldbossen en enkele agrarische relicten. In de vallei van het Klein Schijn zijn een aantal zeer waardevolle natte bossen en vochtige graslanden gelegen. Ook de vallei van het Groot Schijn bevat een aantal ecologisch zeer waardevolle gebieden die relatief goed aaneengesloten zijn. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 8

11 1. Inleiding 1.1 Situering De tekst van deze bijdrage heeft betrekking op volgende kaartbladen: 15/1 Noord De Klinge 15/1 Zuid Sint-Gillis-Waas 15/2 Noord Kallo 15/2 Zuid Beveren 15/3 Noord Antwerpen-Haven 15/3 Zuid Antwerpen 15/4 Noord Schoten 15/4 Zuid Wommelgem 15/4 Noord Sint-Niklaas 15/5 Zuid Hamme 15/6 Noord Bazel 15/6 Zuid Temse 15/7 Noord Hemiksem 15/7 Zuid Aartselaar 15/8 Noord Mortsel 15/8 Zuid Kontich Het gebied is gesitueerd in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Volgende gemeenten bevinden zich op de kaartbladen: -volledig: Aartselaar, Borsbeek, Edegem, Hemiksem, Hove, Kontich, Kruibeke, Lint, Mortsel, Niel, Schelle, Temse, Zwijndrecht; -gedeeltelijk: Antwerpen, Beveren, Boechout, Boom, Bornem, Duffel, Hamme, Rumst, Schoten, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Waasmunster, Wijnegem, Wommelgem; -voor een klein deel: Brasschaat, Lier, Puurs, Ranst, Schilde, Stekene. De kaartbladen bevatten verschillende fytogeografische districten (Lambinon et al. 1998). Het overgrote gedeelte valt onder het Vlaams district. De Scheldepolders maken deel uit van het Maritiem district. De noordoostelijke hoek, de Centrale Kempen, behoort tot het Kempens District. 1.2 Bewoning en verkeersassen Bijna het gehele gebied is relatief dicht bevolkt ( en meer inwoners per km 2, (Schreurs 1986). Vooral in de stedelijke zone die Antwerpen en Sint-Niklaas omvat is het aantal inwoners groter dan 750 per km 2. Lagere bevolkingsdichtheden ( inwoners per km 2 ) treft men aan in de landelijke gemeenten Sint-Gillis-Waas en Beveren. De rest van de kaartbladen bestaat uit landelijk gebied onder matige tot sterke verstedelijkingsdruk. Zoals uit figuur 1.1 blijkt, bevinden de belangrijkste industriële concentraties zich vooral in het havengebied, dat zich nog steeds uitbreidt. Ten westen en ten zuiden van het centrum van Sint-Niklaas heeft zich eveneens veel industrie gevestigd. Andere Verklarende tekst bij kaartbladen 15 9

12 belangrijke industriezones treft men aan langs de Schelde te Temse en Hemiksem en langs het Albertkanaal en de autoweg A12. Het dichte wegennet omvat een aantal autowegen nl. de autoweg E19 (Breda- Antwerpen-Mechelen-Brussel), de A12 (Antwerpen-Boom-Brussel), de E17 (Antwerpen-Gent), de E313 (Antwerpen-Hasselt) en de N49/A11 (Antwerpen- Zelzate-Knokke-Heist). Verder betreft het een groot aantal invals- en verbindingswegen van Antwerpen en Sint-Niklaas en de andere grote centra in de omgeving van de kaartbladen. Het gebied wordt doorkruist door een dicht spoorwegennet met name de lijnen Antwerpen-Sint-Niklaas-Gent, Antwerpen-Boom-Dendermonde, Antwerpen-Lier, Mechelen-Sint-Niklaas, Antwerpen-Mechelen-Brussel, Antwerpen-Roosendaal en het havenspoorwegennet. Belangrijke waterwegen zijn de Schelde, de Rupel met het kanaal Willebroek- Brussel, het Albertkanaal en de Schotenvaart of het kanaal Antwerpen-Turnhout- Dessel. 1.3 Tekst en terreinopname Het ontwerp van onderhavige tekst werd in 1988 geschreven door D. Paelinckx, L. Demarest en J. Heirman. Deze eerste versie werd echter niet als afzonderlijke tekst uitgegeven. Deze tekst werd door L. Vriens, D. Paelinckx herzien en aangevuld met informatie verzameld tijdens het veldwerk in de periode en met nieuwe literatuurgegevens. W. Van Landuyt nam de vermelde floragegevens kritisch door. B. Vandevoorde, W. Mertens, S. Versweyveld, J. Slembrouck, H. Vermeiren, J. Reyniers en H. Koens leverden een bijdrage aan de gebiedsbesprekingen. K. Van den Broeck hielp mee bij de eindredactie en lay-out en C. Wils bij de analyse van het digitaal bestand en de opmaak van de figuren. De ontwerptekst is nagenoeg volledig verwerkt in onderhavige tekst. Dit verklaart waarom vele literatuurgegevens dateren uit de jaren 70 en 80, vooral waar recente literatuur ontbreekt of onvolledig is. Dit heeft tot gevolg dat bij de gebiedsbesprekingen soms gebruik gemaakt werd van oudere gegevens. Dit kan telkens afgeleid worden uit de bijgevoegde referentie(s). Wanneer niet gerefereerde soortgegevens zijn overgenomen uit de ontwerptekst zonder dat hun huidige aanwezigheid kon gecontroleerd worden, blijkt dit uit de tekst door de toevoeging '(jaren 80)'. Het was niet altijd mogelijk deze oudere inventarisaties te controleren, zodat voor een eventuele bevestiging ervan verder onderzoek ter plaatse aangewezen is. Zelfs indien deze soorten inmiddels verdwenen zijn, is hun opname in dit werk gerechtvaardigd omdat dan eventuele veranderingen beter kunnen opgespoord worden en zij, via gepast beheer en afhankelijk van de milieuomstandigheden, een kans op terugkeren hebben. Er werd geen volledigheid nagestreefd bij de vermelde soortenlijsten. Veeleer werd de nadruk gelegd op typische soorten. Dit zijn niet noodzakelijk de dominante of meest voorkomende soorten in een vegetatie. De lezer dient te weten dat de samenstellers zich tot een (onvermijdelijk subjectieve) keuze moesten beperken. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 10

13 De (avi)faunistische informatie werd geput uit de bestaande literatuur, aangevuld en gecontroleerd met gegevens uit de Atlas van de Vlaamse broedvogels (Vermeersch et al. 2004). De BWK, versie 2 van de kaartbladen 15 maakte aanvankelijk deel uit van een project in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij, Mestbank en het Kabinet voor Leefmilieu en Tewerkstelling (kartering 1997 en 1998). Dit project had o.a. tot doel alle voordien niet gepubliceerde Biologische waarderingskaarten af te werken. De tijdsdruk was evenwel dermate groot dat voor enkele kaartbladen het nieuw gekarteerde areaal als te klein geoordeeld werd. Daarom werd de publicatie ervan uitgesteld. Het overgrote deel van de kaartbladen 15 werd gekarteerd in 2000 (Figuur 1.1 en 1.2). De resterende hiaten en problemen die opdoken bij de controle van de digitale bestanden zijn dan de volgende jaren opgelost. Globaal gezien is er aan de kaartbladen 15 een inspanning geleverd vergelijkbaar met 3 voltijdse persoonsjaren. Hierbij zijn de doelstellingen van de versie 2 grotendeels gehaald en is de detailgraad groter dan deze van de eerder gepubliceerde kaarten van de versie 2. Anderzijds zijn recentere BWK-karteringen nog meer gedetailleerd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de herkomst van de gegevens van de BWK, versie 2 voor de kaartbladen 15. Tabel 1.1: Betekenis van, en verdere informatie over de herkomst van de gegevens van de BWK, versie Veldwerk 1997 door L. Denys, J. Heirman, M. Van Hove 98 Veldwerk 1998 door R. Vanallemeersch, A. Zwaenepoel 99 Veldwerk 1999 door D. Paelinckx (15/7) 00 Veldwerk 2000 door M. Van Hove, L. Vriens; D. Paelinckx (15/7) 01 Veldwerk 2001 door D. Paelinckx, M. Van Hove, L. Vriens 02 Veldwerk 2002 door D. Paelinckx, M. Van Hove 03 Veldwerk 2003 door D. Paelinckx, M. Van Hove, S. De Saeger ex l De weergegeven kartering is ons bezorgd door een vrijwillige medewerker. Na kritische evaluatie wordt dergelijke informatie in een aantal gevallen zonder verdere terreincontrole opgenomen. Volgende personen leverden karteringsgegevens aan: F. Adriaansen, F. Buysse, E. De Keersmaecker, H. Mees, B. Van Ballaer en Dhr. Van Herbruggen. Literatuur en databanken. De weergegeven kartering is gebaseerd op gegevens uit: Vlaamse Landmaatschappij, Landbouwgebruikpercelen. AMINAL, afdeling Bos & Groen, Digitale versie van de Bosreferentielaag van Vlaanderen. Colazzo et al.(2001). GIS-bestand bij het rapport. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 11

14 Sporadisch ook: dossiers 'Aanvraag erkenning of uitbreiding natuurreservaten' g De weergegeven kartering is gebaseerd op de gemeentelijke natuurontwikkelingsplannen (GNOP s) van één van volgende gemeenten: Hamme, Kruibeke, Lint, Schilde, Schoten, Sint-Niklaas, Temse, Wijnegem, Wommelgem o ob De weergegeven kartering is enkel gebaseerd op interpretatie van orthofoto s en ander kaartmateriaal. Soms is er wel een vluchtig terreinbezoek geweest of is het perceel van op afstand gezien, maar dit wordt dan onvoldoende geacht voor een weergave als 'veldwerk' Orthofoto s en topografische kaarten Opname Schaal Ondersteunend Centrum GIS Vlaanderen, Orthofoto s zwart-wit. Basis voor de digitalisatie Ondersteunend Centrum GIS Vlaanderen, Orthofoto s zwart-wit Volledige controle van de digitalisatie AWZ, z.d. Digitale luchtfoto s kleur van Antwerpen, linkeroever. Ad hoc controle Ondersteunend Centrum GIS Vlaanderen, Topografische kaart 1/ Lannoo, AeroAtlas Antwerpen. Ad hoc controle; stelselmatige controle bij 15/ Vliegschaal 1/ Vliegschaal 1/ ,5 m resolutie / / Overname uit BWK, versie 1 na kritische evaluatie via interpretatie van orthofoto s. Volgende karteerders verzorgden de BWK, versie 1 voor de kaartbladen 15: J. Stryckers, E. Van Der Meuren en D. Paelinckx (karteercentrum Antwerpen) voerden de karteringen uit van de kaartbladen 15/3-4 en 15/7-8 in de jaren 1979, 1982 en Kaartblad 15/1-2 werd gekarteerd door E. Rombaut, C. Cocquyt en L. Demarest in J. Heirman en L. Demarest stonden in 1978 in voor de kartering van kaartbladen 15/5-6 (karteercentrum Gent). Deze karteringen werden in beperkte mate aangevuld in Bij de veldkartering werden volgende topografische kaarten benut: Opname Uitgave Schaal Topografische kaarten NGI, klassieke reeks, Herziening / de editie, 1/10 000, voor kaartblad 15/ Topografische kaarten NGI, Noord en / Zuid kaarten, numerieke reeks, 1ste editie, 1/ Figuur 1.1 en figuur 1.2 geven respectievelijk de ruimtelijke weergave van de herkomst van de gegevens en het oppervlaktepercentage per herkomst weer. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 12

15 50,0 45, ,0 oppervlaktepercentage 35,0 30,0 25,0 20,0 15, ,0 5,0 0,0 1, , , , , ,1 2 0,2 ex l o ob herkomst Figuur 1.2: Oppervlaktepercentage per herkomst Het grote aandeel met herkomst 'orthofoto' heeft in de eerste plaats te maken met het grote areaal urbane gebieden (35% van het kaartblok en ca. drievierde van het areaal met herkomst 'ortho'). In de grotere urbane gebieden is het terreinbezoek uitgevoerd op basis van een voorafgaande selectie van open ruimten aan de hand van orthofoto s en topografische kaarten. Hoewel in vele gevallen de bebouwde ruimten zelf ook (deels) bezocht werden, is er toch voor gekozen deze als herkomst 'o' te geven. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 13

16 1.4 Aanduiding van gebieden met belangrijke faunaelementen Een aantal gebieden krijgen op de kaarten een specifieke 'rode' arcering omwille van de aanwezigheid van bepaalde fauna-elementen. Voor de afbakening van de gebieden baseren we ons op die soorten die tot de Rode-Lijstcategorieën 'Met uitsterven bedreigd', 'Bedreigd' en 'Kwetsbaar' behoren. We maken gebruik van de gepubliceerde Rode Lijsten van vissen en rondbekken (Vandelannoote et al. 1998), amfibieën en reptielen (Bauwens & Claus 1996), broedvogels (Devos et al. 2004), zoogdieren (Criel et al. 1994), sprinkhanen en krekels (Decleer et al. 2000), vlinders (Maes & Van Dyck 1999) en de volledig herziende Rode Lijst van libellen (De Knijf et al. in prep). In gebieden waar geen broedvogels van de Rode-Lijstcategorieën 'Met uitsterven bedreigd', 'Bedreigd' en 'Kwetsbaar' voorkomen, worden ook hoge aantallen of dichtheden uit de andere Rode-Lijstcategorieën, eventueel aangevuld met 'schaarse broedvogels' als criterium gebruikt. Er wordt ook rekening gehouden met overwinterende watervogels. Als norm voor Vlaanderen stellen wij voor, in overeenstemming met Kuijken (1984), de 5%-norm van het in Vlaanderen overwinterend aantal per soort te hanteren. Deze 5% werd bepaald op het wintermaximum per soort zoals die soort vanaf de winter tot en met de winter in Vlaanderen voorkwam. Van verschillende andere faunagroepen bestaat er nog geen Rode Lijst of waren de verspreidingsgegevens niet voldoende stelselmatig beschikbaar op kilometerhokniveau. Bij de afbakening van de faunagebieden wordt er met die groepen in regel géén rekening gehouden. Een bepaald gebied krijgt een 'rode' arcering omdat er of meestal verschillende Rode-Lijstsoorten samen voorkomen, of een soort er in hoge aantallen of dichtheden aanwezig is. Voor de kaartbladen 15 zijn de gegevens afkomstig van: - de verspreidingsgegevens zoals ze in diverse databanken zijn opgenomen (Tabel 1.2); - voor de broedvogels baseren we ons op de soortterritoria zoals die verzameld werden in het kader van het atlasproject gedurende de jaren (Vermeersch et al. 2004); - de gegevens van vissen en zoogdieren werden bekomen door het raadplegen van verschillende literatuurbronnen. Voor de vleermuizen hielden we geen rekening met losse waarnemingen, maar beperken we onze afbakening tot de belangrijke overwinteringplaatsen, en indien gekend, ook de zomerverblijfplaatsen; - literatuurgegevens. De vertaling van deze gegevens in een gebiedsafbakening werd uitgevoerd door G. De Knijf en P. Lust. R. Gyselings werkte mee aan de afbakening in het havengebied. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 14

17 Tabel 1.2: Herkomst faunagegevens Diergroep Eigendom Databank Contactpersoon Amfibieën en IN, Hyla & LIKONA Dirk Bauwens reptielen Broedvogels Broedvogelatlas (IN) Glenn Vermeersch Watervogels Watervogeltellingen (IN) Koen Devos Libellen Libellenwerkgroep Gomphus Geert De Knijf Sprinkhanen Sprinkhanenwerkgroep Saltabel Kris Decleer Vlinders Vlaamse Vlinderwerkgroep vzw Dirk Maes 1.5 Karteringseenheden, evaluatie De karteringseenheden en het toekennen van de waardering worden uitgebreid beschreven in de Algemene verklarende tekst (Noirfalise et al. 1985; De Blust et al. 1985). Een folder (uitgave Instituut voor Natuurbehoud) lijst de karteringseenheden op. Ook via is informatie over dit alles te vinden. De vernieuwde BWK, versie 2, probeert aan een aantal vereisten en noden te voldoen die niet of onvoldoende aanwezig waren in de eerste versie. Deze zijn o.a.: - een grotere nauwkeurigheid en detaillering; - meer aandacht voor kleine landschapselementen; - het vermijden van ecologisch heterogene complexen; - meer aandacht voor de graslanden; - meer aandacht voor de bossen en specifiek naar de ondergroei van populierenbestanden en andere aanplanten; - inconsequenties wegwerken in de waardering en complexen beter naar hun ecologische waarden schatten; - stelselmatige werkwijze en controleerbare criteria voor de fauna-afbakening. Een aantal specifieke, eventueel van bovenstaande referenties licht afwijkende, aspecten voor de kaartbladen 15 worden hier verder toegelicht Plassen, vijvers en veedrinkpoelen Colazzo et al. (2002) is systematisch als controlebestand benut en een aantal poelen en plassen zijn op basis van deze studie toegevoegd. Een aantal plassen zijn aangeduid op basis van orthofoto-interpretatie. Het betreft overwegend plassen weergegeven als ae of aer. In realiteit kunnen ze zwak of juist heel goed ontwikkeld zijn zodat een te hoge, respectievelijk een te lage waardering niet uit te sluiten is. Ook bij terreininventarisaties is het onderscheid tussen ae en aer niet altijd juist te bepalen, zodat het al dan niet voorkomen ervan op oudere topografische kaarten doorslaggevend kan zijn. Opvangbekkens voor regenwater of uitgegraven plassen bij serres zijn niet aangeduid of sporadisch aangeduid met aer. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 15

18 Veedrinkpoelen (kn) zijn regelmatig aangeduid op basis van orthofotointerpretatie. Een aantal ervan kunnen interessante vegetaties bevatten. Andere kunnen echter zwak ontwikkeld zijn en daardoor op de kaarten een te hoge waardering hebben Graslanden en intensief agrarische akker- en graslandgebieden Het veldwerk voor deze kaartbladen spitst zich sterker toe op de biologisch waardevollere gebieden dan op de intensief agrarische gebieden. Hierdoor zijn een aantal grote agrarische gebieden minder gedetailleerd geïnventariseerd. Deze gebieden zijn dan ook meestal als een complex van akker- en grasland op de kaarten terug te vinden. Voor belangrijke delen ervan is de aard van het agrarische grondgebruik en de eventuele aanwezigheid en hoeveelheid van kleine landschapselementen benaderd via recente orthofoto s, de teeltgegevens van de registratie bij de Mestbank (Vlaamse Landmaatschappij 2001) en de topografische kaarten van het NGI ( 1.3). Deze werkwijze is ook gevolgd voor kleine geïsoleerde agrarische percelen waar geen herkartering gebeurde. De gebruikte databank maakt het niet mogelijk onderscheid te maken tussen klein fruit (BWK: akker) en laagstamboomgaarden (kl). Meestal kan dit wel door combinatie met de orthofoto s, maar vergissingen zijn mogelijk. Ook in de geherkarteerde grotere agrarische gebieden wordt vaak eerder het algemene beeld weergegeven, zodat bv. het onderscheid tussen hx- en hpgraslanden niet stelselmatig is gebeurd, minder goed ontwikkelde bomenrijen niet altijd zijn genoteerd en niet opgaande kleine landschapselementen op de kaarten kunnen ontbreken. Hierbij is het ook niet uitgesloten dat plaatselijk geïsoleerde soortenrijke graslanden niet opgemerkt zijn. Akker graslandcomplexen (hx + bs of bs + hx) kunnen ook duiden op wisselgebruik van grasland en akker (soms nog binnen hetzelfde jaar). Cultuurgraslanden hp, hp*, hpr, hpr* en hx Buiten de intensief agrarische gebieden zijn bijna alle graslanden systematisch bekeken zodat daar het verschil tussen hx, hp en hp* wel duidelijk uit de kaarten blijkt. Niet overal is er, gezien de tijdsdruk, evenveel tijd besteed aan het bekijken van de perceelsranden, zodat niet opgaande kleine landschapselementen in de inventaris kunnen ontbreken. Weilandcomplexen met veel sloten en/of microreliëf (hpr, hpr*) zijn op de kaartbladen 15 nagenoeg volledig beperkt tot de grotere alluvia. Ze staan daar vooral voor natte tot vochtige, doorgaans langgerekte percelen, van elkaar gescheiden door sloten die het hele jaar waterhoudend zijn of op zijn minst duidelijke moerasvegetaties bevatten (deze worden meestal vermeld in het complex). In de Scheldevallei kan het daarbij om toch relatief brede percelen gaan (meestal 25 à 30 m, maar ook tot 50 à 60 m breed; typische lengtematen zijn dan 100 à 150 m, respectievelijk 300 à 500 m). Verklarende tekst bij kaartbladen 15 16

19 Hpr (zwak ontwikkeld) staat daar dan voor complexen met een gelijkaardige perceelstructuur en slotenpatroon, maar met duidelijk minder ontwikkelde sloten (minder natte delen van het alluvium en daardoor minder goed ontwikkelde moerasvegetaties). Is daarentegen het slotenpatroon plaatselijk ijler dan werd bijvoorbeeld hp + hpr genoteerd. Mesofiel hooiland hu Goed ontwikkeld mesofiel hooiland is zeldzaam op de kaartbladen 15. Er werd wel een aantal percelen gekarteerd als hu en deze eenheid werd ook veelvuldig gebruikt voor de kartering van dijken. Het betreft grazige vegetaties met soorten zoals glanshaver, fluitenkruid, peen en gewone berenklauw, soms met het voorkomen van knoopkruid. Opwaardering valleigraslanden Valleigraslanden palend aan laaglandbeken met goed ontwikkelde structuurkenmerken of een goede waterkwaliteit (en er niet van gescheiden door aanzienlijke dijken) krijgen in het attributenveld 'info' de vermelding 'hpriv, hxriv of riv'. In geval van hp- en hx-graslanden impliceert dit dat ze als waardering 'complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen' krijgen. De basis hiertoe zijn de digitale bestanden die horen bij de drie publicaties van Bervoets et al. (1996). Verder wordt bij de opmaak van de Biologische Waarderingskaart met de beken zelf geen rekening gehouden. Het is dan ook ten sterkste aan te bevelen deze bestanden en kaarten in combinatie te gebruiken met bovenvermelde referenties Ruigten en struwelen van allerlei opslag Sommige ruigten (hr, ku) en allerlei opslag (sz) zijn enkel getypeerd op basis van interpretatie van orthofoto s en topografische kaarten. De legende-eenheden 'struikgewas' en 'opslag van heesters en struiken' van de nieuwe topografische kaarten (Ondersteunend Centrum GIS Vlaanderen 2001) zijn daarbij vertaald naar sz. De legende-eenheid 'ruderale vegetaties' werd vertaald naar hr in het geval van verlaten landbouwgronden of naar ku in het geval van vergraven en/of opgehoogde terreinen. Een aantal pioniers- en duinrietvegetaties van de opgehoogde terreinen zijn getypeerd door de eenheden ku en ku* in combinatie met kz volgens de benadering zoals weergegeven in tabel 1.3. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 17

20 Tabel 1.3: Criteria voor de typering van pioniers- en duinrietvegetaties op de opgehoogde gronden in het Antwerpse havengebied (vrij) constante soorten: duinriet (veelal dominant), al dan niet met Jakobskruiskruid, Sint-Janskruid, teunisbloem (1), streepzaad Bij pioniersvegetaties: + muurpeper, schijnspurrie, kleverige reigersbek Eventueel struikopslag van duindoorn, gewone vlier, In nattere zones: eventueel + verspreid riet, zeegroene rus, heen, In zandige omstandigheden: eventueel + zandzegge Soortengroep A: bitterling, grijskruid, zeepkruid, kruipwilg, koningskaars, duizendguldenkruid, heelblaadjes en/of slangenkruid meestal aanwezig, maar op zich enkel voldoende als frequent en/of verspreid over het hele perceel voorkomend Soorten van soortengroep A over grote delen van perceel voorkomend: ofwel verscheidene van deze soorten ofwel 1 of enkele soorten in grotere aantallen Soorten van soortengroep B niet (opvallend) aanwezig of slechts in kleine delen ku* (z) Soortengroep B: ruderaal/grazig (kan een rol spelen) - akkerdistel, honingklaver, braam, koninginnenkruid, - rood zwenkgras, peen, klavers, In grote delen komen enkel de constante soorten van soortengroep A voor, maar soortengroep B is in belangrijke mate aanwezig ku + ku* of ku* + ku ku (w) (wz) (1) in geval van hoge abundantie: ku* of combinatie van ku en ku* Struwelen, bossen, aanplanten en parken Eikenbossen Soorten van soortengroep A (nagenoeg) ontbrekend. Duizendguldenkruid en slangenkruid kunnen aanwezig zijn, maar dan beperkt Soortengroep B kan aanwezig zijn, maar dit hoeft niet Op de kaartbladen 15 is het onderscheid tussen zure eikenbossen met typische kruidflora (valse salie, lelietje-van-dalen, dalkruid ) en deze gekenmerkt door een ruderale ondergroei niet te achterhalen (beide qs). Een aantal eiken-berkenbossen in het Kempische deel van kaartbladen 15 zijn als qb gekarteerd, ook als kenmerkende soorten ontbraken. Wanneer in dergelijke gevallen bramen een groot aandeel innamen, zijn de eiken-berkenbossen als qs bet getypeerd om het onderscheid met de meer voedselarme qb te benadrukken. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 18

21 Als berk de dominante boomsoort is en de kruid- of struiklaag bestaat vooral uit soorten van voedselarme gronden, dan worden ze als qb bet aangeduid. Op kaartbladen 15 komen een aantal voorjaarsbloeiers vrij algemeen voor. Bossen waarin slechts één of enkele soorten in lage aantallen voorkomen, zijn als qa gekarteerd. Hiermee wordt dus aangeduid dat het voorjaarsaspect slechts zwak ontwikkeld is; het betreft in deze gevallen echter geen jonge bossen. Valleibossen en populierenaanplanten Het onderscheid tussen populierenaanplanten met opslag of aanplant van struiken (lhb), populierenaanplanten in evolutie naar valleibos (bv. lh/va) en aanplanting van populier in oud bos (bv. va + pop) is stelselmatig op terrein uitgevoerd. Valleibossen met een zwak ontwikkeld voorjaarsaspect werden gekarteerd als va. Een klein aantal populierenaanplanten zijn getypeerd aan de hand van de BWK, versie 1 en soms op basis van interpretatie van orthofoto s en topografische kaarten (ls, lh en herkomst 'ob' of 'o'). Mogelijk kan hier een interessante ondergroei aanwezig zijn, wat niet uit de kartering, noch uit de biologische waardering af te leiden is. Populierenaanplanten met ruderale ondergroei (lsi, lhi) kunnen sinds de opmaak van de BWK, versie 1, geëvolueerd zijn naar populierenaanplanten met ondergroei van jonge bomen en struiken (lsb, lhb). Verder is het onderscheid tussen natte en droge populierenaanplanten niet steeds gemakkelijk te maken en spreken veldcontroles (vegetatie) en bodemkaart elkaar dikwijls tegen. Voor aanplanten waarvan veldgegevens voorhanden waren, werd de typering hierop gebaseerd. In andere gevallen ligt de bodemkaart aan de basis van het onderscheid tussen natte en droge populierenaanplanten. Hoewel er in de BWK, versie 2 naar een grote mate van detail wordt gestreefd, werden een aantal grote waardevolle gebieden in complex weergegeven. Het betreft hier vochtige populierenaanplanten en broekbossen gelegen in de Scheldevallei op kaartbladen 15/5-6 (vooral in Klein-Brabant). Een aantal van deze gebieden zijn gekarteerd in 1997, onder hoge tijdsdruk, zodat weinig gegevens op perceelsniveau beschikbaar zijn. Andere gebieden zijn niet of slechts gedeeltelijk toegankelijk of zijn ondoordringbaar waardoor ze slechts van op afstand of via een kortstondig terreinbezoek bekeken zijn. Om het uniforme karakter van deze gebieden te benadrukken werd geopteerd om het geheel als complex te karteren, zelfs indien er een aantal gegevens op perceelsniveau verzameld zijn. Meestal werd het gehele gebied dan als biologisch zeer waardevol geëvalueerd, hoewel op perceelsniveau de biologische waarde lager kan zijn. Grienden Oude verlaten grienden (meestal gelegen in de uiterwaarden) zijn dermate geëvolueerd dat ze doorgaans als 'vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem' (sf) gekarteerd zijn. De meeste van deze struwelen bestaan uit aangeplante en vaak niet autochtone wilgensoorten (mededeling Zwaenepoel). Bij de kartering van in bedrijf zijnde grienden geldt als recente afspraak binnen de BWK-kartering dat deze gedifferentieerd worden i.f.v. de intensiteit van het Verklarende tekst bij kaartbladen 15 19

22 beheer (van kq sal over n sal tot sf ). Deze afspraak was ten tijde van de karteringen voor de kaartbladen 15 nog niet van kracht zodat alle in bedrijf zijnde of recent uit gebruik genomen grienden als n sal gekarteerd zijn (in het attribuutveld 'info' wordt 'griend' vermeld). Parken (kp) en kasteelparken (kpk) Vele parken konden niet bezocht worden door hun ontoegankelijk (privé) karakter. Hierbij is het niet uitgesloten dat zij interessante bos-, water- en eventueel graslandvegetaties bevatten en dus in wezen onvoldoende hoog gewaardeerd zijn. Parken die wel bezocht zijn, werden grondig onderzocht op (relicten) van meer (half)natuurlijke biotopen. Dit geldt voor nagenoeg alle openbare parken in de stedelijke agglomeraties Kleine landschapselementen Bij de opmaak van de BWK, versie 2 gaat er bijzondere aandacht naar de lineaire en puntvormige landschapselementen. Vaak worden ze gerekend tot de aanpalende graslanden. Vooral bij grotere akkerpercelen zijn ze individueel uitgedigitaliseerd. Op basis van het terreinwerk, eventueel aangevuld met de digitale orthofoto s werd een indeling gemaakt van de densiteit aan lineaire landschapselementen. Het onderscheid tussen houtkanten en hagen (kh) komt niet tot uiting in de kaartbladen. Intensief onderhouden hagen zijn doorgaans niet aangeduid (of uitzonderlijk als kh ). In de zones gekarteerd in 1998 is er wel bijzondere aandacht besteed aan het voorkomen van, al dan niet beheerde, oude hagen (ook in bebouwde gebieden). Bermen en bomenrijen langs grotere wegen worden vaak als één polygoon samen met de weg afgebakend. Vele brede wegbermen langs autosnelwegen en taluds langs wegen zijn gekarteerd als hp* zonder terreininventarisatie of na enkele kleinere steekproeven (herkomst 'o'). Doordat deze bermen al geruime tijd beheerd worden volgens het bermbesluit en er vaak schrale grasmengsels ingezaaid worden, zal deze typering de werkelijkheid benaderen. Gevallen van over- of onderwaardering zijn echter niet uit te sluiten. Bij taluds (kt) en dijken (kd) wordt zoveel mogelijk de aanwezige begroeiing en de ontwikkelingsgraad opgegeven. Van enkele dijken is de vegetatie niet herbekeken. Deze worden als kd zonder meer weergeven. Algemeen is gekend dat de begroeiing hier meestal bestaat uit soortenrijkere graslanden en/of zwak ontwikkelde mesofiele hooilanden (hp*, hu ). Het is echter mogelijk dat er plaatselijk enerzijds minder waardevolle (hp), of anderzijds beter ontwikkelde halfnatuurlijke graslandvegetaties (hu) aanwezig zijn. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 20

23 1.6 Digitaal bestand Deze kaarten zijn enkel digitaal beschikbaar, als een continu bestand van de kaartbladen 15 samen. Via kunnen de kaarten gedownload worden of interactief geraadpleegd. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 21

24 Figuur 1.1: Beeld van de verstedelijking en herkomst van de gegevens Verklarende tekst bij kaartbladen 15 22

25 2. Indeling in gebieden en synthese van hun belangrijkste kenmerken De kaartbladen 15 kunnen zowat gezien worden als een kruispunt van een aantal fysisch-geografische streken waardoor de verscheidenheid aan milieucondities erg groot is. De stad Antwerpen ligt op het kruispunt van deze streken. De bestaande indelingen verschillen vaak grondig over de hiërarchie (streeksubstreek) van de verschillende fysisch geografische eenheden. Zo brengt de indeling van Albrechts (1984) het gehele kaartblad terug tot een aantal substreken van één streek, nl. de zandstreek. Andere auteurs splitsen het gebied in twee of drie streken op waarbij de namen Kempen, Binnen- en Zandig- Vlaanderen en de Tuinbouwstreek vermeld worden. Tussen de auteurs is er wel een zekere overeenkomst in het onderscheiden van de kleinere fysischgeografische eenheden. In deze bijdrage werd voor de indeling in homogene gebieden (Figuur 2.1) getracht zoveel mogelijk aan te sluiten bij de indeling in ecodistricten (Sevenant et al. 2002) Op kaartbladen 15 behoren het Schelde-, Rupel- en Durme-alluvium samen met de Scheldepolders tot het Getijdenschelde- en polderdistrict. Strikt genomen behoort het donkgebied Meerdonk-Verrebroek tot het Pleistoceen riviervalleiendistrict. Aangezien het donkgebied volledig omgeven is door de Scheldepolders bespreken wij het gebied echter onder het hoofdstuk betreffende deze polders. Waar de grens tussen het Noord-Vlaams dekzandruggendistrict met het Getijdenschelde- en poldersdistrict iets meer westelijk gelegen is, werd de dijk van De Klinge gehanteerd als scheidingslijn tussen De Klinge en de Scheldepolders, zodat de Stropersbossen als één geheel binnen een homogeen gebied vallen. Het Land van Waas omvat het Westelijk zandig Booms cuestadistrict en een gedeelte van het Zandlemig Booms cuestadistrict. Het Land van Boom valt volledig onder het Zandlemig Booms cuestadistrict, evenals de Netevallei. Het Lokers houtland en Zandig Klein-Brabant behoren tot het Pleistoceen riviervalleiendistrict. De begrenzing van de Centrale kempen op kaartbladen 15 komt volledig overeen met die van het Centraal Kempisch rivieren duinendistrict. Merk op dat Fort 2 en het fort van Merksem hierdoor in de Centrale Kempen gesitueerd worden, terwijl ze omwille van hun grote gelijkenis met andere historische forten gezamenlijk besproken worden onder het Land van Boom. Tabel 2.1 geeft de BWK-indeling weer in relatie tot de andere indelingen. Tabel 2.2 vat de klimatologische, geologische, geomorfologische, hydrografische en pedologische kenmerken van de verschillende gebieden samen evenals kenmerken van het biologische en humane landschapspatroon. De geologische factoren en de verschillen in landschapsecologische wordingsgeschiedenis worden verhelderd in figuur 2.2 en tabel 2.3. De homogene gebieden zijn eventueel verder opgesplitst in deelgebieden. Zo verantwoordt de recente evolutie in de Scheldepolders een opsplitsing in rechteroeverpolders, westelijke en oostelijke linkeroeverpolders. Hoewel de buitendijkse gebieden en de alluviale vlakten van de getijdenrivieren tot hetzelfde district behoren als de Scheldepolders worden ze afzonderlijk besproken (Gebied I) en dit vanwege specifieke landschapsecologische condities. Tevens vereenvoudigt deze werkwijze de structuur van de tekst. Aangezien de Verklarende tekst bij kaartbladen 15 23

26 Netevallei ontstaan is door terugschrijdende erosie doorheen de Boomse kleicuesta behoort ze als dusdanig fysisch-geografisch tot het Land van Boom. De klimatologische verschillen die binnen de kaartbladen 15 optreden zijn beperkt, maar er zijn wel verschillen met de omliggende streken. Het klimaat van het gebied is gematigd en vochtig. Het is zachter dan in de Kempen, wat vooral tot uiting komt in het aantal dagen zonder vorst. Qua vorstkarakteristieken en wintertemperatuur is het hele gebied en vooral de polders, te vergelijken met de kuststreek. De voorjaars- en zomertemperaturen zijn echter hoger dan aan de kust en meer te vergelijken met de Kempen. Het zuidelijk gelegen Scheldegebied blijkt overigens een iets warmer zomerklimaat te hebben dan de rest van Vlaanderen (Poncelet & Martin 1947). De zuidflank van de Boomse en Wase cuesta heeft door zijn oriëntatie een iets hogere zonnestraling en dus een warmer microklimaat (Snacken 1969). Mogelijk valt er iets meer neerslag op de hoger gelegen delen van de cuesta. De noordelijke Scheldepolders schijnen eveneens een iets milder klimaat te vertonen dan de omringende zandstreek, vooral wat betreft wintertemperatuur en insolatie (geringere bewolking). Bij mist is het mistdek boven de polders dichter dan in de omringende zandstreek en bij stormweer is de windsterkte groter. De neerslag ligt er iets lager (ca. 750 mm/jaar, Snacken 1964). In de polders en in het grootste deel van het Waasland is de jaarlijkse neerslaghoeveelheid relatief hoog (gemiddeld meer dan 800 mm/jaar), waardoor deze zone, tezamen met de Noorderkempen, behoort tot de Vlaamse streken met de meeste neerslag (Dupriez & Sneyers 1979). Elders op het kaartblad schommelt de gemiddelde neerslaghoeveelheid rond mm/jaar. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 24

27 Tabel 2.1: BWK-indeling in gebieden en relatie tot andere indelingen H. Nummer in figuur I Ia Ib BWK-indeling Ecodistricten Hoofdindeling Onderverdeling Ecoregio Ecodistrict Getijdenrivieren Schelde- en Rupelalluvium Durme-alluvium Ecoregio van de polders en de getijdenschelde Getijdenschelde- en - poldersdistrict Overeenstemmende fysisch-geografische streek (1) (2) Zandstreek: deel van Klein-Brabant 4 II IIa Scheldepolders Westelijk gedeelte van de Linkeroeverpolders Polderstreek IIb Oostelijk gedeelte van de Linkeroeverpolders IIc Rechteroever 5 III Land van Waas Ecoregio van de Westelijk zandig cuesta s Booms cuestadistrict + gedeelte van het Zandlemig Booms cuestadistrict 6 IV IVa Land van Boom Noordelijk stedelijk en Zandlemig Booms verstedelijkt milieu cuestadistrict Zandstreek: Land van Waas Zandstreek: deel van Tuinbouwstreek IVb IVc Verstedelijkt agrarisch landschap Zuidwestelijk kleigroevenlandschap IVd Netevallei Verklarende tekst bij kaartbladen 15 25

28 Tabel 2.2: Kenmerken van de landschapsecologisch homogene gebieden voor de kaartbladen 15 Geologie Geomorfologie Hydrografie Pedologie Occupatiepatroon I. Getijdenrivieren en alluviale vlakten Holoceen fluviatiel alluvium en veenpakket op pleistocene dekzanden en op tertiair substraat Brede vlakke alluvia, lager dan 5 m boven nulpeil, vaak begrensd door een steilrand; vaak differentiatie in oeverwallen en komgronden; kleine tot grote donken Scheldebekken; getijdenwerking; ontwatering via sloten, vaak met pompinstallaties; wielen, kreken, oude meanders en kunstmatige plassen Overwegend kleiige of zware kleigronden vaak met veensubstraat of vergravingen Gesloten landschap met weilanden, bossen en populierenaanplanten met talrijke waterrijke en biologisch interessante elementen; plaatselijk agrarisch gebruik II. Scheldepolders Fluviatiel-mariene polderklei op pleistoceen en tertiair; grote delen opgespoten; in donkengebied dagzomen pleistocene zanden Vlak, met geleidelijke niveauverschillen tussen de verschillende polders Ontwatering via kunstmatige poldersloten die via een pompgemaal lozen Eventueel gradiënt van zandige (inbraakzone) naar, of alleen, kleiige tot zware kleigronden. Donkengebied zand- tot licht-zandleem met plaggenhorizont Westen: open polderlandschap met Saleghemkrekencomplex Oosten: opgehoogde, grotendeels geïndustrialiseerde gebieden, dokken en enkele belangrijke natuurgebieden III., IV Land van Waas en Land van Boom Pleistocene dekmantel op pliocene en miocene zanden (N) en/of op Boomse klei (Z) Steil cuestafront in het zuiden; golvend naar het noorden; zwakke, plaatselijk zwak golvende tot vlakke afhelling naar het noorden Rivierstelsel met vaak O- W verlopende beekdalen, enkel op cuestafront rechtstreekse afwatering naar grote rivieren Fijne zandige en lemigzandige gronden (snelle sedimentatie) tot zandleemgronden III. Land van Waas Bolle akkers; ZW-NO verlopende pleistocene hoger gelegen welvende duinrug met in het westen een noordelijke uitloper Dicht kunstmatig slotenstelsel aansluitend op natuurlijke beken of op trekgrachten naar de polders (N) Duinrug met zandige profielloze tot podsolgronden, ten NW zandige en lemig-zandige plaggenbodems; ten ZO zandleem met (verbrokkelde) textuur B Agrarisch landschap met straatdorpen, populierenrijen en boomgaarden; beperkt aantal biologisch waardevolle tot zeer waardevolle gebieden Verklarende tekst bij kaartbladen 15 26

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 15

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 15 Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 15 Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D., Heirman, J., Vanallemeersch, R. & Zwaenepoel, A. 0 Wijze van

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 16

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 16 Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 16 Rombouts, K., Delafaille, S. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden en analoge kaarten

Nadere informatie

Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders

Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders Nummer: INBO.A.2010.169 Datum: 28 juni 2010 Auteur(s): Contact: Lieve Vriens

Nadere informatie

Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren

Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren Nummer: INBO.A.3159 Datum advisering: 24 juni 2014 Auteur(s): Desiré

Nadere informatie

7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats

7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats 7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats 7.2.1 Bijlage 2-1 Aanvulling bij de SWOT-analyse van de BWK, deel relevante zwakten van de BWK (uit Paelinckx et al. 2009, in voorbereiding). Een foutloze en gebiedsdekkende

Nadere informatie

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal De biologische waarderingskaart en habitatkaart Hoe zou je dit beschrijven? Hoe beschrijven? Biotische beschrijving: welke plantensoorten staan er? Abiotische beschrijving: wat is het waterregime, bodemtype,

Nadere informatie

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart De biologische waarderingskaart en habitatkaart Hoe zou je dit beschrijven? Hoe beschrijven? Biotische beschrijving: welke plantensoorten staan er? Abiotische beschrijving: wat is het waterregime, bodemtype,

Nadere informatie

Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart

Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart Nummer: INBO.A.2013.128 128 Datum advisering: 10 december 2013 Auteurs: Contact: Steven De Saeger, Carine Wils Lon Lommaert (lon.lommaert@inbo.be

Nadere informatie

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3265 Datum advisering: 9 maart 2015 Auteur(s): Contact: Lieve Vriens

Nadere informatie

Validatie van de door de VLM opgemaakte attesten in het kader van bestemmingswijzigingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen

Validatie van de door de VLM opgemaakte attesten in het kader van bestemmingswijzigingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen Validatie van de door de VLM opgemaakte attesten in het kader van bestemmingswijzigingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen Adviesnummer: INBO.A.3193 Datum advisering: 27 oktober 2014 Auteur: Contact: Lieve

Nadere informatie

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet Nummer: INBO.A.2012.155 Datum advisering: 26 november 2012

Nadere informatie

Denewet, L. (2001). Voorstel tot bescherming van het pompmolentje Casier te Waregem. Molenzorg- Molenecho s 29(1): 6-8.

Denewet, L. (2001). Voorstel tot bescherming van het pompmolentje Casier te Waregem. Molenzorg- Molenecho s 29(1): 6-8. 9. Literatuur Algoet, G., Debrouwere, M., Delmotte, M., Ducatteeuw, E., Vandermaelen, L. & Wante, L. (1992). Historische kaart Waregem. 20 e Jaarboek Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke, p. 11-78.

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 27-28-36 Demolder, H., De Knijf, G. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden, geplotte

Nadere informatie

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3166 Datum advisering: 18 juli 2014 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3260 Datum advisering: 23 februari 2015

Nadere informatie

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Herstructurering Vissenakker en omgeving in uitvoering van het Mestdecreet

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Herstructurering Vissenakker en omgeving in uitvoering van het Mestdecreet Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Herstructurering Vissenakker en omgeving in uitvoering van het Mestdecreet Nummer: INBO.A.2011.126 Datum advisering: 24 oktober

Nadere informatie

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H.

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H. Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H. Essers' Adviesnummer: INBO.A.3365 Datum advisering: 30 oktober 2015 Auteur(s):

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 3-9-17 Berten, R., Hermans, P. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden, geplotte kaarten,

Nadere informatie

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel Adviesnummer: INBO.A.3405 Datum advisering: 16 februari 2016 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag:

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 29-37

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 29-37 Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 29-37 De Knijf, G., Vriens, L. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden, kaarten als

Nadere informatie

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel Adviesnummer: INBO.A.3352 Datum advisering: 4 november 2015 Auteur: Contact: Steven De Saeger Lon Lommaert (lon.lommaert@inbo.be)

Nadere informatie

natuur in Gent monitoring 1999-2014

natuur in Gent monitoring 1999-2014 natuur in Gent monitoring 1999-2014 Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen van het RSG en het groenstructuurplan? (Hoe) moeten we bijsturen? Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen

Nadere informatie

Advies betreffende de opheffing van het bouwverbod op twee percelen gelegen binnen beschermd duingebied te Bredene

Advies betreffende de opheffing van het bouwverbod op twee percelen gelegen binnen beschermd duingebied te Bredene Advies betreffende de opheffing van het bouwverbod op twee percelen gelegen binnen beschermd duingebied te Bredene Adviesnummer: INBO.A.3220 Datum advisering: 23 juli 2015 Auteur(s): Contact: Sam Provoost

Nadere informatie

inbo Biologische Waarderingskaart, versie 2. Kaartbladen De Saeger, S., Demolder, H. & Paelinckx, D. INBO.R

inbo Biologische Waarderingskaart, versie 2. Kaartbladen De Saeger, S., Demolder, H. & Paelinckx, D. INBO.R inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Biologische

Nadere informatie

Historisch permanent grasland anno 2013 in de landbouwstreek Polders

Historisch permanent grasland anno 2013 in de landbouwstreek Polders Historisch permanent grasland anno 2013 in de landbouwstreek Polders Nummer: INBO.A.2013.127 Datum advisering: 20 januari 2014 Auteur(s): Contact: Steven De Saeger, Gerald Louette, Patrik Oosterlynck,

Nadere informatie

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel Plan-MER PRUP Regionale N19 Dr. Van de Perrestraat N118 Retieseweg Mol Kaart 1 Situering op topografische kaart en stratenplan voornaamste straten in studiegebied gemeentegrenzen Katersberg R14 Westelijke

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012 BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Hof ten Berg te Galmaarden (Vlaams-Brabant) en Geraadsbergen (Oost-Vlaanderen) 12 11 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

Bijlage. Bijlage 1: Kaarten

Bijlage. Bijlage 1: Kaarten Bijlage Bijlage 1: Kaarten Kaart 1: Kadasterkaart (KADSCAN, OC GIS-Vlaanderen AKRED, toestand 1/1/21) Kaart 2: Situatieplan Kaart 2 bis: Luchtfoto (Digitale kleur orthofoto van Vlaanderen en Brussel, luchtopname

Nadere informatie

Aanwezigheid van habitattype 7140 overgangs- en trilveen in de Vallei van de Bosbeek

Aanwezigheid van habitattype 7140 overgangs- en trilveen in de Vallei van de Bosbeek Aanwezigheid van habitattype 7140 overgangs- en trilveen in de Vallei van de Bosbeek Nummer: INBO.A.2010.89 Datum: 29/03/2010 Auteur(s): Contact: Patrik Oosterlynck, Desiré Paelinckx, Niko Boone Niko Boone

Nadere informatie

Natuurpunt november Behaag.. natuurlijk 2006

Natuurpunt november Behaag.. natuurlijk 2006 Natuurpunt november 26 Behaag.. natuurlijk 26 Natuurpunt Verkochte pakketten Behaag.. natuurlijk 26 Totaal Pakketten Natuurpuntafdeling Gemeente Regio Gemeente Totaal Pak. P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P1

Nadere informatie

Vergelijkende GIS-analyse van de oppervlakte in landbouwgebruik in Vlaanderen, zoals weergegeven op de kaarten van de Boerenbond

Vergelijkende GIS-analyse van de oppervlakte in landbouwgebruik in Vlaanderen, zoals weergegeven op de kaarten van de Boerenbond ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A.2005.46 Vergelijkende GIS-analyse van de oppervlakte in landbouwgebruik in Vlaanderen, zoals weergegeven op de kaarten van de Nummer : IN.A.2005.46 Datum :

Nadere informatie

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied.

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied. Vilvoorde Machelen Gemeentegrenzen Brussel Situering projectgebied 1.1 1:10.000 Path: I:\FP1707\Technical_Data\Figuren\T_hoofddocumenten\MXD_0021_situering_20160421.mxd N Vilvoorde 0 Brussel Gemeentegrenzen

Nadere informatie

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende plangebied Vijfseweg Noorderlaan Noorderlaan Oosterlaan Oosterlaan Noorderlaan Kruishoutemsew Westerlaan Zuiderlaan Expresweg Jozef Duthoystraat Westerlaan Stormestraat Meersstraat Zuiderlaan Zuiderlaan

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

inbo Biologische Waarderingskaart, versie 2. Kaartbladen 1-7. Bosch, H., Van Hove, M., De Saeger, S. & Paelinckx, D. INBO.R

inbo Biologische Waarderingskaart, versie 2. Kaartbladen 1-7. Bosch, H., Van Hove, M., De Saeger, S. & Paelinckx, D. INBO.R inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Biologische

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart met meest kwetsbare waardevolle bossen als vermeld in artikel 90ter van het Bosdecreet van 13 juni 1990, tot

Nadere informatie

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris 1 Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris versie 05/04/2019 De inventarisatie heeft als doel informatie te verzamelen om de beheerdoelstellingen - die in deel 1 verkenning van het natuurbeheerplan

Nadere informatie

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Goirle-Tilburg Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Nadere informatie

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage. 2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie

categorisering van wegen vanuit de planningscontext

categorisering van wegen vanuit de planningscontext R0 categorisering van wegen vanuit de planningscontext informatief gedeelte kaart 9 vlaams niveau hoofdweg N253 provinciaal niveau secundair III N4 gemeentelijk niveau lokale weg type I lokale weg type

Nadere informatie

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart te Emblem

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart te Emblem Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart te Emblem Adviesnummer: INBO.A.3388 Datum advisering: 05 januari 2016 Auteur: Contact: Steven De Saeger Lon Lommaert (lon.lommaert@inbo.be)

Nadere informatie

Advies betreffende de natuurwaarde in de omgeving van het wegtracé van de R11 te Mortsel en Wilrijk

Advies betreffende de natuurwaarde in de omgeving van het wegtracé van de R11 te Mortsel en Wilrijk Advies betreffende de natuurwaarde in de omgeving van het wegtracé van de R11 te Mortsel en Wilrijk Nummer: INBO.A.2011.108 Datum advisering: 10 oktober 2011 Auteur Contact: Desiré Paelinckx Lon Lommaert

Nadere informatie

Biologische Waarderingskaart, versie 2

Biologische Waarderingskaart, versie 2 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Biologische Waarderingskaart, versie 2 Indicatieve

Nadere informatie

Biologische Waarderingskaart, versie 2

Biologische Waarderingskaart, versie 2 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Biologische Waarderingskaart, versie 2 Toelichting

Nadere informatie

Legende Gemeentegrens

Legende Gemeentegrens egen de Gem een teg re ns gbr 218 Gemeente azareth Figuur 2. : ttreksel uit de topografische kaart + landbouwpercelengebruikskaart 19330901.mxd Gemeentegrens andbouwgebruikspercelen Rasterversie van de

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A.2006.149 Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan o.ref.: IN.A.2006.149 datum : 16 oktober 2006 Auteurs:

Nadere informatie

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...

Nadere informatie

Bestaande Ruimtelijke Structuur op Macroschaal Synthese

Bestaande Ruimtelijke Structuur op Macroschaal Synthese Kaart 2.1 : Bestaande Ruimtelijke Structuur op Macroschaal Synthese Kaart 2.2 : Bestaande Ruimtelijke Structuur op Mesoschaal Fysisch Systeem. Bron: pro Gis Vlaams-Brabant, Vlaamse Hydrografische Atlas,

Nadere informatie

Kaart 1.1. Legende. Eigendomssituatie

Kaart 1.1. Legende. Eigendomssituatie Kaart 1.1 Eigendomssituatie Fam. Verschelden - Beck (6) Eerens (8) Nikim nv (3) Pauselijke Missiewerken (9) Puytvoet vzw (4) Stad Sint-Niklaas (2) Van Den Bossche (7) Van Tilborg (5) Schaal 1:35 5 1. 2.

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Aanleiding en ligging plangebied Dhr. van de Venne heeft aan de Hammerstraat enkele boogkassen liggen. Deze liggen er al 10 jaar en dienen te worden

Nadere informatie

Polderstudiedag. 15 november 2014

Polderstudiedag. 15 november 2014 Polderstudiedag 15 november 2014 Historisch Permanent Grasland in de Kustpolders Wat is het, waar ligt het, veranderde het areaal? Kustpolderstudiedag, 15 november 2014, Oostende Maurice Hoffmann, Steven

Nadere informatie

Legende. PlanMer PRUP afbakening KSG Waregem. Ontwerp afbakeningslijn en aanduiding programmaelementen. d'hooie uitbr.

Legende. PlanMer PRUP afbakening KSG Waregem. Ontwerp afbakeningslijn en aanduiding programmaelementen. d'hooie uitbr. d'hooie uitbr Figuur 2-4 Ontwerp afbakeningslijn en aanduiding programmaelementen LB1 Europoint R6 X R3 R5 R4 B A D Woonprojecten ontwerp afbakeningslijn KSG LB3 R1 C LB2 R2 R8 R7 E F Blauwpoort Brabantstraat

Nadere informatie

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen Adviesnummer: INBO.A.3428 Datum advisering: 10 mei 2016 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG (in drie exemplaren in te dienen) (Bijlage II bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997

Nadere informatie

VINCENT GAGELMANS LANDSCHAPSARCHITECT. grafisch vormgever. vincent.gagelmans@gmail.com www.vincentgagelmans.be. Kipdorp 46/124 2000 Antwerpen

VINCENT GAGELMANS LANDSCHAPSARCHITECT. grafisch vormgever. vincent.gagelmans@gmail.com www.vincentgagelmans.be. Kipdorp 46/124 2000 Antwerpen VINCENT GAGELMANS LANDSCHAPSARCHITECT grafisch vormgever +32 476 666 942 vincent.gagelmans@gmail.com www.vincentgagelmans.be Kipdorp 46/124 2000 Antwerpen portfolio Vincent Gagelmans inhoudstafel eindwerk

Nadere informatie

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen)

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen) Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen) Nummer: INBO.A.2011.55 Datum advisering: april 2011 Auteur(s): Contact: Lode De Beck Niko Boone

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden stuk ingediend op 1440 (2011-2012) Nr. 1 20 januari 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de heren Dirk Van Mechelen, Marc Vanden Bussche en Bart Tommelein, mevrouw Mercedes Van Volcem, de heer Karlos

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 22

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 22 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 22 De Saeger, S., Vriens, L. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden, geplotte

Nadere informatie

6 PROTOTYPE E.BOLA RESULTATEN (SELECTIE)

6 PROTOTYPE E.BOLA RESULTATEN (SELECTIE) 6 PROTOTYPE E.BOLA RESULTATEN (SELECTIE) 6.1 Inleiding Met het prototype van het beslissingsondersteunende landevaluatiesysteem E.BoLa kunnen 4 mogelijke vragen geanalyseerd worden onder zowel het huidige

Nadere informatie

Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840)

Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840) Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840) De in vet gemarkeerde cijfers verwijzen naar een wederwoord op het ontvangen advies, te vinden aan het einde

Nadere informatie

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.26 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO Geraardsbergen Gaverstraat 4 9500 Geraardsbergen T: +32 54 43 71 11 F: +32

Nadere informatie

Beschrijving van lokale natuurwaarden i.f.v. geplande ruimingswerken in het Leopoldkanaal

Beschrijving van lokale natuurwaarden i.f.v. geplande ruimingswerken in het Leopoldkanaal ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK INBO.A.2009.171 Beschrijving van lokale natuurwaarden i.f.v. geplande ruimingswerken in het Leopoldkanaal Nummer: INBO.A.2009.171 Datum: 3 september

Nadere informatie

Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een

Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een andschapsisie Zuidimburg Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een bijzondere flora en fauna. Uniek ook

Nadere informatie

Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen

Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen Conclusie De variatie tussen de 20 Nationale Landschappen is groot, zoals blijkt uit de nulmeting van de kernkwaliteiten. Hoofdfiguur Figuur 1. Nationale

Nadere informatie

Project Trage wegen Ingelmunster. Startnota

Project Trage wegen Ingelmunster. Startnota Project Trage wegen Ingelmunster Startnota Juni 2007 1 PROJECT TRAGE WEGEN 3 1.1 Reden tot opmaak 3 1.2 Projectteam 3 1.3 Naar een actuele inventaris 3 1.3.1 Opmaken van een basiskaart 3 1.3.2 Opzoeken

Nadere informatie

Oosterweelverbinding

Oosterweelverbinding Oosterweelverbinding Ecologisch alternatief voor Infrastructuurwerken Linkeroever-Zwijndrecht 29 maart 2016 Natuurpunt WAL Yzerhand 17 9120 Beveren tel 03 722 15 37 e-mail info@natuurpuntwal.be www.natuurpuntwal.be

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen)

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) 12 09 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal Agentschap voor Natuur

Nadere informatie

situering op de topokaart

situering op de topokaart situering op de topokaart stad sint-truiden - r.u.p. 'dorpengeheel groot-gelmen - engelmanshoven - gelinden en omgeving' - kaart 1 afbakening plangebied 0 0.3 0.6km bron: topografische kaart 1/10.000,

Nadere informatie

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012 Briefadvies Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator Co-auteur

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename Intern Rapport Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename KARL CORDEMANS GENT 2011 Verslaggever, vergunning en depot Karl Cordemans Archeoloog Adjunct van

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek COLOFON Opdracht: Archeologisch onderzoek Opdrachtgever: Huisvesting Zennevallei/Halle Molenborre 26/01 1500 Halle Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

RUIMTELIJK ONDERZOEK

RUIMTELIJK ONDERZOEK RUIMTELIJK ONDERZOEK de vallei van het Klein Schijn de vallei van de Zwanebeek de vallei van het Groot Schijn Luchtfoto op grote schaal met aanduiding van de landschappelijke beekvalleien en de heuvelruggen

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART. Toelichting bij de kaartbladen 31-39

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART. Toelichting bij de kaartbladen 31-39 Instituut voor Natuurbehoud Brussels Instituut voor Milieubeheer BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Toelichting bij de kaartbladen 31-39 Brichau, I., Ameeuw, G., Gryseels, M. & Paelinckx, D. Wijze van citeren

Nadere informatie

REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN SAMEN MAKEN WE WERK VAN NATUUR EN LANDSCHAP

REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN SAMEN MAKEN WE WERK VAN NATUUR EN LANDSCHAP REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN SAMEN MAKEN WE WERK VAN NATUUR EN LANDSCHAP 2 REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN IS... EEN STREEK WAT DOEN WE? gelegen ten noordoosten van de stad Antwerpen en maakt onderdeel

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Werkbladen landschapsstudie

Werkbladen landschapsstudie Werkbladen landschapsstudie Naam: Start aan Noteer en duid aan op je kaart: Bos plantage - weide akker bebouwing Op welke hoogte ligt?. Op welke hoogte ligt het kruispunt?. Welk is het verschil tussen

Nadere informatie

Brakelbos (Brakel) Yves Adams

Brakelbos (Brakel) Yves Adams Brakelbos (Brakel) Yves Adams Biotopen Deel ll # Inleiding Myriam Dumortier 1 01 Biotopen in de natuurrapportering Soorten (deel I) zijn gebonden aan biotopen (deel II) en een samenhangend geheel aan biotopen

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

- Steekkaarten gemeente Brakel - VAN GRONDVERSCHUIVINGEN IN DE GEMEENTE

- Steekkaarten gemeente Brakel - VAN GRONDVERSCHUIVINGEN IN DE GEMEENTE SITES ZONDER DUIDELIJKE SPOREN VAN GRONDVERSCHUIVINGEN IN DE GEMEENTE BRAKEL STEEKKAARTEN De gegevens in de steekkaarten worden enkel meegedeeld ter informatie. De auteurs bieden geen absolute zekerheid

Nadere informatie

Gebiedsomschrijving gerechtelijke kantons binnen het arrondissement Antwerpen vanaf 1 mei 2018

Gebiedsomschrijving gerechtelijke kantons binnen het arrondissement Antwerpen vanaf 1 mei 2018 Vredegerechten Antwerpen Ingevolge K.B. van 29/3/2018 (BS 4/4/2018) gelden voor de regio Antwerpen vanaf 1 mei 2018 de nieuwe kantongrenzen zoals omschreven bij art. 29 van de wet van 25/12/2017 (BS 29/12/2017

Nadere informatie

VERSTEDELIJKT GEBIED ZANDLEEMGEBIED SCHELDE - DURME. afbakening stedelijk gebied sint-niklaas rivier- of beekvallei

VERSTEDELIJKT GEBIED ZANDLEEMGEBIED SCHELDE - DURME. afbakening stedelijk gebied sint-niklaas rivier- of beekvallei R2 NL N403 E34/N49 N451 N70 antwerpen R4 moervaart sint-niklaas N70 E17//A14 zuidlede N449 N70 lokeren N41 N419 schelde A12 gent R4 lede N407 N445 durme N446 N470 N16 rupel schelde N406 dendermonde N47

Nadere informatie

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld

Nadere informatie

Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen

Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen Nummer: INBO.A.2014.24 Datum advisering: 26 februari 2014 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Joris Everaert Niko Boone

Nadere informatie

Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie Antwerpen Gemeente Relatiebeheerder Adres

Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie Antwerpen Gemeente Relatiebeheerder Adres Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie Antwerpen Gemeente Relatiebeheerder Adres Aartselaar Arendonk Baarle Hertog Balen Balen Tel: 014 44 83 63 Beerse jef.meuws@kbc.be Beerse Tel: 014 44 83 45

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

Transportservice. De makkelijke manier om je meubels thuis te krijgen

Transportservice. De makkelijke manier om je meubels thuis te krijgen NEDERLANDS IKEA WILRIJK Transportservice De makkelijke manier om je meubels thuis te krijgen IKEA verkoopt zijn meubels in platte pakketten. Zo kunnen wij de transport- en opslagkosten drukken... en betaal

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Antwerpen

Uw gemeente in cijfers: Antwerpen Inleiding Antwerpen : Antwerpen is een gemeente in de provincie Antwerpen en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Aartselaar, Beveren (Sint-Niklaas), Borsbeek, Brasschaat, Edegem, Hemiksem,

Nadere informatie

2 Landschapszones op aarde SO 1

2 Landschapszones op aarde SO 1 Aardrijkskunde 1 havo/vwo 2 Landschapszones op aarde SO 1 Deze toets bestaat uit tien vragen: open vragen en meerkeuzevragen. Ook zijn er vragen waarbij de atlas (Grote Bosatlas, editie 54) nodig is. Bij

Nadere informatie

Biologische Waarderingskaart, versie 2

Biologische Waarderingskaart, versie 2 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Biologische Waarderingskaart, versie 2 Toelichting

Nadere informatie

Verklarende tekst bij kaartbladen 23

Verklarende tekst bij kaartbladen 23 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 23 De Saeger, S., Delafaille, S., Heirman, J. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel kaarten als tekst):: De Saeger, S., Delafaille, S.,

Nadere informatie

Het secundair onderwijs in cijfers

Het secundair onderwijs in cijfers Het secundair onderwijs in cijfers Schooljaar 2010-2011 Sara Vertommen Opdrachtgever: Algemeen Onderwijsbeleid Stad Antwerpen, Lerende Stad en Lokaal Overlegplatform Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs

Nadere informatie

Een nieuwe en eenvoudige inventarisatiemethode voor wegbermen bij de opmaak van bermbeheerplannen (?)

Een nieuwe en eenvoudige inventarisatiemethode voor wegbermen bij de opmaak van bermbeheerplannen (?) Een nieuwe en eenvoudige inventarisatiemethode voor wegbermen bij de opmaak van bermbeheerplannen (?) Platform Openbaar Groen EEN VERNIEUWDE KIJK OP BERMEN Bilzen -22 maart 2018 Jan Van Uytvanck Waarom

Nadere informatie

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters IV. Beschrijving van de drijvende krachten en Analyse van druk en impact Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters 15 100 Aantal per ha BLO (runderen en varkens) 12 9 6

Nadere informatie

Kaart 1: Landschapsatlas & beschermd landschap. Departement Leefmilieu

Kaart 1: Landschapsatlas & beschermd landschap. Departement Leefmilieu LEGEDE R1122 R1196 Dorpsgezicht Landschap untrelict Lijnrelict Ankerplaats Stuifduinencomplex bij de Molse en de Grote ete Relictzones R1122: Bos- en akkercomplex Meerhout - Olmen en rug Eindhout - Zittaart

Nadere informatie