Algemeen nood- en interventieplan Gemeente Mol

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemeen nood- en interventieplan Gemeente Mol"

Transcriptie

1 Algemeen nood- en interventieplan Gemeente Mol

2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL VOORWOORD INFORMATIE OVER HET PLAN Identificatiegegevens Gegevens over de uitwerking en goedkeuring van dit plan Verspreidingslijst en procedure Versiebeheer wijzigingen updates + methodologie DE VOORBEREIDING OP NOODSITUATIES IN DE GEMEENTE MOL De gemeentelijke veiligheidscel Opdrachten van de gemeentelijke veiligheidscel Minimale samenstelling van de gemeentelijke veiligheidscel Organisatie en werking Logistieke voorbereiding van het gemeentelijk crisiscentrum en opvolging Risico-inventaris Risico s Behandeling van de risico s Voorafgaande informatie aan de bevolking Informatie die voorafgaand verspreid wordt Praktische modaliteiten HET BEHEER VAN NOODSITUATIES IN DE GEMEENTE Inleiding De operationele coördinatie op het gemeentelijk vlak Parameters voor het afkondigen van een fase Operationele coördinatie Over de commandopost operaties (CP-Ops) Over de organisatie van het interventieterrein Het Punt van Eerste Bestemming/RV-Punt: Helistrip

3 4.3. Beleidscoördinatie Over de alarmeringsprincipes Over de alarmeringsprocedures Alarmering van de betrokken disciplines, overheden en diensten Elementen ter vaststelling van de fase Onmiddellijk te nemen beslissingen bij de afkondiging van de gemeentelijke fase Over het opstarten en de werking van het gemeentelijk coördinatiecomité Analyse en evaluatie van de situatie De noodzaak om te voorzien in mensen en middelen voor de bestrijding van het incident Het nemen van beschermingsmaatregelen Informatieverstrekking (art. 26, 6 ) Procedures inzake communicatie, overleg en coördinatie (art. 26, 3 ) Opschalen of afschalen van de fase (art. 26, 4 ) Einde van de noodsituatie OVERGANG NAAR DE NAZORG DEBRIEFING VAN DE NOODSITUATIE EN VAN OEFENINGEN UITWISSELING VAN ERVARING INTEGRATIE VAN DE GETROKKEN LESSEN Methodologie Aanpassing van het plan GEBRUIKTE AFKORTINGEN Bijlagen Bijlage 1: Lijst van Bestemmelingen Bijlage 2: Nominatieve samenstelling gemeentelijke veiligheidscel* Bijlage 3: Reglement interne orde gemeentelijke veiligheidscel Bijlage 4: Informatiefiche gemeentelijk crisiscentrum Bijlage 5: Risico-instellingen* Bijlage 6: Oefenbeleidsplan Bijlage 7: Ondersteuning middelen* Bijlage 8: Fiche Schuilen Bijlage 9: Evacuatie

4 Bijlage 10: PSH-netwerk Bijlage 11: Ondersteunende diensten* Bijlage 12: Monodisciplinair noodplan D Bijlage 13: Alarmeringssirenes Bijlage 14: Gegevens andere overheden* Bijlage 15: Gebruik multidisciplinaire gespreksgroepen Bijlage 16: Actiefiche multidisciplinaire gespreksgroepen Bijlage 18: Contactgegevens specifieke eenheden van de disciplines Bijlage 19: Luchtsteun federale politie

5 1 VOORWOORD Dit document is het algemeen nood- en interventieplan voor de Gemeente Mol en wordt verder in de tekst aangeduid als het gemeentelijk ANIP. Het is opgesteld conform de bepalingen van het Koninklijk Besluit betreffende de nood- en interventieplannen van 16 februari 2006 en de ministeriële omzendbrieven NPU 1-5. Dit ANIP beschrijft de multidisciplinaire samenwerking en coördinatie in noodsituaties of dreigende noodsituaties die een beheer op gemeentelijk niveau vereisen. 2. INFORMATIE OVER HET PLAN 2.1 Identificatiegegevens Benaming: Gemeentelijk algemeen nood- en interventieplan Versienummer: V 2.0 Vertrouwelijkheidsgraad: Het gemeentelijk ANIP is een openbaar document dat onder de toepassing valt van de regels met betrekking tot de openbaarheid van bestuur, behalve wat de persoonsgebonden gegevens betreft die enkel en alleen ter kennis gesteld worden van overheden, interventiediensten en van andere diensten opgenomen in dit plan en voor de nagestreefde doeleinden van dit plan. De persoonsgebonden gegevens zijn voor deze diensten raadpleegbaar op de veiligheidswebsite OSR Identificatie van de schrijver: Ria Geens, ambtenaar noodplanning. 2.2 Gegevens over de uitwerking en goedkeuring van dit plan Datum van de sluiting van de werkzaamheden rond dit plan op het niveau van de veiligheidscel: 6 juni 2013 Datum en goedkeuringshandtekening van de burgemeester: 2013 Paul Rotthier burgemeester Datum en goedkeuringshandtekening van de gemeenteraad: 2013 Chris Elsemans Secretaris Paul Rotthier burgemeester Datum van goedkeuring door de gouverneur: Cathy Berx gouverneur 4

6 2.3. Verspreidingslijst en procedure Het gemeentelijk ANIP wordt opgenomen op de veiligheidswebsite OSR 1 onder de rubriek nood- en interventieplannen. Het plan is daar raadpleegbaar en afdrukbaar voor iedere dienst die bevoegd is in de desbetreffende gemeente. Dit plan wordt verspreid onder de diensten opgenomen in bijlage Versiebeheer wijzigingen updates + methodologie De ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning staat in voor het up to date houden van het gemeentelijk ANIP. Daartoe zal hij de benodigde gegevens via het ingavepunt in OSR inbrengen. Het gemeentelijk ANIP wordt in functie van de noodzaak aan wijzigingen minstens één keer per jaar besproken tijdens de vergaderingen van de gemeentelijke veiligheidscel. Dringende en fundamentele aanpassingen worden binnen de maand behandeld door de gemeentelijke veiligheidscel. 3. DE VOORBEREIDING OP NOODSITUATIES IN DE GEMEENTE MOL De gemeente bereidt zich voor op noodsituaties door: 1. het opstellen, verspreiden en actualiseren van nood- en interventieplannen 2. het opstellen van een risico-inventaris 3. het verstrekken van voorafgaande informatie aan de bevolking 4. het organiseren van oefeningen 5. het voorbereiden en operationeel maken van een gemeentelijk crisiscentrum 3.1 De gemeentelijke veiligheidscel Opdrachten van de gemeentelijke veiligheidscel De gemeentelijke veiligheidscel is onder meer belast met: 1. het opstellen, verspreiden en actualiseren van de nood- en interventieplannen 2. het organiseren van oefeningen 3. het evalueren van noodsituaties en oefeningen 4. het organiseren van de voorafgaande informatie over de noodplanning Minimale samenstelling van de gemeentelijke veiligheidscel De gemeentelijke veiligheidscel is minstens samengesteld uit: Burgemeester Ambtenaar noodplanning Discipline 1 Discipline 2 Discipline 3 Discipline 4 Discipline 5 1 O.S.R. staat voor Organisatie Snelle Redding en is een toepassing voor het plannen en beheren van crisissituaties. De toepassing is toegankelijk via 5

7 In functie van de noodwendigheden kan deze samenstelling uitgebreid worden. De nominatieve samenstelling is opgenomen in bijlage Organisatie en werking De gemeentelijke veiligheidscel werkt in overeenstemming met haar reglement van interne orde dat als bijlage 3 aan dit plan gevoegd is. 3.2 Logistieke voorbereiding van het gemeentelijk crisiscentrum en opvolging De gemeente richt voor het beheersen van crisissituaties een locatie in als gemeentelijk crisiscentrum. Het gemeentelijk crisiscentrum beschikt minimaal over: - telefoon en fax - toegang tot internet - pc en/of aansluitmogelijkheden voor laptops - projectiemogelijkheden - white board - kantoormateriaal - kaartmateriaal - elementaire cateringvoorziening (koffie, frisdrank) - OSR en NIP s op cd en/of afgedrukt 3.3 Risico-inventaris Risico s Onderwijsinstellingen o Dagonderwijs o Avond- en weekendonderwijs Grote brandbelasting Brandstoffen Containerpark Culturele en historische instellingen Evenement Gebruiker genetisch gemodificeerde micro-organismen Gehandicaptencentrum Jeugdinstelling o Gesloten instelling o Open instelling Hotel / overnachtingsverblijf Kinderdagverblijf of crèche Luchtvaart Natuurgebied-beheer Nucleair Nutsvoorziening Onderdeel van een bedrijvencomplex Onderdeel van een bedrijventerrein Opslagplaats voor gas en petroleumproducten Tankstation Rust- en verzorgingstehuis 6

8 Scheepvaart Seveso hoge drempel Spoorweg Transport via pijpleiding Vakantie- en recreatiedomein Vergunningsplichtig bedrijf o Vlarem 1 o Vlarem 2 Wegverkeer Zaal en sportinfrastructuur Ziekenhuis De instellingen worden in bijlage 5 opgenomen. De actuele contactgegevens zijn raadpleegbaar in OSR Behandeling van de risico s Risico s waarvoor het ANIP volstaat: Het ANIP bevat algemene richtlijnen en informatie voor het beheer van een noodsituatie. Het ANIP wordt gehanteerd voor elke noodsituatie waarvoor geen BNIP is opgesteld. Risico s waarvoor het BNIP volstaat Om bepaalde specifieke risico's te behandelen kan door de gemeentelijke veiligheidscel een Bijzonder Nood en Interventieplan (BNIP) opgemaakt worden. Risico s waarvoor het BNIP wordt uitgewerkt BNIP nucleair ongeval (provinciaal) BNIP seveso-ongeval (provinciaal) BNIP evenementen (Pennenzakkenrock BK cyclocross Trezart) BNIP Rondplein en omgeving Richtlijnen grootschalige evacuatie Richtlijnen inleefreis Nicaragua Richtlijnen lichtstoeten 3.4 Voorafgaande informatie aan de bevolking Informatie die voorafgaand verspreid wordt Zowel de sevesowetgeving als het KB houdende vaststelling van het rampenplan voor nucleaire risico s bepalen dat de bevolking voorafgaandelijk moet geïnformeerd worden. Dit is een taak van de Algemene Directie Civiele Veiligheid die hiertoe vijfjaarlijkse informatiecampagnes organiseert. Deze vallen samen met de distributie van jodiumtabletten in de gemeenten gelegen binnen 20 km rond een nucleaire instelling. Het KB van 16 februari 2006 bepaalt dat de organisatie van de andere voorafgaande informatie in het kader van de noodplannen aan de bevolking tot het takenpakket van de veiligheidscel behoort. De voorafgaande informatie aan de bevolking omvat het informeren van de bevolking over de risico s waarmee ze geconfronteerd kunnen worden, welke maatregelen ze preventief kunnen nemen en hoe ze tijdens een noodsituatie moeten reageren Praktische modaliteiten De gemeentelijke veiligheidscel beslist over de wijze waarop deze informatie verspreid wordt. Zij beschikt hiertoe onder andere over volgende mogelijkheden: 7

9 - Het publiceren in gemeentelijke infobladen - Het publiceren op de gemeentelijke website - Het houden van specifieke infocampagnes - Het verzorgen van uitzendingen via de regionale tv - Het organiseren van informatiesessies voor de bevolking 3.5. Oefenbeleid De wijze waarop de gemeente haar opdrachten inzake oefenen realiseert, is vervat in de oefenkalender. Het oefenbeleidsplan met oefenkalender wordt als bijlage 6 aan dit ANIP opgenomen. 4. HET BEHEER VAN NOODSITUATIES IN DE GEMEENTE 4.1 Inleiding Noodsituaties worden in uitvoering van het KB NIP beheerd door middel van een structuur met twee coördinatieorganen: de Commandopost Operaties (CP-Ops) staat in voor de operationele coördinatie, het Coördinatiecomité (CC) staat in voor de beleidscoördinatie. Het toe te passen niveau van beleidscoördinatie kan leiden tot het uitroepen van hetzij een operationele coördinatie op het gemeentelijk vlak, hetzij een gemeentelijke, provinciale of federale fase De operationele coördinatie op het gemeentelijk vlak De operationele coördinatie op het gemeentelijk vlak kan uitgeroepen worden voor een incident dat een multidisciplinaire gecoördineerde aanpak vereist zonder belangrijke beleidsbeslissingen. Het effectgebied is eerder beperkt. Er kunnen meerdere redenen zijn om over te gaan naar een operationele coördinatie: Het incident is van die aard dat een regelmatig overleg tussen de diensten noodzakelijk maakt - meer dan een eenmalig motorkapoverleg. Er wordt een CP-Ops opgericht. Het incident is geografisch verspreid (bvb. wateroverlast, zware storm), maar van die aard dat een overzicht dient behouden te worden om een correcte inschatting te kunnen blijven maken. Een CP-Ops zal eerder opgericht worden op een centrale locatie. Het incident is technisch/operationeel niet moeilijk te bestrijden maar is wel mediagevoelig. De officier van de meest betrokken discipline (conform de principes besproken onder punt ) zal de operationele coördinatie afkondigen. Hij meldt elke afkondiging van een operationele coördinatie aan de burgemeester bij monde van de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning en aan het HC 100 Antwerpen Parameters voor het afkondigen van een fase De beslissing om een fase af te kondigen, houdt o.a. rekening met de volgende parameters: de aard en/of omvang van de gebeurtenissen; het verloop en de evolutie van de gebeurtenissen; de geografische uitgestrektheid van de schadelijke gevolgen; het reëel of potentieel aantal slachtoffers en/of betrokkenen; de nood aan coördinatie; de aan te wenden middelen; de effecten op het milieu; de effecten op de volksgezondheid; de socio-economische en/of de maatschappelijke impact van de gebeurtenissen; de (te verwachten) impact in de media. 8

10 A. De gemeentelijke fase De gemeentelijke fase kan afgekondigd worden en blijft behouden wanneer de nadelige gevolgen van de noodsituatie of de dreiging beperkt blijven tot het grondgebied van de gemeente. Alsook indien het beheer kan gebeuren met de middelen en versterkingen van de gemeente zelf of die door andere diensten normaal ter beschikking kunnen worden gesteld. Het GCC wordt geoperationaliseerd. De CP-Ops blijft of wordt operationeel. B. De provinciale fase De provinciale fase kan afgekondigd worden wanneer de noodsituatie meer dan één gemeente treft. In een groot aantal gevallen zal de gouverneur de provinciale fase afkondigen op grond van de evaluatie van de ontstane noodsituatie of van de dreiging. Zij houdt rekening met de aard en impact van de gebeurtenis en het evolutief risico, met de grote behoefte aan in te zetten middelen en/of met de specificiteit van de te nemen maatregelen. De organisatie van de beleidscoördinatie tijdens de provinciale fase wordt besproken in het provinciaal ANIP. De CP-Ops blijft of wordt operationeel en in de betrokken gemeente(n) blijft het GCC bestaan of wordt dit opgericht. C. De federale fase De federale fase kan afgekondigd worden wanneer de noodsituatie meer dan één gemeente of provincie treft en dit op grond van de evaluatie van de ontstane noodsituatie of dreiging. De gouverneur zal vooraleer een voorstel tot afkondiging van de federale fase te formuleren hierover overleggen met de minister via het CGCCR. Wanneer de federale fase wordt afgekondigd door de minister van Binnenlandse Zaken staat de gouverneur in voor de coördinatie in zijn provincie. Op provinciaal niveau zal de coördinatie op dezelfde manier georganiseerd worden als de beleidscoördinatie tijdens de provinciale fase (cfr. provinciaal ANIP). De CP-Ops blijft operationeel en in de betrokken gemeente(n) blijft het GCC behouden of wordt het bij ontstentenis samengeroepen. 4.2 Operationele coördinatie Over de commandopost operaties (CP-Ops) De operationele coördinatie gebeurt in de Commandopost Operaties, CP-Ops genoemd. Deze CP-Ops is samengesteld uit: de Dir-CP-Ops: de op de plaats van de interventie aanwezige brandweerofficier met de hoogste graad, tenzij anders bepaald (zie verder); de Dir-Bw: de op de plaats van de interventie aanwezige brandweerofficier met de hoogste graad; de Dir-Med: wordt aangeduid volgens de bepalingen van het monodisciplinair interventieplan voor discipline 2; de Dir-Pol: een politieofficier van hetzij de lokale, hetzij de federale politie, aangeduid door de discipline 3; de Dir-Log: een officier van de 6de operationele eenheid van de Civiele Bescherming tenzij de Dir- CP-Ops in functie van de operationele inzet anders bepaalt; 9

11 de Dir-Info: De Dir-Info wordt bij de afkondiging van de fase aangeduid door de bestuurlijke overheid (burgemeester/gouverneur) die de fase afkondigt. Hij staat in voor de externe communicatie op en rond het interventieterrein; een adviseur veiligheid, belast met het evalueren van de risico s verbonden aan de interventie; een secretaris, aangeduid door de Dir-CP-Ops, ondermeer te belasten met het bijhouden van het logboek OSR; eventueel, op beslissing van de Dir-CP-Ops, aangevuld met experts en/of vertegenwoordigers van de getroffen instelling of onderneming; Praktische opdrachten van de CP-Ops A. Vóór de activering van het (gemeentelijk/provinciaal) coördinatiecomité Vóór de activering van een coördinatiecomité staat de Dir-CP-Ops in voor: de multidisciplinaire operationele coördinatie; het inschakelen van het HC 100 Antwerpen als communicatiecentrum voor het alarmeren en oproepen van interventiediensten en andere diensten of personen nodig op de plaats van de noodsituatie; het informeren van het HC 100 Antwerpen over het toekomen van de opgeroepen diensten en over de evolutie in het rampgebied; het organiseren van het interventieterrein in een gezoneerd dispositief; het nemen van maatregelen ter bescherming van de hulpverleners en de bevolking; het opmaken van gestructureerde operationele situatierapporten (SITREP) waarin de informatie wordt opgenomen die beschikbaar is vanuit elke discipline; hieruit de noden van de disciplines te kennen en er oplossingen voor te vinden in overleg met de disciplines; het overleggen met de disciplines over de opportuniteit en de toegangsmodaliteiten van derden in de interventiezone; het rapporteren aan de bevoegde bestuurlijke overheid over de evolutie van de toestand, het voorstellen tot afkondigen van een fase en in voorkomend geval de afkondiging van deze fase; ter kennis brengen aan de deelnemende disciplines op het terrein; de beleidscoördinatie in afwachting van de installatie van een CC; het zorgen voor de externe communicatie; het organiseren van de multidisciplinaire communicatie. B. Na de activering van het (gemeentelijk/provinciaal) Coördinatiecomité Na de activering van het (gemeentelijk/provinciaal) Coördinatiecomité staat de Dir-CP-Ops in voor: de multidisciplinaire operationele coördinatie; het organiseren, aanpassen of opheffen van het gezoneerd interventieterrein; het informeren van het HC100 Antwerpen over het toekomen van de opgeroepen diensten en over de evolutie in het rampgebied; het inschakelen van het HC 100 Antwerpen als communicatiecentrum voor het alarmeren en oproepen van interventiediensten en andere diensten of personen nodig op de plaats van de noodsituatie; het opmaken van gestructureerde operationele situatierapporten (SITREP s) waarin de informatie wordt opgenomen die beschikbaar is vanuit elke discipline; hieruit de noden van de disciplines te kennen en er oplossingen voor te vinden in overleg met de disciplines; het overleggen met de disciplines over de opportuniteit en de toegangsmodaliteiten van derden in de interventiezone; het rapporteren aan de bevoegde bestuurlijke overheid over de evolutie van de toestand, het voorstellen tot afkondigen van een fase en in voorkomend geval de afkondiging van deze fase; ter kennis brengen aan de deelnemende disciplines op het terrein; het overmaken van situatierapporten aan het coördinatiecomité; 10

12 het adviseren van de bevoegde bestuurlijke overheid over de te nemen maatregelen naargelang de evolutie van de toestand, het voorstellen tot opschaling/afschaling van een fase en in voorkomend geval de afkondiging/afschaling van deze fase ter kennis brengen aan de deelnemende disciplines op het terrein; het uitvoeren van de beslissingen van het bevoegde coördinatiecomité; het organiseren van de multidisciplinaire communicatie (zie ) Ligging, signalisering en plaatsing van de CP-Ops De Dir-CP-Ops neemt het eerste initiatief tot het oprichten en inrichten van een CP-Ops op een veilige plaats in de onmiddellijke nabijheid van de interventie. De Dir-CP-Ops bepaalt de locatie van de CP-Ops en zal de signalisatie aanbrengen in overeenstemming met de bepalingen van de omzendbrief NPU Uitrusting van de CP-Ops In de provincie Antwerpen beschikken o.a. volgende hulp- en veiligheidsdiensten over een mobiele eenheid die de mogelijkheid biedt om er een CP-Ops in op te richten: D1: de brandweerkorpsen van Antwerpen, Geel, Boom; D3: de politiezone Antwerpen; D4: de 6de operationele eenheid van de Civiele Bescherming. Deze CP-Ops beschikken onder meer over volgende middelen een vergaderruimte; radiomiddelen op het A.S.T.R.I.D-netwerk om de communicatie met de hulp- en veiligheidsdiensten en de coördinatiecomités te realiseren volgens het multidisciplinair communicatieplan opgenomen onder punt ; telefonie en informaticamiddelen met voldoende autonomie; informaticamiddelen die via het Internet toegang verlenen tot OSR en CIN; documentaire ondersteuning (kaarten en plannen); kantoorbenodigdheden; een stroomgroep voor de elektriciteitsvoorziening. De procedure tot aanvraag van deze vorm van bijstand zal opgenomen worden in het monodisciplinair plan voor de discipline 1. In afwachting van de realisatie van dit monodiscplinair plan zal de leidende officier die een CP-Ops wenst op te richten doch niet over de gewenste accommodatie beschikt, hetzij in het eigen korps hetzij in het kader van onderlinge bijstandakkoorden, zich richten tot het HC100 Antwerpen of, na afkondiging van de fase, tot het GCC / PCC met het verzoek hem dit middel te verschaffen Aanduiding van de Dir-CP-Ops. De op de plaats van de interventie aanwezige brandweerofficier met de hoogste graad neemt de functie van Dir-CP-Ops waar. Deze functie is niet cumuleerbaar met die van Dir-Bw. In functie van de noodsituatie kan de bevoegde bestuurlijke overheid een vertegenwoordiger van een andere discipline aanduiden als Dir-CP-Ops, na overleg tussen de vertegenwoordigers van de discipline die de leiding overdraagt en van de discipline die de leiding overneemt. Deze overdracht van leiding kan slechts gebeuren wanneer de interventies van de discipline die de leiding overdraagt, niet meer primordiaal zijn. Zo wordt met volgende noodsituaties rekening gehouden voor het aanwijzen van de Dir-CP-Ops (NPU-4): Discipline 1 brand: brandinterventies (brandbestrijding en de gevolgen van ontploffingen); gevaarlijke situaties, geknelde personen en dieren: werkzaamheden van technische hulpverlening (opsporen en ontzetten van personen en dieren in gevaarlijke situaties, redding (onder andere bevrijding)); 11

13 fysische of technologische dreigingen; natuurrampen (overstromingen, stormen, ); koolwaterstof-, chemische en nucleaire verontreinigingen; chemische, biologische, radiologische en nucleaire interventies (CBRN). Discipline 2 Elke aanslag of dreiging van aanslag op de openbare gezondheid, hygiëne of zindelijkheid, in het bijzonder: o aanslag of dreiging van aanslag op de veiligheid van de voedselketen; o epidemie of dreiging van epidemie; o besmettelijke dierenziekte of dreiging van besmettelijke dierenziekte; o collectieve tenlasteneming van personen waarvoor medische, epidemiologische of psychosociale opvolging noodzakelijk is. Discipline 3 Elke aanslag of dreiging van aanslag op de openbare veiligheid, in het bijzonder: o grote samenkomst van personen die degenereert (in rellen); o gijzeling; o bomalarm; o incident in een gevangenis; o terroristische daad of dreiging Monodisciplinaire werking en leiding Elke discipline staat in voor de uitvoering van de procedures die eigen zijn aan de discipline en die uitgevoerd worden overeenkomstig de monodisciplinaire noodplannen. Elke leidende officier van een discipline (DIR) kan voor de monodisciplinaire communicatie en voor de aansturing van de eenheden van zijn discipline gebruik maken van een monodisciplinaire commandopost, CP (naam discipline) genoemd. De Dir-CP-Ops bepaalt de plaats waar deze monodisciplinaire CP opgesteld kan worden. Deze monodisciplinaire CP-Ops en mogen in geen enkel geval de multidisciplinaire coördinatie van de hulpverlening in het gedrang brengen. Teneinde een continue werking te verzekeren, staan deze monodisciplinaire CP-Ops en onder leiding en toezicht van de directeur van de betrokken discipline, die in de multidisciplinaire CP-Ops de afstemming met de andere disciplines verzekert. Bij problemen of onduidelijkheden zal de Dir-CP-Ops de nodige beslissingen nemen om een coherente multidisciplinaire hulpverlening te garanderen Over de organisatie van het interventieterrein. De interventiezone is de zone die, in functie van een concrete noodsituatie, wordt afgebakend (volgens de onderrichtingen van de Dir-CP-Ops) en waarbinnen de nodige maatregelen worden genomen om de situatie te beheren. De interventiezone is onderverdeeld in drie deelzones die door perimeters zijn afgebakend en die zijn aangegeven door een markering die van buitenaf zichtbaar is en die ondubbelzinnig de functie aangeeft. A. De rode zone De rode zone wordt begrensd door de uitsluitingsperimeter. In deze zone gebeurt de interventie en de zone is pas toegankelijk mits akkoord van de Dir-CP-Ops, overeenkomstig de door hem gegeven richtlijnen: voor de interveniërende interventiediensten; voor de deskundigen en de technici. 12

14 Personen die zich in deze rode zone bevinden, dienen deze onmiddellijk te verlaten of worden eruit geëvacueerd door de diensten die deze zone mogen betreden. De uitsluitingsperimeter wordt, rekening houdend met het incident, vastgelegd door de Dir-CP-Ops en bewaakt door D3. B. De oranje zone De oranje zone wordt begrensd door de isolatieperimeter. In deze zone wordt de logistieke steun van de interventiediensten georganiseerd. De oranje zone is bijkomend toegankelijk voor de personen die er wonen of werken, mits akkoord van de Dir-CP-Ops en mits de naleving van de door hem gegeven richtlijnen. De isolatieperimeter wordt, rekening houdend met het incident, vastgelegd door de Dir-CP-Ops. De toegang wordt gecontroleerd door D3. C. De gele zone De gele zone wordt begrensd door de ontradingsperimeter. Dit wil zeggen dat het een zone betreft die ontraden wordt aan personen die er niet wonen of werken en waar de nodige maatregelen worden genomen om de toegang voor de interventiediensten en het vlot verloop van de hulpacties te waarborgen. De ontradingsperimeter wordt, rekening houdend met het incident, vastgelegd door de Dir-CP-Ops. De disciplineparkings worden georganiseerd binnen deze perimeter. Ook de pers, ongeruste familieleden en VIP s worden in deze zone opgevangen. De politie kanaliseert het doorgaand verkeer rond deze perimeter. D. De gerechtelijke zone Op vraag van de gerechtelijke overheid kan in overleg met de Dir-CP-Ops en de Dir-Pol eventueel een gerechtelijke zone worden afgebakend (begrensd door de gerechtelijke perimeter). Het technisch en wetenschappelijk sporenonderzoek in het kader van een opsporings- of een gerechtelijk onderzoek vereisen immers een effectief vrijwaren van de plaats van de gebeurtenis. De gerechtelijke perimeter wordt zo nodig zichtbaar gemaakt door middel van een politielint. Gemachtigde personen kunnen deze perimeter binnengaan via één enkel punt, dat door discipline 3 wordt gecontroleerd. Binnen de gerechtelijke perimeter: worden lichamen van overleden slachtoffers of lichaamsdelen niet verplaatst noch gemanipuleerd, tenzij noodzakelijk voor de hulpverlening, maar wel aan het zicht onttrokken; worden brokstukken, mogelijke overtuigingsstukken of sporen niet weggeruimd, noch gemanipuleerd tenzij noodzakelijk voor de hulpverlening Het Punt van Eerste Bestemming/RV-Punt: De Dir-CP-Ops bepaalt, indien noodzakelijk of gewenst, een punt van eerste bestemming (PEB) of RVpunt en de aanrijroute daar naartoe waarheen alle interventiediensten die de interventiezone willen betreden zich moeten begeven. Hij bepaalt dit punt rekening houdend met de bereikbaarheid van de locatie, de windrichting en de veiligheid. De locatie van het punt wordt aan alle betrokkenen ter kennis gebracht via het HC100 Antwerpen en het CICANT. Bij aankomst op dit punt melden de betrokkenen zich via de verantwoordelijke voor het RV-punt aan de Dir-CP-Ops waarna zij hun opdrachten zullen krijgen. 13

15 Helistrip Wanneer nodig bakent de Dir-CP-Ops in de omgeving van het interventieterrein een strook af die gebruikt kan worden als landingsplaats voor helikopters. Hij deelt de exacte locatie van deze landingsplaats mee aan het HC100 Antwerpen Beleidscoördinatie Over de alarmeringsprincipes A. Notificatie, vooralarm- en alarmoproepen. De notificatie is de eenvoudige kennisname van een incident waarbij de kennisnemer geen verdere acties dient te ondernemen. Bij een vooralarmoproep houden de interventiediensten of personen die het vooralarm ontvangen zich klaar om tot uitvoering te kunnen overgaan van zodra zij een alarmoproep ontvangen. De interventiediensten treffen de nodige maatregelen om de mogelijk gewenste hulpmiddelen in gereedheid te hebben wanneer de effectieve inzet van deze middelen zou gevraagd worden. Bij een alarmoproep is de aan de alarmoproep gekoppelde fase operationeel. De interventiediensten of personen die de alarmoproep ontvangen gaan onmiddellijk over tot de uitvoering van hun taken zoals opgenomen in het noodplan dat op dat ogenblik van toepassing is. B. Taken en verantwoordelijkheden in de alarmeringsprocedures Alle in de procedures opgenomen centrales en personen staan in voor het onverwijld uitvoeren van de hen toegewezen (voor)alarmoproepen. Specifiek zijn deze toegewezen aan het HC100 Antwerpen, het CICANT, de burgemeesters, de gouverneur en de minister van Binnenlandse Zaken. De gemeentelijke ambtenaar noodplanning kan de gemeentelijke procedures uitvoeren onder gezag van de burgemeester. De provinciale coördinator noodplanning kan de provinciale procedures uitvoeren onder gezag van de gouverneur. De procedures, eigen aan de eventuele getroffen bedrijven of inrichtingen worden uitgevoerd door de verantwoordelijke(n) aangeduid in het Intern Noodplan van het bedrijf of de inrichting. C. Alarmering van de hulp- en veiligheidsdiensten Bij het ontstaan van een incident dat aanleiding kan geven tot de inwerkingtreding van de noodplannen verwittigt de eventuele getuige in de meeste gevallen de interventiediensten via de eenvormige oproepnummers 100, 101 of 112. Indien alarmoproepen rechtstreeks worden gericht aan de lokale posten van brandweer of politie, zal de verantwoordelijke dienst die de oproep ontvangt hun interventie onverwijld melden aan hun respectievelijke centrale: HC100 Antwerpen of CICANT. De centrales HC100 Antwerpen en CICANT wisselen wederzijds de informatie uit die noodzakelijk is om de efficiëntie van de interventie en de veiligheid van de intervenanten te waarborgen. Het HC100 Antwerpen staat in het kader van dit plan in voor de verwittiging en alarmering van de interventiediensten om het nodige personeel en de nodige middelen ter plaatse te sturen. Het HC100 Antwerpen behoudt steeds een overzicht van de uitgestuurde hulpmiddelen en van hun lokalisatie. De verwittiging en het aansturen van de politiediensten geschiedt steeds via het CICANT. Bij afkondiging van een fase in het kader van dit plan zal het HC100 Antwerpen de verwittiging en de alarmering doen van de burgemeester en de gemeentelijke ambtenaar noodplanning en de gemeentelijke verantwoordelijke voor discipline 5. Het HC100 Antwerpen en het CICANT zijn ook belast met de verwittiging van sommige leden van het gemeentelijk coördinatiecomité (zie verder). 14

16 Over de alarmeringsprocedures A. Vooralarm van de diensten van de burgemeester Wanneer de operationele coördinatie wordt afgekondigd, wordt de burgemeester (via de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning) verwittigd door de Dir-CP-Ops. B. Alarmering van de diensten van de burgemeester Wanneer zich een noodsituatie voordoet waarbij een multidisciplinaire gecoördineerde aanpak vereist is en tevens belangrijke beleidsbeslissingen dienen te worden genomen, alarmeert Dir-CP-Ops de burgemeester. De burgemeester beslist al dan niet de gemeentelijke fase af te kondigen. Indien de gemeentelijke fase wordt afgekondigd worden de leden van het GCC gealarmeerd. Ook bij de afkondiging van de provinciale fase door de gouverneur zal/zullen de betrokken(n) burgemeester(s) worden gealarmeerd en zal gevraagd worden om het GCC te laten bestaan of op te richten Alarmering van de betrokken disciplines, overheden en diensten A. Alarmeringsprocedure bij de afkondiging van de operationele coördinatie Bij overgang naar operationele coördinatie zal de leidende officier van de meest betrokken discipline het HC100 Antwerpen hiervan in kennis stellen. Het HC100 Antwerpen verwittigt dan: D1 : de lokaal bevoegde brandweercommandant (vooralarm) D2: de federale gezondheidsinspecteur (vooralarm) D3: het CICANT, dat op zijn beurt de lokale politie en het territoriaal bevoegde CSD verwittigt (vooralarm) D4: de 6de operationele eenheid van de Civiele Bescherming D5: de gemeentelijke verantwoordelijke de burgemeester van de betrokken gemeente (vooralarm) de gemeentelijke ambtenaar noodplanning (vooralarm) de provinciaal coördinator noodplanning (notificatie) Op verzoek van de leidende officier zal het HC100 Antwerpen het alarm uitbreiden met de verwittiging van aanpalende gemeenten of personen (vooralarm). 15

17 16

18 B. Alarmeringsprocedure bij de afkondiging van de gemeentelijke fase 1) Wanneer de burgemeester van de getroffen gemeente beslist over te gaan tot de gemeentelijke fase: a) stelt de burgemeester het HC100 Antwerpen hiervan in kennis (alarm) b) stelt de burgemeester de provinciegouverneur in kennis (vooralarm) c) stelt de burgemeester bij noodzaak de burgemeester(s) van de aangrenzende gemeente(n) in kennis (vooralarm) d) stelt de burgemeester via discipline 3 de territoriaal bevoegde procureur in kennis (alarm) 2) Verwittigt het HC100 Antwerpen de vijf disciplines met melding van plaats en uur van samenkomst van het gemeentelijk coördinatiecomité: a) D1: de lokaal bevoegde brandweercommandant (alarm) b) D2: de federaal gezondheidsinspecteur en zijn adjunct (alarm) c) D3: het CICANT, dat op zijn beurt de korpschef van de lokale politie en het territoriaal bevoegde CSD verwittigt (alarm) d) D4: de civiele bescherming (vooralarm) e) D5: de gemeentelijk verantwoordelijke (alarm) f) de provinciaal coördinator noodplanning (vooralarm) g) de gemeentelijke ambtenaar noodplanning (alarm) die verder de verwittiging van de gemeentelijke overheden en diensten organiseert overeenkomstig het ANIP van de betrokken gemeente 3) Op verzoek van de burgemeester zal het HC100 Antwerpen het alarm uitbreiden naar de aanpalende gemeenten die eventueel ook hun GCC kunnen samenroepen (alarm) 4) Verwittigt de provinciaal coördinator noodplanning de militair commandant van de provincie (vooralarm) 17

19 18

20 Elementen ter vaststelling van de fase A. Verzameling van informatie Wanneer de bestuurlijke overheid in een gemeente wordt verwittigd van het bestaan van een noodsituatie of van een dreiging zal de gemeentelijk ambtenaar noodplanning contact opnemen met het HC100 en/of de Dir-CP-Ops en zich informeren over: Aard van de gebeurtenis: Wat? Waar? Wanneer? Aantal slachtoffers? Is er een monodisciplinair plan in werking? Aard van het risico en eventueel te nemen veiligheidsmaatregelen? Zijn er gevaarlijke producten betrokken? - Welke? Windrichting? Is er onmiddellijk gevaar voor de bevolking? - Welk? Is er al een RV-punt bepaald? - Waar is dit gelegen? - Welke aanrijroute? Waar is de CP-Ops opgesteld? Waar is eventueel het bedrijfs-cc gelegen? B. Overleg met de burgemeester Op basis van de in A. verzamelde informatie zal de gemeentelijk ambtenaar noodplanning contact opnemen met de burgemeester met het oog op overleg. Dit overleg zal handelen over: de wenselijkheid om de gemeentelijke fase al dan niet af te kondigen de wenselijkheid om de gouverneur te verzoeken de provinciale fase af te kondigen C. Vaststelling van de gemeentelijke fase Op basis van de in A. verzamelde informatie en het overleg met de gemeentelijk ambtenaar noodplanning beslist de burgemeester hetzij: de operationele coördinatie op het gemeentelijk vlak te behouden de gemeentelijke fase af te kondigen de gouverneur te verzoeken de provinciale fase af te kondigen D. Verzoek tot afkondiging van de provinciale fase Wanneer de burgemeester beslist de gouverneur te verzoeken de provinciale fase af te kondigen, neemt hij hiertoe telefonisch contact op met de provinciaal coördinator noodplanning en deelt hij hem alle nuttige informatie mee Onmiddellijk te nemen beslissingen bij de afkondiging van de gemeentelijke fase Wanneer de burgemeester de gemeentelijke fase afkondigt, beslist hij allereerst over volgende punten: A. De bijeenkomst van het gemeentelijk coördinatiecomité De burgemeester bepaalt de locatie waar en het uur waarop de leden van het gemeentelijk coördinatiecomité bijeen zullen komen. 19

21 B. De bevestiging of ontkrachting van de Dir-CP-Ops De functie van Dir-CP-Ops wordt bij de inwerkinstelling van onderhavig plan de facto uitgeoefend door de aanwezige brandweerofficier met de hoogste graad tenzij de burgemeester anders beslist. Hij zal zich in voorkomend geval hiervoor steunen op de criteria zoals aangehaald in punt "Aanduiding van de Dir-CP-Ops". Hij zal ook rekening houden met de eventuele BNIP's die, rekening houdend met de aard van de noodsituatie en de discipline met de grootste expertise, de functie van Dir-CP-Ops voorafgaandelijk toewijzen aan een andere discipline dan discipline 1. C. De aanduiding van de vertegenwoordiger van discipline 5 in de Commandopost Operaties Discipline 5 wordt in de CP-Ops vertegenwoordigd conform de bepalingen in het gemeentelijk monodisciplinair interventieplan van discipline 5. D. Het nemen van maatregelen in afwachting van de installatie van het gemeentelijk coördinatiecomité Indien het GCC nog niet operationeel is en er nog slechts een CP-Ops is ingericht, staat de Dir-CP-Ops in voor de beleidscoördinatie in afwachting van de installatie van het GCC. De Dir-CP-Ops informeert dan de burgemeester over de reeds genomen maatregelen Over het opstarten en de werking van het gemeentelijk coördinatiecomité A. Locatie Het gemeentelijk crisiscentrum bevindt zich te: Administratief Centrum t Getouw Schepenzaal, eerste verdieping Molehoekstraat 2 te Mol Een mogelijk alternatief is in het: Brandweer Mol Ambachtsstraat 18 te Mol In functie van de noodsituatie kan de burgemeester altijd een andere locatie bepalen. Toegangsprocedures: De gemeentelijk ambtenaar noodplanning draagt na het afkondigen van de gemeentelijke fase zorg voor het openstellen van het gemeentelijk crisiscentrum. De te volgen procedure is opgenomen in de documenten in bijlage 4 B. Configuratie van de lokalen en uitrusting De configuratie van de lokalen en hun uitrusting zijn opgenomen in bijlage 4 C. Opdrachten van het personeel Tijdens de gemeentelijke fase staat de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning in voor het operationaliseren van het GCC en het leveren van de administratieve ondersteuning. De medewerkers van de disciplines die geen lid zijn van het GCC vervullen de opdrachten eigen aan hun discipline en staan, onder gezag van hun vertegenwoordiger in het GCC, in voor de hun toegewezen (monodisciplinaire) communicatie. (zie punt Communicatie, overleg en coördinatie). 20

22 D. Minimale samenstelling van het GCC de burgemeester, voorzitter; de gemeentelijke ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning; de lokaal bevoegde korpschef(s) van de brandweer; de Federaal gezondheidsinspecteur; Vertegenwoordiger discipline 3: de lokaal bevoegde Korpschef(s) van de lokale politie en/of de Dirco(s) van het bevoegde arrondissement overeenkomstig de afsprakennota tussen de korpschefs en de Dirco inzake de operationele leiding en coördinatie bij noodsituaties; de Bevelhebber van de 6de operationele eenheid van de civiele bescherming; de gemeentelijk verantwoordelijke D5; de procureur des konings van het bevoegde gerechtelijk arrondissement. De burgemeester kan beslissen het GCC aan te vullen met de vertegenwoordigers van andere diensten, instellingen of overheden indien dit nodig is voor het beheer van de noodsituatie. E. Organisatie en werking Het GCC zal de noodsituatie bestendig opvolgen en op basis van alle nuttige gegevens regelmatig een situatierapport opmaken. Na evaluatie van dit rapport beslist het GCC over eventuele maatregelen Analyse en evaluatie van de situatie A. Een schema maken van de situatie het bijeenkomen van het GCC maakt de ambtenaar noodplanning, gebruik makend van de gegevens die verstrekt worden door de Dir-CP-Ops, een eerste situatierapport op. B. Gegevensuitwisseling met het terrein (CP-Ops, exploitant,...) Het uitwisselen van gegevens gebeurt tussen: de interventieleider(s) van de disciplines (DIR) en de Dir-CP-Ops; de Dir-CP-Ops en het getroffen bedrijf of instelling; de Dir-CP-Ops en het GCC via de ambtenaar noodplanning. De modaliteiten waaronder de leden van het GCC communiceren met hun discipline worden opgenomen in het reglement van inwendige orde van het GCC. C. Evaluatie Op basis van de verzamelde informatie evalueert het GCC de situatie en beslist het welke maatregelen en/of acties zich op bestuurlijk niveau opdringen. Meer specifiek beraadt het GCC zich over: De noodzaak om te voorzien in mensen en middelen voor de bestrijding van het incident De noodzaak tot het uitvaardigen van maatregelen ter bescherming van de bevolking De logistieke steun De socio-economische aspecten De bescherming van het leefmilieu en de voedselketen De bescherming van de infrastructuur De informatieverstrekking 21

23 De noodzaak om te voorzien in mensen en middelen voor de bestrijding van het incident De burgemeester kan beslissen om bijkomende mensen en middelen te voorzien die nodig zijn voor de bestrijding van het incident. Hiertoe staan ter beschikking: 1. De opschalingsmodaliteiten voorzien in de monodisciplinaire plannen, waarbij mensen en middelen uit de disciplines worden opgeroepen. o Voor discipline 1 verschaffen in de provincie Antwerpen akkoorden van onderlinge bijstand tussen de brandweerkorpsen de mogelijkheid om door opschaling de inzet van middelen en manschappen sterk uit te breiden; o Voor discipline 2 is dit opgenomen in het Medisch Interventie Plan; o Voor discipline 3 is dit opgenomen in het Politie Interventie Plan. 2. De vordering van publieke of particuliere middelen. Hiervoor kan onder andere een beroep gedaan worden op: a) Middelen van defensie: De burgemeester kan ondermeer beroep doen op de bijzondere middelen van Defensie als onderdeel van discipline 4 onder volgende modaliteiten: o Wanneer? In alle gevallen van noodsituaties of dreigende noodsituatie in het kader van de Civiele Veiligheid en ter ondersteuning van de handhaving van de openbare orde voorziet Defensie ondersteuning in situaties waarin: De safety van de burgers is bedreigd door natuurrampen of ongevallen of andere niet intentionele crises zoals een pandemie De security van de burgers bedreigd is door intentionele menselijk handelingen of de dreiging ermee (bv terrorisme of grote criminaliteit) o o Onder welke voorwaarden? Bij het tijdelijk ontoereikend zijn van de beschikbare middelen om de goede werking van het bestuur of hulp aan de burgers te verzekeren en bij de onmogelijkheid om de ontbrekende middelen tijdig en/of in voldoende mate te vinden. Steeds onder eindverantwoordelijkheid en volgens de richtlijnen van de vorderende bestuurlijke autoriteit Militaire middelen blijven steeds onder militair commando Tenzij in situaties van levensgevaar, steeds na goedkeuring door de minister van Defensie OF na opeising De middelen kunnen vooraf niet gegarandeerd worden, gelet op de mogelijke operationele inzet Financiële voorwaarden? In geval van levensgevaar is de inzet in principe gratis. In alle andere gevallen worden de kosten gefactureerd aan de opvorderende overheid volgens de beslissing van de minister van Defensie, op advies van de Defensiestaf (volledige dan wel variabele kosten) o Welke middelen? Transport langs de weg (alle terrein of gebanaliseerd), op het water of in de lucht (zoals heli s) Tijdelijke accommodatie, hetzij in militaire kwartieren of via mobiel logement (tenten, containers, mobiel sanitair, ) Assistentie in de voorziening van water, elektriciteit, voeding, 22

24 Geniewerken gaande van klassieke wegen- en opruimingswerken tot onderwaterwerken, maatregelen tegen overstroming, Observatie en verkenningen op het land, te water en in de lucht Gespecialiseerde communicatiemiddelen,bv in geval van grootschalige uitval van de civiele telecommunicatie Assistentie voor verkeersbegeleiding, evacuatie, Gespecialiseerde ondersteuning in het domein van chemische, radiologische, nucleaire of biologische incidenten o Procedure? De steun van defensie kan door de burgemeester via opeising gevraagd worden op basis van: KB nr 13 van 3 maart 1934, gewijzigd bij het KB van 24 augustus Wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming. Ministeriële omzendbrief NPU 1 van 26 Okt 06. De vraag wordt gericht aan het Militair Commando Provincie Antwerpen, via de officier op de hoogte (bijlage 18) b. Overige particuliere en publieke middelen (cfr. bijlage 7): De contactgegevens van de instellingen waar het GCC beroep op kan doen voor het vorderen van bijkomende middelen zijn opgenomen in het veiligheidsportaal OSR. Het gaat hier o.a. over: o Aannemer o Apotheek o Begrafenisondernemer o Bevoorradingsbedrijf o Civiele bescherming o Dierenopvang o Grond- en / of wegeniswerken o Personenvervoer (+8 pers) o Rouwkapel o Ruimingswerken o Takeldienst o Taxibedrijf o Technische dienst o Vrachtvervoer o Ziekenvervoer Het nemen van beschermingsmaatregelen Het stilleggen van bedrijven en inrichtingen Het CC kan als beschermingsmaatregel beslissen om de activiteiten in het getroffen bedrijf of de getroffen inrichting volledig stil te leggen. In overleg met het bedrijf of de inrichting worden de modaliteiten besproken om de bedrijfsprocessen op een veilige manier stil te leggen. Eenzelfde maatregel kan genomen worden ten opzichte van bedrijven en inrichtingen rond het getroffen bedrijf of de getroffen inrichting. 23

25 Maatregelen ter bescherming van de bevolking Het GCC kan maatregelen uitvaardigen ter bescherming van de bevolking. Als voornaamste maatregelen gelden hier de schuilmaatregel en de evacuatie. A. Schuilen (bijlage 8) De schuilmaatregel kan worden uitgevaardigd wanneer het verblijf van mens en dier in de open lucht risico's inhoudt. Het uitvaardigen van deze maatregel houdt in dat de bevolking binnen een bepaalde omschrijving instructies ontvangt om binnen te blijven en ramen en deuren te sluiten. (cfr. bijlage 8) B. Evacueren, vervoer, onthaal en opvang (art. 26, 9 ) (bijlage 9) De evacuatiemaatregel kan worden uitgevaardigd wanneer het verblijf van mens en dier in een bepaalde omschrijving gevaren of bedreiging voor de gezondheid inhoudt en de tijdelijke verwijdering uit de gevarenzone noodzakelijk is. Het uitvaardigen van deze maatregel houdt in dat de bevolking in een bepaalde omgeving het bevel krijgt deze tijdelijk te verlaten tot het gevaar geweken is. Op basis van de gegevens ontvangen vanwege de Dir-CP-Ops evalueert het CC de noodzaak om te evacueren en geeft de burgemeester het bevel om te evacueren. Gelijktijdig worden maatregelen genomen om te voorzien in het vervoer, het onthaal, de opvang en de terugkeer van de betrokkenen. De ambtenaar noodplanning coördineert de praktische uitvoering van deze maatregel. Hij doet hiervoor in de eerste plaats beroep op discipline 2. Onthaalcentrum Opvang lange termijn Opvang verwanten Centraal Infopunt Personenvervoer (+8 personen) Taxibedrijf C. Preventieve maatregelen - Profylactica Het GCC kan beslissen over te gaan tot het preventief bedelen of doen toepassen van middelen om een potentiële bedreiging van de gezondheid tegen te gaan. Bij gevaar voor of aanslag op de volksgezondheid kan de bevoegde bestuurlijke overheid, in nauwe samenwerking met de discipline 2, onder andere volgende maatregelen nemen: Hygiëne- en voedingsaanbevelingen inzake: o Een goede hygiëne in het algemeen en handenhygiëne in het bijzonder o Een gezonde en evenwichtige voeding o Het regelmatig doen van fysieke oefeningen o Het grondig schoonmaken van keukenmateriaal o Het handhaven van de koudeketen o De bereiding van vlees en voedsel op voldoende hoge temperatuur (minimaal 70 C) Medische, sanitaire en psychosociale acties: o Onverwijlde vaccinatie van specifieke interventieteams, zodat ze immuun zijn en hun opdrachten kunnen volbrengen zonder hun gezondheid in het gedrang te brengen; o In principe vaccinatie van de betrokken bevolkingsgroep (ringvaccinatie rondom de getroffenen), van de doelgroepen (kwetsbare personen) of, zo nodig, van heel de bevolking; 24

26 o o o o o o o o Vooreerst wordt voorrang geven aan de eerstelijnszorg: de snelle tenlasteneming en signalering aan de betrokken overheid van gevallen die ervan verdacht worden of waarvan de besmettelijke ziekte of infectie bewezen is door de behandelende arts. Hierbij is het belangrijk de (eventueel) besmette personen zo snel mogelijk te detecteren, hen de behandeling toe te dienen en hun contacten te traceren; Isolatie (en vaccinatie) van verdachte gevallen en contacten in quarantaine zetten; Het opslaan van antivirale middelen die klaar voor gebruik zijn en chirurgische maskers; Microbiële, chemische of fysische ontsmetting: de modaliteiten ervan moeten in de nooden interventieplannen staan; Het nemen van maatregelen om de geestelijke gezondheid en het welzijn te handhaven, zoals stressvermindering en psychologische ondersteuning voor zowel slachtoffers als hulpverleners; Het omgaan met stoffelijke overschotten: de voorzorgsmaatregelen die genomen moeten worden wanneer men met lijken omgaat, richten zich tot alle personen die in contact komen met besmette lijken en betreffen zowel persoonsbescherming als het schoonmaken van instrumenten en werkoppervlakken in ziekenhuizen, laboratoria, ziekenwagens, mortuaria en rouwkamers; naast algemene aanbevelingen omvatten de bijzondere beschermingsmaatregelen voor personen die met lijken omgaan het dragen van ondoordringbare handschoenen, maskers, veiligheidsbrillen, stofjassen, botten en schorten; De beperking van de socio-economische activiteiten tot het strikte minimum; Voor sommige noodsituaties kunnen andere meer specifieke maatregelen worden genomen, onder andere i.v.m. de bron van de noodsituatie (bijvoorbeeld: dieren ophokken bij vogelgriep). D. Logistieke steun (bevoorrading, ) Het GCC kan maatregelen uitvaardigen ter bevoorrading van de getroffen bedrijven, instellingen en bewoners om de continuïteit er van te waarborgen. E. Socio-economische aspecten Het GCC kan als maatregel beperkingen opleggen aan de sociaal-economische activiteiten. F. Bescherming van het leefmilieu, met inbegrip van de voedselketen Het GCC kan, op advies van de experten terzake, alle maatregelen opleggen die noodzakelijk zijn om het leefmilieu maximaal te vrijwaren. G. Bescherming van de infrastructuur Het GCC kan, op advies van de experten terzake, alle maatregelen nemen die nodig zijn om de infrastructuur te beschermen. De contactgegevens van de bedrijven en diensten in onderdelen C tot en met G zijn opgenomen in de bijlage 10 (ondersteunende diensten, expertise) Informatieverstrekking (art. 26, 6 ) Het CC staat in voor de informatieverstrekking naar de bevolking en bepaalt de inhoud van de informatie, de wijze waarop deze wordt meegedeeld alsook het tijdstip van vrijgave van de informatie. Het GCC zal een communicatiecel installeren in het GCC onder leiding van de door de burgemeester aangeduide verantwoordelijke van Discipline 5. 25

27 Het getroffen bedrijf of de getroffen instelling zal in voorkomend geval een communicatieverantwoordelijke aanduiden zoals voorzien in het Intern Noodplan van dit bedrijf of deze instelling. Voorafgaand aan elke externe communicatie zullen de verantwoordelijke D5 van de gemeente, de communicatieverantwoordelijke van het bedrijf of de instelling overleg plegen met betrekking tot de te volgen communicatiestrategie. De bestuurlijke overheid die op een bepaald ogenblik verantwoordelijk is voor de beleidscoördinatie beslist over de uiteindelijke informatieverstrekking. De vrijgegeven informatie wordt door de discipline 5 gecommuniceerd zoals opgenomen in het monodisciplinair plan D5. Het PSIP, als onderdeel van het monodisciplinair plan D2, beschrijft bepaalde specifieke communicatieacties binnen hun bevoegdheidsdomein. De modaliteiten voor andere communicatiekanalen en -afspraken worden verder uitgewerkt in het monodisciplinair interventieplan van D5. A. Informatie aan de betrokkenen + Telefoon Informatie Centrum De informatieverschaffing aan de betrokkenen, ondergebracht in het onthaalcentrum, en aan het onthaal verwanten gebeurt in elke fase door discipline 2 via PSH-netwerk en/of DSI (Rode Kruis) in uitvoering van het PSIP. De informatieverschaffing aan de betrokkenen via het Telefoon Informatie Centrum (TIC) tijdens een gemeentelijke fase dient georganiseerd door de getroffen gemeente en maakt deel uit van het gemeentelijk ANIP. Telefoon- en informatiecentrum (TIC) Administratief Centrum t Getouw Vergaderzaal 3 Molenhoekstraat 2 te Mol B. Alarmeren van de betrokken bevolking + informatiecentrum van de bevolking (art. 26, 1, d) (bijlage 13) Voor het verwittigen van de getroffen bevolking en het communiceren van de genomen maatregelen die een onmiddellijke impact hebben op deze bevolking beschikt de gemeente over diverse kanalen: Het via luidsprekers laten afroepen van een boodschap door D3 (public adress) Het laten omroepen van een bericht op de regionale radio- en televisiezenders Het verspreiden van een "Dringend bericht aan de media" via VRT Het (nationaal) laten verspreiden van een bericht via het Belga Crisis Alert -systeem Het doen activeren van de sirenes, geplaatst rond alle SEVESO-bedrijven (zie bijlage 13 voor plaatsen en procedures) Het telefonisch verspreiden van een ingesproken bericht aan geografisch geselecteerde doelgroepen via het CIN (Crisis Informatie Netwerk) van de provincie Antwerpen Het openen van een Informatiecentrum Bevolking. Er zal naargelang de rampsituatie vanuit het GCC worden meegedeeld waar het informatiecentrum voor de bevolking wordt geopend. C. Informatie aan algemene bevolking en de media + perscentrum 26

28 Bij operationalisering van het GCC zal een perscentrum ingericht worden in de raadzaal van het administratief centrum t Getouw, Molenhoekstraat 2 te Mol. De contactgegevens van de media worden opgenomen in het monodisciplinair plan van D Procedures inzake communicatie, overleg en coördinatie (art. 26, 3 ) Intradisciplinair (zie monodisciplinaire plannen) Voor de intradisciplinaire communicatie gelden de voorschriften zoals ze opgenomen zijn in de monodisciplinaire plannen. Deze procedures mogen niet strijdig zijn met de procedures zoals ze in dit ANIP zijn opgenomen. In voorkomend geval gelden de regels zoals ze in het provinciaal ANIP zijn opgenomen Interdisciplinair De interdisciplinaire communicatie, overleg en coördinatie geschieden binnen de CP-Ops (operationeel) en het GCC (beleidsmatig) waarbij de Dir-CP-Ops en de gemeentelijke ambtenaar noodplanning instaan voor de communicatie, overleg en coördinatie tussen CP-Ops en GCC. In de gemeentelijke fase gebeuren communicatie, overleg en coördinatie volgens onderstaande principes: A. Tussen de operationele coördinatie en de beleidscoördinatie a. Rol van de Dir-CP-Ops de interdisciplinaire communicatie, overleg en coördinatie binnen de CP-Ops gebeurt onder leiding van de Dir-CP-Ops. De Dir-CP-Ops staat in voor de periodieke opmaak van een situatierapport. De Dir-CP-Ops maakt dit statusrapport over aan het GCC via een van de hiertoe beschikbare communicatiekanalen, in prioritaire keuze: 1. Het OSR logboek Sms of Fax 4. Telefoon 5. Radiofonie Indien de communicatie geschiedt met de middelen 2 en 5 zijn het de Dir-CP-Ops en de gemeentelijk ambtenaar noodplanning die optreden als zender en ontvanger. Operationele beslissingen die de Dir-CP-Ops neemt tussen de opmaak van 2 statusrapporten, en die bij hoogdringendheid een beleidsbeslissing vergen, deelt hij tussentijds mee aan het GCC volgens bovenvermelde modaliteiten. b. Rol van het GCC De interdisciplinaire communicatie, overleg en coördinatie binnen het GCC gebeurt onder leiding van de burgemeester. De genomen beslissingen worden door de ambtenaar noodplanning ter kennis gebracht aan de Dir-CP-Ops via één van de beschikbare communicatiekanalen en volgens bovenvermelde modaliteiten. B. Tussen het GCC en de andere overheden (Cfr bijlage 14 Contactgegevens overheden) In het GCC staat de gemeentelijke ambtenaar noodplanning, onder het gezag van de burgemeester, in voor de communicatie, overleg en coördinatie met de gemeentelijke diensten, het OCMW, de 27

29 buurgemeenten, de gouverneur, gerechtelijke overheid, gemeenschappen en gewesten, de federale overheden inzonderheid de minister van Binnenlandse Zaken (via de permanentie van het CGCCR). Cfr bijlage 14 Contactgegevens overheden C. Tussen het GCC en de hulp- en veiligheidsdiensten In het GCC staan de vertegenwoordigers van de disciplines, onder het gezag van de burgemeester, in voor de communicatie, overleg en coördinatie met de hulp- en veiligheidsdiensten. Zij maken hiervoor gebruik van de communicatiecellen die in het gemeentelijk crisiscentrum geïnstalleerd worden en die bemand worden door medewerkers uit hun discipline. De vertegenwoordiger D1 voor: de communicatie, overleg en coördinatie met alle brandweerdiensten en de operationele eenheden van de civiele bescherming in hun opdrachten als incidentbestrijders. De vertegenwoordiger D2 voor: de communicatie, overleg en coördinatie met alle diensten en instanties betrokken bij de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening, o.a. o het HC100 o de ziekenhuizen o de ambulancediensten o apothekers o geneesheren o paramedici o verpleegkundigen De vertegenwoordiger D3 voor:de communicatie, overleg en coördinatie met alle betrokken politiediensten De vertegenwoordiger D4 voor: o de communicatie, overleg en coördinatie met de operationele eenheden van de civiele bescherming o de communicatie, overleg en coördinatie met de brandweerdiensten inzake opdrachten van logistieke aard o de communicatie, overleg en coördinatie met de overheden van defensie inzake opdrachten van logistieke aard D. Tussen het GCC andere betrokken diensten en personen In het GCC staan de vertegenwoordigers van de disciplines, onder het gezag van de burgemeester, in voor de communicatie, overleg en coördinatie met de volgende betrokken diensten en personen: De vertegenwoordiger D1 voor: de communicatie, overleg en coördinatie met externe partners betrokken bij de incidentbestrijding, o.a.: o BIG o Belintra o Meteorologische diensten De contactgegevens van bovenvermelde diensten worden opgenomen in bijlage 11 ondersteuning expertise De vertegenwoordiger D2 voor: o de communicatie naar de betrokkenen in de onthaalcentra o de communicatie naar de betrokkenen in het onthaal verwanten o de communicatie naar de betrokkenen via het telefoon informatiecentrum 28

30 De vertegenwoordiger D3 voor: o de communicatie, overleg en coördinatie met alle instanties die betrokken zijn bij de veiligheid en de organisatie van het wegverkeer, het spoorwegverkeer, de luchtvaart en de scheepvaart. De vertegenwoordiger D4/CB voor: de communicatie, overleg en coördinatie met alle instanties en ondernemingen die betrokken zijn bij het realiseren van de logistieke opdracht, o.a.: o aannemers o bevoorradingsbedrijven o vervoersondernemingen o ruimingswerken o nutsvoorzieningen o telecombedrijven o dierenopvang o begrafenisondernemingen o inrichting en exploitatie van onthaalcentra De vertegenwoordiger D5 voor: o De communicatie, overleg en coördinatie met de media o De informatieverschaffing aan de bevolking via de media o De informatieverschaffing aan de bevolking via het infocentrum bevolking Het communicatieschema van het GCC ziet er globaal als volgt uit: De externe contacten, met uitzondering van de communicatie tussen GCC en CP-Ops, gebeuren via één van de in het GCC aanwezige communicatiemiddelen, zoals beschreven in bijlage 4 van dit ANIP. 29

31 De coördinaten en contactgegevens van de in dit hoofdstuk betrokken overheden, diensten en personen zijn raadpleegbaar in OSR Over de multidisciplinaire communicatie tijdens het beheer van noodsituaties in de provincie Antwerpen. Iedere discipline gebruikt voor de operationele monodisciplinaire communicatie tijdens de interventies de middelen waarmee zij is uitgerust en volgt de procedures die eigen zijn aan de interventiedienst. Voor de interdisciplinaire communicatie en coördinatie maken alle disciplines gebruik van het A.S.T.R.I.D.- communicatiesysteem volgens de principes opgenomen in bijlage 15, 16 en Opschalen of afschalen van de fase (art. 26, 4 ) A. Opschalen Wanneer de coördinerende bestuurlijke overheid meent dat de bestuurlijke coördinatie dient overgenomen te worden op een hoger bestuurlijk niveau, zal hij hierom verzoeken. Zo kan de burgemeester de gouverneur verzoeken over te gaan naar de provinciale fase. De burgemeester neemt hiervoor contact op met de provinciaal coördinator noodplanning. Wanneer de provinciale fase wordt afgekondigd deelt de gouverneur dit mee aan de burgemeester. Dit zal per fax bevestigd worden. Hierop initieert de gouverneur het alarmeringsschema "provinciale fase" via het HC100. B. Afschalen Wanneer de coördinerende bestuurlijke overheid meent dat de handhaving van de bestuurlijke coördinatie op zijn niveau niet langer noodzakelijk is, zal hij deze afschaling van fase meedelen aan de bestuurlijke overheid die de coördinatie zal verderzetten. Wanneer de gouverneur beslist om de provinciale fase af te schalen wordt de gemeentelijke coördinatie verder gezet of geactiveerd, al dan niet door middel van een gemeentelijke fase of operationele coördinatie. C. Alarmering bij de overgang naar een andere fase Bij elke overgang van de ene fase naar een andere zullen alle op dat ogenblik betrokken overheden en diensten hiervan verwittigd worden overeenkomstig het alarmeringsschema gebruikt bij de afkondiging van de oorspronkelijke fase. De overheden en diensten die betrokken worden ingevolge de overgang naar een nieuwe fase worden verwittigd overeenkomstig het alarmeringsschema van die nieuwe fase Einde van de noodsituatie Bij het einde van de noodsituatie worden alle op dat ogenblik betrokken overheden en diensten hiervan verwittigd overeenkomstig het alarmeringsschema van de fase die op dat ogenblik van toepassing is. Het coördinatieorgaan dat actief is op het ogenblik dat de noodsituatie als beëindigd wordt beschouwd, staat in voor de desactivering van het noodplan dat op dat ogenblik van toepassing is en waarborgt de overgang naar de nazorg. 30

32 5. OVERGANG NAAR DE NAZORG Nazorg omvat het herstel van de normale werking van de maatschappij. Dit betekent het herstel van infrastructuur en de terugkeer van de burgers naar hun normale professionele en maatschappelijke omgeving. Tijdens de gemeentelijke fase wordt reeds een aanvang genomen met de nazorg tijdens de acute fase. Het GCC beslist over welke acties in het kader van de overgang naar de nazorg moeten opgestart worden en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering ervan. Na het beëindigen van de noodsituatie informeert de burgemeester regelmatig bij de verantwoordelijken naar de stand van zaken. Indien nodig organiseert de burgemeester verdere coördinatievergaderingen met de betrokken verantwoordelijken. Prioritair zullen voor de overgang naar de nazorg volgende onderwerpen behandeld worden: Het afbouwen en terugtrekken van de interventiediensten Het afbouwen en terugtrekken van de interventiediensten wordt besproken in het monodisciplinair plan van elke discipline. Psychosociale omkadering van de slachtoffers na de crisis De psychosociale omkadering is voorzien in het psychosociaal interventieplan dat als bijzonder kenmerk heeft dat het vaak lange tijd actief blijft. Immers na de eerste momenten van de noodsituatie verdwijnen de psychosociale noden van de betrokken personen niet, maar evolueren ze. De psychosociale begeleiding heeft als doel het individu en zijn verwanten, alsook de hele gemeenschap te helpen om na de crisis terug een evenwicht te vinden. Na de acute fase stelt de PSM een post-crisis balans op die hem toestaat de psychosociale interventies te analyseren en de federale gezondheidsinspecteur voor te stellen om het plan te sluiten dan wel de acties verder te zetten. De geëvacueerden terug onderbrengen Het GCC beslist of de geëvacueerden na het einde van de noodsituatie kunnen terugkeren. Indien dit niet het geval is, wordt aan de betrokken gemeenten gevraagd om voor de getroffenen in een tijdelijke opvang of huisvesting te voorzien. Schoonmaak van het getroffen gebied De schoonmaak van het getroffen gebied maakt deel uit van de opdrachten van discipline 4. In het geval dat de civiele bescherming over onvoldoende middelen beschikt, of onbevoegd is om bepaalde voorschriften of reglementen uit te voeren, is het noodzakelijk om beroep te doen op gespecialiseerde organisaties zoals OVAM, de Vlaamse milieumaatschappij of andere particuliere exploitanten. Veiligheidsopdrachten en gerechtelijk onderzoek na de crisis Het GCC beslist welke veiligheidsopdrachten na het beëindigen van de noodsituatie nog moeten worden uitgevoerd. Het parket kan beslissen om na de noodsituatie een gerechtelijk onderzoek in te stellen. Discipline 3 verleent assistentie aan het parket voor het gerechtelijk onderzoek. Post-crisis informatie De informatie na de crisis omvat onder andere specifieke richtlijnen, informatie over verzekeringen en schadeloosstellingen aan de getroffen bevolking. De gemeentelijke verantwoordelijke discipline 5 organiseert de post-crisis informatie. 31

33 6. DEBRIEFING VAN DE NOODSITUATIE EN VAN OEFENINGEN UITWISSELING VAN ERVARING INTEGRATIE VAN DE GETROKKEN LESSEN 6.1. Methodologie Na een noodsituatie wordt er een debriefingsvergadering georganiseerd met de hoofden van de disciplines en eventueel andere betrokken diensten. De uitnodiging gebeurt door de diensten van de bevoegde bestuurlijke overheid. Ter voorbereiding van deze vergadering maken alle diensten op voorhand hun verslag over aan de ambtenaar noodplanning. Op basis daarvan worden conclusies en verbeterpunten geformuleerd die tijdens de vergadering worden voorgesteld. Vervolgens wordt een kritisch tijdspad voor de realisatie van de verbeterpunten opgesteld Aanpassing van het plan Naargelang de verbeterpunten zal het ANIP of betreffende BNIP worden bijgestuurd. 32

34 7. GEBRUIKTE AFKORTINGEN ANIP Algemeen Nood- en Interventieplan BNIP Bijzonder Nood- en Interventieplan CB Civiele Bescherming CC Coördinatiecomité CC-Gem Gemeentelijk coördinatiecomité CC-Prov Provinciaal coördinatiecomité CDK Commissaris van de Koningin CGCCR Crisiscentrum van de Regering CICANT Communicatie en Informatiecentrum Antwerpen CIN Crisisinformatienetwerk CP-Ops Commandopost Operaties CSD Coördinatie en steundienst D1 Discipline 1 D2 Discipline 2 D3 Discipline 3 D4 Discipline 4 D5 Discipline 5 DACH Directie van de hondensteun DAFA Directie van de luchtsteun Dir-Bw Directeur Brandweer Dirco Directeur-Coördinator Dir-CP-Ops Directeur commandopost operaties Dir-Info Directeur Informatie Dir-Log Directeur Logistiek Dir-Med Directeur Medische Hulpverlening Dir-Pol Directeur Politie HC 100 Hulpcentrum 100 GCC Gemeentelijk coördinatiecomité KB Koninklijk Besluit MUG Medische urgentie groep OCMW Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn OSR Organisatie Snelle Redding PCC Provinciaal coördinatiecomité PEB Punt eerste bestemming RIO Reglement interne orde RV-punt Rendez-Vous punt SPN Scheepvaartpolitie TIC Telefooninformatiecentrum 33

35 8. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5: Lijst van Bestemmelingen Nominatieve samenstelling gemeentelijke veiligheidscel Reglement interne orde gemeentelijke veiligheidscel Informatiefiche gemeentelijk crisiscentrum Risico-instellingen Bijlage 6: Oefenbeleidsplan Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12: Bijlage 13: Bijlage 14: Bijlage 15: Bijlage 16: Bijlage 17: Bijlage 18: Bijlage 19: Ondersteuning middelen Schuilmaatregelen Evacuatie PSH-netwerk Ondersteunende diensten Monodisciplinair noodplan D5 Alarmeringssirenes Gegevens andere overheden Gebruik multidisciplinaire gespreksgroepen Actiefiche multidisciplinaire radiocommunicatie Aanvraagprocedure multidisciplinaire gespreksgroepen Contactgegevens specifieke eenheden van de disciplines Luchtsteun federale politie 34

36 Bijlage 1: Lijst van Bestemmelingen Gouverneur van de provincie Antwerpen Binnenlandse Zaken, dienst noodplanning provincie Antwerpen Brandweer Mol Federaal Volksgezondheidsinspecteur Psychosociaal Manager Provincie Antwerpen Lokale Politie Mol Balen Dessel Federale Politie CSD Turnhout Procureur des Konings van het arrondissement Turnhout 6 de Operationele eenheid van de Civiele Bescherming Hulpcentrum 100 CICANT Burgemeester gemeente Mol Secretaris gemeente Mol Ambtenaar Noodplanning gemeente Mol Communicatieambtenaar gemeente Mol Gemeente Arendonk (B) Gemeente Balen (B) Gemeente Dessel (B) Gemeente Geel (B) Gemeente Lommel (B) Gemeente Meerhout (B) Gemeente Retie (B) Gemeente Reusel (Nl) Gemeente Bladel (Nl) Gemeente Bergeyk (Nl) 35

37 Bijlage 2: Nominatieve samenstelling gemeentelijke veiligheidscel* *Actuele contactgegevens zijn raadpleegbaar in OSR ROTTHIER Paul GEENS Ria ELSEMANS Chris Burgemeester, voorzitter Ambtenaar Noodplanning, secretaris Gemeentesecretaris KENIS Filip Discipline 1 DE DECKER Jo Discipline 2 MOL Roger Discipline 3 DE BEER Kurt Discipline 3 BRUSSELAERS Kurt Discipline 3 Afgevaardigde PROCUREUE des KONINGS Discipline 3 GEENEN Jan Discipline 4 VANDAEL Harry Discipline 4 KORTLEVEN Roeland Discipline 5 Afgevaardigde dienst Noodplanning prov. Antwerpen Andere 36

38 Bijlage 3: Reglement interne orde gemeentelijke veiligheidscel Dit reglement bepaalt de wijze waarop de gemeentelijke veiligheidscel zijn bevoegdheid uitoefent. A. Samenstelling veiligheidscel 1. Vaste leden: Burgemeester Gemeentesecretaris Ambtenaar noodplanning Afvaardiging discipline 1: lokale brandweerkorps Afvaardiging discipline 2: FOD Volksgezondheid provincie Antwerpen Afvaardiging discipline 3: lokale politie, federale politie, parket Afvaardiging discipline 4: gemeentelijke technische dienst, civiele bescherming Afvaardiging discipline 5: gemeentelijke communicatieambtenaar 2. Uitnodiging van derden De veiligheidscel kan altijd een beroep doen op deskundige om een welbepaalde materie nader toe te lichten en/of te adviseren. B. Voorzitter en secretaris Zoals bepaald in artikel 30 van het van het Koninklijk Besluit betreffende de nood- en interventieplannen van 16 februari 2006 en de omzendbrief van NPU1 wordt het voorzitterschap waargenomen door de burgemeester. Het secretariaat wordt verzorgd door de ambtenaar noodplanning. C. Taken van de veiligheidscel Artikel 29 van het Koninklijk Besluit betreffende de nood- en interventieplannen van 16 februari 2006 belast de veiligheidscel met volgende taken: actualiseren van de nood- en interventieplannen en de bestemmelingen op de hoogte brengen; organiseren van oefeningen; evalueren van noodsituaties en oefeningen; opmaken van de risico-inventaris en analyse; organiseren van de voorafgaande informatie over de noodplanning. D. Vergaderingen De vergaderingen vinden plaats in het administratief centrum t Getouw, Molenhoekstraat 2 te Mol. 1. De veiligheidscel komt 2 per jaar samen en bij hoogdringendheid. Agendapunten kan door elk lid worden doorgegeven aan de ambtenaar noodplanning of aan de burgemeester, die vervolgens de veiligheidscel samenroept. 2. De voorzitter en secretaris bereiden de vergadering voor en stellen de agenda vast. 3. Alle leden van de veiligheidscel worden schriftelijk uitgenodigd. Deze uitnodiging vermeldt de datum, de plaats, het uur en agendapunten van de vergadering en bevat het verslag van de vorige vergadering. Documenten voor de vergadering worden eveneens met de uitnodiging verstuurd. 4. Tijdens de vergadering bestaat voor elk lid de mogelijkheid om agendapunten toe te voegen. 37

39 5. De vergadering van de veiligheidscel is in principe een besloten vergadering. Wanneer de veiligheidscel zou beslissen tot het houden van een openbare vergadering, dienen uiteraard bij deze openbaarheid de wettelijke regels inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te worden gerespecteerd. 6. Het verslag van de vergadering wordt opgesteld door de ambtenaar noodplanning. De leden van veiligheidscel ontvangen een voorlopig verslag binnen een redelijke termijn na de vergadering. Dit verslag wordt tijdens de volgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd. E. Werkingsmiddelen De gemeente biedt de veiligheidscel materiële en financiële ondersteuning die nodig is om een normale werking uit te bouwen. F. Kennisgeving college van burgemeester en schepenen Dit reglement van interne orde wordt ter kennisgeving bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen. 38

40 Bijlage 4: Informatiefiche gemeentelijk crisiscentrum A. Ligging van het gemeentelijk crisiscentrum 1. t Getouw, schepenzaal 1 ste verdieping Molenhoekstraat 2 te 2400 Mol vergaderzaal eerste verdieping Communicatiemiddelen: o vaste telefoonlijnen: o telefoon centraal informatiepunt: o Fax: Alternatief crisiscentrum: Brandweer Mol Ambachtstraat 18 te 2400 Mol vergaderzaal eerste verdieping Communicatiemiddel o telefoon bureel koprschef: o fax: B. Samenroepen gemeentelijk crisiscentrum 1. Via gemeentelijke verwittigingslijst 2. Via OSR: ingegeven als te verwittigen personen C. Beschikbare middelen in het gemeentelijk crisiscentrum vergaderruimte geschikt voor maximum 12 personen PC met internetaansluiting 5 vaste telefoontoestellen (862; te plaatsen: ) analoog telefoontoestel videoconferentie ( ) TV-toestel projectiescherm, bord en flip-over noodplanschijf nucleair noodplan regio Mol beschikbare middelen in het centraal informatiepunt: faxtoestel: kopieertoestel 39

41 Technische Ondersteuning Indeling politiek gedeelte Crisiscentrum - Schepenzaal (lokaal 10) - Eén vertegenwoordiger per discipline - Aansluiting extern internet mogelijk - Telefoonnummers: binnenlijn: Noodlijn: Gezamenlijk gebruik Fax: (bureel ambtenaar noodplanning) Kopietoestel: in gang bureel ambtenaar noodplanning NOOT: aanwezige computers kunnen niet door externen gebruikt worden, zijn op lokaal net aangesloten Discipline 1 - Bureel 7 - telefoonnummer: binnenlijn: 861 Discipline 2 - Bureel 6 - telefoonnummer: binnenlijn: 860 Discipline 3 - Bureel 9 - telefoonnummer: binnenlijn:

42 Discipline 4 - Bureel 3 - telefoonnummer: binnenlijn: 852 Discipline 5 + Centraal Informatie Punt - Bureel 5 en 4 - telefoonnummer: binnenlijn: 850 Provincie - Bureel 1 - telefoonnummer: binnenlijn: 853 Let op: telefoon staat doorgeschakeld naar 850. Aan ambtenaar noodplanning vragen om doorschakeling te wissen. Gemeente - Secretariaat - telefoonnummer: Call Center - Vergaderzaal 3 - telefoonnummer: binnenlijn:

43 Plan politiek gedeelte secretariaat Vergaderzaal

44 Afsprakennota Cp-Ops CC-gem Deze nota is van toepassing vanaf het moment dat de gemeentelijke fase wordt afgekondigd. Bij de operationele fase heeft de CP-Ops zowel de operationele als de beleidsbevoegdheid. 1. Samenwerking 1.1. Organisatie - Communicatie tussen CP-Ops en CC-gem gebeurt tussen DIR CP-Ops en ambtenaar noodplanning of burgemeester telefoonnummer CC-gem: GSM ambtenaar noodplanning: of burgemeester: Opstart gemeentelijke fase indien: de grote omvang van het incident of mogelijke uitbreiding van het incident een niet ingesloten incident bv. gevaarlijke stof die ontsnapt of geloosd is groot aantal gewonde slachtoffers een groot aantal niet-gewonden betrokken bij het incident - Burgemeester kondigt de gemeentelijke fase af op advies van de DIR CP-Ops. Ambtenaar noodplanning en burgemeester verwittigen elkaar naargelang wie in eerste instantie in kennis werd gesteld. Na afkondiging deelt de ambtenaar noodplanning de gemeentelijke fase mee aan 100/101/112 Ambtenaar noodplanning verwittigt discipline 5, secretaris en administratieve medewerker Beslissingen door CP-Ops - oproep andere korpsen - oproep deskundigen - operationele beslissingen (opeisen van extra hulpmiddelen bij civiele bescherming en TD) - ontruimen van gebouwen in de rode zone - bij een acute probleem neemt de bevelhebbende officier de nodige beslissingen 1.3. Beslissingen door CC-gem - opeisen van extra hulpmiddelen bij privé organisaties - bevel tot evacuaties in een bedreigde zone - keuze opvangcentrum - organisatie vervoer niet gewonden - informeren van bevolking - informeren van slachtoffers en familie - opstarten psychosociaal netwerk - informeren van pers - oproepen deskundige vertegenwoordigers in CC-gem 43

45 2. CP-Ops 2.1. Organisatie - Het secretariaat wordt waargenomen door discipline 3. - DIR CP-Ops verwittigt alle disciplines van opstart CP-OPS 2.2. Informatie - Eerste sitrap naar CC-gem bevat: plaats van het incident aard van het incident wanneer het incident heeft plaatsgevonden windrichting (komt uit.. ) aanrijroutes aantal slachtoffers (U1/U2/U3 doden brandwonden) aantal niet gewonden (schatting) gevaar/impact voor omgeving melding reeds genomen maatregelen perimeters (uitsluitingsperimeter isolatieperimetier ontradingsperimeter) advies evacuatie (onmiddellijk /mogelijk bij uitbreiding gebied) melding wanneer er dient afgeweken te worden van deze nota - Relevante informatie voor CC-gem indien gekend: update slachtoffers update situatie oproep andere korpsen afkondiging MIP/PIP/BIP problemen pers binnen de perimeters indien tussenkomst crisiscel noodzakelijk is, relevante gegevens verdachten plaats RV-punt plaats VMP 2.3. Vergadertechniek - Dir CP-Ops zit vergadering voor. - Vergaderen met tussenposen zodat elke discipline kan contact opnemen met zijn achterban zonder dat de vergadering wordt gestoord. - Elk vergadermoment wordt afgesloten met een samenvatting van de situatie. Deze samenvatting wordt doorgegeven aan het CC-gem. - Duidelijk uur (tijd) afspreken wanneer de volgende bespreking aanvangt. 44

46 3. CC-gem 3.1. Organisatie - Ambtenaar noodplanning contacteert elke discipline die niet aanwezig is. - Enkel personen opgenomen in de lijst CC-gem worden toegelaten. Er kan enkel een uitzondering worden gemaakt wanneer tijdens de besprekingen andere personen worden opgeroepen. Dit wordt meegedeeld aan discipline 3 door de verantwoordelijke van discipline 3. - Secretariaat wordt verzorgd door een administratief personeelslid bijgestaan door ambtenaar noodplanning - OSR wordt opgestart. De contactgegevens van de bij het incident betrokkenen worden genoteerd op het bord. - Verwittiging diensten gouverneur door ambtenaar noodplanning (Fred: ) 3.2. Informatie Gemaakte afspraken doorgeven aan CP-Ops afspraken met pers gegevens opvangcentrum afspraken opvang familieleden nummer call center stand van zaken evacuatie (plaats organisatie) na controle registratielijsten eventuele vermisten doorgeven afspraken met andere organisaties (onrechtstreeks betrokken bij incident) 3.3. Vergadertechniek - Burgemeester (of vervangende schepen) zit vergadering voor. - Vergaderen met tussenposen zodat elke discipline kan contact opnemen met zijn technische staf zonder dat de vergadering wordt gestoord. - Elk vergadermoment wordt afgesloten met een samenvatting van de situatie. De open vragen en genomen beslissingen worden doorgegeven aan DIR Cp-Ops. - Duidelijk uur (tijd) afspreken wanneer de volgende bespreking aanvangt. 45

47 Bijlage 5: Risico-instellingen* *Actuele contactgegevens zijn raadpleegbaar in OSR Sevesobedrijven AGC Flat Glass Europe Mol Plant Voortstraat Mol Nucleaire instellingen SCK - CEN Boeretang Mol Belgoprocess Boeretang Mol Gebruikers genetisch gemodificeerde micro-organismen GGM V.I.T.O. Boeretang Mol Bedrijvencomplex Industrieterrein Berkenbossen Berkenbossenlaan - Voortbeemden AGC Kempenglas Voortstraat Mol AGC Flat Glass Europe Mol Plant Voortstraat Mol Geo Park Mol nv / Handling Company Mol Berkebossenlaan Mol Van Gansenwinckel Container Berkebossenlaan Mol Van Gansenwinckel Chemie Berkenbossenlaan Mol Bouwwerken Huysmans Voortbeemden Mol Betonwerken Vets Voortbeemden Mol Gheys Transport Voortstraat Mol Luma Voortstraat Mol Faes Meubelen Berkebossenlaan Mol Martens Beton Berkenbossenlaan Mol Mora Berkebossenlaan Mol van de kerkhof bvba Voortbeemden Mol Meubelen Van Houdt N.V. Berkebossenlaan Mol Houthandel Vanderhoydonck NV Zuiderring Mol Industrieterrein II Ambachtstraat - Nijverheidsstraat Auto-onderdelen Timmermans Nijverheidsstraat Mol Durox Verven bvba St. Apollonialaan Mol Baudoin Mekanische Konstruktie Ambachtstraat Mol VDL KTI Belgium Nijverheidsstraat Mol Lidwina Stichting Postelarenweg Mol Publimo Ambachtstraat Mol Metalen Galler St. Apollonialaan Mol Schrijnwerkerij Nieuwbouw Nijverheidsstraat Mol Jan Gevers Ambachtstraat Mol Royal Chocolates Ambachtstraat Mol Metaalconstructies Verlooy Nijverheidsstraat Mol Verlipackpark Emiel Becquaertlaan G&A De Meuter Lichtstraat Mol Metal Process Europe Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Bayimpex bvba Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Bemaco Emiel Becquaertlaan 2B Mol Business & Marketing Emiel Becquaertlaan 2 B2.1A 2400 Mol Claes Sven Emiel Becquaertlaan 2 B2.50A 2400 Mol Cook4U2 Emiel Becquaertlaan 2 B1.28B 2400 Mol Cookings Emiel Becquaertlaan 2 B Mol 46

48 Deboel Peter bvba Emiel Becquaertlaan 2E2a 2400 Mol De Bruyn - Van Gorp Emiel Becquaertlaan 2a Mol De Stobbe Emiel Becquaertlaan 2-D Mol De Varomarkt Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Erco Teak Emiel Becquaertlaan 2 B Mol Euro Optics, Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Ferro Bellissimo Emiel Becqauertlaan 2 B Mol NM Interieur Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Gulcan Hotel Emiel Becquaertlaan 2 B Mol Hout en Parket Pernot Emiel Becquaertlaan 2 B Mol Jevacra Emiel Becquaertlaan 2 B Mo Kandemir Ahmet Emiel Becquaertlaan 2 B2.50B 2400 Moll KWJ Van Herk Emiel Becquaertlaan 2 E Mol La Buena Vida Emiel Becquaertlaan 2 1, Mol LMS Emiel Becquaertlaan 2 B2.47A 2400 Mol Luyckx Jo Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Mermans Luc bvba Emiel Becquaertlaan 2 b1 28A 2400 Mol Mertens Biercentrale Emiel Becquaertlaan 2 B1.39A 2400 Mol Metaalhandel België Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Minnen & Zoon Emiel Becquaertlaan 2b Mol Mopal nv Emiel Becquaertlaan 2 A Mol NVI Trading Emiel Becquaertlaan 2 A Mol PC bvba Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Perez Investmenst nv Emiel Becquaertlaan 2 B Mol PNO bvba Emeil Becquaertlaan 2 B1.40A 2400 Mol Remat Lichtstraat Mol R&S Projects Emiel Becquaertlaan 2 B Mol Sannen Paul Emiel Becquaertlaan 2400 Mol Schrijnwerkerij Smets Johan bvba Emiel Becquaertlaan 2a Mol Structum Tony Van Hoof Emiel Becquaertlaan 2 B Mol Truckpaint Lefebvre Emiel Becquaertlaan 2 A Mol VBM / ECS Emiel Becquaertlaan 2 A Mol Verelst Emiel Becquaertlaan 2B Mol WMH Emiel Becquaertlaan 2 B Mol KMO Mariëndal Mariëndal Bouwbedrijf Ivo Frans Mariëndal Mol MJC Mariëndal Mol Sun Calor bvba Mariëndal Mol Vanhoof bvba Mariëndal Mol Van Mechelen, Mariëndal Mol Claes, Mariëndal Mol Loodts bvba Mariëndal Mol Gevers Mariëndal Mol Swimtec Mariëndal Mol Grote brandbelasting Opslag en verdeling van aardgas en petroleumproducten AVIA Turnhoutsebaan Mol De Meurichy nv Turnhoutsebaan Mol Kuwait petrolium Turnhoutsebaan Mol Molse Bandencentrale Gompelbaan Mol Shell Express Turnhoutsebaan Mol Texaco - Mol Ginderbroek Mol 47

49 V.D.V. nv Colburnlei Mol Vel Oil nv Ezaart Mol Garage Cools Turhoutsebaan Mol Garage Deckx cva Kruisven Mol Garage Felix Tortelstraat Mol Garage De Lim Ezaart Mol Garage Lodewijckx nv Donk Mol Garage Ruts Simonsestraat Mol Garage VDH Borgerhoutsendijk Mol Garage Beerens Mol N.V. Nijverheidstraat Mol Garages Garage Auto Quick bvba Turnhoutsebaan 168 A 2400 Mol Garage Cools Turhoutsebaan Mol Garage Coomans bvba Donk Mol Garage Deckx cva Kruisven Mol Garage De Groof Colburnlei Mol Garage De Lim Ezaart Mol Garage Felix Tortelstraat Mol Garage Lodewijckx nv Donk Mol Garage Ruts Simonsestraat Mol Garage Saey Marc Gompelbaan Mol Garage VDH Borgerhoutsendijk Mol Garage Beerens Mol N.V. Nijverheidstraat Mol Garage Laenen Ezaart Mol Houtbedrijven Meubelen Van Houdt N.V. Berkebossenlaan Mol Houthandel Vanderhoydonck NV Zuiderring Mol Schrijnwerkerij Nieuwbouw Nijverheidsstraat Mol Schrijnwerkerij Smets Johan bvba Emiel Becquaertlaan 2a Mol Bosrijke omgeving Postel Heidehuizen/Volmolen Galbergen Sluis/Rauw Distributiemaatschappijen Aardgas: Elektriciteit: Water: Belgacom: Containerpark Containerpark Gompel Gompelbaan Mol Containerpark Millegem Vinkenstraat Mol Spoorweg NMBS-Station Mol Statieplein Mol NMBS Mobility Statieplein Mol Infrabel Stationsplein Hasselt Gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdzorg GBJ De Kempen campus De Markt Molderdijk Mol De Hutten Molderdijk Mol 48

50 Rust- en verzorgingstehuizen - Gehandicapteninstellingen Den Brand I Brandstraat Mol Den Brand II Postelarenweg Mol Den Brand III Boeretangsedreef Mol Den Brand IV Hangarstraat Mol Den Brand V Doornboomstraat Mol Den Brand Va Doornboomstraat Mol Den Brand VI Spoorwegstraat Mol De Witte Mol Galbergen Mol De Witte Meren Collegestraat Mol Hemelrijck vzw Kruisven Mol Ten Hove Jakob Smitslaan Mol Ziekenhuis Erica Ziekenhuis, Campus Mol Gasthuisstraat Mol Kinderdagverblijven en crèches Kinderdagverblijf Molleke Rivierstraat Mol Onderwijsinstellingen Dagonderwijs: Basisschool Het Schrijvertje Guido Gezellestraat Mol Basisschool 't Egeltje Beukenbosstraat Mol Kleuteronderwijs Rozenberg vest 3 Singellaan Mol Kleuterschool Rijpad vest 2 Rijpad Mol Saigo Mol Don Boscostraat Mol Sint Jan Berchmanscollege LO St. Jan Berchmansstraat Mol Gemeentelijke basisschool Ezaart St.-Willebrordusstraat Mol Gemeentelijke basisschool Ginderbuiten Ginderbuiten Mol Gemeentelijke basisschool Gompel Pastoor Vaesstraat Mol Gemeentelijke basisschool Hei Greesstraat Mol Gemeentelijke basisschool Rauw Gemeenteheistraat Mol Vrije Basisschool Achterbos vest 1 Achterbos Mol Vrije Basisschool Achterbos vest 2 Jozef Calasanzstraat Mol Vrije Basisschool Millegem St.-Odradastraat Mol Vrije Basisschool Sluis Sluis Mol Vrije Basisschool Wezel Keiheuvelstraat 7 A 2400 Mol GIBBO - Galbergen Don Boscostraat Mol Europese school Europawijk Mol Rozenberg SO - LO Rozenberg Mol Campus Het Spoor Chrysantenlaan Mol Sint Jan Berchmanscollege SO Jakob Smitslaan Mol Sint Lutgardisinstituut vest 1 Gasthuisstraat Mol Sint Lutgardisinstituut vest 2 Gasstraat Mol Technisch Instituut Sint Paulus Kruisven Mol Avond- en weekendonderwijs: Academie voor Beeldende Kunsten Mol Markt Mol Academie voor Muziek en Woord Mol Guido Gezellestraat 21c 2400 Mol Sint Lutgardisinstituut vest 1 Gasthuisstraat Mol Campus Het Spoor Chrysantenlaan Mol 49

51 Hotels Hotel Corbie Corbiestraat Mol Mollenhof Groeneweg Mol Postelse Hofstee Reuselseweg Mol Sunparks Kempense Meren Postelsesteenweg Mol Vakantie en recreatiedomeinen Jeugdlokalen met overnachtingsmogelijkheid Jeugdkamp De Maat De Maat Mol Chiro Albatros Lostraat 2 a 2400 Mol Chiro Alhambra Blekestraat 35 A 2400 Mol Chiro Ambiorix Vlamingenstraat 2400 Mol Chiro Gorabos Boerestraat 26 A 2400 Mol Chiro Ginderbuiten Singellaan 2400 Mol Chirojongens Milojeugd Leeuwerikstraat 2400 Mol Chiromeisjes Milojeugd Nachtegaalstraat 2400 Mol Chiro Sprankel Martelarenstraat 157 a 2400 Mol KSJ Centrum Pater Van Henxthovenstraat Mol VVKM JF Kennedy Turnhoutsebaan Mol VVKS Sint Carolus Vekeblok 2400 Mol VVKS Sint Paulus Aardbeemden 2400 Mol VVKS Sint Pieter Don Boscostraat Mol VVKS Tijl Bosdreef Mol Recreatiedomeinen Sunparks Kempense Meren Postelsesteenweg Mol Familiestrand Kasteelstraat Mol Provinciaal Domein Zilvermeer Zilvermeerlaan Mol Zilverstrand Kiezelweg Mol Culturele instellingen CC t Getouw Molenhoekstraat Mol Shouwburg De Rex, Smallestraat Mol Zalen Sportcomplex Den Uyt Rode-Kruislaan Mol Morata TTC Kiezelweg Mol Sporthal Achterbos Achterbos 2400 Mol Hof van 't Rauw Kiezelweg Mol Parochiecentrum Achterbos Achterbos Mol Parochiecentrum Ginderbuiten Kapellestraat Mol Parochiecentrum Gompel OL Vrouwstraat Mol Parochiecentrum Miloheem Milostraat Mol Parochiecentrum Spellenburg Hazenstraat Mol Parochiecentrum Wezel Lostraat Mol 50

52 Bijlage 6: Oefenbeleidsplan Gemeente Mol Oefenbeleidsplan

53 Inleiding Crisissen zijn van nature onvoorzienbaar en niet alles kan gepland worden. Bedoeling is evenwel wanneer ze zich voordoen de improvisatie tot het minimum te beperken. De sleutel voor goed crisisbeheer ligt in de kwaliteit van de voorbereiding van de overheden en diensten die aan de crisis het hoofd moeten bieden en in de kwaliteit van de hulpmiddelen die ze ter beschikking hebben. De veiligheidscel zorgt ervoor dat de risico s geanalyseerd worden en dat er algemeen - en bijzondere noodplannen opgesteld worden en actueel blijven. Daarnaast is de veiligheidscel belast met het organisatie en evaluatie van oefeningen. Het multidisciplinair en bestuurlijk oefenen heeft als doel het bevorderen van de kwaliteit van de rampbestrijding. Dit oefenbeleidsplan is een hulpmiddel om het oefenen systematisch te plannen, voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. 52

54 1. Context Het oefenbeleid is er op gericht de verschillende actoren de kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het functioneren in een crisissituatie bij te brengen en deze op peil te houden. De gemeente streeft naar een goed geoefende crisisorganisatie. Aangezien iedere calamiteit weer anders is, zal de crisisorganisatie een continu lerende organisatie moeten zijn. Van iedere calamiteit kan geleerd worden. Derhalve zal de organisatie open moeten staan voor mogelijk nieuwe inzichten. Hoewel er reeds bij de diverse disciplines afzonderlijk geoefend wordt, is de noodzaak tot het samenwerken met de andere disciplines een belangrijke reden om multidisciplinair te oefenen. Bovendien betekent samenwerken met anderen vaak dat er nieuwe vaardigheden en kennis van de diverse disciplines geëist worden. Om samen te werken moet men bijvoorbeeld iets van elkaars specifieke deskundigheden en verantwoordelijkheden kennen. Ook op bestuurlijk niveau betekent samenwerking met operationele eenheden vaak het aanleren van geheel nieuwe kennis en vaardigheden. In een noodsituatie, waarbij veel disciplines betrokken worden, zal er integratie moeten plaatsvinden van vaardigheden en procedures van alle partijen. Oefenen verloopt als een cyclus. De fasen in die cyclus zijn: planningsfase, uitvoeringsfase, rapportagefase en evaluatiefase. Planning Evaluatie Uitvoering Rapportage 1. Het meerjarenplan wordt uitgewerkt in de planningsfase: een document met een horizon van 6 jaar, waarin volgende doelstellingen worden nagestreefd: Een grotere regelmaat en systematiek bij het oefenen, rekening houdend met de dagdagelijkse werking van de verschillende disciplines Een grotere variëteit in het oefenen Een verhoging van de kwaliteit van het oefenen Opstellen en bijsturen van de verschillende noodplannen 2. Centraal in de oefencyclus staan de doelstellingen en de evaluatie van het oefenen. Heldere doelen geven richting aan de opzet en uitvoering van het oefenen en van oefeningen. Heldere 53

55 doelen geven bovendien richting aan de evaluatie van de oefeningen. 3. Evaluaties geven op hun beurt weer ideeën om nieuwe en betere oefeningen op te zetten, een beter beleid te ontwikkelen en daarmee een betere kwaliteit van de rampenbestrijding te bewerkstelligen. 54

56 2. Overzicht oefeningen Datum Risico Soort Verwittiging hulpdiensten Alarmeringsoefening Seveso-ongeval Terreinoefening Ontploffing op dinsdagmarkt Coördinatieoefening ADR - Verkeersongeval Zandbakoefening Luchtvaartongeval op nucleair domein Tafeloefening Mega tentfuif Coördinatieoefening Communicatieoefening Nucleaire oefening: evacuatie Beleidsoefening Ontruiming gemeenschapsinstelling Beperkte terreinoefening Beleidsoefening Nucleaire oefening Terreinoefening AGC Terreinoefening Zwembad Den Uyt Terreinoefening 55

57 3. Vaststellen van risico's 3.1 Risico-inventarisatie en risicoanalyse De analyse geeft globaal aan welke ramptypen in welke omvang verwacht kunnen worden. Ter voorbereiding op de rampenbestrijding zal een gedetailleerde risico-inventarisatie nodig zijn. De inventarisatie zal een risicoanalyse van veiligheidsrisico s van bouwwerken, waarbij brand- en bouwveiligheid belangrijke aspecten zijn, omvatten. Verder zullen ook publieksevenementen met veel bezoekers, infrastructurele voorzieningen, kansen op verspreiding van virussen, transporten van vervoer van gevaarlijke stoffen, ontwrichtingen van de samenleving bij langdurige stroomuitval, besmettingen van drinkwater, vormen van (bio)terreur worden geïnventariseerd. 3.2 Mogelijke ramptypen Rampen en zware ongevallen kunnen uiteenlopende gedaanten aannemen. Er zijn verschillende ramptypen te onderscheiden, variërend van vliegtuigongevallen tot overstromingen en grootschalige ordeverstoringen. Het ramptype bepaalt voor een groot deel de aard en omvang van de rampbestrijdingactiviteiten. Deze paragraaf geeft een overzicht van diverse ramptypen die zich kunnen voordoen binnen onze gemeente Rampen met betrekking tot verkeer en vervoer Luchtvaartongevallen Dit ramptype omvat grote luchtvaartongevallen, zowel door civiele als militaire toestellen, passagiers- als cargotoestellen, met name: Neerstorten in buitengebied Neerstorten op bebouwing Neerstortingen op stedelijk gebied (bv. Bijlmerscenario) of onbebouwd gebied op grote afstand van de luchthaven en andersoortige situaties mogen niet uit het oog verloren worden. 56

58 Ongeval op het water Dit ramptype omvat grote verkeersongevallen op het water, met name: Passagiersschepen of veerponten op binnenwater (brand, aanvaring, zinken, ) Waterrecreatiegebied met grote aantallen zeilers, surfers (windhozen, stormen) Neerstorting van vliegtuigen in groot open water Ongevallen op het land Dit ramptype omvat grote verkeersongevallen op het land, met name: Grote ongevallen in het wegverkeer (kettingbotsing, busongeval, ) Ontsporingen van of botsingen met/van reizigerstreinen Rampen met gevaarlijke stoffen Ongeval met brandbare en/of explosieve stoffen Dit ramptype omvat ongevallen met explosieve en brandbare stoffen voor zover daarbij buiten de directe ongevalplaats slachtoffers kunnen vallen. Het betreft stoffen die in de volgende categorieën vallen: brandbare gassen (categorie A zoals LPG, ), zeer brandbare vloeistoffen (categorie C3 zoals benzine, ) en ontplofbare stoffen (categorie E zoals kruit, ). Het gaat om ongevallen in open lucht met zowel stationaire als niet stationaire bronnen met/bij/tijdens: Het vervoer over de weg Het vervoer op water Spoorvervoer Transport via pijpleidingen Opslag, productie, verwerking en gebruik 57

59 Ongeval met giftige stoffen Dit ramptype omvat ongevallen met giftige stoffen die zich (snel) via de lucht kunnen verspreiden. Het gaat om ongevallen in open lucht met zowel stationaire als niet stationaire bronnen met/bij/tijdens: Het vervoer over de weg Het vervoer op water Spoorvervoer Transport via pijpleidingen Opslag, productie, verwerking en gebruik Nucleair ongeval Onder dit ramptype vallen: Ongevallen met nucleaire installaties Vervoersongevallen met radioactieve bronnen Rampen met betrekking tot volksgezondheid Bedreiging van de volksgezondheid Dit ramptype omvat plotselinge gebeurtenissen, inzichten in of vermoedens van een directe bedreiging voor de gezondheid van een grote groep mensen, echter nog zonder veel ziektegevallen. Het gaat hier om het dreigen van gezondheidseffecten. Problemen van dien aard kunnen ontstaan door een concreet ongeval, een concrete gebeurtenis waardoor feitelijk of vermeend een blootstelling plaatsvindt die schadelijk is voor de gezondheid: Drinkwaterbesmetting 58

60 Voedingsmiddelen besmet Verspreiding of uitstoot van stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid, al dan niet via voeding Ontdekking van ziektegevallen van riskante besmettelijke ziekten zoals polio, tbc Ziektegolf Dit ramptype betreft een (feitelijke) golf van gezondheidsklachten met initieel soms een ongekende oorzaak. Het verschil met het ramptype bedreiging volksgezondheid is dat in het geval van ziektegolf vrij plotseling een aantal ernstige gezondheidsklachten optreedt. Een ziektegolf kan een gevolg zijn van: Laat ontdekte oorzaken van het ramptype bedreiging volksgezondheid. Bv. voedselhygiënische problemen Een ziekteverwekker die een grootschalige epidemie kan teweegbrengen die leidt tot ziekenhuisopnames. Bv. zware griep, salmonella, legionella Rampen met betrekking tot infrastructuur Branden in grote gebouwen / industriegebouwen Dit ramptype omvat branden, evenals incidenten met veel rookontwikkeling of giftige dampen, in gebouwen waar zich veel mensen kunnen bevinden. Volgende soorten incidenten staan bij dit ramptype centraal: Grote branden in gebouwen voor niet- of verminderd zelfredzame personen Grote branden in gebouwen met een grootschalige publieksfunctie Grote branden in hoge gebouwen Branden in dichte binnensteden Instorting van gebouwen Dit ramptype omvat instortingen van grote gebouwen door velerlei oorzaken zoals: Gebrekkige constructie of overbelasting Aardgasexplosie Munitie-explosie en bomaanslagen Grondverzakking Windhozen of stormen Aardschokken Uitval van nutsvoorzieningen Dit ramptype omvat uitval of storing van publiek nutsvoorzieningen, met name: Uitval elektriciteitsvoorziening Uitval drinkwatervoorziening Uitval voorzieningen voor spraak en communicatie, IT-infrastructuur Uitval van gasvoorziening 59

61 3.2.5 Rampen met betrekking tot bevolking Paniek in menigten Dit ramptype omvat de gevolgen van verdrukking door massale paniek en vluchtgedrag in menigten in met name de volgende situaties: Grote festiviteiten, concerten, Grote demonstraties Voetbalstadions (rellen in en rondom stadions) en dergelijke objecten Grootschalige ordeverstoringen Dit ramptype omvat grootschalige verstoring van de openbare orde, met name: Rellen rondom demonstraties en andere publieke manifestaties met politiek karakter Gewelddadigheden rondom voetbalwedstrijden Massale vechtpartijen en buurtrellen Natuurrampen Overstromingen Overstromingen door hoge rivierwaterstanden of door langdurige zware regenval en/of dijkbreuk. 60

62 Natuurbranden Dit ramptype omvat grote tot zeer grote natuurbranden, met name: Bosbranden Heidebranden voor zover deze bedreigend kunnen zijn voor een substantieel bosareaal of bebouwing Extreme weersomstandigheden Het richt zich met name op acute gevolgen voor de mens en betreft: Extreme koude, sneeuw of ijzel Extreme hitte en eventueel smog Windhozen en vele verspreide ongevallen en dreigende situaties die bij zware storm kunnen optreden Rampen op afstand Sommige rampen zijn rampen op afstand. Een specifiek geval van rampen op afstand is het repatriëren of opvangen van slachtoffers van een ramp elders: Repatriëren van Molse burgers die in een andere regio in de problemen zijn geraakt Opvangen van burgers uit een andere regio Het gaat bij dit ramptype om coördinatie van de informatievoorziening en hulpverleningsactiviteiten vanuit België en om de opvang en verzorging van slachtoffers die weer in België zijn aangekomen Terrorisme Sinds 21 september 2001 realiseert ieder zich dat terrorisme een realistische vorm van bedreiging van de maatschappij is. Terroristische dreigingen en aanvallen kunnen, los van beweegreden, altijd en overal voorkomen. Het grote gevaar bestaat erin dat deze aanvallen steeds gewild, gepland en ideologisch gemotiveerd zijn. De voornaamste doelen van terroristische aanslagen zijn: zoveel mogelijk slachtoffers maken (zowel onder de bevolking als onder de hulpdiensten) de openbare orde verstoren 61

63 4. Oefenmethodologie Of we in onze gemeente in staat zijn om crisis- en rampsituaties succesvol te bestrijden, hangt nauw samen met de mate waarin de medewerkers van de verschillende hulpverleningsdiensten en de crisispartners voorbereid zijn. Opleiden, trainen en oefenen zijn de pijlers onder onze prestaties tijdens rampen en crises. Als we die prestaties willen verbeteren, zullen we ook onze leerprestaties moeten versterken. Oefenkalender: oefeningen worden gepland in een meerjarenkalender, rekening houdend met de mogelijke risico s, variatie in discipline-focus en variatie in het soort oefening. Deelnemers: worden bepaald aan de hand van het scenario en afhankelijk van de beschikbaarheid en realiteitszin Oefendoelen: worden voorafgaandelijk afgetoetst met de deelnemers en volgens het SMART 2 principe opgesteld, met de wetenschap dat niet alles in één keer kan geoefend worden. Realiteitszin: Enkel het scenarioteam en de oefen(bege)leiding mogen op de hoogte zijn van het scenario. Het is niet de bedoeling dat de oefening perfect loopt, maar dat men leert. Het scenarioteam dient wel de nodige maatregelen te nemen om de bevolking en diensten tijdig op de hoogte te brengen van de oefening. Scenario en scenarioteam: Het scenarioteam schrijft het scenario. Bij een algemene inzetoefening is het wenselijk dat elke discipline één scenarist aanduidt. Aan de hand van een tijdslijn wordt melding gemaakt van de gebeurtenissen, de betrokken gevaarlijke producten, de beschrijving van de letsels van de slachtoffers, de impact op de bevolking enz Draaiboek: De weergave van de praktische organisatie en het verloop van de oefening. Het draaiboek is enkel bedoeld voor de organisatie, de waarnemers en simulanten Voorbereiding en praktische afspraken Bij een algemene inzetoefening worden de deelnemers op voorhand door hun oversten gebrieft over de oefenafspraken (niet over het scenario). Bij een groot reëel incident wordt de oefening uiteraard stop gezet. De simulanten worden voorafgaandelijk gebrieft, eventueel wordt voorzien in vervoer en grimeerlokaal. Voornoemde afspraken zijn uiteraard niet limitatief. Oefening zelf: de oefening mag enkel worden bijgestuurd door de oefen(bege)leiders. De veiligheid van de deelnemers mag nooit in gevaar worden gebracht. Onmiddellijk na de oefening volgt een hotwash-debriefing en een dankwoord voor de deelnemers. De hotwash-debriefing wordt opgenomen in de eind-evaluatie. Evaluatie: een evaluatie wordt opgesteld, meestal door het scenarioteam, in overleg met de oefenbegeleiding en aan de hand van de evaluaties van de deelnemers en de waarnemers. De evaluatie wordt besproken op de eerstvolgende veiligheidscel. Implementatie van de evaluatie: dit gebeurt binnen de eigen disciplines en diensten. Indien nodig gebeuren aanpassingen van de bestaande nood- en interventieplannen en worden bijkomende opleidingen georganiseerd. 2 SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden 62

64 5. Samenwerken met de buren Alle lokale besturen moeten zich voorbereiden op elke potentiële noodsituatie. Ter uitvoering van het KB van 16 februari 2006, betreffende de gemeentelijke nood- en interventieplannen, werd een ambtenaar noodplanning aangeworven die gelet op het onvoorziene karakter van de noodplanning in principe 24u/24u en 7d/7d bereikbaar moet zijn. Dergelijke permanentie is niet steeds haalbaar. Een intergemeentelijke samenwerking dringt zich op. De gemeente Balen en de gemeente Mol hebben een samenwerkingsovereenkomst aangegaan, in het bijzonder door het leveren van bijstand aan elkaar tijdens noodsituaties. Om de gemeentelijke werking van beide gemeenten onder de knie te krijgen, dringt een samenwerking in het oefenbeleid zich op. De ambtenaar noodplanning zal in beide gemeenten bijstand leveren in het opstellen en uitvoeren van noodplanoefeningen. Uiteraard zijn er ook monodisciplinaire afspraken over operationele bijstand met onze buurgemeenten. 6. Oefenkalender Jaar Risico Soort 2014 Drinkwatervervuiling Zandbakoefening 2015 Nucleaire oefening Inzetoefening 2016 Seveso-oefening Zandbankoefening 2017 Ziekenhuis Beperkte inzetoefening 2018 Nucleaire oefening 2019 Treinongeval Zandbakoefening * voor de nucleaire oefeningen zijn we afhankelijk van het Algemeen Directie Crisiscentrum Noodplanning ** de oefenkalender is een voorstel, omwille van onvoorziene omstandigheden kunnen oefeningen gewijzigd worden 63

65 7. Aandachtspunten en werkpunten uit voorbije oefeningen Oefening Discipline Aandachtspunten - Aanbevelingen Vervolg Alarmering Alle Bij verlof van opgegeven verantwoordelijke vervanger doorgeven Bij plaatselijke omleidingen: omleiding doorgeven of melden dat door een activiteit er een omleiding zal zijn Seveso Brandweer Toegangsmogelijkheid van vroegere ingang bekijken met bedrijf Aandacht aan aanrijroute, opnemen in actiekaart Prov. OK Brandweer-Medische sector-politie via Opgenomen in richtlijn Poort kan worden opengesteld OK Vastleggen afzonderlijke radiofrequentie voor persluchtdragers en mensen met splash-pak Correcte samenstelling van Cp-Ops: richtlijnen uitwerken Goedgekeurd door VC AGS-deskundige oproepen bij dergelijke incidenten Voldoende informatie meegeven bij verwittiging van burgemeester Medische sector Afspraken rond gezamenlijke gespreksgroep kortsluiten met ambulance Mol Onvoldoende richtlijnen binnen de medische staf van het bedrijf Mee opnemen tijdens volgende oefening Politie Te kleine vergaderzaal voor CC Is overgeplaatst naar gemeentelijke overheid Wie moet beschermingskledij voorzien voor de verschillende 64

66 Oefening Discipline Aandachtspunten - Aanbevelingen Vervolg PIP-ploegen? Afspraken tussen CIC en lokale politie omtrent mededeling van aanrijroute, ed bij verwittiging van eerste ploeg Duidelijke afspraken maken rond gebruik van gespreksgroep Overheid Onduidelijkheid over windrichting Afspraak: steeds vermelden wind komt uit.. Eventueel weerstation SCK contacteren Binnen CC tussentijdse overzichten houden en informatiemomenten voorzien Toegangscontrole CC uitwerken Teveel communicatie in CC Nagaan of gekend noodnummer provincie het correcte nummer is Nagaan of logboek reeds door brandweer/lokale politie kan opgestart worden Verdeling administratieve taken binnen CC Ingeoefend bij volgende oefeningen Lijst is opgemaakt, bij afwijking via discipline verantwoordelijke binnen CC door te geven Afzonderlijke technische ruimtes zijn voorzien voor bijstand disciplines GSM-nrs beschikbaar OK, ook bruikbaar in CP-Ops Administratieve kracht wordt voorzien Duidelijke afspraken maken rond communicatie met Cp-Ops Goedgekeurd door VC Noodnummer Cipal opzoeken Is ondertussen gekend Markt Brandweer Opnemen in richtlijn: bij markt of andere activiteit aanrijroutes meedelen aan HC100 Bespreking verzekeringskwestie binnen technische commissie Marktreglement is aangepast 65

67 Oefening Discipline Aandachtspunten - Aanbevelingen Vervolg Medische sector Politie Communicatie Lokale Overheid Navragen bij HC100 of zij op de hoogte zijn marktdagen en mogelijke toegangswegen (belangrijk wanneer andere korpsen worden opgeroepen) Opnemen richtlijn: persperimeter instellen Communicatie over veiligheid van markt voorbereiden Marktreglement aanpassen voor eventuele noodsituaties: burgemeester kan markt stilleggen, geen schade vergoeding mogelijk Verzekering van markten nakijken en eventueel aanpassen Uitwerken regelgeving voor controle op verzekering en keuringsattesten van de marktkramers Procedure is lopende BA die door de marktkramers zelf moet afgesloten worden. BA-verzekering gemeente: ook voor inrichten van markten Marktreglement is aangepast Uitwerken BNIP Rondplein en omgeving Goedgekeurd VC ADR Brandweer Bespreking binnen brandweerzone hoe het probleem van aantal officieren kan opgevangen worden Opgenomen prov. Werkgroep oefenbeleid Opnemen in actiekaart: bij ADR-ongeval onmiddellijk ADRdeskundige contacteren Opnemen in actiekaart Cp-Ops: aandacht voor nietgewonden, gemeentelijke fase afkondigen Overheid Kaartmateriaal stimuleren GIS is aangepast Kaart OSR wordt verder bekeken Bijkomende latptop voor CC Budget 2011 Contact tussen CC en OC: contactpersoon aanduiden Is opgenomen in PSH-netwerk 66

68 Oefening Discipline Aandachtspunten - Aanbevelingen Vervolg Afsprakennota CC en Cp-Ops Goedgekeurd door VC Fuiven Communicatie andere disciplines Middelen zoeken om aan crowd control te doen Overheid Afsprakennota CC en Cp-Ops Goedgekeurd door VC Richtlijn opnemen: - Nummer call center doorgeven aan permanentie brandweer en lokale politie - Algemeen nummer t Getouw doorschakelen TIC Organisatoren terreininplanting opvragen Vanaf 2011 Laptop voor Cp-Ops Niet weerhouden in budget 2011 Evacuatie Communicatie Standaardbrieven / berichten voorbereiden OK Overheid Aandachtspunten uitwerken OK Sleutels lokalen TIC en Persconferentie voorzien in noodplanningskast OK Gemeenschapsinstelling Instelling Plattegrond (met aanduiding gevaarlijke stoffen) voorzien aan ingang voor hulpdiensten Communicatie naar ouders en hoofdbestuur via intern crisisteam Opgenomen in intern noodplan Nagaan waar jongeren terecht kunnen als ganse instelling moet geëvacueerd worden Medische Politie PSIP opstarten voor begeleiding jongeren Overbrenging jongeren naar ziekenhuis, best met politiebegeleiding Opgenomen in richtlijnen 67

69 Oefening Discipline Aandachtspunten - Aanbevelingen Vervolg Communicatie Tijdig verwittiging D5 (is mediagevoelig) Afspraken rond filmen en fotomateriaal opnemen in richtlijnen naar pers Seveso Brandweer Niet enkel AGS er op terrein ook in CC Meettoestellen via Sevesofonds opvragen Invullen Dir Cp-OPs bekijken met technische commissie brandweerzone HC100 vragen of ze kunnen melden wanneer het om een sevesobedrijf gaat Medische Politie Communicatie Overheid Internetaansluiting voorzien in Cp-Ops Reflex van hulpverleners om op afstand te blijven totdat de gevarenzone wordt aangegeven Geen hulpverleners van andere D s tegenhouden voor opvang slachtoffers. Doorgeven via Dir Pol Kopies van persberichten bezorgen aan andere disciplines Meerdere time-outs inlassen Communicatiestructuur tussen Cp-Ops en CC uitwerken Laptop voorzien in TIC Extern noodplan uitwerken en laten aansluiten op intern noodplan OK Opnemen in volgende oefening Opgenomen in algemene richtlijnen Opgenomen in volgende oefening OK 68

70 Bijlage 7: Ondersteuning middelen* *Actuele contactgegevens zijn raadpleegbaar in OSR Aannemers Beylemans Asfalt bvba Voortstraat Mol Bouwwerken Huysmans Voortbeemden Mol Cuinen Willy Broekstraat Mol Dierckx nv Kropstraat Mol Verbruggen nv Elsenstraat Mol Verdonck nv Heistraat Mol Ambulancedienst PIT Mol Gasthuisstraat Mol Rode Kruis Mol Markt Mol Vlaams Kruis Mol Kerkhoflaan Mol Bevoorradingsbedrijven Grootwarenhuizen Warenhuis Aldi Turnhoutsebaan Mol Warenhuis Aldi Molderdijk Mol Warenhuis Alma Kruisven Mol Warenhuis Alma Wezel Sint Jozefslaan 96a 2400 Mol Warenhuis Colruyt Rozenberg Mol Warenhuis Lidl Molderdijk Mol Warenhuis Supermarkt GB Statiestraat 53 A 2400 Mol Warenhuis Delhaize Rozenberg Mol Vervoersondernemingen Carolus Reizen bvba Postelsesteenweg Mol De Lijn Antwerpen Grotehondstraat Antwerpen De Lijn Turnhout de Merodelei Turnhout Tempo Cars Brandstraat Mol NMBS Mol station Mol Statieplein z/n 2400 Mol Opvanglocaties a. Tussentijdse opvang Academie voor Beeldende Kunsten (Mol) (Markt Mol) Academie voor Muziek en Woord Mol (Guido Gezellestraat 21c 2400 Mol) Basisschool Het Schrijvertje (Guido Gezellestraat Mol) CC t Getouw (Molenhoekstraat Mol) Chiro Albatros (Lostraat 2 a 2400 Mol) Chiro Alhambra (Blekestraat 35 A 2400 Mol) Chiro Ambiorix (Vlamingenstraat 2400 Mol) Chiro Gorabos (Boerestraat 26 A 2400 Mol) Chirojongens Milojeugd (Leeuwerikstraat 2400 Mol) Chiromeisjes Milojeugd (Nachtegaalstraat 2400 Mol) Chiro Sprankel (Martelarenstraat 157 a 2400 Mol) College Salus Nostra (Jozef Calasanzstraat Mol) Europese school (Europawijk Mol) Galbergen (Don Boscostraat Mol) Gemeentelijke basisschool Ezaart (St.-Willebrordusstraat Mol) Gemeentelijke basisschool Ginderbuiten (Ginderbuiten Mol) Gemeentelijke basisschool Gompel (Pastoor Vaesstraat Mol) Gemeentelijke basisschool Rauw (Gemeenteheistraat Mol) 69

71 GIBBO - Galbergen (Don Boscostraat Mol) Hof van 't Rauw (Kiezelweg Mol) kerk - kapel Heidehuizen (Hazenstraat 2400 Mol) kerk OL Vrouw (O. L. Vrouwstraat 2400 Mol) kerk St. Antonius (St.-Antoniusstraat 2 A 2400 Mol) kerk St. Apollonia (Jozef Calasanzstraat 2400 Mol) kerk St. Bernardus (Sluis Mol) kerk St. Carolus (Pastorijstraat 2400 Mol) kerk St. Jozefs Ambachtsman (Brandstraat 2400 Mol) kerk St. Odrada (Milostraat 2400 Mol) kerk - St Pieter en Pauwel (Markt 2400 Mol) kerk - St. Willibrordus (Ezaart 2400 Mol) Parochiecentrum Achterbos (Achterbos Mol) Parochiecentrum Donk (Sint Antoniusstraat Mol) Parochiecentrum Ginderbuiten (Kapellestraat Mol) Parochiecentrum Miloheem (Milostraat Mol) Parochiecentrum Spellenburg (Hazenstraat Mol) Parochiecentrum Wezel (Lostraat Mol) Provinciaal Domein Zilvermeer (Zilvermeerlaan Mol) Rozenberg SO - LO (Rozenberg Mol) Scholengemeenschap Mol - KTA (Leenhofstraat Mol) Sint Jan Berchmanscollege LO - SO (Jakob Smitslaan Mol) Sint Lutgardisinstituut (vest 1) (Gasthuisstraat Mol) Sint Lutgardisinstituut vest 2 (Gasstraat Mol) Sporthal Achterbos (Achterbos 2400 Mol) Technisch Instituut Sint Paulus (Kruisven Mol) 't Getouw (Molenhoekstraat Mol) Vrije Basisschool Millegem (St.-Odradastraat Mol) Vrije Basisschool Sluis (Sluis Mol) Vrije Basisschool Sluis vestiging 3 (E. Becquaertlaan Mol) Vrije Basisschool Wezel (Keiheuvelstraat 7 A 2400 Mol) VVKM JF Kennedy (Turnhoutsebaan Mol) VVKS Sint Carolus (Vekeblok 2400 Mol) VVKS Sint Paulus (Aardbeemden 2400 Mol) VVKS Sint Pieter (Don Boscostraat Mol) VVKS Tijl (Bosdreef Mol) Zilverstrand (Kiezelweg Mol) b. Opvangcentra Abdij Postel (Abdijlaan Mol) OCMW Dienstencentrum (Jakob Smitslaan Mol) Sportcomplex Den Uyt (Rode-Kruislaan Mol) Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg Mol c. Herberging Hotel Corbie (Corbiestraat Mol) Jeugdkamp De Maat (De Maat Mol) KSJ Centrum (Pater Van Henxthovenstraat Mol) Mollenhof (Groeneweg Mol) Postelse Hofstee (Reuselseweg Mol) Sunparks Kempense Meren (Postelsesteenweg Mol) 70

72 Bijlage 8: Fiche Schuilen Bepaal de zone waarbinnen de schuilmaatregel van toepassing is Bepaal de te geven instructies aan de bevolking Blijf binnen Sluit ramen en deuren Luister/kijk naar radio en televisie Wacht op een bericht dat het gevaar is geweken vooraleer de kinderen van school af te halen of de woning te verlaten waarschuwing mbt het gebruik van water en voedsel beperk het telefoongebruik tot strikt noodzakelijke oproepen Bepaal welke met welke communicatiemiddelen de bevolking gealarmeerd zal worden CIN sirenes luidsprekerwagens radio en televisie website Geef opdracht aan de politie bezetten van de perimeter en het controleren van de toegangswegen. Ja Nee 71

73 Bijlage 9: Evacuatie Aandachtspunten bij grootschalige evacuatie TIC opstarten ( ) o Bij provinciale of federale fase algemeen call center door provincie of federaal o Gemeentelijk enkel nummer vrijgeven aan diegene die moeten evacueren o Sleutels lokaal voorzien in noodplanningskast Onmiddellijk oproepen: o Uitvoeringsdienst oproepen voor leveren nadars (onmiddellijk vragen of ze kunnen nakijken hoeveel er op de Zerko staan en waar er naartoe geleverd zijn voor allerhande activiteiten) o Personeel oproepen voor afdragen brief ( t Getouw) o Autobussen contacteren (leger, civiele bescherming, maatschappijen) Discipline 2: o Bijstand vragen van het Rode en Vlaams Kruis (opvangcentrum 1 post, bijstand evacuatie) o Voorziet speciale vervoermiddelen, in voorverwittiging plaatsen Ambulances: 13 per 1000 evacués Invalidevervoer: 1 tot 2 per 1000 evacués o Laten aanvragen via gemeentelijk TIC Discipline 3: o Vraagt luchtsteun aan o Bezetten grote wegen, kijken na waar nadars worden geplaatst. Eerst gebied bezetten dan pas evacuatiebericht verspreiden o Nakijken of iedereen tegelijk moet geëvacueerd worden of per zone Scholen, kinderopvang,.. binnen de evacuatiezone worden afzonderlijk gecontacteerd. o FGI vraagt na bij kind en gezin voor lijst kinderopvangplaatsen (in kader van BNIP nucleaire ongevallen) Evacuatie: o Vrij laten evacueren o Opvangcentrum openen voor diegene die nergens terecht kunnen o Verzamelplaatsen doorgeven, maar ook met bus huis per huis afrijden o Vragen om te laten registreren: Dat ze weg zijn Naar waar (vrienden, kennissen, familie ) Contactgegevens (indien mogelijk naast telefoon ook mailadres) 72

74 Opvangcentrum openen volgens PSH-netwerk o Dieren thuis laten o Voor het geval ze dieren bij hebben, dierenartsen contacteren voor leveren kooien (ingang opvangcentrum). In geen geval dieren toelaten in het opvangcentrum. Verwittigen van bewoners: o Via CIN, bericht wordt voorbereid door discipline 5 o Via brief (ontwerp wordt opgemaakt door discipline 5) Opsomming wat meenemen Afzetten elektriciteit, gas en water Controle of buren op de hoogte zijn van maatregel of mee laten evacueren Laten registreren (via telefoon mail andere locatie) Infonummer: enkel wanneer er problemen zijn om te evacueren o Via website en teletekst RTV (up to date houden) o Infokrant (ook melden wanneer ze terug kunnen) Afdragen brief: o Verdelen straten, opletten voor geïsoleerde huizen (nakijken via GIS) o Door alle disciplines o Wanneer niet wordt opengedaan, brief aan raam hangen (tape voorzien in noodplanningskast) o Noteren op lijst wanneer niet rechtstreeks afgegeven (straatnaam + huisnummer) Scholen in omgeving verwittigen voor leerlingen die niet naar huis kunnen o Langer op school blijven o Laten afhalen door ouders o Overbrengen naar opvangcentrum (uur afspreken met directie wanneer leerlingen die niet opgehaald zijn, worden opgehaald) Evacuatiezones Opgenomen in OSR Geografische zones Reflexzone Mol - Nucleair ongeval 73

75 Fiche Evacuatie Bepaal de zone waarbinnen de maatregel van toepassing is Zone Aandachtspunten binnen de zone (scholen, rusthuizen, ziekenhuizen ) Geschat aantal te evacueren personen welke onthaalcentra werden geopend Zijn de verantwoordelijke(n) van de onthaalcentra gecontacteerd? Breng DSI op de hoogte van de locatie van de onthaalcentra Beschrijf de evacuatieroute Ja Ja Nee Nee Alarmeer de bevolking Middelen CIN Sirenes Luidsprekerwagens Boodschap Luister naar de radio Begeef u naar het evacuatiepunt Volg de evacuatieroute Radio en televisie Website Geef opdracht aan de politie voor bezetten van perimeter en controleren van toegangswegen Beperk telefoongebruik OK Niet OK 74

76 Bijlage 10: PSH-netwerk PSYCHOSOCIAAL HULPVERLENINGSNETWERK BALEN - MOL 75

77 1. Voorwoord Sinds een aantal jaren wordt er binnen de algemene nood- en interventieplanning, naast medische hulp, ook aandacht besteed aan psychosociale zorg voor zowel directe betrokkenen (gewonde en nietgewonde slachtoffers, getuigen, hulpverleners, enz.) als indirecte slachtoffers (familie, vrienden, enz.) van een ramp. De algemene richtlijnen en basisstructuur voor de organisatie van de psychosociale zorg zijn vervat in het Psychosociaal Interventieplan (PSIP) dat deel uitmaakt van de medische discipline. Het plan activeert en coördineert psychosociale acties bij collectieve noodsituaties zowel in de acute fase als in de nazorg voor alle getroffenen. De acties zijn erop gericht de getroffenen hulp te bieden zodat de weerslag van de noodsituaties op de meest aanvaardbare wijze verwerkt kan worden. Het psychosociaal netwerk staat wat betreft de beleidscoördinatie onder het administratief gezag van de Federale Gezondheidsinspecteur (FGI) en de Psychosociaal Manager (PSM). Het PSIP voorziet dat de gemeenten in hun eigen noodplanning een psychosociaal luik uitwerken. Een lokaal Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk (PSH) bestaat uit een lokaal team dat vlug ter plaatse kan zijn om snel de eerste psychosociale hulpverlening aan de getroffenen te kunnen bieden. Dit draaiboek beschrijft de uitwerking van het Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk voor de gemeenten Balen en Mol. Het oprichten en de werking van een lokaal PSH is enkel mogelijk geworden door samenwerking van volgende diensten: Psychosociaal manager van de provincie Antwerpen Dienst slachtofferhulp van de lokale politie Balen-Dessel-Mol Sociale dienst van het Heilig Hart ziekenhuis Mol OCMW Balen en Mol Gemeente Balen en Mol 76

78 2. Opdrachten van een Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk Het lokaal psychosociaal hulpverleningsnetwerk bestaat uit een lokaal team dat vlug ter plaatse kan zijn om snel de eerste psychosociale hulpverlening aan de getroffenen te kunnen bieden. Er zijn mensen nodig met administratieve, sociale en coördinerende vaardigheden. Om een minimale hulpverlening te kunnen opstarten moeten volgende cellen opgestart worden: 2.1. Centraal Informatiepunt (CIP) Het Centraal Informatiepunt verzamelt de diverse slachtofferlijsten, verwerkt en verspreidt deze lijsten. Er wordt een alfabetische lijst opgemaakt per categorie: lijst van de gewonden, met vermelding ziekenhuis lijst van de niet-gewonden lijst van de vermisten lijst van de overledenen lijst van de verwanten De diverse lijsten moeten steeds kunnen doorgegeven worden aan het coördinatiecomité. Slechts na toestemming van het CC-gem/CC-prov kunnen de lijsten doorgegeven worden naar het onthaalcentrum, de opvang verwanten en het telefooninformatiecentrum. Het Centraal Informatiepunt verzamelt de vragen die vanuit de verschillende centra opduiken en legt ze voor aan het coördinatiecomité. Vervolgens worden de genomen beslissingen aan de verantwoordelijke van de verschillende centra kenbaar gemaakt Onthaalcentrum betrokkenen (OC) In het onthaalcentrum worden aan de niet gewonden en eventueel ooggetuigen, die rechtstreeks met de ramp betrokken waren, een eerste psychosociale opvang aangeboden. In functie van de behoeften zal er catering voorzien worden. De aanwezigen worden geregistreerd op de lijst van de niet-gewonden Opvangcentrum verwanten (OV) In het opvangcentrum verwanten worden de verwanten samengebracht. De vrijgegeven informatie over de noodsituatie en eventueel vrijgegeven lijsten worden meegedeeld aan de verwanten. De verwanten kunnen op hun beurt informatie geven over eventuele aanwezigen op de plaats van het incident. De lijsten slachtoffers of vermisten kunnen aangevuld worden. De verwanten worden beschermd tegen inmenging van de media en krijgen emotionele ondersteuning. 77

79 2.4. Telefooninformatiecentrum (TIC) Via het telefooninformatiecentrum kunnen verwanten informatie krijgen over de noodsituatie en de slachtoffers. Enkel informatie die vrijgegeven is door het coördinatiecomité mag meegedeeld worden Sociale Dienst ziekenhuizen (SZ) De slachtoffers die opgenomen zijn in de ziekenhuizen en hun verwanten worden begeleid door de sociale dienst van het ziekenhuis Inrichten van rouwkapel Wanneer er meerdere overledenen zijn, wordt er een tijdelijke rouwkapel ingericht. De lichamen worden op een waardige manier opgeborgen en getoond. De verantwoordelijke van de rouwkapel geeft ondersteuning aan de familieleden die de laatste groet komen brengen Nazorgplan Naargelang de noodsituatie zal de Provinciale Psychosociaal Manager (PSM) een nazorgplan opstellen. Dit plan zal in samenwerking met het gemeentebestuur worden uitgevoerd. Het is onmogelijk om dit vooraf verder uit te werken, omdat de inhoud sterk verschilt van ramp tot ramp. Het nazorgplan treedt in werking na de acute fase, voor de uitwerking is een ruimere tijdspanne voorzien. 3. Invulling Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk Omwille van de diverse en veelvuldige taken is er gekozen voor een samenwerking tussen de gemeente Balen en Mol. Beide gemeenten zullen elkaar aanvullen waar nodig. Bij de opstart van het Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk (PSH) zal de verantwoordelijke verwittigd worden vanuit het coördinatiecomité. Alle relevante gegevens worden onmiddellijk vermeld (actiekaart 1) Coördinator PSH - start de verwittigingsketen (bijlage 1) - contacteert de verantwoordelijken van het gekozen onthaalcentrum voor de betrokkenen en opvangcentrum voor verwanten - verwittigt de PSM - draagt zorg voor de goede werking van de verschillende cellen - geeft de informatie door aan het CIP - vraagt informatie op aan het CIP - legt contacten met de verantwoordelijken van de sociale dienst van de ziekenhuizen - maakt na de noodsituatie een evaluatieverslag op coördinator Balen: Joeri coördinator Mol: Ann Raes 78

80 Opvang op het terrein De niet-gewonden, die de plaats van het incident niet verlaten hebben, worden aangespoord om samen te blijven op een nabijgelegen plein of andere voorlopige opvangplaats. Doordat deze mensen onmiddellijk worden opgevangen en niet ronddwalen, kunnen de disciplines hun taak beter en sneller uitvoeren. Het samenbrengen van de niet-gewonden gebeurt in samenwerking met de verschillende disciplines: Tijdens het motorkapoverleg wordt een geschikte plaats vastgelegd waar de niet-gewonden kunnen samengebracht worden. In de CP-Ops wordt deze plaats meegedeeld aan de andere disciplines. De ambulancier van de tweede ziekenwagen zorgt ervoor dat er aandacht wordt besteed aan het samenbrengen van de niet-gewonden. De hulpverleners van alle disciplines zullen de niet-gewonden naar de aangeduide plaats verwijzen. De ambtenaar noodplanning wordt verwittigd van de noodsituatie. Deze ambtenaar zorgt voor vervoer waardoor de niet-gewonden snel van het rampterrein verwijderd worden. 79

81 3.1. Centraal Informatiepunt (CIP) Balen Plaats: lokaal kopiedienst, gelijkvloers Gemeentehuis, Vredelaan 1 te Balen Functie Wie Taak Verantwoordelijke Ambtenaar noodplanning Mol Filtert en stuurt de informatie en vragen Koerier call center 1 persoon / gemeentepersoneel Zij zal de informatie die toekomt in het CIP en nodig is in het call center overbrengen, en omgekeerd de vragen vanuit het call center overbrengen naar CIP Koerier cc-gem 1 persoon / gemeentepersoneel Zij zal de informatie die toekomt in het CIP en nodig is in het cc-gem overbrengen, en omgekeerd de vragen vanuit het cc-gem overbrengen naar CIP Administratieve krachten 2 personen / gemeentepersoneel Bijstand voor opzoeken of doorgeven van informatie/vragen Mol Plaats: kabinet burgemeester, eerste verdieping t Getouw, Molenhoekstraat 2 te Mol Functie Wie Taak Verantwoordelijke Ambtenaar noodplanning Balen Filtert en stuurt de informatie en vragen Koerier call center 1 persoon / gemeentepersoneel Zij zal de informatie die toekomt in het CIP en nodig is in het call center overbrengen, en omgekeerd de vragen vanuit het call center overbrengen naar CIP Koerier cc-gem 1 persoon / gemeentepersoneel Zij zal de informatie die toekomt in het CIP en nodig is in het cc-gem overbrengen, en omgekeerd de vragen vanuit het cc-gem overbrengen naar CIP Administratieve krachten 2 personen / gemeentepersoneel Bijstand voor opzoeken of doorgeven van informatie/vragen 3.2. Onthaalcentrum betrokkenen (OC) 80

82 Balen: Plaats wordt bepaald in het CC-gem. Mogelijk plaatsen opgenomen in bijlage 3 Functie Wie Taak Keukenhulp 2 personen OCMW of zaalverantwoordelijke Voorzien van drank (frisdrank koffie), afwas,. Maatschappelijk werkers 4 opgeleide personen Mogelijk oproep bijkomende maatschappelijke Bijstand slachtoffers + organisatie inventarisatie werkers Administratieve krachten 2 personen / OCMW personeel Inventariseren van aanwezigen Mol: Plaats wordt bepaald in het CC-gem. Mogelijk plaatsen opgenomen in bijlage 3 Functie Wie Taak Keukenhulp 2 personen OCMW of zaalverantwoordelijke Voorzien van drank (frisdrank koffie), afwas,. Maatschappelijk werkers 4 opgeleide personen Mogelijk oproep bijkomende maatschappelijke Bijstand slachtoffers + organisatie inventarisatie werkers Administratieve krachten 2 personen / OCMW personeel Inventariseren van aanwezigen Wanneer catering nodig is, zal er contact opgenomen worden met toeleveringsfirma van het OCMW. De toeleveringsfirma heeft reeds een contract lopende met de OCMW s. Bij gemeentelijke fase gebeurt de facturatie aan het gemeentebestuur. 81

83 3.3. Opvangcentrum verwanten (OV) Balen: Plaats wordt bepaald in het CC-gem. Mogelijk plaatsen opgenomen in bijlage 3 Functie Wie Taak Keukenhulp 2 personen OCMW of zaalverantwoordelijke Voorzien van drank (frisdrank koffie), afwas,. 2 opgeleide personen Bijstand slachtoffers Maatschappelijk werkers Mogelijk oproep bijkomende maatschappelijke werkers Slachtofferhulp van de Thuisbezoeken, nadien bijstand in het Bijstand slachtoffers lokale politie opvangcentrum verwanten Administratieve krachten 2 personen / OCMW personeel Inventarisatie van mogelijke slachtoffers Mol: Plaats wordt bepaald in het CC-gem. Mogelijk plaatsen opgenomen in bijlage 3 Functie Wie Taak Keukenhulp 2 personen OCMW of zaalverantwoordelijke Voorzien van drank (frisdrank koffie), afwas,. Maatschappelijk werkers 2 opgeleide personen Mogelijk oproep bijkomende maatschappelijke Bijstand slachtoffers + organisatie inventarisatie werkers Slachtofferhulp van de Thuisbezoeken, nadien bijstand in het Bijstand slachtoffers lokale politie opvangcentrum verwanten Administratieve krachten 2 personen / OCMW personeel Inventarisatie van mogelijke slachtoffers 82

84 3.4. Telefooninformatiecentrum (TIC) Balen: Plaats:infodienst, gelijkvloers Gemeentehuis, Vredelaan 1 te Balen Functie Wie Taak Call takers 3 personen / gemeentepersoneel Nemen de telefoon aan en beantwoorden zoveel mogelijk de vragen, enkel informatie die vrijgegeven is vanuit het coördinatiecomité mag worden meegedeeld Koerier call center 1 persoon / gemeentepersoneel Zie 4.1 CIP Brengt de vrijgegeven informatie aan???? waar de call takers de recentste informatie kunnen terug vinden. Mol: Plaats: vergaderzaal 3, eerste verdieping t Getouw, Molenhoekstraat 2 te Mol Functie Wie Taak Call takers 5 personen / gemeentepersoneel Nemen de telefoon aan en beantwoorden zoveel mogelijk de vragen, enkel informatie die vrijgegeven is vanuit het coördinatiecomité mag worden meegedeeld Koerier call center 1 persoon / gemeentepersoneel Zie 4.1 CIP Brengt de vrijgegeven informatie aan op de informatiewand waar de call takers de recentste informatie kunnen terug vinden. 83

85 3.5. Sociale Dienst ziekenhuizen (SZ) Bij een grootschalig incident met vele gewonden worden de slachtoffers verspreid over verschillende ziekenhuizen in de regio. Elk ziekenhuis heeft zijn eigen sociale dienst. Vragen of informatie vanuit het coördinatiecomité of van de opvangcentra worden meegedeeld aan de verantwoordelijke van de sociale dienst/spoedgevallendienst van de ziekenhuizen. De dienst tracht antwoorden te zoeken op de gestelde vragen en verspreidt de gekregen informatie. Ze bundelen de vragen vanuit het ziekenhuis en bezorgt deze aan het CIP. Ze maken na de noodsituatie een totaal evaluatie van het ziekenhuis en bezorgt deze aan de coördinator van het PSH-netwerk Inrichten van rouwkapel Indien nodig wordt een tijdelijke rouwkapel ingericht: Balen: vroeger kerk Sint Jan, Sint Janstraat, Balen Mol: vroeger kapel Heidehuizen, Hazenstraat, Mol 84

86 Actiekaart 1: Verantwoordelijke PSH-netwerk Taken 1. De V-PSH wordt gealarmeerd na activatie en volgens de modaliteiten van het gemeentelijk noodplan, het medisch interventieplan (MIP) en/of het psychosociaal interventieplan (PSIP). 2. Volgende gegevens worden meegedeeld aan de V-PSH: sitrap met alle relevante informatie vermoedelijk aantal slachtoffers die moeten opgevangen worden aanrijroute naar de opvangcentra contactgegevens CC-gem herhalen 3. Overleg met het coördinatiecomité (CC) welke psychosociale structuren in gang moeten worden gezet. 4. Verwittig de PSM wanneer deze nog niet op de hoogte is 5. Open het onthaalcentrum en centrum voor verwanten die voorzien zijn het draaiboek PSH. 6. Zorg voor de activatie van de alarmeringsketen voor de verantwoordelijken en de hulpverleners volgens de overeengekomen modaliteiten. 7. Stel verantwoordelijken voor de verschillende structuren aan: Verantwoordelijke onthaalcentrum Verantwoordelijke telefooninformatiecentrum Verantwoordelijke opvang verwanten Verantwoordelijke centraal informatiepunt 8. Stuur medewerkers naar de verschillende structuren uit. 9. De Federaal Gezondheidsinspecteur (FGI) of de psychosociaal manager (PSM) of hun vertegenwoordiger is in het CC uw aanspreekpersoon. 10. Meld aan het CIP wanneer OC, TIC en / of OV operationeel zijn en spreek met het CIP de wijze van communicatie af. 11. Communicatie met het CC gebeurt via de verantwoordelijke van het CIP 12. Vraag aan het CC wanneer de niet-gewonden van het terrein naar het OC mogen vervoerd worden en meld dit aan de V-OC. 13. Maak alle vragen van het V-OC, V-TIC en/of V-OV over aan het CC via de V-CIP. 14. Voorzie extra personeel als de V-OC, de V-OV, de V-TIC of de V-CIP ernaar vragen en, als er hulpverleners tekort zijn, vraag bijkomende middelen aan het CC. 15. Zorg voor de ondersteuning van de verantwoordelijken en geef door aan de verantwoordelijken dat zij dit moeten doen voor hun hulpverleners. 16. De centra opgericht in het kader van het PSIP kunnen niet zonder de goedkeuring van het CC gesloten worden. Indien een dergelijk centrum nog open is en het CC sluit, zal de beslissing tot 85

87 sluiting door FGI en de PSM in onderling overleg op basis van de informatie van de V-PSH genomen worden 86

88 Actiekaart 2: Verantwoordelijke centraal informatiepunt (CIP) Taken 1. Begeef u naar het CIP en maak het onmiddellijk operationeel. 2. Meld uw aankomst in het CIP aan de V-PSH en aan het CC. 3. Zorg ervoor dat u minstens twee mensen oproept om u bij te staan. 4. Test de communicatiemiddelen. 5. Spreek met V-PSH, V-OC, V-OV en V-TIC de wijze van gegevensuitwisseling af. 6. Zodra het CIP operationeel is, meld dit aan de V-PSH. 7. Vraag aan V-PSH: naar welke ziekenhuizen de gewonden werden/worden overgebracht; plaats van het OC en OV. 8. Contacteer de ziekenhuizen, OC en OV en vraag de lijsten door te sturen. 9. Indien nodig stuur een medewerker naar de betreffende ziekenhuizen, OC en/of OV. 10. De toestemming van het CC is noodzakelijk voor verspreiding van de info. 11. Zorg voor een goede ondersteuning voor de medewerkers en voorzie bij een langere actie voldoende rustpauzes. 12. Het CIP wordt slechts gesloten na akkoord van het CC of de FGI via de V-PSH 87

89 Taken Actiekaart 3: Verantwoordelijke onthaalcentrum 1. Begeef u naar het OC en maak het onmiddellijk operationeel. 2. Indien er meerdere plaatsen voor een OC in uw gemeente aangeduid zouden zijn, vraag dan aan de V- PSH naar welk OC u moet gaan. 3. Meld uw aankomst in het OC aan de V-PSH en vraag ondersteuning. 4. Zodra het OC operationeel is en klaar om de niet-gewonden te ontvangen meld dit aan de V-PSH. Spreek vaste momenten van communicatie met elkaar af. 5. Organiseer het onthaal en de registratie van de niet-gewonden. 6. Indien u extra hulpverleners nodig heeft, vraag deze dan aan de V-PSH. 7. Meld de vastgestelde identiteiten volgens de modaliteiten van het PSIP. 8. Zorg voor de primaire behoeften (eten en drinken, kleding, onderdak en veiligheid) en tref, indien nodig, maatregelen voor langdurig verblijf voor de niet-gewonden in het OC. De vraag naar eventuele tekorten op dit vlak, verloopt via de V-PSH. 9. Geef alle andere vragen van het OC door aan de V-PSH. 10. Overleg met de V-PSH indien mensen wensen te vertrekken. Zorg ervoor dat zij die vertrekken, regulier worden uitgeschreven en check of ze geregistreerd werden. 11. Zorg voor een goede ondersteuning van de medewerkers en voor hun primaire behoeften. 12. De beslissing om het onthaalcentrum te sluiten, wordt doorgegeven door de V-PSH. 13. Maak de vragen van het OC (taalproblemen, extra call-takers, etc. ) over aan de V-CIP 88

90 Actiekaart 4: Verantwoordelijke opvang verwanten Taken 1. Begeef u naar het OV en maak het onmiddellijk operationeel. 2. Meld uw aankomst in het OV aan de V-PSH. 3. Zorg ervoor dat u wordt bijgestaan door minimaal 1 hulpverlener. 4. Heb aandacht voor families van de overledenen en stel indien nodig een medewerker rouwkapel aan. 5. Zodra het OV operationeel is en klaar om de verwanten te ontvangen, meld dit aan de V-PSH. Spreek de vaste momenten van communicatie met elkaar af. 6. Organiseer het onthaal en de registratie van de verwanten en koppel deze informatie aan de info die u via de in het plan beschreven kanalen ontvangt. 7. Indien meer verwanten nodig zijn, moet de verantwoordelijke zijn vraag richten aan de V-PSH. 8. Maak de namenlijsten over volgens de modaliteiten van het plan. 9. Zorg voor de primaire behoeften voor de verwanten in het OV. De vraag naar eventuele tekorten op dit vlak, verloopt via de V-PSH. 10. Geef alle vragen van de V-OV door aan de V-PSH. 11. Overleg met de V-PSH indien mensen wensen te vertrekken. Zorg ervoor dat zij die vertrekken, regulier worden uitgeschreven en check of ze geregistreerd werden. 12. De beslissing om het opvangcentrum voor verwanten te sluiten, wordt gemeld door de V-PSH met akkoord van het CC of de FGI. 89

91 Taken Actiekaart 5: Verantwoordelijke telefooninformatiecentrum (TIC) 1. Begeef u naar het TIC en maak het onmiddellijk operationeel. 2. Meld uw aankomst in het TIC aan de V-PSH. 3. Zorg ervoor dat er minstens 2 mensen opgeroepen worden om u bij te staan in het TIC. 4. Test het telefoonnummer. 5. Zodra het TIC operationeel is en klaar om de oproepen te ontvangen meld dit aan de V-PSH en het CC via de V-CIP. Spreek de vaste momenten van communicatie met elkaar af. 6. Vraag aan de V-CIP wanneer het tel.nr. vrijgegeven wordt in de media. 7. Vraag aan de V-CIP naar welk tel.nr. en/of plaats de pers kan verwezen worden. 8. Maak alle relevante vragen van het TIC over aan de V-CIP; heb specifieke aandacht voor taalproblemen. 9. Zorg voor een onmiddellijke link voor de flow van namenlijsten en informatie volgens de modaliteiten van het PSIP. 10. Brief de call-takers zodra u nieuwe informatie ontvangt van het CC, het is belangrijk dat de call-takers weten dat het beter is geen informatie te geven dan foute informatie. 11. Indien meer call-takers nodig zijn, moet de verantwoordelijke zijn vraag richten aan de V-PSH. 12. Zorg voor een goede ondersteuning voor de call-takers en voorzie bij een langere actie voldoende rustpauzes. 13. Het TIC wordt slechts gesloten na akkoord van het CC of de FGI via de V-PSH 90

92 Balen: Bijlage1: Locaties deelcellen Coördinatiecomité Cel Adres Brandweerkazerne, Vredelaan 2, Balen Crisisruimte Centraal Informatiepunt (CIP) Telefooninformatiecentrum (TIC) Gemeentehuis, Vredelaan 1, Balen Lokaal kopiedienst, gelijkvloers Gemeentehuis, Vredelaan 1, Balen Infodienst, gelijkvloers Mol: Coördinatiecomité Cel Adres t Getouw, Molenhoekstraat 2, Mol Schepenzaal, eerste verdieping Centraal Informatiepunt (CIP) Telefooninformatiecentrum (TIC) t Getouw, Molenhoekstraat 2, Mol Kabinet burgemeester, eerste verdieping t Getouw, Molenhoekstraat 2, Mol Vergaderzaal 3, eerste verdieping 91

93 Bijlage 2: Mogelijke opvanglocaties Voorstel locaties Balen: - OCMW - Sportcomplex Bleukens - VC De Kruierie - Dienstcentrum Keiheuvel Voorstel locaties Mol: - OCMW - Sportcomplex Den Uyt - Ecocentrum - Abdij Postel 92

94 Bijlage 3: Afkortingen CIP: Centraal InformatiePunt V-PSH: Coördinator Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk Dir-Med: Directeur Medische Hulpverlening DSI: Dienst Dringende Sociale Interventie FGI: Federaal GezondheidsInspecteur FOD : Federale Overheidsdienst KB: Koninklijk Besluit MIP: Medisch InterventiePlan NIP: Nood- en InterventiePlan OC: OnthaalCentrum OV: Opvang Verwanten PCB: Post Crisis Balans PSCC: Psychosociaal Coördinatiecomité PSH: Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk PSIP: PsychoSociaal InterventiePlan PSM: PsychoSociaal Manager SZ: Sociale dienst ziekenhuis TIC: TelefoonInformatieCentrum V-OC: verantwoordelijke onthaalcentrum V-OV: verantwoordelijke opvang verwanten V-TIC: verantwoordelijke telefooninformatiecentrum V-CIP: verantwoordelijke centraal informatiepunt 93

95 Bijlage 11: Ondersteunende diensten* *Actuele contactgegevens zijn raadpleegbaar in OSR Administratieve diensten De Post, Hangarstraat Mol Kabinet gouverneur Provincie Antwerpen, Koningin Elisabethlei Antwerpen Communicatiedienst Provincie Antwerpen Koningin Elisabethlei Antwerpen Dienst Noodplanning Provincie Antwerpen Koningin Elisabehtlei Antwerpen Algemene Directie Crisiscentrum (ADCC) Hertogstraat Brussel FOD Economie, Middenstand en Energie, Italiëlei Antwerpen FOD Volksgezondheid, Pelikaanstraat 4-2de verd Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen Afvalwaterbeheer Aqaufin, Dijkstraat Aartselaar Pidpa, Desguinlei Antwerpen Apotheek Apotheek Centrum, Statiestraat 44A 2400 Mol Apotheek Cobra, Markt Mol Apotheek Cobra, Ezaart Mol Apotheek Cobra Centrum, Statiestraat 44A 2400 Mol Apotheek De Volksmacht, Corbiestraat Mol Apotheek Ginderbuiten nv, Ginderbuiten Mol Apotheek Hoedemaekers, Laar Mol Apotheek Hoedemaekers, Graaf de Broquevillestraat Mol Apotheek Huens, Schooldreef Mol Apotheek Monnens, Turnhoutsebaan Mol Apotheek Ruysschaert, Zandputlaan Mol Apotheek Smolders, Milostraat Mol Apotheek Wezel, St. Jozefslaan Mol Expertise (die niet in de andere rubrieken terug komen) Chemisch en Nucleaire Risico Afd. Toezicht op Chemische Risico s, Ernest Blerotstraat Anderlecht Belintra Scheldelaan Antwerpen Brandweerinformatiecentrum voor Gevaarlijke Stoffen Technische Schoolstraat 43a 2440 Geel FANC Ravensteinstraat Brussel Natuur Afdeling Milieu-inspectie, Lange Kievitstraat bus Antwerpen Openbare Afvalstoffenmaatschappij, Stationsstraat Mechelen Agentschap Natuur en Bos Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Provinciaal Instituut voor Hygiëne Kronenburgstraat Antwerpen Verkeer Agentschap Wegen en Verkeer, District Geel Kleinhoefstraat Geel Agentschap Wegen en Verkeer, Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Vlaams Verkeerscentrum Lange Kievitstraat bus Antwerpen Voedsel FAVV Italiëlei 124 bus Antwerpen Antigifcentrum Bruynstraat Brussel (Neder-Over-Heembeek) 94

96 Logistiek Algemene Directie Civiele Veiligheid, Leuvense weg Brussel Provinciecommando Antwerpen - Staf (Belgiëlei Antwerpen) Geneesheer Dr Aerden Bieke Dreef Mol Dr. Baetsle P. Berkvenstraat Mol Dr. Basoglu P Markt Mol Dr. Beerens J. Wezel Mol Dr. Belie Bruno Markt Mol Dr. Bens H. Turnhoutsebaan Mol Dr Berghmans Jan Zavelstraat Mol Dr Berghmans Tom Rechtestraat Mol Dr. Berthels A. Schooldreef Mol Dr Bestmans Raymond Voortdijk Mol Dr. Boutsen Michel Martelarenstraat 206 bus Mol Dr Brecx Michael Donk Mol Dr. Coursier Patrick Bronstraat Mol Dr. Damen G. Sluis 167 A 2400 Mol Dr. De Belie B. Markt Mol Dr. Dekelver Marijke Postelarenweg Mol Dr. Delespaul Jean Postelarenweg Mol Dr. Delespaul Yves Roggestraat Mol Dr. Delport K. Corbiestraat Mol Dr. De Meester X. Markt Mol Dr. De Nollin P. Sluis Mol Dr. De Zutter A. Straatsburglaan Mol Dr. Dierckxsens J. Molderdijk Mol Dr. Dillen Koen Wateringstraat Mol Dr Dirks Joke Collegestraat Mol Dr. Douwen M. St.-Theresiastraat Mol Dr. Elshot Stephen De Rooy Mol Dr. François Inge Adolf Reydamslaan Mol Dr. Hendrickx P. Donk Mol Dr. Heyns Carl Heipad Mol Dr. Horemans Renaat Rozenberg Mol Dr. Houben V. Turnhoutsebaan Mol Dr. Ieven R. Rode-Kruislaan 2 A 2400 Mol Dr. Jansen L. Kasteeldreef Mol Dr. Jennen C Collegestraat Mol Dr. Joris Jan Leeuwerikstraat Mol Dr. Jutten P. Ringlaan Mol Dr. Keersmaeker J. Markt Mol Dr. Koevoets R Markt Mol Dr. Lemmens Erwin Statiestraat 41 bus Mol Dr. Leusen K. Markt Mol Dr. Lim Tjin Tjong St.-Jozefslaan Mol Dr. Macken Y. Jakob Smitslaan 42 bus Mol Dr. Maes Serge Adolf Reydamslaan 2A 2400 Mol Dr. Mattheeuws S. Jakob Smitslaan 42 bus Mol Dr. Peetermans Luc Roggestraat Mol Dr. Potloot G Milostraat Mol Dr. Raus Peter Rondplein Mol Dr. Raus Pieter Markt Mol 95

97 Dr. Romagnoli M Markt Mol Dr. Schauvliege H. Jakob Smitslaan 42 bus Mol Dr. Smekens Marleen Roggestraat Mol Dr. Smets M. Rozenberg Mol Dr. Springael E. St.-Jozefslaan Mol Dr. Staes J Zavelstraat Mol Dr. Staes F. Zavelstraat Mol Dr Staes S Zavelstraat Mol Dr. Stas F. Markt Mol Dr. Striekwold H Markt Mol Dr. Stroo B. Boeretangsedreef Mol Dr. Swinnen J. Donk Mol Dr. Triangle A. St.-Pieterstraat Mol Dr. Vaes F. Jakob Smitslaan 42 bus Mol Dr. Valgaeren Herman Edmond Van Hoofstraat Mol Dr. Valgaeren Hilde St.-Apollonialaan Mol Dr. Valgaeren Jozef Turnhoutsebaan Mol Dr. Valgaeren Katelijne Chrysantenlaan Mol Dr. Van Cakenbergh Johan Adolf Reydamslaan 2A Mol Dr. Vancoppenolle F. Turnhoutsebaan Mol Dr. Vandecasteele G. Karlsruhelaan Mol Dr. Vandenberk B Gompelbaan Mol Dr Van den Broek Mieke Wateringstraat Mol Dr. Van Den Langenbergh N. Markt Mol Dr. Vanderhoydonck Roger Molenstraat Mol Dr. Van Der Stighelen V. Sint Jozefslaan Mol Dr. Van Hoof Ann Donk Mol Dr. Vanhoucke K. Jakob Smitslaan 9A 2400 Mol Dr. Van Kerkhoven Inge Donk Mol Dr. Van Lancker M. Dreef 19 bus Mol Dr. Van Lingen C. Gompelbaan Mol Dr. Verbeke A. Turnhoutsebaan Mol Dr. Verjans V. Romelaan Mol Dr. Verleysen Gitte Hofstraat Mol Dr. Verpoorten Annemie Ringlaan Mol Dr. Verwaest Luc Wateringstraat Mol Dr. Verwimp H. Dreef Mol Dr. Vissers Munchenlaan Mol Dr. Vos Alfons Guido Gezellestraat 1A Mol Maatschappelijk Welzijn OCMW Mol Jakob Smitslaan Mol Nutsvoorzieningen BIPT/NCS Sterrenkundelaan 14 bus Schaarbeek Belgacom Koning Albert II laan Schaarbeek Telenet Liersesteenweg Mechelen Elia Keizerslaan Brussel Iveka Lamorinièrestraat Antwerpen Iveka Geel Dr. Van de Perrestraat Geel Pidpa Desquinlei Antwerpen Paramedische dienst 96

98 Het Vlaams Kruis Kerkhoflaan Mol Het Rode Kruis Markt Mol Verpleegkundige Bens Evy Frankrijklaan Mol De Bie Wendy Konijnenbos Mol De Kei Thuisverpleging Gompelbaan Mol Dexters M Guido Gezellestraat Mol Geudens Kris bvba Maaldersstraat Mol Huysmans Inge Duinstraat 5 A 2400 Mol Huysmans M. Maaldersstraat Mol Lodewyckx M. St.-Jozefslaan Mol Meynen S. Karrekietstraat Mol Noels Marleen bvba Hutten Mol Onafhankelijke Thuiszorg Vlaanderen vzw St.-Paulusstraat Mol Raeymaekers Maggi Koekoekstraat Mol Thuisverpleging Faes - Nuyts bvba Schooldreef Mol Thuiszorg Arbeid en Gezondheid Rozenberg Mol Thuisverpleging Ambachtsstraat Mol Vandermeeren M. Tulpenstraat Mol Vanpol J. Kievitstraat Mol Willekens T Keiheuvelstraat Mol Wit-Gele Kruis Mol Edmond Van Hoofstraat Mol Water NV De Scheepvaart, Havenstraat Hasselt Dienst waterbeleid Provincie Antwerpen, Waterloopbeheer Koningin Elisabethlei Antwerpen Watering der Zeven Heerlijkheden, Hoge Schouw Mol District Grote Nete/Dijlebekken Koningin Elisabethlei Antwerpen District Kleine Nete Koningin Elisabethlei Antwerpen Waterbouwkundig Laboratorium Hydrologisch Informatiecentrum Berchemlei Borgerhout Ziekenhuis Erica Ziekenhuis Campus Mol Gasthuisstraat Mol 97

99 Bijlage 12: Monodisciplinair noodplan D5 Communicatieplan bij noodsituaties Voorbeeld van monodisciplinair noodplan discipline 5 Aan te passen naar eigen situatie en organisatie. Maak het zo concreet en praktisch werkbaar als mogelijk. U kunt inspiratie opdoen in de actiefiches. INHOUD 1. Toepassingsveld 2. Opdrachten 3. Interne organisatie 4. Verwittiging 5. Doelgroepen 6. Communicatiemiddelen en acties per doelgroep 1. TOEPASSINSGVELD Dit monodisciplinair interventieplan is het draaiboek dat de organisatie en de wijze van optreden van discipline 5 INFORMATIE- regelt. Dit plan treedt in werking bij de afkondiging van een gemeentelijke fase. Het plan kan ook afzonderlijk worden geactiveerd door de bevoegde overheid. 2. OPDRACHTEN tijdens de noodsituatie * waarschuwen van de betrokken bevolking * informatie aan de betrokken bevolking over (de evolutie van) de situatie aan de bevolking * informatie aan de betrokken bevolking over de maatregelen die door de overheid worden genomen en richtlijnen aan de bevolking * informatie aan de bevolking in het algemeen (ruime publiek) * Informatie aan eigen personeel, het betrokken bedrijf en de politie na het opheffen van de noodsituatie informatie aan de betrokken bevolking over de maatregelen voor de terugkeer naar een normale situatie en eventuele nazorg op het vlak van informatieverstrekking. Buiten elke noodsituatie om, heeft discipline 5 (als lid van de veiligheidscel) ook de opdracht om mee te werken aan de organisatie van een voorafgaande informatie van de bevolking over de noodplanning. Deze vorm van informatie heeft betrekking op: - de risico's waaraan de bevolking kan blootgesteld worden - de maatregelen die de overheid neemt om de kans op een incident of een ramp zo klein mogelijk te maken - de maatregelen die de bevolking zelf kan nemen in geval van een noodsituatie. 98

100 3. INTERNE ORGANISATIE 3.1 Eindverantwoordelijkheid De eindverantwoordelijkheid voor de informatie bij noodsituaties ligt bij de burgemeester. Hij leidt het coördinatiecomité, bepaalt de beleidsbeslissingen en heeft het meeste gezag en autoriteit, zowel symbolisch als politiek, om het woord te voeren naar pers en bevolking. 3.2 Directeur Informatie De organisatie van de informatie berust bij de directeur informatie (Dir-Info) Roeland Kortleven. Hiermee wordt bedoeld de voorbereiding, de uitwerking en de coördinatie van alle activiteiten die met de informatieverstrekking bij een noodsituatie te maken hebben. De bestuurssecretaris communicatie neemt de taak van Dir-Info op. De Dir-Info: maakt deel uit van het coördinatiecomité, is permanent aanwezig in het coördinatiecomité en volgt de gebeurtenissen in het coördinatiecomité nauwgezet houdt de feiten bij, corrigeert deze bij elke situatiewijziging, houdt nauwgezet bij welke beleidsbeslissingen worden genomen, wat er wordt beslist met betrekking tot de te nemen maatregelen, inzet van middelen, enz. koppelt voortdurend terug in het coördinatiecomité over de informatie die door de pers en de bevolking wordt gevraagd zorgt ervoor dat enkel die informatie naar buiten gaat die door het coördinatiecomité wordt gedragen staat in voor de coördinatie van de communicatie-acties (persberichten, persconferentie, informatienummer, website, ) houdt de andere leden van het coördinatiecomité alert voor het informatie-aspect De Dir-Info wordt bijgestaan door andere medewerkers van de communicatiedienst voor: - het opmaken en versturen van persberichten - contacten met de pers - het actualiseren van de gemeentelijke website - het bijhouden van een logboek - afstemming met het informatiecentrum voor de betrokken bevolking en voor verwanten van slachtoffers Woordvoering De bestuurssecretaris communicatie (vb. Dir-Info, informatieambtenaar,...) Roeland Kortleven is contactpersoon voor de pers, behalve als de burgemeester zelf de pers te woord staat of indien hij iemand anders als woordvoerder aanduidt. De lijnen voor de contacten met de pers, woordvoering en de kernboodschappen moeten gekend zijn bij de verschillende disciplines. 99

101 3.4 Op het (ramp)terrein Op het terrein is een ambtenaar van de informatiedienst aanwezig. Deze persoon maakt deel uit van de operationele commandopost, onder leiding van de directeur van de Commandopost Operaties (Dir CP-Ops). Deze persoon: - informeert zich voortdurend over (de evolutie van) de situatie ter plaatse, over de organisatie van het interventieterrein en de zonering die wordt geïnstalleerd - staat in voor de opvang van de pers die zich ter plaatse bevindt - begeleidt de pers bij een (eventueel) bezoek aan de rampsite (te bepalen in samenspraak met de Dir CP-Ops, Dir-Info (Roeland Kortleven) en het coördinatiecomité) 3.5 Activatie van discipline 5 1. Alle leden van discipline 5 worden samengeroepen. Zij komen samen aan de informatieen onthaalbalie in t Getouw. 2. De onderlinge taken worden verdeeld. 3. Er wordt informatie ingewonnen over de situatie 4. Is een alarmering van de bevolking nodig? Indien ja, actie ondernemen. 5. Een eerste boodschap met feiten en aanbevelingen wordt voorbereid. 6. Met alle disciplines worden afspraken gemaakt over de externe communicatie. 7. De verschillende communicatiekanalen worden opgestart om de bevolking te informeren (persbericht, elektronische informatieborden, website, opstart informatienummer,.) 3.6 Contactgegevens leden discipline 5 Dienst Persoon Informatiedienst Roeland Kortleven Informatiedienst Astrid Vrolix Informatiedienst Lenny Geukens Informatiedienst Erna Geenen Communicatieambtenaren buurgemeenten Gemeente Persoon Balen Bart Boets bart.boets@balen.be Dessel Anke Peeters anke.peeters@dessel.be Lommel Greet Poets greet.poets@lommel.be Retie Liesbeth Van Herck liesbeth.van.herck@retie.be Geel Kristien Luyckx kristien.luyckx@geel.be Eersel Nicky Fischer van de Vliert n.fischer@eersel.nl 100

102 Media 1. Kranten Het Laatste Nieuws Jef Van Nooten Het Laatste Nieuws Goordijk Oud-Turnhout jef.van.nooten@hotmail.com Bert Huysmans bert_huysmans@hotmail.com Coördinatie activiteitenkalender Het Laatste Nieuws Sofie SCHOLLIERS sofie.scholliers@persgroep.be Het Nieuwsblad Algemeen adres: mol@nieuwsblad.be Tommy MAES Wezelbaan Balen tel & fax gsm tommy.m@skynet.be Frans VANDENBERGH Martelarenstraat 35, 2400 Mol tel (fax kantoor ) gsm frans.vandenbergh@belgacom.net Saskia VAN GESTEL saskia_vangestel@hotmail.com GSM Coördinatie activiteitenkalender Het Nieuwsblad Jeffrey GOOSSENS dagtips@yahoo.com Activiteitenkalender VUM agenda-antwerpen@vum.be Gazet Van Antwerpen 101

103 Nele Caeyers Bresserdijk Mol Alex Kestens Populierenstraat Mol Eindredactie Suiker GCV Procart Otterstraat 8 bus Turnhout roel.sels@skynet.be 2. Reclamebladen De Streekkrant Molderdijk Mol Tel Fax Hoofdredacteur De Streekkrant pacolibre@skynet.be Sis Van Eeckhout saskia_vangestel@hotmail.com GSM Jef Aerts Vennekensbossen (werk) jefaerts@belgacom.net jozef.aerts@zilvermeer.provant.be e- mail (kantooruren): ecocentrum@zilvermeer.provant.be De Zondag Alex Kestens akestens@concentra.be 102

104 Pas-Uit Magazine André Vanzummeren Begijnhof Turnhout Ester Heylen Passe Partout Otterstraat Turnhout Saskia VAN GESTEL GSM Onderox Oranjemolenstraat Turnhout Jef Aerts Vennekensbossen (werk) e- mail (kantooruren): Plus Magazine Liesbet Geboers Singellaan Radio Radio 2 Antwerpen Jan Van Rijswijcklaan Antwerpen tel.: fax: redactieantwerpen@radio2.be Jef Aerts Vennekensbossen (werk)

105 e- mail (kantooruren): Radio Contact Frank Vandervoort Manager Radio Contact, regio Kempen Redactie Contact Vlaanderen Oorlogskruisenlaan 94 B-1120 Brussel Tel: of Radio Antwerpen 1 Katwilgenweg Antwerpen redactie@antwerpen1.be telefoon: (redactie) fax: Radio VOODOO Maatschappelijke zetels: Tramstraat Turnhout en Grotesteenweg Geel Walter Broeckx walter.broeckx@cmg.be yora@hotmail.be Radio Gompel radiogompel@pandora.be studio@radiogompel.be 4. Televisie Regionale Televisie RTV Lossing Westerlo dagtv@rtv.be redactie@rtv.be 104

106 VRT-nieuwsdienst Explo Report bvba Schriekbos Zoersel GSM +32 (0) fax +32 (0) Persagentschappen Belga Toon Mast Kristof Van Houtte Grote Markt Antwerpen tel fax Republica dos Fantasmas Audiovisueel persbureau Oude Godstraat Edegem Telefoon: GSM: Fonteinstraat Antwerpen-Borgerhout Telefoon: Fax: GSM: Creatieve Pers Winkel Turnhout tel fax of Audiovisueel persbureau Republica dos Fantasmas Lieven Bax Redactie - eindredactie - research - mediatraining Fonteinstraat Antwerpen-Borgerhout Telefoon: Fax: GSM: lieven.bax@planetinternet.be 105

107 6. Internet tel Wim Tubbax Oogstraat Mol Handelsgids Video LP - Provid nv Jan Gorislaan Diest info@videolp.be Belinfo Guy Lemmens Bretagnestraat 27/ Brussel Tel en fax guy.lemmens@belinfo.be Cultuurdatabank redactie@cultuurdatabank.be Nieuws Guy Verellen guy@nnieuws.be 7. Freelancers Bert Moons Copywriting & Journalistiek Kontersland Bevel-Nijlen Tel Fax info@bertmoons.be 106

108 4. VERWITTIGING De Dir-Info Roeland Kortleven wordt telefonisch verwittigd van een noodsituatie door burgemeester Paul Rotthier. Inhoud van de verwittiging: - indien vooralarm: noodsituatie voorlopig in de lokale coördinatie opschaling naar gemeentelijke fase mogelijk - indien alarm: begeef u naar het coördinatiecomité in administratief centrum t Getouw (lokaal politie tweede verdieping) - feitelijke informatie: wat is gebeurd, waar, hoe laat, slachtoffers, materiële schade, risico s voor omgeving, De Dir-Info verwittigt op zijn beurt de medewerkers van discipline 5 en maakt met hen de eerste afspraken - wie begeeft zich op het terrein / wie assisteert bij de gemeentelijke crisiscel - wie regelt de verdere verwittiging van andere medewerkers - wie doet het nodige voor de website, het informatienummer, 5. DOELGROEPEN 5.1. Betrokken bevolking De betrokken bevolking is de bevolking die rechtstreeks en onmiddellijk te maken heeft met de noodsituatie omdat ze zich in de buurt ervan bevinden. Het zijn de mensen die bij een eventuele evacuatie worden opgevangen in een onthaalcentrum dat voor die gelegenheid wordt opgericht Bevolking in het algemeen De bevolking in het algemeen, waar ook in België of zelfs daarbuiten, die niet onmiddellijk met de noodsituatie te maken heeft maar die wel geïnteresseerd kan zijn in informatie over de noodsituatie Pers De pers is voor discipline 5 een doelgroep op zichzelf, gelet op de "plaats" die zij innemen in noodsituaties en hun manier van werken. De (inter)nationale, regionale en lokale geschreven en audiovisuele pers zijn een partner om de bevolking te kunnen informeren en vereist tegelijk van de overheid om de contacten ermee te organiseren. 5.4 Aanverwanten van slachtoffers Informatie aan familieleden van slachtoffers vereist een specifieke aanpak. Deze doelgroep behoort NIET tot discipline 5. Familieleden van slachtoffers worden doorverwezen naar specifieke diensten die gespecialiseerd zijn in het opsporen, de opvang en de identificatie van slachtoffers en de opvang van familieleden en verwanten van slachtoffers. Dat kan DSI (Dienst Sociale Interventie van het Rode Kruis) zijn of het PSH-netwerk. 107

109 6. COMMUNICATIEMIDDELEN EN ACTIES PER DOELGROEP 6.1 Doelgroep: betrokken bevolking Middelen pers (persberichten, persconferentie, persbriefings) website Sociale media (Facebook en Twitter) informatienummer public adress (politiewagens) elektronische informatieborden CIN-netwerk SEVESO-sirenes middel: pers Informatie over: de situatie 1. Zorg dat het bericht opvalt (het betreft een crisissituatie en kan niet blijven liggen) 2. Vermeld steeds datum en tijdstip van het bericht. Vermeld van wie het bericht afkomstig is. 3. Wees kort en bondig (feitelijk) geen overbodige info 4. Wees voorzichtig: er is misschien onzekerheid over een aantal gegevens en u weet niet hoe de situatie zal evolueren. 5. Geef een antwoord op de vragen: WIE is betrokken? WAT is er gebeurd? WAAR is het gebeurd? WANNEER is het gebeurd? (datum en tijd) WAARDOOR is het gebeurd? met WELKE onmiddellijke GEVOLGEN? WAT en DOOR WIE wordt aan het onheil verholpen? 6. Zet het belangrijkste nieuws vooraan. Begin met een korte beschrijving van de situatie en aanbevelingen. 7. Gebruik korte zinnen en eenvoudige woorden. 8. Geef voor de bevolking aan wanneer en via welke weg meer informatie zal volgen. 9. Vermeld een contactpersoon voor de media. 10. Lees het bericht na vooraleer het te verspreiden (of door iemand die iets meer afstand kan nemen van de tekst)! 11. Laat het bericht goedkeuren. 12. Zorg ook voor een INTERNE verspreiding van het bericht (naar alle betrokkenen bij het crisisbeheer). middel: website Informatie over: de situatie 108

110 middel: informatienummer Informatie over: de maatregelen die de doelgroep(en) in acht moet(en) nemen NB: Het oprichten van een infocentrum voor slachtofferinfo kan eventueel met behulp van het DSI (Dringende Sociale Interventie van het Rode Kruis) en PSH-netwerk. Zij hebben specifieke ervaring over hoe te reageren op ongeruste vragen, hoe mensen geruststellen, welke informatie kunt u wel en niet geven, naar wie of naar waar moeten mensen worden doorverwezen, enz. Voorbereiding 1. Zorg voor een aangepaste infrastructuur (telefoonlijnen met voldoende 2. capaciteit, neem het nummer op in het noodplan, ) 3. Bereid een aantal vragen en antwoorden voor. 4. Bereid een aantal kernboodschappen voor (feitelijke info over de situatie, wat doet doet de overheid, wat kan bevolking zelf doen) 5. Duid een team van medewerkers aan voor het informatienummer (en contactgegevens) 6. Organiseer regelmatig een opleiding voor de medewerkers Activatie 1. Geef een duidelijke briefing aan de operatoren. 2. Voorzie een werkwijze om een antwoord te formuleren op onopgeloste vragen 3. Deel mee op welk nummer de bevolking terecht kan (en vanaf wanneer). 4. Geef aan voor welke soort informatie men er terecht kan. NB: Informatie aan slachtoffers en hun aanverwanten is een taak van het DSI of PSH Stem dit met hen af. 5. Geef feedback aan de DirInfo omtrent de hoeveelheid en de aard van de vragen Zodoende kan de infrastructuur aangepast worden (minder lange wachttijden) en kan de informatie bijgesteld worden (via de media, website, ). middel: public adress (politie) Informatie over: de maatregelen die de doelgroep(en) in acht moet(en) nemen advies: luister naar de media middel: elektronische informatieborden Informatie over: de maatregelen die de doelgroep(en) in acht moet(en) nemen middel: CIN-netwerk Informatie over: de maatregelen die de doelgroep(en) in acht moet(en) nemen advies: luister naar de media middel: sirenes SEVESO Informatie over: de maatregelen die de doelgroep(en) in acht moet(en) nemen advies: luister naar de media 109

111 Veelvoorkomende aanbevelingen Ga of blijf binnen Sluit ramen en deuren én zet de airco af Wacht met telefoneren Laat de kinderen op school 6.2 Doelgroep: bevolking in het algemeen Middelen pers website middel: pers Informatie over: de situatie verkeersinformatie voor de bevolking in het algemeen middel: website Informatie over: de situatie verkeersinformatie voor de bevolking in het algemeen middel: teletekst Informatie over: de situatie verkeersinformatie voor de bevolking in het algemeen 6.3 Doelgroep: pers Middelen persbericht persbriefing/-conferentie informatiecentrum website middel: persbericht(en) wanneer inhoud bij aanvang van oprichten coördinatiecomité tussentijds (eventueel) afblazen van de noodfase informatie over locatie en aard van de ramp aantal slachtoffers maatregelen te nemen door de bevolking, eventueel evacuaties verkeersmaatregelen infonummer voor de bevolking 110

112 infonummer voor de pers adres website inzet middelen (eventueel afsluitend) verloop hulpverlening (eventueel afsluitend) middel: persbriefing/ -conferentie Wanneer (hangt samen met duur ramp) hoe documentatie tussentijds na afblazen fase leider hulpverlening (burgemeester en gouverneur) verantwoordelijken van de verschillende disciplines persbericht samenvattende info bij einde middel: informatiecentrum Continu ter beschikking staan van de pers (telefonisch) om te antwoorden op hun vragen. De pers wordt opgevangen in het lokaal perscentrum en wordt daar geïnformeerd. Er is een voortdurende afstemming met de Dir-Info over de gevalideerde informatie, aard van de vragen, mediadruk, gevoerde communicatie-acties, middel: website Bevat: persberichten 111

113 Bijlage 13: Alarmeringssirenes 112

114 Bijlage 14: Gegevens andere overheden* *Actuele contactgegevens zijn raadpleegbaar in OSR ARENDONK: Burgemeester Kristof HENDRICKX Ambtenaar noodplanning Dirk STERCKX BALEN: Burgemeester Johan LEYSEN Ambtenaar noodplanning Katrien JAMEES DESSEL: Burgemeester Kris VAN DIJCK Ambtenaar noodplanning Joeri GIJS GEEL: Burgemeester Vera CELIS Ambtenaar noodplanning Rob TESTELMANS MEERHOUT: Burgemeester Jos ENGELEN Ambtenaar noodplanning Wim VAN DEN BROECK RETIE: Burgemeester Patrick GEUENS Ambtenaar noodplanning Herman VAN PEER LOMMEL: Burgemeester Peter VANVELTHOVEN Ambtenaar noodplanning Nico VANDE KERKHOF BERGEIJK: Burgemeester D. van de VONDERVOORT Ambtenaar rampenbestrijding H. ROIJMANS BLADEL: Burgemeester AHJM SWACHTEN Ambtenaar rampenbestrijding: AAVM ADRIAANS 113

115 Reusel de Mierden: Burgemeester HAJ TUERLINGS Ambtenaar rampenbestrijding J. TUNS Federaal niveau Coördinatie en Crisiscentrum van de Regering Hertogsstraat Rue Ducale Brussel / Bruxelles Algemene Directie van de Civiele Veiligheid Leuvenseweg - Rue de Louvain Brussel / Bruxelles FOD BINNENLANDSE ZAKEN Leuvensesteenweg - Chaussée de Louvain Brussel / Bruxelles FOD Binnenlandse Zaken Leuvenseweg - Rue de Louvain Brussel / Bruxelles FOD Financiën Inschrijving zonder adres - Inscription sans adresse 1030 Schaarbeek / Schaerbeek O.C.M.W. OCMW Mol Jakob Smitslaan Mol Parket Parket Turnhout Kasteelstraat Turnhout Provinciaal niveau Gouverneur Provincie Antwerpen Koningin Elisabethlei Antwerpen 114

116 Bijlage 15: Gebruik multidisciplinaire gespreksgroepen Over de multidisciplinaire communicatie via het A.S.T.R.I.D.-netwerk in de provincie Antwerpen aanpassingen ingevolge de nieuwe multidisciplinaire gespreksgroepen en de herprogrammering van de radiotoestellen. Preambule Naar aanleiding van de hervorming van de brandweer werd door het Raadgevend Comité van Gebruikers van de N.V. A.S.T.R.I.D. en de werkgroepen COBRA en COSI de beslissing genomen de multidisciplinaire gespreksgroepen onder te brengen in een apart blok met een eigen GSSI- nummeringsplan. Deze aanpassing heeft belangrijke gevolgen: de operationele communicatiemodellen tussen de disciplines moeten aangepast worden aan de nieuwe gespreksgroepen de nieuwe multidisciplinaire fleetmap moet geïncorporeerd worden in de toestellen van de gebruikers bij de eerste nuttige herprogrammering. Tijdens een overgangsperiode van 2 jaar blijven de oude GSSI-nummers zoals gedefinieerd in de omzendbrief OPCOM 2006/1 actief. Om de herprogrammeringsperiode te overbruggen worden deze GSSInummers gekoppeld aan de GSSI-nummers van de nieuwe multidisciplinaire gespreksgroepen, zodat de operationele werking gegarandeerd blijft. Deze nota beschrijft de wijze waarop de disciplines zowel in routineomstandigheden als in geval van een optreden in het kader van het gecoördineerd beheer van een noodsituatie (KB ) in staat zijn met elkaar te communiceren over het A.S.T.R.I.D.-netwerk. Algemene principes Iedere discipline gebruikt voor de operationele monodisciplinaire communicatie tijdens de interventies de radiomiddelen waarmee zij is uitgerust en volgt de procedures die eigen zijn aan de eigen hulpdienst. Voor de multidisciplinaire operationele communicatie en coördinatie maken alle disciplines gebruik van het A.S.T.R.I.D.-communicatiesysteem, volgens onderstaande principes en procedures: In de nationale fleetmapping (het geheel van gespreksgroepen) zijn specifieke gespreksgroepen voorzien om multidisciplinaire communicatie mogelijk te maken. Dit zijn gespreksgroepen die door meerdere of door alle hulpdiensten onder bepaalde voorwaarden mogen gebruikt worden, of ter beschikking staan van de coördinatiecomités. Er zijn multidisciplinaire gespreksgroepen die in gewone of routinesituaties kunnen en mogen gebruikt worden en multidisciplinaire gespreksgroepen die gericht zijn op multidisciplinair beheer van grootschaliger incidenten of evenementen. Alle multidisciplinaire gespreksgroepen zijn ofwel provinciale gespreksgroepen, ofwel nationale gespreksgroepen. A. Provinciale multidisciplinaire gespreksgroepen De provinciale multidisciplinaire gespreksgroepen worden gegroepeerd gebruikt in sets, bestaande uit de gespreksgroepen: Mnemonic 2006 Mnemonic 2011 GB ANT C M ANT C GB ANT Mxx M ANT Pxx GB ANT M01 M ANT AUTO 115

117 GB ANT MDS GB ANT CC-LOCxx / GB ANT CC_PROV GB ANT CP-OPSxx GB ANT RVxx GB ANT LOGxx M ANT MDS M ANT CCxx M ANT CP-OPSxx M ANT RVxx M ANT LOGxx waarbij XX het nummer van de set aanduidt. Er zijn in de fleetmap 10 sets voorzien. Deze sets worden in alle toestellen bij de eerstvolgende herprogrammering ondergebracht in de Folder 7.xx. Het HC100 wijst aan een bepaald multidisciplinair beheerd incident op vraag van de leider van de operaties een van de blokindexen toe. 1. Het gebruik van provinciale multidisciplinaire gespreksgroepen in routine Opm: De nieuwe multidisciplinaire gespreksgroepen gebruiken een mnemonic (benaming) beginnend met de hoofdletter M. Tussen haakjes worden de overeenstemmende oude benamingen (beginnend met GB) vermeld. M ANT C (GB ANT C) is de provinciale multidisciplinaire coördinatiegespreksgroep van het HC100 die in routineomstandigheden dient voor de coördinatie tussen de hulpverleningsdisciplines op provinciaal niveau. De leider van de operaties kan via deze gespreksgroep het HC100 om de toewijzing van een blokindex verzoeken. M ANT Pxx (GB ANT Mxx) zijn de provinciale multidisciplinaire gespreksgroepen die in routineomstandigheden gebruikt wordt bij interventies voor de coördinatie tussen de hulpverleningsdisciplines D1, D2, D3 en D4. In dat geval wordt de gespreksgroep op verzoek van de leider van der operaties geopend door het HC100 en geleid door de leider van de operaties. M ANT AUTO (GB ANT M01) is de provinciale multidisciplinaire gespreksgroep voor de communicatie tussen de brandweer en medische diensten met de eenheden van de WPR (Federale wegpolitie) op de autosnelwegen. Het gebruik van deze gespreksgroep moet niet aangevraagd worden aan het HC100. M ANT MDS (GB ANT MDS) is de provinciale multidisciplinaire coördinatiegespreksgroep voor de communicatie van de reguliere hulpverleningsinstanties (D1-D2-D3-D4) met andere instanties waarmee ze normaal niet veel samenwerken. Het gebruik van deze gespreksgroep moet niet aangevraagd worden aan het HC Het gebruik van provinciale multidisciplinaire gespreksgroepen in multidisciplinair beheerde (nood)situaties. Het gebruik van de rampengroepen is verplicht vanaf de afkondiging van de operationele coördinatie zodat bij eventuele verdere opschaling naar een gemeentelijke of provinciale fase de continuïteit van de communicatie gewaarborgd is. De DIR CP-OPS (of de leidende officier in het geval van operationele coördinatie) zal bij de melding van de afkondiging aan het HC100 het HC100 verzoeken aan het incident waarvan hij het beheer heeft een set rampengespreksgroepen toe te kennen. De gespreksgroepen die toegekend zijn mogen alleen gebruikt of uitgeluisterd worden door de eenheden die actief betrokken zijn bij het incident of bij de noodsituatie. In geval van operationele coördinatie gebeuren de coördinatiegesprekken tussen de leiders van de verschillende aanwezige hulpdiensten via de gespreksgroep M ANT CPOPSxx na toewijzing van XX door het HC

118 Bij afkondiging van een gemeentelijke, provinciale of federale fase worden de gespreksgroepen als volgt gebruikt: M ANT CCxx (GB ANT LOCx / GB ANT CC_PROV) is de gespreksgroep waarop de leden van het coördinatiecomité die in het bezit zijn van ASTRID-apparatuur, afstemmen na ontvangst van melding van de afkondiging van de toepasselijke fase, waardoor al een groepscommunicatie ontstaat vooraleer zij fysiek bij elkaar zijn. Ook wanneer de leden van het coördinatiecomité tijdens langere perioden uiteen gaan blijft deze gespreksgroep de mogelijkheid om te communiceren naar het voltallige coördinatiecomité. Deze gespreksgroep wordt ook gebruikt door de DIR CP-OPS en door het gemeentelijk coördinatiecomité om het provinciaal coördinatiecomité te informeren over de stand van zaken of om de beslissingen van het provinciaal coördinatiecomité te vernemen. Deze gespreksgroep is verplicht en wordt geopend na beslissing van de voorzitter van het coördinatiecomité (burgemeester/gouverneur) en geleid door een operator van het coördinatiecomité, aangesteld door de voorzitter. M ANT CPOPSxx is de gespreksgroep waarop de DIR CP-OPS, DIR BW, DIR MED, DIR POL, DIR LOG en DIR INF afstemmen waardoor tussen hen communicatie mogelijk blijft wanneer zij niet fysiek verenigd zijn in de CP-OPS. Het is een coördinatiegespreksgroep. Het gebruik van deze gespreksgroep is verplicht. Ze wordt geopend op beslissing van de DIR CP-OPS en geleid door een operator aangeduid door de DIR CP-OPS. Deze gespreksgroep mag ook gebruikt worden voor de communicatie tussen de leiders van de verschillende eenheden van discipline 1 die op het terrein actief deelnemen aan de incidentbestrijding, zolang het aantal ploegen beperkt blijft. Wanneer het aantal ploegen van discipline 1 te groot is wordt hiervoor de monodisciplinaire gespreksgroep GB ANT COx gebruikt. De DIR CPOPS beslist over het gemeenschappelijke gebruik van de gespreksgroep M ANT CPOPSxx dan wel het gescheiden gebruik met de gespreksgroep GB ANT COx. GB ANT COx is de brandweergespreksgroep waarop de leiders van de ploegen van discipline 1 die actief aanwezig zijn op het terrein en deelnemen aan de incidentbestrijding afstemmen voor hun communicatie op het gebied van coördinatie, indien de DIR CP-OPS beslist deze coördinatie niet via de gespreksgroep M ANT CPOPSxx te laten verlopen. Het gebruik van deze gespreksgroep is facultatief. Ze wordt geopend op beslissing van de DIR CP-OPS en geleid door een operator aangesteld door de DIR CP-OPS. M ANT RVxx is de gespreksgroep waarop de versterkingen van de disciplines 1 t/m 4, na opdracht te hebben gekregen zich naar het RV-punt te begeven, in contact staan met de coördinator van het RV-punt, onderling kunnen communiceren en instructies ontvangen van de DIR CP-OPS. Het gebruik van deze gespreksgroep is facultatief. Ze wordt geopend op beslissing van de DIR CP-OPS en geleid door een operator aangesteld door de DIR CP-OPS. M ANT LOGxx is de gespreksgroep dienstig voor de aansturing van de logistieke keten waarop de leiders van de ploegen die instaan voor logistieke activiteiten buiten het rampterrein met elkaar in verbinding staan met het oog op hun coördinatie. Het gebruik van deze gespreksgroep is facultatief. Ze wordt geopend op beslissing van de DIR CP-OPS en geleid door een operator aangesteld door de DIR LOG. M ANT C (GB ANT C) Deze gespreksgroep mag in het kader van de rampenbestrijding alleen gebruikt worden door de DIR CP-OPS, voor het inwinnen van inlichtingen bij of voor het overmaken van informatie aan het HC100 of voor het aanvragen van de opening van bepaalde rampengespreksgroepen. Deze gespreksgroep is steeds geopend en wordt geleid door het HC100. M ANT Pxx (GB ANT Mxx) In het kader van de rampenbestrijding mogen deze groepen gebruikt worden door de meetploegen op en buiten het rampterrein, wanneer deze meetploegen multidisciplinair 117

119 samengesteld zijn. Wanneer de meetploegen uitsluitend samengesteld zijn uit brandweerteams worden de hiervoor voorziene monodisciplinaire gespreksgroep gebruikt. Het gebruik van deze gespreksgroep is facultatief. Ze wordt op beslissing van de DIR CPOPS geopend en geleid door een operator aangeduid door de DIR CP-OPS. M ANT MDS (GB ANT MDS) In het kader van de rampenbestrijding staat deze groep in principe open voor alle gebruikers en kan zij gebruikt worden om de coördinatie te verzekeren met externe partners en instanties die wel aangesloten zijn op het A.S.T.R.I.D.-netwerk maar geen toegang hebben tot de hogervermelde gespreksgroepen. Het gebruik van deze gespreksgroep is facultatief. Ze wordt geopend op beslissing van de DIR CP-OPS of van de gouverneur en geleid door een operator aangeduid door de CP-OPS. Het multidisciplinaire communicatieschema zal er in de meest uitgebreide toepassingsmogelijkheid als volgt uitzien: (de groengekleurde communicatielijnen zijn facultatief. Het gebruik er van valt onder de bevoegdheid van de DIR CP-OPS) B. Nationale gespreksgroepen gebruikt voor de coördinatie in specifieke gevallen. Naast de provinciale coördinatiegespreksgroepen zijn ook de volgende nationale coördinatiegespreksgroepen ter beschikking in het kader van de rampenbestrijding: M BELINTRA: communicatie met de eenheden van BELINTRA tijdens incident M ENERGY: communicatie met de dispatching van de nuts- en energiebedrijven. (NB: Tot op heden beschikt alleen Fluxys over deze communicatiemogelijkheid (24/7)) M HELI: communicatie tussen DIR CP-OPS en HELI van D2/D3/D4 Specifiek voor de coördinatie bij nucleaire incidenten (nucleair noodplan) kunnen volgende gespreksgroepen worden geopend: 118

120 M CELMES: communicatie met en tussen nucleaire meetploegen M COFECO NC: communicatie met Federaal Coördinatiecomité (nucleair) M CELEVAL NC: communicatie met evaluatiecel (nucleair) C. Communicatie bij verminderde beschikbaarheid van het A.S.T.R.I.D.-netwerk Fallback en DMO 1. Operationele communicatie Indien door technische omstandigheden de werking van het A.S.T.R.I.D.-netwerk geheel of gedeeltelijk wordt onderbroken, kunnen de eenheden die actief zijn op het rampgebied geen gebruik maken van de normale netwerkfuncties. Op dat ogenblik blijven er twee werkvormen die in een beperkte geografische omschrijving de lokale communicatie tussen de eenheden mogelijk maken: Fallback en DMO. FALLBACK (OPCOM 2006/1) Indien door technische omstandigheden de zendmast(en) (TBS) waarover de communicatie verloopt geen verbinding kunnen maken met de provinciale schakelcentrale (DXT), kunnen de op het terrein aanwezige radioposten met elkaar communiceren in fallback-mode. Wanneer hiertoe wordt overgegaan, vervallen alle hoger beschreven multidisciplinaire gespreksgroepen en wordt het communicatieschema als volgt: De gespreksgroep FALLBACK 1 is de fallback-gespreksgroep voor de communicatie tussen de brandweerdiensten die deelnemen aan de incidentbestrijding. Indien eenheden van de civiele bescherming samen met de brandweer deelnemen aan de incidentbestrijding gebruiken zij eveneens deze gespreksgroep. Deze gespreksgroep vervangt dan alle andere gespreksgroepen die normaal zouden gebruikt worden volgens het monodisciplinair interventieplan van de brandweer. Deze gespreksgroep vervangt eveneens de provinciale brandweer-coördinatiegespreksgroep GB ANT COx. De gespreksgroep FALLBACK 2 is de fallback-gespreksgroep voor de communicatie tussen de politiediensten. Deze gespreksgroep vervangt dan alle andere gespreksgroepen die normaal zouden gebruikt worden volgens het monodisciplinaire interventieplan van de politie. De gespreksgroep FALLBACK 3 is de fallbackgespreksgroep voor de multidisciplinaire communicatie die nodig is voor de coördinatie tussen de disciplines. Deze gespreksgroep vervangt de gespreksgroepen M ANT CP-OPSx, M ANT RVx, M ANT LOGx en M ANT MDS. 119

121 DMO (OPCOM 2006/1 + MULTI-OPCOM 2011) Indien door technische omstandigheden de A.S.T.R.I.D zendtoestellen geen verbinding kunnen maken met het netwerk, kunnen de op het terrein aanwezige radioposten met elkaar communiceren in DMO (Direct Mode). Wanneer hiertoe wordt overgegaan, vervallen alle hoger beschreven multidisciplinaire gespreksgroepen en wordt het communicatieschema als volgt: De DMO-gespreksgroep Brandweer Lokaal wordt dan de DMO-gespreksgroep voor de communicatie op het terrein van de brandweerdiensten die deelnemen aan de incidentbestrijding. De DMO-gespreksgroep Brandweer CO wordt de DMO-gespreksgroep voor de coördinatie tussen de verschillende eenheden van de brandweer die op het terrein actief betrokken zijn bij de incidentbestrijding. Deze gespreksgroep vervangt eveneens de provinciale gespreksgroep GB ANT COx. De DMO-gespreksgroep DMO CP-OPS wordt de DMO-gespreksgroep voor de multidisciplinaire communicatie die nodig is voor de coördinatie tussen de disciplines. Deze gespreksgroep vervangt de gespreksgroepen GB ANT CP-OPSx, GB ANT RVx, GB ANT LOGx en GB ANT MDS. De DMO-gespreksgroep Coördinatie Brandweer wordt de DMO-gespreksgroep voor de coördinatie tussen de brandweer en de civiele bescherming in het kader van de logistieke ondersteuning. DMO-freq GSSI Benaming Gebruik 380,0125 GHz DMO Brandweer Aansturing terrein 380,1625 GHz DMO BW CO Coördinatie intern brandweer 390,0125 GHz DMO BW CB Coördinatie BW / CB 380,2125 GHz DMO CPOPS Algemene coördinatie multidisciplinair 380,2375 Ghz DMO COMMON Algemeen gebruik intra- of interdisciplinair 2. Andere communicatie In geval van uitval van het A.S.T.R.I.D.-netwerk zullen, afhankelijk van de ligging van het incident ten opzichte van sommige locaties, geen radioverbindingen mogelijk zijn met HC100, CICANT, GCC en PCC. In voorkomend geval zal de DIR CP-OPS gebruik maken van alle andere mogelijke communicatiemiddelen waarover hij op dat ogenblik beschikt of zal hij gebruik maken van een estafette om de communicatie met het GCC of het PCC te realiseren. D. Beschikbaarheid van de gespreksgroepen in de radiotoestellen. Elke bevelhebber van een discipline die instaat voor een of meerdere onderdelen die actief betrokken zijn bij het beheer van een noodsituatie dient te beschikken over een radiotoestel dat kan deelnemen aan het multidisciplinaire radioverkeer binnen het A.S.T.R.I.D.-netwerk. Hiertoe dienen alle in dit hoofdstuk besproken gespreksgroepen in het radiotoestel geprogrammeerd te zijn. 120

122 121

123 122

124 Bijlage 16: Actiefiche multidisciplinaire gespreksgroepen 123

NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN

NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN KB van 16/2/2006 + Ministeriële Omzendbrief 26/10/2006 Postgraduaat Rampenmanagement 2008/2009 1 Enkele begrippen Coördinatiecomité (CC) multidisciplinaire cel die de bevoegde

Nadere informatie

Algemene Directie. Algemene Directie Crisiscentrum. Crisiscentrum Jurgen Volckaert

Algemene Directie. Algemene Directie Crisiscentrum. Crisiscentrum Jurgen Volckaert Algemene Directie Crisiscentrum Algemene Directie Crisiscentrum Jurgen Volckaert Rol AD Crisiscentrum INHOUD : Noodplanning en crisisbeheer Noodplanning Noodplannen Fasering Disciplines Oefeningen Veiligheidscel

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 FEBRUARI 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S. 15.03.2006) Eerste deel BEPALINGEN BETREFFENDE NOODPLANNING

KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 FEBRUARI 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S. 15.03.2006) Eerste deel BEPALINGEN BETREFFENDE NOODPLANNING KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 FEBRUARI 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S. 15.03.2006) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de

Nadere informatie

NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR

NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR 1 Soorten noodplannen Multidisciplinair nood- en interventieplan (NIP) Algemeen nood- en interventieplan (ANIP) Bijzonder nood- en interventieplan (BNIP)

Nadere informatie

Interactie tussen het INTERN NOODPLAN van de SCHOOL en de GEMEENTELIJKE NOODPLANNING. Bourdeau Barbara Ambtenaar Noodplanning Politiezone RIHO

Interactie tussen het INTERN NOODPLAN van de SCHOOL en de GEMEENTELIJKE NOODPLANNING. Bourdeau Barbara Ambtenaar Noodplanning Politiezone RIHO Interactie tussen het INTERN NOODPLAN van de SCHOOL en de GEMEENTELIJKE NOODPLANNING Bourdeau Barbara Ambtenaar Noodplanning Politiezone RIHO Beheer NOODSITUATIE NIET TE OVERZIENE CHAOS = DISASTER SYNDROME

Nadere informatie

ANIP Provincie Antwerpen 21/04/2011 ACTIEKAARTEN

ANIP Provincie Antwerpen 21/04/2011 ACTIEKAARTEN ACTIEKAARTEN Nummer Titel Pagina 1 Melding van de afkondiging van een gemeentelijke fase aan de 2 gouverneur 2 Melding van de afkondiging van een gemeentelijke fase met de vraag 4 over te gaan naar de

Nadere informatie

Noodplanning en crisisbeheer in België

Noodplanning en crisisbeheer in België Noodplanning en crisisbeheer in België Welzijnsdag 18 november 2013 Chris Chantrain coördinerend preventieadviseur GID Voorkempen Noodplanning en crisisbeheer in België Wettelijk kader Noodsituatie Doel

Nadere informatie

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België De wet van 31 januari 1963 betreffende de civiele bescherming, vervolledigd door het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood-

Nadere informatie

NOODPLANNING KB 16/02/2006 MO 26/10/2006. Definities. Doel: Bevoegde overheid. Actualiseren Instrument Harmoniseren

NOODPLANNING KB 16/02/2006 MO 26/10/2006. Definities. Doel: Bevoegde overheid. Actualiseren Instrument Harmoniseren NOODPLANNING KB 16/02/2006 MO 26/10/2006 Doel: Actualiseren Instrument Harmoniseren Eerste deel -Bepalingen betreffende noodplanning 1. Bevoegde overheid 2. Coördinatiecomité (CC) 3. Commandopost operaties

Nadere informatie

Postgraduaat Rampenmanagement KB van 16 februari omzendbrieven NPU 1-4

Postgraduaat Rampenmanagement KB van 16 februari omzendbrieven NPU 1-4 Postgraduaat Rampenmanagement 2009-2010 KB van 16 februari 2006 + omzendbrieven NPU 1-4 1 Doel van de noodplanning (1) Doel van de noodplanning Zo vlug mogelijk orde scheppen in de chaos door: Zo vlug

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE DISPATCHING VAN

Nadere informatie

Veiligheidsportaal. OSR Organisatie Snelle Redding LIVE LImburgssysteem voor de VEiligheid OSR Organisation de Secours Rapide

Veiligheidsportaal. OSR Organisatie Snelle Redding LIVE LImburgssysteem voor de VEiligheid OSR Organisation de Secours Rapide Veiligheidsportaal OSR Organisatie Snelle Redding LIVE LImburgssysteem voor de VEiligheid OSR Organisation de Secours Rapide CIPAL voorstelling Groeiend Vlaams overheidsbedrijf 290 personeelsleden (06/2007)

Nadere informatie

Noodplanning in scholen. Theorie

Noodplanning in scholen. Theorie Noodplanning in scholen Theorie 1. Wettelijke basis Noodplanning in scholen (theorie) ARAB: algemeen reglement voor de arbeidsbescherming De werkgever is verplicht om de nodige maatregelen te nemen om

Nadere informatie

HOE WERKT HET PROVINCIAAL RAMPENPLAN

HOE WERKT HET PROVINCIAAL RAMPENPLAN Bedrijfscontinuïteit en risicobeheersing HOE WERKT HET PROVINCIAAL RAMPENPLAN 1 Noodplanning gemeentelijk en provinciaal niveau (1) Doel van de noodplanning (1) Zo vlug mogelijk orde scheppen in de chaos

Nadere informatie

DIR - MED ACTIEKAART C4. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED

DIR - MED ACTIEKAART C4. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED Functieomschrijving: De eerste MUG heeft de taak om na aankomst het HC 100 zo snel als mogelijk een SITREP te geven en een eerste organisatie op te zetten zodat de medische hulpverlening op de meest efficiënte

Nadere informatie

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-2 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE HET ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN VAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR. (B.S

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-2 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE HET ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN VAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR. (B.S MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-2 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE HET ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN VAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR. (B.S. 09.09.2009) Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs en aan de Gouverneur

Nadere informatie

ACTIEKAART C2. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED DIR MED

ACTIEKAART C2. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED DIR MED Functieomschrijving: Helpt mee in het takenpakket van de. De heeft de operationele leiding over de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening, aangewend voor de medische hulpverleningsketen. Hij

Nadere informatie

ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN MAASMECHELEN

ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN MAASMECHELEN ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN MAASMECHELEN 1. Algemene informatie over het Noodplan... 3 1.1 Algemene inlichtingen... 3 1.1.1 Goedkeuring gemeentelijk ANIP... 3 1.1.2 Bestemmelingen... 3 1.1.3 Aanpassingen

Nadere informatie

3.3.1.1 Algemeen 14 3.3.1.2 Raad van beheer 16 3.3.1.3 Intern crisisteam 16 3.3.1.4 Eerste interventieploeg 17 3.3.1.5 Aantal personeelsleden 17

3.3.1.1 Algemeen 14 3.3.1.2 Raad van beheer 16 3.3.1.3 Intern crisisteam 16 3.3.1.4 Eerste interventieploeg 17 3.3.1.5 Aantal personeelsleden 17 Canvas intern noodplan woonzorgcentra 3 Inhoud 1. Inleiding 5 1.1 Waarom dit noodplan? 5 1.2 Doel canvas 5 1.3 Doel van het intern noodplan 6 1.4 Wat is een noodsituatie? 7 2. Wetgeving 9 3. De voorbereiding

Nadere informatie

Coördinerend ACTIEKAART C4 DIR - MED ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED

Coördinerend ACTIEKAART C4 DIR - MED ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED ACTIEKAART C4 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED DIR - MED Functieomschrijving:

Nadere informatie

DIR - MED ACTIEKAART C1. Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED

DIR - MED ACTIEKAART C1. Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED Functieomschrijving: De heeft de operationele leiding over de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening, aangewend voor de medische hulpverleningsketen. Hij werkt onder het administratieve gezag

Nadere informatie

Intern noodplan. Erwin De Buck, preventieadviseur scholengroep 23

Intern noodplan. Erwin De Buck, preventieadviseur scholengroep 23 Intern noodplan. Erwin De Buck, preventieadviseur scholengroep 23 Doel: Een uitgewerkt plan om in crisissituaties passend te reageren en zodoende de ongewenste gebeurtenissen en de mogelijke gevolgen ervan

Nadere informatie

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 APRIL 2003 TOT VERDELING VAN DE OPDRACHTEN INZAKE CIVIELE BESCHERMING TUSSEN DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN EN DE DIENSTEN VAN DE CIVIELE BESCHERMING. (B.S. 21.05.2003) Gelet op

Nadere informatie

Inleiding. Noodplanning

Inleiding. Noodplanning Inleiding Noodplanning Peter Huygaerts Adviseur FOD Binnenlandse Zaken - Dienst Civiele Veiligheid provincie Vlaams-Brabant 1963 Wet betreffende de civiele bescherming - art. 1 De civiele bescherming omvat

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD EN DE STRUCTUUR VAN HET OPERATIONEEL ORGANISATIESCHEMA VAN DE HULPVERLENINGSZONES EN TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT

Nadere informatie

Coördinerend ACTIEKAART C3 DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG ARTS TER PLAATSE - DIR MED DIR - MED. ACTIEKAART C3 : DIR MED 1e MUG arts - 1/5

Coördinerend ACTIEKAART C3 DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG ARTS TER PLAATSE - DIR MED DIR - MED. ACTIEKAART C3 : DIR MED 1e MUG arts - 1/5 ACTIEKAART C3 Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG ARTS TER PLAATSE - DIR MED DIR - MED Functieomschrijving: De eerste MUG heeft de taak om na aankomst het HC 100 zo snel als mogelijk

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Mevrouw en Mijnheer de Burgemeester via de Provinciegouverneurs, de Hoge Ambtenaar van de Brusselse

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE 112-CENTRA EN

Nadere informatie

Coördinerend ACTIEKAART C2 ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED ACTIEKAART C2 : ADJ DIR MED 1/5

Coördinerend ACTIEKAART C2 ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED ACTIEKAART C2 : ADJ DIR MED 1/5 ACTIEKAART C2 Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED Functieomschrijving: Helpt mee in het takenpakket van de DIR MED. De DIR MED heeft de operationele leiding over de medische,

Nadere informatie

RADIOPROCEDURE WVL NOODPLANNING

RADIOPROCEDURE WVL NOODPLANNING RADIOPROCEDURE WVL NOODPLANNING Officiële versie 1.0 13/11/2014 02/12/2014 Kapt. P. Stichelbaut Radioprocedure WVL-DISC1-Noodplanning.pptx VOORWOORD Naast reguliere gespreksgroepen eveneens gespreksgroepen

Nadere informatie

3. Algemene informatie

3. Algemene informatie 3. Algemene informatie 12/190 Het koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen heeft een aantal richtlijnen en bepalingen opgesteld inzake de noodplanning op gemeentelijk,

Nadere informatie

Functiebeschrijving Majoor

Functiebeschrijving Majoor BIJLAGE 7 Functiebeschrijving Majoor Doel Beschrijving 1. De multidisciplinaire coördinatie of de coördinatie van zeer veel interventieploegen op het terrein bij zeer complexe of zeer grootschalige incidenten

Nadere informatie

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-1 VAN 26 OKTOBER 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S )

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-1 VAN 26 OKTOBER 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S ) ALGEMENE DIRECTIE CRISISCENTRUM ALGEMENE DIRECTIE CIVIELE VEILIGHEID MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-1 VAN 26 OKTOBER 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S. 10.01.2007) Mevrouw de Gouverneur

Nadere informatie

Functiebeschrijving Ambtenaar noodplanning Gemeente Puurs

Functiebeschrijving Ambtenaar noodplanning Gemeente Puurs Functiebeschrijving Ambtenaar noodplanning Gemeente Puurs Goedgekeurd op:. Handtekening:. FUNCTIEBESCHRIJVING Dienst Directe leidinggevende Niveau & rang Type functie Salarisschaal Eerste evaluator Gemeentesecretaris

Nadere informatie

SEVESO. Noodplanningsbrochure SEVESO

SEVESO. Noodplanningsbrochure SEVESO SEVESO Noodplanningsbrochure SEVESO 1 Colofon Samenstellers: Vormgeving: Drukwerk: Verantwoordelijke uitgever: Fred Van Immerseel, Eva Burm, Christel Haex, Ilse Van Mechelen, Erik Cauberghs Communicatiedienst

Nadere informatie

Intergemeentelijk samenwerken

Intergemeentelijk samenwerken Intergemeentelijk samenwerken noodzaak bij uitvoering noodplan 10 jaar noodplanning - 17 februari 2016 Leuven Even situeren Samenwerking binnen politiezone Voor de functies Ambtenaar Noodplanning D5 (crisiscommunicatie)

Nadere informatie

Versie 2008. Deel I Basisplan. Opgemaakt door de Veiligheidscel Stad Kortrijk (aktename in de gemeenteraad - 14 juli 2008)

Versie 2008. Deel I Basisplan. Opgemaakt door de Veiligheidscel Stad Kortrijk (aktename in de gemeenteraad - 14 juli 2008) Versie 2008 Deel I Basisplan Opgemaakt door de Veiligheidscel Stad Kortrijk (aktename in de gemeenteraad - 14 juli 2008) 0.1 INHOUD 0.1 INHOUD... I 0.2 AFKORTINGEN...IV 0.3 VERSPREIDING...VII 0.4 LIJST

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE EN OPERATIONELE FUNCTIES DIE DE HULPVERLENINGSZONES MOET OPRICHTEN. (inw. 20 september 2014) (B.S. 10.09.2014) Gelet op de wet

Nadere informatie

PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid

PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid 17 juni 2013 PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid Inhoud Situering Noodplannen Inzet hulpdiensten Coördinatie Zelfredzaamheid Wateroverlast november 2010 Overstromingsdreiging Ranst (27-31/12/2012)

Nadere informatie

Van korps naar post. 18 december zone MEETJESLAND

Van korps naar post. 18 december zone MEETJESLAND Van korps naar post 18 december 2017 Wat vertellen we? 1. Waarom hervormen? 2. Structuur van de HVZ 3. Risicoanalyse 4. Brandpreventie 5. Noodplanning 1. Waarom hervormen? Types korpsen voor 01/01/2015

Nadere informatie

Ter informatie, aan de Dames en Heren Burgemeesters - aan Mevrouw en de Heren Dienstchefs van de brandweerdiensten

Ter informatie, aan de Dames en Heren Burgemeesters - aan Mevrouw en de Heren Dienstchefs van de brandweerdiensten FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN ALGEMENE DIRECTIE CIVIELE VEILIGHEID FEDERAAL KENNISCENTRUM VOOR DE CIVIELE VEILIGHEID MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 11 DECEMBER 2009 BETREFFENDE DE INTERVENTIEVERSLAGEN

Nadere informatie

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-4 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE DE DISCIPLINES. (B.S )

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-4 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE DE DISCIPLINES. (B.S ) MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-4 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE DE DISCIPLINES. (B.S. 09.09.2009) Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs en aan de Gouverneur van het Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad

Nadere informatie

Psychosociale hulpverlening DSI

Psychosociale hulpverlening DSI sychosociale hulpverlening DSI sychosociale interventiedienst Rode Kruis-Vlaanderen Ontstaan Tijdens rampen kan de federale, provinciale of lokale overheid beroep doen op het Rode Kruis voor ondersteuning

Nadere informatie

Het Medisch Interventieplan (MIP) Multi-Site CoDGH Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Het Medisch Interventieplan (MIP) Multi-Site CoDGH Brussels Hoofdstedelijk Gewest SYMPOMED DE NIEUWE UITDAGINGEN IN DE RAMPENGENEESKUNDE Het Medisch Interventieplan (MIP) Multi-Site CoDGH Brussels Hoofdstedelijk Gewest Inhoud: 1. Doel CoDGH Brussels Hoofdstedelijk gewest 2. Algemene

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN

PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN 1 PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN Wim Hermans, Psychosociaal Manager (PSM) PSYCHOSOCIAAL MANAGER (PSM) - Vertegenwoordigt het psychosociaal luik binnen de noodplanning; - Werkend bij de FOD

Nadere informatie

Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading

Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading Algemene Directie Crisiscentrum 25.09.2014 Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading Wettelijk kader Beheer van incidenten binnen de elektriciteitsmarkt = verantwoordelijkheid van de ministers voor

Nadere informatie

Functiebeschrijving Kapitein

Functiebeschrijving Kapitein Functiebeschrijving Kapitein Doel 1. De coördinatie van een aantal interventieploegen op het terrein bij complexe of grootschalige incidenten en noodsituaties om te garanderen dat de ploegen en diensten

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09.

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09. Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09. Kwalitatieve multidisciplinaire samenwerking in crisisomstandigheden. Toelichting gebeurtenissen Multidisciplinaire samenwerking Hoe aangepakt

Nadere informatie

Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED DIR - MED

Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED DIR - MED ACTIEKAART C1 Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED DIR - MED Herkenbaarheid: Functieomschrijving: De DIR MED heeft de operationele leiding over de medische, sanitaire en psychosociale

Nadere informatie

FIRE PROTECTION CONSULTANTS

FIRE PROTECTION CONSULTANTS FIRE PROTECTION CONSULTANTS Agenda CalaHAn: Calamiteiten Haven van Antwerpen Probleemstelling Project doelstelling Live Demo Conclusies 2 Probleemstelling 3 Projectomschrijving Doelstelling: Een efficiëntere

Nadere informatie

Ervaringen met een gemeenschappelijk informatieplatform

Ervaringen met een gemeenschappelijk informatieplatform 7/05/2014 Ervaringen met een gemeenschappelijk informatieplatform Christel Haex Dienst Noodplanning Provincie Antwerpen Een gemeenschappelijk informatieplatform 20 mei 2014 2 Ook in andere provincies Limburg

Nadere informatie

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Steven Lierman Referendaris bij het Hof van Cassatie Deeltijds docent UA Rampenbestrijding is geen eenduidig begrip Nieuwe uitdagingen in een risicomaatschappij

Nadere informatie

LESSONS LEARNED. Factoren die het crisisbeheer hebben beïnvloed. ONTPLOFFING RUE LEOPOLD in LUIK OP 27 JANUARI 2010

LESSONS LEARNED. Factoren die het crisisbeheer hebben beïnvloed. ONTPLOFFING RUE LEOPOLD in LUIK OP 27 JANUARI 2010 LESSONS LEARNED Factoren die het crisisbeheer hebben beïnvloed ONTPLOFFING RUE LEOPOLD in LUIK OP 27 JANUARI 2010 De samenwerking tussen het gemeentelijk en het provinciaal niveau Ogenblik Volle nacht:

Nadere informatie

Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112

Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112 1 Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112 Dr. F. Gijsenbergh Med. Directeur HC 100 Antwerpen Marc Van Bouwelen Verpl.Spoed, adj. med. directeur 2 GDA 2013 HC112 Antwerpen Systeem DGH en

Nadere informatie

Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL

Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL 1 Nota Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL 1 Oefening 1.1 Soorten oefening 1.1.1 Oefening met participatie van het HC 112/100 OVL Het Hulpcentrum 112/100 OVL (HC 112/100 OVL) neemt deel

Nadere informatie

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN In het kader van de uitvoering van de overeenkomst en het bereiken van de doelstellingen moeten de OPZ hun noden inzake personeel en materieel bepalen en een nulmeting

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S. 02.09.1998) Gelet

Nadere informatie

Functiebeschrijving Kapitein

Functiebeschrijving Kapitein BIJLAGE 6 Functiebeschrijving Kapitein Doel 1. De coördinatie van een aantal interventieploegen op het terrein bij complexe of grootschalige incidenten en noodsituaties om te garanderen dat de ploegen

Nadere informatie

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 APRIL 1965 HOUDENDE VASTSTELLING VAN DE MODALITEITEN TOT INRICHTING VAN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING EN HOUDENDE AANWIJZING VAN DE GEMEENTEN ALS CENTRA VAN HET EENVORMIG

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Vacature beroepskapitein bij bevordering en professionalisering in dezelfde zone

Vacature beroepskapitein bij bevordering en professionalisering in dezelfde zone Vacature beroepskapitein bij bevordering en professionalisering in dezelfde zone Selectievoorwaarden: De zoneraad verklaart de functie van beroepskapitein vacant bij bevordering en professionalisering.

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT DEFINIËRING VAN DE FUNCTIE, DE OPDRACHTEN EN HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement b. Functie bevelvoerder Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub b Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

De functie van een coordinator rampenplan binnen het ziekenhuisnoodplan!

De functie van een coordinator rampenplan binnen het ziekenhuisnoodplan! De functie van een coordinator rampenplan binnen het ziekenhuisnoodplan! Geert Schatteman, verpleegkundig coördinator rampenplan 2015 1 2 2 ENKELE FEITEN : EVACUATIE ZIEKENHUIS! 3 3 Ontruiming VUMC Amsterdam

Nadere informatie

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening Bedrijfsnoodplan en Nederlandse Vereniging van Dierentuinen Postbus 15458 1001 ML Amsterdam 020 5246080 Info@nvddierentuinen.nl Versie D2 van juni 2012 1. Inleiding Dierenparken moeten zijn voorbereid

Nadere informatie

UITVOERING AANBEVELINGEN VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE OVER 22 MARCH AANSLAGEN

UITVOERING AANBEVELINGEN VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE OVER 22 MARCH AANSLAGEN UITVOERING AANBEVELINGEN VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE OVER 22 MARCH AANSLAGEN GOUVERNEMENT FÉDÉRAL - FEDERALE REGERING #BEGOV 1 HULPVERLENING GOUVERNEMENT FÉDÉRAL - FEDERALE REGERING #BEGOV 2 LUIK «HULPVERLENING»

Nadere informatie

Discipline 2. Inhoud. KB 16 febr 2006. Art 11. Wetgeving Hierarchie Medische definitie Medische keten

Discipline 2. Inhoud. KB 16 febr 2006. Art 11. Wetgeving Hierarchie Medische definitie Medische keten Discipline 2 Prof Dr Marc Sabbe Urgentiegeneeskunde Post-graduaat Rampengeneeskunde & management UZ Gasthuisberg, KULeuven Inhoud Wetgeving Hierarchie Medische definitie Medische keten KB 16 febr 2006

Nadere informatie

HULPVERLENINGSOVEREENKOMST VOOR DE HULPVERLENINGSZONE.

HULPVERLENINGSOVEREENKOMST VOOR DE HULPVERLENINGSZONE. Provincie Oost-Vlaanderen HULPVERLENINGSOVEREENKOMST VOOR DE HULPVERLENINGSZONE. Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid op artikel 10bis, ingevoegd bij de

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

COMMUNICATIE BIJ RAMPEN

COMMUNICATIE BIJ RAMPEN SEMINAR 2 COMMUNICATIE BIJ RAMPEN BERT CARLEER, DIR-INFO VLAAMS-BRABANT CPS-STUDIEDAG, 8 OKTOBER 2013 INHOUD Kenmerken D5 Wat is de opdracht van D5? Hoe organiseert D5 zich? Crisiscommunicatie in de praktijk:

Nadere informatie

Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking. BE-Alert

Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking. BE-Alert Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking BE-Alert 1. Context De alarmering van de bevolking in geval van een noodsituatie behoort tot de essentiële opdrachten van de overheden bevoegd

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

Noodplanning en rampenhulpverlening

Noodplanning en rampenhulpverlening 11 Noodplanning en rampenhulpverlening INHOUD PAGINA 11.1 Inleiding 11.3 11.2 Doelstellingen 11.3 11.3 Wetgeving 11.3 11.4 De vijf disciplines 11.4 11.5 Discipline 2: de geneeskundige hulp 11.4 11.5.1

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

MEDISCH INTERVENTIEPLAN

MEDISCH INTERVENTIEPLAN MEDISCH INTERVENTIEPLAN I. ALGEMENE PRINCIPES... 2 1. DEFINITIE... 2 2. CONTEXT... 2 3. LEXICON IN DE NOODPLANNING... 3 II. MEDISCH INTERVENTIEPLAN - MIP... 4 1. DOELSTELLING... 4 2. WERKING EN STRUCTUUR...

Nadere informatie

COMMUNICATIE-UITDAGINGEN BIJ DE INFORMATIE AAN DE BEVOLKING. KB betreffende de nood- en interventieplannen van 16/02/2006 artikel 14 (discipline 5)

COMMUNICATIE-UITDAGINGEN BIJ DE INFORMATIE AAN DE BEVOLKING. KB betreffende de nood- en interventieplannen van 16/02/2006 artikel 14 (discipline 5) 18 september 2013 COMMUNICATIE-UITDAGINGEN BIJ DE INFORMATIE AAN DE BEVOLKING Wetgeving KB betreffende de nood- en interventieplannen van 16/02/2006 artikel 14 (discipline 5) - Voor de noodsituatie (Seveso)

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Kapitein beroeps (m/v/x)

Kapitein beroeps (m/v/x) Kapitein beroeps (m/v/x) professionalisering in dezelfde zone - 1 vacature Voorwaarden Je bent benoemd als vrijwillig personeelslid binnen het brandweerkader van de hulpverleningszone Zuid- Oost. Je hebt:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1985 88 Wet van 30 januari 1985, houdende regels inzake de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop (Rampenwet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Verslag Klankbordraad: Bezoek aan de crisiscel en de brandweerkazerne van de gemeente Beveren

Verslag Klankbordraad: Bezoek aan de crisiscel en de brandweerkazerne van de gemeente Beveren Verslag Klankbordraad: Bezoek aan de crisiscel en de brandweerkazerne van de gemeente Beveren Verslag: Vergadering Klankbordraad Datum: 29 september 2009 Dienst: Externe Communicatie Kerncentrale Doel

Nadere informatie

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( )

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( ) Doel Wanneer Wat/wie Nieuwe Gemeentewet Art. 134bis Herhuisvesting van daklozen ( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld

Nadere informatie

Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading. Pieter Wynant. Projectbeheerder Crisiscentrum

Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading. Pieter Wynant. Projectbeheerder Crisiscentrum Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading Pieter Wynant Projectbeheerder Crisiscentrum Wettelijk kader Beheer van incidenten binnen de elektriciteitsmarkt = verantwoordelijkheid van de ministers voor

Nadere informatie

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!!

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!! Het Intern Noodplan Een praktische toelichting BrandPreventie-Dossier.be Weet wat te doen bij brand!! KB28/03/2014 Inleiding tot het intern noodplan - Een praktische gids Er bestaat vaak nogal verwarring

Nadere informatie

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 4 de augustus 2015, no. 15/2524, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening rampenbestrijding D e G o u v e r n e u r v a

Nadere informatie

BUIZINGEN GEZIEN VANUIT HENEGOUWEN. Getuigenis van het beheer na de acute fase

BUIZINGEN GEZIEN VANUIT HENEGOUWEN. Getuigenis van het beheer na de acute fase BUIZINGEN GEZIEN VANUIT HENEGOUWEN Getuigenis van het beheer na de acute fase Bruno ZORZI: Noodplanambtenaar Didier TAMINIAU: Federaal gezondheidsinspecteur- Provincie Henegouwen Waarschuwing Deze presentatie

Nadere informatie

Organisatie van OEFENINGEN

Organisatie van OEFENINGEN Organisatie van OEFENINGEN PIVO Opleiding ambtenaar noodplanning 28 februari 2013 Tom Bresseleers gem. Schoten Coördinator integrale veiligheid noodplanning 1 1. Wettelijk kader 1. Het KB van 16 februari

Nadere informatie

Programma Postgraduaat Rampenmanagement

Programma Postgraduaat Rampenmanagement Module 1: Rampoefening Lesuren Type Onderwerp 25-mei-13 8:00-16:00 Rampoefening Module 2: Wetgeving en organisatie 03-okt-12 8:45-9:45 T Onthaal en praktische werking cursus Geschiedenis van de rampenplanning

Nadere informatie

Actiefiches Medisch Interventie Plan

Actiefiches Medisch Interventie Plan Provinciaal Instituut voor Brandweer- en Ambulanciersopleidingen PIBA provincie Antwerpen Oostmalsesteenweg 75 2520 Emblem Actiefiches Medisch Interventie Plan Gaëtan Karnas Promotor: Co-promotor: Dhr.

Nadere informatie

Naar een gemeentelijke noodplanning

Naar een gemeentelijke noodplanning INFO SESSIE Naar een gemeentelijke noodplanning 11 informatievergaderingen voor de burgemeesters 26 februari 27 april 2007 ~ EINDVERSLAG ~ 2 VOORWOORD Dames en heren Voorafgaand aan dit rapport wil ik

Nadere informatie

Ziekenhuisnoodplan (ZNP)

Ziekenhuisnoodplan (ZNP) Ziekenhuisnoodplan (ZNP) Hulpmiddelen voor de ziekenhuizen: samen op weg naar vereenvoudiging en uniformiteit spotmatikphoto - 123rf.com Inleiding Ieder ziekenhuis moet beschikken over een ziekenhuisnoodplan

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 11 april 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00330 Onderwerp: Politiezone Gent - Personeelsformatie van de Politiezone Gent - Wijziging.- Nieuw organogram

Nadere informatie

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop Wet van 21 februari 1963, houdende regelen met betrekking tot de vrijmaking van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en ioniserende stralen uitzendende toestellen Hoofdstuk VI. Bepalingen

Nadere informatie

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid KONINKLIJK BESLUIT VAN 31 JANUARI 2003 TOT VASTSTELLING VAN HET NOODPLAN VOOR DE CRISISGEBEURTENISSEN EN -SITUATIES DIE EEN COÖRDINATIE OF EEN BEHEER OP NATIONAAL NIVEAU VEREISEN. (B.S. 21.02.2003) Gelet

Nadere informatie

Algemene Directie. Crisiscentrum

Algemene Directie. Crisiscentrum Algemene Directie Crisiscentrum Nucleair en Radiologisch Noodplan voor het Belgische grondgebied. Pistes voor herziening Hans De Neef (Crisiscentrum) Christian Vandecasteele (FANC) Didier Degueldre (Bel-V)

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2003 TOT INSTELLING VAN EEN HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRAND-WEERDIENSTEN EN TWEE SUPRA-PROVINCIALE OPLEIDINGSRADEN VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN.

Nadere informatie

Ziekenhuisnoodplannen. Werkgroep Wetgeving

Ziekenhuisnoodplannen. Werkgroep Wetgeving Ziekenhuisnoodplannen Werkgroep Wetgeving BASIS KB KB 23-10-1964 bijlage, III organisatorische normen 14 : Ieder ziekenhuis moet beschikken over een actieplan om het hoofd te bieden aan grote ongevallen

Nadere informatie