Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia Deel A: Hulpstoffen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia Deel A: Hulpstoffen"

Transcriptie

1 Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia DLV Plant Postbus CA Wageningen Agro Business Park PV Wageningen T F In opdracht van Landelijke Hortensia commissie LTO Groeiservice Postbus CC Rijswijk E info@dlvplant.nl Gefinancierd door Productschap Tuinbouw (PT) Postbus AG Zoetermeer Uitgevoerd door DLV Plant Erik de Rooij Josien van Spingelen Helma Verberkt In samenwerking met Hans de Ruiter van SurfaPlus PT- Projectnummer: Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Plant. De merkrechten op de benaming DLV komen toe aan DLV Plant B.V.. Alle rechten dienaangaande worden voorbehouden. DLV Plant B.V. is niet aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegevens uit deze uitgave.

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en doel 3 2 Materiaal en methode hulpstoffen Inleiding Proefopzet opkweek Proefopzet trek Accommodatie en teeltgegevens Waarnemingen Verwerking 10 3 Resultaten Behandelingen op het buitenveld Behandelingen in de trek 18 4 Houdbaarheidsonderzoek 28 5 Conclusies en aanbevelingen 29 Bijlage 1A. Proefschema buitenveld 31 Bijlage 1B. Proefschema trek 32 Bijlage 2. Houdbaarheidsonderzoek 33 2

3 1 Inleiding en doel De teelt van pothortensia kent drie fases: de opkweekfase (grotendeels) op het buitenveld, de bewaar (koel)fase en de trekfase in de kas. Om de groei van de planten te beheersen wordt chemisch geremd met daminozide. Deze werkzame stof zit bijvoorbeeld in Alar 85 SG of Dazide Enhance. Zowel in de landfase als in de trek wordt regelmatig geremd. De frequentie en de dosering zijn o.a. sterk afhankelijk van het weer, groeikracht van het ras en het gewenste eindproduct. Afgelopen jaren zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd naar alternatieve mogelijkheden van groeiremming bij Hortensia in o.a. Duitsland en Nederland. Vanuit andere teelten en onderzoek bij Chrysant door DLV Plant is bekend dat het toevoegen van hulpstoffen het effect van het remmiddel vergroot, waardoor de dosering en het aantal remmomenten verminderd kon worden. Ook is er positieve ervaring opgedaan met het minder aanbieden van fosfaat aan het gewas. Binnen dit project is getracht om met bovengenoemde methoden een compacte trekbare plant te produceren om vervolgens tijdens de trek te bepalen wat het effect van de middelen op de bloemvorming en uitgroei is. Het doel van het project is na te gaan in hoeverre het toevoegen van hulpstoffen aan remmiddelen en het verminderen van fosfaat de toepassing van remstoffen als daminozide kan worden verlaagd. Te bereiken resultaten: Verhoging effectiviteit toepassing remmiddelen waardoor verbruik aanzienlijk verlaagd kan worden. Remming van het gewas door toepassing verlaging van het P-niveau. Verlaging van het P-niveau, wat leidt tot minder P in het milieu en minder verbruik remstoffen. In dit verslag wordt het onderzoek beschreven naar de mogelijkheden van het toepassen van hulpstoffen (deel A). In een tweede verslag (deel B) wordt de mogelijkheid van fosfaatbeperking onderzocht. 3

4 2 Materiaal en methode hulpstoffen 2.1 Inleiding Binnen het onderzoek naar de toepassing van hulpstoffen is de trek opgesplitst in 2 deelonderzoeken. In het ene deelonderzoek wordt het effect van de hulpstoffen in de opkweek beoordeeld. Tijdens de opkweek zijn de planten namelijk verschillend behandeld. Deze planten zijn vervolgens in de trek naar praktijkomstandigheden allemaal gelijk geremd met dezelfde dosering en frequentie. In het andere deelonderzoek wordt het effect van de hulpstoffen, toegepast tijdens de trek, beoordeeld. Deze planten zijn in de opkweek niet met hulpstof behandeld, maar zijn geremd volgens praktijkomstandigheden. Deze planten zijn in de trek wel geremd met de verschillende soorten hulpstoffen. 2.2 Proefopzet opkweek In het onderzoek zijn 2 remmiddelen toegepast: daminozide en Code T. In een voorgaand onderzoek waren de resultaten van de remming goed met deze middelen. Er zijn in totaal 4 hulpstoffen getest op het veld en in de trekfase, waaronder Atplus. De keuze van de hulpstoffen is gedaan op basis van de verwachte werking van de hulpstoffen, het toegepaste remmiddel en het gewas. De hulpstof Atplus blijkt de effectiviteit van daminozide bij Chrysanten duidelijk te verhogen. Een zelfde remresultaat kon worden bewerkstelligd met de halve concentratie daminozide gecombineerd met Atplus. Deze hulpstof leek ook bij Hortensia perspectief te hebben. In een oriënterende proef bleek het effect op de groeiremming met een verlaagde concentratie daminozide gecombineerd met Atplus groot te zijn. Echter door de combinatie met Atplus ontstond schade. In dit onderzoek is de concentratie van Atplus verder verlaagd om schade te voorkomen. Gezien het risico op schade die op kan treden bij Atplus, is gekozen voor 3 andere hulpstoffen waarvan bekend is dat deze ook bij andere schadegevoelige gewassen (o.a. Kalanchoe) geen schade hebben gegeven. Naast Atplus, gecombineerd met daminozide zijn de hulpstoffen Hasten-olie (gecombineerd met Code T) en Agnique en Elasto G5 gecombineerd met daminozide onderzocht. Als (praktijk)controle is de 100% remmiddel behandeling aangehouden. Hulpstof Elasto G5 is hetzelfde middel als Synergen GL5, maar heeft onlangs de officiële naam Elasto G5 gekregen. Van de remmiddelen zijn richtconcentraties opgesteld van laag tot hoog. De toegepaste concentratie is bepaald aan de hand van gemeten groei, in combinatie met de actuele stand van het gewas. Er is tijdens het remmen standaard 100 ml spuitoplossing per m 2 verspoten. In tabel 1 staan de remmiddelen met de daarbij behorende richtconcentraties. Alle hulpstoffen zijn uitgevoerd met een halve concentratie remstof ten opzichte van de controle behandeling. In de tabel zijn per remmiddel de proeffactoren met de bijbehorende niveaus weergegeven. De planten zijn gevolgd tot en met de bloei in het voorjaar, zodat een goed beeld is verkregen van de uiteindelijke werking op de strekking, de knopvorming en de uiteindelijke kwaliteit van het eindproduct. 4

5 Tabel 1: Overzicht proeffactoren remproef met hulpstoffen in Hortensia op het buitenveld Daminozide (richtconcentraties g/l) Code toevoegen in tabel 1 Proeffactor Aantal niveaus Ras 2 Beschrijving Richtconcentraties Code Renate Steiniger (blauw) Libelle 100 % remmiddel zonder hulpstof = praktijkcontrole 50% remmiddel + hulpstof: Atplus UCL 1007 (1 g/l) g/l g/l Concentratie hulpstof blijft gelijk D0 D1 Hulpstof 4 Herhaling 4 H1 t/m H4 50% remmiddel + hulpstof: Agnique SBO10 (plantaardig olie derivaat) (2,5 ml/l) 50% remmiddel + hulpstof: Elasto G5 (polyglycerol derivaat) (2,5 ml/l) g/l Concentratie hulpstof blijft gelijk g/l Concentratie hulpstof blijft gelijk D2 D3 Code T (richtconcentraties 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 ml/l) Proeffactor Aantal niveaus Ras 2 Hulpstof 2 Herhaling Beschrijving Richtconcentraties Code Renate Steiniger (blauw) Libelle 100% remmiddel zonder hulpstof = praktijkcontrole 50% remmiddel + hulpstof: Hasten olie (2,5 ml/l) H1 t/m H4 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 ml/l T0 0,2 0,25 0,3 0,35 0,4 ml/l Concentratie hulpstof blijft gelijk T4 Per (bruto) proefveld zijn 5 x 9 = 45 planten aangehouden. Een (netto) proefveld bedroeg 4 x 8 = 32 planten op eindafstand exclusief de randrijen. In totaal zijn bij daminozide: 2 (rassen) x 4 (rembehandelingen) x 4 (herhalingen) = 32 proefvelden aangelegd. 32 veldjes à 32 planten = 1024 planten. In totaal zijn bij Code T, 2 (rassen) x 2 (rembehandelingen) x 4 (herhalingen) = 16 proefvelden aangelegd. 16 veldjes à 32 planten = 512 planten. Vooraf zijn circa in totaal 2000 planten ofwel 1000 planten per ras geselecteerd op gelijkheid in grootte en scheutvorming. Een overzicht van de proefveldindeling van de opkweek staat weergegeven in bijlage 1A. De trek is opgezet in week 5 (2007). Om het effect van de hulpstoffen, buiten toegepast in de opkweek, te beoordelen op de trek zijn de planten die buiten zijn behandeld met de hulpstoffen in de trek allemaal gelijk behandeld volgens praktijkomstandigheden. Dit betekent dat deze met Dazide (daminozide) zijn geremd met voor alle veldjes dezelfde dosering en frequentie. 5

6 2.3 Proefopzet trek Om de effecten van de hulpstoffen, toegepast tijdens de trek te onderzoeken zijn in de opkweek grote partijen planten aangehouden van beide rassen die alleen tijdens de trek behandeld zijn met de diverse hulpstoffen. In de opkweek zijn ze geremd volgens praktijkomstandigheden. Deze planten zijn in de trek geremd met de verschillende soorten hulpstoffen. Hiervoor is een vergelijkbare proefopzet aangehouden als in de opkweekfase buiten. Op verzoek van de landelijke commissie Hortensia van LTO Groeiservice is Agral Gold toegevoegd als extra hulpstof in de trek. Dat geeft het volgende overzicht in tabel 2. Per (bruto) proefveld zijn 5 x 9 = 45 planten aangehouden. Een (netto) proefveld bedroeg 4 x 8 = 32 planten op eindafstand exclusief de randrijen. In totaal zijn bij daminozide: 2 (rassen) x 5 (rembehandelingen) x 2 (herhalingen) = 20 proefvelden aangelegd. 20 veldjes à 32 planten = 640 planten. In totaal zijn bij Code T, 2 (rassen) x 3 (rembehandelingen) x 2 (herhalingen) = 12 proefvelden aangelegd. 12 veldjes à 32 planten = 384 planten. Een overzicht van de proefveldindeling in de trek staat weergegeven in bijlage 1B. 6

7 Tabel 2: Overzicht proeffactoren remproef met hulpstoffen in Hortensia in de trek Daminozide (richtconcentraties g/l) Proeffactor Aantal Beschrijving Richtconcentraties Code niveaus Ras 2 Renate Steiniger (blauw) Libelle Hulpstof % remmiddel zonder hulpstof = praktijkcontrole 50% remmiddel + hulpstof: Atplus UCL 1007 (1 g/l) 50% remmiddel + hulpstof: Agnique SBO10 (plantaardig olie derivaat) (2,5 ml/l) 50% remmiddel + hulpstof: Elasto G5 (polyglycerol derivaat) (2,5 ml/l) g/l 1-1½ - 2-2½ g/l Concentratie hulpstof blijft gelijk 1-1½ - 2-2½ g/l Concentratie hulpstof blijft gelijk 1-1½ - 2-2½ g/l Concentratie hulpstof blijft gelijk D0 D1 D2 D3 Herhaling 2 H1 t/m H2 50% remmiddel + hulpstof Agral Gold (0,075 ml/l) 1-1½ - 2-2½ g/l Concentratie hulpstof blijft gelijk DAG Code T (richtconcentraties 0,2-0,3-0,4-0,5 ml/l) Proef-factor Aantal niveaus Ras 2 Hulpstof 3 Herhaling 2 H1 t/m H2 Beschrijving Richtconcentraties Code Renate Steiniger (blauw) Libelle 100% remmiddel zonder hulpstof = praktijkcontrole 50% remmiddel + hulpstof: Hasten olie (2,5 ml/l) 50% remmiddel + hulpstof: Agral Gold (0,075 ml/l) 0,2-0,3-0,4-0,5 ml/l T0 0,1 0,15 0,2 0,25 ml/l Concentratie hulpstof blijft gelijk 0,1 0,15 0,2 0,25 ml/l Concentratie hulpstof blijft gelijk T4 TAG 2.4 Accommodatie en teeltgegevens De stekken van Renate Steiniger en Libelle zijn in week 20 opgepot in de kas (40 stuks/m 2 ). Er is uitgegaan van kopstek met twee bladparen. Beide rassen zijn binnen opgepot in een 15 cm container. In week 22 zijn de planten voor de eerste maal getopt en in week 26 voor de tweede maal. 7

8 Foto 1: Aanvang teelt Renate Steiniger Foto 2: Aanvang teelt Libelle De proefplanten zijn in week 28 naar buiten gebracht en uitgezet op het containerveld. De standdichtheid op het containerveld bedroeg 16 planten per m 2. Voor zowel de bespuitingen op het buitenveld als in de trek zijn de remmiddelen klaargemaakt in een acht liter rugtank en gespoten met een blauwe spleetdop (1,6 l/m bij 3 bar). Het remmen is gebeurd bij bewolkt weer of anders vroeg in de ochtend of later in de namiddag. De desbetreffende proefveldjes zijn geremd volgens onderstaand schema met de richtconcentratie 6 g/l daminozide 100% en 0,5 ml/l voor Code T Ras Remmiddel wk 30: 26-jul Libelle volgens behandeling, zie tabel 1 Renate Steiniger volgens behandeling, zie tabel 1 wk 31: 31-jul Libelle volgens behandeling, zie tabel 1 Renate Steiniger volgens behandeling, zie tabel 1 wk 32: 8-aug Libelle volgens behandeling, zie tabel 1 Renate Steiniger volgens behandeling, zie tabel 1 De potgrondsamenstelling is voor beide rassen gelijk geweest. De samenstelling is: 20% turfbrokken fractie 2 30% Duitse vezelturf kort 50% grof baltisch veenmosveen 2,5 kg Dolokal 1 kg PG-mix per m³ Buiten is geteeld op een containerveld met antiworteldoek. De beregening van de planten vond plaats met sproeiers. Bij elke gietbeurt is kunstmest mee gedoseerd. De EC waarde van het gietwater is afgestemd op de pot EC. Er werd gestreefd naar een EC van 1,0 ms/cm in de pot (1:1,5 extractie). De samenstelling van de voedingsoplossing is weergegeven in tabel 3. Tabel 3: Overzicht meststoffen in Hortensia op het buitenveld Hoofdelementen (mmol/l) Spoorelementen (umol/l) K Ca Mg N-NH4 N-NO3 SO4 P Fe Mn Zn B Cu Mo 7,7 1,6 2,7 1,7 15,8 2,5 1, ,1 4,4 44,4 0,82 0,84 8

9 Tussen week 35 en 39 is Renate Steiniger geblauwd door middel van vloeibare aluminiumsulfaat, opgelost in het gietwater en toegediend door middel van de sproeiinstallatie. Op 21 oktober (week 43) zijn de planten vanaf het containerveld in de koeling gezet. Er is gekoeld op 8 o C, waarnaar deze wekelijks met 2 o C is afgebouwd tot 2 o C. Tijdens de koelperiode zijn de planten schoongemaakt door het afgevallen blad te verwijderen. De trek heeft vanaf week 5 plaatsgevonden in een Venlo warenhuis met een 8 meter tralie. De ondergrond bestond uit betonvloeren (eb en vloed). Aanvankelijk hebben de planten eerst pot aan pot (44 planten per m 2 ) gestaan. De planten zijn vervolgens na 16 dagen wijder gezet op eindafstand ( 8,8 planten per m 2 ). De eerste keer in de trek hebben alle planten bovendoor schoon water toegediend gekregen met de regenleiding. Daarna heeft de watergift onderdoor d.m.v. eb en vloed plaatsgevonden. Na de eerste maal schoon water is vervolgens bij elke gietbeurt kunstmest mee gedoseerd. Tabel 4: Overzicht meststoffen in Hortensia in de trek Hoofdelementen (mmol/l) Spoorelementen (umol/l) K Ca Mg N-NH4 N-NO3 SO4 P Fe Mn Zn B Cu Mo 7,1 4,5 1,9-16,3 1,4 0, ,4 38 0,7 0,7 Er is bij de trek een stooktemperatuur nagestreefd van 18,5 o C. De luchtingstemperatuur luwe zijde was 0,5 o C boven de stooktemperatuur en de luchtingstemperatuur wind zijde 3 o C boven de stooktemperatuur. Er is geschermd bij een instraling van 440 W/m 2 buiten gemeten met een kip-solari-meter. Streefwaarde luchtvochtigheid waren lager dan 90% RV. Na warmzetten zijn alle partijen preventief behandeld tegen slakken d.m.v. het strooien van slakkenkorrels. In de oppotweek zijn alle behandelingen preventief behandeld, middels een ruimtebehandeling, met Vertimec en Methomex tegen luis en spint. Deze ruimtebehandeling is in week 9 en in week 12 nogmaals uitgevoerd. 2.5 Waarnemingen Gedurende de proef zijn diverse waarnemingen gedaan. Bij opzet van de teelt: Planten (netto proefvak) selecteren op lengte (marge maximaal 10%) en op aantal scheuten Starten met opgepot stek. Beginlengte en eindlengte halfwasmateriaal definiëren. Aan de hand hiervan is de gewenste groei per week vastgesteld en zijn groeicurves per ras opgesteld. Vooraf is het remschema per ras van het praktijkbedrijf in kaart gebracht. Deze diende in overleg met de BCO als de praktijkcontrole. 9

10 Tijdens de opkweek: Per twee weken is van 10 planten per proefveld de lengte gemeten. Aan het einde van de teelt op het veld is van 10 planten per proefveld het aantal knoppen bepaald. Klimaat registratie (instraling en de RV ) tijdens en na elke rembehandeling. Klimaat kan namelijk invloed hebben op de effecten. Tijdens de trek Per twee weken is van 10 planten per proefveld de lengte gemeten. Middels bloeiwaarnemingen is de teeltduur vastgelegd. De teeltduur is de periode vanaf start trek tot aan dat 50% van de planten in een proefveld veilstadium 2 heeft bereikt. Aan het einde van de teelt heeft een visuele kwaliteitsbeoordeling plaats gevonden. Er is beoordeeld op bladkleur, plantopbouw, mate van stevigheid, bloemkleur en totaal indruk. Aan het einde van de trek in de kas is van 10 planten per proefveld van 3 scheuten de lengte en het aantal bladparen op het nieuwe hout geregistreerd. Verder is het aantal bloemwijzen geteld, waarbij onderscheid gemaakt is tussen het aantal groter en kleiner dan 5 cm in diameter. Aan het eind van de teelt zijn van Renate Steiniger per behandeling 2 x 5 planten geselecteerd in eenzelfde rijpheidstadium. Deze zijn ingezet voor de houdbaarheidsproef bij Flora Holland in Naaldwijk. Gedurende het onderzoek zijn regelmatig foto s gemaakt. 2.6 Verwerking De behandelingseffecten zijn met behulp van variantie-analyse getoetst. Hierbij is gebruik gemaakt van het statistische programma GENSTAT. Er is getoetst met een onbetrouwbaarheid van 5% (P< 0,05). 10

11 3 Resultaten 3.1 Behandelingen op het buitenveld Opkweek De lengtegroei van de verschillende behandelingen op het containerveld is weergegeven in figuur 1 voor Renate Steiniger en in figuur 2 voor Libelle. Als lengte is gemeten vanaf potbodem tot aan de bovenzijde groeipunt en later de bovenzijde bloem. De rembehandelingen zijn in de opkweek drie maal uitgevoerd met 100% remstof in de concentraties 6 g/l daminozide of 0,5 ml/l code T. In combinatie met hulpstof is de halve dosering remstof gebruikt. Lengtemeting buitenveld Renate Steiniger D0 D1 D2 D3 T0 T4 lengte (cm) Figuur 1: Lengtegroei Renate Steiniger per behandeling op het buitenveld 11

12 Lengtemeting buitenveld Libelle D0 D1 D2 D3 T0 T lengte (cm) Figuur 2: Lengtegroei Libelle per behandeling op het buitenveld Op het buitenveld is geen significant verschil in lengtegroei ontstaan tussen de verschillende rembehandelingen. Ook is geen significant verschil gevonden in het aantal knoppen per plant aan het einde van de teelt op het buitenveld (figuur 3). Het gebruik van hulpstoffen heeft niet geleid tot schade of andere neveneffecten in het gewas. Aantal knoppen per plant Renate Steiniger en Libelle Libelle Renate Steiniger 0 D0 D1 D2 D3 T0 T4 Rembehandeling Figuur 3: Gemiddeld aantal hoofdknoppen per plant per behandeling voor Renate Steiniger en Libelle 12

13 Trek In de trek zijn de planten die op het buitenveld een specifieke rembehandeling gehad hebben in de trek identiek geremd volgens onderstaand schema Ras Remmiddel wk 8: 20-feb Libelle Dazide 3 g/l wk 8: 22-feb Libelle Dazide 3 g/l + 0,35 ml/l Code T Renate Steiniger Dazide 3 g/l wk 9:26-feb Libelle Dazide 3 g/l Renate Steiniger Dazide 3 g/l wk 9: 28-feb Libelle Dazide 3 g/l wk 9: 2-mrt Libelle Dazide 3 g/l Renate Steiniger Dazide 3 g/l wk 10: 5-mrt Libelle Dazide 3,5 g/l + 0,35 ml/l Code T Renate Steiniger Dazide 3,5 g/l wk 10: 9-mrt Libelle Dazide 3,5 g/l wk 11: 15-mrt Libelle Dazide 3,5 g/l In totaal is er vier keer geremd in Renate Steiniger en acht keer in Libelle. In de trek zijn geen grote verschillen ontstaan tussen de behandelingen. In onderstaande tabellen zijn de eindwaarnemingen samengevat voor respectievelijk Renate Steiniger en Libelle. Tabel 5: Eindmeting Renate Steiniger per behandeling in de trek aantal scheutlengte aantal internodiёn- Remmiddel lengte (cm) groei (cm) bloeiwijzen (cm) bladparen lengte (cm) D0 33,4 14,1 9,9 18,0 4,4 5,4 D1 35,0 14,5 9,1 18,1 4,0 6,0 D2 31,4 12,6 8,9 16,9 4,3 5,2 D3 32,7 13,8 9,1 15,8 4,1 5,1 T0 32,9 14,5 7,7 17,1 4,3 5,1 T4 34,6 15,2 8,3 19,8 4,3 5,9 Tabel 6: Eindmeting Libelle per behandeling in de trek aantal scheutlengte Aantal internodiёn- Remmiddel lengte (cm) groei (cm) bloeiwijzen (cm) bladparen lengte (cm) D0 35,3 15,3 6,6 20,9 4,1 6,8 D1 35,6 15,1 7,7 21,8 4,0 7,3 D2 37,0 16,8 6,8 21,0 3,8 7,4 D3 35,8 14,3 6,6 23,4 4,0 8,0 T0 35,2 15,7 7,1 22,7 3,8 8,2 T4 37,2 17,0 6,3 21,9 4,3 6,7 13

14 In lengtegroei en scheutgroei zijn geen significante verschillen aangetoond. Wel is de totale lengte, de scheutlengte en de internodiёnlengte van Libelle significant langer dan van Renate Steiniger. Renate Steiniger heeft significant meer bladparen dan Libelle. In het aantal bloeiwijzen is geen verschil aangetoond tussen de behandelingen, wel heeft Renate Steiniger significant meer bloeiwijzen dan Libelle. Tabel 7: Eindbeoordeling Renate Steiniger per behandeling in de trek D0 D1 D2 D3 T0 T4 Bladkleur Plantopbouw Mate van stevigheid Bloemkleur Uniformiteit Stadium (kleur)* Bloemgrootte Totaal indruk Tabel 8: Eindbeoordeling Libelle per behandeling in de trek D0 D1 D2 D3 T0 T4 Bladkleur 2,5 2,5 2,5 2,5 2 2 Plantopbouw 3,5 3, ,5 Mate van stevigheid ,5 Bloemkleur Uniformiteit 3,5 3, ,5 3 Stadium (kleur)* Bloemgrootte Totaal indruk 3, ,5 3 * = kleurstadium volgens VBN normen 1 = slecht 3 = redelijk 5 = goed 14

15 De planten zijn aan het einde van de trek kwalitatief beoordeeld op een schaal van één tot vijf, waarbij één als slecht en vijf als goed werd beoordeeld. Alleen het rijpheidstadium is beoordeeld op veilstadium (VBN-norm). Bij de kwalitatieve eindbeoordeling waren de partijen nagenoeg gelijk. De bloeirijpheid (stadium) tussen de behandelingen verschilde hoogstens twee dagen, maar ook dit verschil is niet significant aangetoond. In de volgende foto s (3-8) is per foto van twee planten per behandeling het eindresultaat weergegeven van Renate Steiniger. Op foto 9 staan de vier behandelingen met daminozide en op foto 10 de 2 behandelingen met remstof code T. Hoewel op deze laatste foto een lengteverschil zichtbaar is, is dit door de diversiteit in de partijen niet significant aangetoond. In de foto s (11-16) is per foto van 2 planten per behandeling het eindresultaat weergegeven van Libelle. Op foto 17 staan de vier behandelingen met daminozide en op foto 18 de 2 behandelingen met remstof Code T. 15

16 Foto 3: Resultaat D0 (daminozide 100%) Foto 4:Resultaat D1 (daminozide+atplus) Foto 5: Resultaat D2 (daminozide+agnique) Foto 6: Resultaat D3 (daminozide+elasto G5) Foto 7: Resultaat T0 (100% Code T) Foto 8: Resultaat T4 (Code T+Hasten olie) Foto 9: Behandelingen D0-D1-D2-D3 (daminozide) Foto 10: Behandelingen T0 en T4 (Code T) 16

17 Foto 11: Resultaat D0 (daminozide 100%) Foto 12: Resultaat D1 (daminozide+atplus) Foto 13: Resultaat D2 (daminozide+agnique) Foto 14: Resultaat D3 (daminozide+elasto G5) Foto 15: Resultaat T0 (100% Code T) Foto 16: Resultaat T4 (Code T+Hasten olie) Foto 17: Behandelingen D0-D1-D2-D3 (daminozide) Foto 18: Behandelingen T0 en T4 (Code T) 17

18 3.2 Behandelingen in de trek Renate Steiniger Renate Steiniger is tijdens de trek drie keer in 11 dagen tijd geremd volgens onderstaand schema. De rembehandelingen zijn uitgevoerd met 100% remstof in de concentraties 3 g/l daminozide of 0,3 ml/l code T. In combinatie met hulpstof is de halve dosering remstof gebruikt (zie ook tabel 2 2.3) Ras wk 7: 22-feb Renate Steiniger wk 8: 26-feb Renate Steiniger wk 10: 5-mrt Renate Steiniger De resultaten van de lengtegroei van de verschillende behandelingen zijn weergegeven in figuur 4. Opvallend is de geringe strekking in alle partijen. Renate Steiniger behandeling tijdens de trek 45 D0 D1 D2 D3 40 DAG T0 T4 TAG 35 lengte (cm) Figuur 4: Lengtegroei Renate Steiniger per behandeling in de trek Bij de eindbeoordeling toonde de behandeling daminozide met Atplus (D1) kortere hoofdscheuten, alleen door de langere grondscheuten was de plantopbouw niet uniform. Daminozide zonder hulpstof (D0) was op het oog het langst. In bovenstaande figuur zijn deze waarnemingen er wel uit te halen, echter dit kon door de diversiteit in de partij niet significant aangetoond worden. Daminozide met Elasto G5 (D3) zijn wel significant korter dan daminozide zonder hulpstof (D0). Bij de behandelingen met Code T is de behandeling zonder hulpstof (T0) significant korter dan Code T in combinatie met Agral Gold (TAG). 18

19 Renate Steiniger behandeling tijdens de trek aantal bloeiwijzen < 5 cm > 5 cm D0 D1 D2 D3 DAG T0 T4 TAG Figuur 5: Aantal bloeiwijze Renate Steiniger trek week 5 per behandeling groter en kleiner dan 5 cm in diameter De bloeiwijzen kleiner dan 5 cm zijn veelal de bloeiwijzen afkomstig van de grondscheuten. Hoewel de behandelingen daminozide met Atplus (D1) en Code T met Agral Gold (TAG) tijdens de eindbeoordeling meer grondscheuten met kleinere bloemen leken te hebben, is er geen significant onderscheid gevonden tussen de behandelingen bij een toetsing met een onbetrouwbaarheid van 5%. Ook voor Code T zonder hulpstof is geen significant verschil aangetoond, hoewel er relatief weinig kleine bloemen aangetroffen werden. Tabel 9: Resultaten eindmeting Renate Steiniger trek week 5 Aantal Scheutlengte Aantal Internodiёn- Remmiddel Lengte (cm) Groei (cm) bloeiwijzen (cm) bladparen lengte (cm) D0 36,5 17,4 9,4 19,8 4,6 5,6 D1 33,8 16,1 9,5 18,4 4,4 5,4 D2 34,8 15,8 8,7 18,3 4,2 5,7 D3 32,8 14,4 8,7 17,9 4,3 5,5 DAG 35,6 17,1 8,4 19,5 4,2 6,0 T0 33,0 14,1 8,4 17,1 4,2 5,4 T4 34,2 15,3 8,8 19,2 4,5 5,5 TAG 36,7 18,0 9,8 20,6 4,5 5,8 LSD 2,8 n.s. n.s. 2,6 n.s. n.s. n.s. = niet significant 19

20 De lengte is de gemeten eindlengte van de plant vanaf potbodem tot aan de bovenzijde groeipunt en later de bovenzijde bloem. De groei is de eindlengte minus de startlengte bij aanvang van de trek. Per plant is van drie hoofdscheuten de gemiddelde groei bepaald. Vervolgens is van deze drie hoofdscheuten het aantal bladparen geteld, waaruit de gemiddelde internodiënlengte bepaald is. Voor de behandeling met daminozide geldt alleen dat de gemiddelde plantlengte bij de behandeling D0 significant langer is dan de behandeling D3. M.b.t. de scheutlengte zijn bij de daminozide behandelingen de behandelingen met hulpstof significant korter dan de controle, met uitzondering van de behandeling met hulpstof Agral Gold. Wat betreft het aantal bladparen en de internodiёnlengte is er geen significant verschil tussen de behandelingen geconstateerd. Ook zijn tussen de behandelingen geen significante verschillen geconstateerd in het aantal bloeiwijzen dat tot ontwikkeling kwam. Bij de code T behandeling is de behandeling met Agral Gold (TAG) significant langer dan de behandeling zonder hulpstof (T0). Er is geen significant verschil tussen de behandeling zonder hulpstof (T0) en met Hasten olie (T4). Wat betreft het aantal bladparen en de internodiёnlengte is er geen significant verschil tussen de behandelingen. Ditzelfde geldt voor de gemiddelde plantlengte tijdens de trek voor de behandelingen met code T. Ook hier zijn tussen de behandelingen geen significante verschillen geconstateerd in het aantal bloeiwijzen dat tot ontwikkeling kwam. Aan het einde van de trek is een beoordeling gemaakt van het gewas op een schaal van één tot vijf, waarbij één als slecht en vijf als goed werd beoordeeld. Tevens zijn er foto s gemaakt van het eindresultaat. De beoordeling is weergegeven in tabel 10. Tabel 10: Eindbeoordeling Renate Steiniger trekweek 5 D1 D1 D2 D3 DAG T0 T4 TAG Bladkleur 3 3+ schade Plantopbouw 3,5 1 2,5 4 1,5 4 2,5 3 Mate van stevigheid 3,5 3 3, ,5 3 Bloemkleur Uniformiteit , ,5 Stadium (kleur)* Bloemgrootte Totaal indruk 3, ,5 4 2,5 3 * = kleurstadium volgens VBN normen 1 = slecht 3 = redelijk 5 = goed 20

21 De eindwaardering voor de behandeling daminozide met Elasto G5 (D3) en Code T zonder hulpstof is het hoogst. Met name op plantopbouw en mate van stevigheid scoorden deze behandelingen goed. De behandeling daminozide met Atplus gaf schade in het blad (foto 19 en 20). Opvallend was ook dat bij bij daminozide met Atplus veel grondscheuten doorschoten, waardoor een ongelijk gewas ontstond met wat meer kleine bloeiwijzen. Deze ongelijkheid is ook terug te vinden in de behandeling daminozide met Agral Gold (DAG). De overige behandelingen waren vergelijkbaar met de behandeling daminozide zonder hulpstof (D0). Foto 19: Bladschade door Atplus Foto 20: Bladschade door Atplus. Qua rijpheid kan gezegd worden dat de daminozide behandelingen met Agnique (D2) en met Elasto G5 (D3) iets verder waren in bloeirijpheid. Na 1-2 dagen volgde de rest, alleen Code T met Hasten olie leek nog wat rauwer in afrijping. In de volgende foto s (21-30) is per foto van twee planten per behandeling het eindresultaat weergegeven van Renate Steiniger. Op foto 26 staan de vijf behandelingen met daminozide en op foto 30 de drie behandelingen met remstof Code T. Op foto 22 en 25 zijn de grondscheuten goed zichtbaar in de behandelingen D1 en DAG. D3 heeft de meeste korte planten (foto 24). Op foto 27 en 30 is de mooie compacte opbouw van Code T goed zichtbaar. Het toevoegen van Agral Gold had in zowel de behandeling met daminozide als Code T een lossere opbouw (foto 25, 29 en 30). Foto 21: Resultaat D0 ( daminozide 100%) Foto 22: Resultaat D1(daminozide+Atplus) 21

22 Foto 23: Resultaat D2 (daminozide+agnique) Foto 24: Resultaat D3 (daminozide+elasto G5) Foto 25: Resultaat DAG (daminozide+agral Gold) Foto 26: Eindresultaat D0-D1-D2-D3-DAG Foto 27: Resultaat T0 (100% Code T) Foto 28: Resultaat T4 ( Code T+Hasten olie) Foto 29: Resultaat TAG (Code T+Agral Gold) Foto 30: Eindresultaat T0-T4-TAG 22

23 Libelle Libelle is tijdens de trek vanaf 22 februari 2007 zes keer in 19 dagen tijd geremd volgens onderstaand schema. De rembehandelingen zijn uitgevoerd met 100% remstof in de concentraties 3 g/l daminozide of 0,3 ml/l code T. In combinatie met hulpstof is de halve dosering remstof gebruikt (zie ook tabel 2 2.3) Ras wk 7: 22-feb Libelle wk 8: 26-feb Libelle wk 8: 28-feb Libelle wk 10: 5-mrt Libelle wk 10: 8-mrt Libelle wk 11: 13-mrt Libelle De resultaten van de lengtegroei van de verschillende behandelingen zijn weergegeven in figuur 6. Opvallend is de geringe strekking in alle partijen. Libelle behandeling tijdens de trek 45 D0 D1 D2 D3 lengte (cm) DAG T0 T4 TAG Figuur 6: Lengtegroei Libelle per behandeling in de trek Daminozide met Atplus (D1) en met Agnique (D2) zijn significant korter dan Daminozide zonder hulpstof (D0). De behandelingen met Code T verschillen onderling niet significant

24 Libelle behandeling tijdens de trek aantal bloeiwijzen < 5 cm > 5 cm D0 D1 D2 D3 DAG T0 T4 TAG Figuur 7: Aantal bloeiwijze Libelle trek week 5 per behandeling groter en kleiner dan 5 cm in diameter Bij Libelle is geen significant verschil in aantal bloeiwijzen gevonden tussen de behandelingen. Net als bij Renate Steiniger neigt ook hier de behandeling met Atplus (D1) en code T met Agral Gold (TAG) naar meer kleinere bloeiwijzen afkomstig van de grondscheuten. Er is echter geen aantoonbaar verschil in de diameter van de bloeiwijze. Tabel 11: Resultaten eindmeting Libelle trek week 5 Aantal Scheutlengte Aantal Internodiёn- Remmiddel lengte (cm) groei (cm) Bloeiwijzen (cm) bladparen lengte (cm) D D D D DAG T T TAG De lengte is de eindlengte van de plant. De gemeten groei is de eindlengte minus de startlengte bij aanvang van de trek. Per plant is van drie hoofdscheuten de groei bepaald. Voor de behandeling met daminozide geldt voor de totale plantlengte dat alleen behandeling D1 en D2 korter zijn dan D0. Net als bij Renate Steiniger zijn bij de daminozide behandelingen de scheutlengtes bij de behandelingen met hulpstof significant korter dan de controle, met uitzondering van de behandeling met hulpstof Agral Gold. Er zijn tussen de behandelingen geen significante verschillen geconstateerd in het aantal 24

25 bloeiwijzen dat tot ontwikkeling kwam. Ook werden er geen significante verschillen geconstateerd in de internodiënlengte of het aantal bladparen. Bij de code T behandelingen is de behandeling met Agral Gold (TAG) significant langer dan de behandeling zonder hulpstof (T0). Er is geen significant verschil tussen de behandeling zonder hulpstof (T0) en met Hasten olie (T4). Ditzelfde geldt voor de lengtegroei tijdens de trek voor de behandelingen met code T. Er zijn tussen de behandelingen geen significante verschillen geconstateerd in het aantal bloeiwijzen dat tot ontwikkeling kwam. Ook werden er geen significante verschillen geconstateerd in de internodiënlengte of het aantal bladparen. Bij Code T is geen significant verschil tussen Code T zonder hulpstof en Code T met Hasten olie (T4). Code T met Agral Gold (TAG) geeft wel een significant langer gewas dan Code T zonder hulpstof. Aan het einde van de trek is een beschrijving gemaakt van het gewas op een schaal van één tot vijf, waarbijéén als slecht en vijf als goed werd beoordeeld en zijn foto s gemaakt van het eindresultaat. De beoordeling is weergegeven in tabel 12. Tabel 12: Eindbeoordeling Libelle trekweek 5 D1 D1 D2 D3 DAG T0 T4 TAG Bladkleur Plantopbouw ,5 4 3 Mate van stevigheid ,5 5 3 Bloemkleur 3 1+ schade ,5 3 Uniformiteit Stadium (kleur)* Bloemgrootte Totaal indruk ,5 4,5 3 * = kleurstadium volgens VBN normen 1 = slecht 3 = redelijk 5 = goed De eindwaardering voor de behandeling Code T met Hasten olie is het hoogst. Met name op plantopbouw, mate van stevigheid en uniformiteit scoorde deze behandeling zeer goed. De behandeling daminozide met Atplus gaf ook hier schade, maar dit keer in de bloem (foto 31). Deze schade was alleen zichtbaar in de knopfase. Bij het uitgroeien van de bloemen was deze schade niet meer terug te vinden. Opvallend was ook dat veel grondscheuten doorschoten, waardoor een ongelijk gewas ontstond, met wat meer kleine bloeiwijzen en wat slappere takken. Deze ongelijkheid is ook terug te vinden in de 25

26 behandeling daminozide met Agral Gold (DAG). De overige behandelingen waren redelijk vergelijkbaar met de behandeling daminozide zonder hulpstof (D0). Foto 31: Bloemschade door Atplus Bij Libelle lag de bloeirijpheid tussen de behandelingen redelijk op één lijn. Alleen de daminozidebehandeling met Atplus (D1) en met Agral Gold (DAG) liepen 2-3 dagen achter in rijpheid. In de volgende foto s (32-41) is per foto van twee planten per behandeling het eindresultaat weergegeven in Libelle. Op foto 37 staan de vijf behandelingen met daminozide en op foto 41 de drie behandelingen met remstof Code T. Doordat Libelle wat groeikrachtiger is dan Renate Steiniger zijn er ook meer planten waarbij de grondscheuten onvoldoende geremd zijn (foto 32, 34, 35). Door de werking van Code T was bij deze rembehandelingen de remming op de grondscheuten wat beter. Echter bij de behandeling Code T en Agral Gold (TAG) was de algehele remming minder (foto 41). Wanneer naar beide rassen gekeken wordt, is de scheutlengte en de internodiёnlengte bij Libelle significant langer dan bij Renate Steiniger. Het aantal bladparen bij Libelle is significant lager dan bij Renate Steiniger. Daarentegen heeft Renate Steiniger significant meer bloeiwijzen dan Libelle. Foto 32: Resultaat D0 (daminozide 100%) Foto 33: Resultaat D1(daminozide+Atplus ) 26

27 Foto 34: Resultaat D2 (daminozide+agnique) G5) Foto 35: Resultaat D3 (daminozide+elasto Foto 36: Resultaat DAG (daminozide+agral Gold) Foto 37: Eindresultaat D0-D1-D2-D3-DAG Foto 38: Resultaat T0 (100% Code T) Foto 39: Resultaat T4 (Code T+Hasten olie) Foto 40: Resultaat TAG (Code T+Agral Gold) Foto41: Eindresultaat T0-T4-TAG 27

28 4 Houdbaarheidsonderzoek Na de eindbeoordeling zijn van Renate Steiniger de planten opgestuurd voor een houdbaarheidsonderzoek door FloraHolland. De planten uit de trekfase behandeld volgens het deelonderzoek waarbij de proefbehandelingen gegeven zijn in de trek 2 ( 2.3) zijn ingezet. Aangezien daminozide met Atplus (D1) schade gaf, is deze niet verder onderzocht. De resultaten van het onderzoek staan weergegeven in bijlage 2. Na 14 dagen consumentenfase daalt het aantal goede schermen sterk. Dit heeft mogelijk te maken met de lichtcondities in de uitbloeiruimte; dit is wel gestandaardiseerd volgens internationale normen, maar zeker niet optimaal voor een lichtbehoeftig gewas als Hydrangea. Opvallend is dat het aantal goede schermen aan het einde van de test weer licht stijgt door bloei van nieuwe schermen. De bloeiduur was bij alle behandelingen langer dan 35 dagen. Geen van de planten raakten uitgebloeid gedurende de testperiode. Een bloemscherm wordt meegeteld indien meer dan 50 % van de bloemen geopend zijn en 50 % van de bloemen een goede sierwaarde heeft. Dit verklaart het feit dat het aantal schermen na aanvang aanvankelijk stijgt doordat er meer bloemen opengaan en het aantal goede schermen later door uitbloei weer daalt. Behandeling D3 geeft het hoogste aantal goede schermen en ook de behandeling DAG geeft een goed resultaat. De behandelingen TAG, T0 en T4 geven de slechtste resultaten; het aantal goede schermen zakt snel weg en de planten zien er rommelig uit. De verschillen in bladkwaliteit tussen de behandelingen zijn gering. De gemiddelde bladkwaliteit aan het eind van de test varieert tussen 2,3 en 3,4. Tussen matig en voldoende. Behandeling TAG komt met een matige bladkwaliteit aan het einde van de test als laagste uit de test. De bladkwaliteit is niet de beperkende factor als het gaat om de houdbaarheid en bloeiduur. De behandelingen TAG, T0 en T4 komen als slechtste uit de test. Bij behandeling TAG is de bladkwaliteit aan het eind van de test matig en het aantal goede bloemschermen laag. Bij T0 en T4 is het aantal goede bloemschermen laag. De behandelingen D3 en DAG komen uit deze houdbaarheidstest als beste naar voren; aan het eind van de test hebben deze behandelingen het hoogste aantal goede bloemschermen. 28

29 5 Conclusies en aanbevelingen Conclusies behandelingen op het buitenveld Doordat het natte en koude buitenklimaat te weinig groei opleverde, is er weinig geremd, waardoor het effect van de verschillende behandelingen niet goed tot uiting kon komen. De behandelingen op het buitenveld hebben geen significante verschillen in kwalitatieve en kwantitatieve metingen opgeleverd. Dit geldt zowel voor de tussentijdse beoordelingen als ook bij de eindbeoordeling van de opkweek en van de trek. De hoeveelheid remmiddel is met 50% gereduceerd door toepassing van de hulpmiddelen. De toegepaste hulpmiddelen hebben geen meetbare invloed op de knopontwikkeling. De toegepaste hulpmiddelen blijken in de toegepaste concentraties allemaal verdraagzaam voor de plant onder buitenveld omstandigheden. Op het buitenveld heeft daminozide met Atplus geen blad- of bloemschade veroorzaakt. Conclusies behandelingen in de trek Ook in de trek is relatief weinig geremd, in deze fase zijn echter wel verschillen ontstaan. Ondanks dat de concentratie van de hulpstof Atplus verlaagd was, heeft dit toch schade in het blad bij Renate Steiniger en in de bloem bij Libelle opgeleverd. De overige toegepaste behandelingen hebben geen waarneembare schade gegeven. Bij Renate Steiniger is het gewas behandeld met daminozide met Elasto G5 korter gebleven dan het gewas behandeld met 100% daminozide. Bij Libelle gaven de behandelingen daminozide met Atplus en met Agnique een korter gewas dan de behandelingen zonder hulpstof. De scheutlengte is bij zowel Renate Steiniger als bij Libelle korter voor de daminozide behandelingen met een hulpstof. Alleen bij Libelle geldt dit niet voor Agral Gold. De toevoeging van Agral Gold aan daminozide of Code T heeft een vergelijkbare of minder remmende werking opgeleverd ten opzichte van de 100% concentratie van het remmiddel. Ten opzichte van de andere behandelingen was de uniformiteit in deze behandeling normaal tot matig. Daminozide met Elasto G5 en Code T zonder hulpstof komen het beste uit de eindwaardering bij Renate Steiniger. Code T met Hasten olie komt bij Libelle het beste uit de eindwaardering. Toepassing van Code T veroorzaakt hard, vrij bros blad dat donker van kleur is met een gebobbeld uiterlijk. Het toevoegen van de hulpstoffen Atplus, Agnique of Elasto G5 in combinatie met 50% daminozide heeft een vergelijkbaar of beter effect dan 100% daminzode. Het toevoegen van de hulpstof Hasten Olie in combinatie met 50% Code T heeft een vergelijkbaar of beter effect dan 100% Code T. Het toevoegen van Agral Gold in combinatie met 50% remmiddel heeft een vergelijkbaar of minder effect dan 100% remmiddel. Rijpheid = teeltsnelheid is nauwelijks beïnvloed. Er is geen verschil in het aantal bladparen. 29

30 Er is geen verschil in internodiёnlengte. Er is geen aantoonbaar verschil in de grootte van de bloeiwijzen. Wel is er een tendens dat daminozide met Atplus (D1) en Code T met Agral Gold (TAG) meer grondscheuten met kleinere bloemen geven, dit is echter niet significant aangetoond. Conclusies houdbaarheid De behandelingen daminozide met Elasto G5 en Daminozide met Agral Gold komen het beste uit de houdbaarheid. Aan het einde van de test hebben deze behandelingen het hoogste aantal goede bloemschermen. Alle behandelingen met Code T hebben beduidend minder goede bloemschermen aan het einde van de houdbaarheidstest dan de behandelingen met daminozide. De behandeling Code T met Agral Gold geeft een matige bladkwaliteit. Conclusies algemeen Een halvering van de hoeveelheid remmiddelen in combinatie met bepaalde hulpstof heeft zowel op het buitenveld als in de trek geen significante verschillen opgeleverd in vergelijk met de volledige concentratie remstoffen. Een reductie van remmiddelen door een combinatie met bepaalde hulpstoffen is dus goed mogelijk. Toepassing van Code T veroorzaakt hard, vrij bros blad dat donker van kleur is met een gebobbeld uiterlijk. In een eerdere proef in Hortensia (2005, DLV Plant) veroorzaakte het toepassen van daminozide bij Libelle gevuldere bloemen en minder teller-achtige bloemen. Toendertijd lag de remfrequentie en de dosering hoger. In deze proef werden geen gevulde bloemen waargenomen. Aanbevelingen De groeikracht van het gewas en het ras bepalen uiteindelijk de juiste combinatie van concentratie remstof en hulpstof en de toegepaste remfrequentie. Zowel op het buitenveld als in de trek is halvering van remmiddelen mogelijk indien hulpstoffen worden toegevoegd. De toevoeging van Agral Gold als hulpstof is in de toegepaste concentratie niet voldoende om de hoeveelheid remstof te verminderen. De remmende werking van de hulpstof Atplus is in combinatie met 50% daminozide bewezen, alleen zal nog gezocht moeten worden naar de juiste concentratie Atplus om schade te voorkomen. De hulpstoffen Agnique en Elasto G5 zijn in combinatie met 50% daminozide toepasbaar. De hulpstof Elasto G5 heeft een positieve invloed op de houdbaarheid. De hulpstof Hasten Olie is in combinatie met 50% Code T toepasbaar. Om te komen tot een goede remming van groeikrachtige rassen als Libelle in de praktijk zal voor Code T een toelating nodig zijn als remstof. In vervolgonderzoek zal de concentratie van de remstoffen in combinatie met de hier positief geteste hulpstoffen verder geoptimaliseerd moeten worden, om te komen tot een goede praktijktoepassing. 30

31 Bijlage 1A. Proefschema buitenveld Renate steiniger Libelle veld veld veld veld 1 Dazide, hulpstof 1 Dazide, hulpstof Dazide, hulpstof 1 Dazide, hulpstof Code 4, hulpstof 5 Code 4, geen Code 4, hulpstof 5 Code 4, geen 38 3 Dazide, hulpstof 3 Dazide, hulpstof Dazide, hulpstof 3 Dazide, hulpstof Dazide, geen Dazide, hulpstof Dazide, geen Dazide, hulpstof Code 4 geen Code 4, hulpstof Code 4 geen Code 4, hulpstof Dazide, hulpstof 2 Dazide, geen Dazide, hulpstof 2 Dazide, geen 42 7 Dazide, hulpstof 2 Dazide, geen Dazide, hulpstof 2 Dazide, geen 43 8 Code 4, hulpstof 5 Code 4, geen Code 4, hulpstof 5 Code 4, geen 44 9 Dazide, geen Dazide, hulpstof Dazide, geen Dazide, hulpstof Dazide, hulpstof 3 Dazide, hulpstof Dazide, hulpstof 3 Dazide, hulpstof Code 4, geen Code 4, hulpstof Code 4, geen Code 4, hulpstof Dazide, hulpstof 1 Dazide, hulpstof Dazide, hulpstof 1 Dazide, hulpstof

32 Bijlage 1B. Proefschema trek Veldnr. Ras Beh.veld Beh.trek Veldnr. Ras Beh.veld Beh.trek 1 Libelle D0 praktijk 29 Libelle praktijk D2 2 Libelle D1 praktijk 30 Libelle praktijk DAG 3 Libelle T0 praktijk 31 Libelle praktijk T0 4 Libelle T4 praktijk 32 Libelle praktijk T4 5 Libelle D2 praktijk 33 Libelle praktijk D2 6 Libelle D3 praktijk 34 Libelle praktijk T0 7 Libelle D3 praktijk 35 Libelle praktijk D0 8 Libelle T4 praktijk 36 Libelle praktijk D3 9 Libelle D0 praktijk 37 Libelle praktijk TAG 10 Libelle D2 praktijk 38 Libelle praktijk T4 11 Libelle T0 praktijk 39 Libelle praktijk DAG 12 Libelle D1 praktijk 40 Libelle praktijk D1 13 Renate S D0 praktijk 41 Renate S praktijk D0 14 Renate S D1 praktijk 42 Renate S praktijk D3 15 Renate S T0 praktijk 43 Renate S praktijk TAG 16 Renate S T4 praktijk 44 Renate S praktijk D1 17 Renate S D2 praktijk 45 Renate S praktijk D2 18 Renate S D3 praktijk 46 Renate S praktijk DAG 19 Renate S D3 praktijk 47 Renate S praktijk T0 20 Renate S T4 praktijk 48 Renate S praktijk T4 21 Renate S D0 praktijk 49 Renate S praktijk D2 22 Renate S D2 praktijk 50 Renate S praktijk T0 23 Renate S D1 praktijk 51 Renate S praktijk D0 24 Renate S T0 praktijk 52 Renate S praktijk D3 25 Libelle praktijk D0 53 Renate S praktijk TAG 26 Libelle praktijk D3 54 Renate S praktijk T4 27 Libelle praktijk TAG 55 Renate S praktijk DAG 28 Libelle praktijk D1 56 Renate S praktijk D1 Code Behandeling D0 100% Daminozide D1 50% Daminozide + Atplus D2 50% Daminozide + Agnique D3 50% Daminozide + Syngergen DAG 50% Daminozide + Agral Gold T0 50% Code T T4 50% Code T + Hasten olie TAG 50% Code T + Agral Gold 32

33 Bijlage 2. Houdbaarheidsonderzoek 33

34 Onderzoeksverslag Hydrangea groeiremming en houdbaarheid Opdrachtgever : DLV Plant; team onderzoek, H. Verberkt Door : Henk Barendse, Egbert van der Does, Nel van den Berg Afdeling : Productonderzoek FloraHolland Telefoon : Fax : henkbarendse@floraholland.nl Referentie : Hydrangea mrt '07 verslag.doc Datum : Copyright 2007 Afdeling Productonderzoek FloraHolland, Niets uit deze proefopzet mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van FloraHolland.

35 Inhoudsopgave 2 1 INLEIDING DOELSTELLING WERKWIJZE PROEFOPZET UITVOERINGSDATA TESTEN BEHANDELINGEN BEOORDELINGEN RESULTATEN...3 FOTO S RESULTAATBESPREKING ALGEMENE OPMERKINGEN GEMIDDELDE BLOEIDUUR IN DAGEN, ZIE TABEL AANTAL GOEDE BLOEMSCHERMEN, ZIE TABEL SIERWAARDE BLAD, ZIE TABEL CONCLUSIES...10 BIJLAGE 1, TESTSPECIFICATIE POTPLANTEN Productonderzoek, Hydrangea mrt '07 verslag.doc

36 3 1 Inleiding Door de toepassing van chemische remmiddelen kan de Hydrangea compact gehouden worden. Er zijn diverse middelen hiervoor op de markt die gebruikt worden tijdens de teeltfase op het buitenveld en tijdens de afkweekfase in de kas (forceerperiode) Om de mogelijkheden tot het verbruik van minder remstoffen te onderzoeken voor Hydrangea is door DLV Plant; team onderzoek in samenwerking met de landelijk Hortensia commissie van LTO Groeiservice een teeltproef opgezet. De planten zijn getoetst op naoogstgedrag en houdbaarheid bij de afdeling Productonderzoek op FloraHolland Naaldwijk. De resultaten van deze testen zijn beschreven in dit verslag. 2 Doelstelling Vaststellen of het toepassen van diverse combinaties van remmiddelen en hulpstoffen bij remmiddelen bij één variëteit effect heeft op de houdbaarheid na een realistische nabootsing van transport- en winkelomstandigheden. 3 Werkwijze 3.1 Proefopzet Tijdens de teeltfase zijn de planten behandeld met twee verschillende remmiddelen al dan niet in combinatie met een hulpstof. De middelen zijn onder code vermeld. De planten zijn geteeld op een praktijkbedrijf. Per behandeling werden er 6 planten getest (potmaat 15 cm) De planten werden in het juiste rijpheidstadium (VBN stadium 2-3) ingehoesd naar FloraHolland gebracht. Bij de afdeling productonderzoek in Rijnsburg ondergingen de planten een transportsimulatie van 2 dagen bij 15 graden Celsius. Vervolgens volgde een verkoopfase van 5 dagen in de uitbloeiruimte. De planten kregen tijdens de winkelsimulatie en tijdens de rest van de test leidingwater naar behoefte. De planten werden wekelijks beoordeeld op aantal goede bloemschermen en bladkwaliteit. De totale testduur bedroeg 6 weken. De volledige testspecificatie is weergegeven in bijlage Uitvoeringsdata testen Cultivar Startdatum test Hydrangea cv Renate Steiniger (blauw) 22 maart Behandelingen 1. Code T0 2. Code T4 3. Code D0 4. Code D2 5. Code D3 6. Code DAG 7. Code TAG 3.4 Beoordelingen Gemiddelde bloeiduur in dagen plant heeft minimaal 1 goed scherm met minimaal 50 % goede bloemen Beoordeling op aantal goede schermen bij aanvang test en verder elke week, minimaal 50 % van de bloemen in een scherm zijn goed. Beoordeling op sierwaarde blad [0-5], zie bijlage 1. bij aanvang test en verder elke week idem Foto s gedurende de testperiode 4 Resultaten De resultaten zijn weergegeven op de volgende bladzijden Productonderzoek, Hydrangea mrt '07 verslag.doc

Onderzoek naar de optimale toepassing hulpstof bij het remmen van Hortensia

Onderzoek naar de optimale toepassing hulpstof bij het remmen van Hortensia Onderzoek naar de optimale toepassing hulpstof bij het remmen van Hortensia DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 In opdracht

Nadere informatie

WERKING VAN DE HULPSTOF ELASTO G5 IN COMBINATIE MET DE GROEIREGULATOR DAMINOZIDE IN SIERGEWASSEN INHOUD

WERKING VAN DE HULPSTOF ELASTO G5 IN COMBINATIE MET DE GROEIREGULATOR DAMINOZIDE IN SIERGEWASSEN INHOUD WERKING VAN DE HULPSTOF ELASTO G5 IN COMBINATIE MET DE GROEIREGULATOR DAMINOZIDE IN SIERGEWASSEN INHOUD IN EEN NOTEDOP. 2 Pag. PROEVEN. 2 -Hortensia. 3 -Petunia.. 4 -Verbena. 4 -Sutera. 4 -Campanula. 4

Nadere informatie

VERSLAG. Remmogelijkheden in de teelt van Hortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, augustus Erik de Rooij Helma Verberkt

VERSLAG. Remmogelijkheden in de teelt van Hortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, augustus Erik de Rooij Helma Verberkt VERSLAG Facet Remmogelijkheden in de teelt van Hortensia Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, augustus 2005 Erik de Rooij Helma Verberkt In samenwerking met de Landelijke Hortensia commissie van LTO

Nadere informatie

BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004

BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004 BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG Facet Duurzame productie Kuipplanten Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, maart 2004 In samenwerking met de Landelijke commissie Kuip- en terrasplanten LTO Groeiservice en LaSerra

Nadere informatie

Houdbaarheid Hydrangea

Houdbaarheid Hydrangea Houdbaarheid Hydrangea F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw December 2003 PPO 41704641 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Interactie Moddus en Actirob

Interactie Moddus en Actirob Interactie Moddus en Actirob Effect op zaadopbrengst Engels raaigras 2011 Expertisecentrum graszaad en graszoden Proefboerderij Rusthoeve en DLV Plant p/a Noordlangeweg 42 4486PR Colijnsplaat C Sam de

Nadere informatie

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Projectnummer PT: 14216.12 In opdracht van: Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer Uitgevoerd door: Cultus Agro Advies Zandterweg 5 5973 RB

Nadere informatie

Hasten Chrysant mineervlieg-spint

Hasten Chrysant mineervlieg-spint ng abamectine/kg blad) Hasten Chrysant mineervlieg-spint Uitgave SURfaPLUS Trading Maart 21 INHOUD: EFFECT HASTEN OP OPNAME ABAMECTINE IN CHRYSANTEN (PAG 1) FYTOTOXICITEIT TEST 25 (2) FYTOTOXICITEIT ONDERZOEK

Nadere informatie

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 In opdracht van: Begeleidende groep

Nadere informatie

Groeibeheersing Ilex verticillata

Groeibeheersing Ilex verticillata Groeibeheersing Ilex verticillata DLV Plant Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp T 0172 21 28 27 In opdracht van Landelijke Commissie Zomerbloemen LTO Groeiservice Ilex telers

Nadere informatie

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's c\? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk Z 5 7* PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's C. Sonneveld D. Theune Intern verslag nr.

Nadere informatie

Hasten Spint komkommer

Hasten Spint komkommer Hasten Spint komkommer Uitgave SURfaPLUS Trading September 2014 INHOUD: HASTEN VERBETERT EFFECTIVITEIT ABAMECTINE TEGEN SPINT IN KOMKOMMER (PAG 1) NIEUW HASTEN SOLO HEEFT GEEN EFFECT OP BESTRIJDING (3)

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Vervolgonderzoek in 2005 P.J. van Leeuwen, A.Th.J. Koster en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen maart 2006 PPO

Nadere informatie

Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen.

Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen. PT koepelproject Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen. DLV Plant / Boomteelt Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp Opdrachtgever Productschap

Nadere informatie

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus Bestrijding van Myrothecium in lisianthus 2015 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 14512 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Pythiumbestrijding broeierij tulp Pythiumbestrijding broeierij tulp In opdracht van Productschap Tuinbouw juli 2004 F. Kreuk INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING.. 3 1. INLEIDING 4 2. PROEFOPZET.. 4 3. ALGEMEEN.. 4 4. RESULTATEN. 5 4.1 Teeltgegevens

Nadere informatie

Verbranding bladranden Hortensia

Verbranding bladranden Hortensia Verbranding bladranden Hortensia Project 417.17033 Rapport fase 1 F. van Noort Praktijkonderzoek Plant en Omgeving H. Verberkt DLV-Facet Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw december

Nadere informatie

Teelt van Ageratum op water

Teelt van Ageratum op water Teelt van Ageratum op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost

Nadere informatie

VERSLAG. Efficiënt remmen van snel groeiende eenjarige zomerbloeiers van stek. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, oktober 2006

VERSLAG. Efficiënt remmen van snel groeiende eenjarige zomerbloeiers van stek. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, oktober 2006 VERSLAG Facet Efficiënt remmen van snel groeiende eenjarige zomerbloeiers van stek Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, oktober 2006 Erik de Rooij Helma Verberkt Martijn Gevers In samenwerking met de

Nadere informatie

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24.

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24. / H 7 S f- 2-1 ƒ ^ ô PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK i-tux.-l/t-i/"", 2. S" 0 y Onderzoek naar de kopervoorziening van komkommers geteelt in steenwol (1977). door : S.J. Voogt en C.

Nadere informatie

BESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT

BESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT BESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT 2009 Dit project is gefinancierd via Productschap Tuinbouw Ing. C. Oostingh Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telephone (0228) 56 31 64

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Robbester, MCPA en stikstof op zaadopbrengst in 2013 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika Ruud Maaswinkel Marcel Raaphorst Leo van der Valk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw December 23 Projectnummer 4174621 23 Wageningen,

Nadere informatie

Alternatieve groeiremming kuipplanten

Alternatieve groeiremming kuipplanten Alternatieve groeiremming kuipplanten Alternatieven voor chemische groeiremming bij Solanum en Heliotropium Dik Krijger, Hans Schüttler. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw Projectnummer

Nadere informatie

Bladvergeling in Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Erik de Rooij Jelle Moree Helma Verberkt Teake Dijkstra

Bladvergeling in Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Erik de Rooij Jelle Moree Helma Verberkt Teake Dijkstra Facet Bladvergeling in Kuipplanten Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, november 2004 Erik de Rooij Jelle Moree Helma Verberkt Teake Dijkstra In samenwerking met de Landelijke commissie Kuip- en terrasplanten

Nadere informatie

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: 13645.02 In opdracht van de landelijke commissie Chrysant van LTO Groeiservice Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer

Nadere informatie

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol /~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS ' hxt Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol W. Voogt Naaldwijk, augustus 1980 Intern verslag

Nadere informatie

Een praktische leidraad voor het zelf uitvoeren van houdbaarheidsonderzoek

Een praktische leidraad voor het zelf uitvoeren van houdbaarheidsonderzoek Een praktische leidraad voor het zelf uitvoeren van houdbaarheidsonderzoek Houdbaarheidsonderzoek voor bloemen en planten. Hoe kunt u dat aanpakken en waar moet u dan op letten? Voor telers, handelaren

Nadere informatie

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 SAMENVATTING Een aantal

Nadere informatie

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw januari 2004 PPO 411724 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

INVLOED VAN DIF OP DE GROEI VAN KUIPPLANTEN

INVLOED VAN DIF OP DE GROEI VAN KUIPPLANTEN Proeftuin Zuid-Nederland INVLOED VAN DIF OP DE GROEI VAN KUIPPLANTEN een oriënterend onderzoek r 1 K P P no \ 5 Horst, december 1997 Ing. C.A. de Beer Rapport Z10 «< s m i Ç0 ^

Nadere informatie

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Ad Schapendonk Dr ir A.H.C.M. Schapendonk Plant Dynamics BV Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Juli 2005 2005 Wageningen, Plant Dynamics BV Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw Bestrijding van Echinothrips americanus in Dieffenbachia Juliette Pijnakker, Peter Korsten, Debbie Elstgeest (Benfried), Mädeli Hennekam (Entocare), project 41280108 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Actirob, MCPA en middel X op zaadopbrengst in 2012 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet INTERN VERSLAG Facet Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem Uitgevoerd door: Nieuw Vennep, januari 2004 Irma Lukassen Helma Verberkt In samenwerking met Naktuinbouw Jan Westerhof Landelijke

Nadere informatie

INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN KALANCHOE

INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN KALANCHOE Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente ISSN 185-015 Vestiging Aalsmeer Linnaeuslaan 2a, 11 JV Aalsmeer Tel. 0297-52525, fax 0297-52270 INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN

Nadere informatie

Remmen rozen in pot 2009/2010 PT In opdracht van Productschap Tuinbouw. April 2011

Remmen rozen in pot 2009/2010 PT In opdracht van Productschap Tuinbouw. April 2011 2009/2010 PT 13 520 In opdracht van Productschap Tuinbouw April 2011 Projectleider: Cultus Agro Advies BV Zandterweg 5 5973 RB Lottum Tel: 077-4637118 info@cultus.nl Contactpersoon: Marco Schuurmans Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006 Facet Bloemknopsturing Snijhortensia Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt Wageningen, Februari 2006 In samenwerking met de landelijke Hortensia commissie LTO Groeiservice Gefinancierd

Nadere informatie

Preventie Buxus, bodem en bodemleven

Preventie Buxus, bodem en bodemleven Preventie Buxus, bodem en bodemleven Alternatieve bestrijding buxusbladvlo Achtergrondinformatie Vorig jaar is op de onderzoekslocatie van Delphy in Boskoop een proef uitgevoerd met alternatieve middelen

Nadere informatie

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Glastuinbouw PPO nr. 3242008500 juli

Nadere informatie

April 1990 Intern verslag nr 27

April 1990 Intern verslag nr 27 d? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk f\ TAT'IOH VOOR TUINBOUW R GLAS T NAALDWIJK 1 S /27 n PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten

Nadere informatie

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Bestrijding van koolvlieg in radijs Bestrijding van koolvlieg in radijs A.A.E. Bulle, G.J. Messelink Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen augustus 2007 Projectnummer 3242018600 2007 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten

Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E info@dlvplant.nl www.dlvplant.nl

Nadere informatie

Hybride belichting Chrysant

Hybride belichting Chrysant DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 Gefinancierd door Productschap Tuinbouw en Ministerie van Economische Zaken in het kader van het programma

Nadere informatie

Teelt van Matricaria op water

Teelt van Matricaria op water Teelt van Matricaria op water In opdracht van: Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost

Nadere informatie

PTC_PP_17_07 Groeiregulatie in de teelt van perkplanten

PTC_PP_17_07 Groeiregulatie in de teelt van perkplanten PTC_PP_17_07 Groeiregulatie in de teelt van perkplanten Ing. Liesbet Blindeman T: +32 (0)9 353 94 89 E: liesbet.blindeman@pcsierteelt.be 1. Groeiregulatie in de teelt van perkplanten Thema: Gewasbescherming-

Nadere informatie

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Aardbeiendemodag 2014 DLV Plant Postbus 6207 5960 AE Horst Expeditiestraat 16 a 5961 PX Horst T 077 398 75 00 F 077

Nadere informatie

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus G. Slootweg en M.A. ten Hoope Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Glastuinbouw December 2004 PPO nr. 41380143 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie Zure bollen herkennen door middel van thermografie DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen In opdracht van: Sectorcommissie Bloembollen Gefinancierd door: Productschap

Nadere informatie

Hulpstoffen in gewasbescherming. Regionale gewasgezondheidsdag glastuinbouw 11 oktober 2012 SURfaPLUS Hans de Ruiter

Hulpstoffen in gewasbescherming. Regionale gewasgezondheidsdag glastuinbouw 11 oktober 2012 SURfaPLUS Hans de Ruiter Hulpstoffen in gewasbescherming Regionale gewasgezondheidsdag glastuinbouw 11 oktober 2012 SURfaPLUS Hans de Ruiter SURfaPLUS Partners Logistiek Distributie Eind gebruikers Die tijd is voorbij! Indeling

Nadere informatie

December 1993 Intern verslag nr 71

December 1993 Intern verslag nr 71 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK Invloed van Fe-DTPA,-EDDHA en -HEDTA en Pythium op groei en opname van chrysant C. de Kreij P. Patemotte December 1993 Intern verslag nr 71 O 'Z./lZlA'l

Nadere informatie

Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia Deel B: Fosfaatbeperking

Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia Deel B: Fosfaatbeperking Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 In opdracht van De Landelijke

Nadere informatie

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C. Bibliotheek Proefstation Naaldwijk dciiuwijrv.. a hm/pap/csstikst 3 C ca«. 74 o^0 P GL^ t PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C. Sonneveld

Nadere informatie

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai H. de Putter Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport nr. 110118 2001 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant

Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant Postbus 840 5280 AV Boxtel Mijlstraat 20 5281 LL Boxtel T 0411 65 25 25 F 0411 67 87 51 E info@dlvplant.nl In opdracht van Produktgroep kleinfruit www.dlvplant.nl Gefinancierd

Nadere informatie

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Inventarisatie bladproblemen in de praktijk Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 32 360 560 00 Maart 2008 2008 Wageningen,

Nadere informatie

Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei.

Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei. Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei. Februari 2012 Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei. Opdrachtgever: Looptijd project: november 2011 februari 2012 COLOFON: Contactpersoon:

Nadere informatie

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE In opdracht van Productschap Tuinbouw April 2004 Ing. C. Oostingh Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56

Nadere informatie

Organische bemesting in pot- en containerteelt.

Organische bemesting in pot- en containerteelt. Organische bemesting in pot- en containerteelt. Postsbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen www.delphy.nl In opdracht van Gefinancierd door: DCM - Valkenburgseweg 62a 2223

Nadere informatie

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. Papierblad in lelie Naoogst fase Hans Kok en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. 330919 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle

Nadere informatie

Alternatieve groeibeheersingsmethoden Primula acaulis

Alternatieve groeibeheersingsmethoden Primula acaulis Alternatieve groeibeheersingsmethoden Primula acaulis Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, augustus 2003 Martijn Gevers Teake Dijkstra Jeroen van Buren Helma Verberkt In samenwerking met de commissie

Nadere informatie

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer: 14266.01

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer: 14266.01 Invloed klimaat op planttemperatuur potplanten en toepassing warmtebeeldcamera DLV Plant Postbus 71 67 CA Wageningen Agro Business Park 65 678 PV Wageningen PT Projectnummer: 14266.1 Gefinancierd door

Nadere informatie

Teelt van Trachelium op water

Teelt van Trachelium op water Teelt van Trachelium op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 SAMENVATTING De teelt van

Nadere informatie

Bemesting van tulp in de broeierij

Bemesting van tulp in de broeierij Bemesting van tulp in de broeierij M.F.N. van Dam, A.J.M. van Haaster, H.P. Pasterkamp, S. Marinova, N.S. van Wees, e.a. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen december 2003 PPO 330

Nadere informatie

Verslag Switch proef najaar 2009

Verslag Switch proef najaar 2009 Verslag Switch proef najaar 2009 De enige reden waarom deze proef is opgezet is het eenvoudige feit dat fabrikant Syngenta aangeeft dat Switch onder drogende omstandigheden gespoten zou moeten worden.

Nadere informatie

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Bestrijding van Fusarium in lisianthus Bestrijding van Fusarium in lisianthus 2014 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 13485 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Weekhuidmijt in de boomkwekerij

Weekhuidmijt in de boomkwekerij Weekhuidmijt in de boomkwekerij Begoniamijt in Pieris DLV Plant Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp T 0172 21 28 27 F 0172 21 04 07 E info@dlvplant.nl In opdracht van Nederlandse

Nadere informatie

Fosfaatbeperking in éénjarige zomerbloeiers. M.G. Warmenhoven F.R. van Noort

Fosfaatbeperking in éénjarige zomerbloeiers. M.G. Warmenhoven F.R. van Noort Fosfaatbeperking in éénjarige zomerbloeiers M.G. Warmenhoven F.R. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw PPO nr. 171761. juni 25 25 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant &

Nadere informatie

Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Resultaten herfstteelt 2004 G. Heij en R. Elgersma Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Beperking vruchttaklengte Tulameen: invloed van bemesting en watergift en opkweekplaats

Beperking vruchttaklengte Tulameen: invloed van bemesting en watergift en opkweekplaats Beperking vruchttaklengte Tulameen: invloed van bemesting en watergift en opkweekplaats Doel : Mogelijkheid nagaan om de lengte van de vruchttakken bij Tulameen te beperken door maatregelen tijdens de

Nadere informatie

Teelt van Celosia op water

Teelt van Celosia op water Teelt van Celosia op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy Products en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost

Nadere informatie

Watergift klein volume substraat lelie

Watergift klein volume substraat lelie Watergift klein volume substraat lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen December 2005 PPO nr331107 2005 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij Voortgezet diagnostisch onderzoek 2008 Peter Vink, Paul van Leeuwen

Nadere informatie

Naam bloem : Kerstbomen zonder kluit Herkomst : Veldhuizen & Bisselink Kerstbomen

Naam bloem : Kerstbomen zonder kluit Herkomst : Veldhuizen & Bisselink Kerstbomen Chrysal International BV, R&D centrum Floral Solutions, Naarden, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 98). C. Sonneveld Naaldwijk, maart, 986. Intern Verslag 986, no. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij

Nadere informatie

Voorbehandeling lelie met BVB

Voorbehandeling lelie met BVB Voorbehandeling lelie met BVB Auteur Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen april 26 PPO nr. 36188 26 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Biologische bestrijding van Pratylenchus penetrans PT project 11943

Biologische bestrijding van Pratylenchus penetrans PT project 11943 Biologische bestrijding van Pratylenchus penetrans PT project 11943 ing. W. Saathof rapport: 377 project: 2717 maart 2006 Biologische bestrijding van Pratylenchus penetrans PT project 11943 ing. W. Saathof!"#$&'!(()*#!

Nadere informatie

Plantweerbaarheidsonderzoek Prunus laurocerasus 'Rotundifolia' Ondertitel: onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Plantweerbaarheidsonderzoek Prunus laurocerasus 'Rotundifolia' Ondertitel: onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten 1 Plantweerbaarheidsonderzoek Prunus laurocerasus 'Rotundifolia' Ondertitel: onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten Prunusproeven 2016 Introductie project 1. Doel van project:

Nadere informatie

Botrytis aanpak bloeiende potplanten

Botrytis aanpak bloeiende potplanten Botrytis aanpak bloeiende potplanten Pilotgewas Cyclaam DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E info@dlvplant.nl www.dlvplant.nl

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Onderzoek van 2003 t/m 2006 P.J. van Leeuwen, P. Vink en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bollen november 2006 PPO nr.

Nadere informatie

Bemesting van oriental lelie in de broeierij

Bemesting van oriental lelie in de broeierij Bemesting van oriental lelie in de broeierij Auteur(s) H.P. Pasterkamp, S. Marinova, N.S. van Wees e.a. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen december 2003 PPO 330627 30 2003 Wageningen,

Nadere informatie

& 63 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK PRAKTIJKONDERZOEK NAAR DE OORZAKEN VAN BRUIN BLAD IN ASTER ERICOÏDES "HONTE CASSINO"

& 63 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK PRAKTIJKONDERZOEK NAAR DE OORZAKEN VAN BRUIN BLAD IN ASTER ERICOÏDES HONTE CASSINO h 2- & 63 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK PRAKTIJKONDERZOEK NAAR DE OORZAKEN VAN BRUIN BLAD IN ASTER ERICOÏDES "HONTE CASSINO" (oriënterend onderzoek) Chantal Bloemhard Peter Smulders

Nadere informatie

1 Dagverlenging met LED-belichting bij chrysant in de teelt van moederplanten

1 Dagverlenging met LED-belichting bij chrysant in de teelt van moederplanten Verslag Doormeting LED-belichting Auteur: Bert Schamp 1 Dagverlenging met LED-belichting bij chrysant in de teelt van moederplanten Samenvatting In deze proef werden de Focus LED daglengtelamp + verrood

Nadere informatie

DORMANCY BEPALING AARDBEI

DORMANCY BEPALING AARDBEI projectverslag consultancy DORMANCY BEPALING AARDBEI UITGANGSMATERIAAL MET BEHULP VAN NIET- INVASIEVE METABOLISME (ZUURSTOF VERBRUIK) METINGEN (PT projectnummer 12810.07) IN OPDRACHT VAN PRODUCTSCHAP TUINBOUW

Nadere informatie

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK èq Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 2 M 61 ^ 5 0 0. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing M.Q. van der

Nadere informatie

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt. Praktijkproef Super FK in Paprika 20 bij de start van de teelt. Inleiding: Het doseren van Super FK zorgt primair voor een actiever/vegetatiever gewas, een betere en vollere gewasstand, met een betere

Nadere informatie

Invloed van fosfaat op de strekkingsgroei van Kalanchoë

Invloed van fosfaat op de strekkingsgroei van Kalanchoë Invloed van fosfaat op de strekkingsgroei van Kalanchoë Filip van Noort Rapport 329 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007/2008 Peter Vink, Paul van Leeuwen en John Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Kastanjemineermot. ZLTO St. Projectbureau Boomkwekerij Onderwijsboulevard DE Den Bosch. Screening middelen 2012

Kastanjemineermot. ZLTO St. Projectbureau Boomkwekerij Onderwijsboulevard DE Den Bosch. Screening middelen 2012 DLV Plant / Boomteelt Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp Opdrachtgever ZLTO St. Projectbureau Boomkwekerij Onderwijsboulevard 225 5223 DE Den Bosch Uitvoering DLV Plant /

Nadere informatie

Onderzoek naar biologische broei van tulpen.

Onderzoek naar biologische broei van tulpen. Onderzoek naar biologische broei van tulpen. In opdracht van 'Ekoflor', gefinancierd door Productschap Tuinbouw juni 2004 Ing. Y. van Leeuwen Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon

Nadere informatie

Invloed van spuiwater op de bladvertering

Invloed van spuiwater op de bladvertering Invloed van spuiwater op de bladvertering Toepassing van spuiwater in het najaar ter bevordering van de bladvertering Effect op schurft DLV Plant Postbus 840 5280 AV Boxtel Heesterakker 2F 5281 LV Boxtel

Nadere informatie

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Opdrachtgever: Auteur:

Nadere informatie

Test van 2 middelen voor voorbehandeling van biologische zomerbloemen

Test van 2 middelen voor voorbehandeling van biologische zomerbloemen Test van 2 middelen voor voorbehandeling van biologische zomerbloemen Casper Slootweg & Richard Saarloos Wageningen UR Glastuinbouw, Bleiswijk Januari 2010 Rapport 318 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw

Nadere informatie

Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Resultaten herfstteelt 2002 G. Heij, R. Engelaan en R. Elgersma Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business

Nadere informatie

V O O R D E S K U N D I G H E I D I N P R O D U C T O N T W I K K E L I N G

V O O R D E S K U N D I G H E I D I N P R O D U C T O N T W I K K E L I N G BCO-Thrips 03-06-2014 V O O R D E S K U N D I G H E I D I N P R O D U C T O N T W I K K E L I N G Inhoud Doelstelling / Achtergronden Screening Kasproef Praktijkproef Eindconclusies Doelstelling Verhogen

Nadere informatie

Lokken van trips met behulp van blauw ledlicht

Lokken van trips met behulp van blauw ledlicht Lokken van trips met behulp van blauw ledlicht DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E info@dlvplant.nl Gefinancierd door Productschap

Nadere informatie

Bestrijding emelten in grasland 2004

Bestrijding emelten in grasland 2004 Bestrijding emelten in grasland 2004 Toetsing van chemische en biologische middelen tegen emelten (Tipula spp.) in een veld- en in vitro proef Klaas van Rozen en Albert Ester Praktijkonderzoek Plant &

Nadere informatie

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol? Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol? Voortgezet diagnostisch onderzoek in 2006 Peter Vink en Peter Vreeburg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

Nadere informatie