Applicatielevenscyclus beheren. VMware Workspace ONE UEM 1907

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Applicatielevenscyclus beheren. VMware Workspace ONE UEM 1907"

Transcriptie

1 Applicatielevenscyclus beheren VMware Workspace ONE UEM 1907

2 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: Als u opmerkingen over deze documentatie heeft, kunt u uw feedback sturen naar: docfeedback@vmware.com VMware, Inc Hillview Ave. Palo Alto, CA VMware Nederland B.V. Key Office Papendorp 3e verdieping Orteliuslaan 850 Utrecht Nederland Tel: +31 (0) Fax: +31 (0) Copyright 2019 VMware, Inc. Alle rechten voorbehouden. Informatie over copyright en handelsmerken. VMware, Inc. 2

3 Inhoud 1 4 Applicatietypes, ondersteunde platforms en configuraties 4 Applicaties implementeren 6 Beheer van interne applicaties 6 Beheer van publieke applicaties 31 Beheer van virtuele applicaties 34 SaaS-applicatiebeheer 44 Beheer van webapplicaties 71 Beheer van applicaties die gekocht zijn via Volume-aankoopprogramma (VPP) 76 Applicatie-implementatie volgen en bewaken 78 Statussen van App- en profielmonitor 78 De implementatie van applicaties bijhouden met de applicatie- en profielmonitor 80 Voordelen van audits voor interne applicaties 80 Implementatie van applicaties beheren 91 Custom meldingen beheren 91 Voordelen van beheerde applicaties 92 Lijstweergave 93 Detailoverzicht - omschrijvingen van de instellingen 95 Applicatiecategorieën beheren 97 De applicatiestatussen Actief en Inactief beheren 97 De actie Toestellen beheren en de voordelen ervan 98 Verwijderen en alternatieve opties 98 Applicaties deactiveren en de relatie met hun actieve versies 99 Applicaties buiten gebruik stellen en de relatie met applicatielevensduur 100 Feedback over applicaties en gebruikersbeoordelingen beheren 101 Door gebruikers geïnstalleerde applicaties beheren 102 Applicaties beheren vanuit Workspace ONE 103 Applicatie-VPN en systeemeigen applicaties beheren 105 Applicatiegroepen en netwerkbeleid beheren 108 Catalogus voor eindgebruikers beheren 114 en voor Workspace ONE en de AirWatch-catalogus 115 Vereisten voor de migratie van catalogi 116 VMware AirWatch-catalogus migreren naar Workspace ONE-catalogus 117 Functies en implementatiemethoden van de AirWatch-catalogus 117 De zelfstandige catalogus voor MAM-implementaties 128 VMware, Inc. 3

4 1 Organisaties gebruiken mobiele applicaties om mobiele verkooppunten op te zetten, verkoopkiosken te configureren, business intelligence te creëren en dagelijkse taken uit te voeren. Workspace ONE UEM powered by AirWatch biedt functionaliteit voor mobiel applicatiebeheer (MAM ) dat u helpt bij het beheren van mobiele applicaties, het implementeren van deze applicaties op toestellen en het beveiligen van de applicaties met de naleving van het netwerkbeleid. Dit hoofdstuk omvat de volgende onderwerpen: Applicatietypes, ondersteunde platforms en configuraties Applicaties implementeren Applicatie-implementatie volgen en bewaken Implementatie van applicaties beheren Catalogus voor eindgebruikers beheren Applicatietypes, ondersteunde platforms en configuraties Workspace ONE UEM classificeert applicaties als systeemeigen (intern, publiek, gekocht), SaaS of Web. U kunt applicaties uploaden afhankelijk van het type. Workspace ONE UEM ondersteunt vele platformen en besturingssystemen voor de meeste applicatietypen. Tabel 1-1. Applicatietypes en ondersteunde versies van besturingssystemen Applicatietype Branchespecifieke sjablonen Alle ondersteunde applicatietypen Ondersteunde platformen Apple ios v7.0 en recenter met beperkingen voor netwerkbeleid Internal Android v4.0 of recenter Apple ios v7.0 of recenter Apple macos v10.9 of recenter Apple tvos v10.2 of recenter Windows Phone Windows-desktop Opmerking Zorg ervoor dat de ondersteunende bestanden die samen met de Apple ios- of macos-applicaties zijn verpakt geen spaties in de namen bevatten. Spaties kunnen problemen veroorzaken wanneer de applicatie naar de console wordt geüpload. VMware, Inc. 4

5 Applicatietype Ondersteunde platformen Publiek (gratis en betaald) Android v4.0 of recenter Apple ios v7.0 of recenter Chrome OS Workspace ONE UEM kan gratis publieke applicaties beheren op toestellen met Windows 10 en hoger wanneer u integreert met de Microsoft Store voor bedrijven. Windows-desktop Workspace ONE UEM kan gratis publieke applicaties beheren op toestellen met Windows 10 en hoger wanneer u integreert met de Microsoft Store voor bedrijven. Gekocht - in opdracht gemaakte applicaties (B2B) Apple ios v7.0 of recenter Gekocht VPP Apple ios v7.0 of recenter Apple macos v10.9 of recenter Weblinks Android v4.0 of recenter Apple ios v7.0 of recenter Apple macos v10.9 of recenter Windows-desktop SaaS Android v4.0 of recenter Apple ios v7.0 of recenter Apple macos v10.9 of recenter Windows-desktop Applicatieconfiguraties Applicatieconfiguraties zijn sleutelwaardeparen die u tegelijk met de applicatie implementeert om functies vooraf voor gebruikers te configureren. U kunt ondersteunde paren invoeren wanneer u applicaties uploadt naar de Workspace ONE UEM Console. U kunt ze ook in uw applicaties coderen. Op dit moment is applicatieconfiguratie alleen beschikbaar voor Android en ios. U moet weten wat de ondersteunde sleutelwaardeparen van uw applicatie zijn om ze te kunnen implementeren of toe te voegen aan de code van uw applicatie. Raadpleeg de benoemde resources om de ondersteunde applicatieconfiguraties te vinden. Ondersteunde configuraties vinden De leverancier van de applicatie stelt de ondersteunde configuraties van de applicatie vast. U kunt dus contact opnemen met de leverancier of andere websites met informatie over applicatieconfiguraties raadplegen. Als u de ondersteunde configuraties zoekt, neemt u contact op met de aanbieder van de applicatie. Bekijk deze resources met informatie over applicatieconfiguraties. AppConfig Community op VMware Workspace ONE UEM-ontwikkelaars op VMware, Inc. 5

6 Workspace ONE UEM-artikelen over het toevoegen van applicatieconfiguraties De Workspace ONE UEM-kennisbank bevat artikelen over het werken met applicatieconfiguraties bij de ontwikkeling van applicaties. Zie Workspace ONE UEM beheerde applicatieconfiguratie op support.air-watch.com/articles/ Applicaties implementeren Workspace ONE UEM classificeert applicaties als systeemeigen (intern, publiek, gekocht), SaaS of Web. Afhankelijk van het type kunt u applicaties uploaden en implementeren. Beheer van interne applicaties Gebruik Workspace ONE UEM om de implementatie en het onderhoud van de intern ontwikkelde mobiele applicaties van uw organisatie te beheren. Ondersteunde bestandstypen voor interne applicaties Workspace ONE UEM ondersteunt specifieke bestandstypen voor interne applicaties. Voor sommige bestandstypen moet u meer dan één bestand uploaden om ervoor te zorgen dat de applicatie op alle toestellen werkt. Hieronder kunt u lezen welk bestandstype door het systeem wordt ondersteund en voor welke bestandstypen u meerdere bestanden moet uploaden. Opmerking Zorg ervoor dat de ondersteunende bestanden die samen met de Apple ios- of macosapplicaties zijn verpakt geen spaties in de namen bevatten. Spaties kunnen problemen veroorzaken wanneer de applicatie naar de console wordt geüpload. Tabel 1-2. Ondersteunde bestandstypen voor interne applicaties Platform Android Apple ios macos Bestandstype APK IPA DMG MPKG PKG Opmerking U kunt de functie productprovisioning ook gebruiken om interne macos-applicaties als DMG-, PKG- en APP-bestanden te implementeren. tvos IPA VMware, Inc. 6

7 Platform Windowsdesktop Bestandstype APPX Opmerking Upload een APPX-bestand, dat x86, x64 of ARM kan zijn. De APPX installeert echter alleen op toestellen die gebruikmaken van dezelfde architectuur. Bijvoorbeeld: als u ARM gebruikt, zet Workspace ONE UEM een installatiecommando voor x64- en x86- architectuur niet in de wachtrij. De applicatie wordt niet gepusht naar toestellen die gebruikmaken van x64- of x86-architectuur. EXE Upload an EXE package of Win32 applications for Windows 10. MSI.msi Het MSI-bestand, ook een Windows Installer genoemd, is een pakket waarin alles zit dat nodig is voor de installatie, het onderhoud en de verwijdering van de software. ZIP Upload een ZIP-pakket van Win32-applicaties voor Windows 10. Zie Softwaredistributie van Win32-applicaties voor meer informatie. Windows Phone APPX Opmerking Upload een enkel APPX-bestand, dat x86, x64 of ARM kan zijn. XAP Suggestie voor de ontwikkeling van interne applicaties Volg de vereisten voor de ontwikkeling van applicaties op de sites Android Developers, ios Developer en Microsoft Developer. De UEM-console accepteert de meeste applicaties die volgens de specificaties van het platform zijn gebouwd. Versies van interne applicaties Gebruik de functie Versie toevoegen om versies van uw interne applicaties te updaten en zo nieuwe functies en opgeloste bugs in te voeren, bètaversies te testen en te voldoen aan standaarden in uw organisatie. Het gebruik van versies heeft veel voordelen voor het testen van applicaties en voor het voldoen aan prestatie-eisen. Bètaversies voor testdoeleinden pushen. Apple ios-toestellen de mogelijkheid geven om naar een vorige versie terug te stappen. Goedgekeurde of conforme versies van applicaties naar toestellen pushen. Opmerking Het systeem kan een andere versie van een applicatie herkennen zonder dat u de optie Versie toevoegen gebruikt. Als u de verschillende versies van de applicatie toevoegt als een nieuwe applicatie, zal het systeem toch het keuzevakje Vorige versies buiten gebruik stellen op het tabblad Details tonen. Ondersteunde versienummerindeling Workspace ONE UEM ondersteunt applicatieversienummers met drie getallen, gescheiden door twee punten: <MajorNumber >.<MinorNumber >.<Number > of VMware, Inc. 7

8 Praktisch voorbeeld Meerdere versies implementeren om applicaties te testen. Upload een bètaversie van een applicatie en zet deze in bij geselecteerde testgebruikers terwijl u een niet-bètaversie beschikbaar stelt aan andere gebruikers. Nadat u de bètaversie heeft getest, kunt u de niet-bètaversie vervangen door de geteste versie. Versiewaarden voor interne applicaties Workspace ONE UEM gebruikt twee verschillende versiewaarden om de versiecontrole voor interne applicaties te beheren: de Feitelijke bestandsversie en de Versie. Workspace ONE UEM geeft deze weer op het tabblad Details van het overzicht van de applicatie. Feitelijke bestandsversie Dit verwijst naar de versiecode van de applicatie zoals ingesteld door de ontwikkelaar van de applicatie. Versie Geeft de versiecode van de interne applicatie weer zoals door de Workspace ONE UEM Console voor beheer is ingesteld. Wanneer u de versie van een interne applicatie naar de console uploadt, wordt dit nummer geïdentificeerd als meest recente versie, nieuwe versie of vorige versie. Meest recente versie Deze identificatie is doorgaans de versie met het hoogste nummer en wordt geïmplementeerd op toestellen die in de toegewezen groep worden ingeschreven. Vorige versie Deze identificatie is doorgaans een lagere versie dan de meest recente versie. Nieuwe versie Deze identificatie is doorgaans de versie die u naar de console uploadt. U kunt nummers uploaden die lager dan de meest recente versie en hoger dan de vorige versie zijn. De bron van de feitelijke bestandsversie Workspace ONE UEM haalt de applicatieversie die in het veld Feitelijke bestandsversie wordt weergegeven uit verschillende plaatsen op, afhankelijk van het platform. De waarden moeten oplopen, anders kan een nieuwe versie de bestaande versie in Workspace ONE UEM niet overschrijven. Tabel 1-3. Locatie van bestandsversie per platform Platform Variabele Te vinden in Android ios macos versionname wordt in het veld Feitelijke bestandsversie weergegeven maar versioncode beheert de mogelijkheid om versies te gebruiken CFBundleVersion of CFBuildShortVersionString.apk-pakket info.plist Windows-desktop Version=X.X.X.X maar Workspace ONE UEM geeft alleen de eerste drie cijfers weer. AppManifest.xml Windows Phone Version=X.X.X.X maar Workspace ONE UEM geeft alleen de eerste drie cijfers weer. WMAppManifest.xml VMware, Inc. 8

9 Feitelijke bestandsversie en versieverhoging U kunt meerdere versies van een applicatie uploaden, ongeacht het nummer van de feitelijke bestandsversie, maar voor de meeste platforms bepaalt de feitelijke bestandsversie de implementatie van de applicatie. Workspace ONE UEM beheert de nieuwe versie, afhankelijk van de waarde van de feitelijke bestandsversie. Tabel 1-4. Verhogingsgedrag van feitelijke bestandsversie Platform Android ios macos Windowsdesktop Windows Phone Feitelijke bestandsversie versioncode moet oplopen, omdat downgraden naar een vorige versie niet wordt ondersteund. Workspace ONE UEM kan applicaties met lagere versioncode waarden accepteren. Het beheert de toewijzingen echter op basis van de volgorde van de feitelijke bestandsversie. Bijvoorbeeld: als u een applicatie met feitelijke bestandsversie 3.1 hebt geïmplementeerd, nog steeds een oudere feitelijke bestandsversie 1.1 in de console hebt en een feitelijke bestandsversie 2.1 uploadt, dan beheert Workspace ONE UEM de versies als volgt. Migreert toewijzingen van versie 1.1 (vorige versie) naar 2.1 (nieuwe versie). Als aan toestellen versie 2.1 en 3.1 is toegewezen (en beide actief zijn), stuurt Workspace ONE UEM installatiecommando s voor 3.1 (meest recente versie), omdat dat de hoogste versie is waarvoor toestellen in aanmerking komen. Wanneer u Vorige versies buiten gebruik stellen selecteert wanneer u versie 2.1 oploadt, dan stelt de console versie 1.1 (vorige versie) buiten gebruik en niet 3.1 (meest recente versie). BundleVersion of de BuildShortVersionString kan zowel op- als aflopen, omdat downgraden van versies wel wordt ondersteund. U kunt een oudere versie met een lager versienummer uploaden, deze als beschikbare versie aanwijzen en pushen. Feitelijke bestandsversie=x.x.x. De eerste drie cijfers moeten oplopen, omdat downgraden naar een vorige versie niet wordt ondersteund. Workspace ONE UEM kan applicaties met een lagere feitelijke bestandsversie accepteren. Het beheert de toewijzingen echter op basis van de volgorde van de feitelijke bestandsversie. Migreert toewijzingen van de vorige versie naar de nieuwe versie (de versie die u uploadt). Als aan toestellen zowel de nieuwe versie als de meest recente versie is toegewezen (en beide actief zijn), stuurt Workspace ONE UEM installatiecommando s voor de meest recente versie, omdat dit de hoogste versie is waarvoor toestellen in aanmerking komen. Wanneer u Vorige versies buiten gebruik stellen selecteert wanneer u de nieuwe versie uploadt, stelt de console de vorige versie buiten gebruik en niet de meest recente versie. Version=X.X.X. De eerste drie cijfers moeten oplopen, omdat downgraden naar een vorige versie niet wordt ondersteund. Workspace ONE UEM kan applicaties met een lagere feitelijke bestandsversie accepteren. Het beheert de toewijzingen echter op basis van de volgorde van de feitelijke bestandsversie. Migreert toewijzingen van de vorige versie naar de nieuwe versie (de versie die u uploadt). Als aan toestellen zowel de nieuwe versie als de meest recente versie is toegewezen (en beide actief zijn), stuurt Workspace ONE UEM installatiecommando s voor de meest recente versie, omdat dit de hoogste versie is waarvoor toestellen in aanmerking komen. Wanneer u Vorige versies buiten gebruik stellen selecteert wanneer u de nieuwe versie uploadt, stelt de console de vorige versie buiten gebruik en niet de meest recente versie. Meerdere versies van interne applicaties Workspace ONE UEM kan een interne applicatie op toestellen vervangen, maar implementeert geen meerdere versies op toestellen. U kunt in de console meerdere actieve versies onder beheer hebben. Het VMware, Inc. 9

10 vervangen van een buiten gebruik gestelde versie is afhankelijk van de waarde van de Feitelijke bestandsversie. Als u meerdere versies van een applicatie in de Workspace ONE UEM Console wilt, vink dan niet het keuzevakje Vorige versies buiten gebruik stellen aan op het tabblad Details. Het keuzevakje is beschikbaar, wanneer u een versie van een applicatie toevoegt. Als u Vorige versies buiten gebruik stellen niet selecteert en u een versie van een applicatie toevoegt, wijst Workspace ONE UEM de hogere Feitelijke bestandsversie aan toestellen toe. U kunt versies van applicaties Deactiveren in plaats van ze buiten gebruik te stellen om ze uit toesteltoewijzingen te verwijderen. Terugdraaien van interne applicaties voor Apple ios Workspace ONE UEM gebruikt de optie Vorige versies buiten gebruik stellen om Apple ios-applicaties naar een vorige actieve versie terug te draaien. Het terugzetten van versies hangt af van de waarde voor versie. Workspace ONE UEM verstuurt de applicatieversie met de vorige waarde voor Versie, niet de vorige feitelijke bestandsversie. U kunt de vorige versie terugzetten door de huidige versie buiten gebruik te stellen en te deactiveren. Wanneer u een applicatiebuiten gebruik stelt, kan dit verschillende effecten hebben afhankelijk van de aanwezigheid van andere actieve versies en de pushmodus van de actieve versies. Als u een applicatie deactiveert met Deactiveren, verwijdert Workspace ONE UEM de applicatie van alle toestellen waaraan deze is toegewezen in de betreffende organisatiegroep en alle onderliggende groepen. Als er een oudere, actieve versie van de applicatie bestaat, wordt die versie naar toestellen gepusht. Als er een nieuwere, actieve versie van de applicatie bestaat binnen een hoger liggende organisatiegroep, blijft die versie beschikbaar voor toestellen. Versies van interne applicaties beheren Beheer versies van interne applicaties met Versie toevoegen en Vorige versies buiten gebruik stellen. Het actiemenu bevat de optie Andere versies om alle versies van een applicatie in de Workspace ONE UEM Console te bekijken. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen en klik op het tabblad Intern. 2 Selecteer de applicatie en vervolgens Versie toevoegen in het actiemenu. 3 Upload het geüpdatete bestand. VMware, Inc. 10

11 4 Vink het keuzevakje Vorige versies buiten gebruik stellen aan op het tabblad Details. Vorige versies buiten gebruik stellen inschakelen Vorige versies buiten gebruik stellen uitschakelen Workspace ONE UEM trekt de toewijzing van de lagere Feitelijke bestandsversie in en wijst de hogere Feitelijke bestandsversie toe aan toestellen. De lagere versie is niet beschikbaar voor implementatie in de Workspace ONE UEM Console. Apple ios gedraagt zich iets anders. Deze toestellen kunnen lagere Feitelijke bestandsversies ontvangen die zijn toegewezen door het buiten gebruik stellen van eerdere versies in de Workspace ONE UEM Console. Workspace ONE UEM trekt de toewijzing van de lagere Feitelijke bestandsversie in en wijst de hogere Feitelijke bestandsversie toe aan toestellen. Als deze nog steeds Actief is, is de lagere versie beschikbaar voor implementatie in de Workspace ONE UEM Console. 5 Selecteer Opslaan en toewijzen om de functie voor flexibele implementatie te gebruiken. Interne applicaties implementeren als een lokaal bestand Upload interne applicaties met lokale bestanden om deze in uw mobiele netwerk te implementeren en zo de applicatiebeheerfuncties van Workspace ONE UEM ten volste te benutten. Voor interne Apple ios-applicaties moet u een inrichtingsprofiel beschikbaar maken, zodat de interne applicatie binnen een door Workspace ONE UEM beheerde omgeving functioneert. U kunt dit bestand bij uw Apple ios-ontwikkelaars verkrijgen. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Intern en selecteer Applicatie toevoegen. 2 Selecteer Uploaden > Lokaal bestand om het applicatiebestand in het systeem te zoeken. 3 Selecteer Doorgaan en configureer de opties in het tabblad Details. Niet elke optie wordt voor elk platform ondersteund. details Naam Beheerd door Applicatie-ID Feitelijke bestandsversie instelling details Voer een naam voor de applicatie in. Bekijk de organisatiegroep (OG) waartoe de applicatie behoort in uw Workspace ONE UEM OG-hiërarchie. Dit is een unieke code voor de applicatie. Deze optie wordt automatisch ingevuld en is samen met de applicatie gecreëerd. Workspace ONE UEM gebruikt deze ID om de applicatie te identificeren in systemen zoals witte en zwarte lijsten. Hier wordt de gecodeerde versie van de applicatie weergegeven zoals ingesteld door de ontwikkelaar. VMware, Inc. 11

12 details Build-versie Versie Ondersteunde processorarchitectuur Is Bèta Wijzigingslogboek Categorieën Minimaal besturingssysteem Ondersteunde modellen Applicatie beperkt tot installatie op achtergrond Android Standaardschema Trefwoorden URL instelling details Hier wordt een alternatieve "bestandsversie" voor Apple ios-applicaties weergegeven. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat Workspace ONE UEM alle versienummers voor applicaties registreert, omdat ontwikkelaars twee plaatsen binnen sommige applicaties gebruiken voor het plaatsen van versienummers. Geeft de interne versie van de applicatie weer zoals ingesteld door de Workspace ONE UEM Console. Selecteer de bitarchitectuur voor Windows-applicaties (waar van toepassing). Hiermee wordt de applicatie gekenmerkt als een bèta-versie die zich nog in de ontwikkelings- of testfase bevindt. Voeg aantekeningen toe in dit tekstvak om informatie over de applicatie met andere beheerders te delen. Voer een categorietype in het tekstvak in om te identificeren hoe de applicatie gebruikers helpt. U kunt aangepaste applicatiecategorieën configureren of de vooraf gecodeerde categorie van de applicatie gebruiken. Selecteer het oudste besturingssysteem waarop deze applicatie moet functioneren. Selecteer alle toestelmodellen waarop deze applicatie moet functioneren. Wijs deze applicatie alleen toe aan Android-toestellen die de Android-functie "installatie op de achtergrond" ondersteunen. De eindgebruiker hoeft de installatie niet te bevestigen, indien u deze optie inschakelt. Deze functie maakt het eenvoudiger om de installatie van meerdere applicaties tegelijk ongedaan te maken. Alleen Android-toestellen in de smart group die het verwijderen op de achtergrond ondersteunt, kunnen hier gebruik van maken. Deze Android-toestellen worden ook wel Android bedrijfstoestellen genoemd. Geeft het URL-schema aan voor ondersteunde applicaties. De applicatie bevat het schema, dus Workspace ONE UEM parseert het schema en geeft de waarden in dit veld weer. Een standaardschema biedt veel functies voor uw interne applicaties, waaronder de volgende opties: Gebruik het schema om te integreren met andere platform- en webapplicaties. Gebruik het schema om berichten te ontvangen van andere applicaties en om specifieke aanvragen te initiëren. Gebruik van het schema om Apple ios-applicaties binnen de AirWatch Container te openen. Omschrijf het doel van de applicatie. Gebruik niet '<' + String in de beschrijving. Hiermee kan de fout Ongeldige HTMLinhoud optreden. Voer trefwoorden in die de functies of het doel van de applicatie omschrijven. Deze woorden fungeren als labels en zijn specifiek voor uw organisatie. Voer de URL in waar de applicatie gedownload kan worden en meer informatie verkregen kan worden. VMware, Inc. 12

13 details Helpdesk Helpdesk telefoon Interne ID Copyright instelling details Voer een in, waar u suggesties, opmerkingen of klachten over de applicatie wilt ontvangen. Voer een telefoonnummer in, waar u suggesties, opmerkingen of klachten over de applicatie wilt ontvangen. Voer een identificerende string in (als deze beschikbaar is) die de organisatie gebruikt om de applicatie te beheren, indien van toepassing Voer de publicatiedatum van de applicatie in. informatie van de ontwikkelaar Ontwikkelaar adres van de ontwikkelaar Telefoonnummer van de ontwikkelaar instelling informatie van de ontwikkelaar Voer de naam van de ontwikkelaar in. Voer het adres van de ontwikkelaar in, zodat u weet waar u suggesties en opmerkingen naar toe kunt sturen. Voer een telefoonnummer in, zodat u de ontwikkelaar kunt opbellen. meldingslog voor SDKapplicatie ios Logs verzenden naar het adres van de ontwikkelaar Logregistratie sjabloon instelling meldingslog voor SDK-applicatie ios Schakel de mogelijkheid in om logboeken naar de ontwikkelaars te sturen voor probleemoplossing en onderzoek om hun applicaties die met de Software Development Kit (SDK) zijn ontwikkeld, te verbeteren. Kies een sjabloon om te gebruiken voor het verzenden van logboeken naar ontwikkelaars. implementatie van installatiepakket Windows Desktop MSI Argumenten van de opdrachtregel Time-out instelling implementatie van installatiepakket Windows Desktop MSI Voer opties voor de opdrachtregel in die het uitvoerende systeem gebruikt om de.msi-applicatie te installeren. Geef aan hoeveel minuten het installatieprogramma moet wachten op een melding van een voltooide installatie, voordat de installatie als mislukt moet worden beschouwd. Zodra het systeem het ingestelde aantal minuten bereikt, wordt het installatieproces niet langer gecontroleerd. VMware, Inc. 13

14 implementatie van installatiepakket Windows Desktop MSI Aantal hernieuwde pogingen Interval tussen pogingen instelling implementatie van installatiepakket Windows Desktop MSI Voer in hoeveel keer het installatieprogramma moet proberen de applicatie te installeren, voordat het proces als mislukt moet worden beschouwd. Geef aan hoe lang (in minuten) het installatieprogramma wacht tussen installatiepogingen. Het maximuminterval is 10 minuten. prijsinformatie voor applicatie Kostenplaats Kosten Valuta instelling prijsinformatie voor applicatie Geef aan welke afdeling voor de ontwikkeling van de applicatie moet betalen. Voer de kosteninformatie voor de applicatie in om zo statistieken over de ontwikkeling van uw interne applicaties in de organisatie bij te houden. Kies de valuata in die gebruikt werden om voor ontwikkeling te betalen, of de valuta waarmee de applicatie gekocht werd, of wat u verder nog over de applicatie wilt registreren. 4 Vul de opties in het tabblad Bestanden in. Voor Apple ios-applicaties moet u een inrichtingsprofiel uploaden en voor Windows Desktop-applicaties moet u alle architectuur-applicatiebestanden uploaden. Als u de architectuur-applicatiebestanden niet uploadt, werkt de Windows Desktopapplicatie niet. Platform Hulpbestand Alle Applicatiebestand Bevat applicatiesoftware om de applicatie te installeren en uit te voeren. Dit is de applicatie die u aan het begin van het proces geüpload heeft. Android Token voor Firebase Cloud Messaging (FCM) Dit is een functie van de Workspace ONE SDK en is niet van toepassing op alle Android-applicaties. Sommige interne Android-applicaties kunnen pushmeldingen naar toestelgebruikers sturen. 1 Selecteer Ja bij Applicatie ondersteunt pushmeldingen. 2 Voer de Server-API-sleutel in het veld FCM-token (API-sleutel) in. Dit ophalen via de Google Developer-site. Een ontwikkelaar codeert een bijbehorende SenderID in de interne applicatie. Om de functie te gebruiken, pusht u de melding vanuit de toepasselijke toestelrecord in de console met de beheerfunctie Verzendenop het tabblad Toestellen. Apple ios Inrichtingsprofiel APNs-bestanden voor ontwikkeling of productie Een provisioningprofiel machtigt ontwikkelaars en toestellen om Apple iosapplicaties te creëren en uit te voeren. Raadpleeg Apple ios-provisioningprofielen voor informatie over de integratie met Workspace ONE UEM met dit ondersteunende bestand. Zorg ervoor dit bestand geschikt is voor zakelijke distributie en niet voor distributie via de App Store en dat het overeenkomt met het.ipa-bestand (Apple iosapplicatiebestand). Als de applicatie Apple Push Notification Services ondersteunt, zorgt dit bestand voor het inschakelen van de berichtenfunctie. U moet of de ontwikkelings- of productieversie van het APNS-certificaat uploaden. VMware, Inc. 14

15 Platform Hulpbestand macos Windowsdesktop Windows Phone Bestand met metagegevens (pkginfo.plist) Dependency-bestanden Dependency-bestanden Creëer dit bestand met een tool van externe aanbieders, zoals Munki of AutoPkgr. U kunt ook de VMware Admin Assistant gebruiken om dit bestand te maken. Het bestand is beschikbaar in de console wanneer u een interne macos-applicatie uploadt. Bevat applicatiesoftware om de applicatie te installeren en uit te voeren voor Windows Desktop. Bevat applicatiesoftware om de applicatie te installeren en uit te voeren voor Windows Phone. 5 Vul de opties op het tabblad Afbeeldingen in. Afbeeldingen (mobiel) Afbeeldingen (tablet) Pictogram Upload of sleep afbeeldingen van de applicatie die in de applicatiecatalogus voor mobiele toestellen moeten worden weergegeven. Upload of sleep afbeeldingen van de applicatie die voor tablets moeten worden weergegeven. Upload of sleep afbeeldingen die in de applicatiecatalogus als pictogrammen voor de applicatie moeten worden weergegeven. Opmerking Voor de beste resultaten voor mobiele en tabletafbeeldingen raadpleegt u help.apple.com/itunes-connect/developer/#/devd274dd925 voor ios- en googleplay/android-developer/answer/ ?hl=en voor Android. 6 Vul de velden op het tabblad Gebruiksvoorwaarden in. In de gebruiksvoorwaarden staat gespecificeerd hoe gebruikers de applicatie dienen te gebruiken. Ook bevatten ze de verwachtingen die de organisatie aan de eindgebruikers stelt. Wanneer de applicatie naar toestellen verzonden wordt, kunnen gebruikers de gebruiksvoorwaarden bekijken die zij moeten accepteren om de applicatie te kunnen gebruiken. Als gebruikers de voorwaarden niet accepteren, kunnen zij de applicatie niet openen. 7 Vul het tabblad Meer > SDK in. SDK-profiel Applicatieprofiel Selecteer het profiel in het meerkeuzemenu om de functies toe te passen die u geconfigureerd heeft in en en beleid (standaard) of de functies die u in individuele profielen onder Profielen heeft geconfigureerd. Selecteer het certificaatprofiel in het vervolgkeuzemenu zodat de applicatie en Workspace ONE UEM veilig kunnen communiceren. VMware, Inc. 15

16 8 Configureer de instellingen op het tabblad Meer > App Wrapping. U kunt geen applicatie inpakken die u eerder in de Workspace ONE UEM console heeft opgeslagen. U heeft twee opties: Verwijder de niet-ingepakte versie van de applicatie, upload de applicatie opnieuw naar Workspace ONE UEM en pak hem in vanaf het tabblad App Wrapping. Upload een al ingepakte versie van de applicatie, indien u daarover beschikt, zodat u de nietingepakte versie niet hoeft te verwijderen. App Wrapping inschakelen App Wrapping-profiel Mobiel provisioningprofiel ios Code Signing Certificaat ios Encryptie verplichten Android Maakt het mogelijk dat interne applicaties in Workspace ONE UEM worden ingepakt. Wijs een App Wrapping-profiel aan de interne applicatie toe. Upload een provisioningprofiel voor Apple ios waarmee ontwikkelaars en toestellen worden gemachtigd om applicaties die voor ios-toestellen gebouwd zijn te creëren en uit te voeren. Upload een Code Signing Certificaat om de ingepakte applicatie te ondertekenen. Schakel deze optie in om encryptie van data in ruste (DAR-encryptie) op Androidtoestellen te gebruiken. Workspace ONE UEM gebruikt AES-256, de Advanced Encryption Standard, en geëncrypteerde sleutels voor encryptie en decryptie. Wanneer u DAR-encryptie in App Wrapping inschakelt, plaatst de App Wrappingengine een alternatief bestandssysteem in de applicatie waarin alle applicatiegegevens veilig worden opgeslagen. De applicatie gebruikt het alternatieve bestandssysteem om alle bestanden op te slaan in een geëncrypteerde opslagruimte in plaats van bestanden op de schijf op te staan. Met DAR-encryptie beschermt u data in geval het toestel in een verdachte staat geraakt, omdat de geëncrypteerde bestanden die tijdens de levenscyclus van de applicatie zijn gecreëerd moeilijk te hacken zijn door kwaadwillenden. Deze bescherming is van toepassing op alle lokale SQLite databases, omdat alle lokale gegevens in een apart opslagsysteem worden geëncrypteerd. 9 Selecteer Opslaan en toewijzen om de opties van flexibele implementatie te configureren voor de applicatie. Wat nu te doen Als u interne applicaties wilt toewijzen en implementeren, configureert u de flexibele implementatieopties die zijn uitgelegd in Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan applicaties. Opties voor interne applicaties als een link Als u applicatiepakketten hebt die op een opslagplaats op uw interne netwerk of op een cloud staan opgeslagen, kunt u links naar deze opslagplaatsen gebruiken om de applicatie aan de Workspace ONE UEM Console toe te voegen. VMware, Inc. 16

17 Gebruik deze links in combinatie met configuraties voor geleidelijke aflevering om applicaties voor eindgebruikers te implementeren. Host applicaties op een cloudopslagsysteem en distribueer ze vanuit die opslag. Host applicaties op opslagplaatsen op een intern netwerk en distribueer ze met Content Gateway. Host applicaties of op een cloudopslag of op een opslagplaats op een intern netwerk en distribueer ze met Workspace ONE UEM. Applicaties hosten op en distribueren vanuit cloudopslag Als u een cloudopslag gebruikt om een interne applicatie te hosten, zorgt Workspace ONE UEM voor de verbinding waardoor het toestel bij de start van de implementatie het applicatiepakket van het cloudopslagsysteem kan ophalen. Workspace ONE UEM biedt momenteel geen ondersteuning voor links naar cloudopslagsystemen die verificatie vereisen. Het is belangrijk dat de link naar het interne applicatiepakket dat u op een cloudopslagsysteem host een directe link is. Met deze directe link kunnen eindgebruikers het applicatiepakket via de URL accepteren. Applicaties hosten op opslagplaats op intern netwerk Als u van een opslagplaats op uw interne netwerk gebruikmaakt, zorgt de Content Gateway voor de verbinding waardoor het toestel de applicatie van deze opslagplaats kan halen wanneer Workspace ONE UEM Console de implementatie initieert. U kunt interne applicaties op uw netwerk hosten en de applicaties beheren met Workspace ONE UEM. Workspace ONE UEM gebruikt Windows bestandsshareprotocollen om extern gehoste applicaties beschikbaar te maken op toestellen van eindgebruikers. Downloaden en distribueren met Workspace ONE UEM Selecteer deze optie als uw wilt dat Workspace ONE UEM het pakketbestand via een link ophaalt en het opslaat in plaats van de link meteen naar eindgebruikers te distribueren. Deze functionaliteit is vooral handig voor klanten die gebruikmaken van Workspace ONE UEM voor een continue integratie tussen systemen om applicaties te distribueren. Ga naar de API-help in de Console om de API-waarde te vinden. Workspace ONE UEM downloadt ook pakketten die worden gehost op uw interne netwerk, maar daarvoor moet u de optie die de Content Gateway toegang geeft tot die pakketten inschakelen. Gegevens vanuit het netwerk op locatie overbrengen Voer de volgende stappen uit om de Content Gateway voor Windows te gebruiken om gegevens van het lokale netwerk naar Workspace ONE UEM over te brengen. 1 Configureer en gebruik de Content Gateway voor Windows om communicatie tussen uw netwerk en Workspace ONE UEM te beveiligen. Raadpleeg de website van VMware Docs UEM/index.html voor meer informatie over de Content Gateway. VMware, Inc. 17

18 2 Voer de inloggegevens voor de externe applicatie-opslagplaats in, zodat Workspace ONE UEM gebruikers naar applicatiepakketten in de applicatie-opslagplaats op uw netwerk kan leiden. Workspace ONE UEM ondersteunt één set inloggegevens om de toegang tot opslagplaatsen te verifiëren. Als er meerdere opslagplaatsen zijn opgezet, gebruik dan een gemeenschappelijke set inloggegevens voor de verificatie. Raadpleeg Inloggegevens voor de externe applicatie-opslagplaats toevoegen. 3 Voer de locatie in van interne applicaties op de externe applicatie-opslagplaats aan de hand van een link. Raadpleeg Interne applicaties toevoegen uit externe opslagplaatsen. Ondersteunde componenten voor externe applicatie-opslagplaatsen Als u de Content Gateway for Windows en interne applicaties op een extern serversysteem gebruikt, dient u externe opslagplaatsen voor verschillende platformen en applicatietypen in te stellen. Ondersteunde applicatietypen De functie voor externe applicatie-opslagplaatsen ondersteunt alleen interne applicaties. Ondersteunde bestandstypen De applicatie-link moet de volgende ondersteunde bestandsextensie in de URL bevatten. UEM-console ondersteunt ook links die query-parameters aan het einde bevatten. Inloggegevens voor de externe applicatie-opslagplaats toevoegen Stel Workspace ONE UEM in staat om gebruikers naar interne applicaties op uw netwerk in een externe opslagplaats te leiden. De Content Gateway voor Windows gebruikt deze informatie om toegang te verkrijgen tot de opslagplaats en de communicatie tussen het toestel en de opslagplaats mogelijk te maken. 1 Navigeer naar Groepen en instellingen > Alle instellingen > Applicaties > Workspace ONE > Externe applicatie-opslagplaats. 2 Voer de informatie voor de volgende opties in: Gebruiker Wachtwoord Voer de gebruikersnaam voor de externe applicatieopslagplaats in. Voer het wachtwoord voor de externe applicatieopslagplaats in. 3 Selecteer Opslaan. Wat nu te doen Zie Interne applicaties toevoegen uit externe opslagplaatsen voor de stappen om interne applicaties uit een externe opslagplaats naar Workspace ONE UEM te uploaden. VMware, Inc. 18

19 Interne applicaties toevoegen uit externe opslagplaatsen Stel Workspace ONE UEM in om een link naar een resource te distribueren of om een bestandspakket op te halen, op te slaan en te distribueren. U kunt ook toegang tot een interne resource via de Content Gateway voor Windows configureren. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Intern en selecteer Applicatie toevoegen. 2 Klik op Uploaden en selecteer Link. Bevestig dat u de Content Gateway gebruikt en selecteer de gateway die u wilt gebruiken. Als de link naar de applicatie echter openbaar beschikbaar is, is de Content Gateway niet vereist. 3 Geef de locatie op van de interne applicatie in uw externe applicatie-opslagplaats. U kunt een pad naar een serverbestand of netwerkbestandshare, een HTTP-adres of een HTTPSadres gebruiken. De tekenreeks moet de naam van de interne applicatie en de bestandsextensie bevatten. > /<InternalAppFileName.FileExtension 4 Als de applicatie die u wilt distribueren, wordt gehost op een opslagplaats op een intern netwerk, moet u Toegang via Content Gateway selecteren. 5 Als u wilt dat Workspace ONE UEM het bestandspakket ophaalt, opslaat en distribueert in plaats van alleen de link aan de toestellen door te geven, moet u Downloaden en distribueren via Workspace ONE UEM Platform selecteren. 6 Selecteer Opslaan en Doorgaan en configureer vervolgens de overige tabbladen. Wat nu te doen Als u interne applicaties wilt toewijzen en implementeren, configureert u de flexibele implementatieopties die in Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan applicaties worden uitgelegd. Flexibele implementatie om applicaties toe te wijzen Met flexibele implementatie kunt u meerdere implementatiescenario's voor één applicatie plannen. U kunt de implementatie van applicaties voor een bepaalde tijd inplannen. De Workspace ONE UEM Console voert de implementaties dan uit zonder verdere tussenkomst. De flexibele implementatiefunctie is te vinden in de gedeelten Toewijzing van de applicatie en biedt voordelen voor het toewijzingsproces. Het configureren van implementatietoewijzingen. Het gelijktijdig toewijzen van meerdere implementaties. Het rangschikken van toewijzingen zodat belangrijke implementaties niet gemist worden vanwege beperkte bandbreedte. U kunt toewijzingen voor meerdere smart groups aanpassen. VMware, Inc. 19

20 Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan applicaties U kunt een enkele of meerdere toewijzingen toevoegen om de implementatie van applicaties te configureren. U kunt ook groepen uitsluiten voor het ontvangen van de toewijzing. Als u meerdere toewijzingen toevoegt, dient u de belangrijkste toewijzingen hoger in de lijst te plaatsen en de minder belangrijkere lager. Opmerking Als u API's gebruikt om applicaties toe te wijzen, gebruik dan niet de uitsluitingen in de console. API's voor uitsluitingen zijn op dit moment nog in ontwikkeling. Als u uitsluitingen wilt gebruiken, applicaties wilt toewijzen via de console, gebruik dan geen API's voor de toewijzing. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Intern of Publiek. 2 Upload een applicatie en klik op Opslaan en toewijzen of selecteer de applicatie en klik op Toewijzen in het actiemenu. 3 Klik op het tabblad Toewijzingen, selecteer Toewijzing toevoegen en vul de volgende opties in. Toewijzingsgroepen selecteren Typ de naam van een smart group om de groep met toestellen te vinden die de toewijzing moeten ontvangen. Methode van applicatieaanlevering On Demand Implementeert inhoud in een catalogus of andere implementatieagent en geeft de gebruiker de mogelijkheid te bepalen of en wanneer de inhoud geïnstalleerd moet worden. Deze optie is de beste keuze voor inhoud die minder belangrijk is voor de organisatie. Door gebruikers in staat te stellen om deze inhoud te downloaden wanneer zij dat willen, helpt u om de bandbreedte te behouden en om onnodig verkeer te beperken. Automatisch Implementeert inhoud in een catalogus of andere implementatiehub op een toestel bij de inschrijving. Wanneer het toestel is ingeschreven, worden gebruikers onmiddellijk gevraagd om de inhoud op het toestel te installeren. Deze optie is de beste keuze voor inhoud die belangrijk is voor uw organisatie en uw mobiele gebruikers. Weergeven in applicatiecatalogus Windows Desktop Selecteer Weergeven of Verbergen om een interne of publieke applicatie in de catalogus weer te geven. Opmerking De opties Weergeven en Verbergen gelden alleen voor de Workspace ONE Catalog en niet voor de oude VMware AirWatch Catalog. Gebruik deze functie om applicaties in de applicatiecatalogus te verbergen als u wilt dat gebruikers er niet bij kunnen. VMware, Inc. 20

21 Desired State Management macos Implementatie begint op Interne applicaties Beleid - Preventie van gegevensverlies (DLP) Android ios Windows-desktop Windows Phone Beleid Beheerde toegang Android ios Beleid Verwijderen tijdens uitschrijving Android ios Momenteel hebben beheerders de optie om de instellingen voor Desired State Management in of uit te schakelen op basis van de bedrijfsbehoeften wanneer ze macos-software installeren. Desired State Management is standaard ingeschakeld om applicatiebeheer te implementeren tijdens het installeren van macos-software. Als het is ingeschakeld, en de eindgebruiker de applicatie verwijdert, wordt deze automatisch opnieuw geïnstalleerd tijdens de volgende Workspace ONE Intelligent Hub-synchronisatie. Als het is uitgeschakeld, en de eindgebruiker de applicatie verwijdert, wordt deze niet automatisch opnieuw geïnstalleerd, tenzij dit wordt gepusht vanaf de Workspace ONE UEM Console of de Catalog. Bovendien hebt u als beheerder de flexibiliteit om applicaties te implementeren als eenmalige configuratie en het makkelijk te maken voor eindgebruikers om zo nodig de applicatie lokaal te verwijderen. Kies een dag van de maand en een uurtijd om implementatie te beginnen. De instelling voor prioriteit bepaalt welke implementatie als eerste verstuurd moet worden. Workspace ONE UEM verstuurt vervolgens de implementaties op basis van de geconfigureerde Ingangsdatum. Houd de verkeerspatronen van uw netwerk in gedachten en stel een begindatum in met voldoende bandbreedte om applicaties succesvol naar toestellen te versturen. Configureer een toestelprofiel met een Beperkingsprofiel om beleid voor preventie van gegevensverlies voor de applicatie in te stellen. Klik op Configureren. Het systeem gaat naar Toestellen > Profielen. Selecteer Toevoegen > Profiel toevoegen en het platform. Voor Android en ios-toestellen selecteert u Beperkingen en kiest u de gewenste opties in de sectie Preventie van gegevensverlies. Voor Windows Desktop selecteert u Toestelprofiel > Beperkingen en vervolgens selecteert u de opties om toe te passen op de gegevens die u wilt beschermen. Voor Windows Phone klikt u op Beperkingen en vervolgens selecteert u de opties om toe te passen op de gegevens die u wilt beschermen. Schakel adaptief beheer in om Workspace ONE UEM het toestel te laten beheren zodat het toestel toegang krijgt tot de applicatie. Deze functie wordt beheerd met Workspace ONE en wordt niet ondersteund door de AirWatch-catalogus. Stel in dat de applicatie van een toestel wordt verwijderd wanneer het toestel uit Workspace ONE UEM wordt uitgeschreven. Als u deze optie kiest, worden de toestellen onder supervisie beperkt met betrekking tot het op de achtergrond installeren van applicaties omdat het toestel vergrendeld is en de inrichtingprofielinstallatie zich in de wachtrij voor opdrachten bevindt, waarvoor het is vereist dat een toestel wordt ontgrendeld om de installatie te voltooien. Als u deze optie heeft uitgeschakeld, worden inrichtingsprofielen niet samen met de geïnstalleerde applicatie naar het toestel gepusht. Als het provisioningprofiel wordt bijgewerkt, wordt het nieuwe inrichtingsprofiel dus niet automatisch naar de toestellen gepusht. In deze gevallen is een nieuwe versie van de applicatie met een nieuw inrichtingsprofiel vereist. VMware, Inc. 21

22 Beleid Back-up van de applicatie voorkomen ios Beleid - App onder MDM-beheer stellen als het door gebruiker geïnstalleerd is ios Windows-desktop Beleid Applicatietunnel Android ios Beleid Configuratie voor de applicatie Android ios Voorkom dat applicatiegegevens naar icloud worden geback-upt. Neem beheer over van applicaties die voorheen door gebruikers zijn geïnstalleerd op hun ios-toestellen (onder supervisie en zonder supervisie) en op hun Windows-desktop. MDM-beheer vindt automatisch plaats, ongeacht de methode van applicatieaanlevering, en vereist privacyinstellingen om het verzamelen van persoonlijke applicaties mogelijk te maken. Voor ios-toestellen zonder supervisie worden de applicaties alleen na goedkeuring van de gebruiker onder MDM-beheer gesteld. Schakel deze functie in zodat gebruikers de op hun toestel geïnstalleerde versie van de applicatie niet hoeven te verwijderen. Met deze instelling kan Workspace ONE UEM de applicatie beheren zonder de versie ervan uit de applicatiecatalogus op het toestel te installeren. Configureer een VPN voor individuele applicaties en selecteer Profiel voor applicatie-vpn. Dit geeft eindgebruikers toegang tot een applicatie door middel van een VPN. Dit garandeert dat de toegang en het gebruik ervan betrouwbaar en veilig zijn. Hiermee worden applicatie-instellingen naar toestellen verstuurd. XML uploaden (Apple ios) Selecteer deze optie om een XML-bestand voor uw ios-applicaties te uploaden waarmee de de sleutel en waarden automatisch worden ingevuld. U kunt de configuraties die door een applicatie worden ondersteund in XML-indeling ophalen bij de ontwikkelaar 4 Klik op Toevoegen. 5 Gebruik de opties Omhoog verplaatsen en Omlaag verplaatsen om toewijzingen te rangschikken. Plaats de belangrijkste toewijzingen boven aan de lijst. Deze configuratie wordt weergegeven als een Prioriteit. De instelling voor Prioriteit heeft voorrang wanneer er meerdere implementaties toegewezen zijn aan één toestel. 6 Selecteer het tabblad Uitsluitingen en voer smart groups, organisatiegroepen en gebruikersgroepen in die u wilt uitsluiten van het ontvangen van deze applicatie. Het systeem past uitsluitingen van applicatietoewijzingen toe op het applicatieniveau. Houd rekening met de hiërarchie van de organisatiegroep (OG) wanneer u uitsluitingen toevoegt. Uitsluitingen in een bovenliggende organisatiegroep zijn niet van toepassing op de toestellen in de onderliggende organisatiegroep. Uitsluitingen in een onderliggende organisatiegroep zijn niet van toepassing op de toestellen in de bovenliggende organisatiegroep. Voeg uitsluitingen toe aan de gewenste organisatiegroep. 7 Klik op Opslaan en publiceren. Flexibele implementatie Omschrijvingen van de instellingen De pagina voor flexibele implementatie bevat informatie over uw applicatietoewijzingen. Op deze pagina kunt u schema's voor implementatie bewerken en de instellingen die u heeft geconfigureerd tijdens uploaden bekijken. De opties die weergegeven worden zijn afhankelijk van het platform. VMware, Inc. 22

23 Tabel 1-5. Flexibele implementatie opties Bewerken Verwijderen Omhoog verplaatsen Omlaag verplaatsen Naam Prioriteit Methode van applicatieaanlevering Ingangsdatum (Interne applicaties) Beheerde toegang Verwijderen tijdens uitschrijving (Apple ios) Back-up van de applicatie (Apple ios) VPN-toegang (Apple ios 7 of nieuwer) Configuratie verzenden Beheer overnemen Bewerk de instellingen voor de toewijzing, inclusief de smart group en de pushmodus. Verwijder de geselecteerde toewijzing uit de implementatie van de applicatie. Verhoog de geselecteerde prioriteit van de toewijzing door deze omhoog te verplaatsen in de lijst met toewijzingen. Verlaag de geselecteerde prioriteit van de toewijzing door deze omlaag te verplaatsen in de lijst met toewijzingen. Bekijk de toegewezen smart group. Bekijk de prioriteit van de toewijzing die u hebt geconfigureerd toen u de geselecteerde toewijzing in de lijst met toewijzingen hebt geplaatst. Prioriteit 0 is de belangrijkste toewijzing en heeft voorrang op alle andere implementaties. U kunt deze optie gebruiken met Ingangsdatum om implementaties in te plannen en te voorkomen dat deze worden geïmplementeerd als uw mobiele netwerk druk bezet is. Bekijk hoe de applicatie naar toestellen wordt verstuurd. Automatisch stuurt direct naar de AirWatch-catalogus zonder tussenkomst van de gebruiker. On Demand stuurt naar toestellen wanneer de gebruiker een installatie vanuit een catalogus initieert. Bekijk de status van de de toewijzing en of deze nu al effectief is of nog voor een toekomstig moment gepland is. Bekijk of adaptief beheer is ingeschakeld voor de applicatie. Bekijk of Workspace ONE UEM de applicatie van een toestel verwijdert wanneer het toestel uit Workspace ONE UEM is uitgeschreven. Als u deze optie kiest, worden de toestellen onder supervisie beperkt met betrekking tot het op de achtergrond installeren van applicaties omdat het toestel vergrendeld is en de inrichtingprofielinstallatie zich in de wachtrij voor opdrachten bevindt, waarvoor het is vereist dat een toestel wordt ontgrendeld om de installatie te voltooien. Als u deze optie heeft uitgeschakeld, worden inrichtingsprofielen niet samen met de geïnstalleerde applicatie naar het toestel gepusht. Als het provisioningprofiel wordt bijgewerkt, wordt het nieuwe inrichtingsprofiel dus niet automatisch naar de toestellen gepusht. In deze gevallen is een nieuwe versie van de applicatie met een nieuw inrichtingsprofiel vereist. Bekijk of Workspace ONE UEM de mogelijkheid om applicatiegegevens naar icloud te backuppen blokkeert. De applicatie zelf kan nog wel naar icloud worden geback-upt. Bekijk of Workspace ONE UEM een VPN-verbinding op applicatieniveau gebruikt. Dit geeft eindgebruikers toegang tot een applicatie door middel van een VPN. Dit garandeert dat de toegang en het gebruik ervan betrouwbaar en veilig zijn. Deze optie is Uitgeschakeld voor alle platformen behalve Apple ios. Bekijk of Workspace ONE UEM de instellingen naar beheerde Android- en Apple ios-applicaties verstuurt. Controleer of Workspace ONE UEM het beheer van door gebruikers geïnstalleerde applicaties kan overnemen zonder de eerder geïnstalleerde applicatie van het toestel te verwijderen. Deze optie hoort bij de optie App onder MDM-beheer stellen als deze door de gebruiker is geïnstalleerd. VMware, Inc. 23

24 Conflicten tussen flexibele implementaties en prioriteiten Als een toestel tot meer dan één smart group behoort en u deze smart groups aan een applicatie met meerdere flexibele implementaties toewijst, dan ontvangt het toestel de flexibele implementatie met de hoogste prioriteit. Bedenk tijdens het toewijzen van smart groups aan flexibele implementaties dat een enkel toestel in meer dan één smart group kan zitten. Daarnaast kan één toestel meer dan één flexibele implementatie toegewezen krijgen voor dezelfde applicatie. Voorbeeld Toestel 01 behoort tot smart group Personeelszaken en smart group Training. U configureert en wijst twee flexibele implementaties toe voor applicatie X, die beide smart groups bevatten. Toestel 01 heeft nu twee toewijzingen voor applicatie X. Prioriteit 0 = smart groep HR, te implementeren over 10 dagen met on demand Prioriteit 1 = smart groep Training, nu te implementeren met Automatisch Toestel 01 ontvangt de toewijzing met prioriteit 0 en krijgt de applicatie over 10 dagen vanwege de prioriteitsbeoordeling van de toewijzingen. Toestel 01 ontvangt de toewijzing met prioriteit 1 niet. Controle van flexibele implementatie beheren Bepaal de frequentie waarmee Workspace ONE UEM controleert of er nieuwe flexibele implementatietoewijzingen zijn. Bewerk batching met behulp van plannertaken en prestatie-afstemming als een systeembeheerder. 1 Navigeer naar Groepen en instellingen > Alle instellingen > Beheer > Planner. 2 Zoek Geplande applicatiepublicatie en klik op Bewerken. 3 Vul de opties in de sectie Herhalingstype in en sla uw instellingen op. Frequentie van batches voor flexibele implementatie bepalen Bepaal de frequentie waarmee Workspace ONE UEM applicatiebatches vrijgeeft. 1 Navigeer naar Groepen en instellingen > Alle instellingen > Beheer > Planner. 2 Zoek Geplande batchrelease van applicaties en klik op Bewerken. 3 Vul de opties in de sectie Herhalingstype in en sla uw instellingen op. De batch-omvang voor flexibele implementatie beheren Bepaal de omvang van de applicaties die Workspace ONE UEM samenvoegt en naar toestellen stuurt. Bewerk batching met behulp van plannertaken en prestatie-afstemming als een systeembeheerder. VMware, Inc. 24

25 1 Navigeer naar Groepen en instellingen > Alle instellingen > Installatie > Prestatie-afstemming. 2 Bewerk Batch-omvang voor implementatie van interne applicaties. Batching overslaan voor flexibele implementatie Sla het batch-proces over en geef alle installatiecommando's voor applicaties meteen vrij. Bewerk batching met behulp van plannertaken en prestatie-afstemming als een systeembeheerder. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Intern en selecteer de applicatie. 2 Selecteer in het actiemenu: Meer > Beheer > Batching overslaan. Beveiligingsmaatregelen voor propriëtaire applicaties configureren Workspace ONE UEM biedt beveiligingsmaatregelen om te voorkomen dat productieversies van de propriëtaire Workspace ONE UEM-applicaties worden verwijderd wanneer u de testversies verwijdert van de console. Taken moeten in een specifieke volgorde worden toegepast om de testversie toe te voegen of te verwijderen. Definitie van propriëtaire, buiten de Store verkrijgbare Workspace ONE UEM-applicaties Een propriëtaire, buiten de Store verkrijgbare Workspace ONE UEM-applicatie, zoals Secure Launcher, is seeded of inbegrepen in de Workspace ONE UEM-installatie. Deze is inbegrepen in Workspace ONE UEM Installer en wordt geïmplementeerd op toestellen met een profiel of met andere instellingen in de console. Sommige bedrijven willen testversies van deze applicaties voordat ze deze implementeren voor de productie. Aanbevelingen Afzonderlijk testen Workspace ONE UEM Console Instantie en testgroepen Test applicaties in een afzonderlijke omgeving met een testinstantie van de Workspace ONE UEM Console, indien mogelijk. Applicatie-ID Workspace ONE UEM gebruikt de applicatie-id om de testversie van de propriëtaire applicatie te detecteren. Commando's voor het verwijderen van applicaties - Verwijder de testversie voordat u de applicatie buiten gebruik stelt of verwijdert. Als u deze stap overslaat, worden voor deze testapplicaties commando s voor verwijdering van applicaties door Workspace ONE UEM niet in de wachtrij geplaatst. Testapplicatie toevoegen Voeg een propriëtaire Workspace ONE UEM-applicatie toe aan de Workspace ONE UEM Console om de applicatie buiten uw productieomgeving te houden tijdens het testen met gebruik van testgroepen. VMware, Inc. 25

26 1 Gebruik een testinstantie van de Workspace ONE UEM Console. 2 Creëer een groep toestellen waarop u de testapplicatie in een eigen organisatiegroep kunt implementeren. 3 Upload de testapplicatie naar het tabblad Intern of Apps en boeken, voer de gewenste informatie in en selecteer Opslaan en toewijzen. 4 Wijs de applicatie aan de testgroep toe met de optie Toewijzing toevoegen. De Methode van applicatieaanlevering voor seeded applicaties is On Demand en kan niet worden geconfigureerd. 5 U kunt de applicatie ook bewerken door het tabblad Toestellen en vervolgens de optie Op alle installeren te selecteren. Testapplicatie verwijderen Verwijder een testversie van een propriëtaire Workspace ONE UEM-applicatie met Van alle verwijderen en de acties om applicaties te verwijderen of buiten gebruik te stellen om volledige verwijdering te garanderen. 1 Ga naar het tabblad Intern in Applicaties en boeken en bewerk de applicatie. 2 Ga naar het tabblad Toestellen en selecteer de optie Van alle verwijderen. 3 Ga naar het detailoverzicht van de applicatie op het tabblad Intern van Applicaties en boeken en verwijder de applicatie uit het actiemenu of stel de applicatie buiten gebruik. Beveiliging tegen verwijdering van applicaties configureren De bescherming tegen verwijdering van applicaties zorgt ervoor dat het systeem geen bedrijfskritieke applicaties verwijdert, tenzij de beheerder dit heeft goedgekeurd. Configureer deze functie met behulp van drempelwaarden en beheerdersacties. Interne applicaties worden vaak ontwikkeld voor specifieke bedrijfstaken. Als ze plotseling worden verwijderd, kan dit leiden tot ergernis van gebruikers en onderbrekingen van het werk. Met deze functie kunt u voorkomen dat belangrijke interne applicaties worden verwijderd, doordat commando s voor verwijdering worden geblokkeerd aan de hand van drempelwaarden. Totdat een beheerder besluit de geblokkeerde commando s uitvoert, worden er geen interne applicaties verwijderd. 1 Gebruik de standaarddrempelwaarden of bewerk de drempelwaarden voor de organisatiegroep. Gebruik de sjabloon Melding limiet bereikt voor applicatieverwijdering om adressen op te geven die de betreffende meldingen moeten ontvangen. Als de drempelwaarden worden bereikt, blokkeert Workspace ONE UEM de commando s voor verwijdering van applicaties. De geblokkeerde commando s worden per applicatie weergegeven in het Logboek van applicatieverwijderingen. VMware, Inc. 26

27 2 Geblokkeerde commando s voor verwijdering van applicaties uitvoeren a b Commando s voor verwijdering van applicaties wissen uit de wachtrij door te klikken op Verwijderen. Verwijder interne applicaties van toestellen door Vrijgeven te selecteren. Hiermee worden commando s voor het verwijderen van applicaties verstuurd. 3 Wijs deze applicaties weer toe aan de gewenste smart groups als u de commando s hebt verwijderd. Triggers voor bescherming tegen verwijdering van applicaties Het systeem dat applicaties tegen verwijdering beschermt, onderzoekt of de wachtrij van commando s voor verwijdering van applicaties waarden bevat die overeenkomen met uw drempelwaarden of deze overschrijden. Verschillende wijzigingen in de status van applicaties of groepen kunnen commando s voor het verwijderen van applicaties activeren. Smart groups bewerken. Applicaties publiceren. Applicaties deactiveren. Applicaties buiten gebruik stellen. Applicaties verwijderen. Drempelwaarden voor de beveiliging tegen verwijdering van applicaties Drempelwaarden zijn van toepassing op bundel-id's en gelden voor organisatiegroepen van het type klant. Deze waarden worden overgenomen door onderliggende organisatiegroepen. Wanneer u drempelwaarden instelt en opvolgt, houd dan rekening met de volgende kenmerken, zodat beheerders zijn geïnformeerd voordat ze applicaties verwijderen en de benodigde machtigingen hebben om commando s uit te voeren. Configuraties en acties zijn van toepassing op bundel-id s Het systeem past drempelwaarden toe per bundel-id. Een applicatie kan verschillende namen en toch dezelfde bundel-id hebben. In dat geval selecteert het beveiligingssysteem een van de namen om weer te geven in het logboek. Het systeem past wel beheerderscommando s toe op de bundel-id. Het systeem volgt de hiërarchieën van organisatiegroepen Het systeem stelt standaarddrempelwaarden in voor een organisatiegroep van het type Klant. Deze waarden worden overgenomen door onderliggende organisatiegroepen. Opmerking Beheerders kunnen drempelwaarden in onderliggende organisatiegroepen niet overschrijven. VMware, Inc. 27

28 De beschikbare rollen en acties orden bepaald door de plaats van beheerders in de hiërarchie van de organisatiegroep. Beheerders in onderliggende organisatiegroepen kunnen commando s voor verwijdering uitvoeren in hun toegewezen organisatiegroepen. Beheerders in bovenliggende organisatiegroepen kunnen waarden bewerken en commando s voor verwijdering uitvoeren in hun bovenliggende groep en in onderliggende organisatiegroepen. Statussen voor beveiliging tegen verwijdering van applicaties De status van het commando die de console weergeeft in het logboek van applicatieverwijderingen, komt overeen met een fase van het beveiligingsproces. Tabel 1-6. en en oorzaken voor statussen in Bescherming tegen applicatieverwijdering Status Oorzaak Geblokkeerd in afwachting van goedkeuring Vrijgegeven naar toestel Verwijderd door beheerder Het beveiligingssysteem blokkeert commando s voor verwijdering; het systeem verwijdert de betreffende interne applicatie niet. De commando s voor verwijdering staan in de wachtrij, maar het systeem kan ze niet verwerken zonder goedkeuring van de beheerder. Het beveiligingssysteem heeft de commando s verstuurd zodat de betreffende interne applicaties van de toestellen worden verwijderd. Het beveiligingssysteem wist de commando s voor verwijdering uit de wachtrij voor commando s. Het systeem heeft de betreffende interne applicaties niet verwijderd van de toestellen. Het systeem blokkeert commando s voor verwijdering omdat de drempelwaarden zijn bereikt. Het systeem heeft de commando s vrijgegeven, omdat een beheerder de vrijgave heeft geconfigureerd. Het systeem heeft de commando s gewist omdat een beheerder de verwijdering heeft geconfigureerd. Drempelwaarden voor de beveiliging tegen verwijdering van applicaties bewerken Gebruik de standaardwaarden of voer limieten in om aan te geven wanneer het systeem commando s voor het verwijderen van applicaties moet blokkeren. De betreffende interne applicaties op toestellen worden dan niet door het systeem verwijderd. Selecteer waarden die overeenkomen met het risiconiveau dat de onderneming tolereert als het systeem een kritieke applicatie verwijdert van een set toestellen. 1 Configureer de functie in een organisatiegroep op klantniveau of hieronder in de Workspace ONE UEM Console. 2 Navigeer naar Groepen en instellingen > Alle instellingen > Applicaties > Workspace ONE > Beveiliging tegen verwijdering van applicaties. VMware, Inc. 28

29 3 Kies de drempelwaarden die u wilt gebruiken. Beïnvloede apparaten Binnen (minuten) sjabloon verzenden aan Voer het maximale aantal toestellen in waarop een kritieke applicatie kan worden verwijderd voordat hierdoor het werk van het bedrijf wordt belemmerd. Hiermee geeft u aan wanneer (het maximale aantal minuten voorafgaand aan de gebeurtenis) een systeemmelding moet worden verzonden voordat de verwijdering van een kritieke applicatie toestellen belemmert bedrijfstaken uit te voeren. Selecteer een sjabloon voor de melding en pas deze aan uw wensen aan. Het systeem bevat een sjabloon voor de Melding Limiet bereikt voor applicatieverwijdering die specifiek is voor de beveiliging tegen verwijdering van applicaties. Geef adressen op als u meldingen wilt ontvangen over geblokkeerde commando s voor verwijdering, zodat de ontvangers actie kunnen ondernemen in het logboek van applicatieverwijderingen. 4 Sla de instellingen op. Geblokkeerde commando s voor verwijdering van applicaties uitvoeren Gebruik de pagina Logboek van applicatieverwijderingen om aan te geven of u commando's voor verwijdering van applicaties wilt blijven blokkeren, de commando s wilt verwijderen of de commando's wilt vrijgeven voor de toestellen. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicatie-instellingen > Logboek van applicatieverwijderingen. 2 Filter, sorteer of blader om de gewenste gegevens te selecteren. Filter resultaten op Commandostatus voor de in de lijst vermelde applicaties. Sorteer op Bundel-ID om gegevens te selecteren. Selecteer een applicatie. U kunt de link Aantal betrokken toestellen selecteren om door de lijst met de betreffende toestellen te bladeren. Deze actie geeft de pagina Toestellen in het Logboek van applicatieverwijderingen weer. Deze pagina bevat de lijst met namen van de toestellen. U kunt de naam van het toestel gebruiken om te navigeren naar het detailoverzicht van de toestellen. 3 Selecteer Vrijgeven of Verwijderen. Met de optie Vrijgeven worden de commando s naar de toestellen verzonden en wordt de interne applicatie verwijderd van de toestellen. Met de optie Verwijderen wordt de wachtrij met commando s voor verwijdering leeggemaakt en de interne applicatie wordt niet verwijderd van de toestellen. VMware, Inc. 29

30 4 Als u commando s verwijdert, moet u teruggaan naar het gebied van de interne applicaties in de console en de smart group-toewijzingen controleren van de applicatie waarvoor u commando s hebt verwijderd. Controleer of de smart group-toewijzingen van de interne applicatie nog geldig zijn. Als de smart group-toewijzing ongeldig is en u deze niet controleert, kan het gebeuren dat het systeem de applicatie verwijdert wanneer het apparaat incheckt bij het systeem. De functie "Logs bekijken" voor interne applicaties configureren Gebruik de functie Logboeken bekijken voor toegang tot beschikbare logbestanden die betrekking hebben op applicaties die het Workspace ONE SDK-framework gebruiken. Logtypes omvatten alle logs, crashlogs of applicatie-logs. Met deze functie kunt u logs downloaden of verwijderen. Filter opties door gebruik te maken van de menu's Logtype en Logniveau. In deze menu's vindt u gegevens over het type en aantal, die u nodig hebt om applicaties die het SDK-framework gebruiken te onderzoeken en problemen op te lossen. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen en klik op het tabblad Intern. 2 Selecteer de applicatie en selecteer vervolgens Meer > Bekijken > Logboeken in het actiemenu. 3 Selecteer de gewenste opties afhankelijk van of u enkel op geselecteerde toestellen of alle toestellen handelingen wilt uitvoeren. Download geselecteerde Download weergegeven Verwijder geselecteerde Verwijder weergegeven Download geselecteerde logboeken met informatie over applicaties die gebruikmaken van het framework Workspace ONE SDK. Download alle logboeken in alle pagina's met informatie over applicaties die gebruikmaken van het framework Workspace ONE SDK. Verwijder geselecteerde logboeken met informatie over applicaties die gebruikmaken van het framework Workspace ONE SDK. Verwijder alle logboeken in alle pagina's met informatie over applicaties die gebruikmaken van het framework Workspace ONE SDK. SDK-logtypes Workspace ONE UEM geeft logboeken weer voor applicaties die applicatiefouten of specifieke gegevens voor de applicatie melden. Deze logboeken worden geïntegreerd met de VMware Workspace ONE SDK, zodat u applicaties kunt beheren die met SDK zijn gebouwd. U vindt logboeken voor applicaties in Applicaties en boeken > Analyse > Applicatielogs. VMware, Inc. 30

31 Applicatielogs Crashlogs Dit logtype registreert informatie over een applicatie. U stelt het logniveau in in de sectie over standaard-sdkprofielen, Groepen en instellingen > Alle instellingen > Applicaties > en en beleid > en > Logboekregistratie. U moet code toevoegen aan de applicatie om deze logboeken te kunnen uploaden naar de Workspace ONE UEM Console. Dit logtype registreert data van een applicatie de volgende keer dat deze opent na een crash. Deze logboeken worden automatisch verzameld en geüpload naar de Workspace ONE UEM Console zonder dat er extra code nodig is in de SDK-applicatie. API's voor SDK-logboekregistratie voor niveaus Workspace ONE UEM groepeert logberichten in categorieën om kritieke problemen te kunnen onderscheiden van normale processen. De Workspace ONE UEM Console rapporteert de berichten die overeenkomen met het geconfigureerde niveau van logboekregistratie plus alle logs met een hogere status. Bijvoorbeeld, als u het niveau van logboekregistratie instelt op Waarschuwing, dan zullen berichten van het niveau Waarschuwing en Fout weergegeven worden in de Workspace ONE UEM Console. De met SDK gemaakte applicatie verzamelt logboeken over verloop van tijd en slaat deze lokaal op het toestel op totdat een andere API of opdracht wordt aangeroepen om de logboeken te verzenden. Opmerking Wanneer bedrijfsgegevens worden gewist, verwijdert de console niet de logboekbestanden. U kunt logboeken ophalen nadat een toestel opnieuw wordt ingeschreven om te bepalen welke problemen zijn opgetreden in de laatste inschrijfsessie waardoor de bedrijfsgegevens zijn gewist. Tabel 1-7. API's voor SDK-logboekregistratie voor niveaus en niveau-omschrijvingen Niveau API voor logboekregistratie Fout AWLogError("{log message}") Registreert alleen fouten. Dit niveau geeft fouten/storingen weer die voorkomen in het proces zoals het niet kunnen opzoeken van UID's of een niet ondersteunde URL. Waarschuwing AWLogWarning("{log message}") Registreert fouten en waarschuwingen. Een waarschuwing geeft problemen weer met het proces zoals slechte responscodes en ongeldige verificatie van tokens. Informatie AWLogInfo("{log message}") Registreert een aanzienlijke hoeveelheid gegevens voor informatieve doeleinden. Op dit niveau worden naast waarschuwingen, foutmeldingen en algemene processen weergegeven. Debug of Verbose AWLogVerbose("{log message}") Registreert alle data ter ondersteuning van probleemoplossing. Deze optie is niet voor alle functies beschikbaar. Beheer van publieke applicaties Gebruik Workspace ONE UEM om de implementatie en het onderhoud van publieke mobiele applicaties uit verschillende app stores te beheren. De implementatie van publieke applicaties uit verschillende App Stores kan verschillen al naar gelang het platform. VMware, Inc. 31

32 Publieke applicaties toevoegen vanuit een App Store Implementeer publieke applicaties vanaf de Workspace ONE UEM Console op toestellen met Workspace ONE of de AirWatch Catalog. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Publiek en selecteer Applicatie toevoegen. 2 Ga naar Beheerd door en bekijk de organisatiegroep van waaruit de applicatie zal worden geüpload. 3 Selecteer het Platform. 4 Typ een trefwoord in het tekstveld naam om de applicatie in de App Store te vinden. 5 Kies hoe het systeem de applicatie moet ophalen: Zoeken in App Store of URL invoeren. Zoeken in App Store ios - De applicatie wordt in de App Store gezocht. Windows Desktop en Phone - De applicatie wordt gezocht. Als u applicaties via deze methode toevoegt, in plaats van via de Microsoft Store voor Bedrijven. Deze worden niet beheerd door het systeem. Android: Gebruikt de zoekervaring van Google Play Store iframe en zoekt naar de applicatie in de Play Store. Met de iframe kan Google Play rechtstreeks in de Workspace ONE UEM console worden geïntegreerd om een uniforme ervaring voor mobiel toestelbeheer te bieden. Opmerking VMware Workspace ONE UEM heeft op 15 december 2018 de beëindiging van de algemene ondersteuning van de Play Store Integration Service aangekondigd. Bestaande klanten die de Play Store Integration Service gebruiken om publieke Android-apps te zoeken en toe te voegen aan de Workspace ONE UEM console, worden aangeraden Android in te stellen om de officiële Play Store-zoekervaring te gebruiken. Zie voor meer informatie Beëindiging van de algemene ondersteuning voor de Play Store Integration Service in de Deze configuratie werkt ook als u met het Android-platform bent geïntegreerd. Zie de handleiding voor het Android-platform. Voer URL in De applicatie wordt toegevoegd door middel van een URL voor de applicatie. Als u applicaties via deze methode toevoegt, zal het systeem ze niet beheren. 6 Klik op Volgende en selecteer vervolgens de gewenste applicatie op de resultatenpagina van de App Store. 7 Configureer de opties op het tabblad Details. Naam Bekijken in App Store Bekijk de naam van de applicatie. Bekijk de Store waar de applicatie gedownload kan worden en meer informatie verkregen kan worden. VMware, Inc. 32

33 Categorieën Ondersteunde modellen Applicatie beperkt tot installatie op achtergrond Android Omvang ios Beheerd door Waardering Opmerkingen Standaardschema ios Windows-desktop Windows Phone Gebruik categorieën om aan te geven hoe de applicatie wordt gebruikt. U kunt aangepaste applicatiecategorieën configureren of de vooraf gecodeerde categorie van de applicatie gebruiken. Selecteer alle toestelmodellen waarop deze applicatie moet functioneren. Wijs deze applicatie alleen toe aan Android-toestellen die installatie op de achtergrond ondersteunen. Publieke applicaties kunnen niet op de achtergrond worden geïnstalleerd of verwijderd door Workspace ONE UEM. U kunt echter wel beheren welke applicaties u naar uw Android- standaardtoestellen of -bedrijfstoestellen stuurt. Android bedrijfstoestellen ondersteunen activiteit op de achtergrond. Bekijk de omvang van de applicatie die u wilt opslaan. Bekijk de organisatiegroep waartoe de applicatie behoort binnen uw organisatiehiërarchie in Workspace ONE UEM. Bekijk het aantal sterren dat aangeeft hoe populair de applicatie is in de Workspace ONE UEM Console en in de AirWatch Catalog. Voer opmerkingen in die uitleggen waartoe de applicatie dient binnen de organisatie. Geeft het URL-schema aan voor ondersteunde applicaties. De applicatie bevat het schema dus AirWatch scant het schema en toont de waarden in dit tekstveld. En standaardschema biedt veel integratiefuncties voor uw applicaties. Gebruik het schema om te integreren met andere platform- en webapplicaties. Gebruik het schema om berichten te ontvangen van andere applicaties en om specifieke aanvragen te initiëren. Gebruik het schema om Apple ios-applicaties binnen de AirWatch Container te openen. 8 Selecteer Vereiste gebruiksvoorwaarden voor de applicatie op het tabblad Gebruiksvoorwaarden. Deze instelling is optioneel. In de gebruiksvoorwaarden staat gespecificeerd hoe gebruikers de applicatie dienen te gebruiken. Ook bevatten ze de verwachtingen die de organisatie aan de eindgebruikers stelt. Wanneer de applicatie naar toestellen verzonden wordt, kunnen gebruikers de gebruiksvoorwaarden bekijken die zij moeten accepteren om de applicatie te kunnen gebruiken. Als gebruikers de gebruiksvoorwaarden niet accepteren, kunnen zij de applicatie niet openen. 9 Selecteer het tabblad SDK en wijs het standaard- of een aangepast SDK-profiel en een Applicatieprofiel toe aan de applicatie. Met SDK-profielen voegt u geavanceerde applicatiebeheerfuncties aan applicaties toe. 10 Selecteer Opslaan en toewijzen om de opties van flexibele implementatie te configureren voor de applicatie. Wat nu te doen Als u publieke applicaties wilt toewijzen en implementeren, configureert u de flexibeleimplementatieopties die zijn uitgelegd in Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan applicaties. VMware, Inc. 33

34 Uw uitzonderingen voor gebruikersgroepen migreren naar de flexibeleimplementatiefunctie. Gebruik het migratieproces waarmee u uw gebruikersgroepen met toewijzingsuitzonderingen voor publieke applicaties naar de flexibele-implementatiefunctie kunt overzetten. Publieke applicaties maken nu gebruik van flexibele implementatie om applicaties aan toestellen toe te wijzen. Het flexibele-implementatiesysteem biedt geen ondersteuning voor uitsluiting. Voorheen kon u uitsluitingen gebruiken om publieke applicaties naar speciale gebruikersgroepen met een bepaald toesteleigendomstype te sturen. Flexibele implementatie vervangt uitzonderingen en biedt u meer controle over uw implementaties. Zo kunt u implementaties aan smart groups toewijzen, meerdere implementaties aan een applicatie toewijzen en deze implementaties prioriteren. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Publiek. 2 Wijzig een applicatie waarvoor uitzonderingen zijn ingesteld. 3 Selecteer Toewijzen. Het systeem vraagt u om een bevestiging om uw uitzonderingen te migreren. 4 Selecteer Migreren en voltooi de rest van de wizard. Beheer van virtuele applicaties Naast webapplicaties kunt u Horizon-desktops en -applicaties, Horizon Cloud-desktops en -applicaties, gepubliceerde Citrix-applicaties en -desktops en ThinApp-pakketapplicaties integreren met de Workspace ONE UEM Console. Deze resources worden Virtuele apps genoemd in de Workspace ONE UEM Console-interface en worden beheerd via de functie Verzameling van virtuele apps. U kunt één verzameling van virtuele apps of meerdere verzamelingen voor een type resource maken, met uitzondering van de ThinApp-pakketten waarvoor u slechts één verzameling kunt maken. Als u bijvoorbeeld een implementatie van 50 Citrix XenApp-farms wilt integreren, kunt u 10 verzamelingen van virtuele apps in Workspace ONE UEM Console opzetten, met 5 farms in elke verzameling. Dit maakt eenvoudiger beheer van de configuratie en snellere synchronisatie mogelijk, omdat elke verzameling afzonderlijk wordt gesynchroniseerd. Als u bijvoorbeeld een implementatie van 50 Citrix XenApp-farms wilt integreren, kunt u 10 verzamelingen van virtuele apps in Workspace ONE UEM Console opzetten, met 5 farms in elke verzameling. Dit maakt eenvoudiger beheer van de configuratie en snellere synchronisatie mogelijk, omdat elke verzameling afzonderlijk wordt gesynchroniseerd. U kunt ook andere connectoren voor elke verzameling gebruiken om de synchronisatiebelasting te verdelen. VMware, Inc. 34

35 De pagina Verzamelingen van virtuele apps, te vinden in Applicaties en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen in de Workspace ONE UEM Console, biedt een centrale locatie voor het beheer van al uw resource-integraties. Via deze pagina kunt u verzamelingen maken en bewerken, de synchronisatiestatus van alle verzamelingen bekijken, waarschuwingen weergeven en handmatig synchroniseren. Opmerking Integratie met ThinApp-pakketapplicaties wordt alleen ondersteund met de Linux VMware Identity Manager-connector. Deze integratie wordt niet ondersteund met de Windows-connector. Voordelen van het gebruik van verzamelingen van virtuele apps De functie voor de verzameling van virtuele apps biedt de volgende voordelen: Een centrale locatie waar u alle resource-integraties beheert Alle typen resources beheren Beheer de configuratie- en synchronisatie-instellingen voor elke verzameling De synchronisatiestatus van alle verzamelingen bekijken Mogelijkheid om kleinere gegevenssets te synchroniseren door meerdere verzamelingen voor een grote resource-integratie in te stellen. U kunt bijvoorbeeld voor elke Horizon-pod of elke XenApp-farm afzonderlijke verzamelingen maken. Mogelijkheid om afzonderlijke verzamelingen voor verschillende domeinen in te stellen. Meerdere domeinen vereisen geen vertrouwensrelatie als u afzonderlijke verzamelingen voor elk domein gebruikt. Vereisten voor verzamelingen van virtuele apps De functie Verzameling van virtuele apps heeft de volgende vereisten: Alle instanties van de VMware Identity Manager-service moeten versie 3.1 of hoger zijn. Alle connectoren die worden gebruikt om resources te synchroniseren moeten versie of hoger zijn. Configuratievereisten Identity Manager: Geconfigureerde directoryintegratie-instellingen tussen Workspace ONE UEM-instantie en VMware Identity Manager-instantie. Er bestaat een directorybeheerder in de Workspace ONE UEM-instantie en VMware Identity Manager-instantie. Vereisten voor rollen: De rol van superbeheerder is vereist voor de eerste toegang tot de pagina Verzamelingen van virtuele apps. VMware, Inc. 35

36 In een nieuwe installatie, wanneer u het tabblad Applicaties en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen voor het eerst selecteert, wordt een informatiepagina geopend en klikt u op Aan de slag om de pagina Verzamelingen van virtuele apps weer te geven. Voor de initiële Aan de slagworkflow is een superbeheerdersrol vereist. Voor installaties die vanaf een eerdere release worden geüpgraded, is de superbeheerdersrol vereist voor migreren van bestaande resourceconfiguraties naar verzamelingen van virtuele apps. Voor installaties die van een eerdere release worden geüpgraded, maar waarop geen resources zijn geconfigureerd, is de rol van superbeheerder vereist voor de eerste toegang tot de pagina Verzamelingen van virtuele apps. Dit scenario is vergelijkbaar met het nieuwe installatiescenario. Vervolgens kunt u verzamelingen van virtuele apps beheren met elke rol die de volgende acties in de catalogusservice kan uitvoeren: Desktopapps beheren (voor het maken, bewerken of verwijderen van verzamelingen van virtuele apps voor Horizon, Horizon Cloud en Citrix-gepubliceerd) ThinApps beheren (voor het maken, bewerken of verwijderen van ThinApps-verzamelingen) De rol van superbeheerder is vereist voor het opslaan van de pagina Netwerkbereiken voor Horizonen Citrix-verzamelingen. De pagina Netwerkbereiken wordt gebruikt voor het opgeven van FQDN's met clienttoegang voor directe aanvragen van gebruikers voor de juiste servers. OG moet van het type Klant zijn. Bestaande configuraties migreren naar verzamelingen van virtuele apps In Workspace ONE UEM 1903, kunt u direct aan de slag met verzamelingen van virtuele apps, of door een migratiepad te volgen, afhankelijk van uw installatiescenario. In nieuwe installaties kunt u nieuwe verzamelingen van virtuele apps voor Horizon, Horizon Cloud, Citrix of ThinApp-resources direct maken. Selecteer het tabblad Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen. Controleer de informatie op de pagina en klik op Aan de slag. Selecteer het type resource dat u wilt integreren en volg de wizard om een nieuwe verzameling van virtuele apps te maken. Als u een upgrade uitvoert naar Workspace ONE UEM 1903 en al uw connectoren versie of hoger zijn, moet u bestaande configuraties die nog steeds worden beheerd via de gebruikersinterface van Desktop-applicaties beheren, migreren naar verzamelingen van virtuele apps. Selecteer het tabblad Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen. Controleer de informatie op de pagina en klik op Aan de slag als u de migratiewizard wilt gebruiken. Zie De migratiewizard gebruiken voor het migreren van Verzamelingen van virtuele apps. Nadat u de bestaande configuraties hebt gemigreerd, wordt de nieuwe pagina Verzamelingen van virtuele apps ingeschakeld, zodat u de gemigreerde configuraties kunt bekijken en bewerken en nieuwe kunt maken. U kunt de pagina op elk gewenst moment openen door het tabblad Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Collecties te selecteren. VMware, Inc. 36

37 Als u een upgrade uitvoert vanaf een eerdere release en u ten minste één zelfstandige of ingesloten connector hebt die ouder is dan versie , dan kunt u geen nieuwe verzamelingen van virtuele apps maken. Upgrade alle connectoren naar of hoger en gebruik de migratiewizard om uw bestaande configuraties naar verzamelingen van virtuele apps te migreren. Opmerking Om nieuwe verzamelingen van virtuele apps te maken of bestaande configuraties te migreren naar verzamelingen van virtuele apps, moeten alle instanties van de VMware Identity Manager-service versie 3.1 of hoger zijn en moeten alle connectoren versie of hoger zijn. De rol van superbeheerder is vereist voor de eerste toegang tot de pagina Verzamelingen van virtuele apps en voor het migreren van bestaande resources. De migratiewizard gebruiken voor het migreren van Verzamelingen van virtuele apps Gebruik de migratiewizard om bestaande resourceconfiguraties van de gebruikersinterface van Desktopapplicaties beheren die beschikbaar zijn in eerdere versies te migreren naar verzamelingen van virtuele apps. Belangrijk U moet alle bestaande resourceconfiguraties op hetzelfde moment migreren. Als u bijvoorbeeld Horizon Cloud en Citrix-resources hebt geconfigureerd, moet u beide selecteren in de migratiewizard. De migratiewizard is bedoeld om slechts eenmaal te worden gebruikt voor het migreren van alle bronnen op hetzelfde moment. Nadat de wizard eenmalig is uitgevoerd, is de wizard niet meer beschikbaar. Opmerking In een gehoste omgeving kan het migratieproces enige tijd duren. Voorwaarden De rol van superbeheerder is vereist voor initiële toegang tot de pagina Verzamelingen van virtuele apps en voor het uitvoeren van de migratie. Zie Beheer van virtuele applicaties voor meer informatie. 1 Ga in de Workspace ONE UEM-console naar Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen > Nieuw. 2 Controleer de informatie en klik op Aan de slag. De migratiewizard wordt weergegeven en geeft alle bestaande resourceconfiguraties weer. Houd er rekening mee dat de migratiewizard alleen wordt weergegeven als er op de oude installatie resources waren geconfigureerd. 3 Selecteer in de migratiewizard de connectorwerker die is gebruikt voor de configuratie in de oude installatie voor elk resourcetype. Het vervolgkeuzemenu voor elk resourcetype bevat alleen de connectoren waarvoor die resource geconfigureerd was. Als de bron op meerdere connectoren was geconfigureerd voor hoge VMware, Inc. 37

38 beschikbaarheid, worden alle connectoren in de lijst weergegeven. Het label Automatisch synchroniseren of Handmatig synchroniseren geeft aan of een Synchronisatieschema was ingesteld voor de resource voor die connector, of om handmatig te synchroniseren. Selecteer de connector met het label Automatisch synchroniseren. Dit is ook de standaardselectie in elke lijst. Voorzichtig Zorg ervoor dat u voor alle bestaande configuraties een keuze maakt. De migratiewizard kan slechts eenmaal worden gebruikt voor het migreren van alle bronnen op hetzelfde moment. Nadat de wizard eenmalig is uitgevoerd, is de wizard niet meer beschikbaar. 4 Klik op Migreren. In een gehoste omgeving kan het migratieproces enige tijd duren. De bestaande resourceconfiguraties worden gemigreerd. Een verzameling van virtuele apps wordt gemaakt voor elk type configuratie. Deze verzamelingen worden weergegeven op de pagina Verzamelingen van virtuele apps die wordt weergegeven nadat de migratie is voltooid. Klik op de naam van een verzameling om deze weer te geven of te bewerken. U kunt de pagina Verzamelingen van virtuele apps op elk gewenst moment openen door het tabblad Catalogus > Verzamelingen van virtuele apps te selecteren. Bekijk zowel het logbestand van de connector, connector.log, als het service-logbestand, horizon.log, voor informatie voor het oplossen van problemen bij verzamelingen van virtuele apps. Op virtuele Linux-systemen staan de logboekbestanden in de directory /opt/vmware/horizon/workspace/ logs. Op Windows-servers staan de logboekbestanden in de directory install_dir \IDMConnector_or_VMwareIdentityManager\opt\vmware\horizon\workspace\logs. Wat nu te doen Er wordt slechts één connector, de connector die u hebt geselecteerd in de migratiewizard, toegevoegd aan elke nieuwe verzameling van virtuele apps. Als u een connectorcluster voor hoge beschikbaarheid hebt ingesteld, bewerkt u de verzamelingen en voegt u de andere connectoren toe. Er wordt een enkele verzameling van virtuele apps gemaakt voor elk type configuratie. Voor grote integraties met veel servers en applicaties, kunt u overwegen de verzameling op te splitsen in meerdere verzamelingen voor eenvoudiger beheer en sneller synchroniseren. Met de functie Verzameling van virtuele apps kunt u meerdere verzamelingen voor elk type integratie maken, met uitzondering van ThinApp-integraties. Verzamelingen van virtuele apps maken U kunt een of meer verzamelingen van virtuele apps maken voor elk type integratie, zoals Horizon Cloud of gepubliceerde Citrix-resources. Voorwaarden Alle instanties van de VMware Identity Manager-service moeten versie 3.1 of hoger zijn. Alle connectoren die worden gebruikt voor synchronisatie van resources moeten versie of hoger zijn. VMware, Inc. 38

39 De volgende beheerdersrollen zijn vereist: Gebruik de superbeheerdersrol om te beginnen met verzamelingen van virtuele apps. Als u verzamelingen van virtuele apps voor Horizon, Horizon Cloud en gepubliceerde Citrix-apps wilt maken, bewerken of verwijderen, gebruikt u een rol die de actie Desktop-apps beheren kan uitvoeren in de Catalog-service. Als u ThinApps-verzamelingen wilt maken, bewerken of verwijderen, gebruikt u een rol die de actie ThinApps beheren kan uitvoeren in de Catalog-service. Gebruik de superbeheerdersrol om de pagina Netwerkbereiken voor verzamelingen van virtuele apps voor Horizon en gepubliceerde Citrix-verzamelingen van virtuele apps te bewerken en op te slaan. Integratie met ThinApp-pakketapplicaties wordt alleen ondersteund met de Linux VMware Identity Manager-connector. Deze integratie wordt niet ondersteund met de Windows-connector. 1 Ga in de Workspace ONE UEM-console naar Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen > Nieuw. 2 Selecteer het brontype. U kunt het brontype selecteren om te integreren. U kunt Horizon, Horizon Cloud, gepubliceerde Citrix-applicaties of ThinApp-pakketten als brontype selecteren. Opmerking Integratie met ThinApp-pakketapplicaties wordt alleen ondersteund met de Linux VMware Identity Manager-connector. Deze integratie wordt niet ondersteund met de Windowsconnector. 3 Volg de wizard Nieuwe verzameling om de verzameling te maken. De configuratie-informatie voor elk type integratie is anders. VMware, Inc. 39

40 Sommige velden, zoals de volgende, worden weergegeven voor alle brontypen. Optie Connector Selecteer de connector die u wilt gebruiken om deze verzameling te synchroniseren. Om de connector te selecteren, selecteert u de bijbehorende directory. Als u een cluster van connectoren hebt ingesteld, worden alle connectorinstanties weergegeven in de lijst Host en u kunt deze rangschikken in failover-volgorde voor deze verzameling. Klik en sleep de rijen naar de gewenste positie om de lijst te herschikken. Belangrijk Nadat u de verzameling hebt gemaakt, kunt u geen andere connector voor de verzameling selecteren. Synchronisatiefrequentie Activeringsbeleid Selecteer wanneer en hoe vaak u de resources in de verzameling wilt synchroniseren. De synchronisatiefrequentie kan variëren van per uur tot wekelijks. Als u geen automatisch synchronisatieschema wilt instellen, selecteert u Handmatig. Selecteer hoe u de resources in deze verzameling beschikbaar wilt maken voor gebruikers in de Workspace ONE-portaal en de app. Als u van plan bent een goedkeuringswerkstroom in te stellen, selecteert u Activering door gebruiker, anders selecteert u Automatisch. Met zowel de opties Activering door gebruiker als Automatisch worden de resources toegevoegd aan de Catalogus. Gebruikers kunnen de resources op de pagina Catalogus gebruiken of ze verplaatsen naar de pagina Bladwijzers. Als u echter een goedkeuringswerkstroom voor een van de apps instelt, moet u voor die app de optie Activering door gebruiker selecteren. Het activeringsbeleid is van toepassing op alle gebruikersrechten voor alle resources in de verzameling. U kunt het activeringsbeleid voor afzonderlijke gebruikers of groepen per resource aanpassen vanuit de gebruikers- of groepspagina op het tabblad Gebruikers en groepen. Wat nu te doen Nadat u de verzameling hebt gemaakt, kunt u de verzameling bekijken en bewerken op de pagina Verzamelingen van virtuele apps. De resources in de nieuwe verzameling zijn nog niet gesynchroniseerd. Als u een synchronisatieschema voor de verzameling instelt, worden de resources op het volgende geplande tijdstip gesynchroniseerd. Om de resources handmatig te synchroniseren, selecteert u de verzameling op de pagina Verzamelingen van virtuele apps en klikt u op Synchroniseren. Verzamelingen van virtuele apps bewerken U kunt verzamelingen van virtuele apps voor alle typen integraties bewerken via de pagina Verzamelingen van virtuele apps in de Workspace ONE UEM-console. VMware, Inc. 40

41 Voorwaarden De volgende beheerdersrollen zijn vereist: Als u verzamelingen van virtuele apps voor Horizon, Horizon Cloud en gepubliceerde Citrix-apps wilt maken, bewerken of verwijderen, gebruikt u een rol die de actie Desktop-apps beheren kan uitvoeren in de Catalog-service. Als u ThinApps-verzamelingen wilt maken, bewerken of verwijderen, gebruikt u een rol die de actie ThinApps beheren kan uitvoeren in de Catalog-service. 1 Ga in de Workspace ONE UEM Console naar Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen. 2 Selecteer de verzameling om te bewerken en klik op Bewerken. 3 Bewerk de verzameling in de wizard Verzameling van virtuele apps bewerken, en sla uw wijzigingen op. U kunt de volgende instellingen wijzigen: De naam van de verzameling De bronserver of het pad en de bijbehorende instellingen Synchronisatie-instellingen zoals de synchronisatiefrequentie of de tijd van de geplande synchronisatie Andere instellingen, indien van toepassing op het type integratie U kunt de directory niet wijzigen nadat een verzameling is gemaakt. Opmerking U kunt de FQDN van een Horizon-pod die eerder is toegevoegd niet wijzigen in een Horizon-verzameling van virtuele apps. Verwijder de pod uit de verzameling en voeg deze opnieuw toe. Wat nu te doen Het is een aanbevolen procedure om de verzameling te synchroniseren nadat u deze hebt bewerkt. Ga naar de pagina Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen, selecteer de verzameling en klik op Synchroniseren. Verzamelingen van virtuele apps synchroniseren U kunt een verzameling van virtuele apps op elk gewenst moment synchroniseren op de pagina Verzamelingen van virtuele apps, ongeacht of u een automatisch of handmatig synchronisatieschema voor de verzameling hebt geselecteerd. Door een verzameling te synchroniseren, worden resources en machtigingen overgezet van de bronserver naar Workspace ONE UEM. VMware, Inc. 41

42 1 Ga in de Workspace ONE UEM Console naar Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen. 2 Selecteer de verzameling van virtuele apps die u wilt synchroniseren en klik op Synchroniseren. Workspace ONE UEM vergelijkt resources en toewijzingen tussen de bron en de Workspace ONE UEM-catalogus en geeft het dialoogvenster Synchronisatieacties berekenen weer. Als de resources en toewijzingen overeenkomen, wordt het volgende bericht weergegeven Alle resources zijn up-to-date. Geen synchronisatie vereist. Als er wijzigingen in de resource zijn die moet worden doorgegeven aan Workspace ONE UEM, wordt het aantal applicaties, desktops en gebruikerstoewijzingen waarvoor synchronisatie is vereist weergegeven in het dialoogvenster Synchronisatieacties berekenen. 3 Klik op Opslaan in het dialoogvenster Synchronisatieacties berekenen. Het synchronisatieproces wordt gestart en kan enige tijd duren, afhankelijk van het aantal resources en toewijzingen waarvoor synchronisatie is vereist. Wanneer de synchronisatie is voltooid, wordt de synchronisatiestatus op de pagina Verzamelingen van virtuele apps gewijzigd van Gestart naar Synchroniseren voltooid. Verzamelingen van virtuele apps verwijderen U kunt verzamelingen van virtuele apps verwijderen via de pagina Verzamelingen van virtuele apps in de Workspace ONE UEM-console. Wanneer u een verzameling verwijdert, worden alle applicaties en desktops verwijderd die door de verzameling worden gesynchroniseerd. Wanneer u een Horizon- of Citrix-verzameling verwijdert, worden de corresponderende regels die zijn geconfigureerd in netwerkbereiken ook verwijderd. Wanneer u een Horizon- of Horizon Cloud-verzameling verwijdert, wordt het federation-artefact ook verwijderd. Voorwaarden Als u verzamelingen van virtuele apps voor Horizon, Horizon Cloud en gepubliceerde Citrix-apps wilt verwijderen, gebruikt u een beheerdersrol die de actie Desktopapps beheren kan uitvoeren in de catalogusservice. Als u ThinApps-verzamelingen wilt verwijderen, gebruikt u een beheerdersrol die de actie ThinApps beheren kan uitvoeren in de catalogusservice. 1 Ga in de Workspace ONE UEM Console naar Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen. 2 Selecteer de verzameling die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. VMware, Inc. 42

43 Verzamelingen van virtuele apps bewaken U kunt de synchronisatiestatus van uw resource-integraties op de pagina Verzamelingen van virtuele apps bewaken. Voor elke verzameling van virtuele apps kunt u de tijd zien waarop de resources voor het laatst zijn gesynchroniseerd, of de synchronisatie geslaagd is of niet, welke resources en toewijzingen zijn gesynchroniseerd, en of er waarschuwingen zijn opgetreden tijdens de synchronisatie. 1 Ga in de Workspace ONE UEM-console naar Apps en boeken > Applicaties > Virtueel > Verzamelingen. Alle verzamelingen, voor alle typen resource-integraties, worden weergegeven op de pagina. 2 Bekijk de informatie voor elke verzameling. Weergeven Het synchronisatieschema dat is ingesteld voor de verzameling De tijd van de laatste synchronisatiepoging De status van de laatste synchronisatie Raadpleeg De kolom Synchronisatiefrequentie. Als u geen automatisch synchronisatieschema hebt ingesteld, geeft de kolom Handmatig weer. Met een handmatige instelling moet u de verzameling van virtuele apps telkens handmatig synchroniseren als u eventuele wijzigingen in resources of rechten wilt doorgeven van de resourceservers naar Workspace ONE UEM. De kolom Laatste synchronisatiepoging. De kolom Synchronisatiestatus geeft een van de volgende statussen: Nog niet gesynchroniseerd De verzameling van virtuele apps is nooit gesynchroniseerd. Test voltooid Wanneer u op Synchroniseren klikt om een verzameling van virtuele apps handmatig te synchroniseren, berekent Workspace ONE UEM voor het uitvoeren van een synchronisatie het aantal applicaties, desktops en toewijzingen die moeten worden gesynchroniseerd en wordt het resultaat hiervan weergegeven in het dialoogvenster de Berekening van synchronisatieacties. De status is op dit moment Test voltooid. De synchronisatietaak wordt gestart nadat u op Opslaan klikt. Gestart Het synchronisatieproces is gestart. Kan synchroniseren niet starten Het synchronisatieproces kan niet starten omdat een vorige synchronisatie wordt uitgevoerd. Synchronisatie voltooid Het synchronisatieproces is voltooid. Kan synchroniseren niet voltooien Het synchronisatieproces is niet voltooid. Als een netwerkprobleem bijvoorbeeld voorkomt dat de connector de server kon bereiken waarvan u de resources wilt synchroniseren, dan is het synchroniseren niet voltooid. Niet alle resources en rechten zijn gesynchroniseerd Bepaalde resources en rechten zijn niet gesynchroniseerd, omdat het synchronisatieproces niet is voltooid. VMware, Inc. 43

44 Weergeven Desktops, applicaties en rechten die zijn toegevoegd of verwijderd in de laatste synchronisatie Raadpleeg 1 Klik op Meer in de kolom Synchronisatiestatus. 2 Klik op het informatiepictogram. Het dialoogvenster Samenvatting van de synchronisatie geeft het aantal applicaties, desktops en toewijzingen weer die zijn toegevoegd, verwijderd of bijgewerkt in de laatste synchronisatie. 3 Klik op de links van de applicaties, desktops of toewijzingen, om ze te bekijken. Waarschuwingen 1 Klik op Meer in de kolom Synchronisatiestatus. 2 Klik op het waarschuwingspictogram. Het dialoogvenster Synchronisatiewaarschuwingen geeft waarschuwingen weer die zijn opgetreden tijdens de synchronisatie. Als er bijvoorbeeld toewijzingen zijn voor een gebruiker die niet in Workspace ONE UEM bestaat, wordt een waarschuwing weergegeven. Opmerking Geschiedenis synchronisatiesamenvatting is alleen zichtbaar als alle connectoren worden geüpgraded naar de nieuwste. Opmerking Waarschuwingen worden niet gescheiden op verzameling of op synchronisatiepoging. Alle waarschuwingen worden weergegeven in de lijst, inclusief waarschuwingen voor de directorysynchronisatie. SaaS-applicatiebeheer Beheer uw SaaS-applicaties in dezelfde console als uw systeemeigen applicaties en weblinks. Als u toegangsbeleid met SaaS-applicaties gebruikt, kunt u de toegang tot de applicatie tijdens de verificatie beheren. SaaS-applicaties en webapplicaties zijn hetzelfde SaaS-applicaties worden webapplicaties genoemd in VMware Identity Manager. U kunt deze applicaties nu in één beheerconsole toevoegen, wijzigen en verwijderen. De applicaties bestaan uit een URL naar de startpagina van de resource. Ze bevatten ook een applicatiebestand. Voeg SaaS-applicaties toe aan de Workspace ONE UEM Console uit uw webapplicaties in de Workspace ONE-catalogus. U kunt ook nieuwe SaaS-applicaties in de Workspace ONE UEM Console toevoegen. Documentatie voor VMware Identity Manager Raadpleeg Toegang bieden tot webapplicaties in de VMware Identity Manager-documentatie voor informatie over het configureren van webapplicaties in VMware Identity Manager. Toegang tijdens de verificatie regelen Met SaaS-applicaties en toegangsbeleid kunt u toegang tot resources tijdens de verificatie beheren. VMware, Inc. 44

45 Tabel 1-8. Opties voor toegangsbeheer Component Verificatiemethode Identiteits- en serviceaanbieders Certificaten Gebruikers en gebruikersgroepen Veilige verbinding Sessietoegang en -duur Verplicht het gebruik van federatieprotocollen bij het openen van de SaaS-applicatie. Federatieprotocollen gebruiken tokens om toegang toe te staan en een vertrouwelijke verbinding tussen de resource en de gebruiker op te zetten. Als u de vertrouwensrelatie tussen uw providers, SaaS-applicaties en gebruikers in uw netwerk wilt instellen, gebruikt u de identiteitsprovider en de metagegevens van de serviceprovider van het Workspace ONE-systeem in Workspace ONE UEM. Als u de vertrouwensrelatie tussen gebruikers in uw Workspace ONE-systeem en de SaaS-applicatie wilt beheren, gebruikt u het zelfondertekende certificaat van de VMware Identity Manager-service of voert u een certificaat in bij uw certificaatautoriteit. Configureer gebruikers en gebruikersgroepen in VMware Identity Manager en wijs ze vervolgens aan SaaS-applicaties toe via de Workspace ONE UEM Console. Zet veilige verbindingen op tussen Workspace ONE, SaaS-applicaties en gebruikers met het VMware Enterprise System. Configureer toegangsbeleid en eenmalige aanmelding (SSO) voor mobiel om in te stellen hoelang gebruikers SaaS-applicaties mogen gebruiken totdat ze zich opnieuw moet verifiëren. Vereisten om SaaS-applicaties te ondersteunen Als u uw SaaS-applicaties wilt bekijken die in VMware Identity Manager in Workspace ONE UEM Console worden beheerd, moet u perifere systemen opzetten voor de communicatie tussen de systemen. Vereiste systemen Configureer of integreer de benoemde systemen zodat u de pagina met SaaS-applicaties kunt bekijken. Active Directory Dit onderdeel integreert Workspace ONE UEM met VMware Identity Manager om gebruikers en groepen vanuit Active Directory (AD) naar de service te synchroniseren. U kunt SaaSapplicaties toewijzen aan de gebruikers en groepen die u uit Active Directory hebt gesynchroniseerd. Opmerking Nadat u deze connector hebt ingesteld, hebt u in Workspace ONE UEM en VMware Identity Manager dezelfde AD-gebruikers en -groepen. VMware Identity Manager Met dit veelzijdige component kunt u onder andere uw gebruikers en groepen beheren en verificatie voor resources instellen. Single Sign-On (SSO) voor mobiel Dit onderdeel regelt single sign-on in de Workspace ONE-portal voor met Workspace ONE UEM beheerde Android- en ios-toestellen. Op Android-toestellen maakt Eenmalige aanmelding (SSO) voor mobiel gebruik van verificatie door middel van certificaten. Op ios-toestellen wordt gebruikgemaakt van de identiteitsaanbieder van de identiteitsbeheerservice van VMware Identity Manager. Opmerking Eenmalige aanmelding (SSO) voor mobiel werkt anders dan de SSO-functie voor applicaties die de Workspace ONE SDK gebruiken. VMware, Inc. 45

46 Toegangsbeleid Dit onderdeel zorgt voor veilige toegang tot het Workspace ONE-applicatieportaal waar u webapplicaties kunt openen. Het toegangsbeleid omvat criteria waaraan moet worden voldaan voordat er bij het applicatieportaal kan worden ingelogd en resources kunnen worden gebruikt. Er is een standaardbeleid beschikbaar dat de algehele toegang regelt. Dit beleid staat toegang vanaf alle netwerken, alle typen toestellen en alle gebruikers toe. U kunt zelf een beleid configureren dat de toegang tot applicaties voor gebruikers beperkt. Ondersteunde applicaties Implementeer SaaS-applicaties op deze platformen. Android Apple ios Apple macos Windows Desktop (Windows 10) Toegang tot SaaS-applicaties met toegangsbeleid Configureer toegangsbeleid om beveiligde toegang tot SaaS-applicaties te bieden. Het toegangsbeleid omvat criteria waaraan moet worden voldaan voordat er bij het applicatieportaal kan worden ingelogd en de applicatie kan worden gebruikt. Voor meer informatie over toegangsbeleid in het VMware Identity Manager-systeem, raadpleegt u VMware Identity Manager-documentatie en zoekt u naar Toegangsbeleid beheren. Voor meer informatie over SaaS-applicaties raadpleegt u SaaS-applicatiebeheer. Flexibiliteit van toegangsbeleid Toegangsbeleid controleert de toegang binnen het netwerk en blokkeert de toegang naar buiten. U kunt bijvoorbeeld een toegangsbeleid met de volgende regels configureren. Toegang toestaan middels eenmalige aanmelding vanuit een netwerkbereik binnen het bedrijfsnetwerk. Verificatie met meerdere factoren (MFA) forceren buiten het bedrijfsnetwerk. Toegang toestaan voor een bepaalde gebruikersgroep met een bepaald toesteleigendomstype. Andere gebruikers in diezelfde groep hebben geen toegang. Standaardtoegangsbeleid en applicatiespecifiek toegangsbeleid Standaardtoegangsbeleid - De VMware Identity Manager-service en de Workspace ONE UEM Console bevatten een standaardbeleid om de algehele toegang tot SaaS-applicaties te beheren. Dit beleid staat toegang tot alle netwerkbereiken vanaf alle typen toestellen voor alle gebruikers toe. U kunt het standaardtoegangsbeleid bewerken, maar niet verwijderen. Belangrijk Wijzigingen aan het standaardtoegangsbeleid gelden voor alle applicaties en bepalen voor alle gebruikers de toegang tot Workspace ONE. VMware, Inc. 46

47 Netwerkbereiken voor toegangsbeleid toevoegen Stel netwerkbereiken met IP-adressen waarvandaan gebruikers mogen inloggen op SaaS-applicaties in. Wijs deze bereiken toe wanneer u toegangsregels op SaaS-applicaties toepast. Voorwaarden U hebt de netwerkbereiken voor uw VMware Identity Manager- en Workspace ONE UEM-installatie nodig. De netwerktopologie kunt u meestal opvragen bij de IT-afdeling van uw organisatie. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Toegangsbeleid > Netwerkbereiken. 2 Voer een naam in en wijzig het bereik of kies Netwerkbereik toevoegen. 3 Vul de opties in om bereiken aan te maken. Naam IP-bereiken Rij toevoegen Voer een naam voor het netwerkbereik in. Voer een omschrijving voor het netwerkbereik in. Voer de IP-adressen in zodat de juiste toestellen binnen het bereik vallen. Stel meerdere IP-bereiken in. Wat nu te doen Wijs netwerkbereiken toe aan applicatiespecifieke netwerkbeleidsregels. Bekijk Applicatiespecifiek toegangsbeleid configureren voor meer informatie. Applicatiespecifiek toegangsbeleid configureren Voeg applicatiespecifiek toegangsbeleid toe om de toegang van gebruikers tot SaaS-applicaties te beheren. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Toegangsbeleid > Beleid toevoegen. 2 Vul de opties op het tabblad Definitie in. Naam beleid Van toepassing op Voer een naam voor het beleid in. Een naam moet aan de volgende criteria voldoen. Beginnen met een letter (hoofdletter of kleine letter), van a-z. Bevat ander letters (hoofdletter of kleine letter), van a-z. Mag streepjes bevatten. Mag cijfers bevatten. (Optioneel) Geef een beschrijving voor het beleid op. Selecteer de SaaS-applicaties waaraan u het beleid wilt toewijzen. VMware, Inc. 47

48 3 Vul de opties op het tabblad Configuratie in en selecteer Beleidsregel toevoegen, of bewerk een bestaand beleid. Afhankelijk van netwerkbereik van gebruiker: En de gebruiker inhoud opvraagt vanaf en de gebruiker zich bevindt in de groep(en) Voer vervolgens deze actie uit dan kan de gebruiker zich mogelijk verifiëren met Als deze methode mislukt of niet beschikbaar is Terugvalmethode toevoegen Opnieuw verifiëren na Selecteer een netwerkbereik dat u eerder hebt geconfigureerd. Selecteer de typen toestellen die toegang hebben tot de inhoud, gebaseerd op de criteria in dit beleid. Selecteer de gebruikersgroepen die toegang hebben tot de inhoud, gebaseerd op de criteria in dit beleid. Als u geen groepen selecteert, geldt het beleid voor alle gebruikers. Verificatie toestaan, verificatie weigeren of toegang toestaan zonder verificatie. Selecteer de primaire verificatiemethode voor het raadplegen van inhoud. Selecteer een terugvalmethode voor de verificatie, voor wanneer de primaire methode is mislukt. Voeg een andere verificatiemethode toe. Het systeem verwerkt methoden van boven naar beneden, dus zorg ervoor dat u de methode in de gewenste volgorde toevoegt. Selecteer de maximale sessieduur waarna een gebruiker opnieuw zich moet verifiëren. geavanceerde eigenschappen Aangepaste foutmelding Aangepaste linktekst voor foutmeldingspagina Aangepaste link-url voor foutmeldingspagina instelling geavanceerde eigenschappen Voer uw eigen Toegang geweigerd -foutmelding in dat de gebruiker ziet als de verificatie is mislukt. Voer de tekst in voor de link die de gebruikers wegleidt van de Toegang geweigerd -pagina wanneer de verificatie is mislukt. Voer de URL in voor de link die de gebruikers wegleidt van de Toegang geweigerd -pagina wanneer de verificatie is mislukt. 4 Bekijk het tabblad Samenvatting voor het applicatiespecifieke toegangsbeleid. Methoden om SaaS-applicaties toe te voegen Kies uit verschillende manieren om SaaS-applicaties toe te voegen aan of te exporteren naar uw Workspace ONE-omgeving. VMware, Inc. 48

49 Tabel 1-9. Methoden om SaaS-applicaties toe te voegen Methode Onderwerp Catalogus of handmatig Een bestaande SaaSapplicatie kopiëren Een ZIP-bestand exporteren Selecteer de applicatie in de cataloguslijst of voer de bijbehorende URL en informatie in. Gebruik deze methode om kopieën van dezelfde SaaS-applicatie beschikbaar te maken voor verschillende bedrijfsafdelingen. Gebruik deze methode om een ZIP-bestand van de applicatiebundel op een lokale machine op te slaan als een JSON. SaaS-applicaties in de Workspace ONE UEM Console toevoegen SaaS-applicaties kopiëren in Workspace ONE UEM SaaS-applicaties exporteren vanuit Workspace ONE UEM SaaS-applicaties in de Workspace ONE UEM Console toevoegen U kunt SaaS-applicaties in de Workspace ONE UEM Console toevoegen. Blader door bestaande applicaties in uw Workspace ONE-catalogus of voeg nieuwe toe. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer Nieuw. 2 Vul de opties op het tabblad Definitie in. Zoeken Naam Pictogram Categorie U kunt een applicatie creëren door deze vanuit de algemene catalogus te kopiëren. Voer de naam van de SaaS-applicatie in en zoek de applicatie op in de algemene catalogus. U kunt ook door de applicatie bladeren vanuit de algemene catalogus. Voer een naam voor de SaaS-applicatie in. (Optioneel) Geef een beschrijving voor de applicatie op. (Optioneel) Klik op Bladeren om een pictogram voor uw applicatie te uploaden. Voor SaaS-applicaties kunt u PNG-, JPG- en ICO-pictogrammen gebruiken. De pictogrammen moeten ten minste 180 x 180 pixels zijn. Pictogrammen die te klein zijn, worden niet weergegeven. In dat geval wordt het standaardpictogram weergegeven. Wijs categorieën toe zodat gebruikers in de Workspace ONE-catalogus op de applicatie kunnen zoeken of filteren. Configureer categorieën in VMware Identity Manager zodat ze in de lijst met categorieën worden weergegeven. VMware, Inc. 49

50 3 Vul de opties op het tabblad Configuratie in. a Selecteer het Verificatietype voor de SaaS-applicatie. De beschikbare opties zijn afhankelijk van het type dat u selecteert. Het verificatietype bepaalt welke instellingen in de interface worden weergegeven. Er zijn verschillende soorten en versies. SAML Selecteer deze optie om eenmalige aanmelding (SSO) te bieden voor applicaties die gebruikmaken van de SAML 2.0-verificatie. Tabel Verificatie-instellingen voor SAML URL/XML Configuratie URL/XML Relaystatus-URL URL/XML is de standaardoptie voor SaaS-applicaties die nog niet in de Workspace ONE-catalogus zijn opgenomen. Voer de URL in als de XML-metagegevens via internet toegankelijk zijn. Als de XML-metagegevens niet via internet toegankelijk zijn, maar u er wel over beschikt, plakt u ze in het tekstveld. Gebruik de handmatige configuratie als u niet over de XMLmetagegevens beschikt. D Voer de URL in waar de SaaS-applicatie de gebruikers na de eenmalige aanmelding (SSO) naartoe moet leiden wanneer de aanmelding door een aanbieder van identiteitsbeheer wordt geïnitieerd. Tabel Verificatie-instellingen voor SAML Handmatig Configuratie URL voor Single Sign-On Ontvangende URL Applicatie-ID Gebruikersnaam formaat Voor SaaS-applicaties die vanuit de catalogus zijn toegevoegd, is Handmatig de standaardoptie. Voer de URL van de Assertion Consumer Service (ACS) in. Workspace ONE stuurt deze URL naar uw serviceaanbieder voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer de URL in met de specifieke waarde van uw serviceaanbieder met het domein in het SAMLassertieonderwerp. Als u van uw serviceaanbieder geen specifieke URL moet invoeren, voer dan dezelfde URL in als bij URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer het id waaraan Workspace ONE uw serviceaanbiedertenant kan herkennen. Workspace ONE stuurt de SAMLassertie naar het id. Sommige serviceproviders gebruiken de URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Selecteer de indeling voor het SAML-onderwerp zoals vereist door de serviceaanbieder. VMware, Inc. 50

51 Gebruikersnaam waarde Relaystatus-URL Voer de waarde in voor het naam-id die Workspace ONE in het onderwerp van de SAML-assertie verzendt. Dit is een standaardwaarde voor een profieltekstveld voor een gebruikersnaam bij de applicatieserviceaanbieder. Voer de URL in waar de SaaS-applicatie de gebruikers na de eenmalige aanmelding (SSO) naartoe moet leiden wanneer de aanmelding door een aanbieder van identiteitsbeheer wordt geïnitieerd. SAML Dit is een ouder SAML-verificatieprofiel. Maak gebruik van SAML 2.0 voor een betere beveiliging. Bestemmings-URL URL voor Single Sign- On Ontvangende URL Applicatie-ID Voer de URL in om gebruikers naar de SaaS-applicatie op het internet te leiden. Voer de URL van de Assertion Consumer Service (ACS) in. Workspace ONE stuurt deze URL naar uw serviceaanbieder voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer de URL in met de specifieke waarde van uw serviceaanbieder met het domein in het SAMLassertieonderwerp. Als u van uw serviceaanbieder geen specifieke URL moet invoeren, voer dan dezelfde URL in als de URL voor Single Sign-On. Voer het id waaraan Workspace ONE uw serviceaanbieder-tenant kan herkennen. Workspace ONE stuurt de SAML-assertie naar het id. Sommige serviceproviders gebruiken de URL voor eenmalige aanmelding (SSO). WSFed 1.2 Selecteer deze optie om single sign-on te bieden voor applicaties die gebruikmaken van de WS-Federation-verificatie. Bestemmings-URL URL voor Single Sign-On Applicatie-ID Gebruikersnaam formaat Gebruikersnaam waarde Voer de URL in om gebruikers naar de SaaS-applicatie op het internet te leiden. Voer de URL van de Assertion Consumer Service (ACS) in. Workspace ONE stuurt deze URL naar uw serviceaanbieder voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer het id waaraan Workspace ONE uw serviceaanbieder-tenant kan herkennen. Workspace ONE stuurt de SAML-assertie naar het id. Sommige serviceproviders gebruiken de URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Selecteer de indeling voor het SAML-onderwerp zoals vereist door de serviceaanbieder. Voer de waarde in voor het naam-id die Workspace ONE in het onderwerp van de SAML-assertie verzendt. Dit is een standaardwaarde voor een profieltekstveld voor een gebruikersnaam bij de applicatieserviceaanbieder. Link naar webapplicatie - Selecteer deze optie als de applicatie geen federatieprotocol gebruikt. Voer de doel-url van de applicatie in. Bestemmings-URL Voer de URL in om gebruikers naar de SaaS-applicatie op het internet te leiden. VMware, Inc. 51

52 OpenID Connect Selecteer deze optie om single sign-on te bieden voor applicaties die gebruikmaken van het OAuth 2.0-protocol. Bestemmings-URL Omleidings-URL Client-ID Clientgeheim Voer de URL in om gebruikers naar de SaaS-applicatie op het internet te leiden. Voer de URL in van de client die de autorisatiecode en toegangstoken ontvangt. Voer de unieke tekenreeks in voor de client. Voer het geheim in dat wordt gebruikt om de client te autoriseren. b Voeg in Applicatieparameters waarden voor geavanceerde parameters toe om de applicatie te laten starten. Deze optie is niet voor alle applicaties beschikbaar. VMware, Inc. 52

53 c Als u meer controle wilt hebben over de berichten die tijdens de single sign-on met Workspace ONE worden uitgewisseld, kunt u Geavanceerde eigenschappen toevoegen. Het verificatietype bepaalt welke instellingen in de interface worden weergegeven. Er zijn verschillende soorten en versies. Selecteer het verificatietype van uw SaaS-applicatie. Tabel Geavanceerde eigenschappen - SAML 2.0 Antwoord ondertekenen Assertie ondertekenen Assertie encrypteren Assertiehandtekening toevoegen Algoritme voor handtekening Algoritme voor digest Assertietijd Handtekening voor aanvraag Encryptiecertificaat Inlog-URL voor applicatie Aantal proxy's API-toegang Selecteer deze optie als Workspace ONE het antwoord aan de serviceprovider moet ondertekenen. Deze handtekening verzekert dat het antwoord van Workspace ONE afkomstig is. Selecteer deze optie als Workspace ONE de assertie binnen het antwoord dat naar de serviceprovider wordt gestuurd, moet ondertekenen. Bij sommige serviceproviders is dit verplicht. Encrypteer de SAML-assertie die het systeem verzendt naar de applicatieserviceaanbieder. Selecteer deze optie als Workspace ONE het ondertekeningscertificaat moet toevoegen aan het antwoord dat naar de serviceprovider wordt gestuurd. Bij sommige serviceproviders is dit verplicht. Selecteer het algoritme van de handtekening (hetzelfde als voor de digest). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. Selecteer het algoritme voor digest (hetzelfde als voor de handtekening). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. Voer in hoelang de assertie die Workspace ONE naar de serviceprovider voor verificatie stuurt geldig is (in seconden). Voer het publieke ondertekeningscertificaat in als u wilt dat de serviceprovider de SAML-aanvraag aan Workspace ONE ondertekent. Voer het publieke encryptiecertificaat in dat de SAML-aanvraag van de applicatieserviceaanbieder naar Workspace ONE ondertekent. Voer de URL van de inlogpagina van uw serviceprovider in. Met deze optie zal de serviceprovider een aanmelding bij Workspace ONE initiëren. Bij sommige serviceproviders moet de verificatie vanaf hun inlogpagina worden gestart. Voer het maximumaantal proxy's tussen de serviceprovider en een identiteitsprovider voor verificatie in. Schakel API-toegang tot de SaaS-applicatie in. VMware, Inc. 53

54 Toewijzing van aangepaste eigenschappen In VMware Browser openen Android en ios Als uw serviceprovider naast de eigenschappen voor eenmalige aanmelding nog andere aangepaste eigenschappen toestaat, voeg die dan hier toe. Selecteer deze optie als Workspace ONE de applicatie in de VMware Browser moet openen. Het openen van SaaS-applicaties in de VMware Browser zorgt voor extra beveiliging. Zo blijft de veiligheid van interne resources gewaarborgd. Tabel Geavanceerde eigenschappen - SAML 1.1 Algoritme voor handtekening Algoritme voor digest Assertietijd Toewijzing van aangepaste eigenschappen In VMware Browser openen Android en ios Selecteer het algoritme van de handtekening (hetzelfde als voor de digest). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. Selecteer het algoritme voor digest (hetzelfde als voor de handtekening). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. Voer in hoelang de assertie die Workspace ONE naar de serviceprovider voor verificatie stuurt geldig is (in seconden). Als uw serviceprovider naast de eigenschappen voor eenmalige aanmelding nog andere aangepaste eigenschappen toestaat, voeg die dan hier toe. Selecteer deze optie als Workspace ONE de applicatie in de VMware Browser moet openen. Het openen van SaaS-applicaties in de VMware Browser zorgt voor extra beveiliging. Zo blijft de veiligheid van interne resources gewaarborgd. Tabel Geavanceerde eigenschappen - WSFed 1.2 Verificatie van inloggegevens Algoritme voor handtekening Algoritme voor digest Selecteer de methode voor verificatie van inloggegevens. Selecteer het algoritme van de handtekening (hetzelfde als voor de digest). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. Selecteer het algoritme voor digest (hetzelfde als voor de handtekening). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. VMware, Inc. 54

55 Assertietijd Toewijzing van aangepaste eigenschappen In VMware Browser openen Android en ios Voer in hoelang de assertie die Workspace ONE naar de serviceprovider voor verificatie stuurt geldig is (in seconden). Als uw serviceprovider naast de eigenschappen voor eenmalige aanmelding nog andere aangepaste eigenschappen toestaat, voeg die dan hier toe. Selecteer deze optie als Workspace ONE de applicatie in de VMware Browser moet openen. Het openen van SaaS-applicaties in de VMware Browser zorgt voor extra beveiliging. Zo blijft de veiligheid van interne resources gewaarborgd. d Wijs met Toegangsbeleid beleidsregels toe om het inloggen bij applicatieresources te beveiligen. Toegangsbeleid Licentiegoedkeuring vereist Selecteer het beleid dat Workspace ONE voor gebruikerverificatie en toegang gebruikt. Het standaardtoegangsbeleid is beschikbaar als u geen aangepast toegangsbeleid hebt. U kunt dit beleid in de UEM-console toevoegen. Als u deze optie wilt weergeven, schakelt u de bijbehorende goedkeuringen in de sectie en van SaaS-applicaties in. Goedkeuringen zijn vereist voordat de applicatie een licentie installeert en activeert. Licentiekosten - Selecteer het prijsmodel om licenties voor de SaaSapplicatie te kopen. Licentietype - Selecteer het gebruikersmodel voor de licenties, benoemde of gelijktijdige gebruikers. Kosten per licentie - Voer de prijs per licentie in. Aantal licenties - Voer het aantal licenties in dat voor de SaaS-applicatie is gekocht. 4 Bekijk de Samenvatting voor de SaaS-applicatie en ga verder naar het toewijzen. Wat nu te doen Wijs SaaS-applicaties toe aan gebruikers en groepen die in VMware Identity Manager zijn geconfigureerd. Zie SaaS-applicaties toewijzen. SaaS-applicaties kopiëren in Workspace ONE UEM Maak kopieën van SaaS-applicaties en wijs deze toe aan verschillende gebruikers en groepen. Het gebruik van kopieën van applicaties is handig als uw implementatie verschillende bedrijfsafdelingen heeft die gebruikmaken van dezelfde applicatie. Wanneer gebruikers zich aanmelden bij Workspace ONE en de applicatie selecteren waaraan ze zijn toegewezen, verzendt het Workspace ONE-systeem de toegewezen applicatieversie. VMware, Inc. 55

56 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer de applicatie. 2 Klik op Kopiëren. 3 Vul de instellingen op het tabblad Definitie in. Voer een naam in het veld Naam in om de gekopieerde applicatie te zoeken. Vul alle andere gewenste instellingen in. 4 Bewerk de instellingen op het tabblad Configuratie indien nodig. 5 Gebruik het standaardtoegangsbeleid of selecteer een applicatiegebonden toegangsbeleid op het tabblad Toegangsbeleid. 6 Controleer de informatie op het tabblad Samenvatting en ga verder naar het toewijzingsproces. Wat nu te doen Wijs kopieën van SaaS-applicaties toe aan verschillende gebruikers en groepen die zijn geconfigureerd in VMware Identity Manager. Zie SaaS-applicaties toewijzen. SaaS-applicaties exporteren vanuit Workspace ONE UEM Exporteer SaaS-applicaties die u wilt testen in een gebied met voorbereide inrichting of die u wilt gebruiken op een lokale machine zonder het Workspace ONE-systeem. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer de applicatie. 2 Selecteer Exporteren. 3 Bevestig dat u de applicatie wilt exporteren. Het systeem slaat een.zip-bestand van het JSON-applicatiebundel op de lokale machine op. clienttoegangsbeleid Een clienttoegangsbeleid maakt gebruik van inloggegevens van de Office 365-client voor verificatie om toegang te krijgen tot Office 365-applicaties in uw Workspace ONE-implementatie. Een Office 365-client, zoals VMware Boxer, Microsoft Outlook en de systeemeigen programma's van ios en Android, verzamelt inloggegevens in hun UI voor verificatie. Met een clienttoegangsbeleid kan VMware Identity Manager de verzamelde inloggegevens beheren voor verificatie. Met clienttoegangsbeleidsregels kunt u ook andere toegangsparameters instellen voor Office 365- applicaties. De netwerkregels in een enkele Office 365-applicatie zijn van toepassing op alle Office 365- applicaties. Alle bewerkingen aan clienttoegangsbeleidsregels zijn van invloed op de mogelijkheid voor gebruikers om toegang tot deze applicaties te krijgen. VMware, Inc. 56

57 Volgorde van clienttoegangsbeleidsregels Rangschik de clienttoegangsbeleidsregels op volgorde, omdat het systeem beleidsregels van boven naar beneden afwerkt. Het systeem gebruikt het eerste beleid om een client te verifiëren of om toegang voor de client te weigeren. Als u bijvoorbeeld een beleid maakt dat de toegang tot alle typen toestellen weigert en het boven een beleid sleept dat toegang geeft tot Android-toestellen, weigert het systeem de toegang tot alle toestellen die proberen in te loggen met de gebruikersnaam en het wachtwoord. Het systeem dwingt niet het beleid af dat toegang geeft tot Android-toestellen. Het eerste beleid dat de toegang ontkent, heeft voorrang. Office 365-applicaties met een clienttoegangsbeleid toevoegen Voeg Office 365-applicaties toe aan de Workspace ONE UEM Console, zodat u de toegang met clienttoegangsbeleidsregels kunt beheren. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer Nieuw. 2 Vul de opties op het tabblad Definitie in. Zoeken Naam Pictogram Categorie Voer Office 365 in om een lijst met beschikbare applicaties te bekijken. Voer een naam voor de SaaS-applicatie in. (Optioneel) Geef een beschrijving voor de applicatie op. Vaak is dit tekstvak vooraf ingevuld. (Optioneel) als een pictogram niet vooraf wordt ingevuld, selecteert u een pictogram. (Optioneel) Wijs categorieën toe zodat gebruikers in de Workspace ONE-catalogus op de applicatie kunnen zoeken of filteren. Configureer categorieën in VMware Identity Manager zodat ze in de lijst met categorieën worden weergegeven. VMware, Inc. 57

58 3 Vul de opties op het tabblad Configuratie in. a Office 365-applicaties gebruiken WSFed 1.2 als Verificatietype om single sign-on te bieden. Bestemmings-URL URL voor eenmalige aanmelding (SSO) Applicatie-ID Gebruikersnaam - formaat Gebruikersnaam - waarde Voer de URL in om gebruikers naar de SaaS-applicatie op het internet te leiden. Voer de URL van de Assertion Consumer Service (ACS) in. Workspace ONE stuurt deze URL naar uw serviceaanbieder voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer het id waaraan Workspace ONE uw serviceaanbieder-tenant kan herkennen. Workspace ONE stuurt de SAML-assertie naar het id. Sommige serviceproviders gebruiken de URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Selecteer de indeling voor het SAML-onderwerp zoals vereist door de serviceaanbieder. Voer de waarde in voor het naam-id die Workspace ONE in het onderwerp van de SAML-assertie verzendt. Dit is een standaardwaarde voor een profieltekstveld voor een gebruikersnaam bij de applicatieserviceaanbieder. b Voeg waarden voor Applicatieparameters toe om de applicatie te laten starten. VMware, Inc. 58

59 c Als u meer controle wilt hebben over de berichten die tijdens de single sign-on met Workspace ONE worden uitgewisseld, kunt u hier Geavanceerde eigenschappen voor WSFed 1.2 toevoegen. Verificatie van inloggegevens Algoritme voor handtekening Algoritme voor digest Assertietijd Toewijzing van aangepaste eigenschappen Selecteer de methode voor verificatie van inloggegevens. Selecteer het algoritme van de handtekening (hetzelfde als voor de digest). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. Selecteer het algoritme voor digest (hetzelfde als voor de handtekening). Selecteer SHA256 als uw serviceprovider dat algoritme ondersteunt. Voer in hoelang de assertie die Workspace ONE naar de serviceprovider voor verificatie stuurt geldig is (in seconden). Als uw serviceprovider naast de eigenschappen voor eenmalige aanmelding nog andere aangepaste eigenschappen toestaat, voeg die dan hier toe. d Wijs met Toegangsbeleid beleidsregels toe om het inloggen bij applicatieresources te beveiligen. Toegangsbeleid In VMware Browser openen Licentiegoedkeuring vereist Selecteer het beleid dat Workspace ONE voor gebruikerverificatie en toegang gebruikt. Het standaardtoegangsbeleid is beschikbaar als u geen aangepast toegangsbeleid hebt. U kunt dit beleid in de UEM-console toevoegen. Selecteer deze optie als Workspace ONE de applicatie in de VMware Browser moet openen. Het openen van SaaS-applicaties in de VMware Browser zorgt voor extra beveiliging. Zo blijft de veiligheid van interne resources gewaarborgd. Goedkeuringen zijn vereist voordat de applicatie een licentie installeert en activeert. Licentiekosten - Selecteer het prijsmodel om licenties voor de SaaSapplicatie te kopen. Licentietype - Selecteer het gebruikersmodel voor de licenties, benoemde of gelijktijdige gebruikers. Kosten per licentie - Voer de prijs per licentie in. Aantal licenties - Voer het aantal licenties in dat voor de SaaS-applicatie is gekocht. Configureer de bijbehorende goedkeuringen in de sectie en van SaaS-applicaties. VMware, Inc. 59

60 4 Clienttoegangsbeleid toevoegen voor Office 365-clients. Met een clienttoegangsbeleid kan VMware Identity Manager de UI-inloggegevens van de Office 365-client beheren die zijn verzameld voor verificatie. Enkele clientvoorbeelden zijn VMware Boxer en Microsoft Outlook. Selecteer Beleidsregel toevoegen en vul de instellingen in. Afhankelijk van de client van de gebruiker: Afhankelijk van het netwerkbereik van een gebruiker: Afhankelijk van het type toestel van de gebruiker: en de gebruiker zich bevindt in de groep(en) Afhankelijk van het protocol van de client: Voer vervolgens deze actie uit Selecteer een beschikbare Office 365-client. Selecteer een netwerkbereik dat u eerder hebt geconfigureerd. Selecteer het toegestane toestelplatform voor toegang. Selecteer de gebruikersgroepen die toegang hebben tot de inhoud, gebaseerd op de criteria in dit beleid. Als u geen groepen selecteert, geldt het beleid voor alle gebruikers. Selecteer het toegestane protocol voor de Office 365-client. Toegang tot Office 365-applicaties toestaan of weigeren. 5 Bekijk de Samenvatting voor de SaaS-applicatie en ga verder naar het toewijzen. Wat nu te doen Wijs SaaS-applicaties toe aan gebruikers en groepen die in VMware Identity Manager zijn geconfigureerd. Zie SaaS-applicaties toewijzen. SaaS-applicaties toewijzen Installeer SaaS-applicaties bij gebruikers en groepen die in uw Active Directory zijn geconfigureerd. Het systeem identificeert gebruikers en groepen met een naam en een domein. Gebruikers en groepen zijn niet hetzelfde als smart groups in Workspace ONE UEM Console. U configureert ze in VMware Identity Manager. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS. 2 Selecteer de SaaS-applicatie en klik op Toewijzen. VMware, Inc. 60

61 3 Voer de gegevens voor de toewijzing in. Gebruikers / Gebruikersgroepen Voer de gebruikers en gebruikersgroepen waaraan u de applicatie wilt toewijzen in. Gebruikers en gebruikersgroepen moeten inloggen bij Workspace ONE. Implementatietype Door de gebruiker geactiveerd - Gebruikers moeten applicaties in de Workspace ONE-catalogus selecteren en ze aan de Launcher toevoegen om ze te activeren. Automatisch - Applicaties worden in de Launcher van Workspace ONE weergegeven wanneer gebruikers opnieuw inloggen bij het Workspace ONEportaal. 4 Sla de instellingen op. Provisioningadapters Provisioning biedt automatisch gebruikersbeheer voor applicaties vanaf één enkele locatie. Met provisioningsadapters kunnen webapplicaties specifieke informatie van de VMware Identity Managerservice ophalen als dat nodig is. Als provisioning is ingeschakeld voor een webapplicatie, wanneer u rechten verleent aan een gebruiker voor de applicatie in de VMware Identity Manager-service, dan wordt de gebruiker ingericht in de webapplicatie. De VMware Identity Manager-service omvat momenteel provisioningadapters voor Microsoft Office 365. De provisioningadapter configureren voor Office 365 De VMware Identity Manager-service omvat momenteel provisioningadapters voor Microsoft Office 365. Voer de volgende stappen uit voor het configureren van de provisioningadapter voor Office Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer Nieuw. 2 Blader naar Office 365 in het tabblad Definitie. Vul het tabblad Definitie in en selecteer Volgende. Zie SaaS-applicaties in de Workspace ONE UEM Console toevoegen voor meer informatie. 3 Vul de tekstvakken op het tabblad Configuratie in. Zie SaaS-applicaties in de Workspace ONE UEM Console toevoegen voor meer informatie. 4 Schakel Configuratie van provisioning in. Standaard is de configuratie van provisioning uitgeschakeld. Zodra u de tabbladen Configuratie van provisioning, Provisioning, Gebruikersprovisioning engroepsprovisioning selecteert die zijn toegevoegd aan het linkernavigatiedeelvenster. 5 Clienttoegangsbeleid toevoegen voor Office 365-clients. Zie Office 365-applicaties met een clienttoegangsbeleid toevoegen voor informatie. VMware, Inc. 61

62 6 Ga naar het tabblad Provisioning, selecteer Provisioning inschakelen en voer de volgende informatie in. Office 365-domein Client-ID applicatie Clientgeheim applicatie Voer de domeinnaam in voor Office 365. Bijvoorbeeld, example.com. Gebruikers worden onder dit domein ingericht. Voer de AppPrincipalId die is verkregen bij het maken van de serviceprincipalgebruiker. Voer het wachtwoord in dat is gecreëerd voor de serviceprincipalgebruiker. 7 Standaard is Provisioning uitvoeren met licentie uitgeschakeld. U kunt bij het selecteren van Provisioning uitvoeren met licentie de volgende informatie invoeren. SKU-ID Licentie verwijderen bij het ongedaan maken van provisioning Voer de SKU-informatie in. Selecteer de optie als u de licentie wilt verwijderen wanneer u provisioning van de Office 365-applicatie ongedaan wilt maken. 8 Klik op Verbinding testen om te controleren of de Office 365-tenant kan worden bereikt. 9 Klik op Volgende. 10 Selecteer op het tabblad Gebruikersprovisioning de kenmerken waarmee u gebruikers in Office 365 wilt inrichten. Zorg ervoor dat de volgende vereiste Active Directory-kenmerken zijn geconfigureerd voor een van de vereiste kenmerknamen op de pagina Gebruikerskenmerken. Het kenmerk van de bijnaam moet uniek zijn binnen de directory en mag geen speciale tekens bevatten. Wijs het kenmerk van de bijnaam toe aan gebruikersnaam. Zodra u dit heeft gedaan, mag u de bijnaam niet wijzigen. Het objectguid-kenmerk is een aangepast kenmerk dat eerst moet worden toegevoegd aan de lijst Gebruikerskenmerk. De objectguid is toegewezen aan het GUID-kenmerk. Selecteer Toegewezen waarde toevoegen, als u een Kenmerknaam en Waarde wilt toevoegen. Opmerking De UserPrincipalName (UPN) wordt automatisch samengesteld. U ziet de toegewezen waarde niet. De provisioningadapter voegt het Office 365-domein toe aan de kenmerkwaarde mailnickname (user.username) om de UPN te maken. Dit is toegevoegd als gebruikersnaam +@+ O365_domeinnaam. Bijvoorbeeld jdow@office365example.com 11 Klik op Volgende. VMware, Inc. 62

63 12 In het scherm Groepsprovisioning kunt u de taak Groepsprovisioning voltooien. Wanneer een groep in Office 365 wordt ingericht, wordt de groep ingericht als een beveiligingsgroep. De leden van de groep worden ingericht als gebruikers als ze niet bestaan in de Office 365-tenant. De groep is niet gemachtigd voor resources wanneer deze is ingericht. Als u de groep wilt machtigen voor resources, creëert u de groep en verleent u vervolgens rechten aan die groep voor resources. Klik op Groep toevoegen en voltooi vervolgens de onderstaande stappen. a Zoek in het tekstvak Groep selecteren voor de groep die moet worden ingericht in Office 365. b c Voer een naam in voor deze groep in het tekstvak bijnaam. De bijnaam wordt gebruikt als alias. Speciale tekens zijn niet toegestaan in de bijnaam. Selecteer Opslaan. U kunt het inrichten van een groep in de Office 365-applicatie ongedaan maken. De beveiligingsgroep is verwijderd uit de Office 365-tenant. Gebruikers in de groep worden niet verwijderd. Als u het inrichten van een groep ongedaan wilt maken, selecteert u de gebruikersgroep en kiest u Provisioning ongedaan maken. 13 Selecteer Volgende om het tabblad Samenvatting te bekijken. 14 Klik op Opslaan om de configuraties op te slaan of op Opslaan en toewijzen om Office 365 te implementeren voor gebruikers en groepen die zijn geconfigureerd vanuit uw Active Directorysysteem. en voor SaaS-applicaties en bevatten functies die van toepassing zijn op alle SaaS-applicaties in uw Workspace ONEomgeving. Toegang met configuraties voor SAML-verificatie en vereiste goedkeuringen beheren. Goedkeuringen Configureer SaaS-applicaties zodat verificatie wordt vereist voordat gebruikers er toegang toe hebben. Gebruik deze functie als u SaaS-applicaties heeft die licenties gebruiken voor toegang om te helpen met het beheren van licentieactiveringen. Wanneer u goedkeuringen inschakelt, configureert u de bijbehorende optie Licentiegoedkeuring vereist in het toepasselijke SaaS-applicatierecord. Goedkeuringswerkstroom - Gebruikers zien de applicatie in hun Workspace ONE-catalogus en vragen om gebruik van de applicatie. VMware Identity Manager stuurt een bericht met het goedkeuringsverzoek naar de geconfigureerde REST-eindpunt-URL van de organisatie. Het systeem beoordeelt de aanvraag en stuurt een goedkeurings- of weigeringsbericht terug naar VMware Identity Manager. Wanneer een applicatie wordt goedgekeurd, verandert de applicatiestatus van In behandeling naar Toegevoegd en wordt de applicatie weergegeven op de Workspace ONEstartpagina van de gebruiker. VMware, Inc. 63

64 Goedkeuringsengines - Het systeem biedt twee goedkeuringsengines. REST API - De REST API-goedkeuringsengine maakt gebruik van een extern goedkeuringsprogramma dat door de REST API van uw webserver routeert om de aanvraag- en goedkeuringsantwoorden uit te voeren. U voert uw REST API-URL in de VMware Identity Manager-service in en configureert uw REST API's met de waarden van de VMware Identity Manager OAuth-clientinloggegevens en de callout-aanvraag en -reactie. REST API via Connector - De REST API via de Connector-goedkeuringsengine routeert de callback-opdrachten door de connector met behulp van het op Websocket gebaseerde communicatiekanaal. U configureert uw REST API-eindpunt met de callout-aanvraag en -reactie. Zie Goedkeuringen configureren voor meer informatie over goedkeuringen. SAML-metagegevens en automatisch ondertekende certificaten of certificaten van CA's U kunt SAML-certificaten van de pagina en gebruiken voor verificatiesystemen zoals eenmalige aanmelding (SSO) voor mobiel. De VMware Identity Manager-service maakt automatisch een zelfondertekend certificaat voor SAMLondertekening aan. In sommige organisaties zijn echter certificaten van certificaatautoriteiten vereist. Genereer een certificaatondertekeningsaanvraag (CSR) in de en om een certificaat aan te vragen bij uw CA. U kunt beide certificaten gebruiken om gebruikers in SaaS-applicaties te verifiëren. Stuur het certificaat naar afhankelijke applicaties om de verificatie tussen de applicatie en het Workspace ONE-systeem te configureren. Voor meer informatie over het ophalen van SAML-metagegevens en -certificaten vanaf de pagina en, bekijkt u SAML-metagegevens voor single sign-on gebruiken. Toepassingsbronnen U kunt externe aanbieders van identiteitsbeheer om gebruikers te verifiëren toevoegen in VMware Identity Manager. Gebruik de metagegevens van de aanbieder van identiteitsbeheer en serviceprovider die u uit de en in de AirWatch-console heeft gekopieerd om de providerinstantie te configureren. Raadpleeg Configureer een externe identiteitsproviderinstantie om gebruikers te verifiëren in de VMware Identity Manager-documentatie voor gedetailleerde informatie over het configureren van externe identiteitsproviders. U kunt uw toepassingsbron configureren door de bijbehorende externe identiteitsprovider te selecteren. Nadat de toepassingsbron is ingesteld, kunt u de bijbehorende applicaties creëren. Raadpleeg Externe aanbieders van identiteitsbeheer als een applicatiebron voor meer informatie. Goedkeuringen configureren Gebruik goedkeuringen voor SaaS-applicaties die licenties activeren voor gebruik. Wanneer ingeschakeld met de bijbehorende optie Licentiegoedkeuring vereist, hebben gebruikers toegang nodig tot toepasselijke SaaS-applicaties vanuit de Workspace ONE-catalogus vóór installatie en activering van de licentie. VMware, Inc. 64

65 Voor informatie over de bijbehorende optie Licentiegoedkeuring vereist, bekijkt u het toepasselijke onderwerp. Raadpleeg Office 365-applicaties met een clienttoegangsbeleid toevoegen voor Office 365- applicaties. Raadpleeg SaaS-applicaties in de Workspace ONE UEM Console toevoegen voor de gebruikelijke SaaS-applicaties. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer en. 2 Selecteer Goedkeuringen. 3 Klik op Ja om de functie in te schakelen. 4 Selecteer een Goedkeuringsengine die het systeem gebruikt om goedkeuringen aan te vragen. 5 Voer de callback-uri (Uniform Resource Identifier) in van de REST-resource die de callout-aanvraag waarneemt. 6 Voer de gebruikersnaam in als de REST API inloggegevens voor toegang vereist. 7 Voer het wachtwoord voor de gebruikersnaam in als de REST API inloggegevens voor toegang vereist. 8 Voer het SSL-certificaat in PEM-indeling (privacy-enhanced electronic mail) in voor de optie SSLcertificaat PEM-indeling als de REST-resource wordt uitgevoerd op een server met een zelfondertekend certificaat of een certificaat dat niet wordt vertrouwd door een publieke certificaatautoriteit en HTTPS gebruikt. SAML-metagegevens voor single sign-on gebruiken Haal SAML-metagegevens en certificaten op uit de pagina en voor single sign-on-functionaliteit met SaaS-applicaties. Voorwaarden Als u een bestaand SSL-certificaat vervangt, worden hiermee de bestaande SAML-metagegevens gewijzigd. Belangrijk Alle verbindingen voor eenmalige aanmelding (SSO) die afhankelijk zijn van de bestaande SAML-metagegevens werken niet meer zodra tijdens het genereren van een certificaatondertekeningsaanvraag (CSR) SAML-metagegevens worden aangemaakt. Opmerking Als u een SSL-certificaat vervangt, moet u het nieuwe certificaat ook toevoegen aan uw SaaS-applicaties met eenmalige aanmelding (SSO) voor mobiel. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer en. VMware, Inc. 65

66 2 Selecteer SAML-metagegevens > SAML-metagegevens downloaden en voer de taken uit. SAML-metagegevens Ondertekeningscertificaat Kopieer de metagegevens van de Aanbieder van identiteitsbeheer en de Serviceaanbieder en sla deze op. Klik op de links om de XML-gegevens in een browser te openen. Configureer uw externe aanbieder van identiteitsbeheer met deze gegevens. Kopieer het ondertekeningscertificaat, inclusief de volledige code in het tekstveld. U kunt het certificaat ook downloaden en opslaan als TXT-bestand. 3 Klik op Certificaatondertekeningsaanvraag (CSR) genereren en voer de taken uit om een SSLcertificaat bij uw certificaatautoriteit (CA) aan te vragen. Deze aanvraag bevat uw bedrijfsnaam, domeinnaam en publieke sleutel. De externe certificaatautoriteit gebruikt die gegevens om een SSL-certificaat uit te geven. Upload het ondertekende certificaat om de metagegevens bij te werken. nieuw certificaat Algemene naam Organisatie Afdeling Stad Provincie Land Algoritme voor genereren van sleutel Sleutelgrootte Voer de volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) van de server van de organisatie in. Voer de officieel geregistreerde naam van het bedrijf in. Voer de afdeling binnen uw organisatie waar het certificaat naar verwijst in. Voer de plaats in waarin de organisatie officieel is gevestigd. Voer de staat of provincie in waar de organisatie officieel is gevestigd. Voer het land in waar de organisatie officieel is gevestigd. Selecteer het algoritme waarmee de certificaatondertekeningsaanvraag (CSR) is ondertekend. Selecteer het aantal bits van de sleutel. Selecteer 2048 of hoger. RSA-sleutelgroottes lager dan 2048 worden als onveilig beschouwd. een certificaat vervangen SSL-certificaat uploaden Certificaatondertekeningsaanvraag Upload het SSL-certificaat dat u van uw externe certificaatautoriteit (CA) hebt ontvangen. Download de certificaatondertekeningsaanvraag (CSR). Stuur de certificaatondertekeningsaanvraag (CSR) naar uw externe certificaatautoriteit (CA). Externe aanbieders van identiteitsbeheer als een applicatiebron Door een aanbieder van identiteitsbeheer als applicatiebron toe te voegen, wordt het proces van het toevoegen van individuele applicaties van die aanbieder aan de eindgebruikerscatalogus gestroomlijnd, doordat u geconfigureerde instellingen en netwerkbeleid van externe applicatiebronnen kunt toepassen op alle applicaties die door de applicatiebron worden beheerd. VMware, Inc. 66

67 Verleen om te beginnen de rechten van de toepassingsbron aan de groep ALL_USERS en selecteer een toegangsbeleid dat moet worden toegepast. Webapplicaties die gebruikmaken van het SAML 2.0-verificatieprofiel kunnen worden toegevoegd aan de catalogus. De configuratie van de applicatie is gebaseerd op de instellingen die zijn geconfigureerd in de toepassingsbron. Alleen de applicatienaam en de doel-url moeten worden geconfigureerd. Wanneer u applicaties toevoegt, kunt u rechten aan specifieke gebruikers en groepen verlenen en een toegangsbeleid toepassen om de gebruikerstoegang tot de applicatie te beheren. Gebruikers hebben toegang tot deze applicaties vanaf hun desktops en mobiele apparaten. De geconfigureerde instellingen en beleidsregels van de externe toepassingsbron kunnen worden toegepast op alle applicaties die worden beheerd door de toepassingsbron. Soms sturen externe identiteitsproviders een verificatieverzoek zonder de applicatie te vermelden die een gebruiker probeert te openen. Als VMware Identity Manager een verificatieverzoek zonder informatie over de applicatie ontvangt, worden de beleidsregels toegepast voor back-uptoegang die in de toepassingsbron zijn geconfigureerd. De volgende identiteitsproviders kunnen worden geconfigureerd als toepassingsbronnen. Okta PingFederated-server van Ping Identity Active Directory Federation Services (ADFS) Applicatiebron voor externe aanbieders van identiteitsbeheer configureren Configureer uw toepassingsbron door de externe identiteitsprovider te selecteren. Nadat de toepassingsbron is ingesteld, kunt u de bijbehorende applicaties creëren en rechten aan de gebruikers verlenen. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer en. 2 Selecteer Toepassingsbronnen. 3 Selecteer de externe identiteitsprovider. De toepassingsbronwizard van de externe identiteitsprovider wordt weergegeven. 4 Voer een beschrijvende naam voor de toepassingsbron in en klik op Volgende. 5 Verificatietype is standaard ingesteld op SAML 2.0 en is alleen-lezen. VMware, Inc. 67

68 6 Wijzig de configuratie van de toepassingsbron. Tabel Configuratie-instellingen - URL/XML Configuratie URL/XML Relaystatus-URL URL/XML is de standaardoptie voor SaaS-applicaties die nog niet in de Workspace ONE-catalogus zijn opgenomen. Voer de URL in als de XML-metagegevens via internet toegankelijk zijn. Als de XML-metagegevens niet via internet toegankelijk zijn, maar u er wel over beschikt, plakt u ze in het tekstveld. Gebruik de handmatige configuratie als u niet over de XML-metagegevens beschikt. Voer de URL in waar de SaaS-applicatie de gebruikers na de eenmalige aanmelding (SSO) naartoe moet leiden wanneer de aanmelding door een aanbieder van identiteitsbeheer wordt geïnitieerd. Tabel Configuratie-instellingen - Handmatig Configuratie URL voor eenmalige aanmelding (SSO) Ontvangende URL Applicatie-ID Gebruikersnaam - formaat Gebruikersnaam - waarde Relaystatus-URL Voor SaaS-applicaties die vanuit de catalogus zijn toegevoegd, is Handmatig de standaardoptie. Voer de URL van de Assertion Consumer Service (ACS) in. Workspace ONE stuurt deze URL naar uw serviceaanbieder voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer de URL in met de specifieke waarde van uw serviceaanbieder met het domein in het SAMLassertieonderwerp. Als u van uw serviceaanbieder geen specifieke URL moet invoeren, voer dan dezelfde URL in als bij URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer het id waaraan Workspace ONE uw serviceaanbiedertenant kan herkennen. Workspace ONE stuurt de SAMLassertie naar het id. Sommige serviceproviders gebruiken de URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Selecteer de indeling voor het SAML-onderwerp zoals vereist door de serviceaanbieder. Voer de waarde in voor het naam-id die Workspace ONE in het onderwerp van de SAML-assertie verzendt. Dit is een standaardwaarde voor een profielveld voor een gebruikersnaam bij de applicatieserviceaanbieder. Voer de URL in waar de SaaS-applicatie de gebruikers na de eenmalige aanmelding (SSO) naartoe moet leiden wanneer de aanmelding door een aanbieder van identiteitsbeheer wordt geïnitieerd. VMware, Inc. 68

69 7 Wijzig de Geavanceerde eigenschappen. Antwoord ondertekenen Assertie ondertekenen Assertie encrypteren Assertiehandtekening toevoegen Algoritme voor handtekening Algoritme voor digest Assertietijd Handtekening voor aanvraag Encryptiecertificaat Inlog-URL voor applicatie Aantal proxy's API-toegang Voer de URL in om gebruikers naar de SaaS-applicatie op het internet te leiden. Voer de URL van de Assertion Consumer Service (ACS) in. Workspace ONE stuurt deze URL naar uw serviceaanbieder voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer de URL in met de specifieke waarde van uw serviceaanbieder met het domein in het SAML-assertieonderwerp. Als u van uw serviceaanbieder geen specifieke URL moet invoeren, voer dan dezelfde URL in als bij URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Voer het id waaraan Workspace ONE uw serviceaanbieder-tenant kan herkennen. Workspace ONE stuurt de SAML-assertie naar het id. Sommige serviceproviders gebruiken de URL voor eenmalige aanmelding (SSO). Selecteer SHA256 met RSA als het veilig geëncrypteerde hash-algoritme. Selecteer SHA256. Voer de SAML-assertietijd in seconden in. Voer het publieke ondertekeningscertificaat in als u wilt dat de serviceprovider de aanvraag ondertekent die naar Workspace ONE wordt verzonden. Voer het publieke encryptiecertificaat in als u de SAML-aanvraag van de applicatieserviceaanbieder, die naar Workspace ONE wordt verzonden, ondertekend wilt hebben. Voer de URL van de inlogpagina van uw serviceprovider in. Met deze optie zal de serviceprovider een aanmelding bij Workspace ONE initiëren. Bij sommige serviceproviders moet de verificatie vanaf hun inlogpagina worden gestart. Voer het maximumaantal proxy's tussen de serviceprovider en een identiteitsprovider voor verificatie in. API-toegang tot deze applicatie toestaan. 8 Configureer Toewijzing van aangepaste eigenschappen. Als uw serviceprovider andere aangepaste eigenschappen dan die voor eenmalige aanmelding (SSO) toestaat, voegt u deze toe. 9 Selecteer In VMware Browser openen als u de applicatie in de VMware Browser wilt openen. Het is echter vereist dat Workspace ONE de applicatie opent in de VMware Browser. Het openen van SaaS-applicaties in de VMware Browser zorgt voor extra beveiliging. Zo blijft de veiligheid van interne resources gewaarborgd. 10 Klik op Volgende. 11 Selecteer het toegangsbeleid om het inloggen bij applicatieresources te beveiligen. Klik op Volgende om de pagina Samenvatting weer te geven. VMware, Inc. 69

70 12 Klik op Opslaan. Als u tijdens het configureren van de toepassingsbron Opslaan en toewijzen selecteert, dan stelt u de rechten voor de toepassingsbron in op Alle gebruikers. U kunt echter de standaardinstellingen wijzigen en de gebruikersrechten beheren en gebruikers of gebruikersgroepen toevoegen. Voor meer informatie bekijkt u Gebruikers toevoegen aan de toepassingsbron Applicaties die beheerd worden door de toepassingsbron toevoegen Nadat de identiteitsprovider als een toepassingsbron is geconfigureerd, kunt u de bijbehorende applicaties creëren voor iedere externe identiteitsprovider. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS > Nieuw. 2 Vul de opties op het tabblad Definitie in. 3 Op het tabblad Configuratie kunt u OKTA selecteren in het vervolgkeuzemenu Verificatietype. Gebruikers toevoegen aan de toepassingsbron Stel de rechten voor de applicatiebron in op Alle gebruikers of voeg gebruikers of gebruikersgroepen toe. Als u tijdens het configureren van de toepassingsbron Opslaan en toewijzen selecteert, dan stelt u standaard de rechten voor de toepassingsbron in op Alle gebruikers. 1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Web > SaaS en selecteer en. 2 Selecteer Toepassingsbronnen. 3 Klik op Alle gebruikers voor de bijbehorende toepassingsbron als u de instellingen wilt overschrijven. 4 Voer de namen van de groepen of gebruikers in. 5 U kunt naar gebruikers of groepen zoeken door een zoekreeks te typen en de functie voor automatisch aanvullen toe te staan om de opties weer te geven of u kunt bladeren om de volledige lijst te bekijken. 6 Klik op Opslaan. SSO tussen Workspace ONE UEM en VMware Identity Manager voor SaaSapplicaties en toegangsbeleidsregels De Workspace ONE UEM Console- en de VMware Identity Manager-consoles gebruiken een werkstroom met autorisatiecode die toegang biedt tot de VMware Identity Manager-console via de Workspace ONE UEM Console en toestaat dat beheerders aan SaaS-applicatieconfiguraties werken. Deze stroom is specifiek voor SaaS-applicaties en toegangsbeleidsregels in Workspace ONE UEM. Toevoegingen aan en wijzigingen in Workspace ONE UEM worden weergegeven in VMware Identity Manager. VMware, Inc. 70

71 Registreer de OAuth-client tijdens de configuratie Wanneer u VMware Identity Manager instelt in de Workspace ONE UEM Console, registreert u de OAuthclient als onderdeel van de installatiewizard. De registratie van de OAuth-client is een vereiste om deze SSO-functie te laten werken. Werkstroom VMware Identity Manager en Workspace ONE UEM werken in de backend om de Workspace ONE UEMbeheerder bij VMware Identity Manager te verifiëren. De VMware Identity Manager-console geeft een IDtoken door aan Workspace ONE UEM. Dit token bevat informatie over de beheerder en de verificatie, zodat de beheerder toegang krijgt tot beide consoles. De twee consoles volgen het afgebeelde proces. Beheer van webapplicaties Met webapplicaties kunnen eindgebruikers URL's openen door middel van een pictogram op hun toestel. Het Workspace ONE UEM-systeem beschikt over twee typen webapplicaties: SaaS en weblinks. SaaSapplicaties zijn geïntegreerd in het VMware Identity Manager-systeem. Weblinks zijn applicaties die uitsluitend in de Workspace ONE UEM Console zijn geconfigureerd. Functies van weblinkapplicaties en ondersteunde platformen Weblinkapplicaties werken ongeveer hetzelfde als een applicatie op een toestel, maar ze bieden eindgebruikers een manier om vanaf een pictogram op hun toestellen rechtstreeks naar een URL te gaan. De eindgebruiker ziet het pictogram voor de weblinkapplicatie en de naam, klikt op de applicatie en wordt dan direct met de gespecificeerde URL verbonden. VMware, Inc. 71

Handleiding VMware AirWatch Mobile Application Management (mobiel applicatiebeheer) Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties

Handleiding VMware AirWatch Mobile Application Management (mobiel applicatiebeheer) Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties Handleiding VMware AirWatch Mobile Application Management (mobiel applicatiebeheer) Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties AirWatch v9.2 Wilt u feedback geven over de documentatie?

Nadere informatie

Handleiding VMware AirWatch Mobile Application Management (mobiel applicatiebeheer) Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties

Handleiding VMware AirWatch Mobile Application Management (mobiel applicatiebeheer) Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties Handleiding VMware AirWatch Mobile Application Management (mobiel applicatiebeheer) Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties Workspace ONE UEM versie 9.4 Wilt u feedback geven over

Nadere informatie

Applicatiebeheer. VMware Workspace ONE UEM 1902

Applicatiebeheer. VMware Workspace ONE UEM 1902 VMware Workspace ONE UEM 1902 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/ Op de VMware-website vindt u tevens de nieuwste productupdates. Als u opmerkingen

Nadere informatie

Handleiding voor VMware Workspace ONE Mobiel applicatiebeheer Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties

Handleiding voor VMware Workspace ONE Mobiel applicatiebeheer Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties Handleiding voor VMware Workspace ONE Mobiel applicatiebeheer Geef toegang tot publieke applicaties en bedrijfsapplicaties Workspace ONE UEM v9.7 Wilt u feedback geven over de documentatie? Dien een feedbacksupportticket

Nadere informatie

VMware Workspace ONE Mobile Application Management. VMware Workspace ONE UEM 1811

VMware Workspace ONE Mobile Application Management. VMware Workspace ONE UEM 1811 VMware Workspace ONE Mobile Application Management VMware Workspace ONE UEM 1811 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/ Op de VMware-website

Nadere informatie

Applicatiebeheer voor Windows. VMware Workspace ONE UEM 1907

Applicatiebeheer voor Windows. VMware Workspace ONE UEM 1907 Applicatiebeheer voor Windows VMware Workspace ONE UEM 1907 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/ Als u opmerkingen over deze documentatie heeft,

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken U vindt de recentste technische documentatie op de website

Nadere informatie

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2 VMware Identity Manager voor Windows migreren naar 3.2.0.1 Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2 VMware Identity Manager voor Windows migreren naar 3.2.0.1 U vindt de recentste technische documentatie op

Nadere informatie

Novell Vibe-invoegtoepassing

Novell Vibe-invoegtoepassing Novell Vibe-invoegtoepassing 5 juni 2012 Novell Snel aan de slag Met behulp van de Novell Vibe-invoegtoepassing voor Microsoft Office kunt u werken met documenten op de Vibe-site zonder dat u Microsoft

Nadere informatie

Aan de slag met Klaslokaal 2.1. Een handleiding voor docenten over Klaslokaal voor ipad.

Aan de slag met Klaslokaal 2.1. Een handleiding voor docenten over Klaslokaal voor ipad. Aan de slag met Klaslokaal 2.1 Een handleiding voor docenten over Klaslokaal voor ipad. Inleiding Klaslokaal is een veelzijdige ipad-app waarmee u het leerproces kunt begeleiden, werk kunt uitwisselen

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/

Nadere informatie

Troubleshooting. Stap-voor-stap instructies augustus 2018

Troubleshooting. Stap-voor-stap instructies augustus 2018 Troubleshooting Stap-voor-stap instructies augustus 2018 Copyright 2018. NCS Pearson, Inc. of haar filiaal/filialen. Alle rechten voorbehouden. Q-interactive is een handelsmerk in de VS en/of andere landen

Nadere informatie

VMware Identity Manager Connector upgraden. Gewijzigd op 12 oktober 2017 VMware Identity Manager 2.9.2

VMware Identity Manager Connector upgraden. Gewijzigd op 12 oktober 2017 VMware Identity Manager 2.9.2 VMware Identity Manager Connector upgraden Gewijzigd op 12 oktober 2017 VMware Identity Manager 2.9.2 VMware Identity Manager Connector upgraden U vindt de recentste technische documentatie op de website

Nadere informatie

HANDLEIDING EXTERNE TOEGANG CURAMARE

HANDLEIDING EXTERNE TOEGANG CURAMARE HANDLEIDING EXTERNE TOEGANG CURAMARE Via onze SonicWALL Secure Remote Access Appliance is het mogelijk om vanaf thuis in te loggen op de RDS omgeving van CuraMare. Deze handleiding beschrijft de inlogmethode

Nadere informatie

Troubleshooting. Stap-voor-stap instructies maart 2019

Troubleshooting. Stap-voor-stap instructies maart 2019 Troubleshooting Stap-voor-stap instructies maart 2019 Copyright 2018. NCS Pearson, Inc. of haar filiaal/filialen. Alle rechten voorbehouden. Q-interactive is een handelsmerk in de VS en/of andere landen

Nadere informatie

Handleiding. Opslag Online. voor Android. Versie februari 2014

Handleiding. Opslag Online. voor Android. Versie februari 2014 Handleiding Opslag Online voor Android Versie februari 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Opslag Online downloaden via QR-code 4 2.2 Opslag Online downloaden via

Nadere informatie

Snel aan de slag met Novell Vibe Mobile

Snel aan de slag met Novell Vibe Mobile Snel aan de slag met Novell Vibe Mobile Maart 2015 Aan de slag Mobiele toegang tot de Novell Vibe-site kan door uw Vibe-beheerder worden gedeactiveerd. Raadpleeg uw Vibe-beheerder als u geen toegang kunt

Nadere informatie

VMware Remote Console voor vrealize Automation

VMware Remote Console voor vrealize Automation VMware Remote Console voor vrealize Automation VMware Remote Console 10.0 Dit document ondersteunt de versie van elk vermeld product dat en ondersteunt alle daaropvolgende versies totdat het document wordt

Nadere informatie

Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd.

Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd. Systeemvereisten Besturingsysteem Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd. Clientbrowser Microsoft Internet Explorer 6.x, hoewel Microsoft Internet Explorer

Nadere informatie

Voer uw gegevens in en tik 'Account maken' Tik 'Akkoord' voor het accepteren van de gebruiksvoorwaarden

Voer uw gegevens in en tik 'Account maken' Tik 'Akkoord' voor het accepteren van de gebruiksvoorwaarden Dropbox Beschrijving Dropbox is een gratis Cloudopslag-toepassing. U krijgt bij aanmelden 2GB gratis opslagruimte, waarin u foto s, documenten, kan bewaren. U kunt deze bestanden gemakkelijk benaderen

Nadere informatie

Handleiding Certificaat RDW

Handleiding Certificaat RDW Handleiding Certificaat RDW Versie: 11.0 Versiedatum: 27 juli 2015 Beheerder: RDW Veendam - R&I-OP-E&T 3 B 0921p Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: - Gehele document herzien; - Afbeeldingen

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR SMARTPHONES EN TABLETS MET HET ios BESTURINGSSYSTEEM GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR SMARTPHONES EN TABLETS MET HET ios BESTURINGSSYSTEEM GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR SMARTPHONES EN TABLETS MET HET ios BESTURINGSSYSTEEM GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie

Nadere informatie

Handleiding MobiDM-app

Handleiding MobiDM-app Handleiding MobiDM-app 22-03-2015 2 Handleiding MobiDM App De informatie in dit document kan zonder kennisgeving gewijzigd worden. De in dit document omschreven diensten worden geleverd in het kader van

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014 Handleiding Opslag Online voor Windows Versie februari 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Systeemeisen 4 2.2 Downloaden van software 4 2.3 Installeren van de software

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0

Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0 Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0 (1) INSTALLEREN (2) GEGEVENS UPLOADEN (3) GEGEVENS BEKIJKEN (4) EEN PARAMETER MAKEN (5) EEN PARAMETER BEWERKEN (6) DEELNEMEN AAN EEN PROGRAMMA (7) WERKEN MET UW

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0 Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0 Dit document bevat belangrijke informatie over deze versie. Zorg dat deze informatie bij alle gebruikers

Nadere informatie

Voorbeelden en mogelijkheden rondom het delen van bestanden/foto s

Voorbeelden en mogelijkheden rondom het delen van bestanden/foto s Voorbeelden en mogelijkheden rondom het delen van bestanden/foto s Versie 21 april 2017 Er zijn tegenwoordig steeds meer mogelijkheden als het gaat om het delen van bestanden en foto s met anderen, waarbij

Nadere informatie

KraamZorgCompleet OnLine instellen en gebruiken. Voor Android tablet of telefoon

KraamZorgCompleet OnLine instellen en gebruiken. Voor Android tablet of telefoon KraamZorgCompleet OnLine instellen en gebruiken Voor Android tablet of telefoon Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen...1 1.1 Toegang tot inlogportalen...1 Hoofdstuk 2 Basic account...3 2.1 Microsoft Remote

Nadere informatie

Aan de slag met Klaslokaal. Een handleiding voor docenten over de Klaslokaal-app voor Mac

Aan de slag met Klaslokaal. Een handleiding voor docenten over de Klaslokaal-app voor Mac Aan de slag met Klaslokaal Een handleiding voor docenten over de Klaslokaal-app voor Mac Nieuw: Klaslokaal op Mac Klaslokaal is een veelzijdige app voor ipad en Mac waarmee u het leerproces kunt begeleiden,

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING BV Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van uw

Nadere informatie

Intramed OnLine instellen en gebruiken. Voor Android tablet of telefoon

Intramed OnLine instellen en gebruiken. Voor Android tablet of telefoon Intramed OnLine instellen en gebruiken Voor Android tablet of telefoon Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen...1 1.1 Toegang tot inlogportalen...1 Hoofdstuk 2 Basic account...3 2.1 Microsoft Remote Desktop

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na de installatie wordt in de

Nadere informatie

Coligo conne ct. Gebruikershandleiding

Coligo conne ct. Gebruikershandleiding Coligo conne ct Gebruikershandleiding Content 1. Inleiding... 3 1.1 Introductie... 3 2. Installeren en in gebruik nemen van Coligo Connect... 3 2.1 Downloaden... 3 2.2 Installeren... 3 2.3 Inloggen...

Nadere informatie

Portal Handleiding voor de gebruiker 4.8

Portal Handleiding voor de gebruiker 4.8 Portal Handleiding voor de gebruiker 4.8 Deze handleiding beschrijft op gebruikersniveau de basisfuncties van de portal. Version: x.x MOBIDM Gebruikershandleiding Pagina 1 Index Introductie 2 Help-bestanden

Nadere informatie

Handleiding. Handleiding

Handleiding. Handleiding Handleiding Certificaat installeren Handleiding Certificaat installeren Inhoudsopgave Inleiding 2 1 Installatie op pc s met Windows 2 2 Handmatig installeren 4 2.1 Microsoft Internet Explorer/Google Chrome

Nadere informatie

Installatiegids. 1 Installatiegids Nintex Workflow 2010

Installatiegids. 1   Installatiegids Nintex Workflow 2010 Installatiegids Nintex USA LLC 2012, alle rechten voorbehouden. Fouten en weglatingen uitgezonderd. support@nintex.com 1 www.nintex.com Inhoudsopgave 1. Nintex Workflow 2010 installeren... 4 1.1 Het installatieprogramma

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Brother Meter Read Tool

Gebruikershandleiding Brother Meter Read Tool Gebruikershandleiding Brother Meter Read Tool DUT Versie 0 Auteursrecht Copyright 2017 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. De informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Mobiel Internet Veiligheidspakket Mobiel Internet Veiligheidspakket Gebruikershandleiding Mobiel Internet Veiligheidspakket voor Windows Mobile smartphones Mobiel IVP Windows Mobile Versie 1.0, d.d. 20-07-2011 Inleiding... 3 1 Installatie...

Nadere informatie

Mobile Device Manager Handleiding voor Android

Mobile Device Manager Handleiding voor Android Mobile Device Manager Handleiding voor Android Inhoud 1 Welkom bij Mobile Device Manager 3 1.1 Inleiding tot de installatie 3 1.2 Apparaat uitrollen 3 2 Het uitrollen van een apparaat 4 2.1 Ontvangen van

Nadere informatie

Portalhandleiding voor gebruikers

Portalhandleiding voor gebruikers Portalhandleiding voor gebruikers 22-03-2015 2 De informatie in dit document kan zonder kennisgeving gewijzigd worden. De in dit document omschreven diensten worden geleverd in het kader van een licentieovereenkomst

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van

Nadere informatie

Handleiding Coligo Connect installatie en gebruik

Handleiding Coligo Connect installatie en gebruik Handleiding Coligo Connect installatie en gebruik Version 1.0 Content 1. Inleiding... 3 1.1 Introductie... 3 2. Installeren en in gebruik nemen van Coligo Connect... 3 2.1 Downloaden... 3 2.2 Installeren...

Nadere informatie

HANDLEIDING ENTERPRISE DRIVE. Laatst bijgewerkt: January 18, 2016

HANDLEIDING ENTERPRISE DRIVE. Laatst bijgewerkt: January 18, 2016 HANDLEIDING ENTERPRISE DRIVE Laatst bijgewerkt: January 18, 2016 Inhoudsopgave 1 Enterprise Drive installeren...3 2 Enterprise Drive voor de eerste maal opstarten...3 3 Deelnemen aan Spaces (Een uitnodiging

Nadere informatie

Quick start guide Office 365. Met deze handleiding maakt u Office 365 in een paar stappen klaar voor gebruik

Quick start guide Office 365. Met deze handleiding maakt u Office 365 in een paar stappen klaar voor gebruik Quick start guide Office 365 Met deze handleiding maakt u Office 365 in een paar stappen klaar voor gebruik Inhoudsopgave 1. Beheeromgeving en inloggegevens 2 2. Aan de slag 3 2.1 Maak een gebruiker aan

Nadere informatie

Handmatige Instellingen Exchange Online. Nokia E51 Symbian S60 Smartphone

Handmatige Instellingen Exchange Online. Nokia E51 Symbian S60 Smartphone Handmatige Instellingen Exchange Online Nokia E51 Symbian S60 Smartphone Inhoudsopgave 1 Handmatige Instellingen Exchange Online voor Nokia E51 Smartphone...3 1.1 Inleiding...3 1.2 Mail for Exchange van

Nadere informatie

Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen

Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen Uitgebracht door : ZorgTTP Referentie : Handleiding installatie en gebruik Privacy- en Verzend Module

Nadere informatie

INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR

INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR 0 0 HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR HANDLEIDING datum: 10-08-2018 1 Inleiding... 1 2

Nadere informatie

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Mobiel Internet Veiligheidspakket Mobiel Internet Veiligheidspakket Gebruikershandleiding Mobiel Internet Veiligheidspakket voor Android smartphones en tablets Mobiel IVP Android Versie 1.0, d.d. 20-07-2011 1 Inleiding... 3 2 Installatie...

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Secure File Sync - Quick Start Guide

Secure File Sync - Quick Start Guide Secure File Sync - Quick Start Guide Secure File Sync Quick Start Guide 1. Installatie van de applicatie op een computer; 2. Gebruik van de applicatie; 3. Bestanden delen vanuit de applicatie; 4. Gebruik

Nadere informatie

Handleiding. Opslag Online voor Windows Phone 8. Versie augustus 2014

Handleiding. Opslag Online voor Windows Phone 8. Versie augustus 2014 Handleiding Opslag Online voor Windows Phone 8 Versie augustus 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Downloaden van KPN Opslag Online QR Code 4 2.2 Downloaden van KPN

Nadere informatie

Qlik Sense Cloud. Qlik Sense 2.0.2 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Cloud. Qlik Sense 2.0.2 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Cloud Qlik Sense 2.0.2 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

MobiDM App Handleiding voor Android

MobiDM App Handleiding voor Android MobiDM App Handleiding voor Android Deze handleiding beschrijft de installatie en gebruik van de MobiDM App voor Android. Version: x.x Pagina 1 Index 1. WELKOM IN MOBIDM... 2 1.1. INTRODUCTIE TOT DE INSTALLATIE...

Nadere informatie

Back-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger. Mac OS X Client built 2013 13.0.0.13196

Back-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger. Mac OS X Client built 2013 13.0.0.13196 Back-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger Mac OS X Client built 2013 13.0.0.13196 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Systeemeisen... 3 2 Installatie... 4 3 Back-up Online configureren...

Nadere informatie

Snelle installatiegids voor Symbian

Snelle installatiegids voor Symbian Snelle installatiegids voor Symbian Versie 1.0 Inhoudsopgave 1. WELKOM BIJ MOBIDM... 2 2. INSTALLATIE VAN DE AFARIA VOOR SYMBIAN... 3 2.1. SOFTWARE INSTALLEREN... 3 3. BEVEILIGING... 6 4. NIEUWE APPLICATIES...

Nadere informatie

FerdiWeb Back-up. Installatie FerdiWeb Back-up

FerdiWeb Back-up. Installatie FerdiWeb Back-up FerdiWeb Back-up Na aanmelding krijgt u van ons een e-mail met daarin een link naar het back-up programma, die u dient te installeren op de computer waarvan u een back-up wilt maken. Het wachtwoord wordt

Nadere informatie

Intramed OnLine instellen en gebruiken. Voor Android tablet of telefoon

Intramed OnLine instellen en gebruiken. Voor Android tablet of telefoon Intramed OnLine instellen en gebruiken Voor Android tablet of telefoon Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen...1 1.1 Toegang tot inlogportalen...1 Hoofdstuk 2 Basic account...3 2.1 Microsoft Remote Desktop

Nadere informatie

uziconnect Installatiehandleiding

uziconnect Installatiehandleiding uziconnect Installatiehandleiding VANAD Enovation is een handelsnaam van ENOVATION B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een

Nadere informatie

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) Snel aan de slag Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) 2 Cisco Unity Connection Postvak IN Web 2 Opties in Postvak IN

Nadere informatie

VMware Remote Console voor vrealize Automation

VMware Remote Console voor vrealize Automation VMware Remote Console voor vrealize Automation VMware Remote Console 9.0 Dit document ondersteunt de versie van elk vermeld product dat en ondersteunt alle daaropvolgende versies totdat het document wordt

Nadere informatie

De werkelijke namen en beschikbaarheid van menuopdrachten kunnen per mobiel platform verschillen. De stappen kunnen ook verschillen.

De werkelijke namen en beschikbaarheid van menuopdrachten kunnen per mobiel platform verschillen. De stappen kunnen ook verschillen. Handleiding Mobiel Printen via Xerox App 18-9-15 1. Voorwaarden - app vereist ios 7.0 of nieuwer - app vereist Android versie 4 of hoger. - er is momenteel nog geen app voor Windows Phone/MS Surface tablet.

Nadere informatie

Handleiding Vodafone Cloud

Handleiding Vodafone Cloud Handleiding Vodafone Cloud Hoe installeer ik Vodafone Cloud op mijn mobiel? 1. Download de app op je toestel via de Appstore. Gebruik de zoekterm Vodafone Cloud. 2. Zodra de app geïnstalleerd is klik je

Nadere informatie

Handleiding. Certificaat installeren

Handleiding. Certificaat installeren Handleiding Certificaat installeren Inhoudsopgave 1. Installatie op PC s met Windows 2 2. Voor niet-windows PC s en andere apparatuur 4 1.1. Microsoft Internet Explorer / Google Chrome 5 1.2. Mozilla Firefox

Nadere informatie

WorldShip Upgrade op een enkel werkstation of een werkstation voor werkgroepen

WorldShip Upgrade op een enkel werkstation of een werkstation voor werkgroepen INSTRUCTIES VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE: Dit document bespreekt het gebruik van de WorldShip-dvd om WorldShip bij te werken. U kunt ook WorldShip installeren vanaf het web. Ga naar de volgende webpagina

Nadere informatie

Verkorte handleiding Mobile Device Manager

Verkorte handleiding Mobile Device Manager Verkorte handleiding Mobile Device Manager Inhoud Wat is er nieuw 4 Wat is er nieuw?... 4 Info over de Mobile Device Manager 5 Info over de Mobile Device Manager... 5 Updateproces met Mobile Device Manager...

Nadere informatie

System Updates Gebruikersbijlage

System Updates Gebruikersbijlage System Updates Gebruikersbijlage System Updates is een hulpprogramma van de afdrukserver dat de systeemsoftware van uw afdrukserver met de recentste beveiligingsupdates van Microsoft bijwerkt. Het is op

Nadere informatie

De Woning-app op de iphone, ipad en ipod touch gebruiken

De Woning-app op de iphone, ipad en ipod touch gebruiken De Woning-app op de iphone, ipad en ipod touch gebruiken Met de Woning-app kunt u veilig de producten bij u thuis bedienen vanaf uw ios-apparaat. Met de Woning-app kunt u veilig elk accessoire met het

Nadere informatie

KORTE HANDLEIDING. Activeer

KORTE HANDLEIDING. Activeer Activeer Activeer Activeer 1. Activeer BUSiNeSS cloud A. Dienst activeren : u krijgt binnen de 2 uur een bevestigingsemail "BASE business Cloud : Notificatie" B. Ga naar https://cdashboard. basebusiness.be

Nadere informatie

VMware Identity Manager Connector upgraden. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

VMware Identity Manager Connector upgraden. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Connector upgraden VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/ Op

Nadere informatie

Viaa Online - OneDrive

Viaa Online - OneDrive Viaa Online - OneDrive Wat is OneDrive Onedrive maakt het mogelijk om je bestanden op te slaan in de cloud. Cloudopslag betekent dat je bestanden opgeslagen worden op het internet en je ze ook vanaf iedere

Nadere informatie

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Gebruik Google Drive om vanaf elke gewenste locatie uw bestanden, mappen, Google-documenten, Google-spreadsheets en Google-presentaties op te slaan en te openen.

Nadere informatie

Handleiding inloggen op

Handleiding inloggen op ` Handleiding inloggen op Handleiding Honderdland 241 2676 LV Maasdijk T: 0174-615415 www.veneco.nl Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 INLEIDING... 3 1 INLOGGEN OP MYEASYOFFICE... 3 1.1 MICROSOFT WINDOWS

Nadere informatie

Novell Messenger 3.0.1 Mobiel Snel aan de slag

Novell Messenger 3.0.1 Mobiel Snel aan de slag Novell Messenger 3.0.1 Mobiel Snel aan de slag Mei 2015 Novell Messenger 3.0.1 en later is beschikbaar voor uw ondersteunde mobiele ios-, Android- BlackBerry-apparaat. Omdat u op meerdere locaties tegelijkertijd

Nadere informatie

SnelStart. Stappenplan. SBR btw-aangifte met SnelStart 12. Datum: 18-4-2014 Versie: 0.5 Status: Definitief Auteur: Selfservice

SnelStart. Stappenplan. SBR btw-aangifte met SnelStart 12. Datum: 18-4-2014 Versie: 0.5 Status: Definitief Auteur: Selfservice SnelStart Stappenplan SBR btw-aangifte met SnelStart 12 Datum: 18-4-2014 Versie: 0.5 Inleiding Vanaf 1 januari 2014 is het verplicht om de btw-aangifte te versturen volgens de Standard Business Reporting

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de

Nadere informatie

uziconnect Installatiehandleiding

uziconnect Installatiehandleiding uziconnect Installatiehandleiding VANAD Enovation is een handelsnaam van ENOVATION B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken beheren op de Fiery server en de printer vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24

How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24 How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Workflow gebruikersbeheer... 3 3. Clients... 4 3.1 Client toevoegen... 5 4. Gebruikersgroep... 8 4.1 Gebruikersgroep

Nadere informatie

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc Inleiding Memeo Instant Backup is een eenvoudige oplossing voor een complexe digitale wereld. De Memeo Instant Backup maakt automatisch en continu back-ups van uw waardevolle bestanden op de vaste schijf

Nadere informatie

Mobile Device Manager Handleiding voor ios

Mobile Device Manager Handleiding voor ios Mobile Device Manager Handleiding voor ios Inhoud 1 Welkom bij Mobile Device Manager 3 1.1 Introductie tot de installatie 3 2 Uitrollen van een ios apparaat 4 2.1 Connectie maken met de server 5 2.2 Downloaden

Nadere informatie

1. Hoe krijg ik toegang tot mijn VPS-controlepaneel?

1. Hoe krijg ik toegang tot mijn VPS-controlepaneel? VPS Business FAQ Sectie 1: Installatie...2 1. Hoe krijg ik toegang tot mijn VPS-controlepaneel?...2 2. Hoe krijg ik toegang tot mijn Windows-VPS?...6 3. Hoe krijg ik toegang tot mijn Linux-VPS?...8 Sectie

Nadere informatie

Micollab Mobiel handleiding

Micollab Mobiel handleiding Micollab Mobiel handleiding Pagina 1 Over MiCollab Client MiCollab Client is een softwareproduct voor communicatie, waarin geavanceerde gespreksbeheerfuncties zijn geïntegreerd. De volgende cliënt zijn

Nadere informatie

SportCTM 2.0 Sporter

SportCTM 2.0 Sporter SportCTM 2.0 Sporter APP Inloggen Dotcomsport heeft ter ondersteuning van de dagelijkse praktijk ook een APP ontwikkeld, om data invoer te vereenvoudigen. Deze APP ondersteunt de onderdelen; Agenda (invoer

Nadere informatie

Handleiding. Documentbeheer. PlanCare 2. elektronisch cliënten dossier. G2 Paramedici het EPD voor paramedici. Handleiding. Declareren. Versie 3.0.0.

Handleiding. Documentbeheer. PlanCare 2. elektronisch cliënten dossier. G2 Paramedici het EPD voor paramedici. Handleiding. Declareren. Versie 3.0.0. Handleiding Documentbeheer Handleiding Declareren Versie 3.0.0.3 PlanCare 2 elektronisch cliënten dossier G2 Paramedici het EPD voor paramedici INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 2 2 Gebruik van de module...

Nadere informatie

SportCTM 2.0 Startscherm trainer

SportCTM 2.0 Startscherm trainer SportCTM 2.0 Startscherm trainer Inloggen Webapplicatie Via inlog.dotcomsport.com kun je in inloggen op de webapplicatie van het SportCTM. Wij adviseren onderstaande browsers Windows: Internet Explorer,

Nadere informatie

KPN Server Back-up Online

KPN Server Back-up Online KPN Server Back-up Online Snel aan de slag met Server Back-up Online Server Versie 6.1, built 2011 d.d. 20-08-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Ondersteunde besturingssystemen... 3 2 Installatie...

Nadere informatie

Seagate Antivirus. Seagate Technology LLC S. De Anza Boulevard Cupertino, CA VS

Seagate Antivirus. Seagate Technology LLC S. De Anza Boulevard Cupertino, CA VS Seagate Antivirus 2015 Seagate Technology LLC. Alle rechten voorbehouden. Seagate, Seagate Technology, het Wave-logo en FreeAgent zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Seagate Technology

Nadere informatie

Cloudplatform. Versie 1.0. Gebruikershandleiding

Cloudplatform. Versie 1.0. Gebruikershandleiding Cloudplatform Versie 1.0 Gebruikershandleiding September 2017 www.lexmark.com Inhoud 2 Inhoud Wijzigingsgeschiedenis...3 Overzicht... 4 Aan de slag... 5 Systeemvereisten... 5 Toegang tot Cloudplatform...

Nadere informatie

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Extended Applications (FEA) v4.4 bevat Fiery software voor het uitvoeren van taken met een Fiery Server. In dit document wordt beschreven

Nadere informatie

Ondertekenen e-mail met Microsoft Outlook

Ondertekenen e-mail met Microsoft Outlook Ondertekenen e-mail met Microsoft Outlook Versie 2.5 Datum 24 november 2014 Status Definitief (UZ69.03) Inhoud 1 Elektronische ondertekening van e-mail met Microsoft Outlook 3 1.1 Randvoorwaarden 3 1.2

Nadere informatie

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen...

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen... 2009-11-24 Copyright 2009 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge, ByDesign, SAP Business ByDesign en andere producten en services van SAP

Nadere informatie

APNS Certificaat genereren en installeren

APNS Certificaat genereren en installeren APNS Certificaat genereren en installeren Handleiding om een Apple APNS certificaat te genereren en te installeren. Version: x.x MobiDM Handleiding voor APNS Certificate Pagina 1 Index 1. APPLE APNS CERTIFICAAT...

Nadere informatie

MultiSafepay Payment plugin voor VirtueMart Copyright (C) 2011 multisafepay.com INLEIDING

MultiSafepay Payment plugin voor VirtueMart  Copyright (C) 2011 multisafepay.com INLEIDING MultiSafepay Payment plugin voor VirtueMart http://www.multisafepay.com Copyright (C) 2011 multisafepay.com INLEIDING Bedankt voor het downloaden van de MultiSafepay VirtueMart 2.0 plugin. In deze handleiding

Nadere informatie

Handmatige Instellingen Exchange Online. Nokia E61i Symbian S60 Smartphone

Handmatige Instellingen Exchange Online. Nokia E61i Symbian S60 Smartphone Handmatige Instellingen Exchange Online Nokia E61i Symbian S60 Smartphone Inhoudsopgave 1 Handmatige Instellingen Exchange Online voor Nokia E61i Smartphone...3 1.1 Inleiding...3 1.2 Mail for Exchange

Nadere informatie

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Desktop Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software:

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software: Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software: Counterpath Bria SIP client. Net2 Entry Configuration Utility (SIP

Nadere informatie

HIP Telefooncentralebeheer. Handleiding Partner

HIP Telefooncentralebeheer. Handleiding Partner HIP Telefooncentralebeheer Handleiding Partner Versie: 1.0 Datum: 15-04-2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Inleiding... 3 2 HIP Beheer installeren... 4 3 Inloggen... 5 3.1 Group Administrator Policies...

Nadere informatie