Raad 388 J. Vanštatg GEMEENTE BQEKEL. Afdisiing; b<_:stuurs1'cci'1i:spraai< Behandeiaar: Dossier: 21023

Transcriptie

1 ik i Behandeiaar: ti, in Raad Vanštatg Afdisiing; b<_:stuurs1'cci'1i:spraai< Pagina 1 M1 GEMEENTE BQEKEL ig Raad van de gemeente Boeke U 9 ME 2616 Postbus zn BQEKEL Datum Ons nummer 4 mei /1/R2 i Dossier: J i Inichtingen Onderwerp Mw. Brautigam-van Gaaen Boeke O Bp. De Driedaagse, boekei j Procedure Beroep fi Geachte heer/mevrouw, in de bovenvermede procedure is een uitspraak gedaan. treft u hierbij aan. Een afschrift van deze uitspraak De behandeiing van de zaak is daarmee nog niet beëindigd. n de uitspraak kunt u iezen weke opdracht de Afdeing heeft verstrekt. De verdere behandeing za worden voortgezet onder het zaaknummer: /2. Aangezien deze brief geautomatiseerd is aangemaakt, is deze niet ondertekend. Hoogachtend, de griffier ir eoi;kel De griffie is op 5 en 6 mei gesoten. ri J Am Postbus EA Den Haag F O van deze brief vermeden Bij correspondentie de datum en het nummer

2 1 ïfeirfrï: Raad vanßtate /1/R2. Datum uitspraak: 4 mei 2016 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Tussenutspraak met toepassing van artike van de Agemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen: Tieemans, wonend te Boeke appeant, en de raad van de gemeente verweerder. Boeke,

3 /1/R2 2 4 mei 2016 i..i Procesveroog Bij besuit van 28 mei 2015, kenmerk AB/015850, heeft de raad het bestemmingspan "De Driedaagse" vastgested. Tegen dit besuit heeft Tieemans beroep ingested. ji; ti ti ji ` i iii; De raad heeft een verweerschrift ingediend. ij De Afdeing heeft de zaak ter zitting behanded op 15 februari 2016, waar Tieemans, vertegenwoordigd door van Berke, en de raad, vertegenwoordigd door Kop, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Overwegingen ingevoge artike van de Awb, voor zover hier van beang, kan de Afdeing het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besuit te hersteen of te aten hersteen. Het pan Het pan voorziet in een bedrijventerrein met bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2 en bedrijfswoningen ten noorden van de wijk Lage Schoense te Boeke. De gronden worden thans agrarisch gebruikt. n het pan is ook een weg voorzien ter ontsuiting van de bedrijfsperceen. Rondom het bedrijventerrein zijn gronden met de bestemming "Groen" toegekend. Tieemans woont aan de Moenstraat 8 te Boeke en zijn percee grenst aan het pangebied. Naast de woning van Tieemans is een nieuwe burgerwoning voorzien en daarnaast de ontsuitingsweg. Het bedrijventerrein igt aan de achterzijde van het percee van Tieemans. i Bij de vaststeing van een bestemmingspan heeft de raad beeidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en reges te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimteijke ordening nodig acht. De Afdeing toetst deze besissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeing aan de hand van de beroepsgronden beoordeet of aaneiding bestaat voor het oordee dat de raad zich niet in redeijkheid op het standpunt heeft kunnen steen dat het pan strekt ten behoeve van een goede ruimteijke ordening. Voorts beoordeet de Afdeing aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besuit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Intrekking i Ter zitting heeft Tieemans zijn beroepsgronden dat het pan in strijd is met de Verordening ruimte 2014 van Noord-Brabant, dat het begrip "geuidzoneringspichtige inrichtingen" in artike id van de panreges rechtsonzeker is en dat niet wordt vodaan aan de richtafstanden uit de brochure "Bedrijven en miieuzonering van de Vereniging van Nederandse Gemeenten ingetrokken. De beroepsgrond dat het pan niet financiee uitvoerbaar is, heeft hij as zefstandige beroepsgrond ingetrokken. Dit

4 zxmzïï /1/R2 3 4 mei 2018 betoog dient vogens Tieemans te worden bezien in het icht van zijn beroepsgrond dat er geen actuee regionae behoefte aan het pan bestaat. Behoefte artike Tieemans betoogt dat het pan is vastgested in strijd met tweede id, van het Besuit ruimteijke ordening (hierna: omdat onvodoende is aangetoond of en zoja, in weke zin behoefte aan een bestaat bedrijventerrein waar tevens gewoond mag worden. Deze vogt behoefte vogens Tieemans niet uit de aan het pan ten grondsag geegde stukken. n de pantoeichting staat dat een NVM-makeaar te kennen heeft gegeven dat er geen behoefteprobeem is. Dit impiceert vogens dat er Tieemans ook geen behoefte aan het pan Bovendien is in bestemmingspannen voor de bebouwde kom a voorzien in perceen voor bedrijven in de categorieën 1 en Hij wijst daarbij verder op het Boekosterrein,aan de rand van het centrum. Geet daarop is niet aangetoond dat de actuee regionae behoefte groter is dan de mogeijkheden in stedeijk bestaand gebied. Nu de behoefte niet is aangetoond, staat vogens ook Tieemans niet vast dat het pan uitvoerbaar is. De raad stet zich op het standpunt dat in paragraaf van de pantoeichting aan de hand van de zogenoemde adder voor duurzame verstedeijking de behoefte is onderbouwd. Vogens de raad voert het gemeentebestuur vanaf 2008 beeid dat op bedrijventerreinen geen bedrijfswoningen worden toegestaan. Geet daarop is nauweijks tot geen sprake van eegstand van bedrijfskaves met een bedrijfswoning, we terwij hier veea om wordt verzocht. De raad wijst er verder op dat sinds de vaststeing van het pan een aanta geïnteresseerden zich heeft gemed. zitting Ter heeft de raad toegeicht dat ongeveer 20 bedrijven hebben geinformeerd en zich zeven geïnteresseerden hebben gemed. Zij de worden op hoogte gehouden van de ontwikkeing. in het voorheen gedende pan "Buitengebied Boeke 2005" was ter paatse de bestemming "Agrarisch" toegekend, zonder bouwmogeijkheden. Het pan bevat twee bestemmingsvakken met de bestemming "Bedrijf" met een totae oppervakte van ongeveer Op deze gronden zijn onder meer bedrijven in de categorieën en 2 toegestaan op bouwperceen tussen de en mz met bedrijfswoningen. Geet op de omvang van de geboden bouw- en gebruiksmogeijkheden ten opzichte van de huidige agrarische bestemming, voorziet het pan in een nieuwe stedeijke ontwikkeing as bedoed in artike tweede id, van het Bro. Het pangebied igt niet in bestaand gebied. stedeijk Dit betekent dat ingevoge artike tweede id, van het de Bro in pantoeichting dient te worden beschreven dat het pan voorziet in een actuee regionae behoefte, dat in die behoefte niet kan worden voorzien r binnen het bestaand stedeijk gebied en dat de ocatie passend wordt. ontsoten in paragraaf verstedeijking, overeenkomstig artike tweede id, van het Bro, van de pantoeichting is op de adder duurzame

5 /1/R2 4 4 mei 2016 ingegaan. Met artike tweede id, van het Bro is bijkens de geschiedenis van totstandkoming van deze bepaing (nota van toeichting, 34 en 49; Stb. 2012, 388) beoogd zorgvudig ruimtegebruik te stimueren. De adder duurzame verstedeijking is geen bauwdruk voor een optimae ruimteijke inpassing van ae nieuwe ontwikkeingen, maar bewerksteigt dat de wens om in een nieuwe stedeijke ontwikkeing te voorzien aan de hand van het toetsingskader van artike tweede id, van het Bro nadrukkeijk in de pantoeichting wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor de ontwikkeingsbehoefte van een gebied en met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en de ontwikkeing van de omgeving waarin het gebied igt. De stappen schrijven geen vooraf bepaad resutaat voor, omdat het optimae resutaat moet worden beoordeed door het bevoegd gezag dat de regionae en okae omstandigheden kent en de verantwoordeijkheid draagt voor de ruimteijke afweging met betrekking tot die ontwikkeing. Bij de beoordeing van de vraag of een actuee regionae behoefte bestaat za ook moeten worden betrokken of het bestaande, in uitvoering zijnde of reeds gepande aanbod aan bedrijventerreinen in de regio de behoefte aan het voorziene bedrijventerrein met de daarop beoogde bedrijfsvestigingen zou kunnen enigen en of het mogeijk maken van een dergeijk bedrijventerrein niet tot vanuit het oogpunt van een goede ruimteijke ordening onaanvaardbare situaties in de regio eidt. 'ij Mwmwaï ir -i De Afdeing overweegt dat in de pantoeichting onvodoende is onderbouwd dat het pan voorziet in een actuee regionae behoefte. Daarbij acht de Afdeing van beang dat niet is gebeken dat onderzoek is verricht naar of inzicht is gekregen in de behoefte die in de regio bestaat aan de mogeijk gemaakte kaves met ichte bedrijvigheid en bedrijfswoningen. De enkee omstandigheid dat zich in Boeke geinteresseerden hebben gemed voor een bedrijfskave met een bedrijfswoning is daarvoor onvodoende. Met betrekking tot de steing van de makeaar dat geen behoefteprobeem bestaat, is geen rapport of onderbouwing overgeegd, waaruit vogt waarop die steing is gebaseerd. Voorts ziet de onderbouwing in de pantoeichting, onder meer ten aanzien van de geprognotiseerde woningbehoefte en het inwonersaanta, uitsuitend op de gemeente Boeke. Naar het oordee van de Afdeing heeft de raad echter niet kunnen vostaan met een okae beoordeing. Dat ondernemers in Boeke vogens de raad niet wien verhuizen naar een andere gemeente, maakt niet dat de raad heeft kunnen afzien van een regionae beoordeing, nu artike tweede id, van het Bro juist een afstemming op regionaa niveau beoogt. De genoemde omstandigheid dat het pan voorziet in vrijstaande bedrijfswoningen, terwij in de omgeving op bedrijventerreinen aeen inpandige bedrijfswoningen worden toegestaan, eidt evenmin tot een ander oordee. Hoewe de raad met kwaitatieve aspecten van de voorziene ontwikkeing rekening heeft kunnen houden bij de beoordeing van de actuee regionae behoefte, zoas de aard van de mogeijk gemaakte bedrijvigheid en de aanwezigheid van bedrijfswoningen, is de enkee eigenschap dat de bedrijfswoningen vrijstaand zijn, onvodoende om te kunnen oordeen dat het pan voorziet in een actuee regionae behoefte. De Afdeing overweegt voorts dat niet is gebeken dat de nieuwe stedeijke ontwikkeing regionaa is afgestemd of is beoordeed in het icht van regionae onderzoeken of afspraken. De raad heeft geen stukken

6 /1/R2 5 4 mei 2016 overgeegd waaruit dit bijkt. Dat het gebied in de Verordening 2014 is aangewezen as zoekgebied voor stedeijke ontwikkeing is geen omstandigheid die betrekking heeft op de actuee regionae behoefte aan in de het pan voorziene nieuwe stedeijke ontwikkeing as bedoed in artike tweede id, van het Bro. Geet op het voorgaande heeft de raad onvodoende onderbouwd dat het pan voorziet in een actuee regionae behoefte as in artike tweede id, van het Bro bedoed. Het betoog saagt. Structuurvisie Tieemans betoogt dat het pan in strijd is met de Structuurvisie Boeke. Daartoe voert hij aan dat in deze structuurvisie de functie "wonen" as uitgangspunt is genomen. Met de bestemming "Bedrijf" is echter een hee andere bestemming opgenomen. Tieemans voert aan dat wonen met voorzieningen waarbij vogens hem dient te worden gedacht aan wonen met een groene inpassing, parkeervoorzieningen en eventuee ondergeschikte bedrijvigheid wezenijk anders is dan een bedrijventerrein waar gewoond mag worden. n dat geva dient er atijd een functionee reatie te bestaan tussen het wonen en het bedrijf, waardoor er niet gewoond kan worden zonder een bedrijf uit te oefenen. Ook is in het pan niet vastgeegd dat aeen een bedrijf met een bedrijfswoning is toegestaan. Daardoor kunnen zich ook bedrijven zonder bedrijfswoning vestigen, adus Tieemans. De raad stet dat het pangebied in de Structuurvisie Boeke de aanduidingen "wonen in het groen" en woon-werkandschap" heeft. Dit betekent vogens de raad niet dat aeen de functie wonen kan worden toegestaan. Uit de omschrijving van het gebied naar "woon-werkandschap"komt voren dat het gebied een kwaiteitsimpus moet krijgen door bijvoorbeed het stimueren van initiatieven van wonen en keinschaige bedrijvigheid. De voorziene invuing is een combinatie van wonen, bedrijvigheid en een ruime groenbestemming en derhave in overeenstemming met de uitgangspunten in de structuurvisie. ichte Het pangebied is op de kaart behorende bij de Structuurvisie Boeke aangewezen as woonwerkandschap en as afweegbaar gebied voor wonen in het groen. Uit de structuurvisie vogt niet dat van beide aanduidingen voorrang heeft op de andere, zodat de raad zich in redeijkheid op het standpunt heeft kunnen steen dat zowe een ontwikkeing naar wonen in het groen as een ontwikkeing naar woonwerkandschap in overeenstemming is met de structuurvisie. Over het woonwerkandschap staat in de structuurvisie dat dit gebied een kwaiteitsimpus dient te krijgen door bijvoorbeed het stimueren van initiatieven voor ontpooiing van wonen en keinschaige bedrijvigheid, asmede op het gebied van toerisme en recreatie. Binnen het woonwerkandschap zijn vogens de structuurvisie marginae ontwikkeingen mogeijk. Daarbij kan worden gedacht aan woningen, eventuee in combinatie met keinschaige bedrijvigheid. Het pan voorziet in keinschaige bedrijvigheid met bedrijfswoningen. De raad heeft zich naar het oordee van de Afdeing in redeijkheid op het standpunt kunnen steen dat daarmee is

7 r'1/R2 6 4 mei 2016 voorzien in een woonwerkandsohap, as bedoed in de Structuurvisie Boeke. Uit de structuurvisie vogt naar het oordee van de Afdeing niet dat keinschaige bedrijvigheid uitsuitend as ondergeschikte functie bij wonen binnen het beeid past. De raad heeft er verder op gewezen dat met het pan de andschappeijke kwaiteit wordt verbeterd door het toevoegen van een ruime groenbestemming. De Afdeing ziet geet op het voorgaande geen aaneiding voor het oordee dat het pan, bestaande uit keinschaige bedrijvigheid met bedrijfswoningen, in strijd is met de Structuurvisie Boeke. De raad heeft ter zitting evenwe erkend dat ten onrechte niet in het pan is vastgeegd dat aeen bedrijven zijn toegestaan met een bedrijfswoning, terwij hij dit we heeft beoogd. De raad acht soitaire bedrijfsbebouwing ter paatse niet gewenst. Nu de raad zich in zoverre op een ander standpunt stet dan hij in het bestreden besuit heeft gedaan en niet is gebeken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aaneiding hebben gegeven, moet worden geoordeed dat het bestreden besuit, voor zover niet is uitgesoten dat zich bedrijven zonder bedrijfswoning vestigen, niet met de vereiste zorgvudigheid is voorbereid. Het betoog saagt. iš i i ji ji ig Verkeer en ge/uid Tieemans vreest een aantasting van zijn woon- en eefkimaat door geuidhinder vanwege een toename van verkeer en de bedrijvigheid. Het akoestisch onderzoek heeft deze vrees niet weggenomen. Daarbij voert hij aan dat dit onderzoek zich richt op de in het pan voorziene bedrijfswoningen en burgerwoning en niet op zijn woning. Voorts is ten onrechte uitgegaan van een toegestane maximumsneheid van 30 km/uur voor de ontsuitingsweg. Geet op de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 db bij de op te richten burgerwoning, direct naast zijn woning, is ook bij zijn woning een overschrijding te verwachten. Het akoestisch onderzoek bevat verder ten onrechte geen onderzoek naar de cumuatie van geuid vanwege verkeer en industrie. Ten onrechte wordt de Wet geuidhinder (hierna: Wgh) as uitgangspunt genomen, terwij in het kader van een goed woon- en eefkimaat naar meer aspecten moet worden gekeken dan aeen de geuidbeasting op de geve. Ook vogt uit het akoestisch onderzoek niet met weke hoeveeheid verkeer de berekeningen zijn uitgevoerd. De raad stet dat de toename van het verkeer vanwege het pan in verhouding tot de hoge verkeersintensiteiten in de Moenstraat verwaaroosbaar is. De verwachte etmaaintensiteiten voor het wegvak Moenstraat iggen vogens de raad voor 2024 tussen de en mvt/etmaa na aaneg van de randweg in de gemeente op ongeveer mvt/etmaa terwij het pan naar verwachting een toename van 257 mvt/etmaa met zich brengt. Daarom is geen akoestisch onderzoek verricht naar de gevogen van het pan voor de Moenstraat. De Wgh is in zoverre niet van toepassing omdat het om een bestaande weg en een bestaande woning gaat. in verband met de huidige hoge geuidbeasting vanwege de Moenstraat zijn in het vereden geuidwerende maatregeen genomen voor de woning van Tieemans en is geuidreducerend asfat aangeegd. De toegestane maximumsneheid voor de ontsuitingsweg van het voorziene bedrijventerrein za 30 km/uur zijn.

8 /1/R2 7 4 mei 2016 Ten behoeve van het pan is een akoestisch door onderzoek DGMR verricht industrie, Verkeer en Miieu waarvan de resutaten zijn neergeegd in het rapport "Akoestisch onderzoek wegverkeer" van 23 apri Uit de weergave van de rekenpunten op 10 van het akoestisch onderzoek vogt dat geen berekeningen zijn verricht voor de woning van Tieemans.n het akoestisch onderzoek is de geuidbeasting onderzocht voor de nieuwe bedrijfswoningen en de nieuwe woonbestemming naast de woning van Tieemans vanwege twee wegen, de Moenstraat en de nieuwe ontsuitingsweg. n paragraaf 4.2 zijn de verkeersgegevens toegeicht. Voor de Moenstraat is uitgegaan van een etmaaintensiteit van ~ en een toegestane van 50 maximumsneheid km/uur in stedeijk gebied en 80 km/uur in buitenstedeijk gebied. Voor de nieuwe ontsuitingsweg is de verkeersgeneratie berekend vogens CROW-pubicatie de 256 "Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden". De etmaaintensiteit is daarbij berekend op 257. Geet op het voorgaande bestaat geen aaneiding voor het dat de gehanteerde oordee verkeersintensiteiten onbekend zijn en evenmin voor oordee het dat voor de Moenstraat ten onrechte van een toegestane maximumsneheid van 30 km/uur is uitgegaan. Ter zitting heeft Tieemans toegeicht dat hij niet betoogt zijn dat voor woning een hogere waarde voor de ten hoogste toeaatbare geuidbeasting moet worden vastgested op grond van de Wgh, maar dat de geuidbeasting in het kader van een goede ruimteijke ordening moet onderzocht. worden De Afdeing overweegt dat in het kader van een goede ruimteijke ordening dient te worden beoordeed of ter paatse van de woning van Tieemans, ook nu de Wgh niet van toepassing is; een en -aanvaardbaar woon- eefkimaat za bestaan. Met betrekking tot de Moenstraat overweegt de Afdeing pan dat het vogens het akoestisch onderzoek een toename van 257 voertuigen gevog tot za hebben op een etmaaintensiteit van ten minste De voertuigen. raad heeft zich in redeijkheid op het standpunt kunnen steen dat geet daarop geen onaanvaardbare toename van de geuidbeasting te is as verwachten gevog van het pan. Voor zover de geuidbeasting vanwege de Moenstraat bij Tieemans hoog is, betreft het geet op het voorgaande geen gevog van het pan. Voor de aan te eggen ontsuitingsweg za vogens de raad een toegestane maximumsneheid van 30 km/uur geden. Deze weg igt op afstand een van ongeveer 27 m van de woning van Tieemans.n het pan is tussen zijn woning en de ontsuitingsweg een nieuwe burgerwoning voorzien. Aan de achterzijde van het woonpercee van Tieemans igt de nieuwe weg van het bedrijventerrein op ongeveer 70 m van zijn percee. Daartussen iggen gronden met de bestemming "Groen" en met de bestemming "Bedrijventerrein", waar de bedrijfsbebouwing en bedrijfswoningen zijn voorzien. Geet op deze omstandigheden en de verwachte beperkte verkeersgeneratie heeft de raad zich naar het van de oordee Afdeing in redeijkheid op het standpunt kunnen steen dat ook vanwege de nieuwe ontsuitingsweg geen onaanvaardbare geuidhinder bij de

9 /1/R2 8 4 mei 2016 f woning van Tieemans za worden ervaren. Voor zover Tieemans vreest voor cumuatie van geuid vanwege de wegen en bedrijfsactiviteiten overweegt de Afdeing dat hij niet aannemeijk heeft gemaakt dat dit tot een onaanvaardbare geuidbeasting bij zijn woning za eiden. Daarbij betrekt de Afdeing dat het pan' sechts bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 mogeijk maakt, dat de afstand tussen het woonperoee van Tieemans en de gronden met de bedrijfsbestemming bijna 30 m bedraagt en dat de afstand tussen zijn woning en de gronden met de bedrijfsbestemming ongeveer 50 m is. Geet op het voorgaande bestaat geen aaneiding voor het oordee dat de raad niet in redeijkheid heeft kunnen uitgaan van een aanvaardbaar woon- en eefkimaat op het gebied van geuid bij de woning van Tieemans na reaisatie van het pan. De raad heeft in zoverre in redeijkheid kunnen afzien van nader akoestisch onderzoek. Het betoog faat. Parkeren.g i i is P i r Tieemans vreest voor een toename van de parkeerdruk. n het pan is ten onrechte niet gereged dat moet worden voorzien in vodoende parkeerruimte op eigen terrein en in de openbare ruimte. Sinds november 2014 dient parkeren in bestemmingspannen te worden gereged. ingevoge artike 11, id aanhef en onder van de panreges bijven de reges van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard overeenkomstig het gestede in artike id van de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de parkeergeegenheid As gevog van de in werking getreden Reparatiewet Binnenandse Zaken en Koninkrijksreaties 2014 per 29 november 2014 hebben de stedenbouwkundige bepaingen uit de bouwverordening, waaronder de bepaingen over parkeergeegenheid, met de aan de orde zijnde bestemmingspanwijziging voor het pangebied hun geding veroren. As gevog daarvan kan naeving van parkeernormen niet meer worden afgedwongen bij de verening van een omgevingsvergunning voor bouwen, as bedoed in artike eerste id, onder van de Wet agemene bepaingen omgevingsrecht op grond van de bouwverordening. De raad heeft ter zitting erkend dat geet daarop ten onrechte het beeidsuitgangspunt dat parkeren op eigen terrein dient paats te vinden niet door midde van een panrege is gewaarborgd is in het pan. De raad heeft gested dat een inmiddes ontwikkede standaardpanrege voor parkeren in het pan dient te worden opgenomen. De raad heeft het pan in zoverre onzorgvudig voorbereid. Het betoog saagt. Voor zover Tieemans betoogt dat de parkeergeegenheid in de openbare ruimte ook in het pan dient te worden gewaarborgd, heeft de raad gested dat in de openbare ruimte van gemeentewege parkeerpaatsen zuen worden aangeegd. Daarbij za vogens de raad gebruik wordt gemaakt van de parkeernormen van het CROW. Tieemans heeft niet aannemeijk gemaakt dat binnen het pangebied onvodoende ruimte aanwezig is om vodoende parkeerpaatsen in de openbare ruimte te kunnen reaiseren. Daarbij is van

10 /1/R2 9 4 mei 2016 beang dat het pandee met de bestemming "Verkeer" een breedte heeft van 10 zodat daarbinnen de ontsuitingsweg en parkeerpaatsen kunnen worden gereaiseerd. Nu de gronden in het pangebied in eigendom zijn van de gemeente en ook bijven, heeft de raad in zoverre in redeijkheid kunnen afzien van een voorwaardeijke verpichting in het pan. Het betoog faat. Maxima/isering Tieemans voert aan dat de panregeis ten onrechte geen maximum aanta bedrijven of maximum oppervakte kennen. Het minimum en maximum oppervak van een bouwpercee gedt zowe voor zefstandige as bijbehorende bebouwing. Het pan staat niet in de weg aan meerdere bedrijven per bouwpercee of een bedrijf dat meerdere bouwperceen besaat. De raad stet dat het aanta bedrijven wordt beperkt door de minimum omvang van het bouwpercee van Het oppervak aan bedrijfsbebouwing wordt verder beperkt door de overige bouwreges in het pan. Het begrip bouwpercee is gedefinieerd en daaruit vogt vogens de raad dat bedrijf per bouwpercee is toegestaan. Ingevoge artike id van de panreges mag de oppervakte van een bouwpercee niet minder bedragen dan mz en niet meer bedragen dan ingevoge artike 1 wordt onder bouwpercee verstaan een aaneengesoten stuk grond, waarop ingevoge de reges een zefstandige, bij ekaar behorende bebouwing is toegeaten. Ter zitting heeft Tieemans toegeicht dat hij met name vreest voor meerdere bedrijven per bouwpercee, waardoor een groter aanta bedrijven mogeijk is dan de zestien waar de raad van is uitgegaan. indien in het pan is gewaarborgd dat sechts bedrijf per bouwpercee is toegestaan, is vogens Tieemans geen maximum bebouwingpercentage nodig. Nu tussen partijen niet in geschi is dat sechts bedrijf per bouwpercee mogeijk zou moeten zijn, zodat maximaa zestien bedrijven kunnen worden gevestigd in het pangebied, ziet de Afdeing aaneiding het betoog aeen in zoverre te behandeen. Naar het oordee van de Afdeing vogt uit de panreges niet dat op een bouwpercee niet meer dan bedrijf gevestigd mag zijn. De definitiebepaing van bouwpercee suit niet uit dat zich meerdere bedrijven op bouwpercee vestigen, bijvoorbeed in hetzefde gebouw. Nu de raad in zoverre niet heeft bereikt, wat hij heeft beoogd, is het pan in zoverre onzorgvudig voorbereid. Het betoog saagt. Groene inpassing 10. Tieemans voert aan dat de groene inpassing van het bedrijventerrein tussen zijn woning en het bedrijventerrein onvodoende gewaarborgd is. Vogens hem had een voorwaardeijke verpichting voor het oprichten en in stand houden van de opgroeiende bepanting moeten worden opgenomen. Geet hierop staat niet vast dat zijn uitzicht op de bedrijven za worden beperkt door deze groene inpassing.

11 /1/R mei 2016 De raad stet dat tijdens informatieavonden is afgesproken dat het inrichtingsvoorste uit de toeichting za worden uitgevoerd, geijktijdig met de start van de bouwrijpwerkzaamheden. Dit is ook opgenomen in het vaststeingsbesuit. Aan Tieemans is een voorste gedaan voor de invuing van de groenstrook met ongeveer 5 tot 10 m bospantsoen achter zijn woning-en het doortrekken van de rij indebomen. Geet op de afstand tussen zijn percee en de bedrijfsgebouwen en de maximum hoogte van de bedrijfsgebouwen van 6 is dit vodoende om het zicht aan de bedrijfsgebouwen te ontnemen. Na aaneg van het groen wordt dit opgenomen in het gemeenteijke groenonderhoudspan. De gronden bijven in zoverre in eigendom van de gemeente, adus de raad. De Afdeing overweegt dat de raad heeft toegezegd dat de groenvoorziening za worden aangeegd en onderhouden. n het raadsbesuit van 28 me 2015, waarbij ook het pan is vastgested, is in dat kader besoten bij de toekomstige start van het bouwrijp maken van het pangebied direct de gehee groenzone in te panten._nu het gemeentebestuur het in zijn macht heeft om bedoede maatregeen te treffen en niet is gebeken van beemmeringen die zich hiertegen verzetten, is de Afdeing van oordee dat de raad in redeijkheid heeft kunnen afzien van het opnemen van verpichtingen daartoe in het pan. Het betoog faat. ir;g if ir i r i ri i i ig ri is Bestuurijke /us i 11. De Afdeing ziet in het beang van een spoedige beëindiging van het geschi aaneiding de raad op te dragen om binnen 20 weken na verzending van deze uitspraak de in overwegingen 8.2 en 9.3 genoemde gebreken in het bestreden besuit te hersteen. De raad dient daartoe met inachtneming van deze uitspraak: asnog toereikend te onderbouwen dat het pan voorziet in een actuee regionae behoefte, as bedoed in 'artike tweede id, van het Bro; het pan te wijzigen, zodanig dat in de panreges is gewaarborgd dat bedrijven sechts zijn toegestaan indien tevens een bedrijfswoning wordt gebouwd, sechts bedrijf per bouwpercee is toegestaan en bouwen van bedrijfsbebouwing sechts is toegestaan indien aan de parkeernormen wordt vodaan; dan we te besuiten het pan in te trekken. De raad dient de Afdeing en de betrokken partijen de uitkomst van de uitvoering van de voormede opdracht mede te deen en een eventuee wijziging van het besuit op de wetteijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te deen. indien de raad besuit tot een gewijzigde panregeing hoeft afdeing 3.4 van de Awb niet te worden toegepast. De Afdeing ziet voorts aaneiding om met toepassing van artike 8:8Ob, derde id, van de Awb de hierna vermede vooropige voorziening te treffen. ji i Proceskosten 12. n de einduitspraak za worden besist over de proceskosten en vergoeding van het betaade griffierecht.

12 A /1/R mei 2016 Besissing De Afdeing bestuursrechtspraak van de Raad van State: i. draagt de raad van de gemeente Boeke QQ om binnen 20 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen; asnog toereikend te onderbouwen dat het pan voorziet in een actuee regionae behoefte, as bedoed in artike tweede id, van het Bro; het pan te wijzigen, zodanig dat in de panreges is gewaarborgd dat bedrijven sechts zijn toegestaan indien tevens een bedrijfswoning wordt gebouwd, sechts bedrijf per bouvvpercee is toegestaan en bouwen van bedrijfsbebouwing sechts is toegestaan indien aan de parkeernormen wordt vodaan; dan we te besuiten het pan in te trekken; de Afdeing en de andere partij de uitkomst mede te deen; eventuee intrekking of wijzigingen van het besuit op de wetteijk voorgeschreven wijze bekend te maken; schorst bij wijze van vooropige voorziening het besuit van de raad van de gemeente Boeke van 28 mei 2015, kenmerk AB/ tot het moment waarop het besuit waarmee het pan wordt gewijzigd of ingetrokken in werking treedt. Adus vastgested door van Buuren, voorzitter, en Wiebenga en Michies, eden, in tegenwoordigheid van ten Wode, griffier. Van Buuren De griffier is verhinderd de uitspraak voorzitter te ondertekenen. Uitgesproken in het openbaar op 4 mei Verzonden: 4 mei 2016