SNOWBOARDMATERIALEN VTK GOES LOUVAIN-LA-NEUVE ARCHITECTUUR: FALENDE STRUCTUREN POOLZALEN IN LEUVEN

Transcriptie

1 Ir.Reëel België - Belgique P.B. Leuven 1 2/649 VLAAMSE TECHNISCHE KRING Semesterieel - Editie 3 : februari - april 2009 magazinenummer P SNOWBOARDMATERIALEN VTK GOES LOUVAIN-LA-NEUVE ARCHITECTUUR: FALENDE STRUCTUREN POOLZALEN IN LEUVEN V.U. Vincent Goffin, Studentenwijk Arenberg 6, bus 0, 3001 Heverlee - Afzender: Vlaamse Technische Kring vzw - gratis exemplaren - Afgiftekantoor: Leuven 1

2 We bieden je geen job in de chemie. Wel een loopbaan bij BASF. Ga snel naar onze jobsite om er onze vacatures te ontdekken:

3 Ir.Reëel 3 februari - maart - april 2009 Snowboardmaterialen 36 Velen onder ons zijn gaan snowboarden tijdens de lesvrije week, hoog tijd dus om eens te kijken uit welke materialen die ene lat waar je op gestaan hebt, gebouwd is. Snowboards (en ski s) zijn hoogtechnologisch materiaal, dat best wel de moeite is om onder de loep te nemen. Sport: Wingsuit Flying 8 & American Football Deze keer hebben we twee sporten onder de loep genomen: wingsuit flying en American Football. Allesbehalve alledaags, dus zeker de moeite om er wat meer over te leren! Poolzalen in Leuven 12 Afterlife Tim & Ger 30 Je gaat af en toe wel eens poolen met je maten, maar het is altijd zo n gedoe om te weten waar? Lees dan zeker onze vergelijkende studie van alle grote poolzalen in Leuven en ontdekt welke poolzaal het best aan je eisen voldoet, om daar dan vele avonden in de week te slijten. We gingen op bezoek bij Philips en sloegen er een praatje met een recent afgestudeerde ingenieur: Tim, en een er al iets langer werkende: Ger. Lees mee over wat ze nu doen, waarom ze dat doen en hoe hun studies waren. Inhoud 4 Proffenwoordje & Colofon 5 Praeses vs Vice 6 In zee met Dutré 7 Skireis Fotospecial 8 Sport 12 Poolzalen in Leuven 15 BEST 16 Culinair 18 Column 20 Telex 22 Goedfout 23 Groep 5 doorgelicht 24 Fotopagina 26 Publireportage Bekaert 28 Vetcool 30 Afterlife: Tim & Ger 33 Existenz 35 Pop-poll s 36 Snowboardmaterialen 40 Architectuur 42 Louvain-la-Neuve 46 Spelletjes & Multimedia Redactioneel Existenz Vooral bekend omwillen van hun über-hippe Bauhouse feestjes, maar Existenz is zoveel meer en dat mag ook eens verteld worden! Architectuur The worst nightmare van menig architect en bouwkundige: falende structuren! Op het ogenblik dat we deze Ir.Reëel aan het schrijven zijn, zitten we nog volop tijdens de examens. Tegen dat jullie deze Ir.Reëel lezen, zijn de punten al bekend. Trek er je lessen uit, maar vergeet ook niet de bloemetjes buiten te zetten volgend semester, want daar ga je zeker de kans toe krijgen, kijk maar eens naar de kalender op de centerfold - dat je enkel oog zou hebben voor de foto is niet onze fout... Weerom veel boeiende zaken in deze editie, neem vooral een kijkje naar Existenz, want onze archi s mogen er uiteraard ook zijn! Verder nog: Theo die zijn zegje doet, een onderzoek naar de beste poolzalen in Leuven, een bezoekje aan Louvain-la-Neuve, een artikel over snowboards,... VTK Communicatie Ir.Reëel 3 3

4 Proffenwoordje: Theo Van der Waeteren Een nieuwe rubriek in de Ir.Reëel, en hopenlijk een blijver: het proffenwoordje. Elke keer laten we een prof aan het woord over vanalles en nog wat, serieuze en minder serieuze zaken. Het is aan professor emeritus Theo Van der Waeteren om de spits af te bijten met: hoe beleg ik mijn geld? Geld beleggen is nu niet bepaald een probleem waar arme studenten van wakker liggen. Maar misschien is hun papa, of die van hun vriendin (of vriend) niet zo onvermogend. Men moet plannen op lange termijn. Het is dus niet zo gek dat deze studenten, als toekomstige erfgenamen, aan hun voorzaten verstandig advies zouden geven, gestoeld op solide wetenschap zoals het een ingenieur past. Hoe beleg ik op een verstandige manier mijn geld? Kopen wij obligaties of aandelen? En welke dan precies? Of zetten wij een gedeelte op een spaarboekje? Waarom geen goud of onroerende goederen? Ontelbaar zijn de zogenaamde producten die ons door de banken worden aangeprezen. Velen kennen wel een bankbediende of directeur die verondersteld wordt daar allemaal het fijne van te weten en wiens raad hier meer dan welkom is. Sommigen nemen een abonnement op een van de talrijke gespecialiseerde tijdschriften. Experten leggen het allemaal haarfijn uit. Zij hebben steeds een zinnige verklaring bij de hand als het achteraf verkeerd loopt. Als de voorspelling dan al eens uitkomt, wordt dit dik in de verf gezet. Anderen vertrouwen alleen zichzelf en denken een systeem ontdekt te hebben om vlug rijk te worden. Speculeren kan zelfs een passie worden of een spannend tijdverdrijf in clubverband. Groep A: deze groep moddert maar wat aan, leest geen enkel adviserend tijdschrift, laat alles beslissen door het toeval. Als men tot deze groep wil behoren, zou men een vaas kunnen nemen met daarin een verzameling briefjes waarop allerlei mogelijke beleggingsformules vermeld staan. Men doet daaruit een wisselvallige trekking. Bij de samenstelling van deze vaas moet men er natuurlijk wel voor zorgen dat ze een neutrale afspiegeling is van de verschillende keuzemogelijkheden. Zij moeten daarin vertegenwoordigd zijn in een verhouding die zo goed mogelijk overeenstemt met deze van de beleggerswereld in het algemeen. Wat zij doen komt dan perfect overeen met het nemen van een significante steekproef om de gemiddelde opbrengst van alle beleggingsmogelijkheden te schatten. Deze representatieve steekproef moet aselect zijn, d.w.z. dat de deelnemende elementen wisselvallig moeten gekozen worden. Besluit: de gemiddelde opbrengst van deelgroep A is gelijk aan deze van de totale beleggerspopulatie. Gevolg: het gemiddelde van de complementaire groep, d.w.z. alle anderen die niet het toeval laten beslissen, is ook gelijk aan dit algemeen gemiddelde, niet meer of niet minder. Binnen deze complementaire groep maken we weer een onderverdeling. We hebben nu al twee groepen die, hetzij het gemiddelde, hetzij iets meer hebben. Wie heeft er dan minder dan het gemiddelde? Natuurlijk diegenen die niet tot deze twee groepen behoren, zoniet zou een gemiddelde geen gemiddelde meer zijn. Groep C: tot deze groep behoren dus diegenen die menen dat zij een goede strategie hebben. Zij volgen de adviezen die men kan lezen in allerlei financiële tijdschriften. Ook zij, die op amateuristische wijze hun eigen analyses maken, behoren tot deze laatste groep C. Samenvatting Groep A: ze gooien ernaar met hun pet. Zij hebben het algemeen gemiddelde volgens de theorie van de representatieve steekproef. Groep B: deze groep bestaat uit experten: zij hebben normaal meer dan het gemiddelde. Groep C: de amateurs, zij die zich laten leiden door het deskundig advies van tijdschriften of zogenaamde experten. Zij hebben samen minder dan het gemiddelde. Hun inzichten of de gevolgde adviezen zijn misschien niet fout, maar zij komen meestal te laat. Welke strategie zou men nu kunnen volgen indien men zelf geen spitstechnoloog is in de beursproblematiek en ondanks dit gemis toch nog behoorlijk wil scoren? Eigenlijk is het zeer eenvoudig: laat u nooit leiden door het advies van zogenaamde experten, zelfs al schrijven ze hun deskundige raadgevingen in kranten en tijdschriften. Doe dat zeker niet indien dit advies voor iedereen toegankelijk is. Kortom; gooi ernaar met uw pet; laat het toeval beslissen in uw plaats. Dit lijkt paradoxaal, maar kan gemakkelijk bewezen worden. Om de zaken te vereenvoudigen gaan we de beleggerswereld onderverdelen in drie groepen: A, B en C. Colofon Ir.Reëel: Gratis kringblad van de Vlaamse Technische Kring vzw, Leuven Redactie en layout: Adelheid De Muynck, Jelle Peeters, Stéphane Marichal & Vincent Goffin Groep B: deze groep omvat al diegenen die kunnen beschouwd worden als de grote specialisten ter zake. Zij zitten het dichtst bij de informatiebronnen. Zij hebben legale (of illegale) voorkennis. Zij maken met hun geavanceerde computers grondige analyses op basis van allerlei zogenaamde betrouwbare indicatoren. Zij kennen de psychologie van de beurs. We mogen aannemen dat deze spitstechnologen toch wel iets meer moeten winnen dan het algemeen gemiddelde. Was dat niet zo, dan was onze stelling nu al bewezen, nl. dat men even goed alles aan het toeval kan overlaten. Contact: Communicatie VTK vzw, Studentenwijk Arenberg 6 bus 0, 3001 Heverlee, tel.: 016/ , communicatie@vtk.be Verschijning: 4 maal per jaar, oktober-december-februari-mei Algemeen besluit Het volstaat niet een goede voorspelling te maken. Men moet daarin beter presteren dan de gemiddelde beroeps- of amateuranalist, zoniet is het beter helemaal niet na te denken en gewoon het toeval te laten beslissen. Beknopt uitgedrukt: half slim zijn is slechter dan helemaal dom. Het kan natuurlijk, ondanks deze wijze raad altijd ook nog tegenvallen. Dan verliest uw schoonpapa zijn centen en jij wellicht ook je vriendin (of vriend)... Oplage: 2200 exemplaren Advertenties: VTK Bedrijvenrelaties, br@vtk.be Druk: Drukkerij Peeters, Herent 4 Ir.Reëel 3

5 De ingenieur dient een voorbeeld voor de maatschappij te zijn. In tijden van chaos en paniek dient hij het hoofd koel te houden en met haalbare en originele oplossingen voor de dag te komen. Wanneer auto s niet meer rijden en de grond plots onbewandelbaar is geworden, zal de ingenieur een gepaste manier voorzien om van punt A tot punt B te reizen. Wanneer de kranen niet meer onder druk staan, zal de ingenieur een plan bedenken om uw dorst te lessen. Een held, een patriot, een onvermoeibare en haast onoverwinnelijke strijder der wetenschappen. Maar hoe komt deze an sich pietluttige persoon aan zulke hemelse krachten? De ingenieur wordt vanaf zijn inwijding opgeleid in de wereld van de getallen. Let op, niet zomaar iedereen kan ingewijd worden. Het gen moet aanwezig zijn, men zegt wel eens: ingenieur word je niet, dat ben je of ben je niet!. De wereld van de getallen is een abstracte wereld, deze is niet rond maar hooguit complex. De ingenieur leert van zijn onaantastbare mentoren om te gaan met verschillende graden van complexiteit. Gelukkig maar, want het staat buiten kijf dat de drie dimensies die normale stervelingen zien verre van voldoende is om de aangehaalde problemen correct te kunnen benaderen. Wanneer een probleem zich stelt in de levensloop van de ingenieur, trekt hij zijn vectorwapen uit de schede der verzameling Rn en gaat de wanorde te lijf. De entropie wordt benaderd vanuit verschillende oogpunten en er wordt gestreefd naar een optimale convergentie. Helaas, soms is het probleem overgedimensioneerd en zal de ingenieur tekort schieten met zijn vector van kennis. Gelukkig heeft de ingenieur nog allerlei tools achter de hand. Iedereen die ondergetekende vergezelde naar het verre oosten, kan vermoedelijk raden waar hij op doelt. De ingenieur kan de hulplijn der vriendschap en collegialiteit aanroepen! Samen met zijn collega s van verscheidene afkomst kan het zogenaamde team hun vectoren samenleggen en als het ware transmuteren tot een vector van huiveringwekkende dimensie. Vectoren der materialen, tandwielen, schakelingen, verbouwingen en hun ontwerpen, erlemeyers en bits spannen samen de verzameling der getallen op hoewel ze niet orthogonaal zijn, laat staan orthonormaal! En welke betweter, ladyboy of politieker zal de onweerlegbare wijze woorden van een team van ingenieurs betwisten? Ook wanneer het monster van wantrouwen de wereld gegijzeld houdt, zullen de ingenieurs uiteindelijk de uitweg bieden, geloof mij. Jonas Boonen, Praeses Praeses vs. Op het eerste zicht lijkt de vrouw eenvoudig. Zo doet ook deze vraag vermoeden quasi ongevaarlijk te zijn en zeker niet in staat om significante gevolgen te hebben. De eerste reactie van Bosto was natuurlijk en begrijpelijk. Volgens hem kon met de getabelleerde vrijgekomen energie na verbranding en het rendement van een virtuele motor en elektriciteitsgenerator het vraagstuk snel opgelost worden. Uiteraard was dit één van de twee juiste antwoorden. Volgens Wang volstond het echter niet. Met als gevolg dat Bosto de benzine in een virtuele auto moest gieten met bekend veronderstelde brandstofefficiëntie en vermogen. Het is op dit keerpunt dat de destructieve kracht van de onheilige vraag komt piepen. Het was immers niet bekend en wél belangrijk hoeveel wielen deze virtuele auto had. Ook het effect van de kleurtjes en het al dan niet intern aanwezig zijn van twee dobbelstenen aan een touwtje op de performantie kon niet verwaarloosd worden. Het was al bij de Maya s (die ook ten onder gingen aan deze waanzin) bekend dat blauwe LEDs een auto gewoonweg sneller en beter maken. Doch werd er over deze blauwe hebbedingetjes met geen nullen, enen of woorden gewag gemaakt in de opgave. Het is in deze fase van het beredeneren dat er gigantisch veel entropie gegenereerd wordt en dat de hele omgeving uiteindelijk meegesleurd wordt in een inferno aan loze vragen en zinloze conversies tussen de kleur blauw en zetels met een schapenvachtmotiefje. Bosto was echter een gedreven aanhanger van gerandomiseerde logica, zodat hij na lang peinzen het ware antwoord op de vraag ontdekte. Nadat hij Wang ombracht met het hakmes van zijn vader wegens het stellen van ambetante vragen, liet hij een gloeilamp van 100 Watt branden door ze rijkelijk te besprenkelen met een liter bezine en een snuifje ontsteking toe te dienen. Met de chronometer in de hand zou hij weldra vertrouwd zijn met het tweede juiste antwoord op een van de zeven mottige vragen van het universum... Vice Alle gloeidraden ter zijde denkt nu wel iedereen dat je een analfabeet bent omdat je deze Ir.reëel ondersteboven lijkt te lezen... Lieven Smekens, Vice-Praeses Bosto is een burgie. En een rijstmerk. Wang is dan weer een lastige Vietnamees. En zoals het lastige Vietnamezen betaamt stellen ze ambetante vragen. Op een drukkende winterzomerdag (winter op het ene halfrond, zomer op het andere) vormde Wang een vraag die twee dagdagelijkse zaken combineerde tot een gevreesde zinsconstructie die al menig beschaving ten gronde heeft gericht. De oorzaak van dit verwoestend effect kan slechts gedeeltelijk verklaard worden met behulp van eekhoorntjesfysica. Wang vroeg aan Bosto hoeveel uur een 100 Watt gloeilamp kon branden met één liter benzine... Ir.Reëel 3 5

6 In zee met Dutré Toegegeven, het is voor sommigen (velen?) niet altijd eenvoudig om s ochtends uit hun bed te kruipen en zich naar de les te slepen. Nota s kan je meestal bij een medestudent scoren en via VTK heb je toch reeds een puike cursus. Voor diegenen die echter toch wat meer willen weten over de prof die ze misschien zelden zien, stelde we wat algemene vragen aan professor Dutré. Wat is de boeiendste evolutie in uw vakgebied het afgelopen jaar/semester? Moeilijke vraag, omdat er in een snel evoluerend domein als computerwetenschappen zoveel evoluties elkaar opvolgen, dat het moeilijk in te schatten is wat nu een blijvende verandering is en wat hype. Maar een interessante trend is om in computer graphics meer en meer gebruik te maken van online foto-collecties genre Flickr. Zo kunnen reeds foto s voor de familie-collectie esthetisch beter gemaakt worden door naar gelijkaardige foto s online te zoeken, of kunnen 3D reconstructies van gebouwen gemaakt worden, enkel door toeristen-snapshots van bvb. de Notre Dame van het net te halen. Wat is de boeiendste evolutie algemeen het afgelopen jaar/semester? Barack Obama. Het blijft sterk hoe een politicus als Obama mensen kan inspireren. Ik wens echt dat we in Europa ook wat meer mensen van dat kaliber zouden hebben. Iets grappig, verbazingwekkend,... uit uw colleges dit semester of uit de academische wereld Het feit dat rector Vervenne negatief geëvalueerd werd en geen tweede termijn als rector mag vervullen, maar dat dit amper invloed heeft op het reilen en zeilen van individuele departementen. De Celestijnenlaan ligt blijkbaar ver weg van de Naamsestraat. Verbazingwekkend is ook hoe in het vak P&O in het 3de jaar studenten van scratch robotjes maken die autonoom tikkertje spelen met elkaar. Daar was ik echt van onder de indruk. Toen ik zelf student was werd het nog als een kamikaze-missie beschouwd om met een prof te gaan praten Wat heeft u verwezenlijkt dit semester/jaar? Professioneel: In april 2009 vindt Eurographics plaats, de grootste jaarlijkse computer graphics conferentie in Europa waarin iedereen die iets betekent in het graphics-wereldje naar afzakt. Dit jaar ben ik co-voorzitter, wat de afgelopen maanden heel wat werk met zich heeft meegebracht: selecties maken van alle ingezonden onderzoekswerk samen met een internationaal programma-comité, zeer vele contacten met graphics-onderzoekers wereldwijd, en je naam voorin in de zogenaamde Proceedings van de conferentie. Een dergelijke job is niet enkel goed voor het ego, maar is eigenlijk vooral een erkenning die je krijgt van je Europese en Amerikaanse collega s. Ik beschouw het dan ook als een mooie bekroning van mijn onderzoekscarrière tot nu toe. Persoonlijk: Ik ben dit jaar verhuisd van Leuven-centrum naar het landelijke Liezele, halverwege tussen Brussel en Antwerpen. Eindelijk geen zatte studenten meer onder mijn raam om 4 uur s nachts die hun liefde voor JAVA komen betuigen - alhoewel ik dat wel redelijk grappig vond. Anderzijds moet ik nu met de wagen naar McDonalds en de FNAC, en ben ik al maanden niet meer in het boekencafé De Drij Coppen in de Schrijnmakersstraat geweest. Wat wil u dit semester nog verwezenlijken? Mijn lessen iets interactiever maken, zodat we minder eenwegscommunicatie hebben. Ik start elk semester met goede voornemens om hier werk van te maken, maar ben nooit echt tevreden met het bereikte resultaat. Welk boek, welke cd, welke film of toneelstuk heeft u wel kunnen boeien dit semester? The Last Lecture, door Randy Pausch. Pausch ( ) was een professo computerwetenschappen (specialisatie computer graphics) aan Carnegie Mellon University, die met een fatale kanker gediagnosteerd werd. In september 2007 heeft hij een Last Lecture met als titel How to Achieve your Childhood Dreams gegeven, waarin zijn levenswijsheid vervat zit die hij wou doorgeven aan zijn kinderen. Omdat alles vanuit een academisch perspectief als lesgever bekeken wordt, heeft ze mij zeer sterk kunnen boeien en zeer ontroerd. De Last Lecture heeft heel wat weerklank gevonden in de Amerikaanse media, omdat ze zoveel energie en optimisme uitstraalt. Ik heb dit boekje reeds aan zeer vele mensen aanbevolen; een videoopname is ook te bekijken op YouTube. Een absolute aanrader. Welke evolutie merkt u op bij uw studenten? Een goede evolutie is dat studenten steeds mondiger worden, en de drempel om professoren aan te spreken steeds kleiner wordt. Dat vind ik echt positief. Toen ik zelf student was werd het nog als een kamikaze-missie beschouwd om met een prof te gaan praten. Wat wel jammer is, is dat die mondigheid niet altijd tot betere en leukere lessen aanleiding geeft, maar er vooral op schijnt uit te draaien dat de hoeveelheid jammerklachten over alles-en-nog-wat toeneemt. Ik betrap er mezelf af en toe op dat ik denk Djeezes, stop eens met zagen, je zit aan de unief, niet meer in het middelbaar. Het gevaar van een grumpy old man te worden loert steevast om de hoek ;-). Ir.Reëel 3 6

7 Ir.Reëel 3 7

8 Extreme Sporten: Wingsuit Flying We zetten in dit deel een extreme sport in de kijker! Wat extreme sporten zijn? Dat wordt in dit artikel vast en zeker duidelijk. De term Extreme Sports is iedereen wel bekend, maar welke sporten nu extreem zijn, daar valt over te discussiëren. Er zijn wel enkele kenmerken die in elke extreme sport terugkomen. Hoewel ze niet alleen voor de jeugd weggelegd zijn, worden de meeste toch beöefend door een jonger-dan-normaal publiek. Een andere eigenschap van de meeste extreme sporten is dat ze meer solitair zijn. De belangrijkste eigenschap is echter dat het sporten zijn waar veel gevaar aan gebonden is. Dit komt omdat men zich ernstig kan verwonden en zelfs kan sterven aan complicaties die men oploopt als men valt. Mensen beoefenen dit soort sporten omdat men er een kick van krijgt. Waarom dan? vraag je je waarschijnlijk af. De bijnieren gaan het hormoon adrenaline maken wat werkt als een natuurlijke drug, hierdoor heeft het ook een verslavende werking. Adrenaline-junkies zijn hier verslaafd aan en willen daardoor steeds meer, hoger of sneller. Wingsuit flying Wingsuit flying is een relatief nieuwe sport en heeft zijn roots in het parachute springen. Het verschil zit hem er in dat bij wingsuit flying de springer een speciaal soort pak aan heeft, namelijk een wingsuit. (vertaald in vleugelpak) Dit pak zorgt er voor dat de menselijke contouren omgevormd worden tot deze van een vleugel, die dan een opwaartse kracht kan genereren. Het pak bestaat onder andere uit stof genaaid tussen de armen en de zij en tussen de benen in. De delen zelf kunnen dan, indien nodig, verwijderd worden om een vlotte landing te garanderen. Je kan vliegen met een wingsuit van elk punt dat voldoende hoogte heeft om te kunnen glijden door de lucht, zoals een vliegtuig of base-jumpplaatsen. Bij base-jumpen (de BASE staat voor Building, Antenna, Span en Earth) springt men dus van de grond. Korte geschiedenis Vleugels werden voor het eerst gebruikt rond de jaren dertig in een poging om meer horizontaal te vliegen. Deze eerste wingsuits waren gemaakt van materialen zoals zeil, hout, zijde, staal en zelfs walvisbot. Ze waren dan ook niet echt betrouwbaar. Volgens de wingsuit geschiedenis stierven 72 van de 75 mensen die hun eigengemaakte wingsuit testten gedurende de periode van 1930 tot om en rond de jaren 60. Sommige van deze vogelpakmannen legden horizontaal ettelijke kilometers af. Het waren bij de meeste helaas hun laatste... Clem Sohn and Leo Valentin waren de bekendste en inspireerden tientallen immitators. In het midden van de jaren 90 ontwikkelde de Franse parachutespringer Patrick de Gayardon een nieuw soort wingsuit dat veel veiliger en betrouwbaarder was dan voorheen. Spijtig genoeg stierf ook deze man tijdens het testen van een nieuw prototype op 13 april, 1998 in Hawaï. Volgens onderzoek stierf hij als gevolg van een ontwerpfout aan zijn pak. Toch zorgde hij er voor dat een nieuwe generatie vogelpakmannen kon ontstaan. En zo kwamen Jari Kuosma uit Finland and Robert Pecnik uit Kroatië samen en richtten ze Birdman Inc. Op. BirdMan s Classic, designed door robert Pecnik was het eerste wingsuit dat aangeboden werd aan het publiek. BirdMan was ook de eerste producent die het veilig gebruik van wingsuits promootte door middel van een handleiding. Deze is wel bedoeld voor mensen die er al minstens 200 sprongen hebben opzitten, niet voor pussies dus. Mechanische achtergrond Allemaal mooi en wel zeg je nu, maar werkt het ook echt? Ja, dat doet het. De springer springt gewapend met een wingsuit en een parachute. Uit een vliegtuig springen in een wingsuit vereist technieken die verschillen van locatie tot locatie en de grootte van de vliegtuigdeur. Dit impliceert onder andere de relatieve beweging van de wind t.o.v. het vliegtuig en de luchtstroom bij het verlaten van het vliegtuig. Ook belangrijk is het tijdstip waarop de springer zijn armen en benen moet opendoen zodat hij het vliegtuig niet raakt of onstabiel wordt door de stuwkracht gegenereerd door de relatieve wind. De vogelpakman kan de vorm van zijn lichaam manipuleren zodat hij de gewenste hoeveelheid aan lift en drag krijgt. Toch hebben de meeste wingsuits een apect ratio van 2 t.o.v. 1, wat wil zeggen dat voor elke meter die ze dalen, ze 2 meter vooruit gaan. Ze kunnen dus kiezen of ze zo lang mogelijk in de lucht willen blijven of zo ver mogelijk willen vliegen. De piloot kan dit doen door de vorm van zijn torso te veranderen of door de heupen, kniën en of schouders te draaien zodat de aanvalshoek verandert waarin de springer vliegt t.o.v. de relatieve wind. Stéphane 8 Ir.Reëel 3

9 Sport: American Football American football is een competitieve teamsport. Het doel van het spel is om punten te scoren door de bal in de end zone van de tegenstander te brengen. Punten kunnen gescoord worden door de bal over de doellijn van de end zone te dragen, door de bal te gooien naar een medespeler in de end zone of door de bal tussen de doelpalen in de end zone te trappen. De winnaar is het team met de meest gescoorde punten. Spelregels Veld en spelers De nummers op het veld geven de afstand in yards aan naar de dichtstbijzijnde end zone. American football wordt gespeeld op een rechthoekig veld met een lengte van 120 yard (110 meter) en een breedte van 53⅓ yard (49 meter). Aan de twee uiteindes van het veld bevinden zich doellijnen, die 100 yard uit elkaar liggen. Aan weerskanten van het veld ligt een end zone achter de doellijnen dat 10 yard lang is. Over het veld zijn om de 5 yard lijnen getrokken, die om de 10 yard genummerd zijn. Deze lijnen worden in de wedstrijd gebruikt om te bepalen hoeveel terreinwinst er door een ploeg per aanvalspoging gemaakt is. Aan het einde van de end zone zijn twee goal posts geplaatst, die zo n 5,6 meter hoog zijn. Tussen deze twee doelpalen hangt een lat op 3 meter hoogte boven de grond. Door de bal vanaf het veld tussen de twee doelpalen en boven de lat te trappen kan er gescoord worden. Een team bestaat uit 46 spelers en stelt 11 spelers op het veld op. Deze spelers zijn verder onderverdeeld in drie categorieën: offense (aanval), defense (verdediging) en special teams <zie volgende pagina>. Wedstrijdduur Een wedstrijd is opgedeeld in vier keer 15 minuten, met een pauze tussen het tweede en het derde kwart. De tijd verloopt niet continu. Als de speler in het veld getackeld wordt, loopt de tijd door. Wanneer een speler uit het veld rent met de bal, of de bal wordt tegen de grond gegooid bij een pass, stopt de tijd. Een gemiddelde wedstrijd duurt vaak langer dan 3 uur. Wanneer er een gelijkspel is na 60 minuten wordt de wedstrijd met 15 minuten verlengd. Dit wordt sudden death genoemd. Wanneer de stand na 15 minuten nog steeds gelijk is blijft het bij een gelijk spel. In play-offs, waarbij een winnaar aangewezen moet worden, wordt de wedstrijd net zo lang verlengd totdat de winnaar bekend is. Spelverloop Een wedstrijd begint met een toss om te bepalen welk team begint met aanvallen en welk team begint met verdedigen. Wanneer dit bekend is trapt het verdedigende team de bal van de ene kant van het veld naar de andere kant van het veld. Dit wordt de kick-off genoemd. Het aanvallende team vangt de bal en probeert zoveel mogelijk terreinwinst te maken door met de bal richting de end zone van de tegenstander te lopen, totdat het door het verdedigende team gestopt wordt. Vanaf dit punt beginnen de aanvalspogingen. Het aanvallende team heeft steeds vier pogingen om terreinwinst te maken. Eén poging wordt een down genoemd en hierin is het de bedoeling om minstens 10 yard terreinwinst te maken in de richting van de tegenstander. Wanneer het aanvallende team erin slaagt 10 yard of meer terreinwinst te maken, krijgt het team opnieuw vier pogingen. Dit gaat zo door totdat het aanvallende team scoort of totdat het verdedigende team de bal onderschept. Wanneer het aanvallende team er niet in slaagt binnen vier downs 10 yard terreinwinst te maken, dan verliest het team balbezit. Wanneer het aanvallende team balbezit verliest worden de rollen omgedraaid. De groep met aanvallende spelers verlaat het veld en voor hen komt de groep met verdedigende spelers van hetzelfde team het veld op. Het tegenovergestelde geldt voor de tegenstander, die de verdedigende groep spelers wisselt voor de aanvallende groep spelers. Scoren van punten Super Bowl trofee Een team kan op drie manieren punten scoren: Een touchdown is 6 punten waard. Een touchdown wordt gemaakt wanneer een speler met de bal in de end zone van de tegenstander komt of wanneer hij de bal in de end zone krijgt toegeworpen van een medespeler. Na het scoren van een touchdown mag er ook nog gekicked worden. Dit voor 1 extra punt, ook kan men kiezen deze kick om te vor- Ir.Reëel 3 9

10 Sport: American Football men tot nog een touchdown voor 2 extra punten. Een fieldgoal is 3 punten waard. Een fieldgoal wordt gemaakt door de bal vanaf het veld tussen de doelpalen en boven de lat te schieten. Een placekicker trapt de bal die vastgehouden wordt door een holder. Tevens is het legaal een fieldgoal te scoren door middel van een drop-kick tijdens het spel, maar dit komt niet vaak voor door de hoge onvoorspelbaarheid van de stuit van de bal. Een safety is 2 punten waard. Een safety wordt gemaakt door het verdedigende team. Dit gebeurt wanneer het aanvallende team wordt teruggedrongen in hun eigen end zone en wanneer vervolgens de baldrager getackeld wordt of uit de end zone wordt gedreven. Ook kan het verdedigende team een safety verdienen als het aanvallende team bepaalde overtredingen maakt in de eigen end zone (in de NFL, de National Football League van de VS, bij intentional grounding en bij offensive holding. In college football bij alle aanvallende overtredingen). Posities Omdat er veel verschillende taken zijn in American football hebben veel spelers hun eigen specialisatie. Een team is opgedeeld in 3 groepen: Offense (aanval), defense (verdediging) en special teams. Offense De offensive line bestaat uit 6 spelers die de opkomende tegenstanders tegen moeten houden en ruimte moeten maken voor eigen spelers die terreinwinst willen maken. De offensive line bestaat uit een center, twee guards, twee tackles en één of twee tight ends. Een quarterback is de hoeksteen van de ploeg. Hij krijgt het meeste aandacht van de media, omdat dit ook de belangrijkste positie is. De quarterback is ook een speler die bij ons wel bekend is. Maar waarom is hij zo belangrijk? Eerst en vooral moet hij de bal zeer accuraat en krachtig met de bal kunnen gooien. Hij moet de recievers kunnen vinden wanneer ze open zijn, en de bal op een plaats gooien waar de verdedigers er niet aan kunnen. Indien de verdedigers de bal onderscheppen, krijgt de andere ploeg de bal, en hebben zij een kans op scoren. Dit gebeurt soms omdat de quarterback niet alle tijd heeft om de bal weg te krijgen, omdat de defensive line, die na een tij rond de offensive line geraakt, op hem afstormt en indien deze hem kunnen neerkrijgen, is dit een sack en wordt de bal geplaatst op de plaats waar zijn knie de grond raakt. Dan gaan ze over naar de volgende down. Het doel is natuurlijk om een touchdown te scoren met de bal naar de recievers te krijgen. De quarterback kan in feite ook gebruikt worden als runningback. Hij kan, als hij niemand open ziet, zelf lopen met de bal en zelf zoveel mogelijk yards oppikken, en first downs te verkrijgen. Dit doen vooral jonge quarterbacks. De quarterback krijgt de bal van de Center (deel van de offensive line). Dit noemt men de snap. Running backs bestaan uit een Fullback en een Halfback of Tailback. De halfback is vooral gespecialiseerd in het lopen met de bal. Deze zijn meestal klein, snel, maar ook heel sterk om verdedigers van zich af te schudden. De halfback kan ook zoals de wide recievers ballen vangen die de quarterback naar hem toegooit. De fullback is groter en ook veel sterker. Het is meestal zijn job om de linebackers te blockeren en vast te houden zodat de halfback er langs kan lopen. Dit wordt ook wel leadblocking genoemd. Hij kan ook wel lopen met de bal en de bal vangen, maar hij is hier veel minder in gespecialiseerd dan de halfback omdat hij veel groter, breder en sterker is. Wide receivers zijn gespecialiseerd in het vangen van de bal op aangeven van de quarterback. Tight ends kunnen zowel de bal vangen als de tegenstander blokkeren. Defense De defensive line: de voorste linie van de Defense bestaat uit 3 tot 5 spelers (afhankelijk van de strategie van de verdediging) die zich opstellen tegenover de offensive line. Zij proberen de baldrager van de tegenstander te tackelen of de quarterback onder druk te zetten. De defensive line bestaat uit defensive ends, defensive tackles en een nose tackle. Linebackers: achter de defensive line staan 3 of 4 spelers die proberen de running back te tackelen, de quarterback van de tegenstander te bereiken of proberen receivers te dekken. Defensive backs: de laatste linie, ook wel secondary genoemd, bestaat uit 3 of 4 spelers. Ze dekken de receivers en proberen passes te onderscheppen. Special teams In specifieke situaties (bijvoorbeeld een field goalpoging of een kick-off) worden bepaalde type spelers opgesteld. Er zijn zeven soorten spelers: Een placekicker probeert te scoren door vanaf het veld de bal tussen de palen en boven de lat te schieten. Een punter laat de bal uit zijn handen vallen en trapt deze over lange afstand naar de tegenstander. Een long snapper gooit de bal over een afstand tussen de benen door naar achter naar een medespeler. Een holder houdt de bal vast op de grond, zodat een placekicker de bal kan schoppen. Een punt returner vangt de bal die de punter van de tegenstander heeft getrapt en probeert zoveel mogelijk terreinwinst te maken in de tegenovergestelde richting. Een kick returner vangt de bal die de placekicker van de tegenstander bij een kick-off heeft getrapt en probeert zoveel mogelijk terreinwinst te maken in de tegenovergestelde richting. Een gunner probeert een opkomende kick returner of punt returner te tackelen. Stéphane 10 Ir.Reëel 3