Project Darwin en Geloof

Transcriptie

1 Project Darwin en Geloof Startopdracht A. Zie werkblad B. Ik vind de evolutietheorie wel te combineren met het geloof in God of Allah, maar niet met letterlijk alles wat in de theorieën staat. Eerder dat hetgeen waar de evolutietheorie geen antwoord op geeft, het geloof wel een antwoord heeft om het compleet te maken. Je zou denken dat het allebei een andere kant op gaat, maar dat is juist hetgene waarom het kan: Het vult elkaar aan! Het geloof beschrijft hoe alles is begonnen. Namelijk dat God alles heeft geschapen. Dan komt de evolutietheorie die laat zien hoe wezens zijn zoals ze nu zijn. Natuurlijk moet er aan beide kanten wat veranderd worden omdat het daar elkaar in de weg zit. Dat is ook een reden dat evolutietheorie en het geloof tegenover elkaar staan. Kernwoorden: Natuurlijke selectie Genetische variatie Overproductie van nakomelingen Strijd om het bestaan Overleving en voortplanting Waarnemingen: 1. Variatie Evolutietheorie Individuen van populaties (= een groep dieren of planten van een soort in een bepaald gebied) vertonen kleine verschillen. Een deel van die verschillen is erfelijk. 2. Overcapaciteit Er worden meer nakomelingen geboren dan er voor de vervanging van de ouders nodig zijn.

2 Populaties die zich ongehinderd kunnen vermenigvuldigen nemen als een meetkundige reeks in omvang toe. Darwin rekende uit dat 1 paar olifanten na 700 jaar 19 miljoen afstammelingen kunnen hebben. Andere soorten planten zich nog veel sneller voort. Binnen 7 maanden kan 1 paar kakkerlakken 164 miljard nakomelingen hebben! 3 Constantie In werkelijkheid blijft het aantal individuen binnen een populatie meestal vrijwel constant. conclusies: 1.Er is een strijd om het bestaan vooral door concurrentie tussen soortgenoten (struggle for life) 2.De best aangepaste organismen overleven (survival of the fittest ). Tussenopdracht 1: Conclusie 1: Struggle for life Conclusie 2: Survival of the fittest Conclusie 3: Na vele generaties leidt dit tot evolutie. Slogan 1: Speel het spel van het leven met je mede soortgenoten. Slogan 2: Wees de sterkste en leef je leven. Slogan 3: In jouw team zullen jouw nakomelingen na vele generaties overleven en het spel overwinnen! Tussenopdracht 2: Zie werkblad. Wat zeggen vooraanstaande geleerden en geloofsleiders? Midas Dekkers: Evolutietheorie is een chagrijnige theorie: - Om geen enkele reden is de wereld ontstaan, en die wereld is nu gaande. Daar zitten we mee opgescheept. En straks is ie afgelopen en zijn we geen steek opgeschoten. - Men denkt vaak: Niet leuk dus niet waar, maar veel dingen zijn niet leuk en toch waar. Cees Dekker: Theïstische evolutie: geloof en evolutie met elkaar combineren. - Evolutie geen antwoord op waarom waar we vandaan komen en wat de zin van het leven is -> domein van het geloof

3 - Geloof geen antwoord op concrete natuur -> domein evolutie Moslim-perspectief: - Alles terug te voeren naar een bron: god, intelligent design, evolutie, oerknal,.. - Om in vrede te leven formule gemaakt: religie - Religie over nederigheid, niet arrogantie - Religie wordt arrogantie: andere versies van waarheid ontkennen om zelf maar gelijk te hebben. Brainstorm Zie werkblad Mijn standpunt Keuze 3 alternatief verhaal Selecteer Personen: - Deeltjes die zich ontwikkelen tot God - Aarde - Zon - Maan - Oerwezens o Microwezens o Dino s o Reptielen o Vogels o mensen - Darwin Geologische tijdvakken: Goed om te weten: tijdvakken Eons genoemd. Deze zijn verdeeld in Era s en die weer in periodes. (E= eon) (e= era) (p=periode) (E)Hadeïcum: eerste tijdvak. Aarde is ontstaan: Heet, onleefbaar. (e) Paleoarcheïcum: eerste leven. (E) Proterozoïcum: eerste meercellige levensvormen (p) Paleogeen: 80% van de levensvormen sterft uit. Opzet: Deeltjes die uitzonderlijk zijn en in deze tijd niet meer mogelijk zijn ontwikkelen zichzelf: God ontstaat.

4 God maakt een hete vuurbal die hij laat afkoelen. (Hadeïcum) Vervolgens maakt hij soortgelijke deeltjes als waaruit hij zelf gemaakt is en plaatst deze op aarde. (Paleoarcheïcum) Evolutie ontstaat. Cellen gaan zich delen. Eerste meercellige levensvormen ontstaan. (Proterozoïcum). Evolutie vordert. Er komen reptielen, vogels, dino s, van alles voorbij. God merkt dat er teveel levensvormen zijn. Deze kunnen nooit allemaal op de aarde blijven leven. Er moet natuurlijke selectie komen. Paleogeen breekt aan. 80% van de levensvormen sterft uit. God laat de rest evolueren. Soorten ontwikkelen zich. God kijkt naar een soort die zich boven de rest uit ontwikkelt. Dit worden apen en daarna mensen. God kijkt nog steeds toe. Wanneer wij zelf niet op tijd ingrijpen zal goed hetzelfde doen als hij tijdens het Paleogeen heeft gedaan. Hij maakt een natuurlijke selectie en zal bepaalde soorten die onderontwikkeld of te ver door ontwikkeld zijn laten uitsterven. God grijpt dus op het laatst in wanneer de wezens op aarde het zelf niet kunnen oplossen. Dit zorgt ervoor dat uiteindelijk het evenwicht op aarde terugkeert.

5 Het begin van alles Jaren en jaren geleden, toen er nog niks was. Ontstond er iets. Eerst was er niks. Geen planeten, geen sterrenstelsels en al helemaal geen leven. Zelfs tijd bestond niet. Er was niets. En je moet je dan ook niet proberen iets voor te stellen, want dat kan niet. Er is niets. Geen mens weet daar raad mee, het gaat buiten onze wereld en tijd en alles wat we weten. Maar dan, tikt de eerste seconde.. twee..drie..vier. De tijd is begonnen. En wel doordat er een paar uitzonderlijke deeltjes zijn ontstaan. Deeltjes, die vandaag de dag, onmogelijk opnieuw kunnen ontstaan. Ook deze deeltjes zijn veranderd, misschien wel verdwenen, maar hebben op weg naar wat ze nu zijn, of ooit geweest zijn, onze beschaving gemaakt tot wat ze nu zijn. Tien seconden zijn voorbij. De deeltjes zijn gegroeid en hebben zich verdubbeld. En langzaam, maar zeker vormt er iets. Het beweegt, het doet, het lijkt wel te leven! Maar hoe het er uit ziet? Dat blijft voor altijd een geheim. Niemand zal er ooit achter komen. Iedereen die denkt het af te kunnen beelden, is geen volwaardig wezen. Misschien weet je al wat er is ontstaan. Het is God, die zichzelf geschapen heeft. De deeltjes, die zichzelf gevormd hebben, vormen nu God. God kijkt om zich heen, en ziet niets anders dat leegte. Maar hij weet waarvoor hij is geboren. Hij zal deze leegte vullen. Maar hoe? Als allereerste zal er iets moeten zijn om deze leegte te vullen. Hij schept de aarde, en de zon, de maan, sterren, en planeten. De ruimte is voor een deel gevuld. Om echter alles alleen te doen dat, kan God niet. Daarom wil hij hulp, en deze zal hij zelf maken. Door middel van leven te scheppen. Hij kijkt naar zijn creaties, en ziet zijn allereerste creatie. De aarde. God beseft dat het daar moet gebeuren. Hij pakt een paar deeltjes van zichzelf, en plaatst deze in het water, dat hij op de aarde heeft gelegd. Deze deeltjes vormen het begin. De deeltjes worden cellen. De cellen gaan zich delen een de eerste meercellige levensvormen ontstaan. Het Proterozoïcum is aangebroken. God ziet dat het goed is, En dat deze cellen zich gaan delen, en delen, en delen en zo hem zullen helpen de ruimte op te vullen. Terug naar de cellen, deze delen zich nog altijd voort. De evolutie is begonnen. De cellen blijven zich maar delen en delen. Ondertussen veranderen ze ook. Er ontstaan nieuwe levensvormen. De aarde is een wereld vol levensvormen. Er lopen en vliegen dinosauriërs rond. Reptielen kruipen overal en door de lucht vliegen allerlei vogels. In het water zwemmen vissen, kwallen, van alles en nog wat. Een groot gelukkig leven. De dieren planten zich ook voort. Dit gaat zo snel dat de aarde overvol raakt. God moet iets doen, anders zal alles uitsterven. God besluit dat hij de beste soorten eruit moet kiezen. De soorten die het beste kunnen overleven en zich kunnen voortplanten en ontwikkelen. De rest zal, helaas, moeten uitsterven. God stuurt een regen van meteorieten op de aarde af. Mislukte brokstukken die hij heeft gecreëerd vliegen door de dampkring. Sommige zijn zo klein dat ze in de dampkring verbranden. Maar een groot deel stort ter aarde. Dinosauriërs worden verpletterd, uit de lucht gehaald en wat dan ook. Meteorieten slaan op planten in waardoor deze in brand vliegen en een hoop anderen meenemen. Bijna alles wordt vernietigd. Op een paar soorten na. Het Paleogeen is aangebroken.

6 Er zijn nu nog enkele soorten in leven. En deze soorten staan aan het begin van wat we nu zijn. De eerste reptielen zitten tussen deze soorten. De eerste vogels zitten tussen deze soorten. Maar ook soorten die de eerste apen zullen worden, en later ook de eerste mensen. We maken een sprong in de tijd. En dan praten we over tientallen, tot honderden miljoenen jaren later De soorten die het Paleogeen hebben overleefd hebben zich geëvolueerd. De eerste apen zijn ontstaan. Ze slingeren rond in de bomen, verzamelen voedsel, en bewaken hun territorium tegen andere groepen apen. Laten we deze apen eens van dichtbij bekijken. Binnen de groep zien we een aantal verschillen. De een is wat groter dan de ander, sommige zijn dat ook sterker. Er zijn een aantal apen die, in vergelijking met de rest, wat kleiner zijn. Ook hebben er een paar wat langere armen. Een klein aapje klimt behendig de boom in, pakt een stuk fruit, en glijdt weer naar beneden. Een grotere sterkere aap probeert het van hem af te pakken, maar het kleine aapje is sneller en wendbaarder. Hij klimt behendig een boom in, op een plek waar de grotere aap nooit kan komen en smikkelt zijn hapje lekker op. Je ziet de verschillen al he? Een volgende sprong door de tijd. We kijken naar de achter achter achter achter. In ieder geval een heleboel achterkleinkinderen. De verschillen zijn nu nog duidelijker. Er zijn nu echt grote, gespierde apen, de gorilla s. Maar ook hele kleine, zoals het doodshoofdaapje. En onze vroege voorouders, de mensapen. Een aantal daarvan groeien uit tot de mens, andere tot Orang Oetan of een andere mensaap. Wij mensen komen langzaam in beeld. Weer een heel aantal jaren later zien we dat de eerste mensen zijn ontstaan. Niet zoals we ze nu kennen. Nee, nee. Deze wezens zijn een soort half aap, half mens. Ze lopen rechtop, en communiceren met elkaar in een taal die wij vandaag de dag niet zouden kunnen verstaan. Ze hebben lange haren. Bijna een soort vacht. Een van het slaat 2 stenen tegen elkaar. De ene steen begint steeds meer op een punt te lijken. Dan pakt hij een stuk hout en bint met lange en soepele takken de steen aan de stok vast. Ze weten dus hoe ze wapens moeten maken. Natuurlijk zijn deze speren nog niet zo nauwkeurig mee en je zou er geen haas mee kunnen vangen. Maar zij gaan ermee in de rivier staan en steken dan in een keer de speer in het water, halen hem boven, en pakken de vis die eraan vast zit eraf Enige jaren later krijgen deze mensen steeds minder haar. Ze vangen nu niet alleen vis, maar ook andere beesten. En ze gebruiken alles van een dier. De vacht om hen warm te houden. Het vlees om te eten. De botten om hun hutjes te verstevigen en ga zo maar door. Afval bestaat niet. Deze mensen kunnen zich al beter vinden in de natuur dan andere soorten. Inmiddels zijn ze zo ver dat ze grotere hutten bouwen. Ze blijven langer op een plek wonen. Ze hebben wat vee en verbouwen zelf ook een aantal gewassen. Van leem, klei, stro en nog wat ander materiaal zijn de hutten in elkaar gezet. Het is een soort eerste boerderij geworden. Mensen zijn nu echt mensen. De riddertijd komt voorbij, de Grieken, Romeinen, Egyptenaren, en later de revoluties en oorlogen. In onze samenleving ontstaan door de jaren heen allerlei handige apparaten. Van een stoomtrein, tot een Ipad. Al die dingen zijn door ons mensen gemaakt. En wij ontwikkelen zo ver door dat we een gevaar voor onszelf worden.

7 Misschien over 20 jaar of over 50 jaar, 100 jaar, 200 jaar, maar God zal weer een keer ingrijpen. Of niet. Wij hebben het ons zo gemakkelijk gemaakt dat we onze planeet vervuilen en overbevolken. Wanneer we niet snel iets doen, zal onze planeet onleefbaar worden en dat betekent het einde van triljoenen jaren leven en evolutie. Misschien klaren we zelf de klus en bedenken betere en milieuvriendelijkere manieren om ons eigen voort te laten leven. Gebeurt dit niet, dan zal God ingrijpen. Het klinkt hard, maar als we niet snel iets doen, zal een deel of misschien wel heel onze samenleving uitgeroeid moeten worden willen flora en fauna overleven. Maar hoe gaat dat dan gebeuren? En kan God dit nog wel? Misschien heeft hij het al verschillende keren geprobeerd. Misschien was Ebola wel een actie van God. Wij weten het niet en willen onze mensheid laten bestaan en niet laten uitroeien. Of het onvermijdelijke moet nog komen. Misschien barsten alle vulkanen in een keer uit en vinden er overal overstromingen plaats. Of wij zijn zo machtig en zo ver ontwikkeld dat God niet meer van ons kan winnen. Wij hebben in elk geval nog een hele ontwikkeling door te maken. De evolutie is niet afgelopen en zal nooit stoppen. Maar God kijkt altijd toe.