Meetrapport Waterlichaam Loobeek_Afleidingskanaal 2010
|
|
- Saskia de Veer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Meetrapport Waterlichaam Loobeek_Afleidingskanaal 2010 Molenbeek nabij de monding in de Maas Opgesteld door: A.W.J.M. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: 17 maart
2
3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Meetpunten 5 3. Methoden van toetsen en beoordelen 7 4. Resultaten monitoring Loobeek en Afleidingskanaal Macrofauna Vissen Vegetatie Diatomeeën Waterkwaliteit Waterkwantiteit Literatuur 25 Bijlagen 27 1
4
5 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Inleiding Dit meetrapport bevat de monitoringsresultaten uit 2010 van de biologische, waterkwaliteitsen waterkwantiteitmonitoring voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) in het waterlichaam Loobeek_Afleidingskanaal 1. Het waterlichaam ligt grotendeels in het beheergebied van waterschap Peel en Maasvallei (WPM) en deels in het beheergebied van waterschap Aa & Maas. Benedenstrooms van Holthees heet de waterloop Molenbeek (of Vierlingsbeekse Molenbeek). In de Loobeek begint het KRW-deel bij het dorpje Weverslo en bij het Afleidingskanaal begint het bij de proefboerderij en eindigt bij de monding in de Maas. Dit meetrapport bespreekt voornamelijk de toestand van het WPM-deel van het waterlichaam. Bij de volgende monitoringsronde wordt het hele waterlichaam gelijktijdig onderzocht en gerapporteerd. Dit meetrapport is geschreven om waarnemingen en indrukken vast te leggen en beschikbaar te stellen voor intern en extern publiek. Dit is geen officiële verslaglegging die naar Brussel wordt gestuurd. Het waterlichaam wordt toegedeeld tot het KRW-type R5: langzaamstromende middenloop/benedenloop op zand. De gehele Loobeek en het Afleidingskanaal vanaf de instroom van de Loobeek hebben vanuit provinciaal beleid een specifieke ecologische functie (SEF) gekregen. Aan het einde van de 19 e eeuw begin 20 e eeuw is het brongebied (hoogveen) van de Loobeek ontgonnen. Vervolgens is in het gebied intensieve ontwatering en afwatering aangelegd met als gevolg een grilliger afvoerpatroon. In de zomer vindt er vaker droogval plaats en in de winter hogere piekafvoeren. De voor de landbouw meest geschikte gronden zijn ontgonnen. Op de hogere zandgronden is naaldbos aangepland met als gevolg meer verdamping. Tijdens de ruilverkaveling in de jaren 60 en 70 is de Loobeek verder genormaliseerd en zijn er een groot aantal stuwen geplaatst. In 1987 is voor de Loobeek aanvoer van Maaswater (via Helenavaart) gerealiseerd. In deze periode zijn in het beekdal ook veel buisdrainages aangelegd in de percelen om ze als grasland te gebruiken of geschikt te maken voor tuinbouw en bouwland (naar: Verlinden & Visman, 2002). Ten behoeve van een versnelde afwatering van het zijdal van de Loobeek is vlak na de tweede wereldoorlog het Afleidingskanaal gegraven (Mars, 1998). De Loobeek is voor vis vanaf de Maas niet bereikbaar en het Afleidingskanaal/Molenbeek (of Vierlingsbeekse Molenbeek) is slechts vrij optrekbaar tot de Vierlingsbeekse Molen (ter hoogte van N551-weg). Eind 2010 zijn plannen vastgesteld om de Loobeek beekdalbreed her in te richten. 1 KRW-waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal: NL99_OLB_01_8R >> 3
6 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 << 4
7 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Meetpunten Tabel 1: Monsterlocaties en meetpuntomschrijvingen. Zie bijlage 1 voor foto s van de monsterlocaties. Meetpuntcode Meetpuntomschrijving Mafa Vis Vege Diat Chemie Kwan OAFLE300 Afleidingskanaal Proefboerderij X OAFLE600 Afleidingskanaal Vredehoeve X X X OAFLE750 Afleidingskanaal voor Smakterveldlossing X X X Afleidingskanaal 100m na uitmonding OAFLE760 Smakterveldlossing X X OAFLE900 Afleidingskanaal Smakt X X X OAFLE990 Afleidingskanaal Molenbeek traject X X OLOOB300 Loobeek Haag X X OLOOB500 Loobeek Merselo X X OLOOB600 Loobeek Beekweg X OLOOB700 Loobeek Instroom Afleidingskanaal X OLOOB900 Loobeek Vredehoeve X X X X X TMX Smakt TMX Smakt X OPEKA900 Peelkanaal Vredepaal X X OEFFVNR1 Effluent RWZI Venray X Figuur 1: Ligging van de meetpunten. >> 5
8
9 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Methode van toetsen en beoordelen KRW-maatlatten: Voor de verschillende ecologische parameters zijn verschillende (deel)maatlatten ontwikkeld. Deze maatlatten zijn typespecifiek; een bovenloop wordt anders beoordeeld dan een middenloop of benedenloop of een bepaald type ven. Daarnaast is het voor de beoordeling van belang of het een snelstromende of langzaamstromende beek is. De maatlat die het slechtst scoort bepaalt het eindoordeel van de ecologische toestand voor het betreffende water. Voor sommige wateren zijn de maatlatten bijgesteld; er hoeft niet te worden voldaan aan de goede ecologische toestand (GET) maar aan een goed ecologisch potentieel (GEP). In Figuur 2 betekent dit dat de toestand al goed is bij bijvoorbeeld een EKR van 0,55 ipv 0,6. 1,0 0,8 0,6 EKR 0,4 Referentie condities of Zeer Goede Ecologische Toestand Goede Ecologische Toestand (GET) Matig Figuur 2: Beoordeling van de ecologische toestand in beken. Het eindoordeel is afhankelijk van de berekende Ecologische Kwaliteits Ratio (EKR) die berekend worden aan de hand van een aantal deelmaatlatten. De EKR ligt tussen 0 en 1,0. De klassengrenzen van de maatlat van natuurlijke wateren liggen op gelijke afstanden van 0,2 op deze schaal Vanaf een EKR van 0,6 voldoet de ecologische toestand van natuurlijke wateren aan de KRW-norm; de Goede Ecologische Toestand is bereikt. Ontoereikend 0,2 Slecht 0 Macrofaunamaatlat: Voor de beoordeling van de ecologische toestand op basis van macrofauna wordt voor beken gebruik gemaakt van drie maatlatten: 1. kenmerkende (beektype-specifieke) soorten 2. positief dominante + kenmerkende soorten (dominante soorten in referentiesituatie) 3. negatief dominante soorten (indiceren slechte ecologische toestand) De verhouding tussen kenmerkende soorten, positief dominante soorten + kenmerkende soorten en negatief dominante soorten, berekend volgens onderstaande formule, bepaalt het eindoordeel. [ 200 *( KM % / KM max) + 2* ( 100 DN %) + ( KM % DP% )]/ 500 EKR = + Hierin is KM; kenmerkende soorten (percentage van totaal aantal soorten), DN; dominant negatieve indicatoren (percentage van totaal aantal individuen), DP; dominant positieve indicatoren (percentage van totaal aantal individuen). KM max; percentage kenmerkende soorten wat onder referentiecondities verwacht mag worden. Deze factor is per beektype vastgesteld; voor R4 is KM max 26%, voor R5 is KM max 33%, voor R6 is KM max 36%, voor R13 is KM max 65%, voor R14 is KM max 51% etc. Bovendien zijn per beektype andere kenmerkende, positief en negatief dominante soorten opgenomen. De deelparamaters DN% en DP% worden bepaald in de eenheid van abundantie (de aantallen per soort wegen ook mee). Daartoe worden de werkelijke aantallen omgerekend naar een talrijkheidklasse volgens onderstaande tabel: >> 7
10 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 Aantal individuen >1808 abundantieklasse Vissenmaatlat: Voor de beoordeling van de ecologische toestand op basis van visstand wordt gebruik gemaakt van 8 deelmaatlatten met elk een eigen subdeelmaatlatscore: 1. soortensamenstelling rheofiele soorten 2. soortensamenstelling eurytope soorten 3. soortensamenstelling soorten migratie regionaal/zee 4. soortensamenstelling habitat gevoelige soorten 5. abundantie rheofiele soorten 6. abundantie eurytope soorten 7. abundantie soorten migratie regionaal/zee 8. abundantie habitat gevoelige soorten Voor het bepalen van het eindoordeel worden eerst de scores voor de soortensamenstellingdeelmaatlat (1t/m 4) en abundantiedeelmaatlat (5t/m8) afzonderlijk op de volgende wijze berekend: EKR = ((rheofiel + eurytoop)/2 + (migratie regionaal/zee) + (habitat gevoelig))/3. Het eindoordeel voor vis is het rekenkundige gemiddelde van de score voor de deelmaatlat soortensamenstelling en abundantie. Vegetatiedeelmaatlat: Voor de beoordeling van de ecologische toestand op basis van vegetatie opnames wordt gebruik gemaakt van twee deelmaatlatten met elk hun eigen deelmaatlatscore: 1. Abundantie groeivormen drijvend blad, emers, submers, flab, kroos en oeverbedekking 2. Soortensamenstelling macrofyten op basis van kenmerkende soorten Het oordeel voor vegetatie bestaat uit het rekenkundige gemiddelde van de twee deelmaatscores. Diatomeeëndeelmaatlat: Voor de beoordeling van de ecologische toestand op basis van diatomeeën wordt gebruik gemaakt van de internationale IPS-methode (Indice de Polluosensitivité Spécifique). Voor de berekening van de IPS wordt er aan elke relevante soort een gevoeligheidsgetal (s) en een getal voor de indicatiewaarde (het gewicht) toegekend (v). De IPS is een getal tussen de 0 en 20 en wordt met een formule berekend als een gewogen gemiddelde. Uit de IPS wordt een EKR berekend op basis van klassengrenzen. Overige floramaatlat: Voor het eindoordeel van overige flora (diatomeeën PLUS vegetatie) worden de deelmaatlatscores voor abundantie groeivormen, soortensamenstelling vegetatie en diatomeeën rekenkundig gemiddeld. Waterstreefbeelden Limburg: Op basis van waargenomen soorten in macrofaunamonsters kan beoordeeld worden op wat voor type levensgemeenschap de soortensamenstelling (op het moment van monsteren) het meest lijkt. Daartoe is voor Limburg een zogenaamd << 8
11 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 cenotypen-netwerk opgesteld. Dit cenotypen-netwerk (Figuur 3) is een aanvulling op het streefbeeldenhandboek voor Natuur en Water van de provincie Limburg en beschrijft zowel de provinciale waterstreefbeelden als de potentiële ontwikkelingsstadia (=cenotypen) van die streefbeelden. De rode en oranje cenotypen in de figuur betreffen de levensgemeenschappen van (zeer) belaste en genormaliseerde beken, de gele en groene cenotypen betreffen beken in halfnatuurlijke toestand en de blauwe betreffen de beken in natuurlijke toestand. Figuur 3: Cenotypen-netwerk laaglandbeken; schema van de relaties tussen de stuurparameters en de waterstreefbeelden (cenotypen). De kleuren geven het ecologisch kwaliteitsniveau van de cenotypen weer; rood = laag, oranje = vrij laag, geel = matig, groen = vrij hoog, blauw = hoog ecologisch niveau. De icoontjes geven weer wat er moet gebeuren om de overgang van het ene naar het andere cenotype te bewerkstelligen. De icoontjes symboliseren de sleutelfactoren van een groter pakket aan maatregelen voor de betreffende beek. Sladecek-index: Saprobie-index voor macrofauna volgens Sladecek (1973) waarbij Sh werkt met abundantieklassen en de Sn met werkelijke abundanties. De saprobie staat voor de hoeveelheid en intensiteit van afbraak van organische stoffen. De index werkt met een lijst van relevante soorten, waarbij per soort een saprobiewaarde en een indicatiegewicht is opgenomen in de lijst. In de Saprobie-indices speelt de talrijkheid (h) van de organismen een rol. Deze kan uitgedrukt worden in reële aantallen van een soort of aantallen die omgerekend zijn naar een (bijna logaritmische) talrijkheidsschaal. Het indicatiegewicht (G) drukt uit hoe geschikt de betreffende soort is als indicator voor een bepaalde mate van organische >> 9
12 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 verontreiniging. Wanneer een soort bij verschillende verontreinigingsgraden kan voorkomen, is zijn indicatorwaarde geringer dan wanneer deze soort beperkt is tot of zijn optimum vindt in een bepaalde graad van organische belasting. Onderstaande formule (zie Tabel 2) voor de saprobie-index leidt tot een indeling in 4 klassen en 3 bijbehorende overgangsklassen; in totaal dus 7 klassen van saprobiegraden. Bij de Sh-index wordt door het gebruik van de talrijkheidsschaal, de relatief grote invloed van de soorten die met veel individuen aanwezig zijn op de index genivelleerd (zowel voor de schone als de vuile talrijk aanwezige soorten), waardoor meer punten in de middenklassen belanden in vergelijking met de Sn-index. Tabel 2: De klassenindeling en formule van de Sladecek-Index Klasse Saprobie-index Saprobie-graad Benaming I 1,0 - <1,5 oligosaproob onbelast I-II 1,5 - <1,8 oligo-ß-mesosaproob gering belast II 1,8 - <2,3 ß-mesosaproob matig belast II-III 2,3 - <2,7 ß-α-mesosaproob kritisch belast III 2,7 - <3,2 α-mesosaproob sterk verontreinigd III-IV 3,2 - <3,5 α-meso-polysaproob zeer sterk verontreinigd IV 3,5 - <4,0 polysaproob overmatig verontreinigd S = s i * h h i i * * G G i i s i = Saprobie-waarde van soort i h i = talrijkheid van soort i G i = indicatiegewicht van soort i Van Dam-Index voor stromende wateren: Een index voor diatomeeën die een indicatiegetal voor de parameters zuurgraad (R), zoutgehalte (H), stikstofopname (N), zuurstofbehoefte (O), saprobie (S), trofie (T) en vocht (M) geeft. Op basis van een waargenomen diatomeeënsoortensamenstelling wordt per soort een indicatiegetal voor bovenstaande parameters toegedeeld. Het indicatiegetal van de totale diatomeeënsamenstelling van een monster wordt berekend als een gewogen gemiddelde van de indicatiegetallen per soort. Per parameter wordt de betrouwbaarheid van het indicatiegetal weergegeven. Deze betrouwbaarheid wordt bepaald op basis van het aantal schaaltjes dat indicerend is voor een parameter gedeeld door het totale aantal onderzochte schaaltjes. Chemische waterkwaliteit: De monitoring van de chemische waterkwaliteit vindt plaats op verschillende meetlocaties die 12 maal of 4 maal per jaar bemonsterd worden. De toetsing vindt plaats op basis van meerdere meetwaarden over de periode van een jaar welke geaggregeerd worden tot één getal. De verschillende stoffen worden verschillend geaggregeerd. De afzonderlijke metalen en ionen worden over het algemeen geaggregeerd met het 90 percentiel. De nutriënten totaal stikstof en totaal fosfaat worden geaggregeerd met het zomergemiddelde en voor ammoniak wordt het 90 percentiel gebruikt. Ook voor de algemene parameters gelden per parameter verschillende methoden; 10 percentiel(zuurstof), 90 percentiel(temperatuur) of gemiddelde(zuurgraad). De tabellen in dit rapport geven door middel van een kleur aan in hoeverre de geaggregeerde waarde per parameter per locatie de voor de KRW geldende (concept) norm overschrijdt. Blauw = zeer goed' = concentratie kleiner dan 0,5 maal de norm Groen = goed' = concentratie onder de norm << 10
13 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 Geel = matig' = concentratie overschrijdt de norm 1-2 maal Oranje = ontoereikend'=concentratie overschrijdt de norm 2-5 maal Rood = slecht = concentratie overschrijdt de norm meer dan 5 x. Voor zuurstof moet de meetwaarde juist boven de norm zijn om te voldoen en voor de zuurgraad moet deze tussen 2 normwaarden in liggen. Wanneer aan de voorwaarden voor zuurstof en/of zuurgraad wordt voldaan wordt de kleur groen weergegeven. Wanneer niet aan de voorwaarde (norm) wordt voldaan wordt de kleur rood weergegeven. >> 11
14
15 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Resultaten monitoring Loobeek Afleidingskanaal Macrofauna In juni 2010 zijn vijf meetpunten in het Afleidingskanaal en twee meetpunten in de Loobeek bemonsterd op macrofauna (zie fig.1 en tab.1). Tabel 3: Ecologische beoordeling OAFLE600 OAFLE750 OAFLE760 OAFLE900 OAFLE990 OLOOB500 OLOOB900 Macrofauna eqr 0,504 0,449 0,398 0,426 0,477 0,436 0,388 totale abundantie voor berekening positief dominanten + kenm. taxa % abund negatief dominanten % abund kenmerkende taxa % aantal Getoetst aan de R5-macrofaunamaatlat scoren de zeven monsters 0,44 ekr, matige ecologische toestand (tab.3). Dit is een vrij normale score voor een belaste en nog grotendeel genormaliseerde beek met veel wateraanvoer. In 2007 scoorde de monsters 0,36 ekr, ontoereikende ecologische toestand. Het aandeel soorten in de Loobeek en Afleidingskanaal dat kenmerkende is voor een langzaam stromende middenloop/benedenloop op zand (watertype R5) is vrij laag, gemiddeld 10,7%. In het Afleidingskanaal worden gemiddeld 11,6% kenmerkende soorten aangetroffen en in de Loobeek 8,4%. Zo worden er in het Afleidingskanaal verschillende kenmerkende soorten eendagsvliegen, kriebelmuggen, de weidebeekjuffer (Calopteryx splendens), de kever Agabus didymus en de oppervlakte wants Velia caprai caprai aangetroffen die niet in de Loobeek zijn aangetroffen. De gemiddelde stroomsnelheid in de Afleidingskanaal is hoger als in de Loobeek. Daarnaast liggen er in de Loobeek meer stuwen en vooral dichter op elkaar. Dit zorgt voor meer stagnante milieus en meer slibbezinking. De eendagsvliegen, kriebelmuggen en de kokerjuffer Hydropsyche angustipennis die aangetroffen zijn in het Afleidingskanaal zijn afhankelijk van stroming voor ademhaling en/of voedselvoorziening. Waarschijnlijk is de stroomsnelheid in de Loobeek zo laag dat bovenstaande soorten geen geschikt habitat vinden. Het aandeel van negatief dominante soorten in de Loobeek en Afleidingskanaal is nog vrij hoog; gemiddeld 29%. Het aandeel is in het Afleidingskanaal (34,2%) hoger als in de Loobeek (27,5%). Vooral op het meetpunt direct benedenstrooms van de effluentlozing RWZI Venray (OAFLE760) is het aandeel negatief dominante soorten hoog; 42%. Voornamelijk de groepen borstelwormen, slakken en vedermuggen bevatten veel negatieve soorten die talrijk aanwezig zijn. De aangetroffen soorten zijn optimaal aangepast aan omstandigheden met lage zuurstofgehaltes en veel organisch materiaal. Daarnaast komen er vrij veel waterpissebedden (Asellus aquaticus) voor. Dit is een zeer algemene soort die leeft in grove detritus en die tolerant is voor lage zuurstofgehaltes. Saprobie-index voor organische belasting In figuur 4 staat de trend van de Sladecek-index weergeven voor het Afleidingskanaal / Loobeek. De Sladecek-index wordt gebruikt om op basis van de soortensamenstelling een uitspraak te kunnen doen over de mate waarin er relatief veel of weinig dieren voorkomen die van organisch rijke omstandigheden houden. In laaglandbeken verwachten we een matige >> 13
16 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 organische belasting, maar door menselijke invloeden (mestuitspoeling landbouw, rioolwateroverstorten, genormaliseerde beekinrichting) kan de organische belasting hoger zijn. Een hoge organische belasting is voor veel kenmerkende beeksoorten een grote belemmerende factor, ook als de beekmorfologie heel natuurlijk is. De meetpunten in de Loobeek laten een sterke organische verontreiniging zien. Deze sterke verontreiniging wordt voornamelijk veroorzaakt door de sterke verstuwing, lage stroomsnelheid en overdimensionering waardoor veel slib kan bezinken. Het afbreken van dit slib kost veel zuurstof. In het Afleidingskanaal is vlak voor en na het effluentlozingspunt van de RWZI Venray ook een verhoging van de verontreiniging te zien. In vergelijking met 2007 is de verontreiniging net benedenstrooms de RWZI (OAFLE760) afgenomen van zeer sterk naar sterk verontreinigd. 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 OAFLE600 OAFLE750 OAFLE760 OAFLE900 OAFLE990 OLOOB500 OLOOB900 Figuur 4 Beoordeling m.b.v. de Sladecek saprobie-index op basis van abundantieklassen. 14 <<
17 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Vissen Het Afleidingskanaal is in september 2010 bemonsterd op drie meetpunten. De Loobeek is in september 2007 bemonsterd op drie locaties in het kader van een nulmeting voor herinrichting. Er hebben in de tussentijd geen veranderingen (bijv. herinrichting) plaats gevonden. Er wordt aangenomen dat de visstand van de Loobeek, zoals aangetroffen in 2007, niet wezenlijk afwijkt van die in Tabel 4 Beoordeling visstand m.b.v. KRW-vissenmaatlat voor watertype R5 (bijlage 3: volledige uitdraai) In totaal scoort de visstand in het WPM-deel van het beheergebied-overschrijdende waterlichaam 0,37 ekr op de natuurlijke maatlat. In totaal zijn er 19 vissoorten aangetroffen, allemaal soorten die algemeen in Limburg voorkomen.. Er is weinig verschil tussen de visbestanden van de Loobeek en het Afleidingskanaal. Het aandeel en het aantal stromingsminnende (rheofiele) soorten is vrij laag en bestaat grotendeels uit riviergrondels en bermpjes. Door de normalisatie, overdimensionering en verstuwing ontbreken typische beekmilieus. Hierdoor is het aandeel weinig kritische soorten van stilstaande milieus (eurytope soorten) hoog en het aandeel rheofiele soorten laag. Door de verstuwing is het aandeel migrerende soorten zeer klein, gemiddeld 1%. >> 15
18
19 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Vegetatie Op 24 en 29 juni zijn op twee trajecten in de Loobeek (OLOOB500, OLOOB900) en vier trajecten in het Afleidingskanaal vegetatieopnames uitgevoerd. Elk traject heeft een lengte van 100 meter. In totaal wordt het waterlichaam Loobeek_Afleidingskanaal voor vegetatie beoordeeld als 0,597 ekr (matige ecologische toestand)(fig.5). De goede ecologische toestand (0,6 ekr) wordt net niet gehaald. Figuur 5 Ecologische beoordeling vegetatie m.b.v. KRW-R5-maatlat Het traject direct benedenstrooms het lozingspunt van de effluent van de RWZI Venray wordt een stuk slechter beoordeeld als de andere trajecten, 0,328 ekr (ontoereikend). De lage beoordeling wordt voornamelijk veroorzaakt door de grote abundantie van draadalgen. Op dit traject vormen draadalgen 30% van de bedekking in tegenstelling tot 0-5% op de overige trajecten. Daarnaast zijn op dit traject de minste soorten aangetroffen de relevant of kenmerkend zijn voor het R5-watertype (langzaamstromende midden/benedenloop op zand). Het mondingstraject OALFE990 wordt het best beoordeeld, 0,671 ekr (goede ecologische toestand). Dit is het enige traject waar een boomlaag op de oever aanwezig is. Op dit traject zijn de meeste soorten aangetroffen de relevant of kenmerkend zijn voor het R5-watertype. De aangetroffen planten in de Loobeek en het Afleidingskanaal komen zeer algemeen voor. >> 17
20
21 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Diatomeeën Diatomeeën zijn in het vroege voorjaar van 2010 bemonsterd (stukjes riet/vegetatie) in de benedenloop van de Loobeek (OLOOB900) en in het Afleidingskanaal (OAFLE900). Tabel 5 Toetsing aan de KRW-diatomeeenmaatlat voor het watertype R5 Getoetst aan de KRW-maatlat wordt de Loobeek beoordeeld met 0,55ekr (tab.5), matige ecologische toestand op de natuurlijke maatlat. In vergelijking met 2007 is dit een achteruitgang. Toen scoorde hetzelfde meetpunt 0,79 ekr, goede ecologische toestand. Getoetst aan de Van Dam-Index (Van Dam, 1994)(tab.6) blijkt de zuurgraad en zoutgehalte nauwelijks veranderd. De concentratie organische gebonden stikstof is sterk gestegen t.o.v Daarmee is de hoeveelheid zuurstof is het water ook afgenomen van ongeveer >85% naar >55% verzadiging. Hiermee is de saprobie toegenomen van nauwelijks verontreinigd naar matig verontreinigd. De voedselrijkheid (trofie) van het water lijkt juist weer gedaald, van hypereutrafent naar meso-eutrafent. De aangetroffen diatomeeënsamenstelling in de Loobeek indiceert een verslechtering ten opzichte van Tabel 6 Toetsing met de Van Dam-Index (zie bijlage 4 voor toelichting) Het meetpunt in het Afleidingskanaal (OAFLE900) ligt benedenstrooms van het punt waar de Loobeek in het Afleidingskanaal stroomt en bevat dus het water van beide waterlopen. Getoetst aan de KRW-maatlat wordt het Afleidingskanaal beoordeeld met 0,50ekr, matige ecologische toestand op de natuurlijke maatlat. In vergelijking met 2007 is dit een verbetering. Toen scoorde hetzelfde meetpunt 0,40ekr. Getoetst aan de Van Dam-Index (tab.6) is zuurgraad nauwelijks veranderd. Het zoutgehalte lijkt lichtelijk gestegen. De concentratie organische gebonden stikstof, voedselrijkheid en saprobie zijn gedaald. De beschikbaarheid van zuurstof is gestegen. De aangetroffen diatomeeënsamenstelling op het meetpunt OAFLE900 (water van beide waterlopen) indiceert een verbetering ten opzichte van >> 19
22
23 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Waterkwaliteit De chemische waterkwaliteit van de Loobeek en het Afleidingskanaal wordt op verschillende locaties gemeten. De locaties zijn verdeeld over het stroomgebied en geven een duidelijk beeld van de verschillende stoffen en hoe deze zich verplaatsen via het water. In het Afleidingskanaal is één meetpunt aanwezig (OAFLE900, zie fig.1) specifiek voor de Kader Richtlijn Water. Een aantal parameters bij dit meetpunt wordt ook specifiek voor de KRW gemeten. Het betreft de parameters cadmium, nikkel, lood, stikstof, fosfaat en sulfaat. De zware metalen worden voor de KRW in opgeloste fracties gemeten na filtratie. Tabel 7 Resultaten zware metalen opgelost op meetpunt OAFLE900 (groen voldoet aan norm, rood voldoet niet aan norm) Uit tabel 7 kan worden afgeleid dat de zware metalen nikkel en lood geen problemen geven in het Afleidingskanaal. De cadmiumgehalten zijn echter wel redelijk hoog en overschrijden in een aantal gevallen zelfs de normwaarde. Opvallend is dat de waarden voor totaal cadmium de voorheen geldende normen niet overschrijd, maar de opgeloste fractie wel. De meetpunten die alleen vanuit het regulier integraal meetnet worden bemonsterd zijn: OLOOB300, OLOOB700, OLOOB900, OAFLE600, OEFFVNR1 en OPEKA900 (zie fig.1). Deze zijn verdeeld over het stroomgebied van de Loobeek en Afleidingskanaal. Hierdoor kan de verspreiding van de verschillende parameters in beeld worden gebracht. Het stoffenpakket, wat al enige jaren wordt bemonsterd en geanalyseerd op de verschillende meetpunten, bestaat uit de volgende parameters: >> 21
24 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 Tabel 8 Parameter standaard meetpakket Niet alle parameters zijn even relevant voor het bepalen van de algehele chemische waterkwaliteit. In tabel 7 is een selectie gemaakt van een aantal parameters. Hierbij is ook een score afgegeven welke een waardeoordeel geeft aan de gemeten gehalten op verschillende locaties. Tabel 9 Tabel: Chemische beoordeling stroomgebied Loobeekbeek en Afleidingskanaal incl. het effluent van de RWZI Venray. De getallen zijn meetwaarden (toetswaarden). De meetpunten zijn op verschillende momenten in het jaar bemonsterd waarna de getallen statistisch worden gebundeld tot 1 getal. Dit verschilt per parameter; 90 percentiel /10 percentiel / gemiddelde /zomergemiddelde). Zie p.8 voor verklaring van de kleuren. Verspreiding Nutrienten De stikstofgehaltes in de Loobeek en het Afleidingskanaal zijn vrijwel allemaal matig tot ontoereikend. Bronnen hiervoor zijn de RWZI, het agrarisch gebied waardoor de beken stromen en de inlaat van water bij de bovenlopen. Uit de waarden van meetpunt OPEKA900, wat de inlaatkwaliteit vertegenwoordigt, kan worden afgeleid dat de stikstofgehaltes in het inlaatwater al redelijk hoog zijn. De fosfaatwaarden van het inlaatwater zijn ook hoog maar de waarden voor fosfaat nemen verder benedenstroom ietwat af. Duidelijk is dat de RWZI een grote invloed heeft op de fosfaatwaarden benedenstrooms. Hierbij is de RWZI dus de duidelijkste puntbron voor dit nutriënt. Verspreiding Zware Metalen Wat betreft de totaal gehalten aan zware metalen zijn cadmium, chroom en lood geen probleem in de Loobeek en het Afleidingskanaal. De waarden liggen allen onder de normwaarden. De waarden voor koper, nikkel en zink liggen echter veel hoger. Daarbij is op 22 <<
25 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 te merken dat de waarden bij OAFLE600 erg hoog zijn ten opzichte van de metingen bij de andere locaties. Wat de oorzaak is van deze hoge waarden is niet te duiden. Na bestudering van de afzonderlijke metingen wordt duidelijk dat het een incidentele meetwaarde is die deze verhoging veroorzaakt. Wat betreft de opgeloste metalen is het eerder genoemde cadmiumgehalte te hoog. Waar de bron van deze hoge waarden ligt ie nog niet geheel duidelijk. Verspreiding andere parameters Chloride en sulfaat zijn opvallend hoog in de Loobeek. In het Afleidingskanaal zijn de waarden lager en liggen deze binnen de normgrenzen. Ergens in de Loobeek moet een bron zijn van Chloride en Sulfaat. De diatomeeënsamenstelling bevestigt ook een toename van chloride. Trends Tabel: Chemische ontwikkeling stroomgebied Loobeek en Afleidingskanaal De ontwikkeling van de chemische waterkwaliteit is het best te beoordelen aan de hand van het meest benedenstrooms gelegen meetpunt. Dit meetpunt (OAFLE900) is ook het vaakst bemeten. De bovenstaande tabel geeft een beeld van de ontwikkeling van het Afleidingskanaal. Uit de kleuren van de beoordelingen valt op te maken dat de waarden vrij constant zijn. Alleen stikstof en nikkel zijn wisselvallig. Eind 2010 is de RWZI van Venray gerenoveerd en vanaf dit moment zal deze effectiever zuiveren. De verwachting is dan ook dat de waarden voor verschillende parameters zullen dalen in Dit zou een positief effect moeten hebben op het benedenstrooms deel van het Afleidingskanaal. In de volgende rapportage zal hier meer aandacht aan worden besteed. Oordeel Waterkwaliteit Loobeek/Afleidingskanaal De waterkwaliteit van de Loobeek en het Afleidingskanaal worden sterk beïnvloed door verschillende bronnen. De RWZI Venray is een van deze bronnen en wordt momenteel aangepakt. Hierdoor zal het benedenstrooms deel van de Loobeek/Afleidingskanaal verbeteren qua kwaliteit. Het bovenstrooms deel staat echter niet onder invloed van de RWZI en daar is de waterkwaliteit ook niet voor alle parameters in orde. De chemische waterkwaliteit kan voor beide beken worden getypeerd als matig tot redelijk. >> 23
26
27 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Waterkwantiteit De waterverdeling in het stroomgebied van de Loobeek en het afleidingskanaal wordt deels bepaald door de waterinlaat. Deze speelt in de zomer een belangrijke rol als watervoorziening voor de agrarische sector in het gebied. Zowel in de Loobeek als het Afleidingskanaal wordt water ingelaten. Alleen bij het afleidingskanaal wordt de hoeveelheid gemeten. Doordat de inlaathoeveelheid van de Loobeek niet bekend is wordt het lastig een sluitende waterbalans te maken. De meetlocatie Venraysbroek in de Loobeek heeft in het jaar 2010 veel technische problemen gekend en is in augustus opgeheven. Omdat voor de herinrichting in de toekomst de stuw verwijderd wordt en daardoor een andere meetmethode moet worden toegepast is ervoor gekozen het meetpunt niet direct te vervangen. Figuur: Meetreeksen 2010 Venrays Broek Het meetpunt Venrays Broek wordt nu vervangen in kader van het project herinrichting Loobeek. Het nieuwe meetpunt wordt een open profielmeting en zal naar verwachting voor de zomer van 2011 operationeel zijn. De meetpunten in het Afleidingskanaal hebben wel goed gefunctioneerd en laten een completer beeld zien van De figuur op de volgende pagina laat de inlaat van water in het Afleidingskanaal zien bij meetpunt de Vredepaal en de afvoer, waterstanden en klepstand bij meetpunt De Smakt. >> 25
28 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal 2010 Figuur: Meetreeksen Afleidingskanaal bij meetpunt OPEKA900 (Vredepaal) en De Smakt Uit de bovenstaande figuur blijkt dat er het gehele jaar wateraanvoer plaatsvindt op het Afleidingskanaal. Dit wordt dan ook gedaan om de zuurstofhuishouding in het bovenstrooms deel van het Afleidingskanaal op niveau te houden. Naarmate de zomer dichterbij komt wordt het verschil tussen inlaat en afvoer van de beek bij de monding van de maas kleiner. De waterinlaat gaat in die perioden ook een grotere rol spelen op het gebied van waterkwaliteit. Zoals bij veel beken in het beheergebied van het waterschap, is ook bij deze meetreeksen de extreme situatie van november duidelijk waar te nemen. Doordat de stuw bij De Smakt het peil constant houdt zullen de stroomsnelheden in delen van het afleidingskanaal periodiek verschillen. Het peil blijft echter redelijk constant en kent weinig dynamiek. Hierdoor is de peildynamiek van deze beken niet natuurlijk. 26 <<
29 Meetrapport waterlichaam Loobeek Afleidingskanaal Literatuur Van Dam et al., 1994, A coded checklist and ecological indicator values of freshwater diatoms from the Netherlands, Netherlands Journal of Aquatic Ecology 28(1), Dam, Herman van, Een herziene KRW-maatlat voor het fytobenthos van stromende wateren, rapport Herman van Dam, adviseur Water en Natuur. Mertens, A Diatomeeën uit het beheersgebied van Waterschap Peel en Maasvallei, onderzoeksjaar In opdracht van Waterschap Peel en Maasvallei. R. Pot & T.A.H.M. Pelsma, versie 16 augustus 2006, Toetsen en Beoordelen; Achtergronddocument met toelichting en voorbeelden voor de toepassing van de KRW-maatlatten biologie in Nederland, in opdracht van werkgroep MIR. STOWA Referenties en Maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water, rapport 2007_32. STOWA Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de kaderrichtlijn water, rapport 2007_32b. Verlinden, A. & P. Visman, 2002, Stroomgebiedsvisie Oostrumsche beek en Loobeek, in opdracht van WPM, WRO, ZL en prov. Limburg, 5 juli Mars 1998, H. de. Verdrogingsonderzoek Limburg, ecohydrologische atlas Limburg Iwaco, in opdracht van Provincie Limburg, Maastricht. >> 27
30
31 BIJLAGE 1: Foto s monsterlocaties OAFLE300 OAFLE600 OAFLE750 OAFLE760
32 OAFLE900 OAFLE990 OLOOB300 OLOOB500
33 OLOOB600 OLOOB900
34
35 BIJLAGE 2: KRW-beoordeling macrofauna, zeldzaamheid, saprobie-index Macrofauna eqr 0,504 0,449 0,398 0,426 0,477 0,436 0,388 totale abundantie voor berekening positief dominanten + kenm. taxa % abund. 17,38 13,18 11,81 11,76 16,32 11,1 9,16 negatief dominanten % abund. 25,86 28,12 41,56 27,23 24,23 25,69 28,95 kenmerkende taxa % aantal 14,29 11,11 11,59 9,21 11,69 9,64 7,07 Kenmerkende Eendagsvliegen Baetis fuscatus z 1,03 taxa Centroptilum luteolum va 2,02 1,07 1,54 1,6 1,05 Procloeon bifidum z 2,43 2,14 1,54 Kevers Agabus didymus va 0,81 0,36 Kokerjuffers Anabolia nervosa a 2 2 0,58 Athripsodes cinereus va 1,21 0,71 Hydropsyche angustipennis a 2,2 2 0,51 2,11 Lype phaeopa a 1,58 Kriebelmuggen Simulium erythrocephalum va 0,71 3,08 2,14 2,11 Simulium gr aureum vz 0,36 Libellen Calopteryx splendens va 1,5 3 0,81 0,71 2,63 Vedermuggen Cladotanytarsus mancus va 1,05 Cryptotendipes vz 1,21 1,42 1,75 1,1 Cryptotendipes holsatus z 1,07 0,58 1,1 Eukiefferiella claripennis vz 1,07 Micropsectra atrofasciata za 1,54 2,63 Orthocladius oblidens va 1,21 1,6 1,17 1,1 Paratrichocladius rufiventris va 1,1 Rheocricotopus fuscipes va 1,07 Rheotanytarsus a 1,07 Wantsen Velia caprai caprai a 0,4 2,11 Watermijten Forelia liliacea va 2,34 Forelia variegator va 1,62 1,42 1,07 1,83 Lebertia insignis vz 2,02 1,07 1,03 2,14 1,05 2,34 Mideopsis crassipes vz 1,21 1,03 1,17 1,1 Wettina podagrica z 0,81 1,17 1,1 Negatief Bloedzuigers Erpobdella octoculata za 3 2 1,07 2,05 1,75 dominanten Helobdella stagnalis za 2,6 3 1,03 Borstelwormen Aulodrilus japonicus 0 1,21 1,78 1,6 0,58 1,1 Aulodrilus pluriseta a 3,8 4 0,53 Ilyodrilus templetoni va 3,8 4 0,71 0,53 Limnodrilus hoffmeisteri za 3,6 3 1,07 3,08 1,6 2,11 0,58 1,83 Lumbriculus variegatus za 1,21 0,71 1,05 0,58 Nais elinguis a 2,2 Ophidonais serpentina za 1,21 0,53 1,17 1,1 Potamothrix moldaviensis a 3,8 4 2,2 Tubifex tubifex a 3,8 4 0,53 Eendagsvliegen Caenis horaria za 1,62 1,42 0,53 1,17 1,1 Cloeon dipterum za 2 2 1,21 Pissebedden Asellus aquaticus za 2,8 4 1,21 2,14 2,56 1,07 3,16 2,34 2,2 Proasellus coxalis a 2,8 4 1,62 Slakken Anisus vortex za 1,62 1,07 1,03 1,6 1,58 1,17 Bathyomphalus contortus za 1,05 Bithynia leachi za 0,4 1,07 2,56 1,07 Bithynia tentaculata za 2 2 0,4 1,07 1,54 1,05 1,1 Gyraulus albus za 0,81 1,03 1,07 0,53 1,75 Lymnaea stagnalis za 1,9 3 1,21 1,07 1,54 1,6 1,58 0,73 Planorbis planorbis za 1,6 Valvata piscinalis za 2 1 1,03 1,07 0,73 Tweekleppigen Musculium lacustre za 0,58 1,1 Sphaerium corneum za 2,4 3 0,4 1,42 1,54 1,6 1,75 1,1 Vedermuggen Chironomus 0 2,02 1,78 3,08 1,6 1,05 1,83 Chironomus annularius agg 0 1,62 2,56 Chironomus nuditarsus vz 2,7 3 1,07 2,05 1,07 Chironomus obtusidens a 3 3 1,62 1,07 1,07 1,1 Chironomus riparius agg 0 3,6 3 1,42 3,08 1,05 1,1 Clinotanypus nervosus za 1,07 0,37 Cryptochironomus za 2,2 2 2,05 1,58 0,58 Cryptochironomus defectus za 2,2 2 2,11 0,58 Polypedilum nubeculosum za 1,21 1,42 2,05 1,07 1,58 1,17 1,83 Psectrotanypus varius za 2,9 1 1,54 Vlokreeften Crangonyx pseudogracilis a 0,53 1,75 1,47 Wantsen Sigara striata za 1,78 2,05 2,67 1,17 0,73 Watermijten Arrenurus globator za 0,81 0,71 2,34 Limnesia maculata za 1,62 1,17 Limnesia undulata za 1,62 1,07 2,14 2,34 #N/B Tubificidae met haarsetae 0,71 1,03 1,07 2,2 Tubificidae zonder haarsetae 1,21 1,42 3,08 1,6 2,63 1,17 1,83 Positief d. Vlokreeften Gammarus pulex za 1,9 2 1,62 1,07 0,51 1,07 0,73 Macrofauna Bloedzuigers Erpobdella testacea za 2,5 3 0,71 overig Erpobdellidae 0 0,71 1,03 1,6 0,53 Glossiphonia complanata za 2,4 3 0,71 0,51 0,53 1,58 Glossiphonia heteroclita za 2,5 3 0,53 Borstelwormen Limnodrilus claparedeanus za 3,8 4 0,58 Lumbriculus variegatus za 1,21 0,71 1,05 0,58 Nais variabilis va 1,47 Slavina appendiculata va 0,71 1,03 zeldzaamheid saprobie_s saprobie_g OAFLE600 OAFLE750 OAFLE760 OAFLE900 OAFLE990 OLOOB500 OLOOB900
36 Eendagsvliegen Baetis 0 1,62 0,71 1,05 Baetis vernus a 2,2 2 1,21 0,71 1,54 0,53 0,53 Caenis luctuosa a 0,81 0,53 2,11 Cloeon simile a 2,43 1,78 2,14 Ephemera 0 0,58 Kevers Agabus 0 0,4 0,71 0,73 Anacaena limbata za 0,81 1,1 Anacaena lutescens za 0,37 Colymbetinae 0 1,17 0,37 Dryops luridus a 0,81 0,37 Dytiscus 0 0,36 0,58 0,73 Enochrus 0 1,07 Graptodytes pictus za 0,4 Gyrinus substriatus a 0,58 Haliplus 0 1,21 1,42 0,51 2,67 1,58 1,17 0,73 Haliplus fluviatilis a 1,9 2 1,21 0,71 1,03 1,6 1,58 1,17 0,37 Haliplus heydeni a 0,37 Haliplus lineatocollis za 2,5 2 1,17 1,47 Haliplus wehnckei va 1,07 0,51 1,6 2,11 1,1 Helochares 0 0,81 Helochares lividus a 0,4 Helophorus aequalis za 0,4 0,53 0,58 Helophorus brevipalpis za 1,21 0,51 1,07 1,58 Helophorus grandis va 0,58 Helophorus minutus a 0,58 Helophorus obscurus a 0,81 0,36 0,53 Hydroglyphus geminus a 0,4 Hydroporinae 0 0,36 Hygrotus inaequalis za 0,37 Hygrotus versicolor za 0,36 Laccobius 0 0,37 Laccobius bipunctatus 0 1,1 Laccobius minutus za 0,73 Laccophilus 0 0,36 Laccophilus hyalinus za 0,73 Noterus clavicornis za 0,36 1,17 Noterus crassicornis za 0,73 Peltodytes caesus za 0,58 Rhantus 0 0,71 0,51 Scirtes 0 0,37 Knutten Ceratopogonidae 0 1,21 0,53 0,53 1,75 1,1 Kokerjuffers Agrypnia pagetana a 0,36 Athripsodes aterrimus za 0,71 0,73 Hydroptila vz 1,8 3 2,11 Limnephilus lunatus za 0,71 0,51 0,53 0,53 0,58 0,73 Mystacides nigra a 1,17 Oecetis furva za 0,58 Oxyethira va 0,53 Triaenodes bicolor za 0,53 1,17 Kreeften Orconectes limosus a 0,36 1,05 Kriebelmuggen Simuliidae 0 1,05 Langpootmuggen Limoniidae 0 0,53 Tipulidae 0 0,73 Libellen Corduliidae 0 0,53 Erythromma 0 0,53 Erythromma najas a 0,53 Ischnura 0 0,4 Lestes viridis va 0,36 1,6 1,58 Pissebedden Proasellus meridianus za 1,7 2 1,17 Slakken Acroloxus lacustris za 2 1 1,03 1,07 Lymnaea stagnalis za 1,9 3 1,21 1,07 1,54 1,6 1,58 0,73 Physa fontinalis za 2 2 0,71 1,03 1,07 1,05 Planorbarius corneus za 2 1 0,71 2,05 2,14 Planorbis 0 0,71 1,03 0,53 Planorbis carinatus za 0,71 Radix 0 0,71 1,07 1,1 Radix auricularia a 0,37 Radix peregra/ovata soortsgroep 0 0,81 1,07 1,54 2,67 2,11 Segmentina nitida a 0,58 Stagnicola palustris complex 0 0,71 0,58 Succineidae 0 0,53 1,17 Slijkvliegen Sialis lutaria za 2,3 2 0,4 0,71 0,53 0,37 Steekmuggen Anopheles gr maculipennis va 0,58 0,37 Tweekleppigen Musculium lacustre za 0,58 1,1 Pisidium amnicum a 1,2 1 1,07 Pisidium casertanum plicatum 0 0,37 Pisidium henslowanum a 1,2 1 0,71 1,03 0,37 Pisidium nitidum a 1,2 1 0,37 Pisidium subtruncatum a 1,2 1 1,1 Vedermuggen Ablabesmyia longistyla a 1,07 Acricotopus lucens a 1,75 1,83 Apsectrotanypus trifascipennis a 2,6 1 1,05 Brillia flavifrons va 1,6 2 1,58 Cladotanytarsus za 1,1 Cladotanytarsus gr mancus vz 1,07 1,54 1,05 0,58 1,1 Conchapelopia melanops va 2,1 2 1,07 2,14 2,63 Corynoneura scutellata agg a 1,07 1,47 Cricotopus 0 1,17 1,1 Cricotopus albiforceps zz 1,21 zeldzaamheid saprobie_s saprobie_g OAFLE600 OAFLE750 OAFLE760 OAFLE900 OAFLE990 OLOOB500 OLOOB900
37 Cricotopus bicinctus za 1,6 2 2,43 1,07 2,05 2,14 1,05 1,17 1,47 Cricotopus sylvestris za 2,83 1,42 3,08 2,14 1,58 1,75 1,47 Cryptochironomus za 2,2 2 2,05 1,58 0,58 Cryptochironomus defectus za 2,2 2 2,11 0,58 Dicrotendipes nervosus za 1,6 1,05 Endochironomus tendens za 1,75 Macropelopia adaucta va 2,4 1 1,1 Macropelopia nebulosa za 2,4 1 1,05 Metriocnemus hirticollis agg a 1,07 Microtendipes gr chloris ,07 Nanocladius bicolor agg 0 1,2 4 1,07 Orthocladius a 1,62 2,14 2,92 1,83 Parachironomus biannulatus zz 1,54 Parachironomus gr arcuatus za 1,54 1,07 Paracladius conversus va 2,02 1,42 Paracladopelma camptolabis vz 1,1 Paracladopelma laminata agg va 1,07 1,54 1,17 1,1 Paratanytarsus dissimilis agg 0 1,21 1,05 0,58 1,1 Paratendipes albimanus a 2,02 2,14 2,05 2,14 2,63 Phaenopsectra a 1,54 2,63 Phaenopsectra flavipes zz 1,07 Polypedilum 0 1,07 2,05 1,1 Polypedilum cultellatum zz 1,07 2,11 Potthastia longimana va 1,07 1,05 Procladius za 1,21 1,42 1,54 1,07 1,05 1,1 Procladius choreus za 1,07 1,1 Prodiamesa olivacea za 2,1 2 1,54 1,07 2,63 Psectrocladius gr sordidellus 0 1,21 1,07 Stempellinella minor zz 1,07 Tanypus kraatzi za 1,1 Tanytarsus ejuncidus zz 1,21 1,07 1,83 Tanytarsus gr eminulus 0 0,58 Tanytarsus pallidicornis za 2,02 2,14 2,56 2,14 1,58 1,1 Tanytarsus usmaensis va 0,58 1,1 Xenopelopia za 0,58 Vlinders Cataclysta lemnata za 0,37 Elophila nymphaeata a 0,58 Nymphula stagnata vz 0,36 Vlokreeften Crangonyx pseudogracilis a 0,53 1,75 1,47 Gammarus tigrinus za 0,36 0,51 Wantsen Corixa 0 0,51 0,53 Corixidae 0 1,07 1,03 1,07 Gerris 0 1,21 1,05 0,58 Gerris lacustris za 0,53 Gerris thoracicus a 0,4 Hydrometra stagnorum a 0,4 Ilyocoris cimicoides cimicoides za 1,21 1,17 0,73 Micronecta 0 0,58 Notonecta 0 0,81 0,71 1,03 1,17 Notonecta glauca glauca za 1,17 Plea minutissima minutissima za 0,53 1,17 0,73 Sigara distincta a 0,51 Sigara falleni/longip/distincta nymphe 0 1,07 1,03 Sigara lateralis za 0,71 Sigara striata za 1,78 2,05 2,67 1,17 0,73 Wapenvliegen Chloromyia formosa 0 0,37 Nemotelus 0 0,36 Watermijten Arrenurus 0 0,36 Arrenurus albator a 0,53 1,75 0,73 Arrenurus fimbriatus va 0,73 Arrenurus globator za 0,81 0,71 2,34 Arrenurus securiformis a 0,71 Arrenurus sinuator za 0,81 0,51 1,17 Eylais 0 0,36 0,73 Hydrachna 0 0,73 Hydrachna globosa a 1,21 1,07 0,51 0,53 Hydrochoreutes krameri va 0,36 1,17 Hydrodroma despiciens za 1,58 1,17 Hygrobates longipalpis a 1,21 1,07 0,51 2,14 2,34 1,1 Hygrobates trigonicus va 1,21 0,36 1,05 1,75 0,73 Lebertia 0 0,53 Lebertia inaequalis va 1,21 1,07 1,54 1,6 0,53 1,75 1,47 Limnesia 0 0,53 Limnesia fulgida a 0,73 Limnesia koenikei a 1,21 1,07 1,03 2,14 3,51 1,47 Limnesia undulata za 1,62 1,07 2,14 2,34 Mideopsis orbicularis a 0,81 1,07 0,53 1,75 0,73 Neumania deltoides a 0,81 1,75 1,1 Neumania imitata zz 1,21 0,36 0,53 1,17 0,73 Oxus ovalis vz 0,81 0,36 1,75 0,73 Piona 0 0,73 Piona conglobata za 1,62 0,71 1,17 1,1 Piona neumani va 0,81 0,36 0,53 Piona nodata nodata a 0,81 Piona rotundoides va 2,02 1,42 Pionidae 0 0,36 Pionopsis lutescens a 0,71 0,73 zeldzaamheid saprobie_s saprobie_g OAFLE600 OAFLE750 OAFLE760 OAFLE900 OAFLE990 OLOOB500 OLOOB900
38
39 BIJLAGE 3: KRW-beoordeling vissen m.b.v. R5-maatlat
40
41 BIJLAGE 4: KRW-beoordeling vegetatie m.b.v. R5-maatlat
42
43 BIJLAGE 5: KRW-beoordeling diatomeeën en Van Dam-Index
44 Uit: Van Dam e.a. (1994) R 1 acidobiont optimaal bij ph < 5,5 ph 2 acidofiel voornamelijk bij ph < 7 3 circumneutraal voornamelijk bij ph ~ 7 4 alkalifiel voornamelijk bij ph > 7 5 alkalibiont uitsluitend bij ph > 7 6 indifferent geen duidelijk ph-optimum H Cl - (mg/l) Saliniteit ( ) Zoutgehalte 1 zoet < 100 < 0,2 2 zoetbrak < 500 < 0,9 3 brakzoet ,9-1,8 4 brak ,8-9,0 N Stikstofopname 1 stikstofautotrofe soorten, tolerant voor zeer geringe concentraties organisch gebonden stikstof 2 stikstofautotrofe soorten, tolerant voor hogere concentraties organisch gebonden stikstof 3 facultatief stikstofheterotrofe soorten, hebben periodiek hogere concentraties organisch gebonden stikstof nodig 4 obligaat stikstofheterotrofe soorten, hebben voortdurend hogere concentraties organisch gebonden stikstof nodig O 1 voortdurend hoog (ca 100% verzadiging) Zuurstofbehoefte 2 vrij hoog (boven 75% verzadiging) 3 matig (boven 50% verzadiging) 4 laag (boven 30% verzadiging) 5 zeer laag (ca 10% verzadiging) S Saprobie waterkwaliteitsklasse O 2-verzadiging (%) BOD 5 20 (mg/l) 1 oligosaproob I, I-II > 85 < 2 2 β-mesosaproob II α-mesosaproob III α-meso-/ III-IV polysaproob 5 polysaproob IV < 10 > 22 T 1 oligotrafent Trofie 2 oligo-mesotrafent 3 mesotrafent 4 meso-eutrafent 5 eutrafent 6 hypereutrafent 7 indifferent M 1 nooit of slechts zeer zelden buiten het water voorkomend Vocht 2 voornamelijk in het water, maar soms ook op vochtige plaatsen voorkomend 3 voornamelijk in het water, maar regelmatig ook op natte en vochtige plaatsen voorkomend 4 voornamelijk op natte en vochtige of tijdelijk droogvallende plaatsen voorkomend 5 bijna uitsluitend buiten het water voorkomend
Meetrapport Groote Molenbeek 2010
Meetrapport Groote Molenbeek 2010 De Groote Molenbeek, benedenstrooms van Meerlo Opgesteld door: T. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: woensdag 8 augustus 2012
Nadere informatieMeetrapport Lingsforterbeek 2011, t.b.v. KRW-monitoring
Meetrapport Lingsforterbeek 2011, t.b.v. KRW-monitoring De Lingsforterbeek benedenstrooms de watermolen Opgesteld door: E. Binnendijk (biologie), A.W.J.M. Basten (chemie & waterkwantiteit), J.A.J. van
Nadere informatieMeetrapport Lollebeek 2009, t.b.v. strategische project monitoring
, t.b.v. strategische project monitoring Lollebeek op meetpunt OLOLL900 Opgesteld door: T. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: donderdag 1 april 2010 Vastgesteld
Nadere informatieMeetrapport Kwistbeek 2010
Meetrapport Kwistbeek 2010 De boven/middenloop van de Kwistbeek t.h.v. Eindt Opgesteld door: T. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: maandag 28 februari 2011 Vastgesteld
Nadere informatieMeetrapport waterlichaam Haelensebeek 2009, t.b.v. KRWmonitoring
Meetrapport waterlichaam Haelensebeek 2009, t.b.v. KRWmonitoring Heringericht traject in de Haelensebeek t.h.v. het Houterhof Opgesteld door: T. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel
Nadere informatieMeetrapport Kroonbeek 2008, t.b.v. KRW-monitoring
Meetrapport Kroonbeek 2008, t.b.v. KRW-monitoring De Kroonbeek net bovenstrooms van de vistrap (één zijde van de waterloop is gemaaid). Opgesteld door: A.W.J.M. Basten (chemie & waterkwantiteit), E. Binnendijk
Nadere informatieMeetrapport Lingsforterbeek 2014
Meetrapport Lingsforterbeek 2014 De Lingsforterbeek, een recent heringericht traject bovenstrooms van de provinciale weg Opgesteld door: E. Binnendijk, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: donderdag 15
Nadere informatieDood hout in beken en rivieren; kennis en ervaringen uit de praktijk
Dood hout in beken en rivieren; kennis en ervaringen uit de praktijk Boven- en middenlopen zijn van nature heterotrofe systemen, ze leven van invallend organisch materiaal Piet Verdonschot 1,2, Jan de
Nadere informatieMeetrapport Peelkanalen 2012_2013, t.b.v. KRWmonitoring
Meetrapport Peelkanalen 2012_2013, t.b.v. KRWmonitoring Kanaal van Deurne ter hoogte van de eikenlaan Opgesteld door: E. Binnendijk & J.A.J van Mil (biologie), T. Basten & G. Zwart (chemie en waterkwantiteit),
Nadere informatieMeetrapport Peelkanalen 2009, t.b.v. KRW-monitoring
Meetrapport Peelkanalen 2009, t.b.v. KRW-monitoring Kanaal van Deurne ter hoogte van de eikenlaan Opgesteld door: T. Basten (chemie & waterkwantiteit) & E. Binnendijk (biologie) & J.A.J van Mil (biologie),
Nadere informatieMeetrapport Niers 2014
Meetrapport Niers 2014 De Niers gezien in oostelijke richting vanaf de Oordse Brug Opgesteld door: E. Binnendijk, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: donderdag 26 februari 2015 Inleiding Het Niersdal
Nadere informatieMeetrapport Waterlichaam Loobeek_Afleidingskanaal_Mol enbeek 2013
Meetrapport Waterlichaam Loobeek_Afleidingskanaal_Mol enbeek 2013 Molenbeek nabij de monding in de Maas Opgesteld door: E. Binnendijk, T. Basten, J. van Mil en G. Zwart, Waterschap Peel en Maasvallei Versie:
Nadere informatieMeetrapport Roggelsebeek 2007
Meetrapport Roggelsebeek 2007 Roggelsebeek in het Leudal (OROGG900) Opgesteld door: T. Basten (chemie & waterkwaliteit), E. Binnendijk (ecologie), J. Hoogveld, J.A.J van Mil (ecologie) & G. Zwart, Waterschap
Nadere informatieMeetrapport Groote Molenbeek 2013
Meetrapport Groote Molenbeek 2013 Opgesteld door: J. van Mil & E. Binnendijk (ecologie), T. Basten & G. Zwart (chemie en kwantiteit), Waterschap Peel en Maasvallei T (077) 3891111 E info@wpm.nl I www.wpm.nl
Nadere informatieMacrofauna-onderzoek Rossumermeden
Macrofauna-onderzoek Rossumermeden Meetjaar 2009 Rapport 2009-118 R. Wiggers G.H. Bonhof T. Koeman Macrofauna-onderzoek Rossumermeden Meetjaar 2009 Rapport 2009-118 R. Wiggers G.H. Bonhof T. Koeman bezoekadres
Nadere informatieZandput Elster Buitenwaarden. Inventarisatie 2013 en bijdrage tot een inrichtingsvisie
Zandput Elster Buitenwaarden. Inventarisatie 2013 en bijdrage tot een inrichtingsvisie Grauwe ganzen vluchten de plas op (augustus 2013) Zandput Elster Buitenwaarden. Inventarisatie 2013 en bijdrage tot
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Nadere informatieANALYSE VAN DE MACROFAUNA VAN DE HIERDENSE BEEK. L.W.G. Higler F.F. Repko. RIN-rapport 88/53. Rijksinstituut voor Natuurbeheer Leersum
ANALYSE VAN DE MACROFAUNA VAN DE HIERDENSE BEEK L.W.G. Higler F.F. Repko RIN-rapport 88/5 Rijksinstituut voor Natuurbeheer Leersum 988 Voorwoord Ditrapportishetvijfde ineenserievanverslagenoverdehierdensebeek.
Nadere informatieKlimaatpark IJssel Eerste oriëntering op de huidige waarde van de Velperwaardbeek en belangrijke factoren bij het ontwerp van het Klimaatpark
Klimaatpark IJssel Eerste oriëntering op de huidige waarde van de Velperwaardbeek en belangrijke factoren bij het ontwerp van het Klimaatpark Uitmonding van de Velperwaardbeek in de IJssel Klimaatpark
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Nadere informatieMeetrapport Langevense Loop 2008, t.b.v. KRW-monitoring
Meetrapport Langevense Loop 2008, t.b.v. KRW-monitoring Langevense Loop op meetpunt OLANG700 >> 1 Opgesteld door: A.W.J.M. Basten (chemie & waterkwantiteit), E. Binnendijk (biologie), J.A.J. van Mil (biologie),
Nadere informatieMeetrapport Tungelroysebeek 2012
Meetrapport Tungelroysebeek 2012 Opgesteld door: T. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil & Gabriel Zwart, Waterschap Peel en Maasvallei T (077) 3891111 E info@wpm.nl I www.wpm.nl Versie: donderdag 22
Nadere informatieEcofide. Natuurlijk vertrouwen
Ecofide Natuurlijk vertrouwen Macrofauna langs agroranden Is deze KRW-maatregel effectief? Datum: 3 april 2012 Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: Waterschap Hollandse Delta dhr. F. Kuipers Projectnummer:
Nadere informatieMeetrapport Swalm 2012, t.b.v. KRW-monitoring
Meetrapport Swalm 2012, t.b.v. KRW-monitoring De benedenloop van de Swalm t.h.v. Hoosterhof Opgesteld door: E. Binnendijk & T. Basten, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: dinsdag 26 februari 2013 Vastgesteld
Nadere informatieWaterkwaliteit KRW, 2015
Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Nadere informatieDood hout in beken en rivieren; kennis en ervaringen uit de praktijk
Dood hout in beken en rivieren; kennis en ervaringen uit de praktijk Piet Verdonschot piet.verdonschot@wur.nl Group of Aquatic Ecology and Ecotoxicology Freshwater Ecology Group Dood hout: intrinsiek onderdeel
Nadere informatieEffecten van baggeren: Waterkwaliteit, vegetatie en (watermacro)fauna
Effecten van baggeren: Waterkwaliteit, vegetatie en (watermacro)fauna Verberk WCEP, Kuper JT, Lamers LPM, Christianen MJA & Esselink H (2007) Restoring fen water bodies by removing accumulated organic
Nadere informatieEcologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het
Nadere informatiePresentatie van Alexander Klink op 15 december 2015 in Lelystad. In opdracht van Rijkswaterstaat
Presentatie van Alexander Klink op 15 december 2015 in Lelystad In opdracht van Rijkswaterstaat Inhoud: Beelden van bomen in Nederlandse rivieren KRW en knelpunten Kolonisatie van de bomen Conclusies en
Nadere informatiealgemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen
algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters
Nadere informatieOrdening data en ecologische kengetallen Project 377 HAK Stand van zaken 30 januari 2012 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost Nederland
Ordening data en ecologische kengetallen Project 377 HA Stand van zaken 30 januari 2012 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost Nederland Dataset Boven-Rijn, Waal, IJssel, Neder-Rijn, Lek, Maas en winterbed
Nadere informatieDNA barcoding, enige ervaringen met Chironomidae
DNA barcoding, enige ervaringen met Chironomidae Exuviae van Chironomus balatonicus Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink rapporten en mededelingen nr. 24. November 203 (HAK Project 39) In opdracht
Nadere informatieKwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Nadere informatieTrendanalyse macrofauna Oude Vaart en Reest
Trendanalyse macrofauna Oude Vaart en Reest Rapport 2010-088 J.H. Wanink H. Boonstra koeman en bijkerk bv ecologisch onderzoek en advies Trendanalyse macrofauna Oude Vaart en Reest Rapport 2010-088 J.H.
Nadere informatieKRW-doelen voor macrofauna komen langzaam in zicht
KRW-doelen voor macrofauna komen langzaam in zicht Niels Evers, Luuk van Gerven (Royal HaskoningDHV), Ineke Barten, Mark Scheepens (Waterschap De Dommel) Om meer inzicht te krijgen in de haalbaarheid van
Nadere informatieDEEFFECTENVANEENBIETEPULPLOZINGINDEHIERDENSEBEEK
DEEFFECTENVANEENBIETEPULPLOZINGINDEHIERDENSEBEEK F.F.Repko &L.W.G.Higler RIN-rapport79/2 RijksinstituutvoorNatuurbeheer Leersum 979 Voorwoord DeHierdenseBeekiseen vandelaatste laaglandbekenin Nederlandmeteen
Nadere informatieMeetrapport Swalm 2009, t.b.v. KRW-monitoring
Meetrapport Swalm 2009, t.b.v. KRW-monitoring Herinrichting Swalm t.h.v. het zwembad Opgesteld door: T. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: woensdag 22 december
Nadere informatieAlgemene fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater volgens de KRW, 2009
Algemene fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater volgens de KRW, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatieErrata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (STOWA )
Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021 (STOWA 2012-31) versie: 07-08-2014 contact: Niels Evers: Frank van Herpen niels.evers@rhdhv.com frank.van.herpen@rhdhv.com
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2016 Indicator 11 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Nadere informatieDe ecologische meerwaarde
De ecologische meerwaarde van dood d hout Piet Verdonschot Anna Besse-Lototskaya piet.verdonschot@wur.nl anna.besse@wur.nl Zoetwaterecologie Dood hout: intrinsiek onderdeel laaglandbeek Boven- en middenlopen
Nadere informatieMWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen
MWW - Waternood-DAN - EKO Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen Maatregel Wijzer Waterbeheer Inleiding Implementatie van zowel WB21 als KRW vraagt om waterhuishoudkundige maatregelen Talrijke
Nadere informatieMeetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieFactsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe
Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze
Nadere informatieMeetrapport Schelkensbeek 2008 nulmeting t.b.v. strategische projectmonitoring
Meetrapport Schelkensbeek 2008 nulmeting t.b.v. strategische projectmonitoring Opgesteld door: T. Basten (chemie & waterkwantiteit) & E. Binnendijk (biologie) & J.A.J van Mil (biologie), Waterschap Peel
Nadere informatieMeetrapport waterlichaam Haelensebeek 2012, t.b.v. KRWmonitoring
Meetrapport waterlichaam Haelensebeek 2012, t.b.v. KRWmonitoring Heringericht traject in de Haelensebeek t.h.v. het Houterhof Opgesteld door: E. Binnendijk en T. Basten, Waterschap Peel en Maasvallei Versie:
Nadere informatieAlgemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009
Algemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009 Indicator 3 juni 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Nadere informatieIII.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.
III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen
Nadere informatieDe aanpassing van de maatlatten. Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot. De evaluatie van de maatlatten in 2010
RWS Water, Verkeer en Leefomgeving De aanpassing van de maatlatten Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot 1 van Verkeer en van 9-5-201212-4-20128-9 Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu De evaluatie van de maatlatten
Nadere informatieFactsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT
Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Emmertochtsloot De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
Nadere informatieFactsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING
Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Noord-Zuidleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
Nadere informatieEvaluatie Eco-Inventarisaties Waterschap De Dommel
Evaluatie Eco-Inventarisaties Waterschap De Dommel Alexander Klink Evaluatie Eco-Inventarisaties Waterschap De Dommel. Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink Rapporten en Mededelingen nr. 74
Nadere informatieEffecten van droogte op beken
Effecten van droogte op beken Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Introductie Veel permanent watervoerende natuurlijke beken hebben momenteel een verminderde
Nadere informatieTijdvak < Herstel van het ooibos Watervervuiling organisch, olie, metalen Natuurvriendelijke oevers
Tijdvak < 1700 1800 1850 1900 1930 1975 1995 2000 2015 2027 Herstel van het ooibos Watervervuiling organisch, olie, metalen Natuurvriendelijke oevers Bomen in de rivieren Eutrofiëring en bestrijdingsmiddelen
Nadere informatieWaterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna
Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.
Nadere informatieVermesting in meren en plassen,
Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen
Nadere informatieFactsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve
Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet
Nadere informatieMeetrapport Niers 2011
Meetrapport Niers 2011 Opgesteld door: T. Basten & E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: woensdag 8 augustus 2012 Vastgesteld door DB d.d.: nvt Behandeld in commissie nvt
Nadere informatieHuidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150
NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,
Nadere informatieEcologische Karakterisering van Oppervlaktewateren (EKO)
Ecologische van Oppervlaktewateren (EKO) Aanleiding Het project EKO is in 1981 door de provincie en de waterschappen in Overijssel geïnitieerd. Hanneke Keizer-Vlek Alterra Aanleiding voor het project was
Nadere informatieVermesting van regionaal water,
Indicator 20 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting van het regionale
Nadere informatieHoe ver moet de waterkwaliteit verbeteren om de ecologische KRWdoelen te kunnen halen?
Hoe ver moet de waterkwaliteit verbeteren om de ecologische KRWdoelen te kunnen halen? Niels Evers, Mirte Schipper (Royal HaskoningDHV), Ineke Barten, Mark Scheepens (waterschap De Dommel) Zware metalen
Nadere informatieFactsheet: NL04_STEEN-WETERINGa
Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Steenwetering De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
Nadere informatieFactsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa
Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld
Nadere informatieFactsheet: NL43_10 Fliert
Factsheet: NL43_10 Fliert -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze
Nadere informatieecologische toestand in het gelderns-nierskanaal
mei 2009 jaargang 98 5 101 Eind 2000 is de Kaderrichtlijn Water van kracht geworden. De richtlijn verplicht lidstaten om kwaliteitsdoelen op te stellen voor het oppervlaktewater. Het primaire doel is dat
Nadere informatieWorkshop KRW Maatlatten
Workshop KRW Maatlatten IHW netwerkdag 2018 Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV) Marcel Tonkes (provincie Overijssel) 7 November 2018 Programma Opwarmen 15 min Technische toelichting 30 min Aan de slag
Nadere informatieEcoscan Bomhofseplas Nul-meting macrofyten, macrofauna & vis
Ecoscan Bomhofseplas Nul-meting macrofyten, macrofauna & vis Concept Sweco Nederland B.V. Amsterdam, 30 juni Verantwoording Titel : Ecoscan Bomhofseplas Subtitel : Nul-meting macrofyten, macrofauna & vis
Nadere informatieVermesting in meren en plassen,
Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren
Nadere informatieBIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater
BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater x www.dlwbiologie.wordpress.com Oriëntatiefase Het voorkomen van organismen in het oppervlaktewater heeft een directe relatie met de kwaliteit van water. Elk ecosysteem
Nadere informatieVerzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur?
Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Ralf Verdonschot 26 juni 2014 ralf.verdonschot@wur.nl Inhoud 1. Wat maakt de levensgemeenschap van brakke wateren waardevol? 2.
Nadere informatieAfleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...
BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen
Nadere informatieValidatie van de monstermethode voor macrofauna en kiezelwieren
Validatie van de monstermethode voor macrofauna en kiezelwieren Intern onderzoek naar de juistheid, bandbreedte en reproduceerbaarheid van monstername Externe versie Grontmij Aquasense Grontmij AquaSense
Nadere informatieRegionale Implementatie KRW
Regionale Implementatie KRW Bepaling Huidige toestand waterlichamen Dommel Martijn Antheunisse, Vakgroep Ecologie, Ws De Dommel Inhoud Ws. De Dommel - 26 KRW waterlichamen Huidige situatie 2009: Biologische
Nadere informatieBiologische kwaliteit KRW provincies, 2015
Indicator 7 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Nadere informatieOpgesteld door: E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei
Ecologische effecten door wijziging maaibeheer rond 2000 Opgesteld door: E. Binnendijk & J.A.J van Mil, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: donderdag 23 februari 2012 Vastgesteld door DB d.d.: nvt Behandeld
Nadere informatieOppervlaktewater in Nederland
Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid
Nadere informatieFactsheet: NL07_0026_1
Factsheet: NL07_006_1 Zuidelijk Afwateringskanaal De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
Nadere informatiePROTOCOL TOETSEN EN BEOORDELEN VOOR DE OPERATIONELE MONITORING EN TOESTAND- EN TRENDMONITORING
VOOR DE OPERATIONELE MONITORING EN TOESTAND- EN TRENDMONITORING WERKGROEP MIR 24 augustus 2007 110305/OF7/1Q3/000373/MR Colofon Auteur: R. Torenbeek Productie: ARCADIS In opdracht van: RIZA Referentie:
Nadere informatieVisstand meren (M14/M27) en de KRW
Visstand meren (M14/M27) en de KRW Met het oog op SGBP II 2016-2021, III 2022-2027 Donderdag 25 september 2014 Roelof Veeningen, cluster Gegevensbeheer 1 - Monitoring - Analyse - Prognose - Maatregelen
Nadere informatieMacrozoöbenthosonderzoek natuurvriendelijke oevers Maas 2009
Macrozoöbenthosonderzoek natuurvriendelijke oevers Maas 2009 Rapport 2010-025 R. Wiggers H. Boonstra O.W.M. Duijts G. Wolters Macrozoöbenthosonderzoek natuurvriendelijke oevers Maas 2009 Rapport 2010-025
Nadere informatieFactsheet: NL43_11 Bussloo
Factsheet: NL43_11 Bussloo -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze
Nadere informatieEffect riooloverstorten en RWZI-effluent op de macrofaunalevensgemeenschap
Effect riooloverstorten en RWZI-effluent op de macrofaunalevensgemeenschap in het beheersgebied van Waterschap Peel en Maasvallei Smakterveldlossing (effluent RWZI Venray) Opgesteld door: Jeroen van Mil,
Nadere informatieKwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord
Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Thierry Warmoes - Afdeling Rapportering Water januari 2012 m.m.v. Bram Haspeslagh 1. Effect ingebruikname RWZI Brussel Noord 2. Beoordeling van
Nadere informatieFactsheet: NL43_04 Puttenerbeek
Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
Nadere informatieWatermacrofauna-monitoring ten behoeve van herstel en behoud van het Weerterbos
Watermacrofauna-monitoring ten behoeve van herstel en behoud van het Weerterbos Een evaluatie van herstelmaatregelen in het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur Hein van Kleef Hans Esselink Expertisecentrum
Nadere informatieBeoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen
Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen 24-04-2013 Nieuwe maatlatten nieuwe keuzes Waterrijke gebieden en samengestelde waterlichamen: waar lopen we tegenaan? - 2 voorbeelden
Nadere informatieFactsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk
Factsheet: NL6_OWM_018 Dommerswijk De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet
Nadere informatieOptimalisatie macrofauna maatlat R8
Optimalisatie macrofauna maatlat R8 Heranalyse met mspaf als somparameter en herziene lijst indicatorwaarden Datum: 22 november 2011 Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: Deltares L. Osté Projectnummer:
Nadere informatieOOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.
NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS
Nadere informatieDe Grensmaas en haar problemen zoals blijkt uit hydrobiologisch onderzoek aan makro-evertebraten Alexander Klink en Bram bij de Vaate
1 De Grensmaas en haar problemen zoals blijkt uit hydrobiologisch onderzoek aan makro-evertebraten Alexander Klink en Bram bij de Vaate Hydrobiologisch Adviesburo Klink bv Wageningen Rapporten en Mededelingen
Nadere informatieFactsheet: NL43_13 Oude IJssel
Factsheet: NL43_13 Oude IJssel -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
Nadere informatieGebiedsbeschrijving Oude Diep
Gebiedsbeschrijving Oude Diep I. HET STROOMGEBIED Het waterlichaam Oude is een langzaam stromende meanderende beek. De oorsprong van deze beek ligt in het natuurgebied Mantinger Bos en Weiden. Het Oude
Nadere informatieFactsheet: NL07_0034_1 Dortherbeek
Factsheet: NL07_0034_1 Dortherbeek De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet
Nadere informatieVermesting in meren en plassen
Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en
Nadere informatieVermesting in meren en plassen,
Indicator 13 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen
Nadere informatieFactsheet: NL05_Westerbouwlandl
Factsheet: NL05_Westerbouwlandl Westerbouwlandleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de
Nadere informatieToestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018
Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel
Nadere informatieBPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch
Onderwerp: jaarrapportage waterkwaliteit 2011 Nummer: Bestuursstukken\1080 Agendapunt: 11 OR: Nee DB: Ja 14-5-2012 Workflow Opsteller: Arjen Kolkman, 0598-693255 BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja 13-6-2012 Opdrachtgever:
Nadere informatie