Leren van een Delict?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leren van een Delict?"

Transcriptie

1 Leren van een Delict? Een pilotstudie naar de beïnvloeding van de dynamische risico en protectieve factoren bij jeugdige geweldsdelinquenten door middel van de interventie Leren van Delict Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam J.M. Conijn Begeleiding: E. Kornelis Amsterdam, juli

2 Inhoudsopgave Abstract. 3 Inleiding. 4 Methode. 10 Resultaten.. 14 Discussie Literatuurlijst.. 21 Bijlage 1: Risicotaxatie-instrument De SAVRY 24 2

3 Abstract This pilot study examined the effectiveness of Leren van Delict, a Dutch intervention program designed to reduce the risk of recidivism in a sample of violent juvenile offenders. Effectiveness was examined in a quasi-experimental design, with pre and posttest, using the SAVRY. This instrument is composed of risk and protective items that can be considered as predictors of future violence in the population of juvenile offenders. The experimental Leren van Delict group (n = 9) was compared to a group of violent juvenile offenders (n = 16) that received the program Equip. Analyses of covariance showed a significant difference between the two groups, even after controlling for age, which indicated that the program Leren van Delict did have a significantly greater effect on the reduction of critical risk factors than the program Equip. Keywords: criminal justice treatment programs, violent juvenile offenders, risk assessment In deze pilotstudie werd het effectiviteit van Leren van Delict onderzocht. Leren van Delict is een Nederlandse interventie ontworpen om de kans op recidive bij jeugdige geweldsdelinquenten te verkleinen. Voor deze pilotstudie is gebruik gemaakt van een quasiexperimentele opzet met voor en nameting, waarbij gegevens zijn verzameld met de SAVRY. Dit instrument bestaat uit risico en protectieve factoren die de kans op recidive voorspellen. De resultaten van de interventiegroep (n = 9) zijn vergeleken met de SAVRY gegevens van een controlegroep (n = 16), bestaande uit jeugdige geweldsdelinquenten die de interventie Equip hebben ontvangen. Uit een ANCOVA blijkt dat er een significant verschil is tussen beide groepen, dit verschil blijft overeind na controle voor leeftijd. Wanneer deze verschillen geïnterpreteerd worden als interventie effecten, impliceert dit dat de interventie Leren van Delict een significant groter effect heeft op de verlaging van de aanwezige kritieke risicofactoren en daarmee op de kans op recidive. 3

4 Inleiding Vandaag de dag krijgt gewelddadig en delinquent gedrag van jeugdigen veel maatschappelijke en politieke aandacht. De overheid verlangt naar een passende en sluitende maatregel ter voorkoming van herhaling of verergering van jeugddelinquentie (Lodewijks, de Ruiter, Doreleijers, 2003). Het is de vraag met welke maatregelen de kans op recidive kan worden verkleind. Deze vraag is echter lastig te beantwoorden, doordat van veel strafrechtelijke interventies gericht op jeugdigen onvoldoende vaststaat of deze ook daadwerkelijk effectief zijn (Lodewijks, 2007). In deze pilotstudie wordt een vergelijking gemaakt tussen twee strafrechtelijke interventies op basis van hun effectiviteit: Leren van Delict en Equip. Bij toewijzing van een interventie aan jeugdigen, is het van belang dat zij aan de juiste behandelcondities worden onderworpen (van der Laan, 2004). Lodewijks, de Ruiter en Doreleijers pleiten voor het gebruik van een risicotaxatie-instrument om inzichtelijk te maken welke interventie aansluit bij het risicoprofiel en de problematiek van de jeugdige, om zo de kans op recidive in te schatten en te verkleinen (Lodewijks et al, 2003). Om een goede aansluiting te krijgen tussen het risicoprofiel en de behandelconditie wordt gebruik gemaakt van het Risk-Need- Responsivity model (R-N-R model). Dit model impliceert dat jongeren aan de juiste behandelcondities worden toegewezen als voldaan wordt aan drie principes: de intensiviteit van de interventie moet aansluiten bij het risicoprofiel van de jeugdige, de interventie moet gericht zijn op kenmerken en risicofactoren die samenhangen met het ontstaan van delinquent gedrag en tot slot moet deze aansluiten bij de intellectuele en sociale mogelijkheden van de jeugdige (Andrew & Craig, 2007; van der Laan, 2004). Bij beide interventies die worden onderzocht, wordt voor toewijzing gebruik gemaakt van het risicotaxatie-instrument de SAVRY. De SAVRY is een instrument specifiek gericht op de risicofactoren bij gewelddadige en agressieve jeugdigen. De risico- en protectieve factoren worden gemeten op basis van een gestructureerd klinisch oordeel (Rossum & van der Steege, 2009). De SAVRY bestaat uit vier categorieën; historische, sociale/contextuele en individuele risicofactoren en protectieve factoren (Borum, 2000). De historische risicofactoren hebben een voorspellende waarde voor later gewelddadig crimineel gedrag. Deze factoren zijn vaststaand, wat impliceert dat hier geen invloed op kan worden uitgeoefend. De dynamische sociale/contextuele, individuele risicofactoren en protectieve factoren zijn daarentegen beïnvloedbaar (Lodewijks, 2007). De risicotaxatie biedt aanknopingspunten voor de risicohantering (Lodewijks et. al., 2003). Risicotaxatie kan 4

5 gedefinieerd worden als de inschatting van de kans dat een jongere, gegeven zijn individuele en sociale/contextuele kenmerken, binnen een bepaalde termijn opnieuw een delict zal plegen (Lodewijks et. al., 2003 p.26). Risicohantering betreft het terugdringen van de risicofactoren en het bevorderen van de protectieve factoren die een gunstige invloed hebben op het voorkomen van delinquent gedrag (Oudhof, 2010). De items van de SAVRY (zie bijlage 1) zijn gebaseerd op factoren die op basis van onderzoek kunnen worden aangemerkt als risico s in de ontwikkeling van jeugdigen en gerelateerd aan gewelddadig en agressief gedrag (Borum, 2000). Uit het onderzoek naar de validiteit en toepasbaarheid van de SAVRY is gebleken, dat de SAVRY een valide en waardevol instrument is om het risico op gewelddadig gedrag vast te stellen. Tevens kan met behulp van de SAVRY de interventiebehoefte bij jongeren met ernstig agressief gedrag worden beoordeeld (Borum, 2000; Gammelgard, Koivisto, Eronen & Kaltial-Heino, 2008; Lodewijks, 2007). Het toewijzen van de interventie Leren van Delict gebeurt op basis van een matige tot hoge risicobeoordeling op de SAVRY (Elling & Minderaa, 2010). Leren van Delict vormt binnen deze pilotstudie de experimentele conditie en is een individuele interventie gericht op jongeren in de leeftijd van 14 tot 23 jaar die veroordeeld zijn voor een geweldsdelict. Deze jongeren verblijven binnen een JJI en er is sprake van gewelddadig, delinquent gedrag en een niet-prosociale levensstijl (Elling & Minderaa, 2010). Geweldsdelinquenten kunnen gezien worden als een aparte subgroep van ernstige delinquentie. Gewelddadig gedrag omvat altijd agressief gedrag: gedrag van een persoon dat erop is gericht om een ander persoon lichamelijk of geestelijk te beschadigen (Lodewijks et. al., 2003). Het betreft delicten die opgenomen zijn in het Wetboek van Strafrecht: diefstal met geweld of bedreiging; mishandeling/bedreiging; openlijke geweldpleging; ontvoering; zedendelicten en brandstichting met gevaar voor anderen (Lodewijks et. al., 2003 p. 27). Het doel van de interventie Leren van Delict is het verlagen van het risico op recidive, met andere woorden, het verkleinen van de kans dat een jeugdige opnieuw een delict pleegt. Het uitgangspunt van de interventie is dat elke vorm van gedrag een functie heeft en een bewuste of onbewuste keuze is. De interventie is erop gericht om deze keuze en functie te achterhalen en prosociaal gedrag daarvoor in de plaats aan te leren (Oudhof, 2010). Hier wordt aan gewerkt door middel van het inzichtelijk maken van de eigen delictketen, het verminderen van irrationele gedachten, vijandige attitudes en cognitieve vertekeningen, vergroten van de eigen verantwoordelijkheid voor het gedrag en diens consequenties en het aanleren van een repertoire van gedrags- en sociaal cognitieve vaardigheden (Rossum & van 5

6 der Steege, 2009). De interventie bestaat uit drie fasen. In de eerste fase, die gemiddeld acht weken duurt, vindt er een delictanalyse plaats. Het betreft hier de situatie, gedachten, gevoelens en gedragingen voorafgaand aan en tijdens het delict. De tweede fase wordt omschreven als de veranderfase. Deze fase duurt gemiddeld dertien weken en er vinden twee wekelijkse bijeenkomsten plaats. In deze fase ligt de nadruk op het veranderen van het gedrag door middel van het aanleren van gedragsalternatieven. In de laatste en derde fase volgt de jongere een opfrissessie. Deze fase is gericht op het behoud van het nieuw aangeleerde gedrag en het generaliseren van het gedrag in nieuwe situaties. Deze fase wordt ingezet bij veranderingen binnen de leefsituatie van de jongere en duurt tot aan het einde van de maatregel die de jeugdige heeft (Oudhof, 2011). Naar de interventie Leren van Delict is tot op heden nog geen effectonderzoek gedaan. Door de Erkenningscommissie Interventies wordt LvD erkend op basis van de theoretische onderbouwing (Oudhof, 2010). De tweede strafrechtelijke interventie is Equip en vormt binnen deze pilotstudie de controleconditie. Equip is een groepsinterventie voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar die antisociaal en/of delinquent gedrag vertonen. De doelgroep van Equip kenmerkt zich door een gebrek aan ontwikkeling op het gebied van de sociale vaardigheden, vertraagde ontwikkeling op moreel ethisch en sociaal-emotioneel gebied en het hanteren van cognitieve vertekeningen ofwel denkfouten (Equip Nederland, 2011). Het betreft jongeren met een oppositioneel opstandige gedragstoornis (ODD) of een Gedragsstoornis (CD) ook wel antisociale gedragstoornissen genoemd. Een antisociale gedragstoornis wordt gekenmerkt door een patroon van gedragingen waarbij de rechten van anderen worden overtreden of geschaad. Het omvat gedragingen die betrekking hebben op agressie gericht op mens of dier, diefstal, vandalisme, brandstichting, leugenachtigheid (Elling, 2009). Het doel van de interventie is het ombuigen van de negatieve groepscultuur, ontwikkelen van het moreel besef en sociale vaardigheden, hanteren van boosheid en het ontdekken van cognitieve vertekeningen ofwel denkfouten en deze vervangen door helpende gedachten. Hier wordt aan gewerkt door jongeren te leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun gedachten en de het daaruit voortkomende gedrag. Het overkoepelende doel is het voorkomen van recidive (Elling, 2009). Binnen de interventie Equip wordt gewerkt in groepen van zes tot negen jongeren. De interventie duurt gemiddeld twintig weken, waarbij er vijf keer per week een bijeenkomst plaatsvindt. Het groepsgerichte aanbod is een belangrijk onderdeel binnen de interventie (Elling, 2009). 6

7 De interventie Equip wordt op basis van theoretische goed onderbouwd als erkend beschouwd door de Erkenningscommissie Interventies (Elling, 2009). Echter, onderzoek naar de effectiviteit van de interventie heeft binnen de Nederlandse populatie minder positieve resultaten opgeleverd (Elling, 2009). Zo blijkt uit het onderzoek van Nas, Brugman en Koops (2005) naar de effectiviteit van EQUIP dat jongeren die de interventie hebben gevolgd niet significant verschillen op het gebied van moreel oordelen, sociale vaardigheden en sociale informatieverwerking in vergelijking met de controlegroep. De cognitieve vertekeningen daarentegen waren wel gereduceerd (Nas, Brugman & Koops, 2005). Brugman, Bink, Nas en Bos (2007) hebben het onderzoek van Nas, Brugman en Koops (2005) uitgebreid met een grotere onderzoekspopulatie. Dit onderzoek laat overeenkomstige resultaten zien; Equip blijkt een positief effect te hebben op het verminderen van cognitieve vertekeningen bij de jongeren. Er zijn geen effecten gevonden met betrekking tot de mate en de snelheid van recidiveren (Brugman, Bink, Nas & Bos, 2007). Samenvattend zijn er een aantal overeenkomsten en verschillen tussen de beide interventies wat betreft de doelgroep, het doel en de theoretische basis. Waar de interventie LvD zich specifiek richt op de doelgroep jeugdigen die een geweldsdelict hebben gepleegd, richt de interventie Equip zich op een bredere doelgroep van jeugdigen die antisociaal en delinquent gedrag vertonen. Beide interventies hebben als overkoepelend doel het voorkomen van recidive. Onderliggend aan dit doel worden er verschillende subdoelen onderscheiden om dit te bewerkstelligen. De interventie LvD richt zich op het verwerven van inzicht in de eigen delictketen en het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag en de gevolgen daarvan. Deze interventie vindt op individuele basis plaats en richt zich naast de sociale/contextuele risicofactoren en protectieve factoren, met name op de individuele risicofactoren van de SAVRY (van der Steege, Oudhof, de Lange, 2010): Negatieve opvattingen, Impulsiviteit/riskant gedrag, Problemen met middelengebruik, Problemen met hanteren van boosheid, Psychopathische trekken, Aandachtstekort/hyperactiviteit, Weinig medewerking aan interventies, Weinig interesse in/ binding met school (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). De interventie Equip richt zich op het helpen en leren van elkaar en op een positieve groepscultuur en vindt in groepsverband plaats. De interventie richt zich naast de individuele risicofactoren en protectieve factoren met name op de sociale/contextuele risicofactoren: Omgang met delinquente leeftijdgenoten, Afwijzing door leeftijdgenoten, Ervaren stress en geringe copingsvaardigheden, Gebrek aan steun van andere volwassenen (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). Beide interventies hebben als onderliggend doel het verminderen van irrationele gedachten, vijandige attributies en 7

8 cognitieve vertekeningen en het beschikken over een uitgebreider repertoire aan gedrags en sociaal probleemoplossende vaardigheden. Beide interventies zijn gebaseerd op een cognitief gedragsmatige aanpak en de theorie omtrent de sociale informatieverwerkingsprocessen (Elling & Minderaa, 2010). De cognitieve en/of gedragstherapeutische benadering is effectief gebleken bij de vermindering van probleemgedrag en de kans op recidive (Boendemaker & Ince, 2010). Tevens blijkt uit onderzoek dat bij jeugdige geweldsdelinquenten de beste resultaten behaald worden met een cognitief gedragsmatige aanpak (Beenakkers, 2001; van der Laan, 2004). De sociaal informatieverwerkingsprocessen blijken uit onderzoek gerelateerd aan agressief gedrag (Crick & Dodge, 2005; Orobio de Castro et. al., 2005). Uit onderzoek blijkt dat het gebruik van het sociaal informatieverwerkingsmodel binnen interventies effectief is gebleken in het verminderen van agressief gedrag (Orobio de Castro et. al., 2005). Naast de overeenkomstige theoretische uitgangspunten wordt bij de interventie Equip gebruik gemaakt van de theorie van het moreel besef en de het programma Positive Peer Culture (PPC). Het PPC programma stimuleert jongeren om op een effectieve manier de positieve mogelijkheden van de groep te gebruiken. Het creëert bovendien een omgeving waarin jongeren direct hun (geleerde) sociale vaardigheden kunnen toepassen (Vorrath & Brendtro, 1985). Het doel van PPC is het stimuleren van jongeren om verantwoordelijkheid te nemen voor het bieden van hulp aan elkaar. De achterliggende gedachte is, dat als een groepscultuur een negatieve invloed kan hebben op probleemgedrag, deze ook een positieve bijdrage kan hebben op het verminderen van probleemgedrag. Door het helpen van een ander ontwikkelen de jongeren een gevoel van eigenwaarde, verantwoordelijkheid en waardigheid (Vorrath & Brendtro, 1985). De onderhavige pilotstudie is een eerste inventarisatie van de beïnvloeding van de dynamische risico- en protectieve factoren bij de doelgroep jeugdige geweldsdelinquenten door middel van het inzetten van de interventie Leren van Delict. De vraagstelling is als volgt: Is er een verschil op de dynamische factoren van de SAVRY door beïnvloeding van de interventie Leren van Delict bij jeugdige geweldsdelinquenten?. De resultaten van de vooren nameting worden vergeleken met een controlegroep bestaande uit jongeren die de interventie Equip ontvangen hebben en waar eveneens gebruik wordt gemaakt van het risicotaxatie-instrument de SAVRY voor toewijzing. Verwacht wordt, op basis van de literatuur, dat de gehele onderzoekspopulatie een matig tot hoog risicoprofiel op de SAVRY heeft. Dit gezien het feit dat de beide 8

9 interventies die centraal staan in deze pilotstudie worden toegewezen op basis van een matig tot hoog risicoprofiel (Elling, 2009; Elling & Minderaa, 2010). Tevens wordt verwacht dat er geen verandering optreedt binnen de historische risicofactoren tussen de voor- en nameting op de SAVRY. Dit gezien het feit dat de historische risicofactoren als statisch en vaststaand kunnen worden aangemerkt (Lodewijks, 2007). Daarentegen wordt verwacht dat er een reductie plaatsvindt van de aanwezigheid van sociale/contextuele en individuele risicofactoren. De verwachting is, op basis van de doelen van de interventie, dat de interventie Leren van Delict met name van invloed is op de verlaging van de individuele risicofactoren. Hoewel uit eerder onderzoek naar de effectiviteit van de interventie Equip is gebleken dat deze weinig tot geen effect heeft op de verlaging van de sociale/contextuele risicofactoren, wordt op basis van de gestelde doelen en de methodiek (PPC) dit effect wel verwacht (Nas, Brugman & Koops, 2005). Tot slot wordt verwacht dat er op de nameting, in vergelijking met de voormeting, er een toename zal zijn van de aanwezigheid van de protectieve factoren. Om de onderzoeksvraag en de verwachtingen te toetsen zijn de volgende twee deelvragen geformuleerd: - Zijn er binnen beide interventies verschillen tussen de voor- en nameting op de vier categorieën van de SAVRY? o Historische risicofactoren o Sociale/contextuele risicofactoren o Individuele risicofactoren o Protectieve factoren - Zijn er tussen beide interventies verschillen op de nameting van de vier categorieën van de SAVRY? 9

10 Methode Participanten In deze pilotstudie stonden twee groepen gewelddadige jeugddelinquenten centraal: de interventiegroep (N=9), bestaande uit jongens die de interventie Leren van Delict hebben ontvangen, en de controlegroep (N=16), bestaande uit jongens die de interventie Equip hebben ontvangen. Bij de selectie zijn twee criteria gehanteerd, namelijk deelname aan één van de interventies; Leren van Delict of Equip en de aanwezigheid van twee meetmomenten; een meetmoment voorafgaand aan de interventie (T1) en een meetmoment na het afronden van de interventie (T2). Naast deze twee criteria zijn er geen andere gehanteerd en zijn de participanten op basis van de beschikbaarheid van de metingen geselecteerd. De jongens die de interventie Leren van Delict hebben ontvangen, hebben allemaal de eerste fase van de interventie afgerond. De jongens uit de controlegroep hebben de interventie Equip geheel afgerond. De totale onderzoekspopulatie bestond uit 25 jongens in de leeftijd van 16 tot 24 jaar, waarvan de gemiddelde leeftijd 18.6 jaar was (SD = 2.18) op het moment van de voormeting en 19.3 jaar (SD = 2.13) op het moment van de nameting. De leeftijd van de jongens in de interventiegroep was 17.4 jaar (SD = 1.74) op het moment van de voormeting en 18.0 jaar (SD = 1.5) op het moment van de nameting en de gemiddelde leeftijd in de controlegroep was 19.2 (SD = 2.19) op het moment van de voormeting en 20.0 jaar (SD = 2.13) op het moment van de nameting. Het betreft allen jongens die veroordeeld zijn voor een geweldsdelict en op basis van een strafrechtelijke maatregel (PIJ) geplaatst zijn binnen de Justitiële Jeugdinrichting Rentray in Lelystad. De periode waarin de jongens geplaatst zijn binnen de inrichting verschilt per individu en varieert van 2005 tot Het uitgangsdelict, op basis waarvan de jongens strafrechtelijk zijn veroordeeld, verschilt per groep en naar ernst van het delict (Tabel 1). Tabel 1. Frequentie en percentages van de uitgangsdelicten per interventie 10

11 Zo lijkt het erop dat de jongens die de interventie Leren van Delict hebben ontvangen, meer ernstigere delicten hebben gepleegd zoals Moord en Doodslag in vergelijking met de controlegroep waar de meeste jongens het delict Diefstal met Geweld hebben gepleegd. De jongens binnen deze pilotstudie, met uitzondering van één, hadden allen een matig tot hoog risicoprofiel op de voormeting van de SAVRY (Tabel 2). De controlegroep bestond in vergelijking met de groep Leren van Delict uit meer jongens met een hoog risicoprofiel. Tabel 2. Frequentie en percentages van het risicoprofiel op de voormeting per interventie Onderzoeksprocedure en onderzoeksinstrumenten De pilotstudie is uitgevoerd op basis van (digitaal) dossieranalyse. De algemene kenmerken zoals geslacht, leeftijd, etniciteit en uitgangsdelict zijn geanalyseerd met behulp van het elektronisch TULP verblijfsregistratie. Daarnaast is de onderzoeksgroep geanalyseerd op basis van de volgende vier categorieën van het risicotaxatie-instrument de SAVRY; - De aan- of afwezigheid van historische risicofactoren. Het betreft hier factoren die betrekking hebben op gebeurtenissen en het gedrag in het verleden van een jeugdige en kunnen worden aangemerkt als voorspeller van toekomstig gewelddadig gedrag (Borum, 2000). Voorbeelden van items uit deze categorie zijn; Eerder gewelddadig gedrag en Voorgeschiedenis van mishandeling als kind (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). - De aan- of afwezigheid van sociaal/contextuele risicofactoren. Het betref hier sociale en omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op het tot uiting komen van het gewelddadig gedrag (Reiss, Roth, Miczek, 1993). Deze factoren kunnen worden aangemerkt als dynamisch, wat impliceert dat deze veranderbaar zijn over de tijd en aanknopingspunten vormen binnen een interventie (Borum, Bartel, Forth, 2005). Voorbeelden van items uit deze categorie zijn; Omgang met delinquente leeftijdgenoten en Geringe opvoedingsvaardigheden ouders (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). 11

12 - De aan- of afwezigheid van individuele risicofactoren. Het betreft hier karakteristieke kenmerken van een individu die kunnen worden aangemerkt als een verklaring voor het delinquente gedrag (Reiss, Roth, Miczek, 1993). Ook deze individuele risicofactoren zijn dynamisch en kunnen veranderen over de tijd. Deze risicofactoren kunnen tevens worden gebruikt als aanknopingspunten om verandering of effectiviteit vast te stellen van een interventie (Borum, Bartel, Forth, 2005). Voorbeelden van items uit deze categorie zijn; Negatieve opvattingen en Impulsiviteit/riskant gedrag (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). - De aan- of afwezigheid van protectieve factoren. Het betreft hier positieve omstandigheden of gebeurtenissen in het leven van een jeugdige. De dynamische protectieve factoren kunnen de kans op gewelddadig gedrag verkleinen en vormen een tegenwicht voor de aanwezige risicofactoren (Borum, Bartel, Forth, 2005; Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). Voorbeelden van items uit deze categorie zijn; Positieve houding tegenover interventie en autoriteit en Veerkrachtige persoonlijkheid (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). De bovenstaande categorieën worden door gedragswetenschappers beoordeeld. Zij vormen een gestructureerd klinische oordeel over de aan of afwezigheid van de factoren per individu. Dit klinische oordeel wordt gevormd aan de hand van meerdere beschikbare bronnen, onder andere op basis van dossieranalyse en behandelcontact. Van elk risico-item kan worden aangegeven in welke mate het item van toepassing is op het individu door middel van de coderingsschalen laag, matig, hoog. Van elke protectieve factor kan worden aangegeven of deze aan- of afwezig is. Daarnaast wordt vastgesteld of de aanwezigheid van de factoren kan worden aangemerkt als kritisch, wat de ernst van het risico impliceert. De totaalscore van het risicoprofiel wordt berekend door de scores op de risico- en protectieve - items te sommeren (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003). In deze pilotstudie vormt het aantal kritische factoren het uitgangspunt voor de analyses. De scorerange van de kritische factoren loopt van 0 tot 24 voor de risicofactoren, verdeeld over de drie categorieën, en van 0 tot 6 voor de protectieve factoren. Er is per categorie bekeken of er een verlaging dan wel een verhoging waarneembaar is op het aantal kritische factoren. Data-analyse Om vast te stellen of de interventie Leren van delict effect heeft op de vermindering van de aanwezige risicofactoren en bevordering van de protectieve factoren bij de groep jeugdige 12

13 geweldsdelinquenten, is in deze pilotstudie gebruik gemaakt van twee meetmomenten (T1 en T2) waarop het risicotaxatie-instrument de SAVRY is afgenomen. Allereerst is er gekeken naar de effecten van de interventies binnen de groepen door middel van een T-test welke voor ieder onderzoeksgroep per domein afzonderlijk is uitgevoerd. Om het effect van de interventie Leren van Delict vast te kunnen stellen is gebruik gemaakt van een covariantieanalyse (ANCOVA) voor de vier afhankelijke variabelen; historische, sociale/contextuele en individuele risicofactoren en protectieve factoren. Door middel van deze analyse is gekeken naar de verschillen op T2 en gecontroleerd voor de verschillen op T1 tussen de beide groepen door deze als covariaat te laten fungeren. Deze analyse zal wijst uit of de interventie effect heeft op de vermindering van het aantal risicofactoren en de bevordering van de protectieve factoren. 13

14 Resultaten De resultaten van deze pilotstudie zijn per deelvraag beschreven. De eerste deelvraag luidt als volgt: Zijn er binnen beide interventies verschillen tussen de voor- en nameting op de vier categorieën van de SAVRY? Om de verschillen tussen de voor- en nameting binnen beide groepen te meten is gebruik gemaakt van een T-test voor afhankelijke steekproeven. Allereerst is er gekeken naar het verschil op de voor- en nameting binnen beide groepen voor alle categorieën (Tabel 3). Uit de resultaten blijkt dat beide groepen verschillen op T1 en T2 op de aanwezigheid van de kritische factoren en bij de controlegroep er sprake is van een significante toename (t=,557, df= 15, p< 0.05, two-tailed) Tabel 3. Gemiddelden en SDs van alle categorieën van de SAVRY voor de Experimentele groep Leren van Delict en de Controlegroep van de voor- en nameting *p <.05. Historische risicofactoren Uit de resultaten van de T-test voor de verschillen binnen de kritische historische risicofactoren blijkt dat er bij beide groepen sprake is van een afname van het aantal aanwezige kritische historische factoren tussen T1 en T2 (Tabel 4). Bij de controlegroep is er sprake van een significant verschil (t=,251, df= 15, p< 0.05, two-tailed). Tabel 4. Gemiddelden en SDs van de Historische Risicofactoren van de SAVRY voor de Experimentele groep Leren van Delict en de Controlegroep van de voor- en nameting *p <

15 Sociale/contextuele risicofactoren De analyse van de verschillen op de kritische sociale/contextuele risicofactoren laten zien dat er bij beide groepen sprake is van een significant verschil tussen T1 en T2 (Tabel 5). Binnen de experimentele groep is er sprake van een significante afname van het aantal aanwezige kritische factoren (t=,426, df= 8, p< 0.01, one-tailed) en binnen de controlegroep daarentegen een significante toename van de kritische factoren (t=,808, df=, p< 0.01, one-tailed). Tabel 5. Gemiddelden en SDs van de Sociale/contextuele Risicofactoren van de SAVRY voor de Experimentele groep Leren van Delict en de Controlegroep van de voor- en nameting * p <.05. Individuele risicofactoren Uit de resultaten van de T-test van de aanwezige verschillen op T1 en T2 van de kritische individuele risicofactoren (Tabel 6) blijkt, dat er binnen de experimentele groep sprake is van een significante afname gezien T1 en T2 (t= 1,835, df= 8, p< 0.05, two-tailed). Binnen de controlegroep is er geen verschil waargenomen, echter de spreiding (T1: SD = 1.98 < T2: SD = 2.11 p <.01) van de aanwezige kritische factoren verschilt significant. Tabel 6. Gemiddelden en SDs van de Individuele Risicofactoren van de SAVRY voor de Experimentele groep Leren van Delict en de Controlegroep van de voor- en nameting * p <.05. Protectieve factoren Tot slot is er gekeken naar de verschillen op de kritische protectieve factoren op basis van T1 en T2 (Tabel 7). Uit de resultaten van de T-test blijkt dat er binnen de controlegroep sprake is van een significante toename van de protectieve factoren (t=,775, df= 15, p< 0.01, one-tailed) 15

16 Tabel 7. Gemiddelden en SDs van de Protectieve Risicofactoren van de SAVRY voor de Experimentele groep Leren van Delict en de Controlegroep van de voor- en nameting * p <.05. De tweede deelvraag binnen deze pilotstudie luidt als volgt: Zijn er tussen beide interventies verschillen op de nameting van de vier categorieën van de SAVRY? Om het verschil in effect op de kritische risico en protectieve factoren van de experimentele groep Leren van Delict en de controle groep op T2 te meten, is er gebruik gemaakt van een covariantieanalyse (ANCOVA), waarbij T1 als covariaat is gebruikt. Uit de resultaten van de ANCOVA (Tabel 8) blijkt dat er een significant verschil is tussen beide interventies, waarbij de experimentele groep Leren van Delict significant lager uitkomt dan de controlegroep: F = 60.94, p =.00 met een zeer groot effect van d = Na controle voor leeftijd blijft dit effect overeind. Tabel 8. Gemiddelden en SDs voor de kritieke risicofactoren op de SAVRY voor de experimentele groep Leren van Delict en de controlegroep op basis van de voor- en nameting * p <

17 Discussie Van veel strafrechtelijke interventies gericht op jeugdigen staat onvoldoende vast of deze ook daadwerkelijk effectief zijn (Lodewijks, 2007). De overheid verlangt naar een passende en sluitende maatregel ter voorkoming van herhaling of verergering van jeugddelinquentie (Lodewijks et al., 2003). In deze pilotstudie wordt een vergelijking gemaakt tussen twee strafrechtelijke interventies op basis van hun effectiviteit: Leren van Delict en Equip. Aangezien er naar de interventie Leren van Delict tot op heden nog geen effectonderzoek is gedaan (Oudhof, 2010), is de huidige studie een eerste inventarisatie van de effecten van deze interventie bij de doelgroep jeugdige geweldsdelinquenten. De effecten in deze pilotstudie zijn gemeten aan de hand van de veranderingen op de kritische dynamische risico- en protectieve factoren van het risicotaxatie-instrument de SAVRY. De bevindingen worden beschreven aan de hand van de verwachtingen opgesteld op basis van de literatuur in de inleiding. Verwacht werd op basis van de literatuur dat er geen veranderingen zouden optreden binnen de historische risicofactoren op de voor- en nameting van de SAVRY, gezien het feit dat de historische risicofactoren als statisch en vaststaand worden aangemerkt (Lodewijks, 2007). De resultaten uit deze pilotstudie zijn tegenstrijdig aan deze verwachting. Er is bij beide groepen sprake van een afname van het aantal aanwezige kritische historische risicofactoren en bij de controlegroep is deze afname significant. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de historische factoren wel aanwezig zijn, maar niet meer kritisch van invloed is op het huidig functioneren van de jeugdige. De verwachting op basis van de literatuur was, dat er bij de jongens die de interventie Leren van Delict hebben ontvangen, er met name een afname zou zijn van de kritische individuele risicofactoren. Dit gezien het feit dat de doelen en uitgangspunten van de interventie naast de overige risicofactoren en protectieve factoren, zich met name richt op de aanwezige individuele risicofactoren (van der Steege, Oudhof, de Lange, 2010). Deze verwachting komt overeen met de resultaten van deze pilotstudie. Uit de analyse van de verschillen binnen de groep Leren van Delict blijkt dat er sprake is van een significante afname van de kritische individuele risicofactoren gezien de voor- en nameting van de SAVRY. Op basis van de gestelde doelen en de methodiek van de interventie Equip, werd verwacht dat er bij de jongens in de controlegroep een afname zou zijn van de kritische sociale/contextuele risicofactoren. Deze verwachting komt niet overeen met de resultaten uit 17

18 deze pilotstudie. Uit de analyse van de verschillen binnen de groep op de voor- en nameting blijkt dat er sprake is van een significante toename van het aantal kritische sociale/contextuele risicofactoren. Daarnaast is het resultaat uit deze pilotstudie in strijd met hetgeen eerder uit effectonderzoek is gebleken, namelijk dat er geen significante verschillen zijn gemeten op het gebied van de sociale vaardigheden (Nas, Brugman & Koops, 2005). Bij de interventie Leren van Delict daarentegen is er sprake van een significantie afname van het aantal aanwezige sociale/contextuele risicofactoren. Een mogelijke verklaring voor beide resultaten is dat de interventie Equip in groepsverband plaatsvindt en de interventie Leren van Delict op individuele basis. Uit meerdere onderzoeken is naar voren gekomen dat de interventies in groepsverband een negatief effect kunnen hebben op de sociale vaardigheden van jongeren (Dogde, Dishion & Lansford, 2006; Lyman, Prentice-Dunn & Gabel, 1989). In een ander onderzoek naar de effectiviteit van individuele en groepsbehandeling blijkt dat de jongeren in de groepsbehandeling de neiging hadden om meer crimineel gedrag te vertonen, met als mogelijke verklaring dat de jongeren elkaar negatief versterken in het crimineel denken en gedragingen (Dishion, McCord, Poulin, 1999). Tevens kan bediscussieerd worden of de interventie Equip daadwerkelijk een cognitief gedragsmatige therapie is. Vanuit de theoretische basis kan gezegd worden dat de interventie Equip met name een sociale vaardigheidstraining is door de kenmerkende PPC methodiek. Uit een recente meta-analyse naar de effectiviteit van de sociale vaardigheidstraining in een residentiële setting blijkt deze geen effect te hebben op het gedrag en vaardigheden van jeugdige delinquenten (Swart, et.al. 2011). Op het gebied van de kritische protectieve factoren werd verwacht dat er op de nameting, in vergelijking met de voormeting, er een toename zou zijn. Uit de resultaten blijkt dat er binnen de experimentele groep Leren van Delict sprake is van een kleine toename van de kritische protectieve factoren. Binnen de controlegroep daarentegen is er sprake van een significante toename van het aantal kritische protectieve factoren. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de interventie Equip meer van invloed is op de protectieve factoren dan de interventie Leren van Delict. In vergelijking met de voorgaande bevindingen betekent dit dat de interventie Equip met name van invloed is op de bevordering van de protectieve factoren en de interventie Leren van Delict op alle dynamische risico en protectieve factoren van de SAVRY. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat de interventie Leren van Delict zich specifiek richt op de aanwezige risicofactoren bij het individu en de interventie Equip onvoldoende aansluit bij de criminogene factoren uit de SAVRY die kunnen worden aangemerkt als factoren die de kans op recidive verlagen. 18

19 Tot slot stond in deze pilotstudie de volgende vraag centraal: Is er een verschil op de dynamische factoren van de SAVRY door beïnvloeding van de interventie Leren van Delict bij jeugdige geweldsdelinquenten. blijkt dat er een significant verschil is tussen beide groepen. Bij de experimentele groep is er sprake van een significante afname van het aantal kritische factoren in vergelijking met de controlegroep. Dit impliceert dat de interventie Leren van Delict een significant groter effect heeft op de verlaging van de aanwezig kritieke risicofactoren en daarmee op de kans op recidive. In termen van Cohen s d kan er gesproken worden over een robuust effect (d = 1.93). Een mogelijke verklaring voor de gevonden resultaten is dat de interventie Leren van Delict op individuele basis plaatsvindt. Deze verklaring wordt ondersteund door een recente metanalyse van James, Stams, Asscher, de Roo en van der Laan (2011) naar het effect van nazorg op het terugdringen van recidive. Uit deze meta-analyse blijkt dat individuele behandeling het meeste effect heeft op het reduceren van recidive in vergelijking met de behandeling in groepsverband (James et.al., 2011). Tevens blijkt dat het grootste voordeel van een individuele behandeling boven de groepsbehandeling dat er rekening kan worden gehouden met de karakteristieke kenmerken en behoefte van het individu (James et. al. 2011), zoals bij de interventie Leren van Delict van toepassing is. Deze pilotstudie kent een aantal beperkingen. Allereerst de grootte van de onderzoekspopulatie. De pilotstudie heeft plaatsgevonden bij een kleine onderzoekspopulatie (n = 26), waarvan 9 jongens deel uitmaakten van de experimentele groep en 16 jongens van de controlegroep. Daarnaast betrof het een steekproef op basis van beschikbare data en meetmomenten bij beide onderzoeksgroepen en heeft er geen random toewijzing plaats gevonden, waardoor de resultaten met voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. Gezien de omvang van de onderzoeksgroep en toewijzing kan er geen generalisatie plaatsvinden van de resultaten naar vergelijkbare populaties. Het verdient dan ook de aanbeveling om in een vervolg onderzoek gebruik te maken van een grotere onderzoekspopulatie en een randomized controlled trail (RCT), waarbij de participanten voor analyse op basis van willekeur worden toegewezen aan de experimentele - of controlegroep. Een andere beperking van deze pilotstudie is dat de participanten in de experimentele groep de interventie niet volledig hebben afgerond. Alle participanten hebben de eerste fase Delictanalyse van de interventie doorlopen, dit heeft tot gevolg dat er geen conclusies kunnen worden getrokken over het uiteindelijke effect van de interventie op het risicoprofiel van de SAVRY. Dit zou kunnen betekenen, gezien de huidige positieve resultaten, dat er mogelijk een nog positiever effect is na afloop van de interventie. Herhaling van het onderzoek, na afronding van de interventie, verdient dan ook aanbeveling. 19

20 Daarnaast blijkt uit deze pilotstudie dat Leren van Delict een positief effect heeft op de verlaging van de kans op recidive, echter hieruit kan niet worden geconcludeerd dat door het inzetten van de interventie er daadwerkelijk minder geweldsdelinquenten recidiveren. Om dit aan te kunnen tonen is vervolgonderzoek nodig waarbij gebruik gemaakt wordt van een follow-up meting in de jaren nadat de jeugdigen de JJI hebben verlaten. Tot slot kan de dynamiek van sommige risicofactoren uit het risicotaxatie-instrument de SAVRY worden betwijfelt. Alhoewel de ontwikkelaars van de SAVRY pretenderen dat het een dynamisch risicotaxatie-instrument is, is de vraag in hoeverre dit in de praktijk ook daadwerkelijk zo is. Zo kan betwijfeld worden of de risicofactor achterstandbuurt dynamisch is. Dit is mogelijk van invloed geweest op de resultaten binnen deze pilotstudie en het verdient dan ook de aanbeveling om in vervolgonderzoek gebruik te maken van meerdere meetinstrumenten om individuele verandering zichtbaar te maken. Ondanks de beperkingen, was deze studie een eerste inventarisatie naar de invloed van de interventie Leren van Delict op het risicoprofiel van jeugdige geweldsdelinquenten, waaruit bovendien een positief resultaat is gebleken. 20

21 Literatuurlijst Andrew, D. A., Craig, D. (2007). The Risk-Need-Responsivity Model of Assessment and Human Service in Prevention and Corrections; Crime-Prevention Jurisprudence. Department of Psychology, Carleton University, Beenakkers, E. M. Th. (2001) Effectiviteit van sanctieprogramma s: op zoek naar interventies die werken: Met name bij zeden- en geweldsdelinquenten en delinquenten met cognitieve tekorten: Een literatuuronderzoek. Den Haag: WODC. Boendemaker, L., Ince, D. (2010). Wat werkt bij jeugdige met gedragsstoornissen? Nederlands Jeugdinstituut, Borum, R. (2000). Assessing voilence risk among youth. Journal of clinical Psychology, vol , Borum, R., Bartel, P. A., Forth, A. E. Chapter 19: Structured Assessment of Voilence Risk in Youth. In; Grisso, T., Vincent, G., Seagrave, D. (2005). Mental Health screening and assessment in juvenile justice. Guilford Press. Brugman, D., Bink, M. D., Nas, C. N., Bos, J. K., van den. (2007). Kunnen delinquente jongeren elkaar helpen in hun sociale ontwikkeling? Effecten peer-hulpprogramma Equip op denkfouten en recidive. In: Elling, M. W., Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving EQUIP. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload op van Crick, N. R., Dodge, K. A. (1996). Social Information-Processing Mechanisms in Reactive and Proactive Agression. Child Development, vol. 67, Dishion, T. J., McCord, J., & Poulin, F. (1999). In: James, C., Stams, G.J. J. M., Asscher, J. J. Roo, de, A.K., Laan, van der, P. H. (2011). Aftercare programs for reducing recidivism among juvenile and Young adult offenders: A Meta-Analytic Review. Sumitted for Publication Dodge, K. A., Dishion, T. J., Lansford, J. E. (2006). Deviant peer influences in programs for youth: problems and solutions. Guilford Press. Elling, M. W., Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving EQUIP. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload op van 21

22 Elling, M. W., Minderaa, R. B., Zicht op kennis. Beschikbare diagnostische instrumenten en interventies voor de jeugd-ggz. Landelijk kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie, Equip Nederland, Gevonden op op Gammelgard, M., Koivisto, AM., Eronen, M., Kaltiala-Heino, R. (2008). The predictive validity of the Structured Assessment of Violence Risk in Youth (SAVRY) among institutionalized adolescents. The Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, vol 19:3, Handleiding Basismethodiek JJI (2008). LSG-Rentray locatie Lelystad. Not Published. James, C., Stams, G.J. J. M., Asscher, J. J. Roo, de, A.K., Laan, van der, P. H. (2011). Aftercare programs for reducing recidivism among juvenile and Young adult offenders: A Meta-Analytic Review. Sumitted for Publication Laan, P. H. van der (2004). Over straffen, effectiviteit en erkenning: De wetenschappelijke onderbouwing van preventie en strafrechtelijke interventie. Justitiële Verkenningen, 30, Lodewijks, H. P. B., Interventies bij jongeren in justitiële behandelinrichtingen: de stand van zaken. Tijdschrift voor therapie, 33: Lodewijks, H. P. B., Ruiter, C., de, Doreleijers, Th. A. H., Risicotaxatie en risicohantering van gewelddadig gedrag bij adolescenten. Tijdschrift voor Directieve Therapie, 1: Lyman, R. D., Prentice-Dunn, S. & Gabel, S. (1989). Residential and Inpatient Treatment of Children and Adolescents. Springer Nas, C. N., Brugman, D., Koops, W. (2005). Effects of the EQUIP programme on the moral judgement, cognitive distortions, and social skills of juvenile delinquents. Psychology, Crime & Law, 11:4, Oriobio de Castro, B., Woede, wraak en leedvermaak. Op zoek naar drijvende krachten achter de ontwikkeling van gedragsproblemen. Kind en adolescent, 28, 2:

23 Orobio de Castro, B., Merk, W., Koops, W., Veerman, JW., Bosch, J. D. (2005). Emotions in Social Information Processing and Their Relations With Reactive and Proactive Aggression in Referred Aggressive Boys. Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology, vol. 34:1, Oudhof, M., Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving Leren van Delict. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gevonden op op Reiss, A. J., Roth, J. A., Miczek, K. A. (1993). Understanding and Preventing Violenze: Sociale Influences. National Academies Press. Rossum, J., Steege, M., van der, De behandeling aan PIJ-jongeren versterkt. Onderzoek naar de problematiek, de benadering en de behandeling van PIJ-jongeren van justitiële jeugdinrichting De Heuvelrug, locatie Overberg. Nederlands Jeugdinstituut, Steege, M., van der, Oudhof, M., Lange, M., de Leren van Delict. Gedragsinterventie voor jongeren die een gewelddadig delict pleegden. Theoretische handleiding. Ontwikkeld door JPC De Sprengen, Rentray en Harreveld met ondersteuning van NJI, in opdracht van het Ministerie van Justitie. Swart, de, J. J. W., Broek, van den, H., Stams, G. J. J. M., Asscher, J. J., Laan, van der, P. H., Holsbrink Engels, G. A., Helm, van der, G. H. P. (2011). The effectiveness of institutional youth care over the past three decades: a meta analysis. Submitted for Publication. Vorrath, H. H., Brendtro, L. K. (1985). Positive Peer Culture. Hawthorne, NY: Aldine. 23

24 Bijlage 1: Risicotaxatie-instrument De SAVRY Historische risicofactoren: 1. Eerder gewelddadig gedrag 2. Eerder niet-gewelddadig delinquent gedrag 3. Jonge leeftijd bij eerste gewelddadig incident 4. Zich onttrokken hebben aan toezicht/interventie in het verleden 5. Eerdere zelfbeschadiging of suïcidepogingen 6. Getuige zijn van geweld in het gezin 7. Voorgeschiedenis van mishandeling als kind 8. Criminaliteit van ouders/verzorgers 9. Vroege verstoringen in de verzorgingssituatie 10. Geringe schoolprestaties Sociale/contextuele risicofactoren: 11.Omgang met delinquente leeftijdgenoten 12. Afwijzing door leeftijdgenoten 13. Ervaren stress en geringe copingsvaardigheden 14. Geringe opvoedingsvaardigheden ouders 15. Gebrek aan steun van andere volwassenen 16. Achterstandsbuurt Individuele risicofactoren: 17. Negatieve opvattingen 18. Impulsiviteit/riskant gedrag 19. Problemen met middelengebruik 20. Problemen met hanteren van boosheid 21. Psychopathische trekken 22. Aandachtstekort/hyperactiviteit 23. Weinig medewerking aan interventies 24. Weinig interesse in/ binding met school Protectieve factoren: P1. Prosociale betrokkenheid P2. Ondersteuning door een ander/anderen P3. Hechte band met tenminste één prosociale volwassene P4. Positieve houding tegenover interventie en autoriteit P5. Duidelijk positieve gerichtheid op school P6. Veerkrachtige persoonlijkheid Bron: (Lodewijks, Ruiter, Doreleijers, 2003) 24

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren dr. Henny Lodewijks hlodewijks@lsg-rentray.nl Kijvelanden conferentie 1-12-2011 SAVRY Historische risicofactoren: 1. Eerder gewelddadig gedrag 2. Eerder

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Risicotaxatie van geweld bij adolescenten in het Nederlandse justitiële systeem Onderzoeken naar de betrouwbaarheid en de predictieve waarde van de SAVRY Achtergrond en doelstelling

Nadere informatie

Joop Hoekman Training, Advies, Onderzoek Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist

Joop Hoekman Training, Advies, Onderzoek Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist Joop Hoekman, Mia Ament, Karin de Bruin, Jackelien Feenstra, Maaike Willemen, Dirk Verstegen 1 Jongeren

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Leren van eerder gemaakte fouten. Leren van Delict

Leren van eerder gemaakte fouten. Leren van Delict Leren van eerder gemaakte fouten. Leren van Delict Jongeren vinden het zinvol om hun gedrag te begrijpen. Leren van Delict Leren van Delict vermindert de kans op recidive bij jongeren die vanwege hun gewelddadige

Nadere informatie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen GGzE centrum kinder- en jeugd psychiatrie Universiteit van Tilburg, Tranzo http://www.youtube.com/watch?list=pl9efc

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

Onderzoeksbulletin. Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz. Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg

Onderzoeksbulletin. Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz. Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg Onderzoeksbulletin Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg Recidive bij jongeren behandeld bij de Waag Eerder dit jaar verscheen het onderzoeksbulletin

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Interventie Grip op Agressie

Interventie Grip op Agressie Interventie Grip op Agressie 1 Erkenning Erkend door deelcommissie Justitiële interventies Datum: december 2012 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Hilde Niehoff (2012). Justitieleinterventies.nl:

Nadere informatie

Van Fabels naar Feiten Op zoek naar drijvende krachten achter de ontwikkeling van gedragsproblemen

Van Fabels naar Feiten Op zoek naar drijvende krachten achter de ontwikkeling van gedragsproblemen Van Fabels naar Feiten Op zoek naar drijvende krachten achter de ontwikkeling van gedragsproblemen Prof.dr. Bram Orobio de Castro e.a. Ontwikkelingspsychologie, Universiteit Utrecht Jongeren & Antisociaal

Nadere informatie

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing Hoe vergelijk je methodieken op basis van welke criteria? Marjolein Oudhof Mariska van der Steege 23 april 2009 Inhoud workshop Werken

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Infosheet Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies Tijdig ingrijpen betekent voorkomen dat een de fout ingaat. Wie wil dat niet? Dat is dan ook precies wat deze infosheet beoogt: inzicht

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Effectief vroegtijdig ingrijpen: Een verkennend onderzoek naar effectief vroegtijdig ingrijpen ter voorkoming van ernstig delinquent gedrag.

Effectief vroegtijdig ingrijpen: Een verkennend onderzoek naar effectief vroegtijdig ingrijpen ter voorkoming van ernstig delinquent gedrag. Effectief vroegtijdig ingrijpen: Een verkennend onderzoek naar effectief vroegtijdig ingrijpen ter voorkoming van ernstig delinquent gedrag. Samenvatting De Top600 bestaat uit een groep van 600 jonge veelplegers

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

Interventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker

Interventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker Interventies voor jji en jeugdzorgplus Leonieke Boendermaker 20 mei 2009 Evident? 1. Problemen doelgroep 2. Interventies die leiden tot vermindering problemen 3. Noodzaak goede implementatie 2 Om wat voor

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Bijlage Training Agressie Controle TACt Regulier

Bijlage Training Agressie Controle TACt Regulier Bijlage Training Agressie Controle TACt Regulier Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie TACt Regulier, zoals die is opgenomen in de databank Justitieleinterventies.nl. Meer informatie:

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

SOVA /AR op Maat Presentatie

SOVA /AR op Maat Presentatie SOVA /AR op Maat Presentatie Doelgroep Sociale Vaardigheden op Maat Jongens en meisjes in de leeftijd van 15-21 jaar Jongeren met probleemgedrag dat o.a. voortkomt uit onvermogen tot zelfstandig en adequaat

Nadere informatie

Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies

Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies Bijlage Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies 1. Theoretische onderbouwing: de gedragsinterventie is gebaseerd op een expliciet veranderingsmodel waarvan

Nadere informatie

Onderzoek met de SAPROF

Onderzoek met de SAPROF Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

zeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam

zeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam zeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam samenwerkingsverband vu medisch centrum amsterdam Prof. Dr Th. Doreleijers, kinder-

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op 30-8-2005, Sociëteit De Witte, te Den Haag Dames en heren, De Minister zei het al: de recidivecijfers zijn zorgwekkend. Van de

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 Erkenning van interventies Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 1 Algemeen De erkenningscommissie kan een interventie op de volgende niveaus erkennen: 1. Goed onderbouwd 2.1 Effectief

Nadere informatie

De Sprengen geeft PIJ-jongeren iedere dag een nieuwe kans

De Sprengen geeft PIJ-jongeren iedere dag een nieuwe kans Foto: Herbert Wiggerman De behandeling van PIJ-jongeren nader bekeken en onderbouwd De Sprengen geeft PIJ-jongeren iedere dag een nieuwe kans Door Ellis ter Beek, Marieke Lammers en Mariska van der Steege

Nadere informatie

Hilde Niehoff. Behandelaanbod Trajectum Hoeve Boschoord voor cliënten met agressie problematiek

Hilde Niehoff. Behandelaanbod Trajectum Hoeve Boschoord voor cliënten met agressie problematiek Hilde Niehoff Behandelaanbod Trajectum Hoeve Boschoord voor cliënten met agressie problematiek 1 Behandelprogramma agressie van wetenschap naar praktijk Specialisatie agressieproblematiek De specialisatie

Nadere informatie

De Groeifabriek! 3-11-2015. Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen!

De Groeifabriek! 3-11-2015. Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen! De Groeifabriek! Het ontwikkelen van een groeimindset Dr. Petra Helmond, UvA & Pluryn Fenneke Verberg, MSc, Pluryn Doel De Groeifabriek! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen Samenvatting Jeugdcriminaliteit vormt een ernstig probleem. De overgrote meerderheid van de jeugdigen veroorzaakt geen of slechts tijdelijk problemen voor de openbare orde en veiligheid. Er is echter een

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress.

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moral development and juvenile sex offending van Vugt, E.S. Link to publication Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Dynamiek en de protectieve factoren van de SAVRY

Dynamiek en de protectieve factoren van de SAVRY Dynamiek en de protectieve factoren van de SAVRY Onderzoek naar de dynamiek van een risicotaxatieinstrument welke gebruikt wordt binnen een gesloten justitiële jeugdinrichting November 2008 Masterwerkstuk

Nadere informatie

EVALUATIE PROCES EN DOELTREFFENDHEID MULTIDIMENSIONAL TREATMENT FOSTER CARE (MTFC) - samenvatting eindrapport -

EVALUATIE PROCES EN DOELTREFFENDHEID MULTIDIMENSIONAL TREATMENT FOSTER CARE (MTFC) - samenvatting eindrapport - EVALUATIE PROCES EN DOELTREFFENDHEID MULTIDIMENSIONAL TREATMENT FOSTER CARE (MTFC) - samenvatting eindrapport - Auteurs: drs. M. Timmermans dr. M. Witvliet drs. G.H.J. Homburg Regioplan Jollemanhof 18

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht SWR 27 september 2014 Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek van antisociaal gedrag Moran Cohn / Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Interventies die werken

Interventies die werken Interventies die werken Leonieke Boendermaker 20 januari 2009 themadossiers 2 1 Inhoud 1. Wat werkt? wat werkt bij gedragsstoornissen/delicten Wat werkt niet 2. Erkenningen Cie. Min.Justitie Jeugdinterventies

Nadere informatie

De inzet van familienetwerkberaden in de preventieve jeugdbescherming. Samenvatting

De inzet van familienetwerkberaden in de preventieve jeugdbescherming. Samenvatting De inzet van familienetwerkberaden in de preventieve jeugdbescherming Samenvatting Universiteit van Amsterdam, Forensische Orthopedagogiek S. Dijkstra, MSc dr. H. E. Creemers dr. J. J. Asscher prof. dr.

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer

Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer Den Dolder, maart 2018 Versie: 2.1 Auteur(s): Anna Hulsebosch/Renate Dekker Dolderseweg 120, 3734 BL Den Dolder Postbus 37, 3734 ZG Den Dolder

Nadere informatie

De ene klap is de andere niet Ontwikkeling en aanpak van agressief gedrag

De ene klap is de andere niet Ontwikkeling en aanpak van agressief gedrag De ene klap is de andere niet Ontwikkeling en aanpak van agressief gedrag Prof.dr. Bram Orobio de Castro Ontwikkelingspsychopathologie Universiteit Utrecht Diagnostiek Aanpak - overzicht - Misverstanden

Nadere informatie

CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen

CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen Achtergrond symposium Criminaliteit heeft grote gevolgen voor samenleving: -Fysieke verwondingen -Psychische klachten -Materiële schade -Kosten:

Nadere informatie

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997 Welke recidive volgt er op de sancties die in Nederland worden opgelegd? Het Nederlandse strafrecht kent een uitgebreid pakket aan straffen en maatregelen, maar we weten niet goed welke uitstroomresultaten

Nadere informatie

Running head: HET EFFECT VAN EQUIP OP COGNITIEVE VERTEKENINGEN 1. Universiteit Leiden. Faculteit Sociale Wetenschappen. Master Orthopedagogiek

Running head: HET EFFECT VAN EQUIP OP COGNITIEVE VERTEKENINGEN 1. Universiteit Leiden. Faculteit Sociale Wetenschappen. Master Orthopedagogiek Running head: HET EFFECT VAN EQUIP OP COGNITIEVE VERTEKENINGEN 1 Universiteit Leiden Faculteit Sociale Wetenschappen Master Orthopedagogiek Masterthesis De effectiviteit en programma-integriteit van de

Nadere informatie

Evaluatie Brains4Use

Evaluatie Brains4Use Evaluatie Brains4Use Nederlandse samenvatting Wendy Buysse Manja Abraham Samenvatting Evaluatie Brains4Use Nederlandse samenvatting Wendy Buysse Manja Abraham December 2013 Colofon Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door een duurzaam patroon van egocentrisme, impulsiviteit en agressiviteit.

Nadere informatie

Rijks Justitiële Jeugdinrichting. Locatie Den Hey-Acker Breda. Landelijke bestemming ESP; Behandeling van jongens met Ernstige Seksuele Problematiek

Rijks Justitiële Jeugdinrichting. Locatie Den Hey-Acker Breda. Landelijke bestemming ESP; Behandeling van jongens met Ernstige Seksuele Problematiek Rijks Justitiële Jeugdinrichting Locatie Den Hey-Acker Breda Landelijke bestemming ESP; Behandeling van jongens met Ernstige Seksuele Problematiek Wetenschap zedendelinquenten I Dé zedendelinquent bestaat

Nadere informatie

Risicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen

Risicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen o o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l Risicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen Het belang van items van de Structured Assessment of Violence Risk in Youth bij het klinisch oordeel n. d u i t

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use

Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use Brains4Use Jongeren in Justitiële Jeugdinrichtingen en Jeugdzorg Plus - instellingen vervallen soms in oude fouten door hun middelen gebruik. Behandeling

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Theorie sociale vaardigheidstrainingen

Hoofdstuk 6 Theorie sociale vaardigheidstrainingen 71 Hoofdstuk 6 Theorie sociale vaardigheidstrainingen 6.1 Inleiding Iemand die sociaal competent is, heeft een goede balans gevonden tussen zich aanpassen aan zijn omgeving en deze omgeving zelf positief

Nadere informatie

Samenvatting. Het WODC heeft in een startnotitie de volgende onderzoeksvragen vastgelegd (WODC, mei 2017):

Samenvatting. Het WODC heeft in een startnotitie de volgende onderzoeksvragen vastgelegd (WODC, mei 2017): Samenvatting Franken, A., Van den Berg, G., Kerkhof, L., & Assink, M. (2018). Specialisaties in Landelijke Specialistische Voorzieningen: Een literatuuronderzoek. WODC / NJI, Den Haag/ Utrecht. Het Nederlands

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen?

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen? Waar moet het heen? Wat is het doel? Wineke Smid wsmid@hoevenkliniek.nl VFS Symposium, Utrecht, Nederland, 22-01-2014 Het terugbrengen van het aantal slachtoffers! What works? What works? (Andrews & Bonta,

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents

Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk and needs assessment for juvenile delinquents van der Put, C.E. Link to publication Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and

Nadere informatie

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Stefaan Pleysier Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) Faculteit Rechtsgeleerdheid, KU Leuven Inhoud Wat voorafging Krachtlijnen van nieuw

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies. Advies 11 januari 2011

Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies. Advies 11 januari 2011 Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies Advies 11 januari 2011 Colofon Afzendgegevens Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Kalvermarkt 53 2511 CB Den Haag

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk

Nadere informatie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie Mentale Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie LFPZ,Zeeland, 11 juni 2009 Jan Auke Walburg Principes van positieve psychologie Bestudering positieve subjectieve ervaringen en constructieve cognities.

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Voor Straf Meedoen. Prof. Dr. Geert Jan Stams. Universiteit van Amsterdam. Forensische Orthopedagogiek

Voor Straf Meedoen. Prof. Dr. Geert Jan Stams. Universiteit van Amsterdam. Forensische Orthopedagogiek Voor Straf Meedoen Prof. Dr. Geert Jan Stams Forensische Orthopedagogiek Universiteit van Amsterdam 44 Thieves Bowlby, 1944 Meta-Analyses: Attachment & Psychopathie & Delinquentie 25 20 22 20 15 10 % 5

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 270 Reclasseringsbeleid Nr. 112 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN De Samenhang tussen Zingeving, Resiliency en Psychosociale Problematiek bij Adolescenten The Relationship between Meaning, Resiliency and Psychosocial Problems in Adolescents Jan C. Oosterwijk Arjan Oosterwijk

Nadere informatie