Floristisch meetnet oevers zoete rijkswateren 1997; uitwerking Maas en Randmeren. Baudewijn Ode Ruud Beringen Kees Groen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Floristisch meetnet oevers zoete rijkswateren 1997; uitwerking Maas en Randmeren. Baudewijn Ode Ruud Beringen Kees Groen"

Transcriptie

1 Floristisch meetnet oevers zoete rijkswateren 1997; uitwerking Maas en Randmeren Floron Baudewijn Ode Ruud Beringen Kees Groen Biologische Monitoring Zoete Rijkswateren

2 Floristisch meetnet oevers zoete rijkswateren 1997; uitwerking Maas en Randmeren Baudewijn Ode Ruud Beringen Kees (C.)L.G. Groen RIZA Nota nr.: FLORON-rapport 8 ISSN ISBN Dit rapport is samengesteld in opdracht van het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) Uitgevoerd door de stichting Floristisch Onderzoek Nederland (FLORON)

3 Omslag voorzijde: Slikkige oever langs een Maasplas bij Osen Omslag achterzijde: Natuurontwikkeling in het Vossemeer ("poffeitjes")

4 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Samenvatting iii iv 1.Inleiding 1 2.Steekproef Inleiding Begrenzing oeverzone Selectie hokken Omvang steekproef Steekproef Schaduwmeetnet Discussie 6 3,Veldwerk Inleiding Methodiek Resultaten Discussie 12 4.Digitalisering encontrole Invoer Controle Gegevensbeheer 13 5.Waarnemingen Inleiding Waargenomen soorten Maas Beheer Maas Waargenomen soorten Randmeren Beheer Randmeren Analyse Floristische Kwaliteit Inleiding Berekening Drempelwaarde Resultaten Maas Resultaten Randmeren Invloed herbezoek Relatie ecotopen Discussie 49

5 7.Analyse Milieukwaliteit Inleiding Berekening Resultaten Maas Resultaten Randmeren Discussie Schaduwmeetnet 63 9.Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen voor meetnet 67 lo.literatuur 68 Bij lagen 1: Totale soortenlijst Maas 2: Totale soortenlijst Randmeren 3: Correctiefactoren strata ii

6 VOORWOORD Voor het uitvoeren van een florameetnet, verspreid langs de grote zoete wateren door heel Nederland, heb je de hulp en medewerking van een groot aantal mensen en organisaties nodig. Wij danken Limburgs Landschap, Natuurmonumenten, Goois Natuurreservaat, Staatsbosbeheer (Regio Limburg/Oost-Brabant, Regio Gelderland, Regio Flevoland/Overijssel, Regio Noord-Holland), de gemeente Kampen en Aqua Terra N.V. voor de toestemming om delen van de door deze organisaties beheerde terreinen te inventariseren. Aart Swolfs heeft als stagiair meegedaan met het veldwerk; zijn bijdrage is door ons zeer op prijs gesteld. De heer J. Tempel (Prov. Flevoland) was behulpzaam bij het bezoek aan eiland de Abbert; hij verschafte ons informatie en zette ons met de boot over. Bij de determinatie van lastige Vaatplanten hebben wij steeds alle interesse en medewerking van Ruud van der Meijden (afdeling NEF van het onderzoeksinstituut Rijksherbarium / Hortus Botanicus van de Rijksuniversiteit Leiden). Ruud heeft ook de eerste aanzet gegeven bij het vaststellen van drempelwaarden in de Floristische Kwaliteit. Theo Peterbroers (FLORON) heeft de automatiseringsondersteuning verzorgd bij de controle van de waarnemingen, het inrichten van de database en het opstellen van de analyseprogrammatuur. Vanuit de opdrachtgever (RIZA) is het meetnet op stimulerende wijze begeieid door Hero Prins (projectcoordinator) en Noel Geilen. Baudewijn Ode Ruud Beringen Kees Groen in

7 SAMENVATTING In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van het Floristisch Meetnet voor de oevers van de zoete rijkswateren in 1997, met het accent op de in dit jaar afgeronde watersystemen. Het meetnet beslaat de grote zoete rijkswateren: Usselmeer, Randmeren, Rijn, Maas en Zoete Delta. Het doel van het meetnet is statistisch verantwoorde uitspraken over trends van de Floristische Kwaliteit en Milieukwaliteit in de afzonderlijke rijkswateren. Het meetnet is opgebouwd uit een selectie van ruim 400 kilometerhokken (km-hokken) langs deze rijkswateren. Bij het samenstellen van deze selectie is gestreefd naar een zo evenredig mogelijke verdeling over de verschillende watersystemen en over de gebruikscategorieen (natuur, agrarisch) daarbinnen; km-hokken met voornamelijk stedelijk gebied zijn buiten de selectie gehouden. Het meetnet beperkt zich tot de flora van de oeverzone: het gebied tussen het zomerbed en de kruin van de winterdijk. De oeverzone van de geselecteerde km-hokken wordt iedere 4 jaar geinventariseerd op alle voorkomende plantensoorten. Van een selectie van soorten wordt naast de presentie ook de abundantie opgenomen en van lokaal voorkomende Rode-Lijstsoorten wordt de verspreiding gedetailleerd vastgelegd. Een klein aantal km-hokken (schaduwmeetnet) wordt jaarlijks opgenomen om inzicht te krijgen in enkele variantie-componenten, nodig voor de toekomstige interpretatie van de vierjaarlijks verzamelde gegevens. De inventarisatiegegevens worden na controle opgeslagen in een relationele database. De analyse van de gegevens gebeurt met behulp van indexen voor Floristische Kwaliteit en indexen voor Milieukwaliteit die per km-hok worden berekend. De Floristische Kwaliteit wordt voor 12 ecosysteemtypen van de oevers van zoete rijkswateren bepaald. Ieder ecosysteemtype bestaat uit een aantal karakteristieke soorten. De Floristische Kwaliteit van een ecosysteemtype wordt bepaald door het aantal in een km-hok aanwezige karakteristieke soorten, hun abundantiewaarde en hun natuurwaarde. De Milieukwaliteit wordt bepaald ten behoeve van het volgen van een aantal thema's: klimaatsverandering, verzoeting/verzilting, vermesting, beheer/inrichting. Voor de eerste drie thema's worden indexen berekend op basis van de indicatiewaarde van de aanwezige soorten en hun abundantie. Beheer/inrichting van de oever kan worden gevolgd met indexen voor Floristische Kwaliteit van een aantal (grond)watergebonden ecosysteemtypen en met de Floristische Kwaliteit van alle (grond)watergebonden soorten tezamen. In 1997 is het veldwerk langs de Maas en de Randmeren afgerond. Er zijn in totaal 119 hokken geinventariseerd, waarvan er 60 langs de Maas en 52 langs de Randmeren liggen. Een deel van de geselecteerde km-hokken langs de Maas is al in 1996 geinventariseerd. Tijdens het veldwerk zijn langs de Maas 685 soorten gevonden, waarvan er 59 op de Rode Lijst staan. De Grensmaas kent de hoogste soortenrijkdom, terwijl de flora van Getijdebeinvloede Maas het minst soortenrijk is. Langs de Randmeren zijn 525 soorten aangetroffen, waaronder 17 Rode-Lijstsoorten. De flora van het deelsysteem Randmeren-Oost is het meest soortenrijk. De soortenrijkdom is in hoge mate afhankelijk van de inrichting en het beheer IV

8 van de oevers. Steile, onnatuurlijke oevers en gebieden met een intensief agrarische gebruik hebben een verarmde flora, terwijl gebieden met meer geleidelijke overgangen en een extensiever beheer (natuurbeheer of natuurontwikkeling) soms buitengewoon soortenrijk kunnen zijn. De presentatie van de Floristische Kwaliteit levert een beeld van de ontwikkeling van de oeverflora dat goed overeenkomt met de veldervaringen. Langs de Maas is Dynamische ruigte bijvoorbeeld een van de beter ontwikkelde ecosysteemtypen, terwijl langs de Randmeren juist Buitendijks grasland en Moeras/oeverruigte beter ontwikkeld zijn. De indexen voor Milieukwaliteit zijn in het algemeen goed te interpreteren. Het Zoutgetal langs de Randmeren is bijvoorbeeld gemiddeld hoger dan langs de Maas als gevolg van het voorkomen van relictomstandigheden van brakke omstandigheden. Enkele verschillen tussen deelsystemen wat betreft hun Voedselrijkdomgetal zijn te verklaren uit de waterhuishouding of de aanwezige grondsoorten. De eerste analyses van de gegevens uit het schaduwmeetnet laten zien dat de Floristische Kwaliteit van jaar op jaar kan varieren, met name van de meer dynamische ecosystemen. Een deel van de variatie kan niet worden verklaard met veranderingen in inrichting of beheer. De Milieukwaliteit laat een veel geringere variatie zien, hetgeen vooral een gevolg is van de robuustheid van de indexen voor Milieukwaliteit. Er is vertrouwen dat de huidige methodiek volstaat voor de doelen van het meetnet. Een eerste analyse van trends is mogelijk na afronding van een derde meetronde.

9 1. Inleiding De Stichting FLORON is in 1996 begonnen met de eerste meetronde in het kader van het Floristisch Meetnet oevers zoete rijkswateren. Dit meetnet bestaat uit een selectie van ruim 400 kilometer-hokken (km-hokken), waarbinnen met een meetfrequentie van eens in de 4 jaar de floristische samenstelling van de oeverzone van rijkswateren wordt opgenomen (Tamis & Groen, 1996). Het doel van het meetnet is het signaleren van veranderingen in de oevervegetatie van de zoete rijkswateren en het evalueren van ecologische doelstellingen in het waterbeleid op basis van de toestand van de oevervegetatie. Er wordt naar gestreefd om statistisch verantwoorde uitspraken te doen over veranderingen in de oeverflora van afzonderlijke watersystemen. Binnen de zoete rijkswateren worden 5 watersystemen onderscheiden: Maas, Rijn, Randmeren, Zoete Delta en Usselmeer. Mogelijk kunnen ook over delen van deze watersystemen statistisch verantwoorde uitspraken worden gedaan. Het gaat daarbij om veranderingen binnen deelsystemen (bijvoorbeeld Grensmaas, Gestuwde Maas en Getijdebeinvloede Maas) of binnen gebruikscategorieen (natuurgebied versus agrarisch gebied). De analyse vindt plaats op basis van de Floristische Kwaliteit van ecosystemen en op basis van indicaties voor Milieukwaliteit (bijvoorbeeld voedselrijkdom, saliniteit). In 1997 zijn inventarisaties langs de Maas en de Randmeren uitgevoerd. Het veldwerk is voorbereid en uitgevoerd door Ruud Beringen en Baudewijn Ode. In het kader van een werkervaringsplaats heeft Aart Swolfs als stagiair meegewerkt met het veldwerk en de invoer/opslag van de verzamelde gegevens. Dit rapport behandelt de opzet van het veldwerk van 1997 en de uitwerking van de verzamelde gegevens. Voor een uitgebreide beschrijving van methodische aspecten moet worden verwezen naar eerdere rapportages (Tamis & Groen, 1996, Ode et al., 1997). Het meetnet volgt de peiljaren van het MWTL. Het jaar 1997 is peiljaar voor de Randmeren, terwijl 1996 zowel voor de Maas als het Usselmeergebied peiljaar is. Gezien de omvang van beide laatste watersystemen is het veldwerk langs de Maas uitgespreid over 1996 en Een bespreking van de resultaten van de complete meetronde langs de Maas gaat in dit rapport daarom samen met een bespreking van de resultaten van de Randmeren. De verzamelde gegevens van de Maas en het Usselmeergebied zullen ook worden besproken in de Watersysteemrapporten Maas 1996 en Usselmeer en Markermeer 1996 van de reeks Biologische monitoring zoete rijkswateren van het RIZA.

10 2. Steekproef 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de begrenzing van de oeverzone binnen km-hokken, op het samenstellen van de selectie van km-hokken in de oeverzone van de Maas en de Randmeren, op de steekproefgrootte en op de steekproeftrekking. De aangegeven selecties zijn de selecties na afronding van het veldwerk. Hierdoor zijn er kleine afwijkingen ten opzichte van de voor het veldseizoen voorgenomen selectie (zie paragraaf 3.3). (Ode et al., 1997; Tamis & Groen, 1996). 2.2 Begrenzing oeverzone Tot de te inventariseren oeverzone wordt gerekend het gebied tussen het zomerbed en de kruin van de winterdijk. In een aantal gevallen gaat dat niet op: * Bij riviertrajecten waar winterdijken ontbreken is gebruik gemaakt van inundatiekaarten van het winterbed (RWS, Directie Limburg, 1978). Gebieden met een inundatiefrequentie van minimaal eens per 10 jaar zijn tot de oeverzone van de rivier gerekend. Voor zover dit gebied in het veld moeilijk te begrenzen is zijn nabijgelegen harde topografische grenzen (wegen e.d.) gebruikt. * Daar waar na de recente overstromingen nieuwe dijken (of kaden) in het winterbed zijn aangelegd, bijvoorbeeld om dorpen te beschermen, zijn deze nieuwe dijken als grens van de oeverzone beschouwd. * Brede recreatiestranden en geleidelijke overgangen van oevers naar hogere gronden langs de Randmeren leveren soms problemen op. Om het aandeel van niet door het water beinvloede gronden te beperken is hier meestal gekozen voor een ca meter brede zone, bij voorkeur begrensd door een harde grens. De begrenzing van het geinventariseerde gebied is in alle gevallen op kaart vastgelegd om in een volgende ronde exact hetzelfde gebied te kunnen inventariseren. 2.3 Selectie hokken Voor het maken van een selectie van te bezoeken hokken is van de watersystemen Maas en Randmeren een complete lijst samengesteld van km-hokken, gelegen in de oeverzone van deze rijkswateren. Deze hokken vormen het steekproefkader. Voor deze complete lijst is gebruik gemaakt van de Topografische Kaarten (schaal 1:50.000) en voor de Maas ook van inundatiekaarten van het winterbed (RWS, Directie Limburg, 1978). De hokken in de oeverzone zijn in vier categorieen onderverdeeld: te klein, stedelijk, natuur en agrarisch. De uiteindelijke steekproef is getrokken uit de hokken uit de categorieen natuur en agrarisch. Door de indeling vooraf (stratificatie) is het bij het trekken van de steekproef al mogelijk om te beoordelen of de belangrijkste gebruikscategorieen (natuur en agrarisch) voldoende vertegenwoordigd zijn om later per watersysteem de ontwikkelingen in deze beide gebruikscategorieen te kunnen vergelijken. 2

11 2.4 Omvang steekproef De ruim 400 km-hokken van het meetnet worden in principe evenredig te verdeeld over de watersystemen en binnen de watersystemen evenredig over de deelsystemen. In eerdere rapportages (Tamis & Groen, 1996, Ode et al., 1997) wordt voorgesteld om langs de Maas 20% van de geschikte hokken in de steekproef te betrekken. Voor de Randmeren wordt een steekproef van ten minste 50 km-hokken voorgesteld. Deze voorstellen zijn overgenomen (tabel 1). Tabel 1: Het aantal geschikte km-hokken en het aantal geselecteerde km-hokken, opgesplitst naar gebruikscategorie. Bij het totaal aantal geselecteerde hokken is het percentage van het totaal aantal geschikte hokken tussen haakjes aangegeven. In de kolom Bruto staat het totaal aantal hokken met oeverzone inclusief de (niet geschikte) stedelijke en de te kleine hokken. (S-: Niet in selectie, S+: Wel in selectie) Deelsysteem Geschikt agrarisch Geschikt natuur Totaal geschikt Bruto Niet S- S+ S- S+ S- S+ geschikt Ketelmeer (22%) Randmeren-Zuid (26%) Randmeren-Oost (25%) Grensmaas Gestuwde Maas Getijde Maas (21%) 49(21%) 19(18%) Steekproef Per stratum (deelsysteem, gebruikscategorie) is uitgegaan van een aselecte steekproef. Als strata in grootte duidelijk verschillen zijn binnen het kleinste stratum relatief veel hokken gekozen, om statistisch verantwoorden uitspraken over ondervertegenwoordigde gebruikscategorieen mogelijk te maken. De gebruikscategorie natuur is door deze correctie met name voor de Randmeren-Zuid en de deelsystemen van de Maas in hogere mate in de steekproef vertegenwoordigd (tabel 1). Voor de Randmeren zijn zodoende 23 natuurhokken beschikbaar voor analyses, voor de Maas 37. Dit aantal is hoger uitgevallen dan voor de aanvang van het veldwerk is ingeschat. Dit houdt verband met de beschikbaarheid van informatie omtrent de ligging van natuurgebieden en natuurontwikkelingsgebieden. Er is daarnaast een aselecte keuze voor een aantal reserve-hokken gemaakt. Deze hokken zijn gebruikt als vervanging voor km-hokken die in het veld minder geschikt bleken te zijn. De uiteindelijk opgenomen selectie van km-hokken langs de Maas en de Randmeren is weergegeven in figuur 1 en 2.

12 Figuur 1: Km-hokken in de oeverzone van de Maas met steekproef, opgenomen in 1996/97.

13 Legenda: geselecteerd en opgenomen reserve O geschikt, niet geselecteerd ongeschikt, te weinig oever of stedelijk Figuur 2: Km-hokken in de oeverzone van de Randmeren met steekproef, opgenomen in Schaduwmeetnet Er is een schaduwmeetnet ingericht om de jaarvariantie en waarnemersvariantie te kwantificeren. De variantiegegevens uit dit - jaarlijks op te nemen - schaduwmeetnet zijn nodig om binnen een redelijke termijn statistisch verantwoorde uitspraken t.a.v. trends te kunnen doen over de vierjaarlijks verzamelde meetnetgegevens. Het schaduwmeetnet omvat 13 kmhokken, verspreid over 4 watersystemen (tabel 2, figuur 3). Tabel 2: Verdeling schaduwmeetnet over de watersystemen watersysteem aantal hokken Usselmeer 3 Maas 3 Rijn 4 Randmeren 3

14 Figuur 3: Ligging van de hokken van het schaduwmeetnet, met gebruikscategorie. 2.7 Discussie Op basis van goed omschreven selectiecriteria is de steekproef van km-hokken langs de oevers van de Maas en de Randmeren samengesteld. De steekproef is niet geheel aselecte gekozen, want lokaal is bewust gekozen voor een oververtegenwoordiging van de gebruikscategorie natuur. Dit vergroot de kans om statistisch verantwoorde uitspraken te doen over ontwikkelingen binnen deze gebruikscategorie, terwijl er ook meer gegevens beschikbaar kunnen komen over zeldzame, aan natuurhokken gebonden ecosystemen, zoals Rivierduingrasland. De steekproef van agrarische hokken is ondanks deze correctie in alle deelsystemen groter dan die van natuurhokken. De onderverdeling in gebruikscategorieen (natuur/agrarisch/stedelijk) moet regelmatig worden geactualiseerd. Dit houdt verband met veranderingen in het landelijk gebied, maar ook met het beschikbaar komen van informatie over de natuurstatus van terreinen. Omdat deze informatie vooral voor natuurontwikkelingsterreinen slecht toegankelijk is, moet de mate van vertegenwoordiging van strata na een veldseizoen alweer worden aangepast, door toegenomen kennis over de ligging van natuurterreinen en natuurontwikkelingsgebieden. Bij de analyse van toestand en trend per watersysteem dient te worden gecorrigeerd voor de oververtegenwoordiging van enkele strata in de steekproef.

15 3. Veldwerk 3.1 Inleiding De methodiek m.b.t. het inventariseren is al eerder beschreven (Tamis & Groen, 1996; Ode et al., 1997). In hoofdlijnen komt het neer op het inventariseren van alle voorkomende plantensoorten van de hele oeverzone van het km-hok, inclusief het schatten van de abundantie van een aantal van deze soorten. Tevens worden gedetailleerde gegevens van lokaal voorkomende Rode-Lijstsoorten verzameld en worden bijzondere ecosystemen, ruigten en helofytenvegetaties in kaart gebracht. 3.2 Methodiek Voorbereiding en planning Na selectie van de te bezoeken km-hokken zijn veldkaarten (schaal 1:5.000) gemaakt en zijn vergunningen bij terreinbeherende instanties aangevraagd. Voor de geselecteerde hokken zijn recente soortenlijsten uit de landelijke floradatabank (FLORBASE 2b) gegenereerd. FLORBASE is een bestand met plantensoort-waarnemingen op lxl kilometerhokniveau. Het bestand bestaat uit gegevens van provincies, (rijks)instituten, particulieren en terreinbeherende organisaties. De soortenlijsten uit FLORBASE zijn gebruikt om voor het terreinbezoek al een idee te krijgen van de soortensamenstelling van een km-hok. Ook de soortenlijsten van de km-hokken, bezocht tijdens het vooronderzoek in 1995, zijn hiervoor gebruikt. Er is voor gekozen om bij het veldwerk altijd gebruik te maken van voorkennis over eerder aangetroffen soorten. Dat verbetert de kans om de populatieontwikkeling van soorten te volgen, ook al komen ze in lage aantallen voor. Bovendien is deze informatie gebruikt om uit te zoeken welke hokken vroeg in het voorjaar moeten worden bezocht. In het veldwerk zijn drie fasen te onderscheiden: voorjaarsbezoek, hoofdbezoek en herbezoek. Voorjaarsbezoek Eind april en begin mei zijn een beperkt aantal voorjaarsbezoeken afgelegd. Het gaat om onvolledige inventarisaties van km-hokken, waar het voorkomen van voorjaarssoorten als Gulden sleutelbloem (Primula veris), Gevlekte aronskelk (Arum maculatum) en Maarts viooltje (Viola odorata) bekend is. Deze soorten zijn na half juni vaak al niet meer terug te vinden. Langs de Randmeren zijn deze bezoeken ook gebruikt om een indruk te krijgen van de bereikbaarheid en de begrenzing van de oeverzone. In totaal zijn 8 km-hokken bezocht. Al deze hokken zijn bij het hoofdbezoek weer bezocht. Hoofdbezoek De planning van de hoofdbezoeken gaat uit van een clustergewijze inventarisatie van kmhokken. Per werkweek is vanuit een overnachtingsadres steeds een cluster van nabijgelegen hokken bezocht. Deze clusters zijn in een willekeurige volgorde bezocht. De tevoren gemaakte clusterindeling is als richtlijn gebruikt; bij voldoende beschikbare tijd is de mogelijkheid opengelaten om hokken van een aangrenzend cluster te bezoeken. Ook het

16 omgekeerde kan voorkomen, waarbij een cluster in de geplande week (bijvoorbeeld door slecht weer) niet helemaal is afgerond. De km-hokken zijn bezocht door een van beide veldmedewerkers. De stagiair verleende steeds bij een van beiden assistentie. Afstemming tussen de veldmedewerkers is bereikt door gemiddeld eenmaal per twee weken een hok gezamenlijk te inventariseren. Hierdoor kunnen abundantieschattingen worden afgestemd en determinatieproblemen of mogelijke inventarisatieverschillen worden besproken. De hoofdbezoeken zijn in de eerste week van September afgerond. Herbezoek Aan de hand van de indrukken tijdens het hoofdbezoek is besloten welke hokken in September voor herbezoek in aanmerking komen. Het gaat om hokken met een vroeg hoofdbezoek, of om hokken met vegetaties die bekend staan om hun late ontwikkeling, zoals vegetaties van sloten, slikkige oevers en rivierstrandjes. In totaal zijn 35 hokken herbezocht; 18 langs de Maas, 15 langs de Randmeren en 2 langs de Waal. Het veldwerk is eind September afgerond. Verzamelde gegevens De volgende gegevens zijn per km-hok vastgelegd (details in Ode et al., 1997): 1. presentiegegevens van alle voorkomende soorten 2. abundantieschatting van een deel van de soorten 3. kopgegevens volgens FLORON-streeplijst, met bestede tijd 4. omgrenzing geinventariseerd gebied en looproute 5. vindplaatsen + beschrijving populaties Rode-Lijstsoorten 6. globale verspreiding ruigten en helofytenvegetaties 7. locaties met goed ontwikkelde ecosysteemtypen 8. hokbeschrijving (biotopen, beheer, toegankelijkheid etc.) 9. relevante adressen/telefoonnummer van beheerders, eigenaren etc. De presentie van de waargenomen waterplanten in het zomerbed is apart genoteerd. Deze gegevens worden niet bij de analyses betrokken. 3.3 Resultaten Toegankelijkheid De bereikbaarheid en toegankelijkheid van hokken is over het algemeen goed. Mede daardoor zijn er nauwelijks reservehokken geinventariseerd. Het vervoer naar de eilanden in de Randmeren vergt extra organisatie en tijd. Toegang tot natuurreservaten is na vergunningaanvraag bij de natuurbeherende instanties in principe altijd mogelijk. Hoewel vergunningen niet altijd op tijd beschikbaar waren, was het in overleg met de beheerder toch vaak mogelijk de terreinen op het geplande tijdstip te bezoeken. In de vergunningen is steeds als voorwaarde opgenomen dat er aan de beheerder over de verzamelde gegevens wordt gerapporteerd. Er blijkt interesse te bestaan in zowel de volledige soortenlijsten, als de verspreiding en de abundantie van Rode-Lijstsoorten. Terreinen van particulieren en gemeenten zijn in principe zonder toestemming bezocht, tenzij een eigenaar eenvoudig aan te spreken was. Zo is voor het betreden van buitendijks rietland 8

17 in de gemeente Kampen toestemming gevraagd aan de gemeente. Ook is toestemming gevraagd aan de recreatieonderneming Aqua Terra om recreatieterreinen langs de Grensmaas te betreden. Geinventariseerde hokken In het veldseizoen 1997 zijn in totaal 119 hokken geinventariseerd. Een overzicht van het aantal geinventariseerde hokken per deelsysteem wordt gegeven in tabel 3. Dit is conform de planning. Figuur 4 en 5 geven de locaties van de meetpunten; voor de Maas zijn ook de reeds in 1996 geinventariseerde meetpunten weergegeven. Acht van de hokken uit de oorspronkelijke selectie zijn afgevallen en merendeels vervangen door reservehokken (tabel 4). Langs de Randmeren zijn twee hokken afgevallen omdat ter plekke bleek dat een groot deel van de oever door recreatievoorzieningen (campings, jachtliavens, etc.) wordt ingenomen. In het Zwarte Meer is een hok niet geinventariseerd omdat het nu alleen open water beslaat. Volgens de plannen zullen hier in het kader van natuurontwikkelingsproject Usselmonding eilanden worden aangelegd. Het enige extra geinventariseerde km-hok langs de Randmeren was met een geringe extra inspanning mee te nemen. Langs de Maas is een hok afgevallen, omdat ten behoeve van de waterwinning de open verbinding tussen een Maasplas en het zomerbed door dijkaanleg ongedaan is gemaakt. Hier is het aangrenzende (extra) km-hok geinventariseerd. Andere hokken langs de Maas zijn niet geinventariseerd vanwege te intensieve recreatie, ontoegankelijkheid of omdat het te inventariseren oppervlak door recente dijkaanleg te klein is. Tabel 3: Overzicht van het aantal in 1997 geinventariseerde hokken. Aangegeven is het totaal aantal voor het meetnet geschikte hokken, het aantal geinventariseerde hokken (natuur + agrarisch) en het aantal geinventariseerde hokken dat tevens deel uitmaakt van het schaduwmeetnet. Deelsysteem Geschikte hokken Opgenomen hokken totaal (nat. + agr.) Ook in schaduwmeetnet Ketelmeer Randmeren-Zuid Randmeren-Oost (8+8) 13 (7+6) 23 (8+15) 1 2 Grensmaas Gestuwde Maas Getijde-bei'nvloede Maas (6+6) 38 (16+22) 10 (3+7) 2 1 Schaduwmeetnet - 7 (4+3) 7 Totaal (52+67) 13 Tabel 4: Aantal vervallen hokken, aantal opgenomen reservehokken en opgenomen extra hokken per watersysteem. vervallen reserve extra Randmeren Maas 5 4 1

18 Gebruikscategorie natuur n agrarisch e.d. Figuur 4: In 1996 en 1997 opgenomen km-hokken langs de Maas, met gebruikscategorie. Deze figuur laat meer hokken zien dan tabel 3, welke beperkt is tot 1997.

19 Gebruikscategorie: natuur agrarisch e.d. Figuur 5: In 1997 opgenomen km-hokken langs de Randmeren, met gebruikscategorie. Oververtegenwoordiging Sommige strata, zoals de gebruikscategorie natuur in het deelsysteem Grensmaas, zijn in de steekproef oververtegenwoordigd. Bij weergave van resultaten over combinaties van strata, bijvoorbeeld de gemiddelde Floristische Kwaliteit van de steekproef in beide gebruikscategorieen van de Grensmaas, moet rekening gehouden worden met deze oververtegenwoordiging. Anders heeft een stratum onevenredig veel invloed op de resultaten. Met behulp van de gegevens uit de steekproef en het steekproefkader is het mogelijk te bepalen welke weegfactor per stratum moet worden toegepast. De berekende weegfactoren voor Randmeren en Maas staan in bijlage 3. De berekening van weegfactoren is alleen zinvol als binnen het steekproefkader zo volledig mogelijke gegevens over de gebruikscategorie zijn verzameld. Anders is het niet mogelijk om te bepalen of de gebruikscategorieen representatief in de steekproef vertegenwoordigd zijn. Tijdsinvestering De voor een inventarisatie benodigde tijd varieert sterk per kilometerhok. Eenvoudige hokken met alleen een dijktalud en een oever, zoals langs het Ketelmeer, zijn relatief snel te inventariseren. Voorjaars- en herbezoeken zijn hier niet nodig. Per dag kan een veldmedewerker makkelijk twee van zulke hokken afronden. Naarmate de oppervlakte buitendijks 11

20 gebied toeneemt, neemt ook de benodigde inventarisatietijd toe. Zijn ook nog voorjaars- en/of herbezoeken nodig, dan is soms meer dan 1 werkdag nodig om een hok volledig te inventariseren. Dit is in 1997 voorgekomen in hokken langs de Grensmaas, Gestuwde Maas en Waal. Bij sommige tweezijdige hokken langs de Maas is bovendien soms veel extra tijd nodig om van de ene oever naar de andere te komen. De inventarisatie heeft een groot deel van het veldseizoen geprofiteerd van goed weer. In de maand mei is een achterstand in de planning ontstaan door een hardnekkige regenperiode. 3.4 Discussie De inventarisaties in 1997 zijn volgens planning verlopen, mede dankzij goede weersomstandigheden en de aanwezigheid van een derde veldmedewerker. Er is voor gekozen om bij het veldbezoek kennis te hebben van eerder verzamelde inventarisatiegegevens uit de floradatabank (Ode et al., 1997). Het is opgevallen dat een deel van de door ons verzamelde gegevens nog niet in deze versie van de floradatabank (FLORBASE-2b) zijn opgeslagen. Voor een deel gaat het ook werkelijk om nieuwe gegevens; soorten die na 1975 niet binnen deze hokken zijn gevonden. Navraag bij lokale floristen leerde dat het deels om reeds bekende soorten gaat die niet in FLORBASE-2b zijn opgenomen. Binnen de meest recente versie van de floradatabank (FLORBASE-2c) zijn een aantal grote gegevensbestanden (van provincies, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten) toegevoegd. Daarmee behoren de belangrijkste omissies van FLORBASE-2b tot het verleden. Langs rijkswateren, met name langs de rivieren, wordt recent veel geinventariseerd, zowel door vrijwilligers, als door overheden en natuurbeherende instanties. Niet alle inventarisatiegegevens bereiken automatisch de floradatabank. Wellicht moet de komende jaren extra aandacht geschonken worden aan het verzamelen van gegevensbestanden van inventarisaties langs de rivieren. In de praktijk wordt de lijst met bekende soorten in het veld vooral gebruikt om mogelijk onderbemonsterde biotopen nog eens na te lopen. Slechts zelden is de soortenlijst gebruikt om individuele soorten te zoeken. Een voorbeeld is de zeldzame Veldsalie (Salvia pratensis) die binnen het Floristisch Meetnet langs de Maas slechts op twee plaatsen is aangetroffen. In kmhokken waar de soort is gemeld, zijn potentiele groeiplaatsen extra goed afgezocht. 12

21 4 Digitalisering en controle 4.1 Invoer De streeplijsten zijn grotendeels tijdens het veldseizoen gedigitaliseerd, evenals de hokbeschrijvingen. Aan het einde van het veldseizoen zijn de kladveldkaarten omgezet naar nette kaarten en Rode-Lijstformulieren zijn na het veldseizoen gedigitaliseerd met het programrna PLANTAGO, een invoerprogramma voor streeplijsten en Rode-Lijstformulieren geschreven door Aart Swolfs (1998). 4.2 Controle Planten die niet tijdens het veldbezoek op naam kunnen worden gebracht zijn verzameld. Het materiaal is daarna vers of gedroogd alsnog op naam gebracht met binoculair en determinatiewerken. Onzekere determinaties en bijzondere vondsten zijn gecontroleerd door R. van der Meijden (afdeling Nederlandse en Europese Flora van het Rijksherbarium/Hortus Botanicus in Leiden). Enkele paardebloemen zijn gedetermineerd door Piet Oosterveld. Een deel van het verzamelde materiaal is opgenomen in de collectie van het Rijksherbarium, Leiden. De gedigitaliseerde gegevens zijn gecontroleerd met behulp van computerprogramma's die voor de landelijke floradatabank FLORBASE zijn ontwikkeld (Van der Meijden et al., 1996a); de programrna's zijn enigszins aangepast voor het meetnet, aangezien meer informatie is verzameld dan in FLORBASE wordt vastgelegd. Het programrna FLOKFLOR controleert of alle gegevens zijn ingevuld, en of alle waarden van variabelen geldig kunnen zijn. Vervolgens zijn alle soortwaarnemingen van de zeldzamere helft van de Nederlandse Flora gecontroleerd met FORGET. Het programrna onderzoekt of een soort al eerder is waargenomen in het km-hok of de directe omgeving. Als het een nieuwe waarneming betreft, wordt expliciet gevraagd de juistheid van de waarneming te bevestigen. 4.3 Gegevensbeheer Alle gegevens zijn opgeslagen in een relationele database, beheerd met DB2 onder OS2/WARP. Het door Tamis en Groen (1996) beschreven datamodel is op onderdelen aangepast aan de parameters die uiteindelijk in het veld zijn vastgelegd. Ook is in het datamodel rekening gehouden met de intensievere gegevensverzameling binnen het schaduwmeetnet. Berekende kwaliteiten en indicaties van de oevervegetatie worden binnen de database vastgelegd (Odd et al., 1997). De waarnemingen, ook die van waterplanten in het zomerbed, worden opgenomen in de landelijke floradatabank FLORBASE. FLORBASE is een bestand met plantensoortwaarnemingen op lxl kilometerhokniveau. Het bestand bestaat uit gegevens van provincies, particulieren en terreinbeherende organisaties. De gegevens uit dit bestand zijn onder voorwaarden beschikbaar voor derden na aanvraag bij FLORON (Stichting FLORON, postbus 9514, 2300 RA Leiden). 13

FLORON-rapport 29: Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren 2002 Zoete Getijdewateren

FLORON-rapport 29: Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren 2002 Zoete Getijdewateren FLORON-rapport 29: Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren 2002 Zoete Getijdewateren FLORON-rapport 29: Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren 2002 Zoete Getijdewateren FLORON-rapport 29:

Nadere informatie

Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren; uitwerking tweede ronde Rijntakken

Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren; uitwerking tweede ronde Rijntakken Biologische Monitoring Zoete Rijkswateren Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren; uitwerking tweede ronde Rijntakken (Bovenrijn/Waal, Nederrijn, IJssel, Zoetwatergetijderivieren, Benedenrivieren

Nadere informatie

Bermbesluit. Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen

Bermbesluit. Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen Bermbeheer Beveren Bermbesluit Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen Datum : 27/06/1984 Pagina B.S. :13392

Nadere informatie

Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren 2004; uitwerking derde ronde IJsselmeer en Markermeer

Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren 2004; uitwerking derde ronde IJsselmeer en Markermeer Biologische Monitoring Zoete Rijkswateren Floristisch Meetnet Oevers Zoete Rijkswateren 2004; uitwerking derde ronde IJsselmeer en Markermeer Verspreiding van Oenanthe lachenalii Ruud Beringen Arnout-Jan

Nadere informatie

Oeverplanten in Lelystad

Oeverplanten in Lelystad Oeverplanten in Lelystad Inleiding Lelystad is rijk aan water. Binnen de bebouwde kom is een blauwe dooradering aanwezig van talloze wateren. Om de waterbergingscapaciteit te vergroten en de leefomgeving

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Onderwerp Advies ex artikel Bro voorontwerpbestemmingsplan "Landgoed Colmont", hierna te noemen het plan.

Onderwerp Advies ex artikel Bro voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Colmont, hierna te noemen het plan. College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Voerendaal Postbus 23000 6367 ZG VOERENDAAL ONTVANGEN 2 9 OKT. 2012 Cluster/Bureau Ons kenmerk Vpl. Nummer E-mail Bijlage(n) ROZ 2012/51212 a.meijs@prvlimburg.nl

Nadere informatie

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder Zestiende jaargang, no. 2 13 mei 2018 De kop is er af Op 8 mei vond de eerste excursie van dit seizoen plaats. Het was een heerlijk warme avond. De

Nadere informatie

Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk

Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland twitter: KNNVafdDelfland facebook: KNNV-afdeling-Delfland

Nadere informatie

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen 1. Inleiding In het dichtbebouwde Vlaanderen zijn bermen overal te vinden. Meestal vervullen ze een vrij belangrijke ecologische rol,

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Kennisdag 8 juni B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen

Kennisdag 8 juni B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen Kennisdag 8 juni 2017 2B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen Fotogroep ISO 400 Het beheerplan Met dank aan Jens Verwaerde (Natuurpunt) Een goed beheerplan versterkt biodiversiteit werkt

Nadere informatie

Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur. Samenvatting FLORON-rapport nr. 3

Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur. Samenvatting FLORON-rapport nr. 3 Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur Samenvatting FLORONrapport nr. 3 Adrienne+J.J. Lemaire Ruud Beringen & Kees+(C.)+L.G. Groen (Stichting FLO RON, POstbus

Nadere informatie

Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek

Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek Vegetatieopnamen Kievitsbloem-associatie Polder Stein periode 1992-2012 2003 => Opnamenummer: 66108 Datum (jaar/maand/dag) : 2003/04/25 X-coordinaat : 113.098000 Y-coordinaat : 448.244000 Bloknummer :

Nadere informatie

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken Trends in kritische soorten Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken Inhoud Doel Werkwijze Resultaten Conclusies en oorzaken Doel Beeld te krijgen van de ontwikkeling van kritische water-

Nadere informatie

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN DE WILDWALLEN door. J. Hoogesteger H.J. Drost BIBLIOTHEEK RIJKSDII:rJ:jT VOOR oe IJSSECM~~~POLD RS W E R K D O C U M E N T HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door J. Hoogesteger H.J. Drost 1980-326

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief

s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief reggedal Enter s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief o v e r z i c h t Bos: Vogelkers - Essenbos (VE) 3 Eiken - Essenbos (EE) 4 Singels

Nadere informatie

Het Nieuwe Strepen op zijn Drents. Bloemrijke akker, bij Zuidvelde, juli 2013

Het Nieuwe Strepen op zijn Drents. Bloemrijke akker, bij Zuidvelde, juli 2013 Het Nieuwe Strepen op zijn Drents Bloemrijke akker, bij Zuidvelde, juli 2013 Floronproject Het Nieuwe Strepen Wat is er nieuw aan? Voordelen t.o.v. het oude strepen Waarom dubbel strepen? Eerste resultaten

Nadere informatie

Onkruid in kassen Westland

Onkruid in kassen Westland Onkruid in kassen Westland C.J. Nonhof KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994).

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994). Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Gemengde oeverformaties met

Nadere informatie

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Frans Willems Godsweerdersingel 10 6041 GL Roermond Postbus 1237 6040 KE Roermond www.dienstlandelijkgebied.nl T 0475 77 62 00 F 0475 77 62 01 Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Inleiding De

Nadere informatie

Zoete Rijkswateren in Ruud Beringen & Baudewijn Odé

Zoete Rijkswateren in Ruud Beringen & Baudewijn Odé We hopen dat veel floristen zich in willen zetten voor dit project. Neem, als je belangstelling hebt om een bijdrage te leveren aan het in beeld brengen van zeldzame en bedreigde soorten, contact op met

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Kees+(C.)+L.G. Groen c& Wout+J. van der Slikke (Stichting FLORON, Postbus 9514, Inleiding

Kees+(C.)+L.G. Groen c& Wout+J. van der Slikke (Stichting FLORON, Postbus 9514, Inleiding Naar een landsdekkend Flora-bestand Kees+(C.)+L.G. Groen c& Wout+J. van der Slikke (Stichting FLORON, Postbus 9514, 2300 RA Leiden) Towards a surface-covering Flora Database The last update of the flora

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Oevers 2x maaien Oever 2

Oevers 2x maaien Oever 2 Oevers 2x maaien Oever 2 De vegetatie is rijk aan diverse soorten kruiden, zoals kattenstaart, grote waterweegbree en zwanebloem en behoort tot het Watertorkruidverbond (Oenanthion aquaticae). De vegetatie

Nadere informatie

'rodelijst' Aegopodium podagraria. Artemisia vulgaris. Bolboschoenus maritimus

'rodelijst' Aegopodium podagraria. Artemisia vulgaris. Bolboschoenus maritimus Lijst van vaatplanten gevonden op 26 augustus 2015 tijdens de excursie van de KNNV Plantenwerkgroep afdeling Nijmegen naar O deel Gendtsche Polder (hok 195-431). Totaal: 148 soorten. Vragen of opmerkingen:

Nadere informatie

Uitbreiding van de landelijke floradatabank FlorBase, afname van witte hokken

Uitbreiding van de landelijke floradatabank FlorBase, afname van witte hokken Uitbreiding van de landelijke floradatabank FlorBase, afname van witte hokken Wout J. van der Slikke & Kees (C.)L.G. Groen Inleiding Het beheer van de landelijke floradatabank FlorBase 1 en de ondersteuning

Nadere informatie

Zuidrand Quick Scan 2011

Zuidrand Quick Scan 2011 Zuidrand Quick Scan 2011 KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT email: afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8 SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8 Terwijl het secretariaat op verplaatsing was in Nederland gingen de Slobkousjes rondneuzen aan de Maas. Het maaswater had blijkbaar de droogte niet kunnen voorkomen maar het was

Nadere informatie

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11 Inhoudsopgave 2inhoudsopgave A B C G Oriëntatie s Oriënteren op het onderzoeken van flora en fauna 4 Werkwijzer Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap (on)kruiden kennen Datum: woensdag 8 februari 2017 Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap 2 Denk aan de toets Aan het einde van deze presentatie gaan we na of je de belangrijke termen die besproken worden

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

De flora van het Maasdal

De flora van het Maasdal De flora van het Maasdal Ontwikkelingen van bijzondere soorten sinds de start van natuurontwikkeling vanaf 1994 De flora van het Maasdal Ontwikkelingen van bijzondere soorten sinds de start van natuurontwikkeling

Nadere informatie

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening

Nadere informatie

Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen

Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen Inrichtingsplan Hertelerweg te Gaanderen Onderdeel van de bestemmingswijziging agrarisch loonbedrijf en grondverzet Hofstad. Colofon Hoog-Keppel : mei 2014 Rapportnummer

Nadere informatie

Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd

Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd Deel 2: monitoring 2007, situatie na 1 jaar Bart Peters Augustus 2007 Peters, B., 2007. Proefproject Vrij Eroderende

Nadere informatie

Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers

Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers Inleiding Doel van deze notitie is aan te geven welke soorten oeverplanten in verschillende omstandigheden het best kunnen worden aangeplant

Nadere informatie

Flora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra

Flora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 Faunaconsult BTW nr: NL819024831B01 Venterra t.a.v. Sander van Lier Postbus 618 5900 AP, Venlo Belfeld, 12 februari

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Het meetnet Zoete Rijkswateren in 2003

Het meetnet Zoete Rijkswateren in 2003 7. M.B. Soons. 2003. Habitat fragmentation and connectivity. Spatial and temporal characteristics of the colonozation process in plants. Thesis. Universiteit van Utrecht, Utrecht. 8. M.A.P. Horsthuis.

Nadere informatie

Stroomdalgraslanden. PowerPointpresentatie nieuwe P.C. Schipper. Met dank aan Karle Sykora

Stroomdalgraslanden. PowerPointpresentatie nieuwe P.C. Schipper. Met dank aan Karle Sykora Stroomdalgraslanden PowerPointpresentatie nieuwe P.C. Schipper Met dank aan Karle Sykora Veel variatie in een klein gebied Van Waterplanten tot Hardhout-Ooibossen Heel veel overgangen Bas Kers Stroomdalgraslanden

Nadere informatie

LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur. Iepenarboretum, Amsterdam. EYE-plein, Amsterdam

LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur. Iepenarboretum, Amsterdam. EYE-plein, Amsterdam Eilandenboulevard Groen talud l Pilot LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur Funenpark, Funenpark, Amsterdam Amsterdam Iepenarboretum, Amsterdam LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur LANDLAB studio

Nadere informatie

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey

Nadere informatie

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen 1 Wilde bijen in Noord-Brabant 283 wilde soorten (81% van NL) 89 soorten dalend (31%); 64 soorten

Nadere informatie

Project Natuurvriendelijke Oevers Waal

Project Natuurvriendelijke Oevers Waal Project Natuurvriendelijke Oevers Waal Tussenresultaten van het veldwerk 2004 Flora & PQ-onderzoek Project Natuurvriendelijke Oevers Waal Tussenresultaten van het veldwerk 2004 Flora & PQ-onderzoek December

Nadere informatie

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar Twaalfde jaargang, no.2 17 mei 2014 Viaanse Molen De eerste excursie van de Plantenwerkgroep voerde naar het natuurgebiedje Viaanse Molen. Een gebied waar

Nadere informatie

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) Boerenwormkruid is een overblijvende plant. De plant heeft een kantige donkerbruin gekleurde stengel en kan 60-120 cm lang worden. Bloeit met platte schermen, die uit

Nadere informatie

Planten uit de Habitatrichtlijn

Planten uit de Habitatrichtlijn Indicator 28 februari 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Kruipend moerasscherm, groenknolorchis

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps) Memo nummer 1 datum 10 februari 2014 aan Ron Vleugels Gemeente Maastricht van Luc Koks Antea Group Ton Steegh kopie project Sporthal Geusselt-stadion projectnummer 265234 betreft Toetsing natuurwetgeving

Nadere informatie

Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012

Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012 Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen April 2012 Dotterbloem inventarisatie voorjaar 2012 Op verzoek van Staatsbosbeheer zijn de dotterbloemen in de rietlanden bij Kockengen geïnventariseerd

Nadere informatie

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris 1 Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris versie 05/04/2019 De inventarisatie heeft als doel informatie te verzamelen om de beheerdoelstellingen - die in deel 1 verkenning van het natuurbeheerplan

Nadere informatie

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Opdrachtgever Referentie Waterschap Rivierenland Meijer, K. 2014. Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Arbor Noord Nederland BV

Arbor Noord Nederland BV BOSBOUW BOOMVERZORGING BOOMINSPECTIES EN TAXATIES BEOORDELING EN INVENTARISATIE VAN DE BOMENRIJ AAN DE HOOGEWEG TE GRONINGEN OPGESTELD DOOR : T.R. VAN DER LENDE, DATUM OPNAME : 6 APRIL 2012 Inleiding Op

Nadere informatie

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen Ecologisch Adviesbureau Viridis Inventarisatie Bedrijventerreinen Amersfoort Noordoost In opdracht van:

Nadere informatie

Nieuwe Uitslag van Putten

Nieuwe Uitslag van Putten Beleidslijn Grote Rivieren voor de Willemspolder De gemeente Spijkenisse werkt aan een nieuw bestemmingsplan voor het Buitengebied Zuidoost. Dit bestemmingsplan is deels conserverend van aard, deels worden

Nadere informatie

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen T. Ursinus Scanopy 12.144 concept november 2012 foto omslag Els

Nadere informatie

Verslag Eindejaars Plantenjacht 2015 Natuurgroep Kockengen

Verslag Eindejaars Plantenjacht 2015 Natuurgroep Kockengen Verslag Eindejaars Plantenjacht 2015 Natuurgroep Kockengen Speuren naar bloeiende planten langs het Henri Dunantpad, 30 december 2015 foto: Pieter Hielema Theo van Schie Eindejaars Plantenjacht 2015 FLORON

Nadere informatie

ENERGIE UIT LANDSCHAPSONDERHOUD. Pieter Verdonckt Mathias D Hooghe

ENERGIE UIT LANDSCHAPSONDERHOUD. Pieter Verdonckt Mathias D Hooghe ENERGIE UIT LANDSCHAPSONDERHOUD Pieter Verdonckt Mathias D Hooghe Inhoud workshop Energie uit landschapsonderhoud landschapsonderhoud Energie uit maaisel Energie uit houtige biomassa Korte omloophout Energie

Nadere informatie

RAPPORT: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA BEERSEWEG 2/TURKAAWEG DIESSEN. PROJECT: versie 2 OPDRACHTGEVER:

RAPPORT: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA BEERSEWEG 2/TURKAAWEG DIESSEN. PROJECT: versie 2 OPDRACHTGEVER: RAPPORT: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA BEERSEWEG 2/TURKAAWEG DIESSEN PROJECT: 13786-versie 2 OPDRACHTGEVER: De heer J.A.P.M. Heuvelmans Beerseweg 2 5087 TP Diessen DATUM: 5 juni 2014 Paraaf opsteller: Paraaf

Nadere informatie

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas) Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas) Nummer: INBO.A.2013.103 Datum advisering: 24 oktober 2013 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Wouter

Nadere informatie

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer). Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,

Nadere informatie

Inventarisatie flora Golfbaan Grevelingenhout 2018

Inventarisatie flora Golfbaan Grevelingenhout 2018 Inventarisatie flora Golfbaan Grevelingenhout 2018 In opdracht van Golfbaan Grevelingenhout te Bruinisse heeft de Plantenwerkgroep van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland in 2018 een inventarisatie

Nadere informatie

maaibeheer GRAS EN HOOILAND Maximapark

maaibeheer GRAS EN HOOILAND Maximapark maaibeheer GRAS EN HOOILAND Maximapark BEHEERTYPE GRAS HOOILAND 2X: 2x per jaar maaien en ruimen Meest voorkomende maairegiem op min of meer voedselrijk, vochthoudende grond op klei/leem. Bloemrijk en

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie

Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei

Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei Versie 21 maart 2010 Opdrachtgever: Dienst Landelijk Gebied Adviesbureau Wieland Liniestraat 13 4561 ZS Hulst 1 Inhoud 1 Informatie over het plangebied...

Nadere informatie

PLOEGDRIEVER WERKT AAN SOORTENRIJKE, BLOEMRIJKE DIJKGRASLANDEN IN DE OOIJPOLDER

PLOEGDRIEVER WERKT AAN SOORTENRIJKE, BLOEMRIJKE DIJKGRASLANDEN IN DE OOIJPOLDER PLOEGDRIEVER WERKT AAN SOORTENRIJKE, BLOEMRIJKE DIJKGRASLANDEN IN DE OOIJPOLDER Inleiding Van oudsher is de natuurwaarde van de dijkvegetatie in het oostelijk rivierengebied hoog. Een goed voorbeeld hiervan

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Datum excursie: 2013/29/ Hokcode: D Plaats: Loksbergen Gids: Bert Berten Deelnemers: Georges Peters

Datum excursie: 2013/29/ Hokcode: D Plaats: Loksbergen Gids: Bert Berten Deelnemers: Georges Peters Datum excursie: 2013/29/04 2013 Hokcode: D6 5214 Plaats: Loksbergen Gids: Bert Berten Deelnemers: Georges Peters Jos Eykens Theo Nulens Rita Stroobants Sigmar Fries Wetenschappelijke naam Nederlandse naam

Nadere informatie

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel Planten en beheer Deze gids is gemaakt voor afdeling Onderhoud van Waterschap De Dommel. Maar ook voor externe organisaties

Nadere informatie

De Tilburgse muurflora onderzocht. Resultaten van een inventarisatieonderzoek muurplanten Tilburg

De Tilburgse muurflora onderzocht. Resultaten van een inventarisatieonderzoek muurplanten Tilburg De Tilburgse muurflora onderzocht Resultaten van een inventarisatieonderzoek muurplanten Tilburg Naam: Omar Pokorni Datum: 5 april 2016 De Tilburgse muurflora onderzocht De inventarisaties zijn uitgevoerd

Nadere informatie

Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba offcinalis) (H6510) Verkorte naam: glanshaver- en vossenstaarthooilanden

Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba offcinalis) (H6510) Verkorte naam: glanshaver- en vossenstaarthooilanden Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Laaggelegen schraal hooiland

Nadere informatie

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage. 2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto

Nadere informatie

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer BIJLAGE BO-1 Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer 1. Inleiding Het kabinet heeft vastgesteld dat realisatie van de nog aan te leggen nieuwe natuurgebieden in de EHS voor een groter

Nadere informatie

species on the inventory forms. In that way a distinction could be made between small and large populations. The response

species on the inventory forms. In that way a distinction could be made between small and large populations. The response Vier jaar strepen met abundantie, een tussentijdse evaluatie Wout+J. van der Slikke & Kees+(C.)+L.G. Groen (Stichting FLORON, Postbus 9514, 2300 RA Leiden) Evaluation ofthe use of abundance classes in

Nadere informatie

Ecologisch onderzoek binnenspeeltuin Plaswijckpark

Ecologisch onderzoek binnenspeeltuin Plaswijckpark Ecologisch onderzoek binnenspeeltuin Plaswijckpark Ecologisch onderzoek binnenspeeltuin Plaswijckpark Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Stichting Plaswijckpark

Nadere informatie

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF Inleiding 3 Ontwerp 5 Water 7 Randen en oevers 9 Eilanden 13 Verbindingen 17 Gebruik 21 Beplanting 25 I n h o u d NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF

Nadere informatie

Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg

Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg Dhr. Maarten Vullings 06-52179341 maartenvullings@outlook.com Locatie woning: Melatenweg 12 Horst aan de Maas Plattelandscoöperatie Peel

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen

Nadere informatie

1 KONINGSSTEEN. Toegankelijkheid: Vrij toegankelijk

1 KONINGSSTEEN. Toegankelijkheid: Vrij toegankelijk Kurstjens, G., B. Peters & P. Calle, 2007. Maas in Beeld; Koningssteen. uit: Maas in Beeld, tussenrapport 2006. Bureau Drift/Kurstjens Ecol. Advies, Berg en Dal/Beek-Ubbergen. 1 KONINGSSTEEN Riviertraject:

Nadere informatie

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 - Inrichtingsplan Verlengde Looweg 7 Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon:

Nadere informatie

Memo. Aan : Roel van de Laar Van : Celine Roodhart Datum : 1 oktober 2013 Kopie Kwaliteitsborging : :

Memo. Aan : Roel van de Laar Van : Celine Roodhart Datum : 1 oktober 2013 Kopie Kwaliteitsborging : : Memo Aan : Roel van de Laar Van : Celine Roodhart Datum : 1 oktober 2013 Kopie Kwaliteitsborging : : Archief Joost Rink Onze referentie : 9X3223.A0/M0001/901971/JEBR/Nijm HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS,

Nadere informatie

Ecologisch beplantingsadvies

Ecologisch beplantingsadvies Ecologisch beplantingsadvies Lagenhouwselaan, Leusden Tekst, foto's en samenstelling In opdracht van Rapportnummer Status rapport Collegiale toets M.W. van den Hoorn B. Kisteman NO12347-01 Definitief J.A.

Nadere informatie

Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen

Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen Klein warkruid Foto: Dré Vansteenvoort Planteninventarisatie Grenspark 2009 Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen Rapport planteninventarisatie aandachtssoorten Beleidsplan 2

Nadere informatie

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder Zeventiende jaargang, no 4 24 mei 2019 Oosterdel In het Oosterdelgebied worden verschillende eilandjes van Staatsbosbeheer beheerd door de Stichting

Nadere informatie

Stroomdalgraslanden in Nederland

Stroomdalgraslanden in Nederland Stroomdalgraslanden in Nederland Ontwikkeling en beheer in de Vreugderijkerwaard Veldwerkplaats rivierenlandschap Vreugderijkerwaard, 16 mei 2008 Inleiders: Karlè Sýkora (Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Poelzone C.J. Nonhof. KNNV afdeling Delfland

Poelzone C.J. Nonhof. KNNV afdeling Delfland Poelzone 2017 C.J. Nonhof KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland

Nadere informatie

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae Gemaakt door: Datum: Thomas Rozendaal 9-10-'11 Pagina 3 Madelief Pagina 4 Kale jonker Pagina 5 Speerdistel Pagina 6 Boterbloem Pagina 7 Gewone Brunel Pagina 8 Witte smeerwortel Pagina 9 Guichelheil Pagina

Nadere informatie

BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG

BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG 2018 Ik weet: t gebeurt, maar ik vind het niet kunnen, Dat wij dieren het licht in hun ogen misgunnen. Plant duizenden bomen, liefst brede en hoge En gun een koe de schaduw in

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Natuurtoets ten behoeve van het nieuwbouwproject De nieuwe Landen 2 te Lemelerveld

Natuurtoets ten behoeve van het nieuwbouwproject De nieuwe Landen 2 te Lemelerveld Natuurtoets ten behoeve van het nieuwbouwproject De nieuwe Landen 2 te Lemelerveld Inventarisatie en beoordeling van beschermde flora en fauna in het kader van de natuurwet- en regelgeving Goutbeek, Flora

Nadere informatie

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water

Nadere informatie

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie. 3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij

Nadere informatie