Bismillaahi-r Rahmaani-r Raheem. De verdiensten van de eerste 10 dagen van de maand Dhoel-Hidja

Transcriptie

1 Downloaded from: justpaste.it/dhulhidjah Bismillaahi-r Rahmaani-r Raheem De verdiensten van de eerste 10 dagen van de maand Dhoel-Hidja (12de maand van de moslimkalender, de maand van de bedevaart) Alle lof aan Allah, de Heer van het universum,moge de vrede en gebeden van Allah over de meester van de Boodschappers zijn Door Zijn genade en Zijn gunst heeft de Heer aan zijn vrome dienaren bepaalde gelegenheden aangeboden in bepaalde periodes van het jaar, waarin ze de mogelijkheid hebben om zich te ontplooien. Één van deze tijdstippen, zijn de eerste tien dagen van Dhoel-Hidja. Het Boek van Allah en de profetische tradities tellen een bepaald aantal teksten over haar verdiensten: - Allah heeft in een benaderende vertaling gezegd: «Bij de dageraad. Bij de tien nachten.» [al-fajr, v.1en 2] Als commentaar op dit vers, heeft de exegeet Ibn Kathir gezegd: «Zij komen overeen met de eerste 10 dagen van Dhoel-Hidja, conform aan de opinie van ibn Abbâs, ibn az-zubaïr, Mudjâhid en van anderen zoals Boechaarie overlevert.» - Allah heeft ook in een benaderende vertaling gezegd: «En de Naam van Allah uitspreken op de bekende dagen» [al-hajj, v. 28] Ibn Abbâs heeft over de uitleg van dit vers gezegd: «Dit zijn de 10 dagen [van Dhoel-Hidja].» Volgens ibn Abbâs, heeft de Boodschapper van Allah (salla Allahoe alayhi wa salam) verklaard: «'Er zijn geen dagen waarop de goede daden meer geliefd zijn door Allah dan deze tien dagen.» «Zelfs niet de strijd voor de zaak van Allah? vroegen de metgezellen hem.» «Zelfs niet de strijd voor de zaak van Allah, bevestigde hij, behalve in het geval van een man die ging vechten en zichzelf en zijn rijkdom opgaf voor de zaak, en terugkwam met niets!» (Overgeleverd door Boechaarie, 2/457) Deze teksten en anderen wijzen erop dat deze 10 dagen absoluut de beste dagen van het jaar zijn. De moslim moet dus deze 10 dagen beginnen met een oprechte terugkeer tot Allah, de Almachtige en Majestueuze. Datgene dat aanbevolen is om te doen tijdens deze 10 dagen Het is aanbevolen om in de daden van aanbidding, zoals het gebed, het oproepen tot Allah, het contact met de familie, het geven van aalmoezen, het goede aanbevelen en het slechte verbieden, inspanningen te leveren volgens zijn/haar mogelijkheden.

2 Er bestaan teksten die verduidelijking geven over de te verrichte daden in het bijzonder: 1.) Vasten Vasten tijdens de eerste 9 dagen Volgens een hadith overgeleverd door Hoenayda ibn Khalid van zijn vrouw die het van één van de vrouwen van de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam) had: «De Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam) vastte de 9 (eerste) dagen van Dhoel-Hidja, de dag van Asjoera, en 3 dagen per maand.» (Overgeleverd door imam Ahmed, Aboe Dawoed en an-nasa ï) De geleerde an-nawawî preciseert over dit onderwerp dat het sterk aanbevolen is om te vasten tijdens deze 9 dagen (de 10e niet, omdat op die dag Eid ul Adha is). Het vasten van de dag van Arafat (9dedag van Dhoel-Hidja) Het vasten van deze dag is een bevestigde Soennah voor degene die de bedevaart niet verricht, volgens de hadith van de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam): «Ik hoop op de beloning van Allah dat deze vasten jouw zonden van het voorbije jaar en het komende jaar wist.» (Overgeleverd door Moeslim) Evenwel is het niet aanbevolen voor degene die zich op Arafat (voor de pelgrim in dit geval) bevindt, te vasten, omdat de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam) in staat van Ihrâm ook niet gevast heeft op Arafat. 2.) Regelmatig de tahmied[1], de tahliel[2] en de takbier[3] herhalen Het herhalen van deze uitspraken is aanbevolen tijdens deze 10 dagen. En dit moet luid opgezegd worden in de moskeeën, thuis, op straat en overal waar het toegestaan is om de naam van Allah uit te spreken, om deze daad van aanbidding te uiten en in het openbaar Allah, de Allerhoogste, te verheerlijken. De mannen verheffen hun stem en de vrouwen spreken deze fluisterend uit. Allah, de Allerhoogste, zegt in een benaderende vertaling: «Zodat zij getuigen zijn van de voordelen voor hen. En de Naam van Allah uitspreken op de bekende dagen.» (al-hajj, v.28) De meerderheid van de Oelema bevestigen dat de geciteerde dagen in dit vers het termijn van de 10 dagen is; Ibn Abbaas radiy Allahoe 'anh heeft dit officieel ondersteund. Volgens Abd Allah Ibn Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn), heeft de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam) gezegd: «Er zijn geen dagen belangrijker in de ogen van Allah waarin rechtschapen daden meer geliefd zijn, dan deze tien dagen, dus gedurende deze tijd moet je veel Tahliel, Takbier en Tahmied reciteren.» (Overgeleverd door at-tabarani in zijn Mou jam al-kabîr) Imam Boechaarie (moge Allah barmhartig met hem zijn) heeft gezegd: «Ibn Oemar en Aboe Hoerayrah gingen tijdens de 10 dagen van Dhoel-Hidja naar de markt; en zij riepen de grootheid van de Heer uit (door te zeggen Allahoe Akbar), dit zette de mensen aan om hetzelfde te doen.»

3 In dit register heeft hij gezegd: «In zijn tent in Mina riep Oemar de grootheid van Allah uit. De aanwezige mensen in de moskee hoorden hem en begonnen hem te imiteren. Daarom had deze geestdrift alle markten overwonnen op zo n manier dat Mina trilde (van het aanroepen).» Wat betekent dat de mensen elkaar herinnerden Allah te gedenken en iedereen sprak de takbier individueel uit. Het was dus geen takbier in koor. Want dit is niet bewezen (dat dit toegestaan is). De takbier moet als volgt worden geformuleerd: Allahoe akbar, Allahoe akbar, La ilaha illa Allah. Allahoe akbar, Allahoe akbar, wa lillahi al-hamd. Allah is de Allergrootste, Allah is de Allergrootste, er is geen andere godheid dan Allah. Allah is de Allergrootste, Allah is de Allergrootste en de lof komt toe aan Allah. Maar er bestaan ook andere formuleringen. Deze praktijk is nu in onbruik geraakt en er zijn nog weinigen die het tijdens het begin van deze dagen verrichten. Het is dus daarom aan ons, als moslim, deze verwaarloosde traditie in onze tijd te doen herleven. De vergeten tradities doen herleven, geeft een immense beloning, zoals het is aangegeven door de woorden van de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam): «Degene die een aspect van de Soennah laat herleven dat vergeten is na mijn dood, zal een beloning krijgen evenredig aan dat van de mensen die hem volgen zonder dat het ook maar iets afdoet aan hun beloning.» (geciteerd door at-tirmidhi, 7/443.) 3.) De grote en kleine bedevaart verrichten. De bedevaart naar het Heilige Huis van Allah is één van de beste daden die wordt uitgevoerd tijdens deze tien dagen. Degene die (dankzij de hulp van Allah, de Allerhoogste) erin slaat om naar behoren de rituelen van de bedevaart uit te voeren, zal volgens de woorden van de Boodschapper van Allah (salla Allahoe alayhi wa salam) het volgende verdienen, als Allah het behaagt: «Het verrichten van de Oemrah wist de zonden tussen deze Oemrah en de laatste uit en een geaccepteerde haddj (door Allah) heeft niets anders als beloning dan het paradijs.» (Overgeleverd door Boechaarie en Moeslim.) 4.) Het offer De aankoop van een vet dier om te offeren, vormt de gelegenheid om van zijn rijkdommen op de weg van Allah, de Allerhoogste, uit te geven en maakt deel uit van het verrichten van goede daden tijdens deze 10 dagen; Het gaat over het dichter bij Allah, de Allerhoogste, komen door het slachten van een offer. De Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam) heeft gezegd: «De mens verricht geen daad die aangenamer bij Allah is op de Dag van het feest dan het offeren van een dier. De dag van de Wederopstanding, zal het offer intact worden, met de horens, de hoeven, het haar en de wol. Het bloed dat stroomt staat in hoog aanzien bij Allah alvorens het de grond raakt. Wees dus gelukkig.» (Overgeleverd door Ibn Madja en Tirmidhi) «Waarom deze Offers?» vroeg men aan de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam). «Dit is de traditie van jullie vader Ibrahim» zei hij. «Wat is het voordeel hiervan?» vroeg men hem nog. «Er zal voor elk haartje een goede daad aangerekend worden.» zei hij.

4 «En de wol?» vroeg men hem. «En ook voor elke deeltje van de wol.»zei de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam). (Overgeleverd door Ibn Madja en Tirmidhi) De zaken die niet verricht mogen worden tijdens deze 10 dagen, voor een persoon die de intentie heeft om een offer te brengen op de dag van Aid Als iemand een dier wil offeren voor Aid en de maand Dhoel-Hidja is effectief begonnen (door het zien van de maan of als de vorige maand Dhoel-Qi da 30 dagen telde), is het hem verboden om zijn nagels en haar te knippen of om wat van zijn lichaam te verwijderen. Volgens Oem Salama, heeft de Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam) verklaard: «Als jullie de maan zien van Dhoel Hidja en degene van jullie wil een offer brengen, dan mag hij geen enkel haartje of nagel, noch iets van zijn huid verwijderen, totdat hij het offer heeft gebracht (geslacht).» Vanaf het moment waarop men de intentie heeft tijdens deze periode, moet men zich weerhouden om deze zaken te doen voor de rest van deze 10 dagen. Er zal dan geen enkele fout worden aangerekend voor de voorbije periode. Bijvoorbeeld: Als een persoon de intentie heeft om een dier te offeren voor Aid en de maand Dhoel-Hidja is reeds begonnen, dan moet hij vanaf die dag (waarop hij de intentie heeft gemaakt) zich weerhouden om niet zijn nagels, haren etc te knippen, zelfs als de dagen hiervoor dit hem niet verboden hadden. Het verbod gaat in vanaf dat de persoon de intentie heeft om te offeren. De dagen van de maand Dhoel-Hidja waarop hij niet onderworpen was aan dit verbod, zullen hem dus niet als fout worden aangerekend. - De reden van dit verbod is dat de verrichter van het brengen van het offer vergelijkbaar is met de pelgrim onder bepaalde aspecten van de Hadjj, anders gezegd, door zijn toewijding aan Allah door hem een offer te brengen. Hij hoort dus in bepaalde bijzonderheden van de Ihrâm zich bij hem (de pelgrim) aan te sluiten. In dit geval door zich te weerhouden om het haar en andere zaken te knippen/verwijderen. Zo is het verboden voor degene die een offer voorziet op Aid om wat van zijn haar, nagels of haren van zijn huid te verwijderen. - Dit statuut is specifiek voor degene die van plan is om te offeren, terwijl deze beperking niet van toepassing is op degenen voor wie dit offer is opgedragen. De Profeet (salla Allahoe alayhi wa salam) heeft immers enkel gespecificeerd: «Als iemand van jullie een offer wil brengen», zonder de personen te vermelden aan wie dit offer wordt gegeven. Er is niets met betrekking tot de teksten, dan hen vraagt om zich tot dit voorschrift te beperken. - Als een persoon van plan is om te offeren en zijn haar of iets anders knipt, moet hij in dit geval berouw tonen aan Allah en dit niet meer herhalen. Er is echter geen boetedoening voor dit voorzien. Dit kan het offeren niet voorkomen, in tegenstelling tot de overtuigingen van sommige mensen. - In het geval waarin hij dit per ongeluk doet, door onwetendheid of doordat enkele haartjes ongewild uitvielen, zal er hem geen enkele zonde worden aangerekend. Ook als hij gedwongen werd om het te knippen door één of andere reden, kan het geen kwaad om dit te doen. Bijvoorbeeld: Het kan zijn dat men een gebroken nagel die vervelend is, knipt, of korte haren die steeds over de ogen vallen, of de haren scheert om een wond te genezen enz. Wa Allahoe a lam

5 [1] De tahmied: het zeggen van alhamdoelillah [alle lof aan Allah] of [Lof komt aan Allah toe]. [2] De tahliel: het zeggen van la illaha illa Allah [Er is geen andere godheid dan Allah]. [3] De takbier: het zeggen van Allahoe Akbar [Allah is de Allergrootste].