EMISSIEMETING M.S. SKYLGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EMISSIEMETING M.S. SKYLGE"

Transcriptie

1 EMISSIEMETING M.S. SKYLGE Opleiding: Maritiem Officier Studiejaar: 3 Studenten: S.M.J. Nicolai L. Bergsma M.D. van der Meer Begeleidend docent: R. van der Meer Datum:

2 Voorwoord Dit onderzoek is gedaan in het kader van het project SAIL waarin gekeken wordt of Wind Assisted Propulsion Systems in de toekomst mogelijk zijn. In dit onderzoek is een nulmeting gedaan van de emissies in de uitlaatgassen van het m.s. Skylge, om in een later stadium van het project te kijken of de oplossingen waarin Wind Assisted Propulsion Systems zijn toegepast daadwerkelijk leiden tot een reductie van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door het Maritiem Instituut Willem Barentsz, Ameland Shipping B.V. en het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Inhoudsopgave... 3 Samenvatting Inleiding Achtergrond Project doelstelling Samenstelling van de uitlaatgassen Scheikundige benadering van de uitlaatgassenemissies Huidige & toekomstige emissie-eisen Meetplan Schip & Motor Brandstof Meetcycli Emissie meting Correcties Concentraties omrekenen Van input naar output Herleiding NOₓ naar ISO-condities Uitlaatgassendebiet Specifiek verbruik lucht & brandstof Resultaten Brandstofspecificaties Motor condities tijdens de meting Directe meetresultaten Gecorrigeerde meetresultaten Motorrendement Massa uitlaatgassen Zwavelemissies Schadelijke percentages Uitlaatgassendebiet Discussie

4 Literatuurlijst Appendix A: Meetproces Appendix B: Variabele motorgegevens

5 Samenvatting Het Maritiem Instituut Willem Barentsz heeft samen gewerkt met Ameland Shipping B.V. om de emissies in de uitlaatgassen van de hoofdmotor van een multi purpose containerschip te meten. Het onderzoek is gedaan in het kader van het SAIL project waarin gekeken wordt of Wind Assisted Propulsion Systems in de toekomst mogelijk zijn. De brandstof waar de hoofdmotor van het betreffende schip gebruik van maakt is Heavy Fuel Oil (HFO). De emissie metingen zijn gedaan in een tijdsbestek van drie dagen tijdens een reis van Rotterdam (Nederland) naar Tornio (Finland) in mei De doelstellingen van het project zijn: 1. Berekenen van de emissies in de gemeten uitlaatgassen van de hoofdmotor bij verschillende belastingen. 2. Bepalen wat de invloed is van de nieuwe regelgeving wat betreft de emissies van de uitlaatgassen. 3. Bepalen van de verschillende schadelijke emissies en in welke hoeveelheden deze voorkomen in de uitlaatgassen van het gemeten schip volgens de nul metingen. 4. Bepalen of de belasting van de motor van invloed is op de hoeveelheid schadelijke emissies in de uitlaatgassen. De verschillende emissies welke zijn vastgesteld door het meten van de hoofdmotor van het m.s. Skylge zijn weergeven in tabel 1. Tabel 1 Emissiefactoren bij verschillende belastingen van de hoofdmotor. Koppel (%) (g/kwh) CO (g/kwh) (g/kwh) (g/kwh) (g/kwh) ,18 0,15 311,22 7,55 7, ,19 0,16 297,06 6,92 6, ,20 0,38 326,30 6,77 6, ,38 0,80 327,06 4,88 4,88

6 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Werkzaamheden in havens over de gehele wereld zorgen voor een enorme input voor de welvaart en economie van de kustgebieden op aarde. Echter, de gevolgen van deze logistieke stijging en dus de stijging van het aantal dieselmotoren heeft, wanneer geen maatregelen worden genomen, een aanzienlijk negatief effect op de totale emissie uitstoot op aarde. Dit onderzoek, dat gedaan wordt in het kader van het SAIL project, bekijkt een mogelijkheid voor de vereiste afname van deze emissies. In het SAIL project wordt er gekeken naar de mogelijkheid om de emissie uitstoot te laten dalen door een natuurlijke vorm van extra voortstuwing toe te passen, Wind Assisted Propulsion Systems. In dit onderzoek is door middel van het uitvoeren van een nulmeting bekeken wat de samenstelling is van de huidige uitlaatgassen zodat dit de basis kan vormen voor een eventueel vervolg onderzoek wat betreft Wind Assisted Propulsion Systems. 1.2 Project doelstelling De verschillende doelstellingen van ons onderzoek zijn: 1. Berekenen van de emissies in de gemeten uitlaatgassen van de hoofdmotor bij verschillende belastingen. 2. Bepalen wat de invloed is van de nieuwe regelgeving wat betreft de emissies van de uitlaatgassen. 3. Bepalen van de verschillende schadelijke emissies en in welke hoeveelheden deze voorkomen in de uitlaatgassen van het gemeten schip volgens de nul metingen. 4. Bepalen of de belasting van de motor van invloed is op de hoeveelheid schadelijke emissies in de uitlaatgassen. 1.3 Samenstelling van de uitlaatgassen Om te kunnen bepalen welke emissies uit worden gestoten door het m.s. Skylge moeten we eerst een aantal factoren die hiervan afhankelijk zijn bepalen. Zo zijn de emissies afhankelijk van het type brandstof, de luchtovermaat, de setting van de brandstofpompen, de motor temperatuur, het vermogen en het type motor. Volgens K. Kuiken bestaat de samenstelling van de uitlaatgassen van een dieselmotor uit de volgende stoffen: - Stikstof - Zuurstof - Koolstofdioxide - Water - Stikstofoxide - Zwavel oxide - Koolstofmonoxide - Koolwaterstof - Roet 6

7 Niet al deze stoffen zijn schadelijk voor mens en milieu, sommige zijn zelfs compleet onschadelijk. In dit theoretisch kader hebben wij elk van deze stoffen apart behandeld om in theoretisch opzicht meer kennis te vergaren of deze stoffen schadelijk zijn of niet. In figuur 1 is een overzicht gegeven van de samenstelling van de uitlaatgassen. Hierin is te zien dat de uitstoot schadelijke stoffen helemaal niet zo groot is en ongeveer 1% bedraagt. Figuur 1: overzicht uitlaatgassensamenstelling Stikstof Stikstof in molecuul vorm (N₂) is één van de bestanddelen die voor komt in de uitlaatgassen. De uitlaatgassen bestaan zelfs voor het grootste deel uit stikstof. Het bestandsdeel stikstof komt terecht in de uitlaatgassen doordat de lucht, die nodig is voor de verbranding, niet geheel gebruikt wordt. De stikstof gaat dus de verbrandingskamer in en komt er verwarmd weer uit. De vraag is of dit bestanddeel ook schadelijk is voor mens en milieu. Iedereen is snel geneigd te zeggen van niet omdat de lucht zoals we deze kennen op aarde grotendeels, namelijk voor 78%, uit stikstof bestaat. Dit is echter niet geheel juist, stikstofemissies hebben gevolgen voor zowel de kwaliteit van de lucht, het water en de kwaliteit van de bodem. Gevolgen hiervan kunnen zijn dat het ecosysteem veranderd en dat de menselijke gezondheid achteruit gaat. Deze gevolgen treden op wanneer het stikstof gehalte té hoog wordt in de lucht. Het bestandsdeel stikstof kunnen we echter niet rekenen tot het rijtje schadelijke stoffen omdat deze al voorkwam in de lucht nog voordat de verbranding plaats vond, er worden dus geen extra stikstof bestandsdelen gevormd. Zuurstof Zuurstof (O₂) is het bestanddeel dat na stikstof het grootste massapercentage in de uitlaatgassen heeft. Net als bij stikstof komt het bestandsdeel zuurstof veelvuldig voor in de lucht, de lucht bestaat namelijk voor 21% uit zuurstof. Net als bij stikstof komt het zuurstof in de uitlaatgassen terecht doordat je altijd een zuurstofoverschot hebt, oftewel meer zuurstof dan dat je nodig hebt voor je verbranding in je verbrandingskamer. Deze hoeveelheid zuurstof die dus niet gebruikt wordt tijdens de verbranding en er bij de uitlaatgassen weer verwarmd uitkomt is dus wel een bestandsdeel van de uitlaatgassen maar is niet schadelijk voor mens en milieu. 7

8 Koolstofdioxide Koolstofdioxide (CO₂) is het op twee na meest voorkomende bestanddeel in de uitlaatgassen. Koolstofdioxide wordt gevormd doordat koolwaterstoffen uit de brandstof zich verbinden met zuurstof uit de lucht in de verbrandingskamer. Er zijn meerdere argumenten naar voren te brengen of koolstofdioxide nou een schadelijke stof is of niet. Teveel koolstofdioxide is niet goed, een teveel aan koolstofdioxide heeft meerdere nadelige gevolgen. Een eerste nadeel is dat koolstofdioxide de ph waarde van water doet dalen. Dit gebeurt doordat het koolstofdioxide reageert met water. Bij deze reactie worden de stoffen omgezet tot carbonzuur. Dit is een zwak zuur met een lagere ph waarde dan dat gemiddeld water heeft, hierdoor treedt er verzuring van de bodem op. Een tweede belangrijk nadeel is het broeikaseffect. Het broeikaseffect treedt op wanneer zonlicht de aarde bereikt en de resulterende infraroodstraling door de aarde wordt geabsorbeerd en vervolgens vast wordt gehouden door broeikassen. Hierdoor verwarmt de aarde. Koolstofdioxide is het belangrijkste broeikasgas en de uitstoot hiervan, en wat dus leidt tot een overmaat aan koolstofdioxide, is goed voor het broeikaseffect en dus niet goed voor mens en milieu. Echter, koolstofdioxide is een zogenaamd natuurlijk verbrandingsproduct en is een zeer belangrijk onderdeel van de koolstofcyclus. In de koolstofcyclus wordt koolstofdioxide opgenomen door planten en door een reactie, de zogenaamde fotosynthese, wordt deze koolstofdioxide omgezet in zuurstof. Deze zuurstof wordt door mensen ingeademt en weer uitgeademt, hier wordt de zuurstof weer omgezet naar koolstofdioxide, de zogenaamde omgekeerde fotosynthese. Koolstofdioxide heeft dus een cruciale rol voor het leven op aarde. Koolstofdioxide is niet schadelijk, het is een natuurlijk verbrandingsproduct en cruciaal voor het leven op aarde. Echter de uitstoot hiervan moet wel beperkt blijven en omtrent de uitstoot van koolstofdioxide zijn ook een aantal regels en wetten verbonden, later hier meer over. Water Water (H₂O) is een bestanddeel dat altijd voorkomt in je uitlaatgassen bij een ideale verbranding. Water ontstaat uit de reactie tussen een bepaalde koolwaterstof, je brandstof. En zuurstof, de lucht die je in je verbrandingskamer toevoegt. In de meest simpele reactie vergelijking ziet dit er als volgt uit: Water is dus altijd een bestandsdeel van je uitlaatgassen en dit is een volkomen natuurlijk product en daarom niet schadelijk voor mens en milieu. Stikstofoxide Stikstofoxide (NOₓ) is een bestandsdeel in de uitlaatgassen die erg schadelijk is voor mens en milieu. NOₓ is een verzamelnaam voor verschillende stikstofoxiden namelijk stikstofmonoxide (NO), stikstofdioxide (NO₂) en stikstoftrioxide (NO₃). Stikstofoxide ontstaat in het verbrandingsproces van stikstof en zuurstof, welke in de lucht zit die je in je verbrandingskamer brengt. Stikstof is ook, in mindere mate, in je brandstof te vinden, ook dit heeft dus gevolgen voor de vorming van NOₓ. Diesel bevat minder stikstof dan HFO. Over het algemeen geldt: hoe zwaarder de olie, hoe meer stikstof 8

9 erin te vinden is. Wanneer deze twee stoffen onder hoge temperatuur bij elkaar worden gebracht ontstaat stikstofoxide. In een reactievergelijking ziet dit er als volgt uit. Stikstofoxide is zeer schadelijk voor mens en milieu, dit komt doordat stikstofoxide erg makkelijk reageert met water. Wanneer de stikstofoxide uit je uitlaatgassen mengt met het water in een regenwolk ontstaat er salpeterzuur. Salpeterzuur is één van de belangrijke oorzaken van zure regen. Zure regen is zeer schadelijk voor zowel mens als natuur omdat een direct gevolg hiervan is dat er verzuring van de bodem optreedt. Verzuring van de bodem heeft als direct gevolg dat de bodem zowel een andere samenstelling krijgt als verarmt. Wanneer de bodem een andere samenstelling van mineralen krijgt is dit schadelijk voor de hiervoor gevoelige flora wat er toe kan leiden dat deze verdwijnt. Verarming van de bodem ontstaat uit zure regen wanneer de zure regen reageert met magnesium, calcium en kalium zouten uit het bodemoppervlak. Hierdoor spoelen bepaalde noodzakelijke voedingsstoffen voor de flora weg waardoor deze verdwijnt. Buiten de nadelen voor de natuur heeft zure regen ook nadelige gevolgen voor de gezondheid en de ademhaling van de mens. Zwaveloxide Zwaveloxide (SOₓ) is een tweede schadelijk bestandsdeel in de uitlaatgassen. De meest voorkomende vorm van zwaveloxide in de uitlaatgassen is zwaveldioxide. Buiten de zwaveldioxide zijn er ook bestandsdelen van zwaveltrioxide in de uitlaatgassen terug te vinden. Het ontstaan van zwaveloxide komt voort uit de volledige verbranding van zwavel met zuurstof. In een reactie vergelijking ziet dit er als volgt uit. Zwaveloxide is samen met stikstofoxide de hoofdoorzaak van zure regen. Wat de gevolgen en de nadelen van zure regen zijn is terug te lezen in de theoretische benadering over de stikstofoxide. Verder kan een hoog zwaveloxide gehalte in de lucht zorgen voor lokale klachten zoals problemen met de longen, irritatie aan de ogen en het kan zelfs leiden tot het overlijden van mensen. Uit onderzoek is gebleken dat bij een concentratie van 3 ppm iemand al na 30 seconden kan overlijden. Koolstofmonoxide Koolstofmonoxide (CO) bestaat uit één koolstof en uit één zuurstofmolecuul. Koolstofmonoxide ontstaat wanneer er een onvolledige verbranding van een fossiele brandstof plaatsvind. Een onvolledige verbranding houdt in dat er té weinig zuurstof aanwezig is om alle ingespoten brandstof te kunnen laten ontbranden. Dat er koolstofmonoxide in de uitlaatgassen zit wilt niet perse zeggen dat er te weinig lucht is toegelaten in de verbrandingskamer. In iedere dieselmotor wordt er veel meer lucht dan nodig toegelaten, de zogenaamde luchtovermaat. Toch is er koolstofmonoxide te vinden, dit komt doordat er op sommige plaatsen in de verbrandingskamer niet voldoende lucht aanwezig is, dit is vaak het geval tegen de wanden van de verbrandingskamer aan. Een tweede oorzaak van koolstofmonoxide en dus een deels onvolledige verbranding kan zijn dat de brandstof niet goed genoeg wordt gemengd met de beschikbare lucht in de cilinder. 9

10 Koolstofmonoxide is een schadelijk bestandsdeel in de uitlaatgassen, het is erg slecht voor het milieu. Wanneer koolstofmonoxide in de atmosfeer terecht komt reageert het namelijk met zuurstof. Dit resulteert in een situatie waarbij het koolstof wordt gescheden van het zuurstof. Dit is weergeven in de onderstaande reactievergelijking. Meer informatie over wat het broeikaseffect is, hoe het ontstaat en wat de gevolgen hiervan zijn is te lezen in de theoretische benadering over koolstofdioxide. Het koolstof zal vervolgens opnieuw reageren, nu met zuurstof. Zie onderstaande reactievergelijking. Zo wordt uit het koolstofmonoxide koolstofdioxide gevormd wat erg slecht is voor mens en milieu omdat deze stof het broeikaseffect bevorderd. Meer informatie over koolstofdioxide en de gevolgen hiervan is te lezen in de theoretische benadering wat betreft koolstofdioxide. Buiten de vergroting van het broeikaseffect draagt koolstofmonoxide ook bij aan de vorming van ozon. Ozon (O₃) ontstaat wanneer koolstofmonoxide (CO) onder invloed van de zon wordt gescheden en vervolgens reageert met zuurstof (O₂). Dit is op te maken uit de volgende reactievergelijking. Ozon is in ruime mate te vinden in de vorm van de ozonlaag, deze beschermt ons van de gevaarlijke ultraviolette straling van de zon. Echter, ozon dat op lagere hoogtes wordt gevormd en dus niet te vinden is in de ozonlaag is schadelijk. Ozon is bij inademing schadelijk voor de gezondheid van de mens. Na de vorming van ozon en de bijdrage aan het broeikaseffect draagt koolstofmonoxide net als stikstofoxide en als zwaveloxide bij aan zure regen, echter wel in mindere mate. Koolwaterstof Koolwaterstof (HC) ontstaat wanneer een koolstof atoom zich bindt aan een waterstof atoom. Dit komt hoofdzakelijk voor bij een onvolledige verbranding. Dus hoe meer koolstofdioxide in de uitlaatgassen hoe minder koolwaterstof. Via een oxidatie proces worden de koolwaterstof moleculen omgezet in koolstofdioxide en in water. In een reactievergelijking ziet dit er als volgt uit. Dit gebeurt echter niet in alle gevallen, een klein percentage koolwaterstof is terug te vinden in de uitlaatgassen. Koolwaterstoffen zijn slecht voor mens en milieu. Het percentage koolwaterstof is echter zo laag dat het in vergelijking met andere stoffen een kleine boosdoener is voor het milieu. Koolwaterstof is echter zeer kankerverwekkend en dus zeer slecht voor de gezondheid. In de uitlaatgassen vinden we dus drie stoffen terug die direct schadelijk zijn voor mens of milieu. Dit is stikstofoxide, zwaveloxide en koolwaterstof. Een andere stof is koolstofdioxide, dit is een natuurlijk verbrandingsproduct en niet direct schadelijk, echter draagt het wel bij aan de vorming van het broeikaseffect en moet dus tóch worden beschouwd als een schadelijk bestandsdeel in de uitlaatgassen. 10

11 1.4 Scheikundige benadering van de uitlaatgassenemissies Wij gaan meten aan een 4-slagmotor met een toerental van 600 rpm. Dit betekend dat er per seconde 3600 krukgraden doorlopen worden, we komen hierop door het aantal omwentelingen per seconde ( ) te vermenigvuldigen met de duur van één omwenteling (360 ). De theoretische duur van het verbrandingsproces van een 4-slagmotor inclusief expansie duurt ongeveer 140 krukgraden, zie het onderstaande diagram afkomstig uit het boek van Maanen, P. (2000). Scheepsdieselmotoren. In het proces zijn belangrijke punten aangegeven met een nummer. De betekenis van de punten is als volgt: 1 inlaatklep open 2 inlaatklep dicht 3 uitlaatklep open 4 uitlaatklep dicht 5 begin brandstofinspuiting 6 einde brandstofinspuiting Figuur 2: indicateurdiagram 4- slagproces De theoretische duur van de verbranding inclusief expansie duurt bij een 4 slagmotor ongeveer 140 krukgraden en begint min of meer bij het BDP (Bovenste Dode Punt) tussen punt 5 en 6. De expansie eindigt in punt 3 wanneer de uitlaatklep open gaat. In deze 140 krukgraden hebben de emissies, met name de stikstofoxiden, de tijd om zich te vormen. Hierbij duurt het totale verbrandingsproces seconden, dus ongeveer seconde. Voordat we kijken naar de stoffen die deelnemen aan een verbrandingsproces moeten we eerst weten wat nou eigenlijk een verbranding precies is. Scholte, Besselink, Kruidhof & Zwanenburg (2011) definiëren een verbrandingsproces als het verbinden van een stof met zuurstof met vuurverschijnselen. De voldoende zuurstofmaat wordt verkregen door lucht toe te voeren in de cilinder met behulp van de drukvulgroep. De stof die met zuurstof samen een verbranding vormt is de zware olie. Chemische reacties De hoofdbestanddelen van de brandstof zijn koolstof (C), zwavel (S) en waterstof (H). Als deze hoofdbestanddelen reageren met zuurstof ( ) ontstaan de volgende scheikundige reacties. (zwaveldioxide) 11

12 (koolstofdioxide) (waterdamp) + Deze resulterende reactievergelijking ontstaat bij volledige verbranding van de brandstof. Indien er niet genoeg zuurstof in de cilinder aanwezig is of kan reageren met de brandstof in verband met plaatsen in je verbrandingskamer met minder zuurstof, kan er een onvolledige verbranding optreden waarbij 2 koolstofmoleculen reageren met 1 zuurstofmolecuul. In plaats van de scheikundige reactie waarbij koolstofdioxide ontstaat zal er koolstofmonoxide ontstaan volgens de reactie: (koolstofmonoxide) De zwaveldioxide die ontstaat bij de reactie van zwavel met zuurstof kan in de cilinder nogmaals reageren met zuurstof, dit zal leiden tot het ontstaan van zwaveltrioxide volgens de volgende reactie: (zwaveltrioxide) Tot nu toe zijn we er alleen van uitgegaan dat de bestanddelen uit de brandstof reageren met zuurstof (O₂). Deze zuurstof wordt echter toegevoerd door middel van lucht en die lucht bestaat naast 21% zuurstof ook uit 78% stikstof (N₂). De overige 1% wordt gevuld met andere stoffen waaronder argon (Ar), koolstofdioxide (CO₂), Helium (He) en Neon (Ne). Vooral stikstof is van zodanige omvang dat we hier niet omheen kunnen. In eerste instantie doet stikstof niet mee aan de verbranding en verlaat dit gas de cilinder opgewarmd. Dit komt omdat stikstof niet met zuurstof reageert. Als de temperatuur in de cilinder zover stijgt dat de temperatuur van de verbranding boven de 1200 C komt geldt dit niet meer en neemt de stikstof deel aan de reactie. De volgende reacties kunnen dan optreden: (stikstofmonoxide) (stikstofdioxide) Doordat er een luchtovermaat aanwezig is in de cilinder om een zo goed mogelijke verbranding te laten ontstaan zal in de uitlaatgassen ook O₂ en N₂ te vinden zijn die niet deelgenomen hebben aan de verbranding. Tot slot zijn er in de uitlaatgassen onverbrande brandstofdeeltjes te vinden, ondanks de voldoende luchtovermaat. Deze onverbrande brandstofdeeltjes uiten zich in de vorm van roet (CH). Wet behoud van massa Volgens de wet van behoud van massa zal de massa van de stoffen die bij het proces betrokken zijn ongewijzigd blijven. Dit betekent dat de massa van de brandstof en de toegevoerde hoeveelheid lucht hetzelfde is als de massa van de uitlaatgassen. Ook kan gezegd worden dat de massastroom hetzelfde moet zijn zoals in de formule hieronder blijkt. 12

13 1.5 Huidige & toekomstige emissie-eisen Er wordt tegenwoordig steeds meer rekening gehouden met het milieu en daarom is er voor de scheepvaart belangrijke regelgeving vastgesteld betreffende de emissies van de dieselmotoren. De IMO (International Maritime Organisation) heeft dit vastgelegd in Annex 13 van Marpol 73/78. In 2005 zijn deze nieuwe regels aangenomen door het MEPC (Maritime Environment Protection Committee), vervolgens is het naar drie jaar examinatie geaccepteerd en sinds 1 juli 2010 ook daadwerkelijk van kracht. (IMO) Wij zijn echter alleen geïnteresseerd in de uitstoot van SOx en NOx van de dieselmotoren. Wij zullen daarom niet praten over de rest wat in dit Annex is opgenomen, zoals de emissies van vluchtige organische stoffen en afval verbranding. SOx De eisen voor de zwaveloxides gelden voor elke brandstof die wordt gebruikt aan boord van schepen. Het zwavelgehalte in de brandstoffen wereldwijd mocht voor 1 januari 2012 niet hoger zijn dan 4,5%. Na deze datum werd dit verlaagt naar 3,5% procent wat nu nog steeds de huidige eis is voor het zwavelgehalte in de brandstof. In de toekomst (1 januari 2020) zou dit percentage moeten zakken naar 0,5%. De eisen voor zwavelgehalte zijn weergeven in tabel 2. Tabel 2 Eisen zwavelgehalte Voor 1 januari ,5% Na 1 januari ,5% Na 1 januari ,5% Dan zijn er ook nog speciale gebieden, de zogeheten ECA s (Emission Control Area s). In deze gebieden zijn de eisen voor het zwavelgehalte nog strenger. Voor 1 juli 2010 mocht het zwavelgehalte in de brandstoffen maar een percentage hebben van 1,5%, na 1 juli 2010 werd dit verlaagt tot 1,0%. Straks na 1 januari 2015 moeten het zwavelgehalte in de brandstoffen voor de dieselmotoren verlaagd worden tot 0,1%. De eisen voor zwavelgehaltes in ECA s zijn weergeven in tabel 3. (MARPOL) Tabel 3 Eisen zwavelgehalte in ECA s Voor 1 juli ,5% Na 1 juli ,0% Na 1 juli ,1% NOₓ De emissie eisen voor de stikstofoxiden geldt alleen voor nieuwbouw schepen die zijn gebouwd op of na 1 januari 2000 of voor schepen die na 1 januari 2000 een motormodificatie zijn ondergaan. Verder moet het minimale afgegeven vermogen groter zijn dan 130 kw. Dit houdt dus in dat het m.s. Skylge onder de emissie eisen wat betreft de NOₓ valt. Het m.s. Skylge voldoet namelijk aan deze eisen met haar bouwjaar van 2009 en een vermogen van 4000 kw. Er zijn drie verschillende categorieën waar 13

14 een schip in kan vallen afhankelijk van wanneer het schip gebouwd is. De maximale uitstoot voor de stikstofoxides zijn gebaseerd op de toerentallen van de dieselmotor. (MARPOL) Categorie 1: Een schip valt in deze categorie wanneer zij is gebouwd na 1 januari 2000 en nog voor 1 januari Bij een toerental lager dan 130 rpm wordt de maximale uitstoot 17,0 g/kwh. Zit het toerental van je dieselmotor tussen de 130 en 2000 rpm dan is de maximale uitstoot te berekenen d.m.v. de formule: Als het toerental hoger is dan 2000 rpm dan is de maximale uitstoot 9,8 g/kwh Categorie 2: Is het schip gebouwd na 1 januari 2011 dan gelden de volgende emissie eisen. Bij een toerental lager dan 130 rpm is de maximale uitstoot 14,4 g/kwh. Bevindt het toerental van je motor zich tussen de 130 en 2000 rpm dan is de maximale uitstoot te bepalen volgens de volgend formule: Draait de motor met een toerental hoger dan 2000 rpm dan is de maximale uitstoot 7,7 g/kwh. Categorie 3: Deze categorie is voor de toekomst en is voor schepen die straks gebouwd worden op of na 1 januari Voor een toerental lager dan 130 rpm geldt dan een maximale uitstoot van 3,4 g/kwh. Een toerental tussen de 130 en 2000 rpm is dan te bepalen met de formule: Bij een toerental hoger dan 2000 rpm zal de maximale uitstoot voor een dieselmotor nog maar 2,00 g/kwh zijn. Alle categorieën zijn schematisch weergeven in tabel 4. Tabel 4 Eisen stikstofoxiden Categorie 1 (na en voor ) Categorie 2 (na ) Categorie 3 (na ) x<130 rpm 17,0 g/kwh 14,4 g/kwh 3,4 g/kwh 130>x<2000 x>2000 9,8 g/kwh 7,7 g/kwh 2,00 g/kwh Deze emissie eisen voor de stikstofoxiden gelden in elke ECA- en havengebieden. Onder de ECA gebieden vallen de Baltisch zee gebied, Noordzee gebied, Noord Amerikaans zee gebied, Verenigde Staten zee gebied en het Caribisch zee gebied. (IMO) NOₓ eisen die betrekking hebben tot het m.s. Skylge Het schip is gebouwd tussen januari 2000 en januari 2011, dit betekent dat het m.s. Skylge in categorie 1 valt. Het toerental zit tussen de 130 rpm en 2000 rpm. Het schip heeft namelijk een 4-14

15 slag motor met een constant toerental van 600 rpm. De maximale NOₓ uitstoot is nu te berekenen met de volgende formule. Wanneer we n (toerental) invullen in de formule is de maximale NOₓ uitstoot van het m.s. Skylge; 15

16 2. Meetplan Voor aanvang van de meting is met de kapitein besproken wanneer er tijd en gelegenheid zou zijn voor een betrouwbare meting. Aan boord is met de HWTK overlegd hoe we omstandigheden konden creëren die zo dicht mogelijk bij de normen liggen en hoe we metingen konden verrichten voor een zo betrouwbaar mogelijke meting. De metingen met 100%, 85% en 75% koppel vonden plaats in de Oostzee op ruim water zodat de veiligheid van het schip niet in het geding kon komen door de omliggende scheepvaart. De meting met een vermogen van 46% (stationair) is gedaan in de haven van Tornio. 2.1 Schip & Motor Het m.s. Skylge is een modern multi purpose container schip dat momenteel een lijndienst onderhoud tussen Tornio (Finland), Terneuzen (Nederland) en Rotterdam (Nederland) onder charter bij Wagenborg. Gegevens van het schip zijn te vinden in tabel 5. Tabel 5 Geselecteerde gegevens van het gemeten schip Vessel type: Multi Purpose Container Schip Werf: Zhejiang Hongxin Shipbuilding Co. Bouwjaar: 2009 Lengte: 122,10 meter Breedte: 16,60 meter Zomerdiepgang: 7,20 meter Gross Tonnage: 6120 registerton Deadweight: 7610 ton De specificaties van de motor in het m.s. Skylge zijn gegeven in tabel 6. Tabel 6 Geselecteerde gegevens van de gemeten motor Fabrikant: Machine Aus Kiel (MaK) Type: 8 M 32 C Serienummer: Vermogen: 4000 kw Toerental: 600 rpm Diameter: 320 mm Slag: 480 mm Verbrandingsvolgorde: Volgens de MaK Project Guide van de M32C voortstuwingsmotoren voldoen alle motoren in deze serie aan de NOₓ emissie eisen gesteld door de IMO, beschreven in de Annex VI van het Marpol 73/78. Bij het meten van deze NOₓ eisen wordt echter Marine Diesel Oil als brandstof gebruikt en is gemeten volgens de ISO 8178 test cycli. 2.2 Brandstof Tijdens het verlaten van het Noordoostzeekanaal bij Kiel op is er overgegaan op de brandstof RMG380, gebunkerd op in Rotterdam. Bij deze bunkering is een sample genomen die is geanalyseerd door een onafhankelijk laboratorium voor de benodigde brandstofspecificaties. 16

17 2.3 Meetcycli Emissies zijn afhankelijk van de beproevingsomstandigheden van de motor, bijvoorbeeld belasting, toerental etc. De metingen zijn zoveel mogelijk gedaan volgens de ISO 8178 E2 modes. De beproevingscyclus E2 geldt voor hoog belaste dieselmotor met een constant toerental voor voortstuwing van schepen. Onze motor valt onder deze categorie omdat er vrijwel altijd gevaren wordt met een constant toerental om te zorgen dat er gevaren kan worden op een asgenerator. De beproevingscyclus E2 is gegeven in tabel 7. Tabel 7 Motor Beproevingsomstandigheden volgens de ISO 8178 E-2 Cyclus Modusnummer Toerental Nominaal Nominaal Nominaal Nominaal Koppel 100% 75% 50% 25% Normaal gesproken worden emissies van dieselmotoren gemeten als de motor is opgesteld op een testbank bij de fabrikant en gekoppeld is aan een dynamometer om nauwkeurig de belasting te bepalen en zo goed mogelijk de gestelde standaard beproevingsomstandigheden te bereiken. Dit project is echter niet uitgevoerd op een testbank, maar tijdens een zeereis. Dit resulteert tot een complexe situatie, het is immers praktisch niet haalbaar om tijdens een gemiddelde zeereis de standaard beproevingsomstandigheden te behalen bij een motor die al enige tijd in bedrijf is. We streven er echter naar tijdens dit onderzoek zo dicht mogelijk bij deze situatie te komen. Het liefst zouden we exact volgens de cyclus meten zoals beschreven in de ISO norm, in de praktijk blijkt dit niet haalbaar. Het was niet mogelijk om te meten met een koppel van 25%. De motor levert een koppel van 46% als de motor stationair draait, dus met een spoed van 0%. Om deze reden hebben we de vierde modus vervangen door een modus met een koppel van 46%. Praktisch bleek het ook niet mogelijk om een koppel van 50% vast te houden. Als we dit in de haven zouden willen bereiken zou er ongeveer 25% pitch gegeven moeten worden, hierbij zou er teveel kracht op de trossen komen te staan. Op zee was het met betrekking tot de veiligheid niet mogelijk omdat het schip dan stuurloos raakt, op zee wordt er gevaren met asgenerator dus wordt er bij veel minder pitch al 50% koppel bereikt. We hebben besloten om een extra modus bij de metingen te betrekken, met 85% koppel. We hebben dit koppel genomen omdat het specifiek brandstofverbruik het laagst is bij dit vermogen en het motorrendement het hoogst. De door ons gebruikte beproevingscyclus is gegeven in tabel 8. Tabel 8 Motor Beproevingsomstandigheden zoals gemeten Modusnummer Toerental Nominaal Nominaal Nominaal Nominaal Koppel 100% 85% 75% 46% 17

18 2.4 Emissie meting Het meetplan is gemaakt om de variabelen O₂, CO, NOₓ en te meten. De variabele CO₂ wordt berekend door de meetapparatuur, de variabele SOₓ wordt naderhand teruggerekend aan de hand van de meetresultaten en brandstofspecificaties. Tijdens de metingen draait de hoofdmotor zo goed mogelijk als haalbaar volgens de eerder gespecificeerde cyclus. De emissiemeting zal gedurende 10 minuten plaatsvinden en mag niet beginnen voordat de motor is gestabiliseerd. De concentratiewaarden van de emissies zullen worden gemeten en vastgelegd gedurende de laatste 3 minuten van elke modus. 2.5 Correcties De meetwaarden moeten herleid worden naar een standaard zuurstofgehalte om te zorgen dat de luchtovermaat geen invloed uitoefent op de resultaten van de meting en verschillende metingen met elkaar vergeleken kunnen worden. Wij corrigeren onze metingen naar een zuurstofpercentage van 15% met de volgende formule. met daarin c.f. correctiefactor naar een standaard zuurstofconcentratie in droog rookgas 21 zuurstofconcentratie in droge lucht Os de zuurstofconcentratie (v%) betrokken op droog rookgas waarnaar de herleiding moet plaatsvinden, bij ons dus 15% Om de actuele zuurstofconcentratie (v%) betrokken op droog rookgas dat is gemeten Er is al droog rookgas gemeten, zoals beschreven in appendix A, dus er hoeft niet gecorrigeerd te worden voor een nat/droge meting. Ook hoeft in beginsel de druk en temperatuur niet gecorrigeerd te worden omdat we hebben gemeten met een extractief meetsysteem die ingeregeld wordt bij het opstarten van het systeem. 2.6 Concentraties omrekenen We hebben nu de gecorrigeerde meetwaarden in een percentage of ppm. We willen dit omrekenen naar een waarde in mg/m³. Dit doen we met de volgende formule. met daarin Cm concentratie (mg/m³) bij standaard druk en temperatuur in droog rookgas M molecuulmassa (g/mol) van de betreffende component 22,4 molair volume (l/mol) van een ideaal gas bij 273 K en 101,3 kpa Cv concentratie (ppm) Vermeld moet worden dat er bij de berekening van de NOₓ concentratie vanuit wordt gegaan dat het aandeel NO in de atmosfeer wordt omgezet in NO₂. Voor omrekening van de stikstofoxidenconcentratie wordt daarom gebruik gemaakt van de molecuulmassa van NO₂, te weten 46 g/mol. 18

19 Voor scheepsdieselmotoren zijn de NOₓ eisen gegeven in g/kwh. Dit krijgen we door met de volgende formule de relatieve emissie in g/kwh te berekenen. met daarin Erel relatieve emissie (g/kwh) 0,0036 omrekenfactor van g/gj naar g/kwh Cm concentratie (mg/m³) bij standaard druk en temperatuur in droog rookgas Vst stoichiometrisch droog rookgasvolume (m³/kg), te benaderen met de formule Vst = 0, ,221*H H stookwaarde van de brandstof (MJ/kg) 21 zuurstofconcentratie in droge lucht Om actuele zuurstofconcentratie (v%) betrokken op droog rookgas 2.7 Van input naar output We hebben nu de relatieve emissie berekend in g/kwh van het vermogen wat de motor in gaat. De emissie eisen zijn echter gegeven als relatieve emissie van het daadwerkelijke vermogen. Het volgende verband bestaat tussen de relatieve emissie van de input en de relatieve emissie van de output. met daarin Eoutput relatieve emissie van het uitgaande vermogen (g/kwh) Einput relatieve emissie van het ingaande vermogen (g/kwh) ηt totaal motorrendement Om dit te berekenen moet eerst het motorrendement bij verschillende belastingen bepaald worden. Dit kan met behulp van de volgende formule. met daarin ηt totaal motorrendement H0 stookwaarde van de brandstof (MJ/kg) be specifiek brandstofverbruik (kg/mj) De stookwaarde van de brandstof is gegeven in het onderzoeksrapport van de brandstof uit het laboratorium. Het specifiek brandstofverbruik is gegeven in de project guide bij verschillende vermogens. 2.8 Herleiding NOₓ naar ISO-condities De NOₓ emissie van dieselmotoren is afhankelijk van de verbrandingsluchtcondities. De gemeten emissies worden daarom eerst teruggerekend naar ISO condities. De ISO condities hebben een temperatuur van 288 K, een druk van 101,3 kpa en een relatieve vochtigheid van 60%. We gebruiken hier de volgende formule voor. ( ) 19

20 met daarin Enoₓ emissie stikstofoxiden herleid tot ISO-condities (g/kwh) Erel relatieve emissie stikstofoxiden (g/kwh) Pm gemeten absolute atmosferische druk (kpa) Tm inlaatluchttemperatuur (K) Xn gemeten vochtgehalte van de inlaatlucht (kg/kg) 2.9 Uitlaatgassendebiet Met deze gegevens zijn we nu ook in staat het uitlaatgassendebiet te berekenen. Het debiet wordt berekend op basis van het brandstofverbruik met de volgende formule. met daarin Fs gestandaardiseerd debiet (m³/u) van droog rookgas bij een standaard zuurstofconcentratie van 15% Fbr brandstofverbruik (kg/u) Vst stoichiometrisch droog rookgasvolume (m³/kg) 21 zuurstofconcentratie in droge lucht Os de zuurstofconcentratie (v%) betrokken op droog rookgas Het SO₂ gehalte wordt teruggerekend met behulp van de brandstofgegevens en de onderstaande formule. Dit wordt gedaan omdat een directe SO₂ meting niet betrouwbaar genoeg is. met daarin Esoₓ emissie zwaveloxiden (g/kwh) Msoₓ molecuulmassa (g/mol) van SO₂ AWs atoomgewicht (g/mol) van S Fbr brandstofverbruik (kg/u) Gs zwavelgehalte (m%) in de brandstof P vermogen (kw) 2.10 Specifiek verbruik lucht & brandstof Het SO₂ gehalte weten we nu in de eenheid g/kwh. De regelgeving geeft echter een waarde in een massa als deel van de brandstof, het is echter ook interessant om van de schadelijke stoffen een waarde in een massa als deel van de uitstoot te weten. We kunnen dit percentage berekenen als we de totale uitgestoten massa weten in de eenheid g/kwh. De totale massa uitlaatgassen is te verkrijgen met de volgende formule. met daarin Us specifiek verbruik uitlaatgassen (g/kwh) be specifiek brandstofverbruik (g/kwh) ls specifiek luchtverbruik (g/kwh) Het specifiek brandstofverbruik is gegeven in de projectguide van de motorfabrikant. Het specifiek luchtverbruik moet berekend worden met de volgende formule. 20

21 met daarin ls specifiek luchtverbruik (g/kwh) t totale luchtfactor Lth theoretische luchthoeveelheid (kg/kg) be specifiek brandstofverbruik (g/kwh) De totale luchtfactor is berekend door de meetapparatuur tijdens de metingen aan boord. De theoretische luchthoeveelheid is te bepalen met behulp van de reactievergelijking van de verbranding. Voor de volledige verbranding van 1 kg brandstof is namelijk een exacte hoeveelheid zuurstof nodig, hierbij wordt uitgegaan dat de lucht 21 volume% zuurstof en 79 volume% stikstof bevat. Deze laatste component speelt echter geen rol in het verbrandingsproces. De verhoudingen van de basiscomponenten in lucht bij een volledige verbranding kunnen aan de hand van de volgende scheikundige berekening met behulp van molecuulmassa s bepaald worden. De theoretische hoeveelheid zuurstof benodigd voor de volledige verbranding van 1 kg brandstof kan dan als volgt bepaald worden. ( ) met daarin Omin kg O₂ per kg brandstof ( ) met daarin Lmin kg lucht per kg brandstof 1/21 lucht / zuurstofverhouding 1,314 soortelijk gewicht van zuurstof De herleidde formule die we gebruiken voor de berekening van de theoretische luchthoeveelheid is als volgt. 21

22 3. Resultaten 3.1 Brandstofspecificaties De brandstofspecificaties vastgesteld door DNV Petroleum Services voor de gebunkerde brandstof (RMG380) zijn gegeven in tabel 9, ook is in deze tabel de vereisten opgenomen voor de brandstof RMG380. Het sample wat onderzocht is, is verkregen tijdens het bunkeren door het nemen van een drip sample. Tabel 9 Brandstofspecificaties Specificaties Eenheid Gebunkerde brandstof RMG380 Dichtheid C kg/ 989,8 991,0 Viscositeit 0 C 182,6 380,0 Zwavel %m/m 1,04 3,50 As %m/m 0,03 0,15 Koolstof %m/m Water %v/v 0,1 0,5 Vloeipunt C Vlampunt C Stookwaarde Mg/kg 40, Motor condities tijdens de meting Zoals in het meetplan aangegeven is hebben we metingen verricht bij verschillende belastingen van de motor. De metingen zijn verricht bij 100%, 85%, 75% en 46% koppel. De eerste drie metingen zijn achtereenvolgend gedaan op , de laatste meting met 46% koppel is gedaan op in de haven van Tornio. 3.3 Directe meetresultaten De direct gemeten emissies zijn weergeven in tabel 10. Tabel 10 Direct gemeten emissies Koppel (%) O₂ (%) CO (ppm) NO (ppm) NO₂ (ppm) NOₓ (ppm) CO₂ (%) ,9 47,3 1393,2 48,9 1442,1 5, ,6 53,9 1323,9 34,7 1358,4 6, ,2 109,4 1179,8 12,5 1192,3 5, ,8 238,0 881,1 9,0 890,1 6,0 3.4 Gecorrigeerde meetresultaten De meetresultaten worden gecorrigeerd met de correcties die beschreven zijn in het meetplan, de volgende gecorrigeerde meetwaarden gegeven in tabel 11 is het resultaat. Het O₂ percentage is onveranderd gebleven, deze hoeft immers niet gecorrigeerd te worden naar een ander O₂ percentage, dit is de enige correctie die we toepassen bij deze metingen. Wel moet vermeld worden dat alle andere emissies gecorrigeerd zijn naar een zuurstofpercentage van 15%. 22

23 Tabel 11 Gecorrigeerde emissies Koppel (%) O₂ (%) CO (ppm) NO (ppm) NO₂ (ppm) NOₓ (ppm) CO₂ (%) ,9 35,1 1033,1 36,3 1069,4 4, ,6 38,4 942,4 24,5 1026,6 4, ,2 83,7 902,9 9,6 912,5 4, ,8 173,2 641,1 6,5 647,7 4,4 Deze emissies in ppm gaan we nu omrekenen naar de eenheid g/kwh, als vermogen wordt nu het uitgaande vermogen genomen, dus met een factor die gelijk is aan het totale motorrendement toegevoegd. De emissies in de eenheid g/kwh zijn gegeven in tabel 12. Voordat we dit kunnen berekenen hebben we het stoichiometrisch droog rookgasvolume nodig. Dit is berekend met behulp van de stookwaarde en bedraagt 9,95 m³/kg. Tabel 12 Gecorrigeerde emissies in g/kwh bij standaard condities Koppel (%) O₂ (g/kwh) CO (g/kwh) NO (g/kwh) NO₂ (g/kwh) NOₓ (g/kwh) CO₂ (g/kwh) ,17 0,20 6,36 0,34 10,10 416, ,81 0,21 5,54 0,22 9,25 397, ,86 0,51 5,83 0,09 9,04 436, ,53 1,06 4,19 0,07 6,50 441,18 De in tabel 12 gegeven emissiewaarden zijn geldig voor een standaardconditie in droog rookgas bij een druk van 101,3 kpa, een temperatuur van 273 K en een standaard zuurstofconcentratie van 15%. De NOₓ eisen zijn echter niet gegeven bij deze standaardconditie maar bij de ISO condities in droog rookgas bij een druk van 101,3 kpa, een temperatuur van 288 K en een relatieve vochtigheid van 60%. Als we de emissies omrekenen naar deze condities komen we op de waarden die genoemd zijn in tabel 13. Tabel 13 Gecorrigeerde emissies in g/kwh bij ISO condities Koppel (%) O₂ (g/kwh) CO (g/kwh) NO (g/kwh) NO₂ (g/kwh) NOₓ (g/kwh) CO₂ (g/kwh) ,18 0,15 4,76 0,26 7,55 311, ,19 0,16 4,14 0,17 6,92 297, ,20 0,38 4,37 0,07 6,77 326, ,38 0,80 3,15 0,05 4,88 327, Motorrendement De totale rendementen van de motor die gebruikt zijn bij de omrekening van input vermogens naar output vermogens zijn gegeven in tabel 14. Tabel 14 Totaal motorrendement bij verschillende koppels Koppel Totaal rendement 100% 49,5% 85% 49,8% 75% 48,7% 46% 45,8% 23

24 3.6 Massa uitlaatgassen Om straks de zwaveluitstoot om te rekenen naar een percentage van de totale uitstoot hebben we de totale uitstoot van de uitlaatgassen nodig. De emissie eisen van zwavel zijn immers gegeven in een massapercentage. De totale massa uitlaatgassen bepalen we met behulp van het specifiek brandstofverbruik uit de project guide en het berekende specifiek luchtverbruik volgens de wet van massabehoud gegeven in de onderstaande formule. De gebruikte verbruiken zijn gegeven in tabel 15. Koppel Tabel 15 Massa uitlaatgassen Specifiek brandstofverbruik (g/kwh) Specifiek luchtverbruik (g/kwh) Specifieke uitstoot uitlaatgassen (g/kwh) 100% 178,00 575,08 753,08 85% 177,00 550,05 727,05 75% 181,00 620,74 801,74 46% 190,00 599,61 789, Zwavelemissies De teruggerekende zwavelemissies zijn weergeven in tabel 16. Tabel 16 Teruggerekende zwavelemissies Koppel SOₓ (g/kwh) 100% 7,84 85% 6,92 75% 6,19 46% 4, Schadelijke percentages Het is interessant om te weten wat de schadelijke uitstoot is als deel van de totale uitstoot. Deze zijn uitgerekend en gegeven in tabel 17. Tabel 17 Schadelijke percentages Koppel NOₓ (kg/kg) SOₓ (kg/kg) 100% 1,00% 1,04% 85% 0,95% 0,95% 75% 0,84% 0,77% 46% 0,62% 0,62% 3.8 Uitlaatgassendebiet Tot slot kan ook nog het debiet uitlaatgassen berekend worden per vermogen. Deze zijn gegeven in tabel 18. Tabel 18 Uitlaatgassendebiet Koppel Debiet uitlaatgassen (m³/uur) 100% 26030,8 24

25 85% 19652,2 75% 15170,1 46% 6888,7 In appendix B zijn diverse parameters gegeven die gebruikt zijn bij de bovenstaande berekeningen. De gebruikte formules en eenheden zijn uitgewerkt in het meetplan. 25

26 4. Discussie Zoals te zien is in de resultaten voldoen de schadelijke emissies van het m.s. Skylge aan de gestelde eisen. Het uitgestoten NOₓ gehalte ligt bij 100% belasting en ISO condities op 10,1 g/kwh en dus binnen de gesteld eis voor dit schip van 2, 2 g/kwh. Het SOₓ gehalte van de uitlaatgassen bedraagt een percentage van 1,04 bij een belasting van 100%. De maximale gestelde eis in de brandstof is 3, % en in de speciale ECA s gebieden bedraagt dit,0%. Er zijn geen eisen gesteld aan de uitstoot maar wat opvalt is dat het percentage zwavel in de brandstof min of meer gelijk ligt aan het SOₓ percentage in de uitlaatgassen bij nominaal vermogen. Met afname van de belasting op de motor neemt de NOₓ uitstoot en de SOₓ uitstoot af. Daar tegen neemt wel het koolstofmonoxide gehalte toe als gevolg van de belasting afname van de motor. Dit komt omdat bij een lagere belasting van de motor de verbranding onvollediger wordt. Verder moet opgemerkt worden dat bij de verbranding in de cilinders ook een klein beetje smeerolie verbrand wordt, dit is ook weergeven in figuur 3. In de uitlaatgassen bevinden zich ook water en koolwaterstoffen welke niet gemeten worden omdat de meetapparatuur droog rookgas meet in plaats van nat rookgas dat aangezogen wordt. Dit proces is verder uitgewerkt in appendix A. Figuur 3: Ingaande en uitgaande bij verbranding 26

27 Literatuurlijst IMO. Opgehaald van Pollution.aspx IMO. Opgehaald van L/Pages/Default.aspx Kenniscentrum Infomil, R. Opgehaald van Kuiken, K. (2011). Dieselmotoren II (p.143, 146). Onnen: Target Global Energy Training. Maanen, P. van (2000). Scheepsdieselmotoren. Harfsen: Nautech. MARPOL. Annex 13. Opgehaald van Scholte, H., Besselink, B., Kruidhof, G. & Zwanenburg, G. (2011). Basisvaardigheden Toegepaste Scheikunde. Groningen: Noordhoff Uitgevers. 27

28 Appendix A: Meetproces De metingen zijn verricht met behulp van de draagbare meetkoffer ecom-j2kn. Tijdens het meten worden de gemeten waarden direct weergegeven op de draagbare module en kunnen de gegevens worden opgeslagen op een geheugenkaart. De meetkoffer stond tijdens de metingen ingesteld zodat hij elke 3 seconden een meting verrichtte. Het uiteinde van de sensor was tot zover in de uitlaatgassenpijp gestoken zodat hij de uitlaatgassen in het midden van de uitlaatgassenpijp aanzoog. Bij deze meting hebben we te maken met een continue extractieve meting. Hierbij wordt continue een hoeveelheid gas uit de uitlaatgassenleiding gezogen en vervolgens naar de meetkoffer gevoerd, vervolgens wordt continue de samenstelling van de uitlaatgassen gemeten. De uitlaatgassen worden eerst gekoeld in de gaskoeler voordat deze langs de sensoren stromen. Doordat het gas afkoelt treedt er condensatie op, dit zorgt ervoor dat de natte uitlaatgassen worden omgezet naar droge uitlaatgassen. De meetkoffer is in staat om het zwavelgehalte te meten in de uitlaatgassen, alleen wij hadden hiervoor niet de juiste meetslang. Het zwavelgehalte wordt teruggerekend vanaf de brandstofspecificaties, het ISO 8178 raad dit overigens ook aan omdat dit betrouwbaarder is dan het meten van het zwavelgehalte. (Kenniscentrum Infomil) Figuur 4: Continue extractieve meting met gaskoeler De meetkoffer is eind 2013 nog uitgebreid getest en gekalibreerd door Imbema Controls BV uit Haarlem. De hiervoor gebruikte testgassen zijn ook voorzien van een certificaat die herleidbaar zijn naar internationale standaarden. Ook tijdens het opstarten van de meetkoffer zal hij eerst gedurende 1 minuut kalibreren voordat hij automatisch overschakelt naar de modus dat er gemeten kan worden. De kalibratiegegevens zijn weergeven in tabel 19. Tabel 19 Kalibratie van Parameter Meetbereik Principe Tolerantie O %V/V Elektrochemisch 2 % CO ppm Elektrochemisch 5 % CO2 - Berekening - NO ppm Elektrochemisch 5 % NO ppm Elektrochemisch 5 % NOx - Berekening - 28

29 Appendix B: Variabele motorgegevens Vermogen Toerental Fuel rack Buitenlucht Spoellucht Inlaatlucht Absolute Relatieve itlaatgassen Brandstofverbruik (%) (rpm) (mm) druk (kpa) druk (kpa) temperatuur (K) luchtvochtigheid Luchtvochtigheid te erat r na de (m3/s) spoellucht (kg/kg) spoellucht (%) t rb harger ( C) , ,0972*10^ , ,5833*10^ , ,2222*10^ , ,55*10^-5

Yerseke Engine Services BV (YES) Yerseke Engine Services is een service provider voor Caterpillar en John Deere in Nederland.

Yerseke Engine Services BV (YES) Yerseke Engine Services is een service provider voor Caterpillar en John Deere in Nederland. Yerseke Engine Services BV (YES) Yerseke Engine Services is een service provider voor Caterpillar en John Deere in Nederland. Wij zijn gevestigd in Yerseke, dicht bij de havens van Rotterdam en Antwerpen

Nadere informatie

5. Herleiding van meetgegevens

5. Herleiding van meetgegevens 5. Herleiding van meetgegevens Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Emissie-eisen in wet- en regelgeving zijn gedefinieerd onder standaardcondities, waardoor zij generiek zijn en onafhankelijk

Nadere informatie

MS Skylge EMISSIEMETINGEN 2015. Gemaakt door: - Luite Bolhuis - Laurens-Jan Lagendijk. Datum: 10-7-2015

MS Skylge EMISSIEMETINGEN 2015. Gemaakt door: - Luite Bolhuis - Laurens-Jan Lagendijk. Datum: 10-7-2015 2015 MS Skylge EMISSIEMETINGEN 2015 Gemaakt door: - Luite Bolhuis - Laurens-Jan Lagendijk Datum: 10-7-2015 Voorwoord Dit rapport is geschreven in het kader van de tweede emissiemetingen aan boord van het

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Erik Jensma. Onderzoek naar de emissies aan boord van de Holland

Onderzoeksrapport. Erik Jensma. Onderzoek naar de emissies aan boord van de Holland Onderzoeksrapport Erik Jensma Onderzoek naar de emissies aan boord van de Holland Naam: Erik Jensma Klas: M4DP Begeleider: R. van der Meer School: Maritiem Instituut Willem Barentsz 29 December 2014 Versie:

Nadere informatie

Impact van. emissienormen op de. maritieme sector. Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart

Impact van. emissienormen op de. maritieme sector. Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart Impact van emissienormen op de maritieme sector Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart Earnewald, 11 september 2013 Luchtemissies door zeeschepen: Kort overzicht van begrippen

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Motorvermogen,verliezen en rendementen

Motorvermogen,verliezen en rendementen Hoofdstuk 3 Motorvermogen,verliezen en rendementen 1) Het indicatordiagram In het vorige hoofdstuk werd een pv diagram opgesteld van de cyclus die doorlopen werd. Dit diagram beschrijft eigenlijk het arbeidsproces

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016 Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

DeNOx-installatie. Onmisbaar voor schone lucht

DeNOx-installatie. Onmisbaar voor schone lucht DeNOx-installatie Een DeNOx-installatie is niets meer dan een uit de kluiten gewassen autokatalysator. Net als de installatie onder uw vierwieler zorgt een DeNOx-installatie ervoor dat schadelijke stoffen

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

Motor- en voertuigprestatie (3)

Motor- en voertuigprestatie (3) Motor- en voertuigprestatie (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-79302-01-7 1 Brandstofverbruik 1.1 Specifiek brandstofverbruik Meestal wordt het brandstofverbruik uitgedrukt in het aantal gereden kilometers per

Nadere informatie

PROJECT H FROM O. Versie: 1. Dhr. Joosten. Maritiem Instituut Willem Barentsz. Door: Bart Enting, Bart Ruijter. Marijn Grevink,

PROJECT H FROM O. Versie: 1. Dhr. Joosten. Maritiem Instituut Willem Barentsz. Door: Bart Enting, Bart Ruijter. Marijn Grevink, PROJECT H FROM O Versie: 1 Dhr. Joosten Door: Bart Enting, Bart Ruijter & Marijn Grevink, Voorwoord Onder invloed van onder andere de economische crisis, zijn de olie prijzen torenhoog gestegen. Rederijen

Nadere informatie

Emissies, wet- en regelgeving. Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel

Emissies, wet- en regelgeving. Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel Emissies, wet- en regelgeving Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel Wetgeving ter stimulering duurzaam varen CCR (Centrale Commissie Rijnvaart): Eisen aan

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x Stikstofoxiden Praktische toepassing van meten van NO x Maarten van Dam Mvdam@testo.nl 06-53782193 Michel de Ruiter Michel.deruiter@multi-instruments.nl 06-20360160 Dia 2 van 132 Waarom meten? Wetgeving:

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische

Nadere informatie

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm. 8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor?

1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor? Opgaven Hoofdstuk 8 Gasmotoren 1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor? 4. Wat verstaat u onder een stoichiometrische gasmotor?

Nadere informatie

NOx-emissiemeting conform SCIOS protocol

NOx-emissiemeting conform SCIOS protocol NOx emissiemeting Meting conform SCIOS protocol Toestel geplaatst bij: Naam bedrijf AAR Aircraft Component Services Adres Kruisweg 75 Postcode 2132 ND Plaats Hoofddorp Nadere aanduiding Referentie nummer

Nadere informatie

BIJLAGE VIII In deze bijlage worden de bepalingen en testprocedures voor het rapporteren van de CO 2 -emissies en het brandstofverbruik

BIJLAGE VIII In deze bijlage worden de bepalingen en testprocedures voor het rapporteren van de CO 2 -emissies en het brandstofverbruik L 167/98 Publicatieblad van de Europese Unie 25.6.2011 BIJLAGE VIII 1. IEIDING CO 2 -EMISSIES EN BRANDSTOFVERBRUIK 1.1. In deze bijlage worden de bepalingen en testprocedures voor het rapporteren van de

Nadere informatie

Inleiding Motormanagment. 7BSO Autotechnieken Module Motormanagement

Inleiding Motormanagment. 7BSO Autotechnieken Module Motormanagement Inleiding Motormanagment 7BSO Autotechnieken Module Motormanagement Het motormanagmentsysteem MOTRONIC genoemd gebaseerd op digitale electronica: 0 en 1 heden nieuwe eisen aan wagens: groot vermogen, gering

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Puma CVX - Steyr CVT Tier 4 motoren

Puma CVX - Steyr CVT Tier 4 motoren Puma CVX - Steyr CVT Tier 4 motoren De ontwikkeling van het CVX-model CVX 140 CVX 150 CVX 160 CVX 175 CVX 195 Puma CVX 165 Puma CVX 180 Puma CVX 195 Puma CVX 130 Puma CVX 210 Puma CVX 145 Puma CVX 225

Nadere informatie

Onderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen

Onderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen Nummer 25 Onderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen 1. Inleiding Voor gasgestookte (huishoudelijke) toestellen gelden vele eisen die voor het overgrote deel betrekking hebben op het veilig

Nadere informatie

Kolenvergasser. Kolenvergasser 2009-02-01 hdefc.doc

Kolenvergasser. Kolenvergasser 2009-02-01 hdefc.doc Kolenvergasser 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 Beantwoord de vragen 1 t/m 3 aan de hand van het in bron 1 beschreven proces. Bron 1 De

Nadere informatie

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm. PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst schone scheepvaart. SHIP, 1 november Henri van der Weide

Informatiebijeenkomst schone scheepvaart. SHIP, 1 november Henri van der Weide Informatiebijeenkomst schone scheepvaart SHIP, 1 november Henri van der Weide Vluchtige organische stoffen (VOS), geur van lading en geluid bij overslag Kooldioxide (CO2),Stikstofoxiden (NO X), Zwaveloxiden

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

BIJLAGE III: TESTPROCEDURE

BIJLAGE III: TESTPROCEDURE bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L59 van 27/02/98 1. INLEIDING BIJLAGE III: TESTPROCEDURE 1.1. In deze bijlage wordt de methode beschreven voor vaststelling van de uitstoot van verontreinigende

Nadere informatie

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Maak elke opgave op een afzonderlijk vel papier Diktaat mag gebruikt worden, aantekeningen niet Succes! Opgave 1: Diversen (a) Geef de algemene reactie

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie 3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie

Nadere informatie

E85 rijdende flexifuel auto uitstoot ten gevolge van de aanwezigheid van benzine in de brandstof.

E85 rijdende flexifuel auto uitstoot ten gevolge van de aanwezigheid van benzine in de brandstof. Energielabel auto Personenwagens moeten voorzien zijn van een zogenaamd energielabel. Deze maatregel is ingesteld om de consument de mogelijkheid te geven om op eenvoudige wijze het energieverbruik van

Nadere informatie

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen

Nadere informatie

Alternatieve energiebronnen

Alternatieve energiebronnen Alternatieve energiebronnen energie01 (1 min, 5 sec) energiebronnen01 (2 min, 12 sec) Windenergie Windmolens werden vroeger gebruikt om water te pompen of koren te malen. In het jaar 650 gebruikte de mensen

Nadere informatie

woensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd

woensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

1.4 De tweeslag motor. Afbeelding 7. Het tweeslag proces, de uitvoering volgens Detroit Diesel.

1.4 De tweeslag motor. Afbeelding 7. Het tweeslag proces, de uitvoering volgens Detroit Diesel. 1.4 De tweeslag motor Bij de tweeslag motor duurt het arbeidsproces tweeslagen, dus een neerwaartse en een opwaartse slag. Duidelijk zal zijn dat deze motor zelf geen lucht aan kan zuigen. Bij deze motor

Nadere informatie

-- zie vervolg volgende pagina --

-- zie vervolg volgende pagina -- PT-1 hertentamen, 13-08-2013, 9:00-12:00 Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag goed door voordat je begint Schrijf op elk blad in ieder geval je naam

Nadere informatie

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

Uitlaatgassennabehandeling Industriële Verbrandingsmotoren

Uitlaatgassennabehandeling Industriële Verbrandingsmotoren Emitech B.V. / Emigreen B.V. Kjelt Remmen Technisch specialist / Adviseur Wij: Ontwerpen Specificeren Leveren en Ondersteunen systemen voor de uitlaatgassen nabehandeling van industriële verbrandingsmotoren

Nadere informatie

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Leo de Ruijsscher Algemeen directeur De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs Docent TU Delft faculteit Bouwkunde Inleiding Nu de brandstofcel langzaam

Nadere informatie

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW. OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje

Nadere informatie

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden 2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5

Nadere informatie

Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B

Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B LET OP: Dit is een InfoMil-versie van het BEES A, geen officiële publicatie. Het betreft een samenvoeging in één document van de laatstgepubliceerde integrale versie van het besluit plus de daarop volgende

Nadere informatie

Alternatieve brandstof Waterstof Injectie op de Wartsila 46V12

Alternatieve brandstof Waterstof Injectie op de Wartsila 46V12 Alternatieve brandstof Waterstof Injectie op de Wartsila 46V12 1-6-2013 Organisatie: Maritiem Instituut Willem Barentsz Module Maritime Research 2013 Opdrachtnemers: Emile Persenaire jepersenaire@gmail.com

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK VAN DE TERTIAIRE SECTOR IN BRUSSEL UITGEVOERD OP VERZOEK VAN HET BIM, DE ADMINISTRATIE VAN ENERGIE EN LEEFMILIEU VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST,

Nadere informatie

HELPT DE LOKALE LUCHTKWALITEIT TE VERBETEREN

HELPT DE LOKALE LUCHTKWALITEIT TE VERBETEREN HELPT DE LOKALE LUCHTKWALITEIT TE VERBETEREN GAS IS EEN SCHONERE ENERGIE OPTIE IN VERGELIJKING TOT CONVENTIONELE VLOEIBARE BRANDSTOFFEN...MAAR MOEILIJKER TOE TE PASSEN IN DIESELMOTOREN BESTAAT ER EEN OPLOSSING

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Samenvatting Validatie meetmethodieken biogas

Samenvatting Validatie meetmethodieken biogas Samenvatting Validatie meetmethodieken biogas Onderzoek uitgevoerd door DNV Kema De SDE+ -regeling staat open voor biogasinstallaties die onderdeel uitmaken van een groengashub. Kenmerkend voor zo n hub

Nadere informatie

Clean fuel. LNG Facts & Figures

Clean fuel. LNG Facts & Figures 1 LNG Facts & Figures Waarom LNG Schoon Zonder nabehandeling voldoen aan emissie standaarden Veilig Lichter dan lucht als het verdampt Moeilijk ontsteekbaar Enorme voorraden Past in Europese doelstelling

Nadere informatie

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa

Nadere informatie

TIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES

TIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES TIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES TIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES Op 1 januari 2011 zijn de emissienormen Tier 4i / Stage

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook. Veelgestelde vragen en antwoorden: Op de site van Omrin worden de daggemiddelde emissiegegevens van de gemeten componenten in de schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale (REC) weergegeven. Naar

Nadere informatie

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.

Nadere informatie

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid Bepaling van de elektrische geleidbaarheid april 2006 Pagina 1 van 8 WAC/III/A/004 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES... 3 2.1 SPECIFIEKE GELEIDBAARHEID, ELEKTRISCHE GELEIDBAARHEID (γ)... 3 2.2

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen.

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen. BROEIKASEFFECT Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen. HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Levende wezens hebben energie nodig om te overleven. De energie die het leven op aarde in stand

Nadere informatie

Stikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Stikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

scheikunde vwo 2018-I

scheikunde vwo 2018-I De PEF-fles 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: In moleculen glucose zijn zes C atomen aanwezig. In moleculen HMF en van alle andere stoffen in het schema zijn ook zes

Nadere informatie

De aardse atmosfeer. Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado

De aardse atmosfeer. Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado De aardse atmosfeer Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado Vertaling en tekstbewerking: Gjalt T.Prins Cdß, Universiteit Utrecht Inleiding De ozonlaag

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

ANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/WATER GELEIDBAARHEID

ANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/WATER GELEIDBAARHEID 1 TOEPASSINGSGEBIED GELEIDBAARHEID Deze procedure beschrijft de bepaling van de elektrische geleidbaarheid in water (bijvoorbeeld grondwater, eluaten, ). De beschreven methode is bruikbaar voor alle types

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

door Olaf P. van Pruissen en Jacob A. Moulijn Technische Universiteit Delft 1. Inleiding 101 3 2. Produktie en eigenschappen van dieselbrandstof

door Olaf P. van Pruissen en Jacob A. Moulijn Technische Universiteit Delft 1. Inleiding 101 3 2. Produktie en eigenschappen van dieselbrandstof 101 1 Dieselbrandstof door Olaf P. van Pruissen en Jacob A. Moulijn Technische Universiteit Delft 1. Inleiding 101 3 2. Produktie en eigenschappen van dieselbrandstof 101 3 2.1. Raffinage 101 3 2.2. Samenstelling

Nadere informatie

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving MEMO Onderwerp: Aanvullend luchtonderzoek KBC Electrabel Maasvlakte ARCADIS Ruimte & Milieu BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Arnhem, 1 juni

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week Rekenen aan reacties 3 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Massaverhouding) Afronding voor volgende week Bestuderen (Rekenen met de massa verhouding)

Nadere informatie

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Vlaanderen is milieu Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Eindrapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be V Management samenvatting Deze studie geeft een overzicht van de effectieve

Nadere informatie

Kooldioxide CO 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van kooldioxide in de emissies

Kooldioxide CO 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van kooldioxide in de emissies Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet- en regelgeving, een concrete bijdrage te leveren aan het waarborgen, ontwikkelen,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

Eindexamen scheikunde havo 2003-II 4 Antwoordmodel Superzwaar 1 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 50 (neutronen). opzoeken van het atoomnummer van krypton (36) 1 berekening van het aantal neutronen: 86 verminderd met het atoomnummer

Nadere informatie

semester 2 vervuilingen in de brandstof fossiele brandstoffen - - -

semester 2 vervuilingen in de brandstof fossiele brandstoffen - - - Nieuwe sectie 1 Pagina 1 semester 2 maandag 2 februari 2015 12:52 fossiele brandstoffen vast vloeibaar, gas ontstaan in vroeger tijden samenstelling verschilt met vindplaats Het zijn allemaal koolwaterstoffen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II Ammoniak Ammoniak wordt bereid uit een mengsel van stikstof en waterstof in de molverhouding N 2 : H 2 = 1 : 3. Dit gasmengsel, ook wel synthesegas genoemd, wordt in de ammoniakfabriek gemaakt uit aardgas,

Nadere informatie

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt. Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4 Vraag : Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en bara,,5 kg/m bedraagt. Bereken: (0) a. De specifieke gasconstante R s. (0) b. De druk die

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Rookmelder 1 aantal protonen: 93 aantal neutronen: 144 naam van element X: neptunium aantal protonen: 93 1 aantal neutronen: 241 verminderen met het genoemde aantal protonen en verminderen

Nadere informatie

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden Samenvatting door een scholier 1322 woorden 21 januari 2004 5,7 92 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas NASK HOOFDSTUK 7 TOETSWEEK Begrippen 7.1A Stoffen verbranden Bij verbranding kun je waarnemen:

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

GENERAL MEMORANDUM. Code : - Department : Plant Technology - HPC Date : [Publish Date] Name : Sven J Timmer

GENERAL MEMORANDUM. Code : - Department : Plant Technology - HPC Date : [Publish Date] Name : Sven J Timmer Refining Solutions GENERAL MEMORANDUM Code : - Department : Plant Technology - HPC Date : Name : Sven J Timmer Project code : - Project name : Revisievergunning 2015 Distribution (external): Click here

Nadere informatie

De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.

De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen. Toelichting bij Voorbeeldopgaven Syllabus Nieuwe Scheikunde HAVO De opgave is een bewerking van de volgende CE-opgave: LPG 2007-2de tijdvak De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift

Nadere informatie

IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00

IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00 IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00 Cursus: 4051IPTECY Inleiding ProcesTechnologie Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag volledig door voordat je aan (a) begint. Schrijf op elk blad

Nadere informatie

Hoe ontstaan gevaarlijke gassen in containers? 1. De lading zelf 2. Gassingen met bestrijdingsmiddel 3. De container

Hoe ontstaan gevaarlijke gassen in containers? 1. De lading zelf 2. Gassingen met bestrijdingsmiddel 3. De container Hoe ontstaan gevaarlijke gassen in containers? 1. De lading zelf 2. Gassingen met bestrijdingsmiddel 3. De container 1) De lading zelf kan gevaarlijke of verstikkende gassen produceren. Zelfs voedingsmiddelen

Nadere informatie

Nu goedkoper en groener rijden. Easy Green simpel en voordelig. Direct instappen met Easy Green. GO-Greener: Hoe? Zo! Effecten:

Nu goedkoper en groener rijden. Easy Green simpel en voordelig. Direct instappen met Easy Green. GO-Greener: Hoe? Zo! Effecten: Nu goedkoper en groener rijden Uw auto direct aanzienlijk voordeliger en schoner laten rijden? Dat kan met GO-Greener. Meer kilometers voor minder geld. Met behoud van comfort en zelfs verbetering van

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie