Incassoreglement gemeentelijke heffingen GBRD 2013

Transcriptie

1 Incassoreglement gemeentelijke heffingen GBRD 2013 De invorderingsambtenaar van de Gemeenschappelijke Belasting- en RegistratieDienst gelet op het bepaalde in het Burgerlijk Wetboek, de Invorderingswet 1990 en de van toepassing zijnde gemeentelijke belastingverordeningen; besluit vast te stellen: reglement voor de incasso van gemeentelijke heffingen in de deelnemende gemeenten van de Gemeenschappeijke Belasting- en RegistratieDienst (Incassoreglement gemeentelijke heffingen GBRD 2013): ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. belastingjaar: tijdvak van 1 januari tot en met 31 december waarover de gemeentelijke belastingen worden geheven; b. belastingschuldige: natuurlijk persoon of rechtspersoon, die is aangeslagen in één of meerdere belastingen of heffingen van een aan de GBRD deelnemende gemeente; c. woning: onroerende zaak, c.q. object dat in hoofdzaak tot bewoning dient; d. formele belastingschuld: het totale bedrag dat verschuldigd is aan gemeentelijke belastingen, die op een aanslagbiljet vermeld zijn; e. incassant: de invorderingsambtenaar. HOOFDSTUK 1 AUTOMATISCHE INCASSO Artikel 2. Doel van de automatische incasso De automatische incasso heeft tot doel de formele belastingschuld van de belastingschuldige te spreiden en door middel van maandelijkse termijnen automatisch te incasseren. Artikel 3. Toepasselijke gemeentelijke belastingen In de automatische incasso zijn alle gemeentelijke belastingen opgenomen. Artikel 4. Deelname aan de automatische incasso 1. Deelname aan de automatische incasso is mogelijk door of ten behoeve van belastingschuldigen. 2. De incassant kan de deelname aan de automatische incasso weigeren, indien er omstandigheden worden geconstateerd of vermoed die het regelmatig verloop van de termijnbetalingen belemmeren of zouden kunnen belemmeren. Artikel 5. Aanmelding 1. Aanmelding voor de automatische incasso vindt altijd schriftelijk plaats middels een reactieformulier, een brief of de Digitale BelastingBalie. 2. De aanmelding voor de automatische incasso kan worden ingediend voordat een aanslag of aanslagen voor het desbetreffende belastingjaar zijn opgelegd, maar moet uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van het aanslagbiljet bij de incassant zijn ingekomen. 3. Incassant is bevoegd aanmeldingen, die na de in tweede lid bedoelde termijn bij hem zijn ingekomen, voor het desbetreffende belastingjaar te accepteren in het geval dit redelijkerwijs nog mogelijk is. Het openstaande bedrag wordt dan automatisch geïncasseerd voor de nog resterende termijnen. 4. In het geval geen toepassing kan worden gegeven aan het derde lid, wordt de aanmelding in ieder geval geaccepteerd met ingang van het daaropvolgende belastingjaar, tenzij deelname geweigerd wordt of niet mogelijk is op grond van het bepaalde in artikel 4.

2 Artikel 6. Reikwijdte van de machtiging De machtiging tot automatische incasso wordt geacht mede van toepassing te zijn op daarvoor in aanmerking komende aanslagen welke na aanmelding en acceptatie van de machtiging nog in de loop van het belastingjaar aan de belastingschuldige worden opgelegd. Artikel 7. Stilzwijgende verlenging De machtiging tot automatische incasso wordt zonder schriftelijk tegenbericht geacht ieder jaar stilzwijgend te zijn verlengd. Artikel 8. Berekening termijnbedrag 1. De formele belastingschuld wordt verdeeld volgens de in de verordeningen genoemde termijnen. 2. De incassant heeft het recht, indien wijziging van de grootte van de formele belastingschuld daartoe aanleiding geeft of indien één termijnbedrag niet geïncasseerd kon worden, om gedurende het afschrijvingstijdvak het termijnbedrag te wijzigen onder mededeling daarvan aan de belastingschuldige. Artikel 9. Aanvang en tijdstip van afschrijving 1. De automatische incasso vangt niet eerder aan dan nadat het aanslagbiljet is verzonden. 2. Bij een eerste aanmelding van een machtiging vindt de afschrijving van het eerste termijnbedrag van een formele belastingschuld zo spoedig mogelijk plaats na acceptatie van de machtiging een en ander met inachtneming van het bepaalde in het vierde lid. 3. Bij een stilzwijgende verlenging van de machtiging vindt de afschrijving van het eerste termijnbedrag van een formele belastingschuld plaats op of omstreeks vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet, onverminderd het bepaalde in het vierde lid. 4. De incassant zal een termijnbedrag automatisch doen afschrijven op of omstreeks de laatste dag van een maand. Artikel 10. Vertraging en beëindiging automatische incasso 1. Bij het niet nakomen van de automatische incasso (aic) wordt als volgt gehandeld: bij de 1 e storno krijgt belastingschuldige een waarschuwing. De termijnbedragen worden aangepast aan de nog resterende termijnen en er wordt aangegeven, dat belastingschuldige nog één laatste kans krijgt. Hiervan ontvangt de belastingplichtige een schriftelijke mededeling. 2. Bij de 2 e storno wordt de aic stopgezet. Een betalingsregeling is niet meer mogelijk en de dwanginvordering zal worden opgestart. Hiervan ontvangt de belastingplichtige een schriftelijke mededeling. 3. Indien de belastingschuldige surseance van betaling heeft aangevraagd, in staat van faillissement is gesteld, naar het buitenland vertrekt of dreigt te vertrekken, of indien er anderszins omstandigheden worden geconstateerd die een regelmatig verloop van de incasso zouden kunnen belemmeren, geeft incassant de belastingschuldige schriftelijk te kennen dat de automatische incasso per direct zal worden stopgezet en dat het resterende invorderbare bedrag ter zake van alle vorderingen van de GBRD terstond dient te worden voldaan. Artikel 11. Gevolgen overlijden 1. Overlijden van de belastingschuldige beëindigt de automatische incasso niet. 2. De erven kunnen de automatische incasso stopzetten door middel van een schriftelijke opzegging. Artikel 12. Gevolgen echtscheiding 1. Echtscheiding, beëindiging van een geregistreerd partnerschap of ontbinding van de samenlevingsovereenkomst van de belastingschuldige beëindigt de automatische incasso niet. 2. Indien als gevolg van echtscheiding, beëindiging van een geregistreerd partnerschap of ontbinding van de samenlevingsovereenkomst niet meer kan worden geïncasseerd op het bij de machtiging opgegeven rekeningnummer dan dient de belastingschuldige aan

3 de incassant zo spoedig mogelijk schriftelijk een rekeningnummer mee te delen waarop de automatische incasso wel kan plaatsvinden. Artikel 13. Verhuizing Verhuizing van de belastingschuldige beëindigt de automatische incasso niet. Artikel 14. Wijziging bankrekeningnummer Wijzigingen betreffende het op de automatische incasso betrekking hebbende bankrekeningnummer dienen terstond en schriftelijk te worden gemeld aan de afdeling Invordering van de GBRD. Artikel 15. Terugstorting door de belastingschuldige 1. Indien de belastingschuldige het niet eens is met een afgeschreven termijnbedrag, dan kan deze de bankinstelling opdracht geven het termijnbedrag op zijn rekening terug te storten. 2. De opdracht tot terugstorting wordt gegeven binnen 56 dagen na incasso. In geval van internetbankieren, op de door de desbetreffende bankinstelling aangegeven wijze van terugstorting. Artikel 16. Intrekking machtiging tot automatische incasso 1. De machtiging tot automatische incasso kan door de belastingschuldige te allen tijde worden ingetrokken door middel van een schriftelijke en ondertekende mededeling aan incassant. De intrekking treedt in werking met ingang van de eerstvolgende voorgenomen datum van automatische incasso, mits die intrekking tenminste 14 dagen voor die datum is ontvangen door incassant. 2. Na het accepteren van de intrekking geeft incassant de belastingschuldige schriftelijk te kennen dat de automatische incasso per direct zal worden stopgezet en dat het resterende invorderbare bedrag ter zake van alle vorderingen van de GBRD binnen één week na dagtekening dient te worden voldaan. HOOFDSTUK 2 BETALINGSREGELINGEN Artikel 17. Algemeen 1. Het gestelde in artikel 25 van de Invorderingswet 1990, in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en in de Leidraad Invordering 2008 wordt onverkort van toepassing verklaard. 2. Ter bevordering van een uniforme werkwijze bij de toepassing van voormelde regels op de beoordeling van het verzoek om een betalingsregeling (hierna te noemen verzoek ) zijn de volgende nadere regels/uitgangspunten geformuleerd. 3. Incassant beslist over het al dan niet toekennen van een betalingsregeling op grond van de in artikel 18 beschreven procedure. 4. In geval er sprake is van enige vorm van verwijtbaarheid van de belastingschuldige wordt geen betalingsregeling getroffen. Artikel 18. Procedure 1. Een verzoek om een betalingsregeling dient schriftelijk te worden ingediend. Het verzoek dient te worden gemotiveerd; 2. Het betreffende verzoek wordt geregistreerd in het belastingensysteem; 3. Om voor een betalingsregeling in aanmerking te komen, dient men minimaal de volgende gegevens middels het door de GBRD toegestuurde formulier ter beschikking te stellen: a. Loon / uitkering (inclusief loonstrookje) b. Huur (netto maandlasten) c. Hypotheek (netto maandlasten) d. Maandelijkse afbetaling van schulden aan derden e. Telefoonnummer f. adres

4 4. Belastingschuldige dient binnen 10 werkdagen na ontvangst, het betreffende formulier (volledig ingevuld) in te leveren. Indien niet aan deze termijn wordt voldaan, wordt het verzoek afgewezen en zal het dwanginvordering traject worden voortgezet. Een betalingsregeling is dan niet meer mogelijk. Artikel 19. Aard van de betalingsregeling De aanslag dient te zijn voldaan vóór de dagtekening van de aanslag van het daarop volgende belastingjaar. Bij cumulatie van aanslagen over meerdere belastingjaren kan hiervan worden afgeweken. Artikel 20. Beoordeling betalingsregeling Indien het formulier binnen de gestelde termijn correct is ingevuld, kan worden beoordeeld of belastingschuldige in aanmerking komt voor een betalingsregeling. Enkele aandachtspunten hierbij zijn: a. Indien belastingschuldige in de laatste 2 jaar, voorafgaand aan het huidige belastingjaar, reeds een betalingsregeling heeft gehad, die hij of zij niet is nagekomen, zal de regeling worden afgewezen. b. Na de 2 e keer storno bij automatische incasso, is geen betalingsregeling meer mogelijk. c. De betalingsregeling dient ertoe te leiden, dat de aanslag is voldaan, voordat de aanslag voor het nieuwe belastingjaar wordt opgelegd, met uitzondering van cumulatie van aanslagen over meerdere belastingjaren. d. Bij het vaststellen van het totaalbedrag van de regeling zullen alle nog openstaande belastingaanslagen waarvan de termijnen zijn verstreken, worden meegenomen. e. De beoordeling van de betalingscapaciteit vindt plaats op basis van de door belastingschuldige verstrekte gegevens. Naast de wettelijke vereisten, zoals bijvoorbeeld de belastingvrije voet, zal bij het bepalen van de regeling, rekening moeten worden gehouden met diverse omstandigheden, zoals bijvoorbeeld: de hoogte van het bedrag, schulden aan derden enz. Artikel 21. Vaststelling betalingsregeling De betalingsregeling wordt door de GBRD bepaald en niet door de belastingschuldige. Belastingschuldige wordt van de betalingsregeling op de hoogte gesteld. Aan belastingschuldige wordt het volgende medegedeeld: a. Het totaalbedrag van de regeling is inclusief alle nog openstaande belastingaanslagen waarvan de termijnen zijn verstreken. b. Belastingschuldige dient de bedragen zelf over te maken (met uitzondering van de betalingsregeling via de bank). c. Een betalingsregeling wordt slechts één keer verleend. d. Om verdere invorderingsmaatregelen te voorkomen dient belastingschuldige zich stipt aan de regeling te houden. De consequenties van het niet nakomen van deze betalingsregeling zijn o.a. beslag op loon, uitkering, roerende of onroerende zaken, waarvan eventuele extra kosten voor rekening van belastingschuldige zijn. e. Een overzicht van de termijnen (inclusief de te betalen bedragen), waarbinnen de betalingen dienen plaats te vinden. Artikel 22. Niet-nakoming betalingsregeling 1. Op het moment, dat blijkt, dat belastingschuldige de regeling niet nakomt, ontvangt hij eerst een waarschuwing dat de betalingsregeling niet wordt nagekomen. 2. Bij de tweede niet-nakoming van de betalingsregeling wordt deze per direct ingetrokken en wordt de verdere dwanginvordering opgestart. Een nieuwe regeling is dan niet meer mogelijk. Dit wordt dan ook aan de belastingschuldige medegedeeld. Artikel 23. Dwanginvordering 1. Indien naar aanleiding van bovenstaande of naar aanleiding van een aanmaning, belastingschuldige nog steeds niet heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen, zal de dwanginvordering (dwangbevel, beslagopdracht enz.) worden opgestart. 2. Aan de hand van een dwangbevel heeft de belastingdeurwaarder een grondslag om vergaande invorderingsacties uit te voeren, om ervoor te zorgen dat alsnog de openstaande vorderingen worden voldaan. Hierbij is het van belang dat de deurwaarder werkt, in de lijn van

5 bovenstaand beleid. Artikel 24. Slotbepalingen 1. Het incassoreglement 2010, vastgesteld door de invorderingsambtenaar van de GBRD worden ingetrokken per de in lid 2 genoemde datum met dien verstande dat zij van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Incassoreglement gemeentelijke Heffingen GBRD Landgraaf, 18 maart 2013 De invorderingsambtenaar, W.M.M.P. Clerx. Toelichting wijziging t.o.v. het Incassoreglement gemeentelijke heffingen GBRD 2010 Artikel 4, derde lid is komen te vervallen omdat ook automatische incasso plaatsvindt indien betalingschuldige een machtiging voor automatische incasso heeft afgegeven en er voor belastingschuldige maar één betalingstermijn geldt.