omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH APR Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen@odh.nl I Beschikking Wet natuurbescherming - Soortenbescherming Onderwerp Op 19 november 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming. De aanvraag heeft betrekking op het project Transformatie R.K. kerk Baumannlaan Rotterdam', gelegen aan de Burgemeester Baumannlaan 171 in de gemeente Rotterdam. De werkzaamheden betreffen lokale sloopwerkzaamheden zoals het zagen van gaten in de vloer, het verwijderen van wanden en het verwijderen van kolommen, herstel- en vervangingswerkzaamheden aan dak en gevels van de kerk, binnenmuurse heiwerkzaamheden voor het aanbrengen van nieuwe fundering en interne herinrichting ten behoeven van de herontwikkeling van het kerkgebouw. De aanvraag betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis, alsmede het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis {Plplstrellus piplstrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Piplstrellus pipistrellus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van juni 2019 tot en met juni Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verlenen; II. III. de voorschriften 1 tot en met 11 te verbinden aan deze ontheffing; de aanvraag van 19 november 2018 en de aanvullende stukken van 16 januari 2019 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is tot en met juni 2019 tot en met juni 2021.

2 Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L Hoofd T van de jpman jtsing & Vergunningverlening Milieu igevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/9

3 VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften 1 De ontheffinghouder dient: a de start van de werkzaamheden schriftelijk te melden; b het ecologisch werkprotocol op te sturen; c eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering een week van te voren schriftelijk te melden; d de beeindiging van de werkzaamheden uiteriijk een week van te voren te melden. Voorgaande meldingen dienen gencht te worden aan de Unit Groen, Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer , adres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van flora en fauna. 2 De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte zijn van de voorschriften in deze ontheffing en de maatregelen in het activiteitenplan. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld, waarin in ieder geval het volgende dient te worden opgenomen: a de voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b aanduiding van de locatie van het plangebied; c de uit te voeren werkzaamheden; d de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e de mitigerende en compenserende maatregelen; f de momenten waarop ecologische begelelding ingeschakeld wordt. 3 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en het ecologisch werkprotocol op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 4 De ontheffinghouder dient, met in achtneming van de voorschriften in deze ontheffing, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in het rapport 'Projectplan Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam' van 19 november Indien een of meerdere in voorschrift 5 genoemde maatregelen onverhoopt niet uitvoerbaar zijn, dienen hiervoor minimaal gelijkwaardige maatregelen voor wat betreft de functionaliteit en effectiviteit te worden getroffen. 6 Uiteriijk drie maanden voordat de in voorschrift 6 bedoelde maatregelen worden uitgevoerd, dienen deze ter goedkeuring aan de Omgevingsdienst Haaglanden te worden overgelegd, adres vergunningen(godh.nl. Specifieke voorschriften 7 De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis. 8 De tijdelijke vleermuiskasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de vleermuiskasten minimaal eens per jaar gecontroleerd dienen te worden op de functionaliteit en dat - indien nodig - de functionaliteit van de vleermuiskast wordt hersteld. 3/9

4 9 De tijdelijke vleermuiskasten mogen pas verwijderd worden nadat de permanente voorzieningen zijn aangebracht en de gewenningsperiode van de gewone dwergvleermuis in acht is genomen. Er geldt een gewenningsperiode van respectievelijk zes maanden, waarbij alleen de maanden april tot en met oktober meetellen. De venwijdering van tijdelijke voorzieningen dient begeleid te worden door een vleermuisdeskundige. Indien blijkt dat de tijdelijke vleermuiskast in gebruik is genomen, mag deze uitsluitend verwijderd worden buiten de kwetsbare periode van de gewone dwergvleermuis. 10 De permanente voorzieningen voor de gewone dwergvleermuis dienen functioneel te zijn. Deze dienen in ieder geval tijdens de periodieke onderhoudscontrole van het gebouw gecontroleerd en beoordeeld te worden op functionaliteit. Indien blijkt dat de permanente voorziening niet meer functioneel is, dient er voor gezorgd te worden dat deze weer functioneel is. 11 De locaties van de tijdelijke en permanente vleermuisvoorzieningen en het type dienen te worden gemeld via AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten - beschermd en onbeschermd - geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkenwijs mogelijk is schade aan deze soorten te worden voorkomen. Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wet natuurbescherming. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Als de ontheffinghouder de onderhoudsverplichting wenst over te dragen aan een derde (bijvoorbeeld de Vereniging van Eigenaren) dan moet de ontheffinghouder zorgdragen voor de onderhoudsverplichting. Dit dient contractueel vastgelegd te worden. 4/9

5 OVERWEGINGEN Aanleiding Op 19 november 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag heeft betrekking op het project 'Transformatie R.K. kerk Baumannlaan Rotterdam', gelegen aan de Burgemeester Baumannlaan 171 in de gemeente Rotterdam. De werkzaamheden betreffen lokale sloopwerkzaamheden zoals het zagen van gaten in de vloer, het verwijderen van wanden en het verwijderen van kolommen, herstel- en vervangingswerkzaamheden aan dak en gevels van de kerk, binnenmuurse heiwerkzaamheden voor het aanbrengen van nieuwe fundering en interne herinrichting ten behoeven van de herontwikkeling van het kerkgebouw. De aanvraag betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis, alsmede het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis {Piplstrellus piplstrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Piplstrellus piplstrellus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van juni 2019 tot en met juni Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: Projectplan D2 ( ) Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam, Econsultancy, Rapportnummer , d.d. 19 november 2018; Rapport nader onderzoek ( ) Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam, Econsultancy, Rapportnummer , d.d. 21 September 2018; Rapport quickscan flora en fauna ( ) Burgemeester Baumannlaan 171, Econsultancy, Rapportnummer , d.d. 3 juli Op 16 januari 2019 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Notitie 'Aanvullende informatie Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam', Econsultancy, d.d. 16 januari Op 15 april 2019 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Notitie 'tweede document met aanvullende informatie voor aanvraag om ontheffing', Econsultancy, d.d. 15 april Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is de procedure op 31 december 2018 opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens. De procedure is op 16 januari 2019 hervat. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, Wnb hebben wij op 18 februari 2019 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken verlengd. 5/9

6 Bevoegd gezag De handeling wordt verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan de artikelen 3.5 en 3.8 van de Wnb en de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland. De gewone dwergvleermuis is een van nature in Nederland in het wild levende soort genoemd in bijlage IV, onderdeel a, van de Habitatrichtlijn. Op grond van artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb is het verboden: de gewone dwergvleermuis opzettelijk te verstoren; voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis te beschadigen of te vernielen. Op grond van artikel 3.8, vijfde lid, van de Wnb wordt een ontheffing slechts verleend indien: er geen andere bevredigende opiossing bestaat; de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.8, vijfde lid, onder b, van de Wnb aan de orde is; en de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Beoordeling Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de voorgenomen herontwikkeling van het kerkgebouw aan de Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam naar een appartementencomplex, kleinschalige horeca en retail. Bij de herontwikkelingswerkzaamheden wordt aan de bultenzijde van de panden minimaal gesloopt. Extern wordt het hele dak vervangen en worden inzagingen in de gevels gemaakt voor het plaatsen van extra ramen. De gevel van de noordelijke kruisarm van de kerk, grenzend aan de steeg, blijft hierbij gehandhaafd. Daarnaast worden balkons gerealiseerd aan de lange zijden van de noord- en zuid gevels van de middenschip van de kerk. Intern worden onder meer de gevels gestabiliseerd en verstevigd, fundering aangebracht voor nieuwe vioeren, wanden aangepast of nieuw gebouwd en installatiekabels- en leidingen aan- of verlegt. De start van de werkzaamheden staat gepland voor juni De doorlooptijd van de voorgenomen werkzaamheden is twee jaar, juni Overtreding verbodsbepaling(en) Om te bepalen of er sprake kan zijn van overtreding van de Wnb is in 2018 (nader) onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van vieermuizen. Het onderzoek vond plaats in de periode 12 juni juli 2018 (twee veldbezoeken) en in de periode 13 augustus September 2018 (drie veldbezoeken). Het onderzoek is wat betreft zomerverblijfplaatsen en paarverblijfplaatsen uitgevoerd conform het vieermuisprotocol Het onderzoek wijkt op de inventarisatie naar winterverblijfplaatsen af van het vieermuisprotocol De inventarisatie op 17 augustus 2018 naar de mogelijke aanwezigheid van middernachtzwermgedrag is uitgevoerd vanaf 23:00 tot 01:00 in plaats van 0:00 uur tot 2:00 uur. Omdat dit onderzoek voor de helft wel op het juiste moment heeft plaatsgevonden en de tweede inventarisatie op 5 September 2018, dat wel precies op het juiste moment plaats vond, dezelfde resultaten hadden zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest. Het onderzoek wijkt op de inventarisatie naar 6/9

7 zomerverblijfplaatsen af van het vieermuisprotocol Op 12 juni 2018 is het eerste half uur na zonsondergang van het onderzoek met twee waarnemers uitgevoerd in plaats van drie. Doordat de waarnemers strategisch gepositioneerd waren kon minimaal 75% van de onderzoekslocatie overzien worden. De resultaten van deze inventarisatie zijn vergelijkbaar met die van de inventarisatie op 13 juli 2018 waardoor het aannemelijk is dat het overzicht voldoende was. De gewone dwergvleermuis is in het plangebied aangetroffen. Tijdens de veldbezoeken op 13 augustus, 17 augustus en 5 September 2018 zijn twee zomerverblijfplaatsen en een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis vastgesteld. Hierbij is een zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis met zekerheid vastgesteld in een opening tussen een raam en het metselwerk van de noordelijke kruisarm van de kerk. De andere zomerverblijfplaats en paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis bevinden zich bij de dakrand van deze gevel omdat beide vieermuizen meermaals aantikten bij de dakrand boven de raampjes waar de invliegende vleermuis is waargenomen maar niet invliegend zijn waargenomen. Tijdens de veldonderzoeken in augustus is geen middernachtzwermen waargenomen. Voor de volledigheid is de zolder van de kerk onderzocht op sporen van vieermuizen en openingen. Die zijn niet aangetroffen, de zolder is dus niet toegankelijk voor vieermuizen. De aanwezigheid van een massawinterverblijfplaats is uitgesloten. Voorts bestaan naar aanleiding van de voorjaarsbezoeken geen aanwijzingen voor het bestaan van kraamverblijfplaatsen in het gebied. Door de werkzaamheden worden twee zomerverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis beschadigd of vernield of in ieder geval onbruikbaar tijdens de werkzaamheden. Daarnaast kunnen vieermuizen worden verstoord tijdens de werkzaamheden. Hiermee worden de in artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb genoemde verboden overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken worden maatregelen getroffen zoals beschreven in hoofdstuk 6, paragraaf 2, pagina 15 van het Projectplan D2 ( ) Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam d.d. 19 november 2018 en aangevuld in de notitie 'Aanvullende informatie Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam', d.d. 16 januari De tijdelijke maatregelen bestaan uit 12 tijdelijke zomer- en paarverblijfplaatsen. Acht tijdelijke vleermuiskasten zijn opgehangen aan de naastgelegen gymzaal, vier vleermuiskasten aan de zuidgevel en vier vleermuiskasten aan de westgevel in de steeg tegenover de noordelijke kruisarm van de kerk. De laatste vier vleermuiskasten zijn opgehangen aan de toren aan de westzijde van de kerk waarbij twee kasten zijn geplaatst op de oostzijde en twee op de westzijde. De tijdelijke voorzieningen zijn geplaatst op minimaal drie meter hoogte, hebben een vrije aanvliegroute en vrije vliegruimte, zijn vrij van kunstlicht, vrij van verstoring en bevinden zich buiten het bereik van predatoren. De vleermuiskasten bevinden zich binnen het functioneel leefgebied van de gewone dwergvleermuis. Voorafgaand aan de herinrichtingswerkzaamheden worden de aangetoonde en potentiele verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis in de noord- en oostgevel van het kerk- en pastoriegebouw ongeschikt gemaakt. Het ongeschikt maken gebeurt in het actieve seizoen van de gewone dwergvleermuis, buiten de kwetsbare periode van de aangetroffen verblijfsfuncties, en nadat de vervangende vleermuiskasten de minimale gewenningstijd hangen. Het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen wordt uitgevoerd door het inzetten van bouwlampen. Het onbereikbaar maken van de twee zomerverblijfplaatsen en de paarverblijfplaats wordt gerealiseerd door op minimaal drie opeenvolgende nachten de gevels met bouwlampen aan te lichten die vanaf middennacht tot ruim na zonsopkomst aangezet zuilen worden. Direct 7/9

8 na de minimale periode van veriichting door bouwlampen, en na controle op eventueel aanwezige vieermuizen, worden de voor vieermuizen geschikte openingen afgedicht met peurschuim. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder begelelding van een ecoloog met kennis van de gewone dwergvleermuis. Na afloop van het ongeschikt maken wordt een controlerende gehouden. Indien wordt geconstateerd dat de kerk niet langer in gebruik is als verblijfplaats voor vieermuizen, wordt de kerk vrijgegeven voor de herinrichtingswerkzaamheden. Na afronding van de herinrichtingswerkzaamheden worden in het kerkgebouw na 8 permanente verblijfplaatsen gerealiseerd voor de gewone dwergvleermuis in de vorm van inmetselkasten. De vleermuiskasten worden gerealiseerd in een niet-actieve schoorsteen aan de oostzijde van de kerk op ongeveer 15 meter afstand van de oorspronkelijke vastgestelde verblijfplaats. De vleermuiskasten worden gepositioneerd in de oostzijde en de westzijde van de schoorsteen. De oorspronkelijke zomerverblijfplaats onder het raam in de noordelijke kruisarm van de kerk blijft bestaan en komt na de werkzaamheden weer beschikbaar. Staat van instandhouding Als gevolg van de herinrichtingswerkzaamheden gaan twee zomerverblijfplaatsen en een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis verloren. Mogelijk wordt de paarverblijfplaats in milde winters wel door een of enkele individuen van de betrokken soorten gebruikt als winterrustverblijfplaats. Op 4 en 11 oktober 2018 zijn in totaal twaalf tijdelijke vleermuiskasten van model A geplaatst waarvan acht vleermuiskasten aan de zuidoost gevel en vier vleermuiskasten aan de zuidwest gevel van de naastgelegen gymzaal. De vleermuiskasten hangen op voldoende hoogte en binnen een afstand van 100 meter van de oorspronkelijke verblijfplaatsen. In het verbouwde kerkgebouw komen na afloop van de werkzaamheden 12 permanente ingemetselde vleermuiskasten beschikbaar. Daarnaast komt de oorspronkelijke vastgestelde verblijfplaats in een opening tussen een raam en het metselwerk van de noordelijke kruisarm van de kerk na de werkzaamheden ook weer beschikbaar. Doordat sprake is van een veelvoud van permanente voorzieningen, die zeer nabij de oorspronkelijke verblijfplaatsen worden geplaatst wordt de kans op ingebruikname vergroot. Gelet op het bovenstaande is sprake van toereikende compensatie voor de te verdwijnen zomer- en paarverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om negatieve effecten te voorkomen dan wel tot een minimum te beperken en dat de herontwikkeling van het kerkgebouw niet leidt tot verslechtering van de instandhouding van de gewone dwergvleermuis. Ecologisch werkprotocol De start van de werkzaamheden dient gemeld te worden bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De voorgenomen herinrichtingswerkzaamheden en de wijze waarop de mitigerende maatregelen worden uitgevoerd dienen in een ecologisch werkprotocol te worden opgenomen. Dit protocol dient bij het melden van de start van de werkzaamheden meegestuurd te worden. Voorts dient het ecologisch werkprotocol op de locatie aanwezig te zijn. Hierdoor weten ook de uitvoerders op welke wijze de werkzaamheden zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. Wij hebben dit in de voorschriften 1, 2 en 3 vastgelegd. Belangenonderbouwing De ontheffing is aangevraagd op grond van het belang 'van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' zoals vermeld in artikel 3.8, vijfde lid, aanhef en onder b, sub 3, van de Wnb. 8/9

9 De gemeente Rotterdam heeft haar gemeentelijke woonvisie voor 2030 onder andere uitgewerkt in het document 'Stadsvisie Rotterdam: Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030'. Dit document geeft doelen weer op gebiedsniveau met een invulling van doelgroepen en woningmarktsegmenten waar per gebied de focus op dient te liggen. De Stadsvisie Rotterdam laat zien dat in de wijk Overschie, waar dit project plaatsvindt, een behoefte is aan woningen die in het dure woningsegment vallen. In de gebiedsatlas, horend bij stadsvisie, is een kaart weergegeven met de woningsegmentverdeling: goedkoop, onderkant middelduur, bovenkant middelduur en duur per wijk in In 2017 bestond in Overschie 26% van het woningaanbod uit woningen die in het 'dure' segment vallen. De gemeente Rotterdam beoogd dat percentage te verhogen naar 31%. Het doel van de gemeente Rotterdam is om door differentiatie van de woningmarkt de wijk te verbeteren. Met dit project worden in het huidige kerkgebouw 25 appartementen met een woonoppervlak tussen de 70 en 150 vierkante meter gerealiseerd die aansluiten bij de wens om het aanbod dure woningen te verhogen. Daarnaast heeft de gemeente Rotterdam in haar woonvisie vastgelegd leegstand te willen tegengaan door transformatie van vastgoed naar woningen. De herinrichting van deze kerk voorziet in een duidelijke vraag om woningen in deze wijk. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat het belang 'volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten', voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit optreden, te rechtvaardigen. Geen andere bevredigende opiossing Het project is locatie specifiek vanwege herontwikkeling van het bestaande kerkgebouw. Als de herontwikkeling niet plaats vindt, is het gevolg leegstand wat zou kunnen leiden tot kraken en vandalisme en uiteindelijk sloop van het gebouw. Sloop van de kerk is niet mogelijk omdat het een monumentaal pand betreft. Daarnaast zou sloop leiden tot verlies van de verblijfplaatsen. Vanwege de slechte staat van de kerk is renovatie noodzakelijk. De dakrand is op veel plaatsen beschadigd, waardoor vocht en koude het dak en gebouw in kunnen komen. Voor de energieduurzaamheid, alsook het binnenklimaat van de kerk, is het noodzakelijk om het dak te vernieuwen en te isoleren. Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er voldoende is aangetoond dat geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, wordt schade aan de zoveel mogelijk voorkomen. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/activiteitenbesluit. Hiervoor is de gemeente Rotterdam bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.8, eerste lid, van de Wnb worden verleend. 9/9