Insuman Comb IE/ml suspensie voor injectie in een patroon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Insuman Comb 15 100 IE/ml suspensie voor injectie in een patroon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING"

Transcriptie

1 1. BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL Insuman Comb IE/ml suspensie voor injectie in een patroon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Insuman Comb 15 is een bifasische isofane insulinesuspensie met 15% normale insuline oplossing en 85% isofane insuline suspensie. Insuman Comb 15 bevat per ml 100 IE humane insuline. Elke patroon bevat 3 ml, gelijk aan 300 IE insuline. Een IE (Internationale Eenheid) correspondeert met 0,035 mg watervrij humane insuline. De humane insuline zoals Insuman Comb 15 die bevat, werd bereid door middel van recombinant DNA-technologie met behulp van K 12-stammen van Escherichia coli. Voor de hulpstoffen, zie FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Diabetes mellitus, waarbij behandeling met insuline noodzakelijk is. 4.2 Dosering en wijze van toediening Uitgangspunten De dosering dient door de arts vastgesteld te worden, volgens de behoefte van de patiënt. De gewenste bloedglucosespiegels, de te gebruiken insulinepreparaten en de insulinedosering (doses en tijdstippen) moeten individueel worden vastgesteld en aan de voeding, lichamelijke activiteit en levensstijl van de patiënt worden aangepast. Er moet rekening worden gehouden met het risico van hypoglykemie als normale bloedglucosespiegels gewenst zijn. Behandeling met insuline vergt doorgaans een goede voorlichting van en zelfcontrole door de patiënt. Er moet op individuele basis worden uitgemaakt of en in welke mate de patiënten in staat zijn verantwoordelijkheid te dragen voor het zelf toedienen van insuline en het controleren van de glucose spiegel.

2 De individuele insulinedoses berusten op de uitslagen van de bloedglucosebepalingen alsmede op de voorgenomen lichamelijke activiteit van en de koolhydraatinname door de patiënt. De arts geeft de patiënt richtlijnen inzake de frequentie en het tijdstip van de bloedglucosebepalingen en vertelt hem/haar of, hoe vaak en wanneer urineonderzoek op glucose en ketonen moet worden uitgevoerd. Verder wordt aanbevolen na te gaan of de stofwisseling goed onder controle is door regelmatige bepaling van het geglycosileerd hemoglobine (zie voorts onder 4.4). Vooral bij intramusculaire en subcutane insulinetoediening moet eraan worden gedacht dat de absorptie van insuline van fysiologische en externe factoren afhankelijk is (zoals weefseldoorbloeding, lichaamsbeweging, temperatuur). De patiënten moeten aanwijzingen krijgen wat ze moeten doen als zij zich bijvoorbeeld niet aan het voorgeschreven doseringsschema houden, als ze per abuis een te hoge insulinedosis toedienen, een insulinedosis helemaal vergeten, als ze maaltijden moeten overslaan of niet op de voorgeschreven tijden kunnen eten. Dagelijkse doses en tijdstip van toediening Er bestaan geen vaste regels voor de insulinedosering. De gemiddelde dagelijkse insulinebehoefte bedraagt meestal 0,5 tot 1,0 IE per kg lichaamsgewicht. De basale metabole behoefte is 40 tot 60% van de totale dagelijkse behoefte. Over het algemeen wordt Insuman Comb tot 45 minuten vóór een maaltijd subcutaan ingespoten. Overschakeling op Insuman Comb 15 Als patiënten van het ene insulinepreparaat op het andere overstappen, kan het nodig zijn de dosering aan te passen. Dit geldt bijvoorbeeld bij overschakeling van: - een dierlijke insuline (vooral een runderinsuline) op humane insuline (de belangrijkste reden hiervoor is de geringere affiniteit van humane insuline voor insuline-antistoffen; voorts meent men dat humane insuline sneller uit het injectiedepot wordt opgenomen). - het ene humane insulinepreparaat op het andere. - een behandelingsschema met normale insuline op een schema met een langer werkende insuline. De noodzaak om de dosis aan te passen (bijvoorbeeld te verlagen) kan onmiddellijk na de overschakeling duidelijk worden. Ook kan ze geleidelijk over een periode van verscheidene weken aan het licht treden. Na overschakeling van een dierlijke insuline op humane insuline kan verlaging van de dosering noodzakelijk zijn, met name bij patiënten die - voordien bij vrij lage bloedglucosespiegels al onder controle waren. - tot hypoglykemie neigen. - voordien door de aanwezigheid van insuline antistoffen hoge insulinedoses nodig hadden.

3 Een programma van bijzonder frequente controle van de stofwisseling is tijdens overschakeling en de eerste weken daarna nodig. Bij patiënten die wegens de aanwezigheid van insuline-antistoffen hoge doses insuline nodig hebben, moet worden overwogen de overschakeling onder medisch toezicht in een ziekenhuis of overeenkomstige omgeving uit te voeren. Secundaire dosisaanpassing Een verbeterde beheersing van de stofwisseling kan in een verhoogde gevoeligheid voor insuline resulteren, wat tot een verminderde insulinebehoefte aanleiding geeft. Aanpassing van de doses kan ook nodig zijn, bijvoorbeeld als - het gewicht van de patiënt verandert. - de levensstijl van de patiënt verandert. - zich andere omstandigheden voordoen die een verhoogde gevoeligheid voor hypo- of hyperglykemie in de hand kunnen werken (zie onder 4.4). Tijdens bijkomende ziekte kan het nodig zijn dat de dosis word aangepast (zie 4.4). Toediening Insuman Comb 15 in patronen werd ontwikkeld voor gebruik in de OptiPen. Insuman Comb 15 wordt door middel van een diepe subcutane injectie toegediend. In principe kan het ook echter door middel van een intramusculaire injectie worden toegediend. Na intramusculaire injectie treedt de werking iets sneller in en is de werkingsduur iets korter dan na subcutane injectie. Insuman Comb 15 mag nooit intraveneus worden ingespoten. Bij orale inname heeft insuline niet voldoende bloedglucoseverlagend effect. De insulineresorptie en daarmee het bloedglucoseverlagend effect van een dosis kunnen van injectiegebied tot injectiegebied uiteenlopen (b.v. de buikwand in vergelijking met de dij). De patiënten mogen daarom alleen van injectiegebied wisselen na overleg met hun arts. Binnen een injectiegebied moet echter wel van de ene injectieplaats op de andere worden overgegaan. Als de pen niet goed werkt, kan de insuline van de patroon in een spuit worden opgezogen en worden ingespoten. Er moet echter rekening mee worden gehouden dat Insuman Comb 15 een insuline in een sterk geconcentreerde suspensie is (100 IE insuline per ml). Derhalve dienen alleen voor deze insulinesterkte (100 IE per ml) ontworpen spuiten te worden gebruikt. Menging van insuline Insuman Comb 15 kan met alle humane insuline van Hoechst Marion Roussel worden gemengd maar NIET met die welke specifiek voor gebruik in

4 insulinepompen bedoeld zijn. Insuman Comb 15 mag EVENMIN worden gemengd met insuline van dierlijke oorsprong. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor het actieve bestanddeel of voor de hulpstoffen (zie paragraaf 6.1). Er kunnen echter gevallen zijn waarin geen alternatief (b.v. een beter verdragen) insulinepreparaat beschikbaar is en waarin het niet mogelijk is geheel van insulinetoediening af te zien. In dergelijke gevallen mag de toediening van Insuman Comb 15 alleen worden voortgezet onder nauwlettend toezicht en, indien nodig, onder gelijktijdige anti-allergische behandeling. Als een patiënt die voor dierlijke insuline allergisch is, overstapt op Insuman Comb 15, dient rekening te worden gehouden met de kans op immunologische kruisreacties tussen humane en dierlijke insulines. In gevallen van allergie voor dierlijke insuline wordt vóór overschakeling op Insuman Comb 15 een intradermale huidtest aangeraden. Insuline mag niet worden toegediend in geval van een duidelijke of dreigende hypoglykemie. Een scherpe regulering van de bloedglucosespiegel met een toenemende kans op hypoglykemie kan een contra-indicatie zijn bij patiënten met een significante stenose van de kransslagaders of van de bloedvaten die de hersenen van bloed voorzien (risico op hart- of hersencomplicaties bij hypoglykemie) alsmede in patiënten met een proliferatieve retinopathie voornamelijk als deze niet behandeld is met laser (risico op amaurosis na hypoglykemie). Insuman Comb 15 mag niet intraveneus worden toegediend en mag niet in infusiepompen of uitwendige of geïmplanteerde insulinepompen worden gebruikt. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Bijzondere waarschuwingen Hyperglykemie Een verhoging van de bloedglucosespiegels, hyperglykemie, ketoacidose evenals een hyperosmolaire status kunnen bijvoorbeeld optreden als: - de insulinedoses ten opzichte van de koolhydraatopname te laag zijn. - het effect van de insuline is afgenomen (b.v. door onjuiste bewaring). - de lichaamsbeweging verminderd is. - de gevoeligheid voor insuline verminderd is door emotionele of lichamelijke stress als gevolg van b.v een trauma, operatie, met koorts gepaard gaande infecties of andere aandoeningen. - gelijktijdig geneesmiddelen met een hyperglykemisch effect worden toegediend.

5 Ook een defecte pen kan een oorzaak zijn van een te lage insulinedosis uitmondend in hypoglykemie. Tot de objectieve en subjectieve symptomen van een hyperglykemische stofwisselingsstoornis behoren dorst, polyurie, glycosurie, ketonurie, vermoeidheid, droge huid, roodheid in het gelaat, anorexie, hypotensie en tachycardie. Vooral in geval van verschijnselen als braken, buikpijn, snelle diepe ademhaling, slaperigheid en coma dient aan een gelijktijdig bestaande ketoacidose te worden gedacht. Een ernstige verslechtering van de glucosestofwisseling kan levensbedreigend worden. Al naar gelang van de beschikbaarheid van insuline kan zich binnen enkele uren of dagen een ketoacidose ontwikkelen. Zodra de eventuele objectieve en subjectieve symptomen van een verslechtering van de stofwisseling worden onderkend, moet het gehalte aan bloedglucose en aan ketonen in de urine worden bepaald en zo nodig moet onverwijld een behandeling worden ingesteld. Hypoglykemie Hypoglykemie kan optreden als de insulinedosis ten opzichte van de insulinebehoefte te hoog is. Tot de mogelijke objectieve en subjectieve symptomen van neuroglycopenie behoren hoofdpijn, geeuwhonger, misselijkheid, braken, uitputting, slaperigheid, slaapstoornissen, rusteloosheid, agressiviteit, verminderde concentratie en reacties, neerslachtigheid, verwardheid, spraakstoornissen, afasie, visusstoornissen, tremor, paresen, gevoelsstoornissen, gevoelens van tinteling en verdoofd gevoel in het gebied van de mond, duizeligheid, verlies van zelfbeheersing, hulpeloosheid, delirium, cerebrale convulsies, somnolentie, verlies van bewustzijn tot en met coma, oppervlakkige ademhaling, bradycardie. Het klinische beeld van een ernstige hypoglykemische aanval kan op dat van een beroerte lijken. De meeste goed ingestelde patiënten kunnen milde hypoglykemische episodes hebben zonder dat zij symptomen van neuroglycopenie ervaren. Bij vele patiënten worden de objectieve en subjectieve symptomen van neuroglycopenie door verschijnselen van adrenerge contraregulering voorafgegaan. In het algemeen zijn, naarmate de daling van het bloedglucosegehalte sterker en sneller verloopt, het verschijnsel van contraregulering en de symptomen ervan meer uitgesproken. Deze omvatten transpiratie, klamme huid, angst, tachycardie, hypertensie, hartkloppingen, angina pectoris en hartritmestoornissen. Ernstige hypoglykemische aanvallen kunnen, vooral als ze een recidiverend patroon vertonen, tot neurologische beschadiging leiden. Langdurige of ernstige hypoglykemische episodes kunnen fataal verlopen. De waarschuwingssymptomen van hypoglykemie kunnen veranderd, minder uitgesproken of afwezig zijn: - na een eerdere hypoglykemische episode.

6 - patiënten bij wie de glykemieregulering sterk is verbeterd, b.v. bij geïntensiveerde insuline therapie (zie ook onder 'Bijzondere voorzorgen bij gebruik'). - in gevallen waarin de hypoglykemie geleidelijk ontstaat. - in bejaarde patiënten. - als er sprake is van een autonome neuropathie. - bij patiënten met een lange voorgeschiedenis van diabetes. - bij patiënten die aan een psychiatrische aandoening lijden. - bij patiënten die tegelijkertijd met bepaalde andere geneesmiddelen worden behandeld (zie onder 4.5). Indien normale of zelfs verlaagde waarden voor geglycosileerd hemoglobine worden gevonden, moet aan terugkerende, niet-onderkende (vooral nachtelijke) episodes van hypoglykemie worden gedacht. Het risico van hypoglykemie is groot: - bij instelling van een insulinebehandeling. - na overschakeling op een ander insulinepreparaat. - bij patiënten met een bijna normale glykemieregulering. - bij patiënten met sterke schommelingen in de bloedglucosespiegels. De kans op hypoglykemie is ook groter bij patiënten met ernstige hypoglykemische episodes in de anamnese. Een groot aantal factoren vergroot de gevoeligheid voor hypoglykemie. Dit zijn onder andere: - ongeschikte insulinedoseringsschema's, doses die te hoog zijn, toedieningsfouten. - gebrek aan compliance van de patiënt (in het bijzonder door bejaarden; onvermogen tot medewerking). - overgeslagen maaltijden, kleinere maaltijden dan gebruikelijk, veranderingen in de voeding. - braken, diarree. - alcoholconsumptie (oorzaak: verminderde gluconeogenese), met name in samenhang met vasten. - ongewone, toegenomen of langdurige lichaamsbeweging. - geen of een verminderde gewaarwording van de waarschuwingssymptomen van hypoglykemie. - verbeterde gevoeligheid voor insuline, b.v. door uitschakeling van stressfactoren. - nierfunctiestoornis (oorzaak: geringere insulinebehoefte door verminderde insulineafbraak). Bij bejaarden kan een progressieve verslechtering van de nierfunctie tot een gestage vermindering van de insulinebehoeften leiden. - ernstige leverfunctiestoornis (oorzaak: verminderde capaciteit voor gluconeogenese, verminderde insulineafbraak gevolgd door geringere insulinebehoefte). - bepaalde niet-gecompenseerde aandoeningen van het endocriene systeem die invloed hebben op de koolhydraatstofwisseling of de contraregulering van hypoglykemie (b.v. bij hypothyreoïdie en bij insufficiëntie van de hypofysevoorkwab of adrenocorticale insufficiëntie).

7 - gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen met een bloedglucoseverlagende werking. - wisseling van injectiegebied (oorzaak: verschillen in absorptie). Dergelijke factoren kunnen een bijzonder zorgvuldige controle en aanpassing van de dosis vereisen. Hypoglykemie kan doorgaans worden gecorrigeerd door directe opname van koolhydraten. Opdat onmiddellijk corrigerend kan worden ingegrepen, moeten de patiënten te allen tijde minimaal 20 gram glucose bij zich hebben. Bijzondere voorzorgen bij gebruik De patiënten moeten worden geïnstrueerd hoe ze de juiste dosis insuline moeten opzuigen. Voorts moeten zij voorlichting krijgen over de nodige hygiëne en de juiste injectietechnieken en dienen ze het belang van wisseling van injectieplaatsen in te zien. Verder moeten de patiënten goed met de pen kunnen omgaan en op de hoogte zijn van mogelijke defecten en de maatregelen welke moeten worden genomen als die zich voordoen. Bij insulinebehandeling moet men voortdurend bedacht zijn op de mogelijkheid van hyper- of hypoglykemie. De patiënten en hun familieleden moeten weten welke maatregelen in geval van hyper- of hypoglykemie of vermoede hyper- of hypoglykemie moeten worden getroffen en zij moeten weten wanneer ze een arts moeten inlichten. Als de bloedglucose niet optimaal onder controle is of als de patiënt een neiging tot hyperglykemische of hypoglykemische episodes vertoont, is het noodzakelijk zich te bezinnen op de injectieplaatsen en -technieken, het omgaan met en het functioneren van de injectiemiddelen alsmede op de voedingsgewoonten en alle overige factoren die de neiging tot hyper- of hypoglykemie kunnen versterken, alvorens aanpassing van de insulinedosis te overwegen. Hypoglykemie Bij patiënten wier glykemieregulering duidelijk verbeterd is (b.v. door een intensievere insulinetherapie), kunnen enkele of al hun waarschuwingssymptomen van hypoglykemie ontbreken. Dat komt doordat de betrekkelijk geringe bloedglucosedaling die bij zulke patiënten nodig kan zijn om hypoglykemische spiegels te bereiken, vaak slechts een zwakke adrenerge contraregulering veroorzaakt. Dergelijke patiënten kunnen derhalve in een soms ernstige hypoglykemie geraken met bewustzijnsverlies zonder dat dit net zo vroeg wordt onderkend en net zo duidelijk is als voorheen en zonder dat ze de gelegenheid krijgen corrigerend in te grijpen. De patiënten moeten dienovereenkomstig worden voorgelicht en regelmatig worden geïnstrueerd hoe ze hun waarschuwingssymptomen kunnen onderkennen en welke corrigerende maatregelen ze moeten nemen. Patiënten met zwakke of ontbrekende adrenerge waarschuwingssymptomen moeten worden onderricht hoe ze de symptomen van neuroglycopenie in een vroeg stadium kunnen onderkennen. Bij veel patiënten die niet in staat zijn om

8 de waarschuwingssymptomen betrouwbaar te herkennen, kan een regelmatige glykemische zelfcontrole voldoende het risico van zijn om het risico van hypoglykemie te verminderen. In sommige patiënten echter kan een minder strenge regulering van de bloedglucose aangewezen zijn en het kan nodig zijn deze patiënten hun levensstijl te laten aanpassen (b.v. door vermijding van situaties die voor henzelf of anderen potentieel gevaarlijk zijn). Diabetische retinopathie Bij patiënten met diabetische retinopathie wordt geadviseerd niet naar een abrupte normalisatie van de glucosestofwisseling te streven. Anders bestaat het gevaar dat de retinopathie tijdelijk verslechtert. Zie ook onder 4.3. Bijkomende ziekten Bijkomende ziekten vereisen een intensievere controle van de stofwisseling. In vele gevallen is urineonderzoek op ketonen aangewezen en vaak is het nodig de insulinedosis aan te passen. De insulinebehoefte is dikwijls vergroot. De toevoer van koolhydraten moet in stand blijven ook al kunnen de patiënten weinig of geen voedsel eten, of als ze braken enz. Insuline mag nooit geheel achterwege worden gelaten. De patiënten moeten hun arts van zulke bijkomende ziekten op de hoogte brengen en eventuele andere artsen die de patiënt behandelen, moeten ook van de diabetische aandoening en de huidige behandeling ervan op de hoogte worden gesteld. Reizen Vóór een reis moeten alle vragen met betrekking tot de behandeling van diabetes opgehelderd zijn, zoals: - insulinevoorraad, verkrijgbaarheid in het land van bestemming van de benodigde insulinepreparaten, bewaren van insuline. - voorraad materialen voor controle van de stofwisseling en voor injectie. - insulinedosis tijdens de reis, overgang naar andere tijdzones. - kans op nieuwe gezondheidsrisico's. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Gelijktijdige toediening van bepaalde geneesmiddelen kan aanleiding geven tot toeneming van het bloedglucoseverlagende effect en de gevoeligheid voor hypoglykemie en kunnen aanpassing van de dosis noodzakelijk maken. Deze geneesmiddelen zijn onder andere: andere orale bloedglucoseverlagende producten (bij mensen met diabetes type II); ACE-remmers; acetylsalicylzuur en andere salicylaten zoals paraamino-salicylzuur (vooral in hogere doses; in toxische doses verhoogt het de bloedglucose echter); amfetamines; anabole steroïden en mannelijke geslachtshormonen; cibenzoline; cyclofosfamide; disopyramide; fenfluramine; fenoxybenzamine; fentolamine; fibraten; fluoxetine; guanethidine; ifosfamide; MAO-remmers; pentoxifylline; perhexiline; propoxyfeen; somatostatine en

9 somatostatineanaloga; sulfonamide-antibiotica; tetracyclines; tritoqualine; trofosfamide. Andere geneesmiddelen kunnen het bloedglucoseverlagende effect doen afnemen en de neiging tot hyperglykemie versterken. Aanpassing van de insulinedosis kan in dergelijke gevallen ook nodig worden. Deze geneesmiddelen zijn onder andere: ACTH (corticotrofine); barbituraten; corticosteroïden; danazol; diazoxide; diuretica; doxazosine; epinefrine (adrenaline), salbutamol, terbutaline en andere sympathicomimetica; fenothiazines; fenytoïne; glucagon; heparine; isoniazide; laxantia (met inbegrip van fenolftaleïne) na langdurig gebruik (door een verlaging van de serumkaliumspiegels); nicotinezuur in hoge doses; oestrogenen en progestagenen; prazosine; somatotropine; thyroïdhormonen. Clonidine, reserpine en lithiumzouten kunnen het bloedglucoseverlagende effect van insuline versterken of verzwakken. Pentamidine kan hypoglykemie veroorzaken wat soms gevolgd kan worden door hyperglykemie. Bètablokkers verminderen de glucosetolerantie en bij patiënten met diabetes mellitus kan dit tot enige vermindering van de regulering van de stofwisseling leiden. Daarnaast versterken bètablokkers de neiging tot hypoglykemie (oorzaak: verstoorde contraregulering). Onder invloed van sympathicolytica, zoals bètablokkers, clonidine, guanethidine en reserpine, kunnen de verschijnselen van adrenerge contraregulering verminderd of afwezig zijn. Alcohol kan een toename veroorzaken van de bloedglucosespiegels. Grotere hoeveelheden alcohol kunnen daarnaast de gluconeogenese verstoren en daardoor het risico van hypoglykemie vergroten. Ook dient rekening te worden gehouden met het gehalte aan koolhydraten in alcoholische dranken. 4.6 Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding Zwangerschap Er is geen ervaring met het gebruik van Insuman Comb 15 bij zwangere vrouwen. Indien diabetes mellitus tijdens zwangerschap onbehandeld blijft, kan ze risico's voor de intra-uteriene ontwikkeling met zich brengen. De behandeling van diabetes moet daarom tijdens de zwangerschap worden voortgezet. Insuline passeert de placentabarrière niet. Het risico van misvormingen en dood in de uterus wordt verhoogd door zowel hypo- als hyperglykemie. Hyperglykemie verhoogt het risico van macrosomie (dit laatste leidt tot een verhoogd risico op dystocia). Derhalve zijn tijdens de gehele zwangerschap bijzonder zorgvuldige glykemieregulering en controle van de stofwisseling noodzakelijk en dienen de patiënten hun arts ervan in kennis te stellen als ze van plan zijn zwanger te worden of dat al zijn.

10 De insulinebehoeften veranderen tijdens zwangerschap en maken dosisaanpassing noodzakelijk. De behoeften nemen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap af en nemen in de latere stadia toe (in het algemeen beginnend in het tweede trimester). Direct na de bevalling nemen de insulinebehoeften snel af (vergroot risico van hypoglykemie). Borstvoeding Bij borstvoeding is het gebruik van Insuman Comb 15 niet aan beperkingen onderhevig. Bij vrouwen die borstvoeding geven kan een aanpassing van de insulinedosis en het dieet nodig zijn. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Het concentratie en reactie-vermogen van patiënten kan verminderd zijn bij hypoglykemie. Dit kan gevaar opleveren in die omstandigheden waar dit vermogen van groot belang is (bijv. het besturen van voertuigen of bedienen van machines). Patiënten dienen geadviseerd te worden omtrent maatregelen om hypoglykemie te vermijden bij besturen van voertuigen. Dit is met name belangrijk voor die patiënten met verminderde of afwezige herkenning van symptomen van hypoglykemie of die frequente episoden van hypoglykemie hebben. Onder dergelijke omstandigheden dient de raadzaamheid van het besturen van voertuigen te worden overwogen. 4.8 Bijwerkingen Hypoglykemie Er kan hypoglykemie ontstaan als de insulinedosis de behoeften te boven gaat. Zie ook onder 4.4. Visusstoornis Een merkbare verandering in de glucose huishouding kan een tijdelijke visusstoornis veroorzaken door een tijdelijke verandering in de oogboldruk en zo ook de brekingsindex van de lens, dit is afhankelijk van de bloedglucosespiegel. Een abrupte normalisering van de glykemie kan er de oorzaak van zijn dat de retinopathie tijdelijk verslechtert. Bij patiënten met een proliferatieve retinopathie, vooral als deze niet behandeld is met laser, kan een ernstige hypoglykemische aanval amaurosis veroorzaken. Lipohypertrofie, lipoatrofie In het injectiegebied kan lipohypertrofie optreden door het lokale lipogene effect van insuline; lipoatrofie kan als gevolg van chronische lokale ontstekingsreacties optreden. In beide gevallen kan de plaatselijke absorptie van insuline vertraagd zijn. Voortdurende wisseling van injectieplaats binnen

11 een bepaald gebied kan ertoe bijdragen die reacties te verminderen of te verhinderen. Overgevoeligheidsreacties Aspecifieke, lichte en voorbijgaande roodheid kan op de injectieplaats voorkomen. In zeldzame gevallen kunnen op insuline of op een van de hulpstoffen lokale overgevoeligheidsreacties van het 'immediate type' of van het 'delayed type' (b.v. Arthusreacties) optreden. Zij kunnen zich uiten als plaatselijke pruritus, kwaddels, roodheid, verharding of ongebruikelijke hevige pijn op de injectieplaats, maar ook als huidknobbels of subcutane noduli. Zulke overgevoeligheidsreacties kunnen zich ook naar het gebied rond de injectieplaats uitbreiden. Gegeneraliseerde overgevoeligheidsreacties van het 'immediate type' op insuline of een van de hulpstoffen zijn zeer zeldzaam. Ze kunnen bijvoorbeeld vergezeld gaan van systemische huidreacties, angio-oedeem, bronchospasme, bloeddrukdaling en shock en kunnen levensbedreigend zijn. Als een dergelijke reactie optreedt, is een verandering van het insulinepreparaat of desensibilisatie noodzakelijk (zie ook onder 4.3). Overige reacties Toediening van insuline kan de oorzaak van de vorming van insuline antistoffen zijn. In zeldzame gevallen kan de aanwezigheid van dergelijke insuline antistoffen aanpassing van de insulinedosis nodig maken teneinde een neiging tot hyperglykemie of hypoglykemie te corrigeren. Insuline kan natriumretentie en oedeem veroorzaken, vooral als een voordien slechte stofwisselingsregulering door een intensievere insulinetherapie wordt verbeterd. Als gevolg van een in verhouding flinke acute daling van de bloedglucose (b.v. bij de behandeling van ketoacidose of een hyperglykemischehyperosmolaire toestand) kan hypokaliëmie (met b.v. hartcomplicaties) of hersenoedeem ontstaan. 4.9 Overdosering Symptomen Een overdosis insuline kan leiden tot ernstige en soms langdurige en levensbedreigende hypoglykemie. Maatregelen Nog bij bewustzijn zijnde patiënten moeten direct 10 tot 20 g glucose (of de equivalente hoeveelheid van een andere suiker) nemen en dit zo nodig om de ongeveer 20 minuten herhalen. Daarnaast dienen langwerkende koolhydraten te worden gegeven. Wanneer de patiënt bewusteloos is, wordt een intramusculaire injectie van 1 mg glucagon gegeven. Er is geen relevant risico in vergelijking tot het verwachte voordeel van een glucagoninjectie ook als een hypoglykemie

12 onzeker is. Na forse alcoholconsumptie wordt glucagon echter ontraden (er kan niet verwacht worden dat glucagon een adequaat effect zal geven). Als alternatief voor glucagon of als met de glucagoninjectie de stofwisselingsregulering niet onmiddellijk wordt hersteld, mogen volwassenen 20 tot 30 ml van een 30- tot 50-procentige glucoseoplossing intraveneus toegediend krijgen, welke dosis zo nodig kan worden herhaald. Bij kinderen wordt de dosis naar ratio van het lichaamsgewicht verlaagd. Als de hypoglykemie ernstig is of langer duurt, is het doorgaans noodzakelijk de glucagoninjectie en/of de acute glucosetoediening te laten volgen door een infuus van een minder geconcentreerde glucoseoplossing (onder gelijktijdige controle van de bloedglucosespiegel) om het heroptreden van hypoglykemie vóór te zijn. Daarnaast kan de toediening van glucagon (intramusculair of subcutaan) worden herhaald. Aan jonge kinderen moet de glucose, gezien het mogelijke risico van gevaarlijke hyperglykemie, met grote omzichtigheid worden toegediend onder gelijktijdige zeer nauwlettende controle van de bloedglucosespiegels. Zodra de patiënt weer bij bewustzijn is, worden oraal langwerkende koolhydraten toegediend ter voorkoming van een terugkerende hypoglykemie. Zorgvuldige controle is nodig totdat kan worden aangenomen dat de patiënt buiten gevaar is. Men dient te bedenken dat de hypoglykemie na aanvankelijk herstel kan terugkeren en dat de subjectieve waarschuwingssignalen van een volgende hypoglykemie veranderd, verzwakt of afwezig kunnen zijn. In bepaalde omstandigheden kan ziekenhuisopname noodzakelijk zijn (ook uit voorzorg). Zelfs kunnen bewaking en behandeling op de afdeling intensieve verpleging noodzakelijk worden. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmaco-therapeutische categorie: Antidiabetisch agens. ATC code: A10AD01, Humane insuline, middellang werkend gecombineerd met snel werkend Werkingsmechanisme Insuline - verlaagt de bloedglucose en bevordert anabole effecten en de katabole effecten worden verminderd. - doet het transport van glucose in de cellen alsmede de vorming van glycogeen in de spieren en in de lever toenemen en verbetert de pyruvaatbenutting. Remt de glycogenolyse en gluconeogenese. - verhoogt de lipogenese in de lever en in vetweefsel en remt de lipolyse. - bevordert de opname van aminozuren in cellen en bevordert de eiwitsynthese. - vergroot de opname van kalium in cellen.

13 Farmacodynamische kenmerken Insuman Comb 15 (een bifasisch isofane insulinesuspensie met 15% opgeloste normale insuline) is een insuline met een geleidelijk intredende werking en een lange werkingsduur. Na subcutane injectie treed de werking in binnen 30 tot 60 minuten. De maximale werking wordt tussen 2 en 4 uur na injectie bereikt en de werkingsduur is 11 tot 20 uur. 5.2 Farmacokinetische gegevens Bij gezonde individuen bedraagt de halfwaardetijd van insuline in serum ongeveer 4 tot 6 minuten. Bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie is deze langer. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat de farmacokinetiek van de insuline geen maat is voor de metabole activiteit. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek De acute toxiciteit werd na subcutane toediening aan ratten bestudeerd. Er werden geen aanwijzingen van toxische effecten gevonden. Onderzoek naar de farmacodynamische effecten na subcutane toediening aan konijnen en honden bracht de verwachte hypoglykemische reacties aan het licht. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Protaminesulfaat, m-cresol, fenol, zinkchloride, natriumdiwaterstoffosfaatdihydraat, glycerol, natriumhydroxide, zoutzuur, water voor injectie. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Zoals voor alle insulinepreparaten geldt, mag Insuman Comb 15 niet worden gemengd met oplossingen die reducerende stoffen zoals thiolen en sulfieten bevatten. Bedenk voorts dat: - insulineprotaminekristallen bij een zure ph oplossen. - het gewone insulinedeel bij een ph van ongeveer 4,5 tot 6,5 neerslaat. Wat betreft de mengbaarheid en onverenigbaarheid met andere insulines zie 4.2. Er dient op te worden gelet dat er geen alcohol of andere desinfectantia in de insulinesuspensie terechtkomen. 6.3 Houdbaarheid 2 jaar Eenmaal in gebruik, zijn de patronen nog 4 weken houdbaar. Dit geldt ongeacht of de patronen direct in de pen worden aangebracht of eerst enige tijd worden meegenomen als reserve.

14 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag Bewaar Insuman Comb 15 buiten invloed van direct licht. Bewaren bij + 2 C C. Niet invriezen; zorg dat het product niet in rechtstreeks contact komt met het vriesvak of ingevroren producten. Voorwaarden voor opslag bij gebruik: aangebroken patronen (in de pen) of patronen gebruikt als reserve, niet bewaren boven +25 C. Ze dienen echter niet in de koelkast bewaard te worden. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Patroon à 3,0 ml (kleurloos, glas type I) met zuiger (broombutylrubber, type I, zwart), kap met rand (aluminium) en daarin een pakking (broombutylrubber, type I, zwart), drie kogeltjes (roestvrij staal). Inhoud: 3,0 ml suspensie overeenkomend met 300 IE insuline. Een standaardverpakking bevat 4, 5 of 10 patronen. 6.6 Instructies voor gebruik en verwerking, en aanwijzingen voor het afvoeren van niet-gebruikt product en afgeleide afvalstoffen (indien van toepassing) Voordat de patroon in de pen wordt aangebracht, moet Insuman Comb 15 1 tot 2 uur bij kamertemperatuur worden bewaard en daarna opnieuw worden gesuspendeerd om de inhoud te controleren. Dit kan het best worden gedaan door de patroon (minstens tien keer) langzaam geheel om te keren. Elke patroon bevat drie metalen kogeltjes om een snelle en grondige menging van de inhoud te vergemakkelijken. Later, wanneer de patroon in de pen is aangebracht, moet de insuline voor elke injectie opnieuw worden gesuspendeerd. Dit kan het best worden gedaan door de pen (minstens tien keer) langzaam geheel om te keren. Na resuspensie moet de vloeistof er uniform melkachtig uitzien. Insuman Comb 15 mag niet worden gebruikt als dit niet te verwezenlijken is, d.w.z. als de suspensie bijvoorbeeld helder blijft of als er in de insuline klontjes, deeltjes of uitvlokking optreden of als deze zich aan de wand of bodem van de patroon hechten. Deze veranderingen geven de patroon soms een matglasuiterlijk. In zulke gevallen moet een nieuwe patroon die een uniforme suspensie oplevert, worden gebruikt en moet de patiënt de arts of apotheker ervan op de hoogte stellen. Ook is het nodig op een nieuwe patroon over te gaan en de arts en apotheker in te lichten als de insulinebehoefte belangrijk verandert. Voor injectie moeten luchtbellen uit de patroon worden verwijderd (zie de gebruiksaanwijzing voor de pen). De gebruiksaanwijzing voor de pen moet zorgvuldig worden opgevolgd. Lege patronen mogen niet worden nagevuld. Insuman Comb 15-patronen zijn niet ontworpen voor menging met een andere insuline in de patroon.

15 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Hoechst Marion Roussel Deutschland GmbH, D Frankfurt am Main, Duitsland 8. NUMMER IN HET COMMUNAUTAIRE GENEESMIDDELENREGISTER 9. DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Insuman Basal 100 IE/ml suspensie voor injectie in een injectieflacon

Insuman Basal 100 IE/ml suspensie voor injectie in een injectieflacon 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Insuman Basal 100 IE/ml suspensie voor injectie in een injectieflacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere ml bevat 100 IE humane insuline (overeenkomend met

Nadere informatie

Apidra 100 E/ml, Apidra 100 E/ml, Apidra 100 E/ml, Samenstelling: Farmaceutische vormen : Indicatie: Dosering en wijze van toedienen :

Apidra 100 E/ml, Apidra 100 E/ml, Apidra 100 E/ml, Samenstelling: Farmaceutische vormen : Indicatie: Dosering en wijze van toedienen : Apidra 100 E/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde pen (SoloStar ) Apidra 100 E/ml, oplossing voor injectie in een patroon Apidra 100 E/ml, oplossing voor injectie in een injectieflacon Samenstelling:

Nadere informatie

Insuman Rapid 100 IE/ml oplossing voor injectie in een injectieflacon. Insuman Rapid is een neutrale insuline-oplossing (normale insuline).

Insuman Rapid 100 IE/ml oplossing voor injectie in een injectieflacon. Insuman Rapid is een neutrale insuline-oplossing (normale insuline). 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Insuman Rapid 100 IE/ml oplossing voor injectie in een injectieflacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere ml bevat 100 IE humane insuline (overeenkomend met

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Insuman Rapid 100 IE/ml oplossing voor injectie in een injectieflacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL Lantus 100 IE/ml-oplossing voor injectie in een injectieflacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De oplossing

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL Lantus 100 IE/ml-oplossing voor injectie in een injectieflacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De oplossing

Nadere informatie

Insulin Human Winthrop Comb IE/ml suspensie voor injectie in een patroon voor OptiClik

Insulin Human Winthrop Comb IE/ml suspensie voor injectie in een patroon voor OptiClik 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Insulin Human Winthrop Comb 50 100 IE/ml suspensie voor injectie in een patroon voor OptiClik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere ml bevat 100 IE humane insuline

Nadere informatie

Insuline glargine is een insuline-analoog dat wordt bereid door middel van recombinant-dna-technologie met behulp van Escherichia coli (K 12-stammen).

Insuline glargine is een insuline-analoog dat wordt bereid door middel van recombinant-dna-technologie met behulp van Escherichia coli (K 12-stammen). 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lantus 100 IE/ml-oplossing voor injectie in een patroon. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De oplossing voor injectie bevat per ml 3,64 mg van het werkzame bestanddeel

Nadere informatie

LACTULOSE KELA 500ML FLES

LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose Kela vloeistof voor oraal gebruik (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving MAAGDARMKANAAL EN STOFWISSELING LAXANTIA

Nadere informatie

Vergroting van het circulerend volume bij dehydratie

Vergroting van het circulerend volume bij dehydratie 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 3,75% en natriumchloride 0,225%, infusievloeistof 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat per 1000 ml: Glucose monohydraat, 41,25 g overeenkomend met Glucose

Nadere informatie

Patiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen

Patiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen Ipsen Endocrinologie Increlex (injectie met mecasermine [rdna-herkomst]) Patiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen Voorlichtingsfolder zoals beschreven

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL TYPHIM Vi, 25 microgram/dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis

Nadere informatie

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol. 1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Humuline Regular patroon, oplossing voor injectie 100 IE/ml, 3,0 ml

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Humuline Regular patroon, oplossing voor injectie 100 IE/ml, 3,0 ml SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humuline Regular patroon, oplossing voor injectie 100 IE/ml, 3,0 ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat 100 IE/ml

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 1 ml bevat 100 IE/ml humane insuline (geproduceerd in E.coli met behulp van recombinant DNAtechnologie)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 1 ml bevat 100 IE/ml humane insuline (geproduceerd in E.coli met behulp van recombinant DNAtechnologie) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humuline NPH KwikPen, suspensie voor injectie 100 IE/ml, 3 ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat 100 IE/ml humane

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 1 ml bevat 100 IE/ml humane insuline (geproduceerd in E.coli met behulp van recombinant DNAtechnologie)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 1 ml bevat 100 IE/ml humane insuline (geproduceerd in E.coli met behulp van recombinant DNAtechnologie) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humuline NPH patroon, suspensie voor injectie 100 IE/ml, 3,0 ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat 100 IE/ml humane

Nadere informatie

Humalog Mix50 bestaat voor 50 % uit insuline lispro oplossing en voor 50 % uit insuline lispro protamine suspensie.

Humalog Mix50 bestaat voor 50 % uit insuline lispro oplossing en voor 50 % uit insuline lispro protamine suspensie. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humalog Mix50 100 E/ml suspensie voor injectie in patronen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 2.1 Algemene beschrijving Humalog Mix50 is een witte, steriele suspensie.

Nadere informatie

MAPROTILINE HCl 25-50 - 75 PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari 2008 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1

MAPROTILINE HCl 25-50 - 75 PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari 2008 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Pharmachemie B.V. Swensweg 5 Postbus 552 2003 RN Haarlem INFORMATIE VOOR DE PATIËNT SAMENSTELLING Per tablet: respectievelijk 25 mg, 50 mg en 75 mg maprotilinehydrochloride.

Nadere informatie

Glucophage 850 bijsluiter 12-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6

Glucophage 850 bijsluiter 12-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 850 bijsluiter 12-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 850, omhulde tabletten 850 mg Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter,

Nadere informatie

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Vitamine C Teva 50 mg, Vitamine C Teva 100 mg, Vitamine C Teva 250 mg, Vitamine C Teva 500 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

Patiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen

Patiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen Ipsen Endocrinologie Increlex (injectie met mecasermine [rdna-herkomst]) Patiënteninformatie over ernstige primaire IGF-1-deficiëntie en hoe Increlex daarbij kan helpen Voorlichtingsfolder zoals beschreven

Nadere informatie

(SANOFI BELGIUM) Farmaceutisch bedrijf

(SANOFI BELGIUM) Farmaceutisch bedrijf Farmaceutisch bedrijf (SANOFI BELGIUM) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Insuman Basal 100 IE/ml suspensie voor injectie in een patroon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere ml bevat 100 IE

Nadere informatie

Velosulin 100 IE/ml Oplossing voor injectie of infusie in een injectieflacon Humane insuline, rdna.

Velosulin 100 IE/ml Oplossing voor injectie of infusie in een injectieflacon Humane insuline, rdna. Velosulin Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens de insuline te gebruiken. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem nog een keer nodig. Raadpleeg uw arts of apotheker, als u aanvullende

Nadere informatie

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Calcipotriol 50 microgram/g PCH,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zalf: calcipotriol 50 microgram per gram. Hulpstoffen:

Nadere informatie

Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6

Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 500, omhulde tabletten 500 mg Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter,

Nadere informatie

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Natrium cromoglicaat 20 mg per ml.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose EG 10 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING : Lactulose 670 mg/ml Lactulose EG 10 g, poeder voor

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 20% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 30% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose

Nadere informatie

BIJSLUITER: ProZinc 40 IE/ml suspensie voor injectie voor katten

BIJSLUITER: ProZinc 40 IE/ml suspensie voor injectie voor katten BIJSLUITER: ProZinc 40 IE/ml suspensie voor injectie voor katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Laxeerstroop Teva. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Laxeerstroop Teva is een waterige oplossing van 667 mg lactulose per

Nadere informatie

GLYCERINE Suppo's Kela

GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glycerine suppo s kela volwassenen zetpillen. Glycerine suppo s kela baby en kinderen zetpillen. (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking

Nadere informatie

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde: 1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet bevat: Amylmetacresol 0,60 mg 2,

Nadere informatie

1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1

1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 Patiëntenbijsluiter PARACETAMOL/VITAMINE C 500/50 MG DRANK BIJ VERKOUDHEID, poeder voor drank Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten Strepsils Sinaasappel & Vitamine C bij beginnende

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Insulatard 40 IE/ml Suspensie voor injectie in een flacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Humane insuline, rdna

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet

Nadere informatie

1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1

1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 Patiëntenbijsluiter ETOS PARACETAMOL/VITAMINE C 500/50 MG DRANK, poeder voor drank Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BIFITERAL siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml Bifiteral siroop bevatten 66,7 g lactulose galactose lactose epilactose

Nadere informatie

Dancor 10, tabletten 10 mg Dancor 20, tabletten 20 mg

Dancor 10, tabletten 10 mg Dancor 20, tabletten 20 mg DANCOR 10/20 bijsluiter 31-01-2008 blz. 1 / 5 Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door

Nadere informatie

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik 100.000 E/ml 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Let op bij het gebruik van dapagliflozine. Dapagliflozine is het werkzame bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan

Nadere informatie

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten APO 4-02 SPC Voorraadproducten Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml 1. Naam van het geneesmiddel Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml

Nadere informatie

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten 1.3.1 : Productinformatie Blz. : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Thiamine HCl Teva 25 mg,. Thiamine HCl Teva 50 mg, Thiamine HCl Teva 100 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Thiamine HCl

Nadere informatie

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GHRH Ferring 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 66,7 µg somatorelineacetaat,

Nadere informatie

1. WAT IS ACTRAPID EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT

1. WAT IS ACTRAPID EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT B. BIJSLUITER 1 BIJSLUITER Actrapid Penfill Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens de insuline te gebruiken. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem nog een keer nodig. Raadpleeg uw arts

Nadere informatie

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, thiaminehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Geneesmiddel niet langer geregistreerd. Monotard

Geneesmiddel niet langer geregistreerd. Monotard Monotard Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens de insuline te gebruiken. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem nog een keer nodig. Raadpleeg uw arts, diabetesverpleegkundige of apotheker,

Nadere informatie

Hoe u een hypoglykemie kunt herkennen

Hoe u een hypoglykemie kunt herkennen Hoe u een hypoglykemie kunt herkennen Informatie en richtlijnen ENINCR8001 Bijwerkingen boekje nl wt.indd 2 25-07-2008 12:44:3 ENINCR8001 Bijwerkingen boekje nl wt.indd 3 25-07-2008 12:44:3 Wat is een

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Insulatard 100 IE/ml suspensie voor injectie in een injectieflacon Humane insuline (rdna)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Insulatard 100 IE/ml suspensie voor injectie in een injectieflacon Humane insuline (rdna) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Insulatard 100 IE/ml suspensie voor injectie in een injectieflacon Humane insuline (rdna) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DERMANOX 20 mg/g crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING DERMANOX bevat 20 mg enoxolone per gram crème. Voor een volledige

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Endekay 0,4 % Thixotrope Fluogel 0,4% met fruitsmaak 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat het werkzame bestanddeel 0,4%

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Humalog 100 E/ml, oplossing voor injectie in patronen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Humalog 100 E/ml, oplossing voor injectie in patronen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humalog 100 E/ml, oplossing voor injectie in patronen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 2.1 Algemene beschrijving Humalog is een steriele, heldere, kleurloze,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose 680 mg/ml drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml drank bevat 0,68 g lactulose. Voor de volledige lijst

Nadere informatie

Humalog Mix25 bestaat voor 25 % uit insuline lispro oplossing en voor 75 % uit insuline lispro protamine suspensie.

Humalog Mix25 bestaat voor 25 % uit insuline lispro oplossing en voor 75 % uit insuline lispro protamine suspensie. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humalog Mix25 100 E/ml suspensie voor injectie in patronen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 2.1 Algemene beschrijving Humalog Mix25 is een witte,steriele suspensie.

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Mixtard 40 Penfill 100 IE/ml suspensie voor injectie in een patroon Humane insuline (rdna)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Mixtard 40 Penfill 100 IE/ml suspensie voor injectie in een patroon Humane insuline (rdna) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Mixtard 40 Penfill 100 IE/ml suspensie voor injectie in een patroon Humane insuline (rdna) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik

Nadere informatie

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noscapine HCl Teva 1 mg/ml bevat 1 mg noscapinehydrochloride

Nadere informatie

HMULINE REGULAR PATROON SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

HMULINE REGULAR PATROON SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN HMULINE REGULAR PATROON SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humuline Regular patroon, oplossing voor injectie 100 IE/ml, 3,0 ml 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ferrum-Homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing bevat:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN 20141114 Pagina 1 van 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GAVISCON ADVANCE Muntsmaak Unidose suspensie voor oraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

BIJSLUITER 1. WAT IS DAFALGAN VOLWASSENEN 600 MG EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

BIJSLUITER 1. WAT IS DAFALGAN VOLWASSENEN 600 MG EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT? BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door, omdat er voor u belangrijke informatie in staat. Raadpleeg uw arts of apotheker als u aanvullende vragen heeft. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Actrapid 40 IE/ml Oplossing voor injectie in een flacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Humane insuline, rdna

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nux vomica-homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Endekay 0,4 % ThixotropeFluogel 0,4% met mintsmaak 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat het werkzame bestanddeel 0,4% fluoride

Nadere informatie

BIJSLUITER. Inhoud van deze bijsluiter:

BIJSLUITER. Inhoud van deze bijsluiter: BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door, omdat er voor u belangrijke informatie in staat. Raadpleeg uw arts of apotheker als u aanvullende vragen heeft. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL ANTI-TETANUSSERUM 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Kwalitatief is een gezuiverd gemengd antiserum bekomen van

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 20

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride BIJSLUITER 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

Lantus 100 eenheden/ml oplossing voor injectie in een patroon voor OptiClik.

Lantus 100 eenheden/ml oplossing voor injectie in een patroon voor OptiClik. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lantus 100 eenheden/ml oplossing voor injectie in een patroon voor OptiClik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere ml bevat 100 eenheden insuline glargine (overeenkomend

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken

Samenvatting van de Productkenmerken Samenvatting van de Productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dimeticon 4% g/g Voor een volledige lijst van

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 10% B. Braun, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml bevat: Glucose monohydraat voor

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Transipeg 5,9 g, poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dit product bevat per sachet van 6,9 gram.

Nadere informatie

Dettol Deel IB 1 Samenvatting van productkenmerken. Dettol chloroxylenol 48 mg/ml, concentraat voor oplossing voor cutaan gebruik

Dettol Deel IB 1 Samenvatting van productkenmerken. Dettol chloroxylenol 48 mg/ml, concentraat voor oplossing voor cutaan gebruik 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Dettol chloroxylenol 48 mg/ml, concentraat voor oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Chloroxylenol 4,8 % g/v Voor hulpstoffen, zie rubriek

Nadere informatie

NOTICE PRILIUM 75 mg poeder voor orale oplossing voor honden

NOTICE PRILIUM 75 mg poeder voor orale oplossing voor honden NOTICE PRILIUM 75 mg poeder voor orale oplossing voor honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Natriumdocusaat 0,12

Nadere informatie

Package leaflet

Package leaflet CF 100 mg/ml, injectievloeistof RVG 50810 1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker CF 100 mg/ml, injectievloeistof Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

Tolbutamide 500 mg, tablets RVG 55003

Tolbutamide 500 mg, tablets RVG 55003 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Tolbutamide Apotex 500 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Tolbutamide Apotex 500 mg tabletten bevatten per tablet

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Actraphane 30, 40 IE/ml suspensie voor injectie in een injectieflacon 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Humane

Nadere informatie

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT - 1 - SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. BENAMING Uro-Vaxom 6 mg, harde capsules. 2. SAMENSTELLING 1 capsule bevat 60 mg x-om-89 lyofilisaat overeenkomend met 6 mg E. coli extract. Voor een

Nadere informatie

1 sachet à 5 gram bevat 3,25 gram psylliumvezels (fijngemalen en gegranuleerde vezels van de Plantago ovata).

1 sachet à 5 gram bevat 3,25 gram psylliumvezels (fijngemalen en gegranuleerde vezels van de Plantago ovata). Sandoz B.V. Page 1/5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 sachet à 5 gram bevat 3,25 gram psylliumvezels (fijngemalen en gegranuleerde vezels van de Plantago ovata).

Nadere informatie

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon 1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL SELSUN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SELSUN bevat 25 mg seleniumsulfide per ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen: zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE

Nadere informatie

BETAMINE 474,5 mg dragees

BETAMINE 474,5 mg dragees BETAMINE 474,5 mg dragees BETAMINE NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BETAMINE 474,5 mg omhulde tabletten (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke omhulde

Nadere informatie

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten BIJSLUITER MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten 1. NAAM EN HET ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VAN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR DE VRIJGIFTE,

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKSTER. Monuril 2000, granulaat voor drank Monuril 3000, granulaat voor drank. fosfomycine-trometamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKSTER. Monuril 2000, granulaat voor drank Monuril 3000, granulaat voor drank. fosfomycine-trometamol BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKSTER Monuril 2000, granulaat voor drank Monuril 3000, granulaat voor drank fosfomycine-trometamol Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken,

Nadere informatie

ISONIAZIDE TEVA 200 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 4 maart 2015 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1

ISONIAZIDE TEVA 200 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 4 maart 2015 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 ALGEMENE KENMERKEN Naam van het geneesmiddel Isoniazide Teva 200 mg. Samenstelling Werkzame stof: 200 mg isoniazide per tablet. Hulpstoffen: lactose, aardappelzetmeel,

Nadere informatie

Eerste hulp bij ketonen

Eerste hulp bij ketonen Eerste hulp bij ketonen Wat zijn Ketonen Wat is Keto-Acidose? Bij een tekort aan aanwezige insuline in het lichaam kunnen de koolhydraten of suikers niet in de lichaamscellen. Gevolg is dat het lichaam

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GAVISCON anijs, suspensie GAVISCON pepermunt, suspensie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Natriumalginaat 500 mg/10 ml Natriumbicarbonaat

Nadere informatie

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Magnesiumhydroxide Teva 724 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Magnesiumhydroxide Teva 724 mg bevat 724 mg magnesiumhydroxide,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN HUVI-28_var 131_SN/10.15/1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Humuline Regular 100 IE/ml, oplossing voor injectie Humuline NPH 100 IE/ml, suspensie voor injectie Humuline

Nadere informatie

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur Inhoud Zoledroninezuur 3 Voorbereiding 3 Rijvaardigheid en gebruik van machines 3 Gebruik bij ouderen 4 Uitzonderingen bij gebruik 4 Combinatie met andere

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref ) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref. 14.03.2014) 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Antistax Forte filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een filmomhulde tablet bevat 360

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lantus 100 eenheden/ml oplossing voor injectie in een injectieflacon. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ultratard 40 IE/ml. Suspensie voor injectie in een flacon. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Humane insuline,

Nadere informatie

NAPROXEN 500 MG TEVA zetpillen. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 28 november : Bijsluiter Bladzijde : 1

NAPROXEN 500 MG TEVA zetpillen. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 28 november : Bijsluiter Bladzijde : 1 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Samenstelling BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Naproxen 500 mg Teva, à 500 mg naproxen. Werking Naproxen heeft een ontstekingsremmende, pijnstillende en koortsverlagende

Nadere informatie

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon:

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon: Regitine Novartis Pharma B.V. Postbus 241 6800 LZ Arnhem Telefoon 026-37 82 111 U leest de bijsluitertekst van Regitine. Leest u deze bijsluiter alstublieft zorgvuldig door voordat u Regitine gebruikt,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 / 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Hedera, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml siroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 5,4 mg extract

Nadere informatie

Nesivine 0,05% sine conservans, neusspray, oplossing

Nesivine 0,05% sine conservans, neusspray, oplossing Lees de hele bijsluiter aandachtig door, omdat er voor u belangrijke informatie instaat. Dit geneesmiddel is zonder voorschrift verkrijgbaar. Desalniettemin dient u Nesivine zorgvuldig te gebruiken om

Nadere informatie