bestuurlijke boete te hoog, Toepassing bestuurlijke lus, Vervolg op Rb. Rotterdam 1 december

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "bestuurlijke boete te hoog, Toepassing bestuurlijke lus, Vervolg op Rb. Rotterdam 1 december"

Transcriptie

1 JOR 2013/74 Rechtbank Rotterdam, , AWB 12/1512, AWB 12/1913 Overtreding van 4:19 lid 2 Wft en art. 51a lid 1 BGfo, Onevenwichtige reclame, Opgelegde bestuurlijke boete te hoog, Toepassing bestuurlijke los, Vervolg op Rb. Rotterdam 1 december 2011, «JOR» 2012/18, Tussenuitspraak Publicatie Publicatiedatum College Uitspraakdatum Rolnummer Rechterfs) Partijen Trefwoorden JOR 2013 afl april 2013 Rechtbank Rotterdam 17 januari 2013 AWB 12/1512 LJN mr. Bergen mr. Franken mr. Woudstra D «- Wft-4:19 Regelgeving ërfowft-sla» Samenvatting A BV, eiseres, gemachtigden: mr. G.P. Roth en mr. M. van Eersel, tegen Stichting Autoriteit Financiële Markten, verweerster, gemachtigden: mr. A.J. Boorsma en mr. F.E. de Bruin. Overtreding van 4:19 lid 2 Wft en art. 51a lid 1 BGfo, Onevenwichtige reclame, Opgelegde bestuurlijke boete te hoog, Toepassing bestuurlijke lus, Vervolg op Rb. Rotterdam 1 december 2011, «JOR» 2012/18, Tussenuitspraak, In art. 4:19 lid 2 Wft is bepaald dat de door een beleggingsonderneming aan cliënten verstrekte informatie correct, duidelijk en niet misleidend is. AFM is tot de conclusie gekomen dat A BV ("A") genoemd artikel heeft overtreden, omdat in de televisiereclameboodschap in 2010 is nagelaten de specifieke risico's die aan het product zijn verbonden te vermelden. Door de risico's uitsluitend in het prospectus te vermelden is volgens AFM sprake van overtreding van voornoemde bepaling. In haar uitspraak tussen partijen van 1 december 2011, «JOR» 2012/18, heeft de rechtbank ter zake van de oplegging van een last onder dwangsom door AFM aan A geoordeeld dat AFM op goede gronden tot het oordeel is gekomen dat A art. 51a lid 1 BGfo heeft overtreden. De rechtbank ziet in navolging van de voorzieningenrechter (zie zijn uitspraak van 1 december 2011, «JOR» 2012/80) geen aanleiding om thans tot een ander oordeel te komen. Omdat de inhoudelijke normstelling van art. 51a lid 1 BGfo niet verschilt van art. 4:19 lid 2 Wft, doch daar slechts een concrete invulling aan geeft, staat daarmee voorts vast dat A tevens art. 4:19 lid 2 Wft heeft overtreden. Gelet op de relatie tussen deze bepalingen volgt tevens dat voor A voldoende bepaalbaar was wat onder "duidelijk" in de zin van art. 4:19 lid 2 Wft moet worden verstaan. Gelet hierop kwam AFM in beginsel de bevoegdheid toe A een bestuurlijke boete op te leggen. Hoewel AFM in fors neerwaartse lijn is afgeweken van het basisbedrag is de rechtbank in navolging van de voorzieningenrechter van oordeel dat met de aldus vastgestelde boete geen rekening is gehouden met de beperkte ernst van de gedraging. Gelet hierop komt besluit 1 voor wat betreft de hoogte van de boete voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank acht zich thans nog niet in staat om het boetebesluit te herroepen en zelfde boete vast te stellen die A zal moeten voldoen aan AFM. De rechtbank is voorts van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat besluit 1 en besluit 2 geen stand kunnen houden voor zover het de openbaarmaking van de boeteoplegging betreft. De rechtbank acht het in de rede liggen dat AFM in het onderhavige geval, waarin vroegtijdige publicatie nog niet heeft plaatsgevonden (vanwege een schorsing door de voorzieningenrechter) en waarin de bestuurlijke lus wordt toegepast, uitsluitend het besluit publiceert dat is genomen na toepassing van de bestuurlijke lus en voor zover dit nadere besluit in rechte stand kan houden. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank tussenuitspraak doen als bedoeld in art. 8:80a Awb, teneinde AFM in de gelegenheid te stellen met inachtneming van deze tussenuitspraak het gebrek in de besluiten 1 en 2 te herstellen.» Uitspraak

2 Procesverloop Bij besluit van 5 maart 2012 (besluit 1) heeft AFM het bezwaar tegen het besluit van 12 september 2011 tot oplegging van een bestuurlijke boete aan [A] van ,00 wegens overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) ongegrond verklaard. Voorts heeft AFM met besluit 1 haar beslissing tot openbaarmaking van de boeteoplegging in de zin van artikel 1:98 van de Wft gehandhaafd. Bij besluit van 17 april 2012 (besluit 2) heeft AFM alsnog besloten de in het besluit van 12 september 2011 vervatte beslissing tot vroegtijdige openbaarmaking in de zin van artikel 1:97 van de Wft te handhaven. [A] heeft tegen de besluiten 1 en 2 beroep ingesteld. Het onderzoek ter zitting heeft - achter gesloten deuren - plaatsgevonden op 28 november De gemachtigden van partijen zijn verschenen. Voorts zijn verschenen H.H. Scholte, bestuurder van A, en J. van Ochten en G. Zwoferink, beiden werkzaam bij AFM. Overwegingen 1. De rechtbank stelt ambtshalve voorop dat AFM heeft verzuimd om met besluit 1 te voorzien in een volledige heroverweging van het besluit van 12 september 2011, omdat daarin niet mede is vervat de heroverweging van de beslissing tot vroegtijdige openbaarmaking in de zin van artikel 1:97 van de Wft. Dit gebrek is weggenomen met besluit 2. Besluit 2 moet dan ook worden aangemerkt als een besluit waartegen het beroep tegen besluit 2 zich, gelet op artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), van rechtswege mede richt. De rechtbank kan en zal in het midden laten of hieruit volgt dat besluit 1 wegens strijd met artikel 7:11 van de Awb moet worden vernietigd of dat besluit 1 en besluit 2 tezamen als de vervolmaakte heroverweging kunnen worden beschouwd, omdat de rechtbank - naar hierna zal blijken - van oordeel is dat de besluiten 1 en 2 - ook - om andere redenen geen stand kunnen houden. 2. Ten aanzien van de vraag of artikel 4:19, tweede lid, van de Wft is overtreden oordeelt de rechtbank als volgt In artikel 4:19, tweede lid, van de Wft is-ten tijde van belang-bepaald dat de door een beleggingsonderneming aan cliënten verstrekte informatie correct, duidelijk en niet misleidend is Artikel 51a van het Besluit gedragstoezichtfinanciëleondernemingen Wft (BGfo) luidt: "1. De door een beleggingsonderneming aan een niet-professionele belegger verstrekte informatie: a. bevat de naam van de beleggingsonderneming; b. is accuraat en wijst niet op de mogelijke voordelen van een beleggingsdienst of financieel instrument zonder dat ook een correcte en duidelijke indicatie van de mogelijke risico's wordt gegeven; c. is toereikend en door de presentatie ervan te begrijpen voor het gemiddelde lid van de groep tot wie zij is gericht; en d. geeft belangrijke zaken, vermeldingen of waarschuwingen niet verhuld of afgezwakt weer. (...)" 2.3. A, die ten tijde in geding beschikte over een vergunning voor het verlenen van beleggingsdiensten als bedoeld in artikel 2:96 van de Wft, is op 11 april 2010 een reclamecampagne gestart betreffende de uitgifte door [B], een limited partnership naar [...] recht, van obligaties [C] met een nominale waarde van elk 5.000,00 aan het publiek in Nederland. AFM heeft vastgesteld dat [A] via televisie en internet reclame heeft gemaakt voor [C]. Op 11 en 18 april en 9 mei 2010 is een televisiereclameboodschap van 40 seconden uitgezonden met de volgende gesproken tekst (letterlijke weergave): "A. Al meer dan 40 jaar wereldwijd ervaring in vastgoed. [A] presenteert hierbij een nieuwe vastgoedobligatie. [C]. Met als zekerheid het eerste recht van hypotheek op nieuw vastgoed gelegen in de [...]. U ontvangt 10% vaste rente op de looptijd van [C] is maximaal 4 jaar. Deelnemen kan vanaf euro. Kijk op onze site. Lees niet alleen over onze successen in het verleden, maar ook over deze nieuwe 10% obligatie. Kijk op [naam website]." 2.4. AFM is tot de conclusie gekomen dat [A] artikel 4:19, tweede lid, van de Wft heeft overtreden, omdat in het televisiereclamespotje is nagelaten de specifieke risico's die aan het product zijn verbonden te vermelden. Door de risico's uitsluitend in het prospectus te vermelden is volgens AFM sprake van overtreding van voornoemde bepaling.

3 2.5. In haar uitspraak tussen partijen van 1 december 2011 («JOR» 2012/18; red.) (LJN BU6943) heeft de rechtbank ter zake van de oplegging van een last onder dwangsom door AFM aan [A] geoordeeld dat AFM op goede gronden tot het oordeel is gekomen dat [A] artikel 51a, eerste lid, van het BGfo heeft overtreden. Zij heeft daartoe onder meer overwogen: "2.9. [A] kan niet worden gevolgd in haar betoog dat zij niet verplicht was in haar televisiereclame-uiting te wijzen op specifieke risico's, maar dat het voldoende is te wijzen op het bestaan van risico's, hetgeen volgens haar is gebeurd via de disclaimer met de tekst: 'De waarde van uw belegging kanfluctueren.in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Dit product bevat kosten en risico's. Raadpleeg hiervoor het prospectus.' De rechtbank overweegt in dit verband dat waar [A] de specifieke voordelen van het financiële instrument opnoemde in haar televisiereclameboodschap, zij gelet op artikel 51a, eerste lid, aanhef en onder b, van het BGfo gehouden was om in ieder geval ook een correcte en duidelijke indicatie van de mogelijke risico's te geven. Nu de mogelijke risico's juist waren verbonden aan de uitkering van de ' 10% vaste rente', heeft AFM in haar besluitvorming niet ten onrechte gesproken van specifieke risico's die hadden moeten worden genoemd. De algemene disclaimer die aan het einde van het spotje is weergegeven, kan niet gelden als voldoende waarschuwing. Met AFM neemt de rechtbank daarbij in aanmerking dat die boodschap niet alleen zeer algemeen is en niet duidelijk is hoe die zich verhoudt tot de specifieke voordelen die zijn genoemd, maar voorts dat die boodschap slechts drie seconden zichtbaar is en [...] daarbij slecht leesbaar is vanwege de beperkte lettergrootte en achtergrond. Dit acht de rechtbank in strijd met artikel 51a, eerste lid, aanhef en onder d, van het BGfo, dat vermeldt dat waarschuwingen niet verhuld of afgezwakt mogen worden weergeven." 2.6. De rechtbank ziet in navolging van de voorzieningenrechter (zie zijn uitspraak van 1 december 2011, («JOR» 2012/80; red.)ltn BU6946) geen aanleiding om thans tot een ander oordeel te komen. Omdat de inhoudelijke normstelling van artikel 51a, eerste lid, van het BGfo niet verschilt van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft, doch daar slechts een concrete invulling aan geeft, staat daarmee voorts vast dat [A] tevens artikel 4:19, tweede lid, van de Wft heeft overtreden. Gelet op de relatie tussen deze bepalingen volgt tevens dat voor [A] voldoende bepaalbaar was wat onder "duidelijk" in de zin van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft moet worden verstaan. Hetgeen [A] dienaangaande heeft aangevoerd faalt derhalve. 3. Gelet hierop kwam AFM in beginsel de bevoegdheid toe [A] op grond van artikel 1:80 van de Wft een bestuurlijke boete op te leggen. Dat AFM ervoor heeft gekozen overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft aan de boete ten grondslag te leggen en niet artikel 51a, eerste lid, van het BGfo zal daarmee te maken hebben dat eerst met de Wijzigingswetfinanciëlemarkten 2010 per 1 juli 2011 is voorzien in de mogelijkheid tot vroegtijdige publicatie van boetes wegens overtreding van lagere regelgeving waarop een boete is gesteld van boetecategorie Het betoog van [A] dat AFM heeft gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel door alleen haar te beboeten en andere beleggingsondernemingen die soortgelijke reclame-uitingen hebben gedaan ongemoeid te laten, faalt. Niet alleen heeft zij nagelaten haar stelling feitelijk te onderbouwen, maar voorts kan er niet aan voorbij worden gegaan dat AFM de rechtsvoorganger van [A] eerder heeft gewaarschuwd door middel van een voorgenomen aanwijzing naar aanleiding van een eerdere overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft en/of artikel 51a van het BGfo. 5. Gelet op artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetesfinanciëlesector valt een overtreding van artikel 4:19, tweede lid, van de Wft - net als overtreding van artikel 51a, eerste lid, van het BGfo - onder boetecategorie 2. AFM heeft de boete vastgesteld op ,00. AFM heeft daartoe op het basisbedrag van ,00 eerst een verhoging toegepast van 25% in verband met verhoogde verwijtbaarheid. In dit verband heeft AFM in aanmerking genomen dat zij de rechtsvoorganger van [A] eerder met het voornemen tot een aanwijzing heeft gewaarschuwd ter zake van een soortgelijke overtreding. AFM heeft vervolgens het bedrag van ,00 verminderd met een percentage van 90% wegens beperkte draagkracht. 6. Hoewel AFM bij de aldus vastgestelde boete fors in neerwaartse lijn is afgeweken van het basisbedrag van ,00 is de rechtbank in navolging van de voorzieningenrechter van oordeel dat met de aldus vastgestelde boete geen rekening is gehouden met de beperkte ernst van de gedraging. De rechtbank volgt in dit verband het betoog van [A] dat de omstandigheid dat zij in haar door AFM goedgekeurde prospectus in niet mis te verstane bewoording de aan het financiële instrument klevende risico's heeft genoemd en ook op haar website evenwichtige informatie heeft opgenomen afbreuk doet aan de ernst van de overtreding. Nu onweersproken door [A] is gesteld dat de beleggers niet uitsluitend op basis van de reclameboodschap hun aankoopbeslissing hebben kunnen nemen, doch eerst kennis hebben moeten nemen van de via de website van [A] opgenomen producteigenschappen, waaronder de daaraan klevende risico's, alvorens zij konden intekenen op [C], heeft AFM naar het oordeel van de rechtbank niet kunnen afzien van het naar beneden bijstellen van het basisbedrag op grond van verminderde ernst van de overtreding. 7. Gelet hierop komt besluit 1 voor wat betreft de hoogte van de boete voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank acht zich thans nog niet in staat om met toepassing van artikel 8:72a van de Awb het besluit van 12 september 2011 te

4 herroepen en zelfde boete vast te stellen die [A] zal moeten voldoen aan AFM. De rechtbank neemt in dit verband in aanmerking dat [A] kort voor de zitting financiële stukken over de eerste negen maanden van 2012 heeft ingediend en dat AFM daarin aanleiding heeft gezien om de rechtbank mee te delen dat zij bereid is de boete te matigen tot een in haar woorden "symbolisch bedrag" van 500,00 indien een accountant de (nu nog niet definitief vaststaande) financiële cijfers van [A] kan bevestigen. De rechtbank neemt hierbij voorts in aanmerking dat AFM ter zitting heeft verklaard dat in dit verband kan worden volstaan met een verklaring van een accountant dat de overgelegde cijfers over de eerste negen maanden van 2012 betrouwbaar zijn en een reëel beeld geven van definanciëlesituatie van [A] per 30 september 2012, hetgeen niet zeer hoge kosten met zich hoeft te brengen, en dat [A] zich ter zitting bereid heeft verklaard een dergelijke controle te laten verrichten, indien en voorzover door de rechtbank zou worden geoordeeld dat AFM de bevoegdheid heeft een boete op te leggen. Gelet op het door AFM ingenomen standpunt kan en zal de rechtbank thans in het midden laten welke gevolgen er verbonden zouden moeten worden aan de door [A] overgelegde financiële stukken indien de betrouwbaarheid daarvan door een accountant kan worden bevestigd. 8. De rechtbank is voorts - anders dan AFM - van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat besluit 1 en besluit 2 geen stand kunnen houden voor zover het de openbaarmaking van de boeteoplegging betreft. De rechtbank ziet met [A] niet in waarom uit het stelsel van de artikelen 1:97 en 1:98 van de Wft volgt dat AFM (vroegtijdig en na onherroepelijkheid) het primaire boetebesluit, de beslissingen op bezwaar en het eventuele nadere besluit omtrent een gematigde boete zou moeten publiceren. De rechtbank acht het veeleer in de rede liggen dat AFM in het onderhavige geval, waarin vroegtijdige publicatie nog niet heeft plaatsgevonden (vanwege een schorsing door de voorzieningenrechter) en waarin de bestuurlijke lus wordt toegepast, uitsluitend het besluit publiceert dat is genomen na toepassing van de bestuurlijke lus en voor zover dit nadere besluit in rechte stand kan houden (vgl. CBb 24 april 2012, LJN BW3574). Een dergelijke vroegtijdige publicatie alsmede openbaarmaking na onherroepelijkheid van dat nadere besluit zal in overeenstemming zijn met de tekst en strekking van de artikelen 1:97 en 1:98 van de Wft. De rechtbank voegt hier aan toe dat artikel 51, derde lid, van Richtlijn 2004/39/EG zich daar in het onderhavige geval niet tegen verzet, omdat de met het toezicht door AFM gemoeide belangen in dit geval zwaarder moeten wegen dan de (tegengestelde) belangen van A. Dat [A] niet langer over een vergunning beschikt kan - anders dan zij meent - in dit verband niet maatgevend zijn. 9. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank tussenuitspraak doen als bedoeld in artikel 8:80a van de Awb, teneinde AFM in overeenstemming met artikel 8:51a van de Awb in de gelegenheid te stellen met inachtneming van deze tussenuitspraak het gebrek in de besluiten 1 en 2 te herstellen. Omdat AFM voor haar nadere besluitvorming (mede) afhankelijk is van de uitkomsten van de door de accountant van [A] te verrichten voorlopige beoordeling van de financiële stukken van [A] over de eerste negen maanden van 2012, zal de rechtbank [A] eerst de gelegenheid bieden daartoe een accountant in te schakelen. Nu zij ter zitting heeft aangegeven dat een dergelijke voorlopige toets binnen ongeveer drie weken kan worden verricht, zal zij [A] daartoe een termijn bieden van vier weken. Vervolgens krijgt AFM eenzelfde termijn om een nader besluit te nemen. Beslissing De rechtbank: - biedt [A] gelegenheid om binnen vier weken na bekendmaking van deze tussenuitspraak een verklaring van een accountant omtrent de betrouwbaarheid van de door haar overgelegde cijfers over de eerste negen maanden van 2012 aan AFM over te leggen, - biedt AFM aansluitend daarop een termijn van vier weken om de gebreken in de besluiten 1 en 2 te herstellen, - houdt verder iedere beslissing aan.» Noot 1. Dit is de derde uitspraak van de rechtbank Rotterdam in deze kwestie. De rechtbank oordeelde eerder over een door de AFM opgelegde last onder dwangsom (rechtbank Rotterdam, 1 december 2011, «JOR» 2012/81). De voorzieningenrechter besliste tot schorsing van de beslissing van de AFM tot vroegtijdige - dus vóórdat de boete onaantastbaar is - publicatie van de opgelegde boete (voorzieningenrechter rechtbank Rotterdam, 1 december 2011, «JOR» 2012/80). De rechtbank buigt zich in deze (derde) uitspraak over de door de AFM opgelegde boete. Daarbij past de rechtbank de zogenaamde bestuurlijke lus toe. 2. Het gaat om een beleggingsonderneming die vastgoedobligaties aanbood. Op televisie werd daarvoor reclame gemaakt. Beleggers werd 10% vaste rente in het vooruitzicht gesteld. De AFM oordeelde dat de beleggingsonderneming had nagelaten de specifieke risico's te vermelden. De algemene disclaimer aan het einde van het reclamespotje (waaronder de zinnen: "Dit product bevat kosten en risico's. Raadpleeg hiervoor het prospectus"), kon volgens de AFM niet gelden als voldoende waarschuwing. Het uitsluitend vermelden van de risico's in het prospectus was ontoereikend, aldus de AFM. 3. De AFM baseerde de last onder dwangsom op schending van art. 51a lid 1 van het Besluit Gedragstoezicht financiële

5 markten Wft ("BGfo"). Op grond daarvan dient de door een beleggingsonderneming aan een niet-professionele belegger te verstrekken informatie o.a. accuraat te zijn en mag niet worden gewezen op de mogelijke voordelen zonder dat ook een correcte en duidelijke indicatie van de mogelijke risico's wordt gegeven. Bovendien mogen waarschuwingen niet verhuld of afgezwakt worden weergegeven. Art. 51a lid 1 BGfo betreft de uitvoeringsbepaling van art. 4:19 lid 2 Wft. Daarin is opgenomen dat de verstrekte informatie correct, duidelijk en niet misleidend mag zijn. 4. Bij de toetsing van de last onder dwangsom bevestigde de rechtbank de overtreding van het BGfo. De rechtbank oordeelde met de AFM dat de algemene disclaimer niet als voldoende waarschuwing kon gelden. Daarbij nam de rechtbank in aanmerking dat de disclaimer zeer algemeen is. Bovendien is het niet duidelijk hoe die zich verhoudt tot de specifieke voordelen die zijn genoemd. Tevens wijst de rechtbank er op dat de boodschap slechts drie seconden zichtbaar en ook nog eens slecht leesbaar is. 5. Het boetebesluit berust op schending van art. 4:19 lid 2 Wft. Volgens zowel de voorzieningenrechter als de rechtbank verschilt de inhoudelijke normstelling niet van art. 51a lid 1 BGfo. Dit laatste artikel geeft slechts een concrete invulling aan het eerstgenoemde artikel. De reden voor de verschillende grondslagen houdt volgens de rechters kennelijk verband met de onmogelijkheid tot vroegtijdige publicatie van de boete over te gaan voor overtreding van het BGfo. Voor een overtreding van art. 4:19 lid 2 Wft was vroegtijdige publicatie op zich mogelijk, hoewel de voorzieningenrechter daar een stokje voor stak. Overigens is sinds 1 juli 2011 (voor overtredingen van na die datum) wel wettelijk voorzien in vroegtijdige publicatie van boetes wegens overtreding van lagere regelgeving voor zover overtreding beboetbaar is gesteld met tariefnummer 2 of Het basisbedrag voor overtreding van artikel 4:19 lid 2 Wft is (tariefnummer 2, zie art. 1:81 lid 2 Wft). In verband met verhoogde verwijtbaarheid verhoogde de AFM de boete met 25% tot Daarna volgde matiging met 90% wegens beperkte draagkracht. Een boete van resteerde. De verhoging wegens verwijtbaarheid baseerde de AFM op een eerdere waarschuwing voor een soortgelijke overtreding. 7. De verhoging van het basisbedrag van de boete berust op art. 2 lid 3 Besluit bestuurlijke boetes financiële sector. Volgens deze bepaling "verlaagt of verhoogt" de toezichthouder het basisbedrag met ten hoogste 50% "indien de mate van verwijtbaarheid van de overtreder een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt." Op grond van art. 2 lid 2 van hetzelfde artikel geldt een vergelijkbare plicht voor de toezichthouder "indien de ernst of duur van de overtreding een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt." Op grond van art. 4 van het genoemde besluit houdt de toezichthouder bij het vaststellen van de boete rekening met de draagkracht van de overtreder. 8. De matiging wegens beperkte draagkracht is fors. Het past echter volledig bij de gedachte dat er in de gevallen waarin geen sprake is van een financieel conglomeraat of een anderszins zeer vermogende (rechts)persoon en evenmin sprake is van een fors verkregen voordeel, aanleiding zal zijn voor een aanzienlijke matiging. Zie daarover ook voorzieningenrechter rechtbank Rotterdam, 21 juni 2011, «JOR» 2011/231, m.nt. Voerman en Reijmer. 9. Toch houdt de boete geen stand. De voorzieningenrechter gaf al een voorzet. De reden voor het publicatieverbod was dat de AFM naar zijn oordeel niet in redelijkheid had kunnen afzien van het naar beneden bijstellen van het basisbedrag van de boete op grond van verminderde ernst van de overtreding. De voorzieningenrechter volgde daarbij het betoog van de beleggingsonderneming dat de beleggers niet uitsluitend op basis van het reclamespotje hun aankoopbeslissing konden nemen. Intekenen op de obligaties kon pas na kennisname van via de website opgenomen producteigenschappen, waaronder de risico's. Tevens bevatte het prospectus een duidelijke beschrijving van de risico's. 10. De rechtbank neemt het oordeel van de voorzieningenrechter over. De AFM heeft volgens de rechtbank geen rekening gehouden met de beperkte ernst van de gedraging. Naar het oordeel van (ook) de rechtbank had de AFM niet kunnen afzien van het naar beneden bijstellen van het basisbedrag op grond van verminderde ernst van de overtreding. De hoogte van de boete wordt hiermee vol door de rechtbank getoetst (zie over de toetsing van boetes op grond van financiële wetgeving, Kamerstukken 12008/09, , nr. C, p. 3-4). 11. Nu is de rechtbank op grond van art. 8:72a Awb verplicht zelf in de zaak te voorzien wanneer zij besluit tot vernietiging van een boetebesluit. In deze zaak komt het echter nog niet tot vernietiging, maar doet de rechtbank een tussenuitspraak. De rechtbank acht zich nog niet in staat de boete zelf vast te stellen. Kort voor de zitting had de beleggingsonderneming namelijk nieuwe financiële stukken ingediend. Als reactie daarop kondigde de AFM aan bereid te zijn de boete te matigen tot een "symbolisch bedrag" van 500 indien een accountant de cijfers kan bevestigen. 12. De tussenuitspraak houdt in dat de AFM op de voet van art. 8:51a Awb de gelegenheid krijgt met inachtneming van de uitspraak de gebreken in de bestreden besluiten te herstellen. Dit wordt de "bestuurlijke lus" genoemd. Deze mogelijkheid is per 1 januari 2010 in de Awb opgenomen en is bedoeld als een middel om een definitieve beslechting van het geschil te bevorderen. Daarmee wordt voorkomen dat na vernietiging van een besluit een nieuw besluit door het bestuursorgaan moet worden genomen met alle mogelijke vertraging van dien (vanwege bijv. een nieuw bezwaar en beroep). Wanneer in casu de AFM - binnen de daartoe door de rechtbank gestelde korte termijnen - de bestreden besluiten heeft hersteld en de beleggingsonderneming het daarmee niet eens is, kan de rechtbank de herstelde besluiten toetsen en vervolgens een einduitspraak doen. 13. Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet bestuurlijke lus Awb zijn bezwaren tegen tussenuitspraken in

6 boetegeschillen opgeworpen {Handelingen I, 3 november 1999, 7-168). Zie daarover ook de noot van Koenraad onder rechtbank Almelo 29 oktober 2012, AB 2012/394 en zijn noot bij de hierbij besproken uitspraak in AB 2013/58. De bezwaren komen er op neer dat art. 8:72a Awb de rechter gebiedt boetekwestiesfinaalaf te doen. Koenraad betoogt evenwel dat het niet uitmaakt hoe de rechter tot zijn enige einduitspraak komt. Dit kan, anders gezegd, ook nadat eerst een tussenuitspraak is gewezen. Dat de rechtbank in dit geval gebruik maakt van de bestuurlijke lus is te billijken. De AFM had immers al aangegeven de boete zelf te zullen matigen indien de juistheid van de cijfers wordt bevestigd. 14. Van belang zijn ten slotte de overwegingen van de rechtbank over de publicatie van de boeteoplegging. De AFM stelde zich op het standpunt dat zij het primaire boetebesluit, de beslissingen op bezwaar alsook het eventuele nadere besluit omtrent een gematigde boete zou moeten publiceren. De rechtbank volgt dat niet. 15. Het ligt volgens de rechtbank veeleer in de rede dat de AFM in een geval waarin (door een publicatieverbod) vroegtijdige publicatie nog niet heeft plaatsgevonden en waarin de bestuurlijke lus wordt toegepast, uitsluitend het besluit publiceert dat is genomen na toepassing van de bestuurlijke lus en voor zover dat nadere besluit in rechte stand kan houden. Dat geldt, zo volgt uit het vonnis, voor zowel de vroegtijdige publicatie (art. 1:97 Wft) als openbaarmaking na onherroepelijkheid (art. 1:98 Wft). 16. Op de vraag naar de werking van een eerder uitgesproken publicatieverbod heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven ("CBb") onlangs opnieuw duidelijkheid gegeven (CBb 11 februari 2013, LJN BZ1865). Het CBb beslist dat wanneer de rechtbank de boete handhaaft en geen later tijdstip heeft bepaald wat betreft het publicatieverbod, de schorsing van de beslissing tot openbaarmaking op grond van art. 8:82 lid 2 Awb vervalt met de bodemuitspraak waarin de opgelegde boete is gehandhaafd. Naar het oordeel van het CBb herleeft ook in die situatie de verplichting voor AFM om - behoudens de situatie van art. 1:97 lid 4 Wft - tot vroegtijdige publicatie over te gaan. Zie eerder ook CBb 24 april 2012, «JOR» 2012/220, m.nt. Voerman en Tillema. mr. J.A. Voerman, advocaat financieel recht bij Van Doorne NV te Amsterdam

http://www.legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=1184...

http://www.legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=1184... Page 1 of 6 JOR 2013/309 CBB, 14-08-2013, 13/396, ECLI:NL:CBB:2013:160 Overtreding van art. 4:23 Wft, Publicatie van de opgelegde boete, Afwijzing verzoek tot schorsing van publicatie totdat in hoger beroep

Nadere informatie

Publicatie JOR 2013 afl. 4 Publicatiedatum 05 april 2013 College. CBB Uitspraakdatum 11 februari 2013

Publicatie JOR 2013 afl. 4 Publicatiedatum 05 april 2013 College. CBB Uitspraakdatum 11 februari 2013 JOR 2013/112 CBB, 11-02-2013, AWB 10/1084, LJN BZ1866 Bemiddeling zonder vergunning, Bestuurlijke boete en openbaarmaking boetebesluit, Besluit tot openbaarmaking kan pas worden genomen nadat de boete

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFM heeft A, een financiëledienstverlener, beboet wegens misleidende en agressieve handelspraktijken en besloten de boete te publiceren.

AFM heeft A, een financiëledienstverlener, beboet wegens misleidende en agressieve handelspraktijken en besloten de boete te publiceren. Informatie JOR 2011/229 Rechtbank Rotterdam, 12-05-2011, AWB 11/1359 VBC-T2, UN BQ4829 Aanbieden van beleggingsobjecten, Misleidende en agressieve handelspraktijken, AFM heeft terecht aangenomen dat sprake

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413

ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413 ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 08-05-2012 Datum publicatie 04-06-2012 Zaaknummer 11/2280 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Datum 17 september Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 7 Kopie aan Nauta Dutilh, mr. S.M.C. Nuyten

Datum 17 september Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 7 Kopie aan Nauta Dutilh, mr. S.M.C. Nuyten AANGETEKEND MBVO Bijlage 3 Openbare versie Ernst & Young Accountants LLP De directie Boompjes 258 3011 XZ ROTTERDAM Datum 17 september 2012 - Pagina 1 van 7 Kopie aan Nauta Dutilh, mr. S.M.C. Nuyten Telefoon

Nadere informatie

http://www.legalintelligence.com/documents/14498405?srcfrm=bas...

http://www.legalintelligence.com/documents/14498405?srcfrm=bas... Page 1 of 7 JOR 2015/42 CBB, 20-11-2014, AWB 13/184, ECLI:NL:CBB:2014:455 Bestuurlijke boete wegens overtreding art. 4:23 lid 1 Wft, Beboeting normadressaat staat los van mogelijk aan feitelijk leidinggevende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:1716

ECLI:NL:RBROT:2015:1716 ECLI:NL:RBROT:2015:1716 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 12-03-2015 Datum publicatie 16-03-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 630 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:5233

ECLI:NL:RBROT:2014:5233 ECLI:NL:RBROT:2014:5233 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 03-07-2014 Datum publicatie 29-07-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_02242

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ1181

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ1181 ECLI:NL:RBROT:2011:BQ1181 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 07-04-2011 Datum publicatie 14-04-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10/3534 BC-T2 Bestuursrecht

Nadere informatie

1. Verloop van de procedure

1. Verloop van de procedure Besluit van de Consumentenautoriteit op de bezwaren van Scheer & Foppen Elektro Speciaalzaken B.V. tegen het besluit van de Consumentenautoriteit van 26 mei 2011, met kenmerk CA/NCB/559/19. 1. Verloop

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7190

ECLI:NL:RBROT:2015:7190 ECLI:NL:RBROT:2015:7190 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08-10-2015 Datum publicatie 16-10-2015 Zaaknummer AWB - 15 _ 1663 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AT4996

ECLI:NL:RBROT:2005:AT4996 ECLI:NL:RBROT:2005:AT4996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 25-04-2005 Datum publicatie 03-05-2005 Zaaknummer 04/2882 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

1. Verloop van de procedure

1. Verloop van de procedure Besluit van de Consumentenautoriteit op de bezwaren van Mikro-Electro B.V. tegen het besluit van de Consumentenautoriteit van 26 mei 2011, met kenmerk CA/NCB/560/18. 1. Verloop van de procedure 1. Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

LJN: BQ3835, Rechtbank Rotterdam, AWB 10/3724 BC-T2 en AWB 10/4165 BC-T2

LJN: BQ3835, Rechtbank Rotterdam, AWB 10/3724 BC-T2 en AWB 10/4165 BC-T2 LJN: BQ3835, Rechtbank Rotterdam, AWB 10/3724 BC-T2 en AWB 10/4165 BC-T2 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 04-05-2011 10-05-2011 Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009.

Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009. Datum 2 juli 2010 Kenmerk CA/NB/514/26 Besluit Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009. 1. Verloop

Nadere informatie

Rubriek \ Bank-en effectenrecht College Voorzieningenrechter Rechtbank Rotterdam

Rubriek \ Bank-en effectenrecht College Voorzieningenrechter Rechtbank Rotterdam Informatie JOR 2011/85 Rechtbank Rotterdam, 13-01-2011, AWB 10/5116 VBC-T2 Last onder dwangsom, Overtreding, Wet handhaving consumentenbescherming, Publicatie kern besluit tot lastopiegging AFM, Voorlopige

Nadere informatie

Uitspraak /1

Uitspraak /1 1 van 5 24-11-2015 21:22 Uitspraak 200305677/1 Datum van uitspraak: donderdag 6 mei 2004 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: 200305677/1. Datum uitspraak: 6 mei 2004 het college van burgemeester

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV9932

ECLI:NL:CRVB:2012:BV9932 ECLI:NL:CRVB:2012:BV9932 Instantie Datum uitspraak 21-03-2012 Datum publicatie 28-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10/7012 TW + 10/7013 TW

Nadere informatie

Bijlage 3: Openbare versie. Global Marketing Solutions B.V. t.a.v. de directie ------------------------------------- -------------------------------

Bijlage 3: Openbare versie. Global Marketing Solutions B.V. t.a.v. de directie ------------------------------------- ------------------------------- Bijlage 3: Openbare versie Aangetekend verstuurd MBVO Strikt vertrouwelijk Global Marketing Solutions B.V. t.a.v. de directie ------------------------------------- ------------------------------- Datum

Nadere informatie

Datum Ons kenmerk Pagina 1 van 18. Betreft

Datum Ons kenmerk Pagina 1 van 18. Betreft OPENBARE VERSIE ---------------------- ---------------------------------- ------------------------- ----------------------------- Datum Ons kenmerk ----------------------- Pagina 1 van 18 Betreft Wijzigingsbesluit

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:4387

ECLI:NL:RBNNE:2015:4387 ECLI:NL:RBNNE:2015:4387 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Zaaknummer Awb 15/1167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2012:BX8840

ECLI:NL:RBROT:2012:BX8840 ECLI:NL:RBROT:2012:BX8840 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 27-09-2012 Datum publicatie 02-10-2012 Zaaknummer AWB 12/3199 en AWB 12/3200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:1306

ECLI:NL:RBROT:2015:1306 ECLI:NL:RBROT:2015:1306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 27-02-2015 Datum publicatie 04-03-2015 Zaaknummer ROT 13/7021 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2015:4920

ECLI:NL:RBGEL:2015:4920 ECLI:NL:RBGEL:2015:4920 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28 07 2015 Datum publicatie 29 07 2015 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB 15 _ 3697 E Bestuursprocesrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

Aflevering Rubriek College Datum

Aflevering Rubriek College Datum Informatie JOR 2011/153 Rechtbank Rotterdam, 24-03-2011, AWB 10/3507 BC-T2, UN BP9381 Bemiddeling zonder vergunning, Beroep tegen boete en aanwijzing AFM, Criminal charge, Matiging boete wegens overschrijding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

ECLI:NL:CRVB:2017:2145 ECLI:NL:CRVB:2017:2145 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3245 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BA5374

ECLI:NL:RBSHE:2007:BA5374 ECLI:NL:RBSHE:2007:BA5374 Instantie Datum uitspraak 02-05-2007 Datum publicatie 21-05-2007 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/1608 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3390

ECLI:NL:RVS:2016:3390 ECLI:NL:RVS:2016:3390 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601294/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

LJN: BX6610, Rechtbank 's-gravenhage, AWB 11/5255

LJN: BX6610, Rechtbank 's-gravenhage, AWB 11/5255 http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=bx6610 LJN: BX6610, Rechtbank 's-gravenhage, AWB 11/5255 Datum uitspraak: 22-02-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4517

ECLI:NL:CRVB:2016:4517 ECLI:NL:CRVB:2016:4517 Instantie Datum uitspraak 23-11-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4198 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 04-05-2017 Zaaknummer AMS 15/5918 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Cliënten met behoudend beheer portefeuille. "Ken uw cliënt" principe.

Cliënten met behoudend beheer portefeuille. Ken uw cliënt principe. Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2010:BN9487 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbrot:2010:bn9487 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 30 09 2010 Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1233

ECLI:NL:RVS:2017:1233 ECLI:NL:RVS:2017:1233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201606492/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 Instantie Datum uitspraak 28-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_1317 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1407

ECLI:NL:RVS:2014:1407 ECLI:NL:RVS:2014:1407 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201208903/1/A2 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

2. Bij besluit van eveneens 6 juli 2010 heeft de Consumentenautoriteit bepaald dat het sanctiebesluit openbaar wordt gemaakt. 3

2. Bij besluit van eveneens 6 juli 2010 heeft de Consumentenautoriteit bepaald dat het sanctiebesluit openbaar wordt gemaakt. 3 1 > Retouradres Postbus 16759 2500 BT Den Haag OPENBAAR...... Muzenstraat 81 (Zurichtoren) 2511 WB Den Haag Postbus 16759 2500 BT Den Haag Nederland www.consumentenautoriteit.nl Contactpersoon... T +31

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 25931/2012002262 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake NOS UEFA Champions League Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 12 juli 2011, kenmerk 24673/2011009844,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:5324

ECLI:NL:RBNHO:2014:5324 ECLI:NL:RBNHO:2014:5324 Instantie Datum uitspraak 06-06-2014 Datum publicatie 12-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_2185 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:69

ECLI:NL:RBMNE:2015:69 ECLI:NL:RBMNE:2015:69 Instantie Datum uitspraak 08-01-2015 Datum publicatie 15-01-2015 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 5421 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten)

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten) LJN: BI3542, Centrale Raad van Beroep, 08/3709 WJZ + 08/3713 WJZ Datum uitspraak: 15-04-2009 Datum publicatie: 12-05-2009 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

USZ 2003/320 Rechtbank Maastricht, , AWB 02/1860 NABW

USZ 2003/320 Rechtbank Maastricht, , AWB 02/1860 NABW USZ 2003/320 Rechtbank Maastricht, 28-08-2003, AWB 02/1860 NABW Proceskosten in bezwaar, Herroepen, Fictieve weigering Publicatie USZ 2003 afl. 14 Publicatiedatum 31 oktober 2003 College Rechtbank Maastricht

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

Essentie: Vermindering ten opzichte van eerder toegekende subsidie wegens niet tijdig aanvragen herindicatie.

Essentie: Vermindering ten opzichte van eerder toegekende subsidie wegens niet tijdig aanvragen herindicatie. OpMaat USZ 2008/143 CRvB, 14-02-2008, 06/5828 WSW, LJN BC5634 Subsidieverlening, WSW-dienstverband, Herindicatie Sdu Uitgevers Aflevering 2008 afl. 6 Rubriek College» Samenvatting Essentie: Vermindering

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3351

ECLI:NL:CRVB:2014:3351 ECLI:NL:CRVB:2014:3351 Instantie Datum uitspraak 07-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-1076 WWB-T Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4620/147 Betreft zaak: Besluit op bezwaar - Martens en Van Oord Aannemingsbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 23-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5196 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 Instantie Datum uitspraak 04-01-2012 Datum publicatie 05-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-4246 WMO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

JBO 2015/6 met annotatie van D. van der Meijden

JBO 2015/6 met annotatie van D. van der Meijden ECLI:NL:CBB:2014:401 Instantie Datum uitspraak 24-10-2014 Datum publicatie 03-11-2014 Zaaknummer AWB 12/1066 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie