7,5. Samenvatting door een scholier 2733 woorden 24 september keer beoordeeld OVERHEID. Hoofdstuk 1:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7,5. Samenvatting door een scholier 2733 woorden 24 september keer beoordeeld OVERHEID. Hoofdstuk 1:"

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 2733 woorden 24 september ,5 60 keer beoordeeld Vak Economie OVERHEID Hoofdstuk 1: 1.2 De vrije markt economen In de tweede helft van de 18e eeuw werd de vrijheid van het ondernemerschap door de feodale denkbeelden afgeremd. In deze periode waren de ondernemers de maatschappijvernieuwers met hun vrijheidsdenken: het liberalisme. Vrije markteconomen (klassieke economen): Economen als Smith, Ricardo, Malthus, Mill en Say wisten een economische onderbouwing te geven voor het liberale denken. Het uitgangspunt was de werking van het prijsmechanisme (marktmechanisme). Marktmechanisme (prijsmechanisme): Vraag en aanbod van goederen en diensten zijn vanzelf aan elkaar gelijk door prijsveranderingen. De klassieke theorie is een aanbodtheorie: Elk aanbod schept zijn eigen vraag, als het maar voor de juiste prijs wordt verkocht. Volgens de klassieken werkt het prijsmechanisme op alle markten: - Goederenmarkten: door prijsveranderingen zijn vraag en aanbod van goederen en diensten aan elkaar gelijk. - Arbeidsmarkt: door veranderingen in de loonshoogte zijn de naar en het aanbod van arbeid aan elkaar gelijk. - Vermogensmarkt: renteveranderingen zorgen ervoor dat de vraag (lenen) en het aanbod (uitlenen) van vermogen aan elkaar gelijk zijn. - Valutamarkt: Door veranderingen van wisselkoers zijn de vraag naar en het aanbod van een valuta aan elkaar gelijk. 1.3 Marx Volgens Marx en zijn aanhangers was het kapitalisme geen harmonieus systeem. Hij ontwikkelde zijn theorie toen hij oog kreeg voor de slechte omstandingheden waarin de arbeiders verkeerden rond In het kapitalisme zijn economische crisis volgens Marx onvermijdelijk, en is er geen enkele planning. 1.4 Keynes Keynesiaanse economen: De oorsprong van de theorie van Keynes ligt in de jaren 30 van de 20ste eeuw. De vraag bleef achter bij het aanbod en het marktevenwicht bleef langdurig uit. En als tegenhanger van Pagina 1 van 9

2 de Klassieke theorie ontwikkelde Keynes de conjunctuurtheorie. Conjunctuurtheorie: In deze theorie geeft Keynes een verklaring voor het optreden van afwisselende periodes van onderbesteding (laagconjunctuur) en overbesteding (hoogconjunctuur). Verzorgingsstaat: Gesteund door de ideeën van Keynes nam de overheidsbemoeienis met de economie sterk toe. Het stelsel van sociale zekerheid werd sterk uitgebreid, en de overheid bemoeide zich meer met zaken als huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. In het fiscaal beleid werd de nivellering van inkomens belangrijk. De maatschappij die op deze manier ontstond staat bekent als de verzorgingsstaat. 1.5 De klassieke revival De nieuwe klassieke pleitten eind jaren 70 voor een rigoureuze afslanking van de verzorgingsstaat. Hierdoor vermindert de collectieve lastendruk en wordt de structuur van de economie versterkt. Privatisering: De revival van het Klassieke denken gaat gepaard met een golf privatiseringen: talrijke overheidsbedrijven worden afgestoten naar de particuliere sector. Concurrentie dwingt namelijk de geprivatiseerde bedrijven tot efficiënt werken. Ook stimuleert concurrentie tot innovaties. Marktwerking: Privatisering is alleen succesvol als er ook inderdaad geconcurreerd wordt: de overheid dient ervoor te waken dat er wel voldoende marktwerking is. Dus dat niet één van de aanbieders te machtig wordt, of er afspraken worden gemaakt die de concurrentie beperken zoals de kartelafspraken. Om de marktwerking te waarborgen is in Nederland de Mededingwetgeving sterk uitgebreid. Naast privatisering en marktwerking werden in Nederland ook deregulering en decentralisatie sleutelbegrippen in het Nederlands beleid: Deregulering: Deregulering houdt in dat de rijksoverheid voorschriften waaraan burgers, de bedrijven en de lagere overheden zich moeten houden vereenvoudigt en het aantal voorschriften zo beperkt mogelijk houdt. Decentralisatie: Decentralisatie houdt in dat taken van het Rijk worden overgedragen aan lagere overheden (met name provincies en gemeenten). Hoofdstuk Inleiding Collectieve ontvangsten -> Collectieve sector -> Collectieve uitgaven Collectieve sector Overheid Sociale verzekeringssector/ sociale fondsen Rijksoverheid Overige publiek- Werknemers- Volks- (= ministeries) rechtelijke lichamen verzekeringen Verzekeringen (OPL) o.a. Pagina 2 van 9

3 Lagere overheid: - gemeenten - provincies 2.2 De collectieve uitgaven Indeling naar Economische categorieën: Een veel gebruikte indeling van de collectieve uitgaven is een indeling naar de zogenaamde economische categorieën. Deze indeling geeft een beeld van de bestemming van het geld naar overheidsbestedingen en overdrachten. Overheidsbestedingen: De overheidsbestedingen bestaan uit overheidsconsumptie en overheidsinvesteringen. Bij bestedingen is er sprake van een tegenprestatie voor de uitgaven. Bij overdrachten ontbreekt deze tegenprestatie. In de jaren 60 en 70 bereikte de verzorgingsstaat haar voltooiing. De verzorgingsstaat voorzag in een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid, vooral deze heeft de collectieve uitgaven omhoog gestuwd. In de sociale zekerheid wordt vanaf 1973 een volumebeleid gevoerd, dat wil zeggen dat het aantal mensen met een uitkering teruggedrongen moet worden. In de jaren 80 tekent zich een economisch herstel af, dat zich in de jaren 90 doorzet. De jaren 90 staan in het teken van het marktdenken: De markt wordt ontdaan van allerlei wetten en regeltjes (deregulering). Uitgaven van de rijksoverheid: De uitgaven kunnen ook nog op een andere manier worden ingedeeld, namelijk naar departementen (ministeries). Deze indeling is politiek gezien het meest interessant. Deze sluit aan bij de Rijksbegroting: De Rijksbegroting bevat een raming van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk in het komende jaar. 2.3 De ontvangsten van de collectieve sector De ontvangsten van de collectieve sector bestaan uit belastingen, premies en niet belastingontvangsten. Deze ontvangsten worden ook vaak collectieve lasten genoemd. Ontvangsten van de collectieve sector worden uitgedrukt in percentage van het BBN, we spreken dan van de collectieve lastendruk. Tot de collectieve lasten behoren: de belastingen, premies en een deel van de niet-belastingmiddelen (milieuheffingen en binnenlandse aardgasbaten). Je kunt de collectieve druk opsplitsen in de belastingdruk, de sociale premiedruk en de niet-belastingmiddelen druk. Belasting en premieheffing blijven niet zonder gevolgen in de economie. De overheid is de grootste aanjager van inflatie: ongeveer de helft van de gemiddelde consumentenprijsstijging wordt veroorzaakt door zaken als ecotaks, btw, accijnzen, gemeentelijke tarieven enz. Belasting en premies vergroten de wig tussen loonkosten en het nettoloon. Collectieve lasten stuwen loonkosten omhoog. Deze kunnen doorberekend worden in prijzen, waardoor de (internationale) concurrentiepositie verslechtert. Pagina 3 van 9

4 2.4 Het belastingstelsel Beginselen van de belastingheffing Bij de belastingen die een inkomensnivellerende werking hebben spreken we van toepassing van het draagkrachtbeginsel (of rechtvaardigheidsprincipe) De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. Naast het draagkrachtbeginsel kennen we ook het zogenaamde profijtbeginsel en het doelmatigheidsbeginsel (of inningbeginsel ). Profijtbeginsel: Mensen moeten meer belasting betalen naarmate ze voordeel hebben van het gebruik van collectieve voorzieningen. Doelmatigheidsbeginsel: De kosten die gemaakt worden voor het innen van belasting moeten zo laag mogelijk blijven. Het belastingsysteem Directe belastingen De directe belastingen drukken op inkomen en vermogen (bezit). Je betaald ze direct aan de fiscus zonder tussenkomst van iemand anders. Tot deze directe belasting hoort ten eerste inkomensbelasting. Indirecte belastingen De overheid heft ook indirecte belastingen; deze betaal je als je iets koopt. In tegenstelling tot directe belastingen betaal je deze belastingen niet zelf aan de fiscus. Een ondernemer betaald ze aan de fiscus en berekent ze door in de prijs, waardoor je ze uiteindelijk indirect toch betaalt. BTW is de bekende indirecte belasting; deze kent 3 tarieven. (Gangbare tarief van 19%, Verlaagde tarief va 6%, en het nultarief voor bv. onderwijs en huur). Inkomensbelasting en premieheffing Voor inkomsten belasting worden er 3 soorten inkomen onderscheiden: Box 1) Inkomen uit arbeid. Box 2) Inkomen uit een aanmerkelijk aandelen bedrag in een bedrijf. Box 3) Inkomen uit vermogen. Box 1: Het verkregen inkomen waarover je belasting (en premies) moet betalen wordt het belastbaar inkomen genoemd. In Schema: Bruto inkomen uit arbeid + Bijtellingen - Aftrekposten Belastbaar inkomen Schijventarief Belasting - Heffingskorting Te betalen belasting Pagina 4 van 9

5 Hierna wordt de belasting uitgerekend met behulp van het schijventarief, en mag dit bedrag verminderd worden met de algemene heffingskorting. Box 2: Deze is alleen belangrijk voor mensen die een aanmerkelijk aandelenbedrag (5% of meer) in een bedrijf. Box 3: Hierin worden de inkomens uit vermogen afgerekend, zoals inkomen uit spaartegoeden, effecten en het tweede huis. Niet de werkelijke vermogensopbrengsten (rente, dividend, huur en pacht) worden belast maar het fictieve vermogensrendement. De vermogensrendementsheffing bedraagt 30% van een fictief rendement van 4% en komt dus overeen met 1,2% van het gemiddeld vermogen. Ook deze box kent een belastingvrije som. Het schijventarief waarmee de inkomensbelasting in box 1 wordt berekend is een progressief tarief: Mensen met hoge inkomens betalen relatief (in procenten) meer belasting dan mensen met lage inkomens. Hier is de belastingdruk hoger naarmate het inkomen hoger is. De gemiddelde belastingdruk = B/Y x 100% Om dit duidelijker te maken gebruiken we het begrip marginaal tarief: B/ Y x 100% Dit is het percentage dat je betaalt over de laatst verdiende euro. Inflatiecorrectie: De progressie in het systeem van inkomensheffing kan gevolgen hebben voor de koopkracht van het inkomen in tijden van prijsstijgingen. De belastingdienst geeft jaarlijks een inflatiecorrectie: De omvang van de schijven en de heffingskorting worden daartoe verhoogd met het percentage waarmee ook de prijzen zijn gestegen. Het ontwijken, ontduiken en afwentelen van belasting Belastingen vormen, in tegenstelling tot retributies en bijdragen, een gedwongen betaling aan de overheid, zonder dat daar een direct prestatie tegenover staat. Bij ontwijking bekijkt de fiscus of het mogelijk is zonder de wet te overtreden het belastbaar inkomen en daarmee de belastingafdracht te verkleinen. Bij ontduiking is er sprake van buiten de wet treden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het verzwijgen van inkomen of het opvoeren van hoge aftrekposten. Bij afwenteling laat degene voor wie belastingen zijn bedoeld, ze dragen door iemand anders. (bijvoorbeeld het doorberekenen in de prijzen, of een hoger brutoloon eisen van de werknemer om zo het nettoloon gelijk te houden.) 2.5 De sociale zekerheid Korte historische schets De belangrijkste doelstelling van ons uitgebreide stelsel van sociale zekerheid is het verschaffen van bestaanzekerheid voor de gehele bevolking. Pagina 5 van 9

6 In een verzorgingsstaat geeft de overheid werkgevers en werknemers een zekere mate van vrijheid maar tegelijkertijd heeft zij de mogelijkheid in te grijpen in de inkomensvorming en de arbeidsomstandigheden. Afbraak sociale zekerheid Een groter beroep op sociale uitkeringen betekent vaak dat de verhouding tussen inactieven (mensen met uitkering) en actieven (mensen die werken), de i/a verhouding, verslechterd. Hogere belastingen en premies vergroten de wig tussen loonkosten en netto loon. Extra looneisen, maar werkgever hogere loonkosten, hierdoor kan werkloosheid ontstaan. Hogere (collectieve) lasten kunnen ook leiden tot belasting- en premieontwijking, en ontduiking. De uitgaven voor sociale zekerheid zijn gelijk aan het volume (het aantal uitkeringsgerechtigen) maal de prijs (het gemiddelde bedrag van een uitkering). Het overheidsbeleid is erop gericht om enerzijds het beroep op de sociale zekerheid (instroom) terug te dringen en anderzijds meer mensen deel te laten nemen aan het arbeidsproces (uitstroom) zodat er een groter draagvlak voor de sociale zekerheid ontstaat: dit wordt het volumebeleid genoemd. Een van de maatregelen om het beroep op de sociale zekerheid terug te dringen is het (gedeeltelijk) privatiseren van de sociale zekerheid. Privatiseren betekent dat de overheid taken afstoot naar particuliere bedrijven. Ook treft de overheid diverse maatregelen die gericht zijn op een betere werking van de arbeidsmarkt. Door het verschil tussen netto-loon en netto-uitkering te vergroten moet het voor mensen aantrekkelijk worden om zich aan te bieden op de arbeidsmarkt. Een probleem hierbij is de zogenaamde armoedeval : Het verschijnsel dat de overgang van een uitkering naar werk of een stijging van het loon door het verlies aan inkomsten uit inkomensafhankelijke regelingen zoals huursubsidies en subsidies voor kinderopvang leidt tot een afnamen van het besteedbaar inkomen. Effecten van de sociale zekerheid op de economie - Sociale zekerheid en inkomensverdeling - Sociale zekerheid en conjunctuur - sociale zekerheid en structuur Hoofdstuk 3: Het saldo van de overheid 3.2 Saldobegrippen Bij de overheid kun je een balans samenstellen, hierop staan de bezittingen en het vermogen. De overheidsschulden zijn groter dan de overheidsbezittingen. De totale schuldenlast van de overheid noemen we de staatsschuld of de nationale schuld. Het verschil tussen de begrote ontvangsten en uitgaven noemen we het begrotingssaldo. Pagina 6 van 9

7 Rentebetaling legt de regering beperkingen op: De rente uitgaven hebben en verdringingseffect op de begroting; ze kunnen de regering dwingen te bezuinigen op andere begrotingsposten. Het begrotingstekort (financieringsbehoefde) is het bedrag dat de Staat in een bepaald jaar moet lenen om haar uitgaven die niet gedekt worden door inkomsten te kunnen betalen. Het begrotingstekort is niet het bedrag waarmee de staatsschuld toeneemt, een gedeelte wordt gebruikt om bestaande schulden af te lossen. Om de toename van de staatsschuld te vinden dien je het begrotingstekort te verminderen met de aflossingen. Dit is het financieringstekort. Begrotingssaldo = Staatsinkomsten staatsuitgaven Financieringssaldo = Begrotingssaldo schuldaflossingen = Staatsuitgaven exclusief aflossingen - staatsinkomsten = Verandering staatsschuld EMU: Van de lidstaten van de EMU wordt onder meer geëist dat hun financieringstekort niet groter mag zijn dan 3% van het BBP, en dat de staatsschuld niet boven de 60% van het BBP mag uitkomen. De EMU ontwikkelde nieuwe definities voor het saldo en de schuld. Een belangrijk verschil met de gangbare definities is dat de EMU niet alleen kijkt naar de situatie van het Rijk, maar ook naar de saldi van de lagere overheden en de sociale fondsen in de berekening meeneemt. Ook tellen eenmalige opbrengsten niet mee in het EMU-saldo. De definitie financieringssaldo = verandering staatsschuld, gaat hier niet op. De EMU is niet geïnteresseerd in de absolute omvang van het saldo en de schuld, maar relateert deze bedragen aan het BBP. Het EMU saldo in procenten van het BBP noemen we de EMU-financieringsquote: de schuld in procenten van het BBP is de EMU-schuldquote. 3.3 de financiering van het tekort De leningen van de Rijksoverheid worden afgesloten op de vermogensmarkt; deze wordt ingedeeld in de geldmarkt en de kapitaalmarkt. Geldmarktleningen hebben een looptijd van minder dan 2 jaar; ze veroorzaken kortlopende of vlottende schulden. Kapitaalmarktleningen kennen een looptijd van 2 jaar of langer en veroorzaken langlopende of vaste schulden. Het overgrote deel van het tekort wordt gedekt op de kapitaalmarkt, de staat maakt hierbij gebruik van onderhandse en openbare leningen. Een onderhandse lening is een lening tussen slechts 1 vrager en 1 aanbieder. (Deze vormen slechts een klein percentage van kapitaalmarktleningen.) Het grootste deel zijn de obligatieleningen: dit zijn openbare leningen, iedereen mag inschrijven op op obligaties en de stukken zijn vrij verhandelbaar (op de beurs). Het merendeel van de obligaties wordt gekocht door institionele beleggers: instellingen die grote Pagina 7 van 9

8 bedragen aan premies ontvangen, waarvoor ze een veilige belegging zoeken. De kapitaalmarkten zijn geliberaliseerd; dat wil zeggen dat belemmeringen op de in en uitvoer van kapitaal zijn afgeschaft. 3.4 Begrotingsnormen In elke economische theorie staan aanbevelingen over de begroting van de overheid. Als deze samen zijn te vatten in een algemene regel, spreken we van een begrotingsnorm. Begrotingsnormen kunnen betrekkingen hebben op de uitgaven, de inkomsten en / of het saldo. Klassieke normen: Volgens de Klassieken dient de overheid zich zoveel mogelijk te onthouden van beïnvloeding van het economisch gebeuren. Oftewel: De beste begroting, is de kleinste begroting. In de klassieke theorie krijgt de markteconomie (het particuliere bedrijfsleven) absolute voorrang. Deze gedachtegang staat bekend als de draagvlaktheorie. Voor de aanbodeconomen zijn lage belastingtarieven een belangrijke voorwaarde; lage tarieven stimuleren de economische activiteit. De begroting dient niet alleen zo klein mogelijk te blijven, ze dient in evenwicht te zijn. De overheid moet hierbij de uitgaven aanpassen aan de inkomsten en niet andersom. De Klassieken hameren met name op de nadelige gevolgen van een overheidstekort. De verschijnselen die dan ontstaan, staat bekend als het crowding out effect of verdringingseffect van overheidstekorten: de kredietvraag van de overheid verdringt de particuliere bedrijven van de kapitaalmarkt, stuwt de rente op en leidt tot het schrappen van investeringsplannen. In de 19e eeuw werd de strenge Klassieke vorm afgezwakt: De Gulden financieringsregel: Deze gematigde Klassieke norm maakt onderscheid tussen begrotingsuitgaven met een lopend karkater (consumptie) en uitgaven met het karakter van kapitaalvorming (investeringen). De Gulden financieringsregel staat toe dat de overheid leent om investeringen te financieren. Alle overige uitgaven mogen uitsluitend gefinancierd worden uit de lopende inkomsten (belastingen) Het idee achter de regel is dat investeringen ook nut opleveren voor toekomstige generaties. Conjuncturele normen: Keynes pleitte voor een actieve conjunctuurpolitiek: via hun begrotingen dienden overheden maatregelen te nemen om de effectieve vraag te vergroten of te verkleinen. Deze begrotingspolitiek werkt anticyclisch. Ze dempt de conjunctuurbeweging doordat de bestedingen bij een recessie worden gestimuleerd en bij een hausse worden geremd. Een nadeel van het actieve conjunctuurbeleid was de trage besluitvorming: het vergt namelijk de nodige tijd om maatregelen in werking te stellen. Dat het kan zijn dat de conjunctuur inmiddels alweer is omgeslagen. Het uiteindelijk gevolg kan zijn dat het beleid procyclisch in plaats van anticyclisch effect Pagina 8 van 9

9 heeft: de overheid die de recessie wilde bestrijden is dan bezig met het versterken van de hoogconjunctuur. Een ander nadeel werd gevormd door de geneigdheid van politici om geld uit te geven. De trendmatige begrotingsnorm: Vanaf 1994 moest de regering voortaan rekening houden met de EMU-voorschriften. In 1997 werden nieuwe begrotingseisen gesteld in het zogenaamde Groei en stabiliteitspact. Afgesproken werd dat overheden op de middellange termijn (over de conjunctuurcyclus heen) dienden te zorgen voor evenwicht op hun begroting. Door deel te nemen aan de EMU gaven de lidstaten de rente en de wisselkoers als beleidsinstrumenten uit handen en werd bovendien hun begrotingsbeleid sterkt aan banden gelegd. Er werd een nieuwe begrotingsnorm ontwikkeld, die bekend staan als de trendmatige begrotingsnorm. Trendmatig verwijst ernaar dat de begroting over de conjunctuurcyclus heen in evenwicht moet zijn (EU-eis). De trendmatige begrotingsnorm heeft 2 kenmerken: De ontvangsten en uitgaven zijn streng gescheiden, en er bestaan afspraken over mee en tegenvallers. Pagina 9 van 9

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart Samenvatting door een scholier 1202 woorden 30 januari 2004 4,7 24 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Overheid Hoofdstuk 1 De rol van de overheid Vrije markteconomen/

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Het liberalisme: Laat elk individu zijn eigen belangen nastreven, dan zal ieder zich hard inspannen en word de totale welvaart het grootst

Het liberalisme: Laat elk individu zijn eigen belangen nastreven, dan zal ieder zich hard inspannen en word de totale welvaart het grootst Samenvatting door een scholier 3701 woorden 6 april 2003 7,8 197 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Het liberalisme: Laat elk individu zijn eigen belangen nastreven, dan zal ieder zich hard inspannen

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 2722 woorden 25 februari keer beoordeeld

5,5. Samenvatting door een scholier 2722 woorden 25 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2722 woorden 25 februari 2005 5,5 7 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting hoofdstuk 1: De rol van de overheid, lesbrief de overheid. Economen hebben altijd al een verschillende

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Samenvatting door een scholier 1279 woorden 6 december 2005 5,7 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Economie Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Functies van

Nadere informatie

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten)

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten) Begrippenlijst door V. 1548 woorden 7 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Economie begrippen hoofdstuk 12 12.1 de collectieve sector Collectieve sector - (overheid in

Nadere informatie

3,2. Samenvatting door G woorden 7 april keer beoordeeld

3,2. Samenvatting door G woorden 7 april keer beoordeeld Samenvatting door G. 3083 woorden 7 april 2012 3,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie boekje overheid h2, uitgaven en inkomsten van de collectieve sector. Een deel van het nationaal

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4, Overheid

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4, Overheid Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4, Over Samenvatting door een scholier 1857 woorden 21 februari 2006 6,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO OVERHEID Hoofdstuk 1 vrije markteconomie = klassieke

Nadere informatie

5,9. Klassieke theorie (aanbodtheorie) Kritiek op de vrije marktopvatting. Samenvatting door een scholier 3336 woorden 14 januari 2008

5,9. Klassieke theorie (aanbodtheorie) Kritiek op de vrije marktopvatting. Samenvatting door een scholier 3336 woorden 14 januari 2008 Samenvatting door een scholier 3336 woorden 14 januari 2008 5,9 35 keer beoordeeld Vak Economie Overheid Hoofdstuk 1 De rol van de overheid Klassieke theorie (aanbodtheorie) Klassieke economen = Adam Smith,

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100% Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1972 woorden 21 april 2005 7,1 35 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 onder de collectieve sector wordt de overheid

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Lesbrief De Overheid. Hoofdstuk 1 De rol van de overheid

Lesbrief De Overheid. Hoofdstuk 1 De rol van de overheid Lesbrief De Overheid Hoofdstuk 1 De rol van de overheid Klassieken Economen als Adam Smith, David Ricardo, Thomas Malthus, Jean Baptist Say worden wel Klassieke economen genoemd. Hun uitgangspunt was de

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

4,2. Samenvatting door een scholier 4570 woorden 31 mei keer beoordeeld. Overheid HOOFDSTUK 1 DE ROL VAN DE OVERHEID 1.1 De vrijemarkteconomen

4,2. Samenvatting door een scholier 4570 woorden 31 mei keer beoordeeld. Overheid HOOFDSTUK 1 DE ROL VAN DE OVERHEID 1.1 De vrijemarkteconomen Samenvatting door een scholier 4570 woorden 31 mei 2011 4,2 7 keer beoordeeld Vak Economie Overheid HOOFDSTUK 1 DE ROL VAN DE OVERHEID 1.1 De vrijemarkteconomen Liberalisme: het vrijheidsdenken, hun devies

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis)) Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk

Nadere informatie

Grootverdiener zwaarder belast

Grootverdiener zwaarder belast 4 september 2009 Grootverdiener zwaarder belast AMSTERDAM - De PvdA zint op de terugkeer van een toptarief van 60 procent in de inkomstenbelasting. Het toptarief is nu 52 procent. Acht jaar geleden was

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last? Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last? Samenvatting door een scholier 1592 woorden 30 oktober 2004 8 49 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 7 Belasting

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni 2010 6,1 13 keer beoordeeld Vak Economie De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 De rijksoverheid is onderdeel van de collectieve sector. Om de uitgaven

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus 2006 6,9 52 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 De collectieve sector = overheid - mogen geweld uitoefenen - mogen regels maken -> publiek rechtelijke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

Economische conjunctuur

Economische conjunctuur Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur

Nadere informatie

Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten

Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting door J. 1607 woorden 28 augustus 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H1: De omvang van de

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni keer beoordeeld

5,9. Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni 2011 5,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans H8 Collectieve lasten (8.1) - Collectieve sector = overheidssector + instellingen voor sociale

Nadere informatie

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo I

Eindexamen economie 1 vwo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele

Nadere informatie

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER? Boekverslag door I. 1977 woorden 22 april 2007 7.6 10 keer beoordeeld Vak Economie Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID o Sociale zekerheid is eigenlijk het stelsel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting door een scholier 1625 woorden 12 mei 2003 6,7 18 keer beoordeeld Vak Economie Bruto arbeidsinkomen Aftrekposten - = belastbaar arbeidsinkomen Bruto

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Conjunctuur

Praktische opdracht Economie Conjunctuur Praktische opdracht Economie Conjunctuur Praktische-opdracht door een scholier 1660 woorden 8 oktober 2006 6,9 43 keer beoordeeld Vak Economie PRAKTISCHE OPDRACHT Conjunctuur. De conjuncturele situatie

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8

Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit

Nadere informatie

Economie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

Economie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud: Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 samengevat 3 h4 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6 & 7 Links 7 Test je

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan. Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Hoofdstuk 1: Waar produceren Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

Samenvatting Economie Collectieve sector

Samenvatting Economie Collectieve sector Samenvatting Economie Collectieve sector Samenvatting door een scholier 187 woorden 10 maart 2009 8,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Belastinginkomsten. Je hebt twee soorten belastingen namelijk de directe

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Economie Elementaire economie 3 VWO

Economie Elementaire economie 3 VWO Economie Elementaire economie 3 VWO Les 13 Introductie overheid Ontwerp power point: Henk Douna docent: Jeannette de Beus De komende weken: de overheid Consumenten De markt Producenten Bijvoorbeeld Goederenmarkt

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur Hoofdstuk 14 Conjunctuur Open vragen 14.1 CPB: groei Nederlandse economie valt terug naar 1% in 2005 In 2005 zal de economische groei in Nederland licht terugvallen naar 1% ten opzichte van een groei van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen

Nadere informatie

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels.

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels. Samenvatting door A. 952 woorden 14 juni 2013 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie 1 De collectieve sector: Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven

Nadere informatie

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 12

Samenvatting Economie Hoofdstuk 12 Samenvatting Economie Hoofdstuk 12 Samenvatting door een scholier 2589 woorden 20 juni 2017 7,4 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 12.1 De collectieve sector De overheid: Enge

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het

Nadere informatie

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als % Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december 2002 5,6 76 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen heeft met geld te maken, jong en oud. Jongeren misschien wat minder dan oudere mensen, maar

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2

Inhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 Inhoud 1 Inleiding 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 modellen 12 2 Markt of overheid 1 de vraag 14 Prijzen en gevraagde hoeveelheid 14 D De vraagfunctie 14 D Verschuiving

Nadere informatie

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting. Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders

Nadere informatie

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men

Nadere informatie

*nederland = verzorgingsstaat > veel geld naar sociale zekerheid (uitkeringen e.d)

*nederland = verzorgingsstaat > veel geld naar sociale zekerheid (uitkeringen e.d) Samenvatting door een scholier 1561 woorden 9 oktober 2003 7,7 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie H7 7.1 *Collectieve sector bestaat uit: overheidssector instellingen die de sociale

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART 2015 11.30 UUR 13:00 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Algemene ecomonie Maandag 2 maart 2015 B / 9 2015 Stichting

Nadere informatie

Economie kwintaal 5. vs Budgetmechanisme

Economie kwintaal 5. vs Budgetmechanisme Economie kwintaal 5 12.1 De collectieve sector De overheid Enge zin: centrale overheid in het rijk of Den Haag Ruime zin: enge + lagere overheden( gemeente provincie) collectieve sector(samenbelang) =

Nadere informatie

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Domein E: Concept Ruilen over de tijd 1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 102,4 100 = 101,4866 1,49% 100,9 Voor het antwoord:

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting door een scholier 1511 woorden 10 juni 2004 7 78 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting SO Economie Hoofdstuk 4, De collectieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 11

Samenvatting Economie Hoofdstuk 11 Samenvatting Economie Hoofdstuk 11 Samenvatting door een scholier 1967 woorden 25 juni 2012 6,9 31 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 11.1: Collectieve en particuliere sector

Nadere informatie

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk door een scholier 1702 woorden 21 maart 2001 6,3 131 keer beoordeeld Vak Economie VOORAF. Deze brochure is geschreven voor een modaal gezin en een gezin

Nadere informatie

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1763 woorden 29 november 2009 9,4 16 keer beoordeeld Vak Economie Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Directe belastingen: zijn belastingen die je betaalt

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:

Nadere informatie

Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen

Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Hoofdstuk 1 + 2 Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Bedoeld om de werkelijkheid te verklaren Bedoeld om voorspellingen

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2 Inkomstenbelasting Module 7 hoofdstuk 2 Verschillende vormen inkomen, verschillende vormen belasting Verschillende boxen Box 1 Bruto inkomen uit arbeid (denk aan brutoloon) Inkomen uit koophuis Aftrekposten

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II Opgave 1 Stoppen met roken!? In een land betalen rokers bij de aanschaf van tabaksproducten een flink bedrag aan indirecte belasting (tabaksbelasting)*. Dat vinden veel mensen terecht omdat de overheid

Nadere informatie

7,9. Samenvatting door E woorden 21 april keer beoordeeld. 1.Waar produceren? Kennen:

7,9. Samenvatting door E woorden 21 april keer beoordeeld. 1.Waar produceren? Kennen: Samenvatting door E. 3688 woorden 21 april 2014 7,9 44 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.Waar produceren? Arbeidsmigratie: Werknemers verhuizen naar plaatsen waar werk is. Dat kan binnen een

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:

Nadere informatie