ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 11 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet Natura 2000-gebied Rijntakken Activiteit : uitvoeren faunabeheer Verlenen/weigeren : gedeeltelijk wijzigen voorschrift 3 van de vergunning van 21 oktober 2014 (vervallen kaart beverburchten) Aanvrager : Faunabeheereenheid Gelderland Zaaknummer : Documentnummers inzagestukken: ,

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Faunabeheereenheid Gelderland, van Twickelostraat 13, 7411 SC Deventer, hierna te noemen aanvrager, van 8 september 2016 om een gedeeltelijk wijziging van voorschrift 3 van de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, hierna de Nbw Aanvraag en procesverloop De aanvraag bevat het verzoek om een gedeeltelijk wijziging van voorschrift 3 van de vergunning die op 21 oktober 2014 is verleend voor schadebestrijding van fauna in Natura gebieden (deze vergunning is eerder gewijzigd bij besluiten van 5 november 2014, 6 februari 2015, 21 december 2015 en 11 februari 2016). Voor de beoordeling van het verzoek is het volgende stuk gebruikt: Verzoek van 8 september 2016 om wijziging voorschrift 3 van de vergunning Op deze vergunningaanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. Activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd De Faunabeheereenheid Gelderland (hierna FBE) beschikt over een vergunning voor gebruik van het geweer voor uitvoering van schadebestrijding fauna op basis van de landelijke vrijstelling en ontheffingen in de periode 1 oktober tot 1 april in het Gelderse deel van de Natura gebieden Arkemheen, Rijntakken en Veluwerandmeren inclusief een bufferzone rondom de Veluwerandmeren. Gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen 50 meter van beverburchten, ongeacht of deze in gebruik zijn (voorschrift 10 van de vergunning d.d. 21 oktober 2014) De aanwezigheid van beverburchten moet op een compartimenteringskaart zijn aangegeven. Met deze aanvraag wordt verzocht de vergunning zodanig te wijzigen dat voor het Natura 2000-gebied Rijntakken geen compartimenteringskaart waarop de beverburchten worden aangegeven gemaakt hoeft te worden. Aanleiding en beoordeling van het verzoek tot wijzigen van de voorschriften De beoordeling van de vergunningaanvraag voor het gebruik van het geweer voor uitvoering van schadebestrijding heeft in de op 21 oktober 2014 verleende vergunning en de daarop volgende wijzigingen van die vergunning plaatsgevonden. Het wijzigingsverzoek betreft alleen het verzoek tot wijzigen van het voorschrift om beverburchten in kaart te brengen. 2

3 In de vergunning van 21 oktober 2014 zijn onder andere de volgende voorschriften opgenomen: 3. Er dient een voorstel voor compartimentering te worden ingediend bij Gedeputeerde Staten. Dit voorstel dient voorzien te zijn van een duidelijke kaart waarop voor het gebied Rijntakken tevens de aanwezige beverburchten zijn aangegeven. Arkemheen omvat twee compartimenten gescheiden door de Arkervaart. Voor Rijntakken en Veluwerandmeren dienen de compartimenten aan te sluiten op landschappelijke eenheden zoals een uiterwaard met in het veld herkenbare begrenzing. In de compartimentering voor de Veluwrandmeren dient tevens een bufferzone te worden aangegeven welke minimaal 300 meter breed dient te zijn. Van deze vergunning mag geen gebruik worden gemaakt voordat het compartimenteringsvoorstel door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. 10. Gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen 50 meter van beverburchten, ongeacht of deze op dat moment in gebruik zijn. De FBE geeft aan dat de beverburchten niet op de gehanteerde compartimenteringskaarten zijn aan te geven. Reden hiervoor is dat de FBE geen voldoende volledige en gedetailleerde gegevens kan garanderen, gezien het grote aantal waarnemingen De FBE heeft daarvoor bronnenonderzoek verricht bij de Nationale Databank Flora en Fauna en contact gehad met de Zoogdiervereniging en de adviseur van de beverwerkgroep CaLutra binnen de Zoogdiervereniging. Beschikbare gegevens van beverburchten waaronder die van de Gelderse Poort (uitgegeven door Staatsbosbeheer 2013/2014) zijn al verspreid binnen de wildbeheereenheden (hierna WBE). Er worden zelden nieuwe waarnemingen gedaan. Naar zeggen van de WBE omdat de burchten zich in waterrijke delen van het jachtveld bevinden waar men niet komt tijdens de schadebestrijding. Mede daarom zou het separaat registreren van de burchten een administratieve last met zich meebrengen die niet in verhouding staan tot het doel. In de praktijk blijkt dat de verplichting om binnen 50 meter van beverburchten geen geweer te gebruiken zonder problemen kan worden nagekomen, jachthouders kennen de situatie in hun terrein daarvoor voldoende. Bovendien blijkt dat de burchten zich in waterrijke delen van het jachtveld bevinden waar men niet komt tijdens schadebestrijding. Het doel van het voorschrift, bescherming van Bevers, staat ook niet ter discussie. Beoordeling van de effecten van de aanvraag op de instandhoudingsdoelstellingen Sinds het uitzetten van de bevers is de kolonisatie van het rivierengebied in gang gezet. Om de doelstelling van het Natura 2000-gebied Rijntakken te behalen zijn in onderhavige vergunning voorschriften opgenomen om de mogelijk significant negatieve effecten op de soort te voorkomen. Het in kaart brengen van de burchten is als hulpmiddel opgenomen om een veilige afstand van burchten tijdens schadebestrijding te garanderen. Op basis van de huidige inzichten zou een combinatie van een doel- en middelvoorschrift niet meer aan de vergunning worden verbonden. Uit recentere inzichten dan waarop de vergunning is gebaseerd blijkt de bever minder verstoringsgevoelig te zijn. Ook gaat het goed met de bever en wordt de instandhoudingsdoelstelling ervan gehaald. De praktijk wijst uit dat het in kaart brengen en actueel houden van de burchten een onevenredige inspanning vraagt. Het niet in kaart brengen van de beverburchten betekent echter niet dat men het voorschrift tot bewaren van 50 meter afstand niet kan nakomen. De burchten die mogelijk in de nabijheid van plaatsen liggen waar het geweer mogelijk gebruikt wordt zijn bekend en kunnen worden vermeden tijdens schadebestrijding. Zolang het doel van bescherming gewaarborgd blijft, kan het voorschrift voor het opstellen van een kaart vervallen. Het blijft daarmee nog steeds de verantwoordelijkheid van de jagers om aan de afstandseis van 50 meter te voldoen. De verspreidingsgegevens kunnen door bevoegd gezag en terreinbeherende organisaties geanalyseerd worden mocht daar aanleiding (afnemen aantallen) toe zijn en hoeft niet geborgd te worden in deze vergunning. 3

4 Niet gebleken is dat er belangen aan de orde zijn zoals vermeld in artikel 19e sub c die in strijd zijn met wijzigen van het onderhavige voorschrift. Het laten vervallen van een middelvoorschrift past bovendien goed bij het uitgangspunt van de nieuwe Wet natuurbescherming dat meer wordt gekeken naar het beoogde doel. Daarnaast zal in 2017 meer in het algemeen worden onderzocht of vergunningen voorschriften bevatten die geen meerwaarde hebben, omdat daarin op een andere manier al wordt voorzien. Het gedeeltelijk laten vervallen van voorschrift 3 sluit daar goed op aan. Conclusie Wij hebben op basis van de beoordeling de zekerheid verkregen dat het vervallen van het voorschrift om beverburchten in kaart te brengen niet leidt tot significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Rijntakken. Nu tevens de belangen zoals vermeld in artikel 19 e sub c Nbw 1998 niet aan de orde zijn, kan het verzoek worden ingewilligd. Besluit Gedeputeerde Staten van Gelderland: Gelet op artikelen 16, 43 en 19d en e van de Nbw 1998; HEBBEN BESLOTEN Voorschrift 3 van de vergunning d.d. 21 oktober 2014 verleend aan Faunabeheereenheid Gelderland als volgt te wijzigen. 3. Er dient een voorstel voor compartimentering te worden ingediend bij Gedeputeerde Staten. Arkemheen omvat twee compartimenten gescheiden door de Arkervaart. Voor Rijntakken en Veluwerandmeren dienen de compartimenten aan te sluiten op landschappelijke eenheden zoals een uiterwaard met in het veld herkenbare begrenzing. In de compartimentering voor de Veluwerandmeren dient tevens de bufferzone te worden aangegeven welke minimaal 300 meter breed dient te zijn. Van deze vergunning mag geen gebruik worden gemaakt voordat het compartimenteringsvoorstel door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. In bijlage 1 is een totaaloverzicht van de voorschriften opgenomen. Deze voorschriften vervangen voorgaande voorschriften. N.B. Wij wijzen u er op dat u zelf verantwoordelijk bent voor het verkrijgen van eventueel benodigde ontheffingen, vergunningen of toestemmingen op grond van andere wet en regelgeving. 4

5 Zienswijzen Gedurende de periode van terinzagelegging kunnen belanghebbenden schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren brengen. Ingediende zienswijzen worden met het uiteindelijke besluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem, of aan onder vermelding van het zaaknummer dat op de eerste bladzijde van het ontwerpbesluit staat vermeld. Voor een mondelinge zienswijze of toelichting over het ontwerpbesluit kan contact worden opgenomen met het Provincieloket (telefoonnummer (026) ). Wij maken u erop attent dat alleen beroep tegen het uiteindelijke besluit kan worden ingediend als de indiener ook een zienswijze heeft ingebracht tegen het ontwerpbesluit en men belanghebbende is. De periode van terinzagelegging is te vinden onder de technische informatie van de kennisgeving. Deze kennisgeving is in te zien op website van Overheid.nl. Bijlagen: o Bijlage 1: Volledig overzicht voorschriften o Bijlage 2: Compartimenteringsoverzicht o Bijlage 3: Kaart zomerdijk/kamperdijk WBE Oldebroek Oosterwolde en ligging A28 WBE Nijkerk 5

6 BIJLAGE 1 Volledig overzicht voorschriften Gedeputeerde Staten van Gelderland: Gelet op artikelen 16, 43 en 19d en e van de Nbw 1998; HEBBEN BESLOTEN B FBE Gelderland een vergunning conform de beschrijving in de aanvraag te verlenen voor het vangen van ganzen in de periode 1 april tot 1 september in het Gelderse deel van de Natura 2000-gebieden Rijntakken en Veluwerandmeren onder de volgende voorwaarde: 1. Het vangen van ganzen is alleen toegestaan nadat dit vooraf is gemeld en middels inventarisatiegegevens, uitgevoerd door ter zake deskundige, is aangetoond dat op de betreffende locatie inclusief een buffer van 50 meter geen broedvogels aanwezig zijn die voor het betreffende gebied doelsoort zijn. C FBE Gelderland een vergunning conform de beschrijving in de aanvraag te verlenen voor gebruik van het geweer voor uitvoering van schadebestrijding op basis van de landelijke vrijstelling en ontheffingen in de periode 1 oktober tot 1 april in de het Gelderse deel van de Natura 2000-gebieden Arkemheen, Rijntakken en Veluwerandmeren inclusief een bufferzone rondom de Veluwerandmeren (binnen de bufferzone is ook jacht van toepassing) onder de volgende voorschriften: ALLE GEBIEDEN 2. Gebruik van het geweer is in de winterperiode (1 oktober tot 1 april) binnen één compartiment maximaal 2 dagen per maand (kalendermaand) toegestaan waarbij het geweer niet gelijktijdig in twee aangrenzende compartimenten - al dan niet gescheiden door de rivier - mag worden gebruikt. Er mag maximaal 1 keer per jaar per compartiment sprake zijn van drijfjacht en alleen voor zover het schadebestrijding van de haas betreft waarvoor een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is verleend. 3. Er dient een voorstel voor compartimentering te worden ingediend bij Gedeputeerde Staten. Arkemheen omvat twee compartimenten gescheiden door de Arkervaart. Voor Rijntakken en Veluwerandmeren dienen de compartimenten aan te sluiten op landschappelijke eenheden zoals een uiterwaard met in het veld herkenbare begrenzing. In de compartimentering voor de Veluwerandmeren dient tevens de bufferzone te worden aangegeven welke minimaal 300 meter breed dient te zijn. Van deze vergunning mag geen gebruik worden gemaakt voordat het compartimenteringsvoorstel door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. 4. Gebruik van het geweer is in de winterperiode alleen toegestaan op dagen die zijn opgenomen in het compartimenteringsvoorstel onder voorschrift Gebruik van het geweer is in de winterperiode alleen toegestaan van zonsopkomst tot uur. 6. Per compartiment mogen maximaal tien personen per jachtveld aanwezig zijn waarvan maximaal vijf geweerdragers met gebruik van jachthonden (geen lange honden). 7. Gebruik van het geweer is niet toegestaan in relatie tot doelsoorten waarvoor het gebied is aangewezen met uitzondering van koppelvormende ganzen in periode 1 februari tot 1 april. 8. Gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen 100 meter van op het water rustende vogels. ARKEMHEEN 9. Gebruik van het geweer is in Arkemheen niet toegestaan binnen 500 meter van groepen (>25 individuen) zwanen. 6

7 RIJNTAKKEN 10. Gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen 50 meter van beverburchten, ongeacht of deze op dat moment in gebruik zijn. 11. Gebruik van het geweer is in Natura 2000 gebied Rijntakken niet toegestaan binnen leefgebied van de Kwartelkoning zijnde percelen met lang gras (>20 cm) inclusief een bufferzone van 100 meter tijdens het broedseizoen van de kwartelkoning van 1 mei tot 15 augustus. 12. Gebruik van het geweer is in de Rijntakken niet toegestaan binnen 300 meter van op het land aanwezige groepen watervogels en steltlopers (>25 vogels). VELUWERANDMEREN Het vangen van ganzen is alleen toegestaan nadat dit vooraf is gemeld en middels inventarisatiegegevens, uitgevoerd door ter zake deskundige, is aangetoond dat op de betreffende locatie inclusief een buffer van 50 meter geen broedvogels aanwezig zijn die voor het betreffende gebied doelsoort zijn. 13. Binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren is betreding t.b.v. de jacht en/ of beheer en schadebestrijding niet toegestaan. 14. In afwijking van voorschrift 13 is het in de periode 1 februari tot 15 maart gedurende 2 dagen toegestaan vossen uit de rietkraag op te drijven en te bejagen. Effecten van de vossenbestrijding worden in beeld gebracht door een ecologisch adviesbureau. Het ecologisch adviesbureau zorgt ervoor dat mogelijke effecten in een rapportage worden weergegeven a.d.h.v. waarnemingen. Deze rapportage dient voor 1 mei van dat kalenderjaar worden ingediend onder vermelding van dit zaaknummer. In de rapportage moet worden aangegeven welke soorten aanwezig waren tijdens deze activiteit, welke verstoring de activiteit had op de soorten. Tevens moet in de rapportage worden aangegeven welke delen van het gebied inmiddels weer geschikt zijn voor hervestiging van de broedvogels. 15. Indien de rapportage zoals bepaald in voorschrift 14 hiertoe aanleiding geeft kunnen Gedeputeerde Staten nadere voorschriften stellen, de vergunning wijzigen of (gedeeltelijk) intrekken. 16. In afwijking van wat is opgenomen in voorschrift 2 is gebruik van het geweer binnen de zone van 300 meter tot de grens van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren: o maximaal 1 dag per week toegestaan per compartiment binnen het grondgebied van de gemeente Harderwijk ten oosten van de stad Harderwijk, waarbij dit deel verdeeld wordt in twee compartimenten (zie bijlage 2); o maximaal 3 dagen per week toegestaan binnen compartimenten die gelegen zijn tussen Harderwijk en Elburg en niet aansluiten op een rustgebied; o niet gelijktijdig in meerdere compartimenten die grenzen aan het rustgebied ten westen van Elburg, waarbij de compartimenten 6 en 9 (zie bijlage 2) als één compartiment wordt beschouwd; o maximaal 1 dag per week toegestaan binnen 300 meter van het rustgebied ten o zuidwesten van Harderwijk; maximaal 2 dagen per week toegestaan binnen de overige compartimenten (randmeerkust buiten traject Harderwijk-Elburg) welke een omvang dienen te hebben van circa 2 km oeverlengte. 17. Buiten het vogelrichtlijngebied, in afwijking van voorschrift 6, gelden er geen beperkingen voor het aantal personen per jachtveld. 18. In afwijking van voorschrift 16 mag in de compartimenten waar 1 keer per week schade bestreden mag worden, afgeweken worden van de vastgestelde dag, mits dit niet gelijktijdig in twee aangrenzende compartimenten plaatsvindt. 19. In afwijking van voorschrift 16 geldt in WBE Oldebroek/Oosterwolde de Zomerdijk/Kamperdijk als grens voor de zonering en geldt in WBE Nijkerk de A28 als zonering (zie bijlage 3). 7

8 20. In afwijking van eerdere voorschriften is gebruik van het geweer binnen 300 meter van Natura 2000-gebied Veluwerandmeren toegestaan indien gebruik gemaakt wordt van een klein kaliber geweer Ten behoeve van evaluatie van de werkwijze zoals vastgelegd in deze vergunning dienen alle acties binnen 300 meter (of tot de zomerdijk-kamperdijk en A28 zoals vermeld in voorschrift 19) tot de grens van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren waarbij gebruik gemaakt wordt van het geweer geregistreerd te worden naar locatie, datum en tijdstip. Deze gegevens moeten op eerste verzoek van de toezichthouder worden overlegd. Aanvullend zijn voor de onderdelen A en B van het besluit de volgende voorschriften van toepassing: MACHTIGING EN GEBRUIK MACHTIGING De FBE machtigt natuurlijke personen om de vergunning en de daarbij vereende rechten feitelijk te gebruiken, door afgifte van een schriftelijke machtiging. De FBE kan aan een rechtspersoon, waaronder de wildbeheereenheden, een volmacht geven om namens haar machtigingen af te geven. Een vergunninggebruiker is uitsluitend een natuurlijk persoon gemachtigd door of namens de ontheffinghouder; vergunninggebruiker kan zich in zijn eigen aanwezigheid en onder eigen verantwoordelijkheid bij het feitelijk gebruik laten bijstaan door anderen. De FBE draagt zorg voor instructie van iedere vergunning gebruiker over aard en de omvang van de vergunning, waaronder de verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit de voorschriften bij de vergunning. De FBE draagt er zorg voor dat iedere gemachtigde eindgebruiker kan beschikken over een schriftelijke weergave van de specifieke voorschriften die voor gemachtigden zijn opgenomen bij de vergunning. De FBE is medeverantwoordelijk voor het gebruik van de vergunning door gemachtigden. De FBE draagt er zorg voor dat een machtiging wordt ingetrokken indien vaststaat of redelijkerwijze aannemelijk is dat de gemachtigde één of meer handelingen heeft verricht die strijdig zijn met de verplichtingen die bij of krachtens de NBW voor hem gelden. IDENTIFICATIE Een eindgebruiker of gemachtigde draagt bij iedere handeling ter gebruik van de vergunning of een machtiging, onverminderd verplichtingen die bij of krachtens de wet gestelde voorschriften gelden, in ieder geval de volgende bescheiden (digitaal) bij zich: a. Een kopie van de vergunning; te weten het besluit en de voorschriften b. De aan hem verleende of doorgeschreven verleende machtiging of een kopie daarvan; c. De grondgebruikersverklaring of een kopie daarvan. Naast hetgeen in deze voorschriften is opgenomen blijven eventuele verplichtingen vanuit de andere wetgeving van kracht waaronder de zorgplicht betreffende broedvogels in het kader van de Flora- en faunawet, benodigde toestemmingen van derden waaronder eigenaren en de voorschriften in het kader van andere toestemmingen waaronder de ontheffing(en) in het kader van de Flora-en faunawet. 8

9 BIJLAGE 2 Compartimenteringsoverzicht 9

10 BIJLAGE 3 Kaart zomerdijk/kamperdijk WBE Oldebroek Oosterwolde en ligging A28 WBE Nijkerk Ligging zomerdijk/kamperdijk WBE Oldebroek Oosterwolde Ligging A28 WBE Nijkerk 10