ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 21 december 2015 Onderwerp :Natuurbeschermingswet gemeenten Elburg, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek en Putten Activiteit : Wijzigen vergunning faunabeheer Veluwerandmeren Verlenen/weigeren : gedeeltelijk verlenen wijzigen vergunning Aanvrager : Faunabeheereenheid Gelderland Zaaknummer :

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Faunabeheereenheid (FBE) Gelderland, hierna te noemen aanvrager, van 2 oktober 2015 om wijziging van de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, hierna de Nbw 1998, zoals verleend op 6 februari Aanvraag en procesverloop De aanvraag omvat een verzoek tot wijziging van de vergunning voor gebruik van het geweer ten behoeve van faunabeheer zoals verleend op 6 februari 2015 voor het gebied aansluitend aan het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende stukken gebruikt: Verzoek aanpassing voorschriften vergunning Natuurbeschermingswet Veluwerandmeren 2 december 2015 hebben wij een mail ontvangen met daarin aanvullende informatie voor de beoordeling van het wijzigingsverzoek. Op deze vergunningaanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. Instandhoudingsdoelstellingen De instandhoudingsdoelstellingen van het voor deze aanvraag relevante Natura 2000-gebied zijn vermeld in bijlage 1. Aanvraag De faunabeheereenheid Gelderland vraagt om de onderliggende punten door te voeren in de huidige vergunning: 1. De Wildbeheereenheid (hierna WBE) Noord West Veluwerand heeft in acties uitgevoerd terwijl er 150 acties verwacht waren. Een belangrijke beperking voor de praktijk van schadebestrijding is dat deze is gebonden aan vooraf vastgelegde dagen. De FBE vraagt nadrukkelijk om de vastgelegde dagen los te laten. Jachthouders (compartimenten) moeten kunnen afwijken van de vastgestelde dagen om schade door dieren te kunnen bestrijden onder voorwaarde dat de toegestane frequentie niet overschreden wordt en vooraf met de buurjager is afgestemd om gelijktijdige verstoring te voorkomen. 2. In de onderliggende (basis)vergunning staat onder voorschrift 6 een beperking ten aanzien van het aantal personen dat deelneemt. Aangezien het betreffende gebied niet in, maar naast het Vogelrichtlijngebied ligt, is jacht wel toegestaan en zijn tijdens de jacht in het jachtveld gelijktijdig soms meer mensen aanwezig (ook omdat dit zich uitstrekt tot buiten de 300 meter zone). Het verzoek is daarom om deze bepaling voor dit gebied niet van toepassing te verklaren 3. Vooruitlopend op een verzoek om de vossenstand te beperken d.m.v. nachtelijk afschot met gebruik van kunstlicht, vraagt de FBE de mogelijkheid om de vossenstand nu al te reguleren met toegestane middelen. Dit kan door enkele malen langs de gehele rietkraag vossen op te drijven en te bejagen. Op die momenten kan er geen compartimentering worden gehanteerd. De FBE vraagt deze methode toe te staan gedurende 2 jachtdagen in het jachtseizoen. 4. In WBE Oldebroek Oosterwolde is het dijklichaam (Kamperdijk/Zomerdijk) van zodanige hoogte dat hiervan een sterk geluidwerende werking uitgaat (vergelijkbaar met dijklichamen van de Rijntakken). In WBE Nijkerk, ter plaatse van het Nuldernauw vormt de snelweg A28 een duidelijke begrenzing op gemiddeld zo n 150 meter uit de kust. Deze weg is een belangrijke en constante geluidbron waarbij het geluid van gebruik van het geweer aan de oostzijde daarvan in het niet valt. Volgens de FBE maakt dit dat ter plaatse geen 300 meter zones maar slechts de buitendijkse gebieden respectievelijk de westzijde van de A28 tot vergunningplichtig zouden moeten worden aangemerkt. 5. Schadebestrijding bij ganzen is in de onderliggende Nbw vergunning beperkt tot koppelvormers. Inmiddels zijn de ganzenrustgebieden in ontwerp vastgesteld en zijn daarbij 2

3 de regels ten aanzien van schadebestrijding in dat kader uitgewerkt. Schadebestrijding bij ganzen is buiten de rustgebieden onder strikte voorwaarden wel toegestaan. Dit is geregeld in de ontheffing art 68 Flora en faunawet. DE FBE verzoekt de vergunning in het kader van de natuurbeschermingswet ook hiermee in overeenstemming te brengen. Beoordeling van de effecten van de aanvraag op de instandhoudingsdoelstellingen 1. De compartimentering is in de vergunning opgenomen om gelijktijdige verstoring te voorkomen (zie bijlage 3). Gevraagd wordt de vooraf vastgestelde dagen los te laten zonder de frequentie te verhogen. De frequentie van verstoring neemt hierdoor niet toe. De jagers nemen zelf verantwoordelijkheid voor afstemming met de buurjager. Verschuiving van vastgestelde dagen leidt niet tot meer effecten op het betreffende Natura 200 gebied. Echter in de compartimenten waar 2 of 3 keer per week schade bestreden mag worden, zorgt verschuiving van de bejaagbare dagen voor een onoverzichtelijke en niet handhaafbare situatie. Het is ook niet wenselijk om in 1 compartiment meerdere aaneensluitende dagen te jagen. Alleen in die compartimenten waar 1 keer per week schade bestreden mag worden kan afgeweken worden van de vastgestelde dagen, mits dit inpasbaar is in het totaaloverzicht. 2. De beperking van het aantal deelnemende jagers is niet van toepassing in het gebied naast het Vogelrichtlijngebied. Voor schadebestrijding naast het Vogelrichtlijn gebied geldt dit voorschrift niet. Wij zullen dit in de voorschriften opnemen. 3. Jaarlijks vindt er vossenbestrijding plaats door met jagers de vossen uit de rietkragen te drijven. Doordat het gebied nu in compartimenten is ingedeeld zou deze methode niet meer mogelijk zijn. De rietkragen zijn gelegen in Natura 2000 gebied. Volgens voorschrift 13 van dit besluit is het niet toegestaan om jacht en/of schade te bestrijden in Natura 2000 gebied Veluwerandmeren. In voorgaande jaren is gebleken dat de vossenstand hier hoog is en zo een bedreiging vormt voor de weidevogels. Er worden beheermaatregelen uitgevoerd waardoor er meer waterriet ontstaat en de oever voor vossen minder aantrekkelijk wordt (o.a ). Uit onderzoek blijkt dat bestrijding van vossen in relatie tot predatie van weidevogels effectief is in de periode 1 februari tot 15 maart. Door betreding van riet kunnen mogelijk negatieve effecten ontstaan door aantasting van de kwaliteit van het riet, verstoring van de aanwezige fauna en omdat de toegankelijkheid voor predatoren verhoogd wordt. Het gebied tussen Polsmaten en Elburg is in de periode 15 oktober tot 15 maart afgesloten (verbod ex. artikel 20 NBW) voor alle vormen van waterrecreatie. Dit verbod geldt echter niet voor schadebestrijding.om de mogelijk negatieve effecten tot een minimum te beperken wordt alleen in deze periode gedurende 2 jachtdagen toegestaan vossen uit de rietkraag op te drijven en te bejagen. 4. In WBE Oldebroek Oosterwolde is het dijklichaam (Kamperdijk/Zomerdijk) van zodanige hoogte dat hiervan een sterk geluidwerende werking uitgaat. Daarom kan het dijklichaam als natuurlijke grens aangehouden worden i.p.v. de nu geldende 300 meter zone. De vergunningplicht geldt voor de buitendijkse gebieden (zie bijlage 4 voor locatie Zomerdijk/ Kamperdijk). In WBE Nijkerk, ter plaatse van het Nuldernauw vormt de snelweg A28 een duidelijke begrenzing op gemiddeld zo n 150 meter uit de kust. Deze weg is een belangrijke en constante geluidbron waarbij het geluid van gebruik van het geweer aan de oostzijde daarvan in het niet valt. Ook hier kan de westzijde van de A28 tot vergunningplichtig worden aangemerkt i.p.v. e 300 meter zone. In bijlage 5 zijn kaarten opgenomen waarop deze grens te zien is. 5. Omdat ganzen geen doelsoort zijn voor de Veluwerandmeren is gebruik van het geweer nabij de randmeren in relatie tot ganzen op grond van de vigerende vergunning reeds toegestaan zodat een wijziging van de vergunning niet nodig is. Conclusie Wij hebben op basis van de ecologische beoordeling de zekerheid verkregen dat het doorvoeren van bepaalde wijzigingen van de voorschriften niet leidt tot significante effecten op de 3

4 instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000 gebied Veluwerandmeren. Dat geldt niet voor alle gevraagde wijzigingen. Waarvoor tevens de belangen zoals vermeld in artikel 19 e sub c Nbw 1998 niet aan de orde zijn, kunnen de voorschriften bij de vergunning worden gewijzigd. Besluit Gedeputeerde Staten van Gelderland: Gelet op artikelen 16, 43 en 19d en e van de Nbw 1998; HEBBEN BESLOTEN De voorschriften van het besluit zoals verleend op 6 februari 2015 onder zaaknummer te vervangen door onderstaande voorschriften: VELUWERANDMEREN Het vangen van ganzen is alleen toegestaan nadat dit vooraf is gemeld en middels inventarisatiegegevens, uitgevoerd door ter zake deskundige, is aangetoond dat op de betreffende locatie inclusief een buffer van 50 meter geen broedvogels aanwezig zijn die voor het betreffende gebied doelsoort zijn. 13. Binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren is betreding t.b.v. de jacht en/ of beheer en schadebestrijding niet toegestaan. Hierbij wordt de oeverlijn als grens aangehouden. 14. In afwijking van voorschrift 13 is het in de periode 1 februari tot 15 maart gedurende 2 dagen toegestaan vossen uit de rietkraag op te drijven en te bejagen. 15. In afwijking van wat is opgenomen in voorschrift 2 is gebruik van het geweer binnen de zone van 300 meter tot de grens van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren: maximaal 1 dag per week toegestaan per compartiment binnen het grondgebied van de gemeente Harderwijk ten oosten van de stad Harderwijk, waarbij dit deel verdeeld wordt in twee compartimenten (zie bijlage 3); maximaal 3 dagen per week toegestaan binnen compartimenten die gelegen zijn tussen Harderwijk en Elburg en niet aansluiten op een rustgebied; maximaal in één van de compartimenten die grenzen aan het rustgebied ten westen van Elburg waarbij de compartimenten 6 en 9 zoals aangegeven in bijlage 3 als één compartiment worden beschouwd (dus of 7 of 8 of 6/ 9); maximaal 1 dag per week toegestaan binnen 300 meter van het rustgebied ten zuidwesten van Harderwijk; maximaal 2 dagen per week toegestaan binnen de overige compartimenten (randmeerkust buiten traject Harderwijk-Elburg) welke een omvang dienen te hebben van circa 2 km oeverlengte. 16. Buiten het vogelrichtlijngebied, in afwijking van voorschrift 6, gelden er geen beperkingen voor het aantal personen per jachtveld. 17. In afwijking van voorschrift 15 mag in de compartimenten waar 1 keer per week schade bestreden mag worden, afgeweken worden van de vastgestelde dag, mits dit inpasbaar is in het compartimenteringsoverzicht. 18. In afwijking van voorschrift 15 geldt in WBE Oldebroek/Oosterwolde de Zomerdijk/Kamperdijk als grens voor de zonering en geldt in WBE Nijkerk de A28 als zonering (zie bijlage 4). 19. In afwijking van eerdere voorschriften is gebruik van het geweer binnen 300 meter van Natura 2000-gebied Veluwerandmeren toegestaan indien gebruik gemaakt wordt van een klein kaliber geweer Ten behoeve van evaluatie van de werkwijze zoals vastgelegd in deze vergunning dienen alle acties binnen 300 meter (of tot de zomerdijk-kamperdijk en A28 zoals vermeld in 4

5 voorschrift 12) tot de grens van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren waarbij gebruik gemaakt wordt van het geweer geregistreerd te worden naar locatie, datum en tijdstip. Deze gegevens moeten op eerste verzoek van de toezichthouder worden overlegd. De voorschriften op grond van de besluiten van oktober 2014, februari 2015 en dit besluit zoals die komen te luiden na het onherroepelijk worden van dit besluit zijn opgenomen in bijlage 2. Zienswijzen Gedurende de periode van terinzagelegging kunnen belanghebbenden schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren brengen. Ingediende zienswijzen worden met het uiteindelijke besluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem, of aan onder vermelding van het zaaknummer dat op de eerste bladzijde van het ontwerpbesluit staat vermeld. Voor een mondelinge zienswijze of toelichting over het ontwerpbesluit kan contact worden opgenomen met het Provincieloket (telefoonnummer (026) ). Wij maken u erop attent dat alleen beroep tegen het uiteindelijke besluit kan worden ingediend als de indiener ook een zienswijze heeft ingebracht tegen het ontwerpbesluit en men belanghebbende is. De periode van terinzagelegging is te vinden onder de technische informatie van de kennisgeving. Deze kennisgeving is in te zien op website van Overheid.nl. Bijlagen: - Bijlage 1: Instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000 gebied - Bijlage 2: Volledig overzicht voorschriften - Bijlage 3: Compartimenteringsoverzicht - Bijlage 4: Kaart zomerdijk/kamperdijk WBE Oldebroek Oosterwolde en ligging A28 WBE Nijkerk - Bijlage 5: Rustgebieden - Bijlage 6: Compartimenten nabij rustgebied ten westen van Elburg 5

6 BIJLAGE 1 Instandhoudingsdoelstellingen van het voor deze aanvraag relevante Natura 2000-gebied Veluwerandmeren Aanwijzing en aanmelding De Veluwerandmeren zijn door de minister op 23 december 2009 aangewezen als Natura gebied. Op 24 maart 2000 heeft de minister het Nuldernauw en Wolderwijd (N/2000/345), Veluwemeer (N/2000/344) en het Drontermeer (N/2000/327) reeds aangewezen als Vogelrichtlijngebied. In 2003 zijn de Veluwerandmeren gedeeltelijk aangemeld als Habitatrichtlijngebied bij de Europese Commissie. Het staatsmonument Drontermeer is van rechtswege komen te vervallen door aanwijzing van het Drontermeer als Vogelrichtlijngebied op grond van artikelen 10a en 15a van de Natuurbeschermingswet Algemene doelen Behoud en indien van toepassing herstel van: - de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de ecologische samenhang van Natura 2000, zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie; - de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie, die zijn opgenomen in bijlage I of II van de Habitatrichtlijn. Dit behelst de benodigde bijdrage van het gebied aan het streven naar een op landelijk niveau gunstige staat van instandhouding voor de habitattypen en de soorten waarvoor het gebied is aangewezen; - de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied, inclusief de samenhang van de structuur en functies van de habitattypen en van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen; - de op het gebied van toepassing zijnde ecologische vereisten van de habitattypen en soorten waarvoor het gebied is aangewezen. 6

7 Instandhoudingsdoelen Tabel 1 Instandhoudingsdoelen (Bron: Aanwijzingsbesluit Veluwerandmeren) (= behouddoelstelling; > ontwikkeldoelstelling; =(<) behoudsdoelstelling maar enige achteruitgang toegestaan ten gunste van een specifieke ontwikkeldoelstelling) Habitattypen Doelstelling Doelstelling kwaliteit oppervlakte H3140 Kranswierwateren = = H3150 Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden = = Soorten Doelstelling omvang leefgebied Doelstelling kwaliteit leefgebied Doelstelling populatie H1149 Kleine modderkruiper = = = H1163 Rivierdonderpad =(<) = = H1318 Meervleermuis = = = Broedvogels Doelstelling omvang leefgebied Doelstelling kwaliteit leefgebied Omvang populatie "x" paren A021 Roerdomp > > 5 A298 Grote karekiet > > 40 Niet-broedvogels Doelstelling omvang leefgebied Doelstelling kwaliteit leefgebied Seizoensgemiddel de van "x" vogels A005 Fuut = = 400 A017 Aalscholver = = 420 A027 Grote zilverreiger = = 40 A034 Lepelaar = = 3 A037 Kleine Zwaan = = 120 A050 Smient = = A051 Krakeend = = 280 A054 Pijlstaart = = 140 A056 Slobeend = = 50 A058 Krooneend = = 30 A059 Tafeleend =(<) = A061 Kuifeend =(<) = A067 Brilduiker = = 220 A068 Nonnetje = = 60 A070 Grote zaagbek = = 50 A125 Meerkoet = =

8 BIJLAGE 2 Volledig overzicht voorschriften B FBE Gelderland een vergunning conform de beschrijving in de aanvraag te verlenen voor het vangen van ganzen in de periode 1 april tot 1 september in het Gelderse deel van de Natura 2000-gebieden Rijntakken en Veluwerandmeren onder de volgende voorwaarde: 1. Het vangen van ganzen is alleen toegestaan nadat dit vooraf is gemeld en middels inventarisatiegegevens, uitgevoerd door ter zake deskundige, is aangetoond dat op de betreffende locatie inclusief een buffer van 50 meter geen broedvogels aanwezig zijn die voor het betreffende gebied doelsoort zijn. C FBE Gelderland een vergunning conform de beschrijving in de aanvraag te verlenen voor gebruik van het geweer voor uitvoering van schadebestrijding op basis van de landelijke vrijstelling en ontheffingen in de periode 1 oktober tot 1 april in de het Gelderse deel van de Natura 2000-gebieden Arkemheen, Rijntakken en Veluwerandmeren inclusief een bufferzone rondom de Veluwerandmeren (binnen de bufferzone is ook jacht van toepassing) onder de volgende voorschriften: ALLE GEBIEDEN 2. Gebruik van het geweer is in de winterperiode (1 oktober tot 1 april) binnen één compartiment maximaal 2 dagen per maand (kalendermaand) toegestaan waarbij het geweer niet gelijktijdig in twee aangrenzende compartimenten - al dan niet gescheiden door de rivier - mag worden gebruikt. Er mag maximaal 1 keer per jaar per compartiment sprake zijn van drijfjacht en alleen voor zover het schadebestrijding van de haas betreft waarvoor een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is verleend. 3. Er dient een voorstel voor compartimentering te worden ingediend bij Gedeputeerde Staten. Dit voorstel dient voorzien te zijn van een duidelijke kaart waarop voor het gebied Rijntakken tevens de aanwezige beverburchten zijn aangegeven. Arkemheen omvat twee compartimenten gescheiden door de Arkervaart. Voor Rijntakken en Veluwerandmeren dienen de compartimenten aan te sluiten op landschappelijke eenheden zoals een uiterwaard met in het veld herkenbare begrenzing. In de compartimentering voor de Veluwerandmeren dient tevens de bufferzone te worden aangegeven welke minimaal 300 meter breed dient te zijn. Van deze vergunning mag geen gebruik worden gemaakt voordat het compartimenteringsvoorstel door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. 4. Gebruik van het geweer is in de winterperiode alleen toegestaan op dagen die zijn opgenomen in het compartimenteringsvoorstel onder voorschrift Gebruik van het geweer is in de winterperiode alleen toegestaan van zonsopkomst tot uur. 6. Per compartiment mogen maximaal tien personen per jachtveld aanwezig zijn waarvan maximaal vijf geweerdragers met gebruik van jachthonden (geen lange honden). 7. Gebruik van het geweer is niet toegestaan in relatie tot doelsoorten waarvoor het gebied is aangewezen met uitzondering van koppelvormende ganzen in periode 1 februari tot 1 april. 8. Gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen 100 meter van op het water rustende vogels. ARKEMHEEN 9. Gebruik van het geweer is in Arkemheen niet toegestaan binnen 500 meter van groepen (>25 individuen) zwanen. RIJNTAKKEN 10. Gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen 50 meter van beverburchten, ongeacht of deze op dat moment in gebruik zijn. 11. Gebruik van het geweer is in Natura 2000 gebied Rijntakken niet toegestaan binnen leefgebied van de Kwartelkoning zijnde percelen met lang gras (>20 cm) inclusief een 8

9 bufferzone van 100 meter tijdens het broedseizoen van de kwartelkoning van 1 mei tot 15 augustus. 12. Gebruik van het geweer is in de Rijntakken niet toegestaan binnen 300 meter van op het land aanwezige groepen watervogels en steltlopers (>25 vogels). VELUWERANDMEREN Het vangen van ganzen is alleen toegestaan nadat dit vooraf is gemeld en middels inventarisatiegegevens, uitgevoerd door ter zake deskundige, is aangetoond dat op de betreffende locatie inclusief een buffer van 50 meter geen broedvogels aanwezig zijn die voor het betreffende gebied doelsoort zijn. 13. Binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren is betreding t.b.v. de jacht en/ of beheer en schadebestrijding niet toegestaan. 14. In afwijking van voorschrift 13 is het in de periode 1 februari tot 15 maart gedurende 2 dagen toegestaan vossen uit de rietkraag op te drijven en te bejagen. 15. In afwijking van wat is opgenomen in voorschrift 2 is gebruik van het geweer binnen de zone van 300 meter tot de grens van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren: maximaal 1 dag per week toegestaan per compartiment binnen het grondgebied van de gemeente Harderwijk ten oosten van de stad Harderwijk, waarbij dit deel verdeeld wordt in twee compartimenten (zie bijlage 3); maximaal 3 dagen per week toegestaan binnen compartimenten die gelegen zijn tussen Harderwijk en Elburg en niet aansluiten op een rustgebied; niet gelijktijdig in meerdere compartimenten die grenzen aan het rustgebied ten westen van Elburg, waarbij de compartimenten 6 en 9 (zie bijlage 3) als één compartiment wordt beschouwd; maximaal 1 dag per week toegestaan binnen 300 meter van het rustgebied ten zuidwesten van Harderwijk; maximaal 2 dagen per week toegestaan binnen de overige compartimenten (randmeerkust buiten traject Harderwijk-Elburg) welke een omvang dienen te hebben van circa 2 km oeverlengte. 16. Buiten het vogelrichtlijngebied, in afwijking van voorschrift 6, gelden er geen beperkingen voor het aantal personen per jachtveld. 17. In afwijking van voorschrift 10 mag in de compartimenten waar 1 keer per week schade bestreden mag worden, afgeweken worden van de vastgestelde dag, mits dit niet gelijktijdig in twee aangrenzende compartimenten plaats vindt. 18. In afwijking van voorschrift 10 geldt in WBE Oldebroek/Oosterwolde de Zomerdijk/Kamperdijk als grens voor de zonering en geldt in WBE Nijkerk de A28 als zonering (zie bijlage 4). 19. In afwijking van eerdere voorschriften is gebruik van het geweer binnen 300 meter van Natura 2000-gebied Veluwerandmeren toegestaan indien gebruik gemaakt wordt van een klein kaliber geweer Ten behoeve van evaluatie van de werkwijze zoals vastgelegd in deze vergunning dienen alle acties binnen 300 meter (of tot de zomerdijk-kamperdijk en A28 zoals vermeld in voorschrift 12) tot de grens van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren waarbij gebruik gemaakt wordt van het geweer geregistreerd te worden naar locatie, datum en tijdstip. Deze gegevens moeten op eerste verzoek van de toezichthouder worden overlegd. Aanvullend zijn voor de onderdelen B en C van het besluit de volgende voorschriften van toepassing: MACHTIGING EN GEBRUIK MACHTIGING De FBE machtigt natuurlijke personen om de vergunning en de daarbij vereende rechten feitelijk te gebruiken, door afgifte van een schriftelijke machtiging. De FBE kan aan een rechtspersoon, waaronder de wildbeheereenheden een volmacht geven om namens haar machtigingen af te geven. 9

10 Een vergunning gebruiker is uitsluitend een natuurlijk persoon gemachtigd door of namens de ontheffinghouder; vergunning gebruiker kan zich in zijn eigen aanwezigheid en onder eigen verantwoordelijkheid bij het feitelijk gebruik laten bijstaan door anderen. De FBE draagt zorg voor instructie van iedere vergunning gebruiker over aard en de omvang van de vergunning, waaronder de verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit de voorschriften bij de vergunning. De FBE draagt er zorg voor dat iedere gemachtigde eindgebruiker kan beschikken over een schriftelijke weergave van de specifieke voorschriften die voor gemachtigden zijn opgenomen bij de vergunning. De FBE is medeverantwoordelijk voor het gebruik van de vergunning door gemachtigden. De FBE draagt er zorg voor dat een machtiging wordt ingetrokken indien vaststaat of redelijkerwijze aannemelijk is dat de gemachtigde één of meer handelingen heeft verricht die strijdig zijn met de verplichtingen die bij of krachtens de NBW voor hem gelden. IDENTIFICATIE Een eindgebruiker of gemachtigde draagt bij iedere handeling ter gebruik van de vergunning of een machtiging, onverminderd verplichtingen die bij of krachtens de wet gestelde voorschriften gelden, in ieder geval de volgende bescheiden (digitaal) bij zich: a. Een kopie van de vergunning; te weten het besluit en de voorschriften b. De aan hem verleende of doorgeschreven verleende machtiging of een kopie daarvan; c. De grondgebruikersverklaring of een kopie daarvan. Naast hetgeen in deze voorschriften is opgenomen blijven eventuele verplichtingen vanuit de andere wetgeving van kracht waaronder de zorgplicht betreffende broedvogels in het kader van de Flora- en faunawet, benodigde toestemmingen van derden waaronder eigenaren en de voorschriften in het kader van andere toestemmingen waaronder de ontheffing(en) in het kader van de Flora-en faunawet. 10

11 BIJLAGE 3 Compartimenteringsoverzicht 11

12 BIJLAGE 4 Kaart zomerdijk/kamperdijk WBE Oldebroek Oosterwolde en ligging A28 WBE Nijkerk Ligging zomerdijk/kamperdijk WBE Oldebroek Oosterwolde Ligging A28 WBE Nijkerk 12

13 BIJLAGE 5 Rustgebied winterafsluiting ax. Art 20 Nbw Rustgebied Mheenlanden Rustgebied Wolderwijd 13

14 Bijlage 6 Compartimenten nabij rustgebied ten westen van Elburg. 14

15 Compartimenten nabij Harderwijk en Nunspeet. 15