Oordeel Gerechtshof i Het Gerechtshof heeft o.a. geoordeeld dat belanghebbende geen aanspraak kan maken op de vrijstelling omdat: ;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oordeel Gerechtshof i Het Gerechtshof heeft o.a. geoordeeld dat belanghebbende geen aanspraak kan maken op de vrijstelling omdat: ;"

Transcriptie

1 /S/ô&<$OG Beroepschrift in cassatie. j! 1. ' : '! :.. 1 Edelhoogachtbaar college, Hierbij doe ik u het beroepschrift n cassatie toekomen tegen de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem - Leeuwarden van 7 juli 2015, nr. 13/01153 (productie 1). Formaliteiten Belanghebbende: X t BV tel, (hierna: belanghebbende). Betreffende de aanslag omzetbelasting tweede kwartaal nleiding ' Als middel van cassatie draagt belanghebbende voor: Schending van het Nederlands recht, met name de bepalingen over "medische verzorging" in artikel 11 van de Wet op. de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) en/of artikel: 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: AWB), doordat het hof heeft geoordeeld dat belanghebbende geen; aanspraak kan rnaken op de vrijstelling voor gezondheidskundige diensten. ' j.. Oordeel Gerechtshof i Het Gerechtshof heeft o.a. geoordeeld dat belanghebbende geen aanspraak kan maken op de vrijstelling omdat: ; a) : Tussen de artsen en het zielcenhuis geen rèchtsbetrekklng tot stand, is gekomen! waarbij over en weer prestaties worden üitgewisséld; 1 b) Evenmin een dergelijke rechtsbetrekking bestaat tussen de artsen en de patiënt;. c) Loontrekkenden van belastingheffing (BTW) zijn uitgesloten; pag 1

2 d).de artsen niet zelfstandig.hun werkzaamheden in het ziekenhuis verrichten en staan juridisch in een verhouding van ondergeschiktheid ten opzichte van belanghebbende; ; e) De artsen bij ziekte niet zonder meer kunnen' worden vervangen aldus het Hofen. pp uurbasis ter beschikking worden gesteld; f). De prestatie van belanghebbende het ter beschikking stellen van personeel aan het ziekenhuis is; i g) Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faa t omdat de diensten van belanghebbende niet gelijk zijn aan zelfstandig specialisten die werkzaamheden voor een ziekenhuis verrichten; h) Er ook geen sprake is van de meerderheidsregel nu belanghebbende geen concrete gevallen heeft aangedragen; i) Er geen sprake is van schending van het neutraliteitsbeginsel omdat de dienst welke belanghebbende verricht geen soortgelijke diensten zijn ten opzichte van een arts uit een specialistenmaatschap of een arts in dienst bij het ziekenhuis; j) Er geen sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel, omdat : belanghebbende niet heeft gesteld dat sprake is van begunstigend beleid en omdat belanghebbende geen 'coficrete gevallen heeft genoemd waarbij een juiste wetstoepassing achterweg is gebleven. Cassatiemiddel 1. medische verzorging én de vrijstelling 1. De oordelen genoemd onder de.opsomming a t/m f worden m.i. niet gedragen door de opgesomde feiten door het Hóf in relatie met het juridische kader zoals hieronder opgespmd. Deze oordelen zijn m-l- in strijd met het recht, zie onderstaande jurisprudentie én tevens de jurisprudentie bij de andere cassatiemiddelen. 2. Het Hof oordeelt in overweging 4.3: 4.3 Tussen partijen is niet in geschil dat de ziekenhuizen instellingen zijn wiens prestaties zijn te rangschikken ónder de prestaties als bedoeld in artikel 11, lid 1, aanhef en letter c, van de Wet OB. Evenmin is tussen partijen.in geschil is dat de werknemers van belanghebbende (de artsen) hün werkzaamheden uitóefenèn. in de ziekenhuizen, dat die werknemers beoefenaren zijn van een beroep waarvoor de regels zijn gesteld in de Wet BG en dat deze werkzaamheden, als deze als zelfstandige zouden worden Verricht, zijn te rangschikken onder de prestaties als bedoeld in artikel 11, lid 1 letterg, onder 1, sub a, van de Wet OB: " 3. Het Hof Den Bosch, van 22 juni 2012, nrs. 12/0065 t/m 12/00067, bevestigt de. stelling van belanghebbende, zie overweging: "4. Gronden t Ten aanzien van het geschil 4. t. Het Hof zal als eerste de vraag behandelen, óf belanghebbende vrijgestelde diensten verricht in de zin van artikel 11, lid 1, aanhef en létter g, ten eerste, van de Wet. ' 4.2. Belanghebbende stelt zich op het\standpuht, dat B (via belânghebbende en de werkmaatschappij) tandtechnische werkzaamheden verricht aan patiënten en dat voorde heffing van de omzetbelasting geen ondersctieid\mag worden gemaakt tussen déze situatie en de situatie, waarin de tandarts rechtstreeks, als "eenmanszaak" de patiënten verzorgt. Een dergelijk onderscheid mag uit het oogpunt van fiscale neutraliteit niet. worden: gemaakt, aldus belanghebbende. De nspecteur stelt zich op het standpunt [dat belanghebbende een dienst verricht, die is aan te mérken als uitlenen van personeel, welke dienst niet onder de hier aan de orde zijnde vrijstelling valt. j 4.3. Tussen partijen is niet in geschil dat in C BV een tandartspraktijk wordt uitgeoefend, en dat C, ; Pag. 2 i

3 :», i. BV als zodanig vrijgestelde diensten verricht in dezin van de hieraan de orde zijnde wétteiijke bepaling. Tussen partijen is evenmin ih geschil dat B tandheelkundige werkzaamheden verricht ten behoeve van patiënten van de tandartspraktijk van C BV. 4.4: n het arrest van 24 april 1991, nr, , BNB 1991/206, heeft de Hoge Raad overwogen, dat de vrijstelling van artikel 11, lid 1, aanhef én letter g, van de Wet berust op de rechtvaardigingsgrond dat doorgaans de diensten van medici met de meest noodzakelijke levensbehoeften behoren te worden gelijkgesteld. Met deze strekking van de vrijstelling is onverenigbaar onderscheid te maken tussen diensten die door artsen en andere beoefenaars van medische en paramedische beroepen voor eigen rekening worden verricht, en diensten die door deze personen door tussenkomst van een naamloze vennootschap of een ander lichaam worden verricht. ; Naar het oordeel van het Hof geldt zulks evenzeer in een geval als het onderhavige, waarbij naast de werkmaatschappij gebruik is gemaakt van een holding, waarbij de holding geen andere activiteiten ontplooit dan het houden van de aandelen in de werkmaatschappij en het in dienst hebben van de medicus, die uiteindelijk de diensten aan patiënten verricht. De vrijstelling is derhalve van toepassing op de vergoëding. Slotsom 4.5! Gelet op het vorenstaande dienen de hoger beroepen van belanghebbende gegrond te worden verklaard en dienen de uitspraken van de Rechtbank te worden vernietigd. De overige in geschil zijnde vragen behoeven geen behandeling meer." Dus niet enkel het Hof Den Bosch maar ook de Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling van artikel 11, lid 1, aanhef en letter g, van de Wet, berust op de rechtvaardigingsgrond dat de diensten van medici met de meest noodzakelijke levensbehoeften behoren te worden gelijkgesteld. Tevens oordeelt het Hof en de Hogé Raad.dat hét onverenigbaar is onderscheid te maken tussen diensten die door artsen en andere beoefenaars van medische en paramedische beroepen voor eigen rekening worden verricht, en diensten die door deze personen door tussenkomst van een naamloze vennootschap of e'en ander lichaam worden verricht. 4. Uit een conclusie van de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad (conclusie van 17 juni 2013, nr. F12/02960) kan 'herleid worden dat een medicus die in opdracht van bijvoorbeeld een ziekenhuis medische diensten verricht een beroep kap doen op de ziekhuisvrijstelling, dan wel: op de medische vrijstelling. ndien de dienst die verleend wordt een wezenlijk onderdeel vormt van de totale medische dienst die ten behoeve van een patiënt wordt verricht s het volgens de Advocaat-Generaal niet van belang of de dienst onder eigen verantwoordelijkheid wordt verricht.. Ook stelt de Advocaat-Generaal dat de rechtsvorm waarin de dienst wórdt verricht, zoals bij voorbeeld de eenmanszaak, BV,of maatschap, geen belemmering mag zijn voor de toepassing van de vrijstelling Ook van belang is de uitspraak van Hof Den; Bosch van 4 oktober 2013, nr. 13/ Het Hof oordeelde hierin dat een ZZP-er/arïesthesiemedewerker die een anesthesioloog in het ziekenhuis assisteert bij zijn werkzaamheden, de medische vrijstelling kan toepassen. Volgens: het Hof zijn door de ZZP-er verrichte diensten een essentieel onderdeel van dé behandeling van de patiënten, en stelt daarbij dat bij een eenpitter zoals belanghebbende, geen sprake kan zijn van uitlening van personeel/ter beschikking stelling van arbeid. Het feit dat de ZZP-er door het ziëkenhuis gevrijwaard is van aansprakelijkheid s volgens het Hof niet van belang Hét Gerechtshof Den Haag, heeft op 28 juni 2013, nr. 12/460 en 461, ECL:NL:GHDHA:2013:3193, geoordeeld dat ten aanzien Van de toepassing van de vrijstelling binnen hét onderwijs geen sprake is van ter beschikking stellen van personeel maar van een onderwijsprestatie, terwijl in deze casus sprake was van het ter beschikking stellen van de directeur van de ene rechtspersoon aan de andere. Pag. 3

4 Ook in deze casus werd gesproken over detachering en los van de soort vrijstelling (onderwijs of gezondheidszorg)' was ook hier sprake van een personeelslid dat tewerk werd gesteld om in de andere rechtspersoon werkzaamheden te verrichten. 7. Hof Den Haag 21 maart 2014, nr. BK-13/00528 en 13/00529, ECL:NL:GHDHA:2Ö14:2774. Hët betrof een maatschap van laboranten. De rechtbank heeft in eerste aanleg de inspecteur in het gelijk gesteld, maar het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd waardoor ook een maatschap van laboranten de medische vrijstelling kan toepassen. Het Hof wijst vervolgens naar het arrest van de Hoge Raad van 19 april 2013, nr. 12/00243;. Mede in het licht van het oordeel over de fiscale neutraliteit over dé rechtsvorm s deze zaak vergelijkbaar met die van belanghébbende. i 8. Hoge Raad 19 apr l 2013, nr. 12/ He Hoge Raad oordeelt: " Ervan uitgaande dat belanghebbende zijn werkzaamheden Uitsluitend op verzoek en onder de verantwoordelijkheid van (een team van) plastisch chirurgen of van een ziekenhuis verricht, heeft het Hof geoordeeld dat de door belanghebbende verrichte werkzaamheden, gelet op diens bijzondere kwaliteiten, van een (ten minste) gelijkwaardige kwaliteit kunnen worden beschouwd als die van plastisch chirurgen, zodat de in artikel 11, lid 1, aanhef en letter g, onder 1 i van de Wet neergelegde vrijstelling ook geldt voor de door belanghebbende verrichte werkzaamheden ngevolge artikel 132, lid 1, aanhef en letter b, van BTW-richtlijri 2006 is vàn omzetbelasting'vrijgesteld ziekenhuisverpleging en medische verzorging. Aan déze bepaling is uitvoering gegeven in artikel 11, lid 1, aanhef en letter c, en letter f, van de Wet in samenhang gelezen met artikel 7, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 en de daarbij behorende bijlage B, letter b, punt 13. i Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van dé Europese Unie volgt dat, voor zover sprake is van een gezondheidskundige behandeling van de mens met sen therapeutisch doel door artsen en ziekenhuizen, alle wezenlijke, inherente en onafscheidbare delen van die behandeling moeten worden beschouwd als gezondheidskundige verzorging van de mens in de zin van artikel 13, A, lid 1, letters b en c, van de Zesde.richtlijn, thans artikel 132, lid 1, letters b en c, van BTW-richtlijn 2006 (zie HvJ 18'november 2010, Vorigen Transplantation Service nternational AG, C-156/09, V-N 2010/59.22, punten 26 en 27). Daarbij heeft het Hof van Justitie voorts geoordeeld dat de gezondheidskundige verzorging van therapeutische aard niet in alle onderdelen door medisch personeel hoeft te worden verricht (vgl. punt 28 van het hiervoor aarigehaalde arrest van het Hof van Justitie en de daarin aangehaalde jurisprudentie) Reeds omdat de onderhavige specifieke werkzaamheden van belanghebbende een wézenlijk deel vórmen van door chirurgen in ziekenhuizen uitgevoerde gezondheidskundige behandelingen, en de werkzaamheden van belanghebbende op die grond in aanmerking komen voor toepassing van de vrijstelling van artikel 11, lid 1, aanhef en lettere dan wel lettert, van de Wet, wordt niet toegekomen aan de beoórdeling van de vraag of- zoals het middel betoogt - het beginsel van fiscale neutraliteit al dan niét tot vrijstelling van omzetbelasting noopt. Het rriiddèl kan derhalve niet tot cassatie leiden, 'i 9. Conclusie van Advocaat-Genéraal (A-G) Van Hilten (Hoge Raad 17 juni 2013, 1/02960). De A-G concludeert dat een mëdicus werkzaam in een ziekenhuis ook de vrijstelling toekomt ongeacht de rechtsvorm van waaruit dät geschiedt. ; 10. Het oordeel dat belanghebbende hët ziekenhuis per uur declareert is conform de heersende jurisprudentie- geen belemmering voor de vrijstelling. Het feit dat niet onder meer artsen kunnen worden vervangen maar dat dit in onderling overleg gebeurt zegt niets over dé soort prestatie. Deze voorwaarde lijkt mij logisch. Een specialistenmaatschap, kan ook -niet een nieuwe specialist zonder overleg met het ziekenhuis werk laten verrichten in1 dat ziekenhuis. Dit oordeel wordt niet gedragen door het juridische kader over dé vrijstelling..;. -i ;. 11. Conform bovenstaande jurisprudentie en standpunten kan de onderhavige uitspraak van het Hof niet in stand blijven. j Pag. 4

5 Conclusie cassatiemiddel 1 (medische verzorging en de vrijstelling^ 12. Bovenstaande jurisprudentie en tevens de jurisprudentie van het Hof van Justitie, ziè fiscale neutraliteit, ondersteunen m.i. de uitspraak in onderhavige zaak van het Hof niet. Het feit dat belanghebbende een BV is en derhalve slechts personeel in dienst kan hebben, de artsen, die de diensten bij de ziekenhuizen verrichten laat niet toe dat de dienst buiten de vrijstelling gelaten kan worden. ndien dit wordt gepoogd door de prestatie een andere benaming te geven, namelijk uitzenden van personeel, is dit m.i. in strijd met het recht en met de doelstelling van de vrijstelling in de Btwheffing. M.i. is sprake van een onjuiste wetstoepassing. Daarnaast zijn de overwegingen over het vervangen van een arts en de wijze van declareren in strijd met het recht/jurisprudentie. Belanghebbende verricht m.i. gezondheidskundige diensten die worden uitgevoerd door de artsen/specialisten in dienst bij belanghebbende. Cassatiemiddel 2 (Fiscale neutraliteit) 13. Het Europese Hof van Justitie heeft op 10 november 2011 geoordeeld, nr. C- 259/10 en C-260/10 (The Rank Group plc), dat het beginsel van fiscale neutraliteit is geschonden als twee verrichtingen van diensten, die vanuit het oogpunt van de consument gelijk of gelijksoortig zijn, voor de btw-heffing verschillend worden behandeld. Om het beginsel van fiscale neutraliteit niet uit te hollen en het gemeenschappelijke btw-stelsel niet te vervalsen mag een verschil in behandeling voor de btw niet zijn gebaseerd op verschillen in detail. Het lijkt mij overduidelijk dat de patiënt die behandeld wordt de afnemer is van de dienst en dus de consument is en niet het ziekenhuis (inlener van personeel). 14. Het Europese Hof van Justitie heeft op 6 november 2003, C-45/01 (Dornier), geoordeeld dat de wijze van de dekking van de kosten (oftewel op welke wijze wordt gedeclareerd) een verschil n btw-behandeling niet rechtvaardigt. 15. Het Europese Hof van Justitie heeft op 26 januari 2012, nr. C-218/10 (ADV Allround Vermittlungs AG), geoordeeld dat het gemeenschappelijk stelsel aldus moet worden uitgelegd dat de in deze bepaling vervatte term "het beschikbaar stellen van personeel" ook betrekking heeft op het beschikbaar stellen van zelfstandigen, die niet in loondienst werkzaam zijn bij de dienstverrichter. 16. Het Europese Hof van Justitie heeft op 7 september 1999> C-216/97 (J. Gregg en M. Gregg), geoordeeld dat de rechtspersoonlijkheid van de ondernemer niet van invloed s op de toepassing van de vrijstelling (op basis van de fiscale neutraliteit). 17. Het Hof van Justitie is juist de mening toegedaan dat naar de aard van de prestatie gekeken dient te worden. Er mag geen verschil zijn in btw-heffing slechts op grond van het soort onderneming, zie arrest Hof van Justitie, nr. C-141/00 van 10 september 2002 (KUgler). 30 Het beginsel van fiscale neutraliteit verzet zich er namelijk meer in het bijzonder tegen, dat ondernemers die dezelfde handeling verrichten verschillend worden behandeld bij de btwheffing. en, 31 Derhalve moet op de eerste vraag worden geantwoord dat de in artikel 13, lid 1, sub c, van de Zesde richtlijn bedoelde vrijstelling niet afhangt van de rechtsvorm van de belastingplichtige..." Pag. 5

6 18. Het Europese Hof van Justitie heeft op 10 september 2002, C-141/00, KUgler en op 11 januari 2001, C-76/99 Commissie tegen Frankrijk, geoordeeld dat de doelstelling van de vrijstelling mede is het verlagen van de kosten. 19. ndien de rechtsvorm buiten beschouwing wordt gelaten en wordt gekeken naar de prestatie zoals die wordt gezien door de patiënt dan s er geen verschil tussen een specialistenmaatschap en belanghebbende. Het is namelijk inherent aan de rechtsvorm dat een BV slechts personen in dienst kan hebben en dat een maatschap bijvoorbeeld maten binnen de organisatie heeft. Het oordeel van het Hof is m.i. een doelredenatie. De prestatie verandert er namelijk niet door. Er is een verschil in behandeling terwijl de prestatie vanuit het oogpunt van de patiënt dezelfde is. Het lijkt mij ook niet juist dat artsen niet zelfstandig hun werkzaamheden in het ziekenhuis zouden verrichten en juridisch in een verhouding van ondergeschiktheid ten opzichte van belanghebbende zouden staan. De prestatie van belanghebbende is niet het ter beschikking stellen van personeel aan het ziekenhuis, maar het verrichten van een gezondheidskundige prestatie aan ziekenhuizen door middel van de artsen en specialisten die in loondienst zijn van belanghebbende. De gezagsverhouding tussen een ziekenhuis en een arts van een specialistenmaatschap is niet anders dan die tussen het ziekenhuis en de artsen van belanghebbende. De gezagsverhouding strekt zich slechts uit over de inhoud van de afgesloten overeenkomst en de arts is verantwoording verschuldigd aan zijn werkgever en niet aan het ziekenhuis. De artsen verrichten zelfstandig de werkzaamheden in opdracht van belanghebbende die met de ziekenhuizen heeft afgesproken gezondheidskundige prestaties te verrichten. Het ziekenhuis zal geen inhoudelijke opdracht meegeven. Wel zal het ziekenhuis aangeven welke prestaties verricht moeten worden. ndien het ziekenhuis klachten heeft zal dit lopen via belanghebbende. Hetzelfde geldt voor de specialistenmaatschap. ncidentele kleine verschillen rechtvaardigen geen significant andere fiscale behandeling, zeker niet indien die andere behandeling de kosten van de gezondheidszorg met 21% verhogen, zie Hof van Justitie, The Rank Group. Belanghebbende verricht eenzelfde prestatie als een specialistenmaatschap. Belanghebbende doet dit door artsen die bij de BV in dienst zijn de prestatie te laten verrichten. De specialistenmaatschap doet dit door de specialisten of door in dienst van ' de maatschap zijnde artsen de prestatie te laten verrichten. Een specialistenmaatschap kan namelijk ook artsen/specialisten in dienst nemen en deze de prestaties laten verrichten. M.i. gaat het Hof er ten onrechte vanuit dat de consument het ziekenhuis is in pjaats van de patiënt. Een heffing van medische diensten past hier m.i. niet bij, ook niet indien dit via een omweg onder de noemer van inlenen van personeel geschiedt. Conclusie cassatiemiddel 2 (fiscale neutraliteit! 20. Het oordeel van het Hof is in strijd met de fiscale neutraliteit omdat het Hof onderscheid maakt in rechtsvorm, dezelfde of nagenoeg dezelfde prestaties anders beoordeelt en niet kijkt naar de uiteindelijke afnemer van de dienst van de arts (de patiënt), en omdat kleine verschillen geen significante fiscale afwijking rechtvaardigt. Daarnaast is het oordeel van het Hof in strijd met een uitgangspunt van het Hof van Justitie dat het doel van de vrijstelling is het verlagen van de kosten in de Pag. 6

7 ( gezondheidszorg, terwijl het oordeel van het Hof in deze casus bijdraagt tot een significante kostenstijging (21%) in de gezondheidszorgprestatie. Cassatiemiddel 3 (gelijkheidsbeginsel en meerderheidsreaell 21. Zowel de Nederlandse rechterlijke instanties alsmede het Hof van Justitie oordelen dat er geen onderscheid gemaakt mag worden ten aanzien van de rechtsvorm. Zowel een natuurlijk persoon, ondernemer, een maatschap als een NV of BV behoren op gelijke wijze behandeld te worden. Daarnaast behoren prestaties die voor de patiënt als hetzelfde worden beschouwd ook op dezelfde wijze behandeld te worden. ndien dit niet gebeurt is m.i. sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel en van de meerderheidsregel. De Belastingdienst betoogt in het verweer hiertegen dat hiervan geen sprake is omdat geen sprake is van gelijke gevallen omdat de specialistenmaatschap of onderneming niet gelijk is met de rechtsvorm van belanghebbende. De prestatie is niet gelijk omdat vanwege de rechtsvorm geen sprake is van zelfstandigheid van de betreffende arts die in het ziekenhuis zijn werkzaamheden verricht. Belanghebbende verricht de prestatie aan het ziekenhuis en een specialistenmaatschap aan de patiënt, aldus daar lijkt het op. Het Hof oordeelt in overweging 4.3: 4.3 Tussen partijen is niet in geschil dat de ziekenhuizen instellingen zijn wiens prestaties zijn te rangschikken onder de prestaties als bedoeld in artikel 11, lid 1, aanhef en letter c, van de Wet OB. Evenmin is tussen partijen in geschil is dat de werknemers van belanghebbende (de artsen) hun werkzaamheden uitoefenen in de ziekenhuizen, dat die werknemers beoefenaren zijn van een beroep waarvoor de regels zijn gesteld in de Wet BG en dat deze werkzaamheden, als deze als zelfstandige zouden worden verricht, zijn te rangschikken onder de prestaties als bedoeld in artikel 11, lid 1 letter g, onder 1, sub a, van de Wet OB." 22. M.i. is op grond van bovenstaand oordeel de uitspraak van het Gerechtshof in strijd met het gelijkheidsbeginsel en de meerderheidsregel. De Belastingdienst handelt bij vergelijkbare situaties (indien geen sprake is van een BV) alsof sprake is van de vrijstelling. Slechts bij belanghebbende niet, omdat sprake is van een BV, waardoor de ondergeschiktheid tussen de artsen en de BV slechts op grond van de rechtsvorm speelt. Bij een BV kunnen alleen maar artsen n dienst zijn. Bij een maatschap hoeft dat niet. n casus zijn de prestaties van de artsen en specialisten van belanghebbende niet anders dan de artsen van specialistenmaatschappen of van de artsen in dienst bij het ziekenhuis. De artsen dragen zorg voor de uitvoering van de dienst, de gezondheidskundige verzorging van de mens. Het ziekenhuis zal geen verschil merken en wat nog belangrijker is, de patiënten zullen ook geen verschil merken tussen de arts van een ziekenhuis, de arts van een specialistenmaatschap of een arts/specialist van belanghebbende. Zelfs de Belastingdienst heeft niet weersproken, maar zelfs bevestigd, dat een specialistenmaatschap gebruik kan maken van de vrijstelling. Uiteraard zal dit n alle gevallen geschieden. Ook dit laatste is niet weersproken. Op grond hiervan is m.i. zowel sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel als van de meerderheidsregel. De overweging van het Hof s in strijd met het recht. Conclusie cassatiemiddel 3 (gelijkheidsbeginsel en meerderheidsregel! 23. Het oordeel van het Hof over het gelijkheidsbeginsel en de meerderheidsregel wordt niet gedragen door de feiten en is in strijd met het recht, mede ook omdat het oordeel van het Hof afhangt van de overweging dat de BV van belanghebbende Pag. 7

8 J anders wordt behandeld dan, een maatschap. van bijvoorbeeld een specialistenmaatschap, zie ook fiscale neutraliteit. /!! 'i Pag, 8

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:3275, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:1606, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:3275, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:1606, Bekrachtiging/bevestiging Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-07-2015, 13/01153 Inhoudsindicatie Omzetbelasting. Terbeschikkingstelling van artsen aan ziekenhuizen. Vrijgestelde prestatie? Gegevens Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:4516

ECLI:NL:GHSHE:2013:4516 ECLI:NL:GHSHE:2013:4516 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 04-10-2013 Datum publicatie 07-10-2013 Zaaknummer 13-00538 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BX9444

ECLI:NL:HR:2013:BX9444 ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 luxembourg c - ~~///3 - Entrée 2 5 FEV. 2013 oge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/04457 1 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

1 van :13

1 van :13 1 van 5 14-12-2011 14:13 LJN: BU6734, Rechtbank Haarlem, 10/5636 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 27-09-2011 05-12-2011 Belasting Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie

1. Aangifte, bezwaar en geding voor het Hof

1. Aangifte, bezwaar en geding voor het Hof Nr. 38.377 25 november 2005 whk gewezen op het beroep in cassatie van de gemeente Deventer te Deventer tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 21 mei 2002, nr. 00/00731, betreffende na te

Nadere informatie

De Inspecteur heeft de bijdrage uit het BTW compensatiefonds teruggevorderd. Het Hof vernietigt de terugvorderingsbeschikking.

De Inspecteur heeft de bijdrage uit het BTW compensatiefonds teruggevorderd. Het Hof vernietigt de terugvorderingsbeschikking. ECLI:NL:GHDHA:2018:956 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-03-2018 Datum publicatie 26-04-2018 Zaaknummer BK-17/00742 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:7752, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BM1206

ECLI:NL:HR:2010:BM1206 ECLI:NL:HR:2010:BM1206 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 08/03539 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM1206

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Hoge Raad der Nederla 'Entrée 1 8 MARS 2014 den ------1 Derde Kamer Nr. 09/02220 21 februari 2014 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College,

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College, Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Edelhoogachtbaar College, De gemeente MP heeft bij brief van 21 september 2017 cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:545, Gedeeltelijk contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:2551, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:545, Gedeeltelijk contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:2551, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:HR:2016:476 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-03-2016 Datum publicatie 25-03-2016 Zaaknummer 14/04113 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:545,

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 24 maart 2011, nummer AWB 09/5022, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 24 maart 2011, nummer AWB 09/5022, in het geding tussen belanghebbende en Hof Arnhem 4 september 2012, nr. 11/00370 Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummer 11/00370 uitspraakdatum: 4 september 2012 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger

Nadere informatie

Inhoudsindicatie. Gegevens. Parket bij de Hoge Raad, , 15/03805

Inhoudsindicatie. Gegevens. Parket bij de Hoge Raad, , 15/03805 Parket bij de Hoge Raad, 11-02-2016, 15/03805 Inhoudsindicatie De belanghebbende zet op basis van overeenkomsten van dienstverlening met ziekenhuizen basisartsen en medisch specialisten bij die ziekenhuizen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:3135

ECLI:NL:RBNNE:2017:3135 ECLI:NL:RBNNE:2017:3135 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer AWB - 15 _ 4205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 Van : college van burgemeester en wethouders Datum : 27 juni 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Haring Portefeuille(s) : Financiën Contactpersoon : W. Lam Tel.nr. : 8318

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald. looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende

Nadere informatie

LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak

LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak Datum uitspraak: 07-12-2012 Datum publicatie: 07-12-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 13, B,

Nadere informatie

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk: Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 Permanente link: http://deeplink. Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-07-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 5490 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere

Nadere informatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak Datum uitspraak: 10-10-2008 Datum publicatie: 10-10-2008 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Verkoop van (gebruikte) goederen

Nadere informatie

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543 Titel Bedrijfsopvolgingsvrijstelling van toepassing op de verkrijging van fictieve onroerende zaken I Nummer 49 / 2779 Belastingjaar/tijdvak 2014 Brondocumenten Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 17/04543,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. DenHaag, I Q jyl2012 Kenmerk: DGB 2012-3421 Motivering van liet beroepsctirift In cassatie (rolnummer 12/02585) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 12 april 2(312, nr. 11/3414, 11/3415 en

Nadere informatie

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. LJN: BP2096, Raad van State, 201003640/1/H2 Datum uitspraak: 26-01-2011 Datum publicatie: 26-01-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 5

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 Datum: 26 juni 2017 Team: Vastgoed Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift aan: wethouder Haring,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 -0) Ol täh. 2tpIO e Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/01551 IIngeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr g.3.j ~..~9. 8 maart 2013 Luxemburg,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2018:1190

ECLI:NL:GHDHA:2018:1190 ECLI:NL:GHDHA:2018:1190 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 01-05-2018 Datum publicatie 24-05-2018 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00787

Nadere informatie

GERECHTSHOF s- HERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 12/00834

GERECHTSHOF s- HERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 12/00834 GERECHTSHOF shertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 12/00834 Uitspraak op het hoger beroep van [belanghebbende], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Uitspraak van de meervoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 14 maart 2013 inzake [X], wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01/3644

ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01/3644 ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-10-2002 Datum publicatie 08-10-2002 Zaaknummer 01/3644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

/ h/ o IQ. Edelhoogachtbaar college,

/ h/ o IQ. Edelhoogachtbaar college, / h/ o IQ Edelhoogachtbaar college, "2. Ô0 Hiermede doe ik u toekomen de motivering van het beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam betreffende het hoger beroepschrift tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 Instantie Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 15-03-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/4708 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur, uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 4 oktober 2013 nr. 11/03207 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juni 2011, nr. P10/00221, betreffende

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

HOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen

HOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen HOGE RAAD nr. 31/695 ARREST gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 13 oktober 1995 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 C-A3.A 1..A3 - g) ge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02825 22 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr.. 3:t2 /J..s..8.

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur) LJN: BW3414, Gerechtshof Arnhem, 11/00467 en 11/00468 Datum uitspraak: 11-04-2012 Datum publicatie: 20-04-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting. De

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM. 1 Ontstaan en loop van het geding. Uitspraak. Kenmerk 13/ augustus 2014

GERECHTSHOF AMSTERDAM. 1 Ontstaan en loop van het geding. Uitspraak. Kenmerk 13/ augustus 2014 Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM Kenmerk 13/00066 21 augustus 2014 uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X], wonende te [Z], belanghebbende tegen de uitspraak in de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Naar aanleiding van uw briefvan 11 april 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Naar aanleiding van uw briefvan 11 april 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 2 MEI 2013 Kenmerk: DGB 2013-2033 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/01640) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 februari 2013, nrs. 11/00933 en 11/00934,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:7283 Instantie Datum uitspraak 23-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 1400206 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2014:582,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AU5809

ECLI:NL:CRVB:2005:AU5809 ECLI:NL:CRVB:2005:AU5809 Instantie Datum uitspraak 21-10-2005 Datum publicatie 08-11-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 02/589 WAZ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936 CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.

Nadere informatie

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 i Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 Edelhoogachtbaar College, De uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 6 december 2012, nr. 11 / 04103, betreft de X in geschil zijnde vraag of belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) Belasting over toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 135, lid 1, sub k, juncto artikel 12, leden 1 en 3 Onbebouwde grond Bouwterrein Begrippen

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

/ Belastingrecht. Hoger beroep. Rechtspraak.nl

/ Belastingrecht. Hoger beroep. Rechtspraak.nl ECLI:NL:GHARL:2016:3819 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18-05-2016 23-05-2016 15/00019 Belastingrecht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490 ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Entrée 02 AVR 2013 C -.A~~ /43 Derde Kamer Nr. 11/01624 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr...g3..a... 2..Bs..._- 8 maart 2013 Luxemburg,

Nadere informatie

.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.

.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken. Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:72

ECLI:NL:GHAMS:2016:72 ECLI:NL:GHAMS:2016:72 Permanente link: http://deepl Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer 14/01023 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2014:10956,

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Leeuwarden nummer: 12/00201 uitspraakdatum: 15 oktober 2013 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:7492

ECLI:NL:RBZWB:2013:7492 ECLI:NL:RBZWB:2013:7492 Instantie Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

Effectenbezittersvereniging heeft toch recht op btw-aftrek

Effectenbezittersvereniging heeft toch recht op btw-aftrek Effectenbezittersvereniging heeft toch recht op btw-aftrek HofDen Haag is van oordeel dat X recht heeft op aftrek van voorbelasting, nu de collectieve juridische acties en daarmee ook de kosten rechtstreeks

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. io~oo6zz hop uitspraak GERECHTSHOF 's-gravenhage Sector belasting Nummer BK-08/00456 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. S januari 2010 op het hoger beroep van de Inspecteur, de voorzitter

Nadere informatie

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg (BsGW)

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg (BsGW) ECLI:NL:GHSHE:2019:638 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 21-02-2019 Datum publicatie 15-05-2019 Zaaknummer 17/00752 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLIM:2017:9435, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk: R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:91, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:3990, Bekrachtiging/bevestiging

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:91, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:3990, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:HR:2016:2786 Permanente link: Instantie via rechtsspraak.nl Hoge Raad Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 09-12-2016 Zaaknummer 15/00148 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie