Handboek. Simrad AP28 Autopilot. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handboek. Simrad AP28 Autopilot. www.simrad-yachting.com. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics"

Transcriptie

1 Handboek Simrad AP28 Autopilot Nederlands Sw A brand by Navico - Leader in Marine Electronics

2 A P 2 8 Handboek Simrad AP28 Autopilot Nederlands Sw.1.2 Document nr.: Herziene uitgave: B Datum: April 2008 De originele taal van dit document is Engels. In geval van enige discrepantie tussen vertaalde versies en de Engelse versie van dit document zal het Engelse document gelden als het officiële document. Naar ons beste weten was de inhoud van deze publicatie correct ten tijde van ter perse gaan. Wij verbeteren onze producten bij voortduring en behouden ons derhalve het recht voor om producten en de documentatie te allen tijde te wijzigen. Updates van handboeken zijn beschikbaar op onze website en kunnen gratis worden gedownload. Copyright 2008 van Navico Holding AS.

3 Informatie over dit handboek Rev. A Eerste uitgave Rev. B Bijgewerkt tot autopilot software 1.2 Dit handboek is bedoeld als referentie en handleiding voor bediening en onderhoud van de Simrad AP28 autopilot. Een autopilot is een complex besturing systeem en daarom wordt aangeraden om dit handboek met aandacht te bestuderen opdat u een grondig inzicht verkrijgt in de bediening, de systeem componenten en hun relatie tot een compleet AP28 autopilot systeem. De namen van menu commando s worden in dit handboek vet gepresenteerd (b.v. Hoofd menu, Setup commando, Linker toets). Belangrijke tekst die speciale aandacht van de lezer vraagt wordt als volgt benadrukt: Wordt gebruikt om de aandacht van de lezer te vestigen op een opmerking of informatie van enig belang. Wordt gebruikt als het noodzakelijk is om personeel te attenderen op een mogelijk risico van schade aan apparatuur of als er gevaar voor de gebruikers kan ontstaan indien geen zorg wordt betracht. 2 AP28 Handboek

4 Inhoudsopgave 1 Bediening Overzicht AAN/UIT Achtergrondverlichting Standby mode Automatische besturing NoDrift mode Navigeren met de AP Windvaan besturing (zeiljachten) Wind besturing en navigatie (zeiljacht) Data pagina s Meervoudig station systeem Hoofd menu Data pagina s setup Setup menu Remote lock (blokkeer functie) Setup tijdens installatie Eerste keer inschakelen Installatie Menu Service Informatie Alarm systeem Alarm indicatie Een alarm bevestigen AP28 Handboek 3

5 4.3 Actieve alarmen bekijken Alarm codes Troubleshooting SimNet status Systeem data Resets Alarmen Onderhoud Algemeen Bedieningsunit Autopilot computer Roer feedback Kompas Aandrijfunit Omwisselen software programma Optionele apparatuur R3000X Afstandsbediening (NFU) S35 Besturing handel (NFU) JS10 Joystick (NFU) AP28 met MSD50 Hekaandrijving Verklarende woordenlijst AP28 Handboek

6 1 Bediening Een autopilot is een zeer nuttige hulp bij navigatie maar vervangt onder GEEN ENKELE omstandigheid de taak van de navigator. Gebruik geen automatische besturing indien: Wordt gevaren in gebieden met hoge verkeersdichtheid of in smalle vaarwateren. Het zicht slecht is of tijdens ruwe zeegang In het gebied een verbod op het gebruik van autopilots van kracht is Indien de autopilot wordt gebruikt: Laat de stuurstand dan niet onbeheerd achter Plaats dan geen enkel magnetisch materiaal of apparaat nabij de koers sensor die in het autopilot systeem wordt gebruikt Controleer met regelmatige intervallen de koers en positie van het vaartuig Schakel altijd naar de Standby mode en verminder tijdig de snelheid om gevaarlijke situaties te vermijden. 1.1 Overzicht Figuur 1-1 AP28 Front Paneel Bediening 5

7 Toets PWR Omschrijving Stroom AAN-UIT / Verlichting toets STBY AUTO NO- DRIFT NAV WIND Standby toets Standby mode inschakelen Auto toets Auto mode inschakelen NoDrift toets NoDrift mode inschakelen Nav toets Nav mode inschakelen Wind toets Wind mode inschakelen TURN Bocht toets Openen bocht submenu Overstag of gijpen in de Wind mode MENU Menu/Enter toets Toegang Hoofd menu Voer waarde in, Bevestig, OK Actie conform het aanraaktoets symbool Links toets Vorige, Links, Cancel, Exit Langdurig indrukken: Terug naar Hoofd pagina (bedien niveau 1) Actie conform het aanraaktoets symbool Rechts toets Volgende, Rechts Actie conform het aanraaktoets symbool Omhoog toets Omhoog in menu of lijst box, Verhogen Actie conform het aanraaktoets symbool Omlaag toets Omlaag in menu of lijst box, Verlagen Actie conform het aanraaktoets symbool 6 Bediening

8 Bakboord toets Stel opgedragen koers of windhoek met 1 of 10 graden bij Power steering naar bakboord inschakelen Actie conform het aanraaktoets symbool Stuurboord toets Stel opgedragen koers of windhoek met 1 of 1o graden bij Power steering naar stuurboord inschakelen Actie conform het aanraaktoets symbool Aanraaktoetsen Als de basis functie van de toetsen wordt veranderd dan worden aanraaktoetsen pal boven de toetsen zichtbaar om de alternatieve functie aan te duiden. De volgende aanraaktoets symbolen worden gebruikt: Symbool Actie Symbool Actie Symbool Actie Ok Cancel Terug Omhoog Verhoog Omlaag Verlaag Verhoog Dag verlichting Ondiep naar SB Ondiep naar BB Volgend Verlaag Installatie Reset trip log Nacht Huidige info Symbolen Niet actieve unit, data pagina uitgeschakeld Alarm herinnering Geblokkeerd Bediening 7

9 Operationele modes Het AP28 systeem biedt de volgende primaire besturing modes: STBY (power steering), AUTO, NoDrift, NAV, WIND en WIND NAV. Elke mode behalve WIND NAV bezit een aparte toets. De WIND NAV mode kan alleen vanuit de WIND mode worden geopend. Elke mode biedt u een multifunctioneel mode display. Door de gebruiker te bepalen instellingen bevinden zich in het AP28 Hoofd menu (pagina 47). Alarmen Alarmen worden in gewone tekst gepresenteerd om u te waarschuwen voor systeem en externe data storing condities. De alarmen zijn zowel hoorbaar als zichtbaar. De lijst met alarmen staat op pagina 107. Overdragen van bedieningscontrole In een multistation systeem kan de controle eenvoudig van de ene naar de andere unit worden overgedragen door intoetsen van de actieve mode toets. AP28 units die niet actief zijn tonen het icoon. Geavanceerde bediening Zie voor informatie het Setup item in het Hoofd menu, pagina AAN/UIT Zie voor eerste keer inschakelen pagina 65. Enkelvoudig indrukken van de PWR toets schakelt het autopilot systeem in waarna presentatie volgt van de opstart pagina s. 8 Bediening

10 Product naam Serie nummer Software versie Release datum Deze software versie en release datum zijn slechts voorbeelden. Na ongeveer 5 seconden is het systeem in bedrijf en de unit die werd ingeschakeld toont het Standby mode display. Andere units in een multistation systeem zullen tonen. Controle over de bediening wordt overgedragen naar elke afzonderlijke unit door indrukken van de betrokken STBY toets. Langdurig indrukken van de PWR toets activeert de uitschakel dialoog box. De autopilot gaat nu eerst naar de STBY mode en wordt na 3 seconden uitgeschakeld. In geval van nood kan bij een multistation systeem het systeem worden uitgeschakeld door bij een willekeurige unit de PWR toets in te drukken. Bedenk dat de autopilot zelfs na uitschakelen nog enig vermogen uit de accu s betrekt tenzij u de stroomonderbreker uitschakelt. 1.3 Achtergrondverlichting De display achtergrondverlichting kan op elk moment worden gewijzigd. PWR 1 Druk op de PWR toets - De overlay window met verlichting niveau wordt boven op het huidige display geplaatst 2 Druk op een van de toetsen zoals onderstaand aangegeven om de display achtergrondverlichting te wijzigen: Bediening 9

11 PWR a De PWR toets om het verlichting niveau met een stap te verhogen b c De Omhoog/Omlaag aanraaktoetsen om het verlichting niveau een stap te verhogen of te verlagen De Dag/Nacht aanraaktoetsen om te schakelen tussen dag en nacht profielen Als binnen 3 seconden geen invoer plaats vindt dan wordt de Verlichting overlay window gesloten. Zie voor contrast en dag/nacht settings pagina Standby mode STBY mode is de mode die wordt gebruikt als besturing van het schip via de stuurstand plaats vindt. Display informatie: Zie pagina 76 voor VRF informatie. Standby mode Huidige koers 345 M Kompas bron: RC42 Roerhoek 01 naar stuurboord Power steering (NFU) Druk in de Standby mode op een van de SB of BB toetsen. Het Non-Follow-Up (NFU) display wordt nu gepresenteerd en het roer beweegt zolang als de toets ingedrukt wordt gehouden. Activeert BB roer commando Activeert SB roer commando 10 Bediening

12 Als een NFU stuurhandel of afstandsbediening word bediend dan zullen andere bedieningsunits (inactief) tonen. Zie sectie 7 voor gebruik van de NFU stuurhandels of afstandsbedieningen Follow-Up besturing (FU) Niet toepasbaar bij Virtuele roerstand configuratie (page 76). In de Follow-Up besturing mode kan de koersknop worden gebruikt voor het geven roer opdrachten. De opgedragen roerhoek wordt op het display getoond en het roer zal naar de opgedragen hoek draaien en dan stoppen. Toets beide toetsen gelijktijdig om Follow-up te activeren Gebruik de koersknop voor een roerhoek opdrach U kunt het stuurwiel niet handmatig bedienen zolang de Follow-Up mode is ingeschakeld. STBY Toets STBY voor terugkeer naar handmatige besturing in de Standby mode. Alternatieve displays in de Standby mode Knipperend roerhoek staafdiagram Als uw autopilot een Simrad MSD50 hekaandrijving aanstuurt dan zal het roerhoek display na inschakelen tussen 10 graden bakboord en stuurboord knipperen als teken dat het roer nulpunt ingesteld moet worden. Zie pagina 115 voor instellen van het nulpunt. Bediening 11

13 Geen roerhoek staafdiagram Als de autopilot gebruik maakt van Virtuele Roerhoek Feedback (VRF) dan wordt in het staafdiagram geen roerhoek getoond in de Standby mode. Geen mode indicatie Als de autopilot is ingesteld op Elektronische Vaar Controle (EVC) dan kunt u vanaf de stuurstand handmatig sturen, ongeacht de autopilot mode. De autopilot gaat dan naar de Standby mode. De "S" in het display wordt door een streepje vervangen om aan te geven dat de besturing via de stuurstand verloopt. Zie pagina Automatische besturing AUTO (Kompas) mode Als de AUTO toets wordt ingedrukt dan selecteert de AP28 automatisch de huidige vaarkoers als ingestelde koers en wordt de roerhoek gehandhaafd. Dit zorgt voor een vloeiende overgang bij mode wijziging. Automatische besturing mode Ingestelde koers: 340 graden Kompas aflezing: 339 M Koersbron: RC42 Roerhoek: 02 naar stuurboord Snelheid: 6.8 knopen (van log) Besturing parameter: LO-A (Laag automatisch) 12 Bediening

14 De AP28 zal het schip op de ingestelde koers houden totdat een nieuwe mode wordt geselecteerd of met de koersknop of de BB of SB toetsen een nieuwe koers wordt ingesteld. Een omwenteling van de koersknop resulteert in 45 koersverandering. Verlaag Verhoog Drukknop 1 (of 10 ) koers wijziging Koers wijziging Linksom: Verlaag Rechtsom: Verhoog Bij motorjachten kunt u de toetsen in het Setup menu instellen op 10 koerswijziging per toetsaanslag (zie pagina 163) Het schip zal na instellen van een nieuwe koers automatisch naar de nieuwe koers draaien en de nieuwe koers handhaven. Koers overnemen In de AUTO of NoDrift mode (pagina 31) stelt koers overnemen u in staat tot automatische onderbreking van de bocht waarin u zich bevindt door kortstondig indrukken van de AUTO toets of de NoDrift toets. De autopilot zal de bocht onderbreken en vervolgen met de kompaskoers zoals aangegeven op exact het moment van indrukken van de AUTO toets of de NoDrift toets. Dit is een nuttige voorziening als u niet zeker weet hoever u moet draaien om een inham of haven aan te sturen. Automatische besturing mode Nieuwe overgenomen koers: 305 Kompas aanwijzing: 311 M (magnetisch) of T (True -waar) STBY Ga weer over tot handmatige besturing door indrukken van de STBY toets. Bediening 13

15 Controle van de besturing prestatie Bij functioneren in een automatische mode gebruikt de AP28 twee verschillende sets besturing parameters (HI/LO). Deze parameters regelen de respons van het schip bij uiteenlopende snelheden of windrichtingen. De twee parameters kunnen automatisch of handmatig worden geselecteerd en elke set kan handmatig worden bijgesteld (respons bijstellen). De snelheid waarbij de autopilot automatisch van LO naar HI parameters (of omgekeerd) verandert wordt bepaald door de Overgang HI-LO zoals ingesteld in het Installatie/Ingebruikneming/Vaarproef menu, pagina 85. Zie diagram op volgende pagina. Zonder snelheid invoer kiest de autopilot automatisch de LO besturing parameters indien vanaf STBY een automatische mode wordt ingeschakeld. Dit is een veiligheidsvoorziening om oversturen te voorkomen Snelheid HI response parameters LO response parameters Transitie naar LO parameters bij toenemende snelheid: 10 knopen Transitie snelheid ingesteld op 9 knopen Transitie ingesteld op HI parameters bij afnemende snelheid: 8 knopen Display legende HI-A Hoge respons parameters automatisch ingesteld LO-A Lage respons parameters automatisch ingesteld HI-M Hoge respons parameters handmatig ingesteld LO-M Lage respons parameter handmatig ingesteld 14 Bediening

16 Motorjachten Bij motorjachten wordt de automatische selectie van HI of LO uitsluitend door de snelheid van het schip bepaald zoals in bovenstaand diagram word getoond. Zeiljachten Bij varen in de WIND mode wordt de parameter bepaald door zowel de snelheid van het schip als de richting van de wind, zoals onderstaand afgebeeld. Mocht u teveel snelheid verliezen, b.v. tijdens overstag gaan, dan wijzigen de parameters naar HI om voldoende roer respons te verkrijgen. Bij het instellen van de transitie snelheid bij zeiljachten moet hiermee rekening worden gehouden. Zie ook Wind reactie op pagina 16. Respons aanpassen De Autotune functie in the AP28 is dusdanig geraffineerd dat de meerderheid van schepen geen verdere aanpassing van besturing parameters behoeft. Bij sommige schepen of bij bepaalde zeegang condities kan echter een fijnafstelling van de besturing parameters de prestatie van de autopilot verbeteren. De Respons regeling stelt u in staat om deze fijnafstelling uit te voeren voor elk van de twee parameter sets (HI/LO). De respons kan op negen niveaus worden ingesteld. Niveau 4 is standaard met parameter waarden zoals ingesteld door de Autotune functie. Als geen Autotune is uitgevoerd (wordt niet aanbevolen) dan zijn de niveau 4 waarden de af fabriek standaard waarden. Een laag respons niveau verlaagt de roer activiteit en biedt een meer losse besturing. Bediening 15

17 Een hoog respons niveau verhoogt de roer activiteit en biedt een meer strakke besturing. Een te hoog respons niveau resulteert in het volgen van een slingerende koers. Indien u de REACTIE pagina opent dan is de geaccentueerde Reactie parameter de actieve parameter. MENU Aanpassen van de HI en LO waarden is zelfs mogelijk als het schip zich niet in het water bevindt. Bereik Wijziging per stap Standaard Wind reactie (zeiljachten) Controleer of het verschil tussen de Te Sturen Koers (CTS) en de actuele koers een acceptabel minimum vertoont. Als het verschil tussen de ingestelde windhoek en de actuele windhoek te groot is verhoog dan de Wind reactie om het verschil te reduceren. Als de actuele windhoek rondom de ingestelde windhoek fluctueert of als de roer activiteit te hoog is dan dient de Wind reactie verlaagd te worden. 16 Bediening

18 MENU Bereik Wijziging per stap Standaard Selectie van HI/LO parameters MENU Het Handmatig selecteer item heeft drie alternatieven: Auto HI LO. Auto wordt automatisch ingesteld door snelheid invoer HI of LO dient bij ontbreken van snelheid invoer handmatig te worden ingesteld. Bediening 17

19 De regel onder het opschrift in het display toont de ingestelde actieve parameters en hoe deze zijn geselecteerd. Patroon besturing (motorjachten) De autopilot biedt in de AUTO mode een aantal verschillende patroon besturing voorzieningen. Tussen de selectie van een bochtpatroon en de uitvoering treedt een vertraging van een minuut op. Tijdens de vertraging handhaaft de autopilot de ingestelde koers. Tijdens bochtpatroon besturing kunt u op elk moment de variabelen wijzigen door drukken op de toets. Druk op de AUTO toets om een bochtpatroon te verlaten. U-Bocht Bij de U-Bocht wijzigt de huidig ingestelde koers naar 180 graden in de tegengestelde richting. Deze voorziening is uiterst nuttig in een man overboord situatie en steeds wanneer u op een tegengestelde koers wilt terugvaren. TURN Druk op de of aanraaktoets voor selectie van de U-Bocht richting en begin de bocht. Schip maakt stuurboord U-bocht 18 Bediening

20 C-Bocht De autopilot biedt in de AUTO mode een continue bocht voorziening bij het omcirkelen vissen of het zoeken van een bepaald object op de zeebodem. Bij een C-bocht draait het schip in een cirkel met constante draaisnelheid. De gebruiker bepaalt of de C-Bocht naar links of rechts gemaakt moet worden. Activeren van de C-Bocht mode: TURN Druk op de of aanraaktoets voor selectie van de C-Bocht richting en begin de bocht. De ROT (rate of turn draaisnelheid) kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd maar ook tijdens de bocht. Verhoging van de draaisnelheid resulteert in een kleinere cirkel en vice versa. Bediening 19

21 MENU Draai parameter Bereik Wijziging per stap Standaard Eenh. Draai snelheid /min Spiraalbocht Ook de spiraal bocht voorziening kan worden gebruikt bij omcirkelen tijdens vissen het zoeken van een bepaald object op de zeebodem. Een spiraalbocht laat het schip in een spiraal draaien met een afnemende of toenemende radius. Activeren van de spiraal bocht mode: 20 Bediening

22 TURN De initiële radius kan voor aanvang van de bocht worden ingesteld. Druk op de of aanraaktoets voor selectie van de spiraal bocht richting en begin de bocht. Tijdens de bocht kan de wijziging van radius worden ingesteld evenals het aantal voeten of meters dat de radius moet wijzigen na elke voltooide cirkel. Tijdens de bocht kan de wijziging van radius worden bijgesteld. Als de wijziging van radius op nul wordt ingesteld dan draait het schip in een cirkel. MENU Bediening 21

23 Negatieve waarden geven een afnemende radius aan en positieve waarden een toenemende radius. Toenemende radius Afnemende radius Bocht parameter Bereik Wijziging per step Standaard Initiële radius 33 ft ft 10 m m ft 200 m Wijziging van radius per bocht -164 ft ft -50 m m ft 20 m De eenheid voor radius is identiek met de eenheid die voor diepte is ingesteld (voeten of meters). Zigzagbochten Activeren van de zigzagbocht mode: TURN De koers verandering kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd (2-70 ). 22 Bediening

24 Druk op de of aanraaktoets voor selectie van de richting van de eerste bocht en begin de bocht. Tijdens varen in een zigzag patroon kunt u de koersverandering, etappe afstand en hoofdkoers wijzigen. Een pijl geeft de volgende koersverandering aan. MENU Koers verandering 20 Hoofd koers Koers verandering 40 Etappe afstand Bocht parameter Bereik Wijziging per stap Standaard Koers verandering Etappe afstand 82 ft ft 25 m m ft 500 m De etappe afstand eenheid is identiek met de voor diepte is ingestelde eenheid (voeten of meters). Bediening 23

25 Vierkantbocht De vierkantbocht voorziening in de AUTO mode kan ook als rechthoek of elk ander patroon worden uitgevoerd mits elke volgende bocht 90 is. Activeren van de vierkantbocht mode: TURN Druk op de of aanraaktoets voor selectie van de richting van de eerste bocht en begin de bocht. Etappe afstand U kunt de hoofdkoers op elk moment veranderen. Ook kunt u op elk moment de etappe afstand wijzigen tot het moment waarop het schip een nieuwe 90 bocht maakt. 24 Bediening

26 MENU Bocht parameter Bereik Wijzigen per stap Standaard Etappe afstand 82 ft ft 25 m 3000 m ft 500 m De etappe afstand eenheid is identiek met de voor diepte is ingestelde eenheid (voeten of meters). Bediening 25

27 Lazy S-bocht ( slalom bochtpatronen) Activeren van de Lazy S-bocht mode: TURN De koers verandering kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd (2-80 ). Druk op de of aanraaktoets voor selectie van de richting van de eerste koerswijziging en start. Tijdens een Lazy S patroon kunt u de grootte van de koersverandering, de bochtstraal en de (gemiddelde) hoofdkoers wijzigen. Een pijl geeft de richting van de bocht aan. 26 Bediening

28 Stel de koers verandering en bochtstraal als volgt in: MENU Koers verandering Koers verandering Grote radius Hoofd koers Hoofd koers Kleine radius Bocht parameter Bereik Wijziging per stap Standaard Koers verandering Radius 16 ft ft 5 m 500 m ft 200 m De eenheid voor radius is identiek met de eenheid die voor diepte is ingesteld (voeten of meters). Bediening 27

29 DCT TM (Depth Contour Tracking- Dieptelijn volgen) Via invoer van dieptemeter data kan de autopilot worden ingesteld op het volgen van een ingestelde diepte. Dit is nuttig bij het volgen van dieptelijnen. Stel zeker dat u uw systeem beschikt over diepte data. Effen zeebodem Rotsachtige wateren Helling Smal kanaal Rug Gebruik deze voorziening niet tenzij de zeebodem geschikt is. Dus niet in rotsachtige wateren waar de diepte binnen een klein gebied sterk varieert. TURN 28 Bediening

30 Het display toont de actuele diepte aflezing. Stuur het schip naar de diepte die u wilt volgen en in de richting van de dieptelijn (hoofdkoers). Activeer met de of aanraaktoets de dieptelijn volgen besturing zodra de gewenste diepte in het display verschijnt. Gebruik de toets bij ondiepte aan bakboord en de toets bij ondiepte aan stuurboord. Hoofdkoers Deze koers dient identiek te zijn met de (gemiddelde) richting van de te volgen dieptelijn. Als de dieptelijn sterk van richting verandert dan dient u de ingestelde koers handmatig naar de nieuwe richting bij te stellen. Dit resulteert in een snellere respons van de autopilot. Als de koers niet wordt bijgesteld dan zal de autopilot langer bezig zijn met het terugsturen van het schip naar de referentie diepte. Het scherm biedt de volgende instellingen: Diepte gain (diepte versterking) De autopilot volgt de diepte door het berekenen van de x-track error (fout dwars op de track) als het schip van de referentie diepte afwijkt. Met deze fout wordt de ingestelde koers automatisch bijgesteld om het schip weer op de juiste track te brengen. Gebruik de gain optie voor het verkrijgen van een sterke of rustige respons op de variatie van diepte. MENU Bediening 29

31 CCA (Contour Cross Angle Slalommen Langs Dieptelijn) Met deze parameter kunt u het schip langs uw referentie diepte laten slalommen. Als de CCA op nul wordt ingesteld dan volgt geen slalom. De CCA is een hoek die wordt opgeteld bij of afgetrokken van de ingestelde koers. Bij elke kruising van het schip met de referentie diepte verandert het teken (+/-) van de CCA en wordt het schip naar een koers gestuurd waarbij de referentie diepte op een tegengestelde richting wordt gekruist. Hoe groter de CCA, des te groter de bocht. CCA ingesteld op 15. Referentie diepte wordt via bakboord benadert Referentie diepte CCA ingesteld op 15. Referentie diepte wordt via stuurboord benadert Bocht parameter Bereik Verandering per stap Standaard Hoofdkoers Diepte gain Kruishoek dieptelijn Referentie diepte De referentie diepte wordt vastgelegd op het moment van DCT TM activering. Gebruik de Omhoog of Omlaag toets om de referentie diepte te wijzigen. 30 Bediening

32 Overstag in Auto mode (zeiljacht) De overstag functie is alleen beschikbaar als het Boot type in de installatie setup van het systeem is ingesteld op SAIL. Overstag in de AUTO mode verschilt met overstag in de WIND mode. In de AUTO mode wordt de overstag hoek in het Setup/Zeilen menu op een vaste waarde ingesteld. De standaard hoek is 100. Overstag dient alleen aan de wind uitgevoerd te worden en dient eerst beproefd te worden bij geringe zeegang en weinig wind om te bepalen hoe uw schip reageert. Door de grote variatie in de karakteristiek van schepen (van kruisen tot racen) kan de prestatie van de overstag functie van schip tot schip variëren. Behoudens de vaste overstag hoek en het verschil in displays is de procedure vergelijkbaar met die van de U-bocht zoals beschreven op pagina 17. Alleen voor zeiljacht TURN Schip gaat naar stuurboord overstag 1.6 NoDrift mode De NoDrift mode is een alternatieve mode voor route besturing in de NAV mode die automatisch wordt geactiveerd door de NODRIFT toets in te drukken. In de NoDrift mode is de Positie (Pos) bron de data bron. Voor gebruik van de NoDrift mode dient uw GPS of kaartplotter ingeschakeld te zijn. Bediening 31

33 Anders dan in de Auto mode zal de autopilot in de NoDrift mode een koers sturen waarbij de invloed van wind en getij volledig wordt gecompenseerd. De stuurkoers (peilinglijn) kan op dezelfde wijze worden verandert als koers wijzigen in de Auto mode. Kompaskoers: 345 M NO- DRIFT Roerhoek: 01 naar stuurboord Snelheid: 6.8 kn van het log Besturing parameter: LO-A Uitwijken (Hervat vorige koerslijn) De AP28 bezit geen specifieke uitwijk toets. Als de NoDrift mode actief is, druk dan eenvoudigweg op STBY en gebruik de power steering of handbesturing om een obstakel te ontwijken. Als u binnen 60 seconden terugkeert naar de NoDrift mode dan wordt het volgende display met twee alternatieven getoond: NO- DRIFT Ga terug naar NoDrift mode met de vorige ingestelde koerslijn Ga naar de NoDrift mode met de huidige koers als ingestelde koerslijn Als een van beide aanraaktoetsen niet binnen 5 seconden worden ingedrukt dan verdwijnt de dialoog box en schakelt de autopilot naar de NoDrift mode met de huidige koers als ingestelde koerslijn. Als uw uitwijk manoeuvre langer dan 60 seconden duurt dan handhaaft de autopilot de Standby mode. 32 Bediening

34 1.7 Navigeren met de AP28 De AP28 is in staat om besturing informatie van een externe navigator (GPS, kaartplotter) te gebruiken om het schip naar een specifiek waypoint of langs een route met waypoints te sturen. De van de navigator ontvangen informatie zorgt voor een automatische koersverandering om te zorgen dat het schip door de AP28 naar het waypoint van bestemming wordt gestuurd. Als de AP28 is aangesloten op een navigatie ontvanger die geen bericht met peiling naar volgende waypoint verzendt dan wordt alleen gestuurd via Cross Track Error. In dat geval dient u bij elk waypoint terug te vallen op de Auto mode en handmatig de koers in te stellen op basis van de peiling naar het volgende waypoint en dan opnieuw NAV te selecteren. Voor het verkrijgen van bevredigende navigatie besturing moet aan de volgende punten worden voldaan voordat de NAV mode wordt geactiveerd: De automatische besturing van de AP28 moet worden getest op bevredigende werking De navigatie ontvanger (GPS, kaartplotter) dient zich in de volledig operationele mode te bevinden met afdoende signaal ontvangst voor geldige positie en navigatie data. Er dient tenminste één waypoint te zijn ingevoerd dat daarna als huidig Ga naar waypoint is geselecteerd. In de NAV mode is de data bron de Navigatie (Nav) bron. Normaliter is deze bron dezelfde als de Positie bron (GPS, Kaarplotter), zie pagina 54. Navigatie besturing dient alleen in open wateren te worden gebruikt. Na selectie van de NAV mode handhaaft de AP28 de huidig ingestelde koers en vraagt de gebruiker om de koers verandering naar het waypoint van bestemming te accepteren. Druk op de NAV toets om het NAV prompt display te activeren. Bediening 33

35 NAV Het prompt display toont de naam van het volgende waypoint (WP), de peiling van de tracklijn (BWW) vanaf het voorgaande waypoint naar het waypoint van bestemming, de vereiste koers verandering (CHG) en de richting waarin het schip zal draaien. Als slechts één waypoint is ingevoerd dan is de peiling gelijk aan de koers vanaf de huidige positie naar het waypoint van bestemming. NAV mode Te sturen koers (CTS): 099 is door de autopilot intern ingesteld om het schip naar de tracklijn te sturen en de peiling te handhaven. Cross Track Error - Track Dwarsfout (XTE): nm Symbool van het schip illustreert of het schip zich linksof rechts van de geplande track bevindt. Kompaskoers: 101 M Volgende waypoint: WP1 Snelheid over de grond (SOG): 6,8 knopen Afstand naar volgende waypoint (DTW): 9.14 nm Besturing parameter: LO-A Bij Cross Track Error hangt het aantal getoonde decimalen af van de GPS of Kaartplotter uitvoer. Drie decimalen resulteren in nauwkeuriger volgen van de track Als de AP28 in de NAV mode wordt gebruikt om langs een route met waypoints te sturen dan zal de AP28 zich na acceptatie van de NAV mode prompt richten op het dichtstbijzijnde waypoint in de richting van de route. Bij aankomst op het waypoint zal de AP28 een hoorbaar alarm laten horen en een alarm scherm tonen met nieuwe koers informatie en dan automatisch koers zetten langs het nieuwe routedeel. 34 Bediening

36 Als de vereiste koers verandering meer bedraagt dan de NAV verandering limiet (standaard 10 ) dan dient u te bevestigen of de aankomende koers verandering acceptabel is. Zie pagina 75 inzake veranderen van de NAV veranderen limiet. STBY Alert screen Druk op de aanraaktoets om een koers verandering van meer dan 10 te bevestigen. Als geen bevestiging plaats vindt dan vervolgt de AP28 de huidig ingestelde koers in de AUTO mode. Herwin handmatige besturing door op de STBY toets te drukken. Instellen waypoint aankomst cirkel Voor route navigatie wordt aanbevolen om bij een ingestelde waypoint aankomst cirkel automatische waypoint wisseling in te stellen. De aankomst cirkel dient aan de vaarsnelheid te worden aangepast. Hoe hoger de snelheid, des te groter de cirkel. Het is de bedoeling dat het schip tijdig een koers verandering aanvangt waardoor de bocht naar het volgende routedeel vloeiend verloopt. Bediening 35

37 Onderstaande tekening kan worden gebruikt om een geschikte waypoint cirkel op de GPS of kaartplotter te selecteren. Voorbeeld: Bij een snelheid van 20 knopen dient u een waypoint cirkel met een straal van 0.09 nm te kiezen. De afstand tussen waypoints in een route mag nooit kleiner zijn dan de straal van de waypoint aankomst cirkel indien automatische waypoint wisseling is ingesteld. Een andere navigatie bron selecteren Als u over meer dan een op de AP28 aangesloten navigator beschikt dan kunt u kiezen welke u voor navigatie wilt gebruiken. Zie het Bronnen item in het Setup menu voor details inzake het selecteren van een andere navigator (pagina 55). 36 Bediening

38 1.8 Windvaan besturing (zeiljachten) De WIND mode is alleen beschikbaar als het systeem in het Installatie menu is ingesteld op SAIL (zeiljacht) Voordat de WIND mode wordt geactiveerd dient het AP28 systeem te opereren in AUTO met een geldige invoer van de wind transducer. Ga naar de WIND mode door indrukken van de WIND toets. Het wind display toont de volgende informatie: Wind (vaan) mode WIND Ingestelde windhoek: 008 graden vanaf stuurboord Gemeten windhoek: 009 A (schijnbaar) of T (waar) Te sturen koers (om windhoek te handhaven): 345 Koers: 343 M (magnetisch) of T (waar) Roerhoek: 01 Snelheid van log: 6.8 kn Parameter: HI-A (Hoge waarde, auto ingesteld) De stuurkoers (CTS) en windhoek instelling worden afgeleid vanaf de kompaskoers en wind transducer op het moment dat de WIND mode wordt geselecteerd. Vanaf dat moment zal de autopilot de koers zodanig blijven aanpassen dat de windhoek wordt gehandhaafd bij verandering van de windrichting. Als de cumulatieve shift van de windrichting de ingestelde WIND SHIFT limiet overschrijdt dan klinkt een alarm. Bediening 37

39 Windhoek bijstellen gaat als volgt: Stuur BB Stuur SB Stel windhoek in/ 1 per aanslag Grote windhoek wijziging Linksom: naar BB Rechtsom: naar SB STBY Herwin handmatige besturing door op de STBY toets te drukken. Overstag in de Wind mode Overstag in de WIND mode kan in tegenstelling tot de AUTO mode worden uitgevoerd tijdens zeilen met de schijnbare of ware wind als referentie; de ware windhoek dient minder dan 90 graden te bedragen. De overstag operatie zal onmiddellijk de ingestelde windhoek naar de andere boeg spiegelen. In het display verschijnt een overstag window. Tijdens de overstag wordt de draaisnelheid bepaald door de Overstagtijd parameter, ingesteld in het Gebruikers instellingen/zeilen menu (pagina 60). De overstag tijd wordt ook bepaald door de snelheid ter voorkoming van snelheidsverlies tijdens overstag. Kort indrukken van de TURN toets zal de overstag functie activeren en het schip zal gaan draaien naar de tegengestelde windhoek. Opnieuw intoetsen van TURN na verschijnen van de overstag window zal de overstag operatie onderbreken en het schip keert terug naar de vorige ingestelde windhoek. 38 Bediening

40 TURN Gijpen Gijpen is mogelijk als de ware windhoek groter is dan 120 TURN De voor gijpen benodigde tijd wordt bepaald door de vaarsnelheid met als oogmerk een zo snel mogelijk maar tevens gecontroleerd verloop. Overstag en gijp preventie Bij hoog aan de wind en voor de wind varen is gebruik van de autopilot het meest kritisch. Als de zeilen bij hoog aan de wind varen uit balans zijn dan kunnen gierkrachten het schip laten oploeven. Als Bediening 39

41 het schip oploeft voorbij de ingestelde minimum windhoek (zie pagina 92) dan zal stuwkracht van de zeilen plotseling verdwijnen en de vaarsnelheid doen verminderen. Het schip zal dan moeilijker te besturen zijn omdat het roer minder effectief is geworden. Daarom is in WIND de overstag preventie functie opgenomen om dergelijke situaties te voorkomen. De functie reageert onmiddellijk zodra de schijnbare windhoek 5 minder is dan de ingestelde minimum windhoek door meer roeruitslag te commanderen. Bij varen voor de wind is het lastig om het schip te sturen met golven van opzij of van achteren. De golven kunnen het schip in een valse gijp brengen met gevaar voor zowel de bemanning als de mast. De gijp preventie functie wordt geactiveerd zodra de actuele schijnbare windhoek groter wordt dan 175 of tegengesteld raakt aan de ingestelde windhoek. Er wordt dan meer roeruitslag gecommandeerd om een valse gijp te voorkomen. De overstag en gijp preventie functie zijn geen garantie tegen het in een gevaarlijke situatie geraken. Dit kan gebeuren als het effect van roer en/of aandrijfunit niet toereikend is. Schenk daarom speciale aandacht aan dergelijke situaties. 40 Bediening

42 1.9 Wind besturing en navigatie (zeiljacht) De autopilot kan het schip ook besturen op basis van zowel wind als track data van een GPS of kaartplotter. De mode wordt de WIND NAV mode genoemd waarbij de automatische besturing gebaseerd is op een set van criteria (zie volgende pagina). Druk voor activering van de Wind besturing en navigatie vanuit de Wind mode [1] op de NAV toets. De autopilot berekent eerst de initiële koers verandering (CHG) zoals vereist om naar het actieve waypoint te navigeren. Bij deze berekening gebruikt de autopilot tevens de huidige windrichting. Druk voor accepteren van de koers verandering op de aanraaktoets [2]. Bediening 41

43 Opereren in de WINDNAV mode Zie Figuur 1-2 waarin een scenario wordt getoond met een zeiljacht dat van de Wind NAV mode gebruikt maakt om zo efficiënt mogelijk naar het waypoint WP1 te varen. 1. Bij het naderen van positie 2 bevindt de autopilot zich nog steeds in de Wind mode. WP1 is inmiddels bij de kaartplotter ingevoerd. 2. De Wind NAV mode wordt geactiveerd en de autopilot verzoekt bevestiging van een 71 koers verandering naar stuurboord. 3. Het schip vaart nu langs een routedeel naar positie 4 waar een stuurboord overstag is vereist om aan de grond lopen te vermijden. De afstand tot overstag (DTT) wordt getoond evenals de VMG (de snelheid waarmee het WP wordt genaderd). Bovendien toont de autopilot de te sturen koers en de kompaskoers. 4. Bij positie 4 wordt door de autopilot een overstag geïnitieerd en wordt het overstag display getoond. 5. De autopilot toont nu de informatie over het nieuwe routedeel en de volgende overstag. 6. U nadert de layline (laatste routedeel naar WP) en de autopilot suggereert een nieuwe overstag naar bakboord. 7. De nieuwe overstag wordt uitgevoerd. 8. U bevindt zich op het laatste routedeel naar het waypoint. De autopilot zorgt via XTE (fout dwars op track) dat het schip de track blijft volgen en het display toont peiling en afstand naar het waypoint. 42 Bediening

44 Figuur 1-2 Bediening 43

45 1.10 Data pagina s Als de informatie op SimNet beschikbaar is dan kunnen een aantal data pagina s worden getoond (zie pagina 105). Als een van de hoofd mode pagina s wordt getoond vraag deze dan op en scroll met de Omhoog/Omlaag toetsen langs de beschikbare data pagina s. Bij het opvragen van data pagina s wordt de laatste actieve data pagina het eerst getoond. Als u het aantal beschikbare instrument pagina s wilt wijzigen ga dan naar de Hoofdmenu/Data Pagina s setup. Tijdens display van data pagina s toont de linkerkant van het scherm de volgende informatie, afhankelijk van de mode: Standby mode Koers Koers bron Auto mode Ingestelde koers Koers Koers bron LO parameters, automatisch ingesteld Nav/NoDrift mode Te sturen koers Cross Track Error (XTE) LO parameters, automatisch ingesteld Wind mode Ingestelde windhoek Actuele schijnbare windhoek LO parameters, automatisch ingesteld Wind NAV mode Layline besturing Ingestelde windhoek Actuele schijnbare windhoek LO parameters, automatisch ingesteld 44 Bediening

46 Beschikbare data pagina s Hoofd mode scherm 1.11 Meervoudig station systeem Tijdens normaal bedrijf is de bediening vanaf elke op het AP28 systeem aangesloten bedieningsunit beschikbaar. Een bedieningsunit is actief en biedt de gebruiker toegang tot alle functies. Alle overige bedieningsunits zijn inactief en hebben gen effect op koers veranderingen. Eenmaal indrukken van een willekeurige mode toets bij een inactieve bedieningsunit zorgt Inactieve unit voor transfer van het commando en zorgt dat deze unit nu actief is. Bediening 45

47 Blanco pagina Setup tijdens installatie 46

48 2 Hoofd menu In het Hoofd menu treft u items aan voor de bediening, setup en installatie van uw autopilot. Het Service menu item biedt u uiteenlopende systeem informatie en toegang tot de Demo mode. Setup tijdens installatie 47

49 Het Hoofd menu wordt geactiveerd door indrukken van de MENU toets. De Hoofd menu items bieden verdere toegang tot submenu s en parameter instellingen. Parameter instellingen worden als regel rechts afgebeeld maar ze kunnen ook worden vermeld in een overlay window. Unit instellingen afgebeeld in de rechter window kolom Taal instellingen afgebeeld in een overlay window. Voor verplaatsing in het menu systeem worden de volgende toetsen gebruikt: TOETS EENMAAL INDRUKKEN INGEDRUKT HOUDEN MENU Bevestig een selectie/parameter instelling Ga naar volgende menu niveau/parameter instellingen Ga naar vorig menu niveau/parameter instellingen Terugkeer naar laatste actieve data pagina Ga naar vorig/volgend menu item, verhoog/verlaag parameter waarde 2.1 Data pagina s setup Alle beschikbare data pagina s zijn standaard geactiveerd. Zie pagina 45. Als u minder data pagina s aangezet wilt hebben dan kunt u pagina s uitzetten. 48 Setup tijdens installatie

50 Pagina s uitzetten Ga door met het selecteren van pagina s en herhaal de procedure als meer pagina s uitgezet dienen te worden. Houd de Linker toets ingedrukt om het menu te verlaten en terug te keren naar de laatste actieve pagina. Pagina s aanzetten Een uitgezette pagina is alleen zichtbaar via gebruik van het commando Aanzetten/Uitzetten. Een uitgezette pagina wordt getoond met een kruis in een rechthoek. Ga door met het selecteren van pagina s en herhaal de procedure als meer pagina s aangezet moeten worden. Houd de Linker toets ingedrukt om het menu te verlaten en terug te keren naar de laatste actieve pagina. Setup tijdens installatie 49

51 Herstel alle pagina s Selecteer Herstel data blz. om alle uitgezette data pagina s weer aan te zetten: 2.2 Trip log Het trip log display toont: a. Totaal afgelegde afstand sinds het instrument werd geïnstalleerd of sinds een fabrieks reset b. Afstand en tijd sinds het trip log werd gestart of gereset Trip log resetten Druk voor een reset van het trip log naar nul op de Reset aanraaktoets. 2.3 Gebruikers instellingen Het Gebruikers instellingen menu bevat items die de gebruiker wellicht minder regelmatig wenst te gebruiken. De volgende items worden behandeld: - De demping factoren wijzigen - Alarm setup - Automatische en handmatige bron selectie - Display instellingen wijzigen 50 Setup tijdens installatie

52 - Taal selectie - Eenheden instellen - Zeegang filter bijstellen - Zeil parameters wijzigen In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de gebruiker bekend is met het gebruik van de toetsen en hoe hij zich door menu s moet verplaatsen. Zo niet, zie dan het Hoofd menu, pagina 47 en navolgend. Demping De demping factor geeft aan hoe snel het display op wijzigen zal reageren. Hoe hoger de demping factor, des te stabieler de display aflezing van het instrument. Demping van de schijnbare wind wordt uitgevoerd door het Geavanceerde Wind filter (AWF) in de Autopilot Computer. Verhoging van de Wind demping zal de AWF uitvoer meer laten afhangen van koers en snelheid. Verlaging van de Wind demping zal de AWF uitvoer meer laten afhangen van de onbewerkte schijnbare windhoek data. Setup tijdens installatie 51

53 De snelheid invoer naar de AWF is snelheid over de grond (SOG). Als SOG niet beschikbaar is dan zal de AWF snelheid door het water gebruiken. Als geen van beide beschikbaar zijn dan zal de AWF 1,5 maal de Transitie snelheid als snelheid van het schip gebruiken. Instelling Bereik Wijziging per stap Standaard Vaarsnelh. 4 Koers 1 Schijnb. wind Windverandering 4 Diepte 1 Alarmen De AP28 kan worden ingesteld op het geven van alarm als het schip of de omgevingsparameters de ingestelde waarden overschrijden. De alarm functie wordt uitgezet door de waarde op Uit in te stellen. 52 Setup tijdens installatie

54 Ondiep water De instelling van het alarm is werkzaam in het gehele systeem en kan worden uitgevoerd bij elke Simrad unit waarbij deze functie is geïmplementeerd. Bereik Wijziging per stap Standaard Eenh. Uit 320 ft (Uit 100 m) 1.6 5: 0.1 ft 5 10: 0.5 ft 10 50: 1 ft : 5 ft : 10 ft (0.5 5: 0.1 m) (5 10: 0.5 m) (10 50: 1 m) (50 100: 5 m) Uit ft, m Wind shift (Alleen beschikbaar in de Wind/Wind NAV mode) Het wind shift alarm bewaakt de windhoek. De referentie hoek wordt ingesteld bij aanzetten van het alarm en het product. De referentie windhoek wordt gereset naar de huidige windhoek als de windhoek, zoals opgedragen aan de autopilot, wordt gewijzigd en een wind shift alarm wordt bevestigd. De wind shift aanwijzing wordt getoond op de Wind shift data pagina en geeft de wijziging van windhoek aan in relatie tot de (geografische) windrichting. Bereik Wijziging per stap Standaard Uit, Alarm status Toont een lijst met huidige alarmen. Setup tijdens installatie 53

55 Setup data bronnen Een data bron kan een sensor of apparaat zijn dat is aangesloten op SimNet en data doorstuurt naar andere SimNet apparatuur. Data kan uit meerdere typen bestaan zoals kompas data, schijnbare wind data, berekende wind data, diepte data, etc. Een bepaald type data wordt alleen vanaf één apparaat naar andere apparaten verzonden die in een SimNet Bron groep georganiseerd zijn (Zie Installatie / SimNet groepen, pagina 96). Bij het voor de eerste keer inschakelen van een groep onderling verbonden SimNet producten (SimNet Bron Groep) worden data bronnen automatisch vanuit een interne SimNet prioriteiten lijst geselecteerd. Als een data bron bij het voor de eerste keer inschakelen is aangesloten op het SimNet dan volgt identificatie en automatische selectie hiervan tenzij voor dit bepaalde type data reeds een andere data bron is geselecteerd. Update van de SimNet bron selecties is alleen vereist als een alternatieve bron voor een bepaald type data ter beschikking komt die niet automatisch is geselecteerd. De data typen en de respectieve data bronnen die in producten worden gebruikt staan vermeld in de producten bron pagina. Als voor een data type geen selectie plaats vindt dan wordt getoond in plaats van de naam van het apparaat of het acroniem. SimNet zal automatisch de Positie bron en Navigatie bron van dezelfde GPS of kaartplotter selecteren. Als u andere bronnen verkiest dan moet u deze handmatig selecteren. Automatische bron update De Auto select functie is met name bestemd voor situaties waar de automatische bron selectie een update behoeft omdat een geselecteerde data bron geen data verstrekt of fysiek is vervangen door een ander exemplaar. De update zorgt dat de bestaande bron 54 Setup tijdens installatie

56 selecties geldig zijn en in stand worden gehouden. Ontbrekende bronnen worden automatisch vervangen door een alternatieve bron uit de lijst met beschikbare bronnen voor het bepaalde type data of er volgt selectie van de vervangende bron. Als een bron niet langer beschikbaar is voor dat bepaalde type data dan toont het display in plaats van het bron acroniem. Als voor een bepaald type data meer dan een bron wordt gevonden dan kan de gewenste bron handmatig worden geselecteerd. Handmatige bron selectie Data bronnen kunnen ook handmatig worden geselecteerd. Alle apparaten die data van een bepaald type verstrekken worden in een apparaat lijst opgesomd. Accentueer het type data en druk op de toets voor display van de lijst met beschikbare apparaten. Bevestig selectie van het geaccentueerde apparaat. Verlaten zonder selectie Setup tijdens installatie 55

57 Informatie over de geselecteerde bron bekijken. Voor data die gekalibreerd kunnen worden verschijnt eerst een overlay scherm display met info over de geselecteerde data bron (Zie Installatie/Kalibratie) Open het Kalibreer en Offset menu. (Zie Installatie/Kalibratie). Ga verder met display van een lijst met beschikbare bronnen voor het gegeven data type. 56 Setup tijdens installatie

58 Display Het display wordt aangestuurd door twee gebruiker profielen die individueel ingesteld kunnen worden. De profielen zijn Dag profiel en Nacht profiel. De profielen kunnen worden geoptimaliseerd voor afleesbaarheid onder verschillende lichtcondities en u kunt snel tussen de twee schakelen door gebruik van de PWR toets en de aanraaktoetsen. Zie Achtergrondverlichting, pagina 9. Voor elk profiel kunt u: - Het lichtniveau instellen - Kies wit of rood gekleurd licht - Het display omzetten - Contrast instellen Instelling Bereik Wijziging per stap Standaard Licht niveau Uit Licht kleur Wit/rood - Wit (Dag) Rood (Nacht) Geinverteerd Ja/Nee - Nee Contrast Setup tijdens installatie 57

59 Taal De taal wordt ingesteld als de autopilot voor de eerste keer wordt ingeschakeld. Zie Eerste keer inschakelen, pagina 65. De taal kan echter op elke moment worden gewijzigd. De volgende talen kunnen worden geselecteerd: - Deutch (Duits) - English (Engels) - Español (Spaans) - Français (Frans) - Italiano (Italiaans) - Nederlands (Nederlands) - Norsk (Noors) - Svenska (Zweeds) De taal namen worden alfabetisch in hun eigen taal opgesomd. Standaard taal : Engels. 58 Setup tijdens installatie

60 Eenheden Parameter Opties Standaard Vaarsnelheid Windsnelheid Afstand Diepte kn km/u mp/u kn m/s mp/u nm km mi m ft kn kn nm ft Koers M T Temperatuur C F M F De display unit voor koers data wordt niet uitsluitend door de gebruiker bepaald. Als ware koers wordt gewenst maar het geselecteerde kompas is een magnetisch kompas dan moet magnetische variatie van een positie bron beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt als de gebruiker magnetische koers wenst maar ware koers ontvangt van het kompas. Als magnetische variatie vereist maar niet beschikbaar is dan bepaalt het kompas welke koers wordt afgebeeld. Setup tijdens installatie 59

61 Seastate (Zeegang) filter Het Seastate filter wordt toegepast om de activiteit van het roer en de autopilot gevoeligheid bij zware zeegang te reduceren. UIT: AUTO: Seastate filter is uitgezet. Dit is de standaard instelling. Reduceert roer activiteit en autopilot gevoeligheid bij zware zeegang door een adaptief proces. De AUTO instelling wordt aanbevolen als u het Seastate Filter wilt gebruiken. MANUEEL: Gekoppeld aan de Respons instelling in het Hoofd menu. Kan worden gebruikt om handmatig de optimum combinatie te vinden tussen koers houden en lage roer activiteit tijdens zware maar gelijkmatige zeegang. Zeilen Zeilen is alleen beschikbaar als in het menu Boot type in het installatie menu op Zeil is ingesteld (pagina 68) Het Zeilen scherm kan ook vanuit het wind mode scherm worden bereikt door indrukken van de MENU toets, binnen 2 seconden gevolgd door indrukken van de WIND toets. 60 Setup tijdens installatie

62 Overstag tijd Bij het uitvoeren van een overstag in de WIND mode kan de draaisnelheid (overstag tijd) worden bijgesteld. Dit geeft solo zeilers tijd voor het omgaan met het schip en de zeilen tijdens overstag gaan. Ook een bocht zonder door de wind gaan kan hierdoor op een gecontroleerde wijze worden uitgevoerd. Bereik Wijziging per stap Standaard Eenh seconde Overstaghoek AUTO In de AUTO mode wordt de ingestelde overstag hoek met de stuurboord of bakboord toets vervangen door een gelijkwaardige windhoek over de andere boeg. Bereik Wijziging per stap Standaard Eenh Wind functie Bij een instelling van de Wind functie in Auto zal de autopilot automatisch kiezen tussen schijnbare en ware wind besturing. Auto is standaard en wordt aanbevolen voor kruisen. Als het schip voor de wind vaart dan zal het ook op de golven gaan surfen. Dit kan leiden tot aanzienlijke veranderingen in vaarsnelheid en dus veranderingen in de schijnbare windhoek. Daarom wordt bij varen voor de wind ware wind besturing toegepast terwijl besturing met schijnbare wind wordt gebruikt bij ruime wind of hoog aan de wind varen. Schijnbare wind besturing verdient de voorkeur als u maximale vaarsnelheid wilt bereiken. De autopilot streeft dan naar een constante schijnbare windhoek om maximale voortstuwing te verkrijgen uit de toegepaste zeiltrim. Setup tijdens installatie 61

Handboek. Simrad AP24 Autopilot. www.simrad-yachting.com. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics

Handboek. Simrad AP24 Autopilot. www.simrad-yachting.com. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad AP24 Autopilot Nederlands Sw.1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad AP24 Autopilot Nederlands Sw.1.2 Document nr.: 20222998 Herziene

Nadere informatie

GPS repeater. Inleiding

GPS repeater. Inleiding NASA GPS repeater Inleiding De Clipper GPS repeater wordt geleverd met 10 meter kabel, een 9 pins RS 232 connector en een 12 Volt voedingkabel. Het apparaat neemt gegevens over zoals verzonden door een

Nadere informatie

DUTCH Document number: Date:

DUTCH Document number: Date: DUTCH Document number: 86142-1 Date: 02-2011 Let op: Zorg dat u er altijd zicht op hebt Met automatische koersbesturing is het besturen van uw schip gemakkelijker, maar het is GEEN vervanging van goed

Nadere informatie

SIMRAD AP16 Stuurautomaat

SIMRAD AP16 Stuurautomaat HANDBOEK SIMRAD AP16 Stuurautomaat 20221651F Sw. 1.2.01 Nederlands Handleiding Handleiding Dit handboek is bedoeld als naslagwerk voor het bedienen en correct installeren van de Simrad AP16 Autopilot.

Nadere informatie

SIMRAD AP25 Stuurautomaat

SIMRAD AP25 Stuurautomaat HANDBOEK SIMRAD AP25 Stuurautomaat 20221727F Sw.1.3 Nederlands Handleiding Handleiding Dit handboek is bedoeld als naslagwerk voor het bedienen en correct installeren van de Simrad AP25 stuurautomaat.

Nadere informatie

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2 Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw. 1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw.1.2 Document

Nadere informatie

AP60 Beknopte gebruiksaanwijzing

AP60 Beknopte gebruiksaanwijzing AP60 Beknopte gebruiksaanwijzing NL Het frontpaneel AP 60 1 2 3 5 NAV NO- DRIFT 4 TURN 9 STBY 6 7 8 1 Menu toets. Eenmaal indrukken om het snelmenu van de actieve stuurmodus weer te geven. Tweemaal indrukken

Nadere informatie

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 Meter aangeschaft. De HS-1 CO 2 Meter

Nadere informatie

NPS-16 Burenalarmeringssysteem

NPS-16 Burenalarmeringssysteem Handleiding voor Alphatronics B.V. de gebruiker NPS-16 Burenalarmeringssysteem Burenalarmeringssysteem Revisie A Uitgave 10-1998 Alphatronics B.V. (MDK) INHOUD INHOUD... Pagina 1 Introductie... Pagina

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 DUTCH Document number: 86141-1 Date: 11-2010 Instrumentbesturingen Besturen van indeling en functies. Het instrument inschakelen

Nadere informatie

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00. Uitgifte datum: 01-11-2014

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00. Uitgifte datum: 01-11-2014 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 Uitgifte datum: 01-11-2014 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 meter aangeschaft.

Nadere informatie

GO XSE Beknopte handleiding

GO XSE Beknopte handleiding GO XSE Beknopte handleiding NL Voorpaneel 1 Nummer Toets 1 Voeding Functie Druk één keer om het dialoogvenster Systeem regelingen te openen. Houd de knop ingedrukt om de unit aan of uit te zetten. Het

Nadere informatie

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem Integratie van met een inbraakalarm Overzicht kan controleren of het inbraakalarm in of uit geschakeld is. Als het alarm aan staat zal alleen toegang verlenen aan gebruikers die gemachtigd zijn om het

Nadere informatie

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL DUTCH Van start gaan Als u de navigatiesoftware de eerste keer gebruikt, wordt een automatisch proces gestart voor het instellen van de basisinstellingen.

Nadere informatie

CLIPPER Wind NASA NAUTISCHE INSTRUMENTEN NASA MARINE LTD BOULTON ROAD STEVENAGE HERTS. SG1 4QG 00 44 (0) 1438 354033

CLIPPER Wind NASA NAUTISCHE INSTRUMENTEN NASA MARINE LTD BOULTON ROAD STEVENAGE HERTS. SG1 4QG 00 44 (0) 1438 354033 CLIPPER Wind NASA NAUTISCHE INSTRUMENTEN NASA MARINE LTD BOULTON ROAD STEVENAGE HERTS. SG1 4QG 00 44 (0) 1438 354033 INHOUDSOPGAVE Introductie 03 Controle vooraf 03 Masttop sensor installatie 03 Display

Nadere informatie

Het Keypad (met segmenten)

Het Keypad (met segmenten) Het Keypad (met segmenten) Het JABLOTRON 100 systeem kan worden gebruikt met verschillende type keypads waarmee het systeem kan worden bediend, en die informatie geven omtrent de status van het systeem

Nadere informatie

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE...2 INLEIDING...3 BEDIENINGEN OP HET STUURWIEL...4 BLUE&ME VERBINDING...6 NAVIGATIEMENU...7 AANKOMSTINFORMATIE...7 SIMULATIE...8 ONDERBREKEN

Nadere informatie

Handboek. Simrad IS20 Combi Instrument. Nederlands Sw. 1.2

Handboek. Simrad IS20 Combi Instrument. Nederlands Sw. 1.2 Handboek Simrad IS20 Combi Instrument Nederlands Sw. 1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad IS20 Combi Instrument Nederlands Sw.1.2 Document nr: 20222899

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Copyright RETEG b.v. Bedieningshandleiding voor de Display s 1 Rev 2.0, 06-07-2006 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING...

Nadere informatie

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2 Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw. 1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw.1.2 Document

Nadere informatie

Applicatiesoftware Tebis

Applicatiesoftware Tebis 5 Applicatiesoftware Tebis STXB322 V 1.x 2 ingangen / Schakeluitgang inbouw, 2-v LED (licht / jal. / venti.) (Status indicatie) STXB344 V 1.x 4 ingangen / Schakeluitgang inbouw, 4-v LED (licht / jal. /

Nadere informatie

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C Gebruikershandleiding ALFA 75MTT MelkTankThermostaat. VDH doc. 080743 Versie: v.0 Datum: 29052008 Software: ALFA75MTT File: Do080743.WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0, C * Beschrijving. De ALFA 75MTT is een

Nadere informatie

GO XSE Verkorte handleiding

GO XSE Verkorte handleiding GO XSE Verkorte handleiding NL Voorpaneel 1 Nummer Toets 1 Voeding Functie Druk één keer om het dialoogvenster Systeem regelingen te openen. Houd de knop ingedrukt om de unit aan of uit te zetten. Het

Nadere informatie

Deze handleiding is alleen bedoeld voor flightsimulatie doeleinden en mag NOOIT worden gebruikt in een echt vliegtuig. De auteurs zijn niet

Deze handleiding is alleen bedoeld voor flightsimulatie doeleinden en mag NOOIT worden gebruikt in een echt vliegtuig. De auteurs zijn niet Deze handleiding is alleen bedoeld voor flightsimulatie doeleinden en mag NOOIT worden gebruikt in een echt vliegtuig. De auteurs zijn niet aansprakelijk voor fouten en eventueel andere schade. Voorwoord

Nadere informatie

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0 NAVIGATIE Quick Start Guide X-302MH Nederlands Rev 1.0 Van start gaan Als u de navigatiesoftware de eerste keer gebruikt, wordt een automatisch proces gestart voor het instellen van de basisinstellingen.

Nadere informatie

PowerGrade. Korte gebruiksaanwijzing

PowerGrade. Korte gebruiksaanwijzing PowerGrade Korte gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave PowerGrade... 1 Korte gebruiksaanwijzing... 1 Inhoudsopgave... 2 1 Display uitleg... 3 2 Aan de slag... 4 Plaatsen van het paneel... 4 Afnemen van het

Nadere informatie

AQUASMART Infrared remote control

AQUASMART Infrared remote control LLOYD'S REGISTER QUALITY ASSURANCE AQUASMART Infrared remote control IS O 9 00 1 001 BEDIENING EN ONDERHOUD Afstandbediening IR afstandsbediening Lees deze gebruiksaanwijzing goed door voordat u de apparatuur

Nadere informatie

Verkorte handleiding

Verkorte handleiding Zeus 3 Verkorte handleiding NL Voorpaneel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 12 Nr. Beschrijving 1 Touchscreen. 1 Pagina's/Home-knop - indrukken om de home pagina te openen voor paginaselectie en 2 instelopties.

Nadere informatie

PRF-79 thermostaat voorzien van;

PRF-79 thermostaat voorzien van; Let op: de PRF-79 thermostaat kan gebruikt worden voor elektrische vloerverwarming systemen en voor infrarood panelen. Standaard staat de thermostaat ingesteld op vloertemperatuur en ruimte temperatuur.

Nadere informatie

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service)

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) Machines met XTC Mk3 Proportioneel Controls (7 service) wordt geleverd met de hieronder getoonde besturing. De eenheden voor zowel elektrische en

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

H A N D L E I D I N G E L V 1 5 H A N D L E I D I N G E L L @ V 1 5 INHOUD Revision Data... 2 Introductie... 3 Ell@ Layout... 4 Aanzetten Ell@... 5 Unlocken van Ell@... 5 Hoofdmenu... 5 Raadplegen planning... 6 Invoeren prestatie...

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 Draagbare CO 2,temperatuur, RV-meter Aan / uit schakelen Druk enkele seconden op de SET knop totdat de meter een kort geluid signaal geeft. De meter gaat nu 30

Nadere informatie

Beknopte handleiding animeo SOLO 1 en 2 zones Functie Wind - Zon - Regen en Klok

Beknopte handleiding animeo SOLO 1 en 2 zones Functie Wind - Zon - Regen en Klok Beknopte handleiding animeo SOLO 1 en 2 zones Functie Wind - Zon - Regen en Klok Druk en LCD-scherm Alvorens te starten o Met de navigator kan men vlot van de ene functie/parameter naar de andere bewegen.

Nadere informatie

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1 LLOYD'S REGISTER QUALITY ASSURANCE Room Controller NEW I S O 9 00 1 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N BEDIENING Bediening Deze regelaars werken alleen met de volgende typen binnenunits: 42HMC---N

Nadere informatie

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder:

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder: Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder: Montage van de R.E.D. in uw voerboot: Zoek eerst een geschikte vlakke plek op in de boot voor het monteren van de sensor, deze plek goed afschuren met schuurpapier

Nadere informatie

Gebruiker Handleiding Premier 24/48/88/168/640 INS479

Gebruiker Handleiding Premier 24/48/88/168/640 INS479 Gebruiker Handleiding Premier 24/48/88/168/640 INS479 Overzicht Premier Series Gebruiker Handleiding 1. Overzicht Introductie Dit document behandelt de alledaagse bediening van uw alarmpaneel, voor meer

Nadere informatie

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Wordt gebruikt om unit te starten en te stoppen. Let Op!!: Bij alleen koeling units is warmte mode niet

Nadere informatie

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic Bedieningshandleiding VAG5000-Basic Weersafhankelijke ketelregelaar Gebruiker Inhoudsopgave VAG5000: comfortabel geregeld 4 Uitlezing display bij gesloten venster 4 3 Uitleg bediening bij gesloten venster

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Copyright TEF Nederland erland B.V. Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten

Nadere informatie

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL Syncro AS Analoge Brandmeldcentrale Gebruikershandleiding Man-1100 030209V1.0NL Index Section Page 1. Inleiding...2 2. Bediening...2 3.1 Bedieningsniveau 1...2 3.2 Bedieningsniveau 2...2 3. Alarmen...2

Nadere informatie

Aan de slag. Deze snelgids is voor de ClickToPhone software versie 83 of hoger.

Aan de slag. Deze snelgids is voor de ClickToPhone software versie 83 of hoger. Aan de slag Deze snelgids omschrijft hoe de ClickToPhone software moet worden geïnstalleerd, de Bluetooth hardware met de telefoon moet worden gekoppeld en hoe een gebruikersniveau moet worden gekozen.

Nadere informatie

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE BEDIENING CENTRALE EN WEERGAVE... 2 Hoofdcentrale... 2 Primaire indicators... 2 Druktoetsen... 2 Toetsenbord... 3 Omschrijving LEDs... 4 BEDIENINGSACTIES OP DE CENTRALE... 5 Uitgangen Buiten-

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Copyright RETEG b.v. 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING... 3 2.2 MEER INFORMATIE... 3 3 MENU STRUCTUUR VAN HET DISPLAY...

Nadere informatie

LCD scherm ve LCD scherm

LCD scherm ve LCD scherm scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf

Nadere informatie

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING INDEX KENMERKEN 3 AFMETINGEN 3 AANSLUIT SCHEMA 4 GEBRUIK 5 NOTITIES 6 ALARMEN EN STILALARM 7 MENU OVERZICHT 7 SET-UP EN PROGRAMMERING

Nadere informatie

Handboek. Simrad IS20 Graphic Multifunctioneel instrument. Nederlands Sw. 1.2

Handboek. Simrad IS20 Graphic Multifunctioneel instrument. Nederlands Sw. 1.2 Handboek Simrad IS20 Graphic Multifunctioneel instrument Nederlands Sw. 1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad IS20 Graphic Multifunctioneel instrument

Nadere informatie

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T 7 Serie Digitale thermometers Temp7 Temp7 PT100 Temp7 NTC Temp7 K/T Voor Pt100 RTD elektrodes 0,1 C van -99,9 tot +199,9 C / 1 C van -200 tot +999 C Voor NTC 30K elektrodes 0,1 C van -50,0 tot +150,0 C

Nadere informatie

Verkorte Gebruiker Handleiding

Verkorte Gebruiker Handleiding Verkorte Gebruiker Handleiding Inhoud Algemeen... 3 Het keypad... 3 Functietoetsen... 4 Cijfertoetsen... 4 Navigatietoetsen... 4 LCD scherm... 4 Signalisatie LED s... 6 Noodtoetsen... 6 De verschillende

Nadere informatie

Module nr. 3319 3319-1

Module nr. 3319 3319-1 Module nr. 3319 3319-1 OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING Knopbedieningen worden aangegeven door gebruikmaking van de letters zoals in de illustratie getoond. Alle displays in deze gebruiksaanwijzing worden

Nadere informatie

Gebruikers handleiding. JupiterPro V8.6. P2000 alarmontvanger

Gebruikers handleiding. JupiterPro V8.6. P2000 alarmontvanger JupiterPro V8.6 P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies.4 Het scherm... 5 Ontvangen en lezen van de meldingen.. 6 Prioriteit per capcode selecteren 7 Capcodes activeren..

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing voor Afstandbediening Low Vision Design

Gebruiksaanwijzing voor Afstandbediening Low Vision Design Gebruiksaanwijzing voor Afstandbediening Low Vision Design 1. Algemene beschrijving De universele afstandsbediening is multifunctioneel. Deze biedt het volgende: 1. Mogelijkheid om 7 apparaten te bedienen

Nadere informatie

Honeywell. Gebruiksaanwijzing DFRC. RF Afstandsbediening Sfeerhaard

Honeywell. Gebruiksaanwijzing DFRC. RF Afstandsbediening Sfeerhaard Honeywell Gebruiksaanwijzing DFRC RF Afstandsbediening Sfeerhaard SCHERM EN TOETSEN Uitleesvenster Toets Verhoog Toets Verlaag Toets Stop/Stand-by Toets Menu Scherm Handbediening. Klokprogramma actief.

Nadere informatie

Gebruikers handleiding. Mercurius. P2000 alarmontvanger

Gebruikers handleiding. Mercurius. P2000 alarmontvanger Gebruikers handleiding Mercurius P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies. 4 Het scherm 5 Ontvangen en lezen van de meldingen... 6 Een bericht op slot zetten 7 Een bericht

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds Bedieningspaneel Dit hoofdstuk bechrijft de het bedieningspaneel en de funktie van de LEDS. Note: de labels van de knoppen en de leds kunnen iets afwijken van de tekst echter de funkties blijven hetzelfde

Nadere informatie

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Versie 1.2.1 Korsmit Rally Elektronics 16-7-2017 Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 1. informatie... 4 Achtergrond... 4 Weergaven:... 4 2. Werking... 5 3.1:

Nadere informatie

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS LCD Display Liquid Crystal Display SPM Weergave Functie Identificatie 1. STOP Display = STOP status 2. Manueel Display = 1~16 Weerstand levels 3. Program Display = P1~P12 4.

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA AAN EN UITSCHAKELEN Het bedieningspaneel van de oven kan in twee standen werken, de handmatige stand, en de geprogrammeerde stand. In

Nadere informatie

Handleiding Remote control thermostaat

Handleiding Remote control thermostaat Handleiding Remote control thermostaat De programmeerbare intelligente Remote Control thermostaat, is inclusief een eenvoudig bedienbare afstandsbediening maar kan ook bediend worden zonder deze afstandsbediening.

Nadere informatie

Introductie. Werking van RallySafe Unit. 1 De unit aanzetten

Introductie. Werking van RallySafe Unit. 1 De unit aanzetten Werking van RallySafe Unit Introductie Rallysafe units zijn ontworpen om de veiligheid van deelnemers te vergroten door middel van 'live' de status waarin de auto's zich bevinden - en veiligheid meldingen

Nadere informatie

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger Gebruikers handleiding JupiterPro P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies. 4 Het scherm... 5 Ontvangen en lezen van de meldingen.. 6 Prioriteit per capcode selecteren

Nadere informatie

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5 NL BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5 GEBRUIK VAN DE INFRAROOD AFSTANDSBEDIENING BELANGRIJK VOOR GEBRUIK : Voordat U het toestel gebruikt gelieve zeker te zijn dat : Het binnentoestel correct is aangesloten op

Nadere informatie

11/05 HD2302.0. Lees ook het engelse boekje

11/05 HD2302.0. Lees ook het engelse boekje REV. 1.3 11/05 HD2302.0 Lees ook het engelse boekje Photo-Radiometer HD2302 - - HD2302.0 1. Ingang voor sensoren, 8-pole DIN45326 connector. 2. Batterij symbool: displays de batterij spanning. 3. Functie

Nadere informatie

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL Innovative Growing Solutions Datalogger DL-1 software-versie: 1.xx Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL DL-1 Datalogger gebruikershandleiding Bedankt voor het aanschaffen van de TechGrow

Nadere informatie

LDT-8850 Computerhandleiding

LDT-8850 Computerhandleiding LDT-8850 Computerhandleiding De computer is ontworpen voor gemotoriseerde loopbanden en wordt geïntroduceerd met de volgende onderwerpen: Knop functies De schermen Werkingsinstructies Knopfuncties Er zijn

Nadere informatie

Inhoudsopgave: Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Televisie menu. 4 Radio menu. 6 MiniGids. 8 TV Gids . Programma informatie oproepen. Kiezen en Kijken...

Inhoudsopgave: Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Televisie menu. 4 Radio menu. 6 MiniGids. 8 TV Gids . Programma informatie oproepen. Kiezen en Kijken... TV Menu Inhoudsopgave: Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Televisie menu. 4 Radio menu. 6 MiniGids. 8 TV Gids. 11 Programma informatie oproepen. 20 Kiezen en Kijken... 22 Bedienen van Kiezen en Kijken.. 24 Eredivisie

Nadere informatie

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET CTS Afstandsbediening Infrarood Let op! 1 Zorg ervoor dat er niets tussen de ontvanger en de afstandsbediening

Nadere informatie

9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135. Lowrance X4. Handleiding draadloze dieptemeter

9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135. Lowrance X4. Handleiding draadloze dieptemeter Sint Ignatiusstraat 134 info@sonarcom.be 9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135 Lowrance X4 Handleiding draadloze dieptemeter TOETSEN Een geluid weerklinkt als je op een toets drukt. Hierdoor weet

Nadere informatie

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Techneco Energiesystemen BV Kleveringweg 9 2616 LZ Delft T. 015 21 91 000 Symbolen Beschrijving Menu selecteren, wisselen bedrijfsmodus Verstellen waarde

Nadere informatie

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3 BEDIENINGS INSTRUCTIE BE 1000 Brand 30.0221.9535 A3 INHOUDSOPGAVE Inleiding en aanwijzingen voor de veiligheid............. 2 Toelichting weergave en bedieningselementen Display en toetsen.....................................

Nadere informatie

Dit systeem is ontworpen voor een loopband. De handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Dit systeem is ontworpen voor een loopband. De handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Dit systeem is ontworpen voor een loopband. De handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Knopfuncties De schermen Werkingsinstructies Knopfuncties Er zijn in totaal 16 knoppen aanwezig, waaronder

Nadere informatie

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage Handleiding Inhoud 1. Beschrijving... 3 2. Onderdelen... 3 3. Aansluitschema s... 2 3.1. In een Velbus domotica-installatie... 2 3.2. Standalone...

Nadere informatie

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19 APT-200 Tweeweg handzender Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. +48 58 320 94 00 www.satel.eu BELANGRIJK Uw rechten op garantie vervallen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Afstandsbediening met display CHSZ-12/04. Nederlands

Gebruikershandleiding. Afstandsbediening met display CHSZ-12/04. Nederlands Gebruikershandleiding CHSZ-12/04 Pagina 1 Gebruikershandleiding Afstandsbediening met display CHSZ-12/04 Nederlands Gebruikershandleiding CHSZ-12/04 Pagina 2 Inhoudsopgave 1. Plaatsen van de batterijen...3

Nadere informatie

CC400 Gebruikershandleiding

CC400 Gebruikershandleiding CC400 Gebruikershandleiding Ft. Atkinson, Wisconsin USA Panningen, Nederland www.digi-star.com D3674-NL Rev C Mei 2011 Cab Control 400 Gebruikershandleiding Inhoudsopgave In gebruik nemen... 1 Installatie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar

Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar Land: NL Ned Air bv Mei 2016 Ver. 0.06 Pagina 2 van 16 Inhoudsopgave: 1 Introductie... 5 1.1 Beveiliging... 5 1.2 Technische gegevens... 5 2

Nadere informatie

Point2Share handleiding eindgebruikers Window 8

Point2Share handleiding eindgebruikers Window 8 Point2Share handleiding eindgebruikers Window 8 Wat is Point2Share? Met Point2Share kunt u eenvoudig vergaderingen bijwonen georganiseerd door uw bedrijf waarbij u gebruik maakt van uw Windows 8 tablet

Nadere informatie

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Overzicht U kunt een onderdeel slechts wijzigen wanneer het knippert in het display. Duw de knoppen

Nadere informatie

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober GALAXY 6 & 6+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6 versie 4 oktober 00 Galaxy 6/6+ centrale i.c.m. Mk6 bediendeel Gebruikers Handleiding Deze handleiding is een aanvulling op de GalaXy 6/6+ gebruikers handleiding.

Nadere informatie

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Head Pilot v Gebruikershandleiding Head Pilot v1.1.3 Gebruikershandleiding Inhoud 1 Installatie... 4 2 Head Pilot Gebruiken... 7 2.2 Werkbalk presentatie... 7 2.3 Profielen beheren... 13 2.3.1 Maak een profiel... 13 2.3.2 Verwijder een

Nadere informatie

Dit apparaat is een programmeerbare magnetische fiets. Het apparaat bestaat uit drie delen: de motor & controller en het magnetische remsysteem.

Dit apparaat is een programmeerbare magnetische fiets. Het apparaat bestaat uit drie delen: de motor & controller en het magnetische remsysteem. Computerhandleiding Proteus PEC 4250/4255/4350/4355 Dit apparaat is een programmeerbare magnetische fiets. Het apparaat bestaat uit drie delen: de motor & controller en het magnetische remsysteem. Opstarten

Nadere informatie

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat VDH doc: 9675 Versie: v. Datum: 7729 Software: 9668 MC885HLCMP File: Do9675.wpd Regelbereik: 5/+7 C per, C * Werking De MC 885 HL CMP is een brander thermostaat

Nadere informatie

Geavanceerde aanwezigheidssimulatie instellen. Inhoudsopgave. 1.0 Inloggen op uw e-centre. 1.1 Back-up maken van de huidige configuratie

Geavanceerde aanwezigheidssimulatie instellen. Inhoudsopgave. 1.0 Inloggen op uw e-centre. 1.1 Back-up maken van de huidige configuratie Geavanceerde aanwezigheidssimulatie instellen Een aanwezigheidssimulatie werkt preventief tegen inbraak en kunt u met e-domotica realiseren in elk type woning. Deze geavanceerde aanwezigheidssimulatie

Nadere informatie

Temperatuur. Status kachel. Toets op. Toets terug. Toets OK. Toets neer. Toets Aan/uit

Temperatuur. Status kachel. Toets op. Toets terug. Toets OK. Toets neer. Toets Aan/uit Temperatuur Status kachel Toets op Toets neer Toets terug Toets OK Toets Aan/uit Plaats drie AAA batterijen achteraan in de bediening. Let op de polariteit. Met de toets neer tot bij de gewenste taal

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

Bedieningshandleiding video huisstation iloft (Software versie 3)

Bedieningshandleiding video huisstation iloft (Software versie 3) BUS-2:Ref 5612 (inbouw) -Ref 5615 (opbouw) VDS:Ref 5620 (inbouw) Algemeen Dit video huisstation is verkrijgbaar als inbouw huisstation of als opbouw huisstation, beide zijn uitgevoerd met een 3,5 TFT-kleurenscherm.

Nadere informatie

Gebruikers handleiding Jablotron 100 serie

Gebruikers handleiding Jablotron 100 serie Gebruikers handleiding Jablotron 100 serie 1.1 Bediening en informatie van uw beveiligingssysteem Het JABLOTRON 100 systeem kan worden bedient met verschillende soorten bediendelen, die tevens informatie

Nadere informatie

1. AM/FM-radio gebruiken

1. AM/FM-radio gebruiken De tuner gebruiken 1. AM/FM-radio gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Stationsvoorkeuzetoetsen FUNCTION-toets BAND AUTO.P POWER-toets VOL-knop TUNE TRACKtoetsen Luisteren naar de AM/FM-radio

Nadere informatie

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding NETVOEDING/BATTERIJEN De psense-ii gebruikt vier oplaadbare penlite (AA) batterijen. Om de batterijen te plaatsen of te vervangen moet je met een schroevendraaier

Nadere informatie

INT-KSG Bediendeel Verkorte Gebruikershandleiding

INT-KSG Bediendeel Verkorte Gebruikershandleiding INT-KSG Bediendeel Verkorte Gebruikershandleiding Firmware versie 1.02 int-ksg_u_nl 01/13 SATEL sp. z o.o. ul. Schuberta 79 80-172 Gdańsk POLAND tel. + 48 58 320 94 00 info@satel.pl www.satel.eu WAARSCHUWING

Nadere informatie

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com FAQ en HANDLEIDINGEN MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale Junior V4 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset

Nadere informatie

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar Bedieningshandleiding 1402-001 Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar Auteur: Cor Janssens Robotics & Material handling Datum: 01-03-2015 Versie: 0.1 VOORWOORD Deze handleiding is een leidraad voor

Nadere informatie

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com FAQ en HANDLEIDINGEN MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten en stoppen van de Ontruiming

Nadere informatie

Handleiding transparant waterbad VOS-12034

Handleiding transparant waterbad VOS-12034 Handleiding transparant waterbad VOS-12034 1 3 2 Verklaring: 1. Reageerbuisrek(optioneel te gebruiken) 2. Aan/Uit schakelaar 4 5 3. LED display en bedieningspaneel 4. Actuele temperatuur 7. 6 7 8 5. Ingestelde

Nadere informatie

Tool Gebruikershandleiding E46 Mods

Tool Gebruikershandleiding E46 Mods Tool Gebruikershandleiding E46 Mods Versie 1.0 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie... 3 2 Aansluiten... 4 2.1 Opstarten en Updaten... 4 2.2 Verbinden... 8 2.2.1 Verbindingsproblemen... 9 3 Basis Informatie...

Nadere informatie

Di-Control HANDLEIDING Di-Control versie: 2.6

Di-Control HANDLEIDING Di-Control versie: 2.6 Di-Control HANDLEIDING Di-Control versie: 2.6 2 INLEIDING Di-Control kan gebruikt worden met diverse apparatuur om een muisaanwijzer (mode: Mouse-control) te besturen of toets-commando s (mode: Key-control)

Nadere informatie

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut. Proteus PEC-4850 Computerhandleiding Standaard trainingsstappen Stap 1: Stap 2: Stap 3: U kunt de rechterknop naar rechts of naar links draaien om een programma te selecteren; variërend van MANUAL, PROGRAM

Nadere informatie