SIMRAD AP25 Stuurautomaat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SIMRAD AP25 Stuurautomaat"

Transcriptie

1 HANDBOEK SIMRAD AP25 Stuurautomaat F Sw.1.3 Nederlands

2

3 Handleiding Handleiding Dit handboek is bedoeld als naslagwerk voor het bedienen en correct installeren van de Simrad AP25 stuurautomaat. Er is veel aandacht besteed aan het vereenvoudigen van de bediening en de setup van de Simrad AP25 maar toch blijft een stuurautomaat een complex elektronisch systeem, onderhevig aan externe invloeden zoals de condities op zee, snelheid van het vaartuig, rompvorm en afmetingen. Neem de tijd voor het zorgvuldig lezen van dit handboek opdat u een grondig inzicht verkrijgt in de werking en de systeem componenten en de relatie hiervan met een compleet AP25 stuurautomaat systeem. De overige documentatie van dit handboek omvat tevens een garantiekaart. Deze dient door de geautoriseerde dealer, die de installatie heeft uitgevoerd, te worden ingevuld en dient t.b.v. het activeren van de garantie te worden opgestuurd F 1

4 Simrad AP25 Stuurautomaat Document historie Rev. A en B Niet gepubliceerd in het Nederlands. Rev. C Equivalent van Engelse versie revisie C ( ) Rev. E Equivalent van Engelse versie revisie E ( ) Rev. F Equivalent van Engelse versie revisie F ( ) Simrad BV heeft zorg gedragen voor de Nederlandse vertaling, echter is niet verantwoordelijk voor enigerlei schade of letsel welke verooorzaakt wordt door het uitvoeren van werkzaamheden of functies welke in dit boekwerk vermeldt worden. De eigendomsrechten liggen bij Simrad BV, niets uit dit boek mag worden gekopieerd, verspreidt of gebruikt worden zonder schriftelijke toestemming van Simrad BV F

5 Handleiding Contents 1 SYSTEEM BESCHRIJVING Algemeen Gebruik van de handleiding Systeem componenten AP25 Bedieningsunit Stuurautomaat Computer RF300 Roer Feedback unit Koers Sensoren...12 RC36 Rate kompas...12 RFC35 Elektronisch Fluxgate Kompas (optioneel)...12 NMEA kompas (optioneel)...12 Simrad gyrokompassen Optionele apparatuur...13 R3000X Afstandsbediening...13 JS10 Joystick...13 FU25 Follow-up Stuurhandel...13 TI25 Boegschroef Interface...13 Meerdere stations Software lijst BEDIENING Overzicht ON/OFF - Standby mode...16 Virtuele feedback...17 Knipperende koers knop icoon...17 Alarmen AP25 met MSD50 Hekaandrijving...18 Nulpunt instelling Follow-Up besturing (FU) Non-Follow-Up besturing (NFU) R3000X Afstandsbediening (NFU) JS10 Joystick (NFU) F 3

6 Simrad AP25 Stuurautomaat 2.8 Automatische Besturing...22 Koers overnemen Automatische besturing parameters...23 Motorjachten...23 Zeiljacht Handmatige HI/LO Parameter Selectie Bocht modes...25 U-bocht...25 C-bocht...26 Spiraal bocht...27 Zigzag bochten...28 Vierkant bocht...29 S-bocht...30 Diepte Contour Uitwijken in Auto Boegschroef Besturing (optioneel) Overstag gaan in Auto mode NoDrift...37 Uitwijken in NoDrift mode Navigeren met de AP Instellen waypoint aankomst cirkel Uitwijken in NAV Een andere Navigatie bron selecteren Windvaan besturing Overstag gaan en gijpen in Wind mode...45 Overstag gaan & gijpen...46 Overstag en gijp preventie Wind besturing en navigatie...47 Gebruik van de WIND NAV mode...49 RACING Meervoudig station systeem Lock (vergrendel) functie User (gebruiker) Set-up Menu...52 Alternerende Koers Knop Icoon F

7 Handleiding STANDBY Mode...52 AUTO Mode...59 NAV Mode...61 WIND Mode Quick Setup...62 VMG Optimalisatie (RACING)...62 Layline (koerslijn over de grond) Besturing (RACING) INFO menu...63 Koers knop icoon...65 INFO menu stroomdiagram...65 INFO menu en Hoofd scherm, actieve unit...66 INFO menu en Hoofd scherm inactieve unit Installatie Algemeen Installatie checklist Uitpakken en behandeling Bepaal de systeem configuratie AP25 Systeem Layout RF300 Roer feedback installatie Stuurautomaat computer installatie Kabel aansluitingen Aarden en RFI ( elektronische storing) Installatie Aandrijf unit...74 Een omkeerbare pomp aansluiten...77 Aansluiting hydraulische lineaire aandrijving...77 Een solenoïde klep aansluiten Installatie bedieningsunit...78 Schot montage...79 Alternatieve schot montage...79 Optionele beugel montage ROBNET2 netwerk kabels...80 AP27 aansluiting Installatie RC36 Rate Kompas Installatie RCF35 Fluxgate Kompas F 5

8 Simrad AP25 Stuurautomaat 3.15 Installatie R3000X Afstandsbediening JS10 Joystick Installatie S35 NFU Handel Interfacing SimNet...87 SimNet netwerk kabels...87 SimNet stroomtoevoer en afsluitweerstand Enkelvoudige NMEA invoer/uitvoer Tweevoudige NMEA invoer/uitvoer NMEA uitvoer op Poort NMEA Kompas invoer Radar Klok/Data Installatie IS15 Instrumenten External Alarm LF3000 Linear Feedback Configuratie en setup De eerste keer inschakelen Beschrijving van Installatie Instellingen Installatie Menu Taal selectie Voor de wal instellingen Boat type Spanning Aandrijfmotor Roer Feedback Kalibratie Roer Test Drive engage (aandrijving inschakelen) Vrije slag roer (Rudder Deadband) Wind setup Minimum windhoek (NORMAAL) Overstag hoek (RACING) Overstag tijd (RACING) Wind shift (verandering) limiet (RACING) Instellingen voor de wal bij configuratie voor Virtuele Feedback Interface Instellingen F

9 Handleiding 4.6 Display eenheden Proefvaart Roerstand nulpunt instelling Minimum roer Kompas kalibratie Kompas correctie Instellen Boegschroef Richting Wind Correctie Wind demping Diepte correctie Automatische proefvaart Overgangssnelheid Initiële NAV respons NAV limiet verandering Roerspeling compensatie Parameters Handmatige parameter instelling Automatische Proefvaart oproepen? Service Menu Systeem Data Menu SimNet en NMEA Data Scherm NMEA Poort test (hardware) Simnet setup Totale Systeem Reset (Master reset) Definitieve Proefvaart Gebruiker training Onderhoud Bedieningsunit Stuurautomaat Computer Roer Feedback Kompas Aandrijf unit Omwisselen van software programma Stuurautomaat Computer F 7

10 Simrad AP25 Stuurautomaat Stuurautomaat Bedieningsunit Trouble shooting Alarmen LIJST RESERVE ONDERDELEN TECHNISCHE SPECIFICATIES AP25 Stuurautomaat Systeem AP25 Bedieningsunit Stuurautomaat Computers RC36 Rate kompas RFC35 Fluxgate kompas RF300 Roer Feedback R3000X Afstandsbediening JS10 Joystick FU25 Steering Lever IS15 Rudder SimNet IP bescherming NMEA en SimNet berichten Verklarende woordenlijst F

11 Systeem Beschrijving en Installatie 1 SYSTEEM BESCHRIJVING 1.1 Algemeen Gelukgewenst met de aankoop van uw nieuwe Simrad stuurautomaat systeem en onze dank voor de gemaakte keus waarbij wij opmerken dat het een van de meest geavanceerde stuurautomaat systemen betreft die op de hedendaagse markt beschikbaar zijn. Momenteel vervaardigt Simrad een complete reeks stuurautomaten voor elk type vaartuig, van pleziervaartuigen tot geavanceerde systemen voor de grote vaart. De betrokkenheid van het bedrijf bij stuurautomaten dateert uit 1953 met apparatuur voor de vissersvloot van de Noordzee, onder de merknaam Robertson. Professionele zeelieden overal ter wereld erkennen dat de namen Robertson en Simrad synoniem zijn met het absoluut beste op het gebied van stuurautomaat technologie. De Simrad AP25 vertegenwoordigt opnieuw een stap voorwaarts in stuurautomaat technologie met als bedoeling het aanbieden van een veelheid aan nieuwe voorzieningen voor pleziervaartuigen met een lengte van 30 tot 80 voet. Hierbij ook de niewue Virtuele Feedback algoritme die uw autopiloot in staat stelt om zonder conventionele roerstand terugmelder te varen. Het stuurautomaat systeem kan worden uitgebreid en geoptimaliseerd met tal van accessoires en opties. Het brein achter het AP25 stuurautomaat systeem is de enkelvoudige intelligente stuurautomaat computer die communiceert via het gepatenteerde Robnet2 netwerk om een betrouwbare digitale communicatie en stroomtoevoer tot stand te brengen tussen de units in een stuurautomaat systeem. De AP25 autopiloot is ook uitgerust met het SimNet data en controle netwerk. SimNet netwerk voor data en systeem aansturing. SimNet biedt hoge snelheid data transfer en aansturing van Simrad producten die als een totaal boordsysteem voor besturing en navigatie zijn geïntegreerd. 1.2 Gebruik van de handleiding Dit handboek is bedoeld als naslagwerk voor het bedienen, installeren en onderhouden van de Simrad AP25 stuurautomaat F 9

12 Simrad AP25 Stuurautomaat Er is veel aandacht besteed aan het vereenvoudigen van de bediening en de set-up. Gun uzelf de tijd voor het lezen van dit handboek opdat u een grondig inzicht verkrijgt in de werking en systeem componenten en de relatie hiervan met een compleet stuurautomaat systeem. De overige documentatie van dit handboek omvat tevens een garantiekaart. Deze dient door de geautoriseerde dealer, die de installatie heeft uitgevoerd, te worden ingevuld en dient t.b.v. het activeren van de garantie te worden opgestuurd. 1.3 Systeem componenten Een basis AP25 systeem omvat de volgende units (zie Figuur 1-1): AP25 Bedieningsunit met accessoires Stuurautomaat Computer Rate kompas Roer Feedback Unit met koppelstang Aandrijf unit Het basis systeem kan worden uitgebreid met meervoudige vast opgestelde of draagbare bedieningsunits, een afstandsbediening en een stuurhandel. Figuur 1-1 AP25 Basis systeem F

13 Systeem Beschrijving en Installatie 1.4 AP25 Bedieningsunit Een compacte stuurautomaat bedieningsunit voor paneel, schot of beugel montage. De unit is voorzien van een groot 5 inch LCD display voor aflezing van stuurautomaat data, mode toetsen en een roterende koersknop. De unit is voorts voorzien van twee Robnet2 connectors voor doorverbinding en uitbreiding en twee SimNet connectors voor aansturing en data uitwisseling met andere Simrad producten. Als interface via een SimNet poort is een NMEA2000 Adapter Kabel leverbaar (zie pagina 152). 1.5 Stuurautomaat Computer De stuurautomaat computer is het hart van het AP25 stuurautomaat systeem. De computer omvat de stuurcomputer, een interface naar andere systeem componenten, een NMEA 0183 interface en aandrijving elektronica voor de aandrijfmotor en de koppeling. Er zijn drie modellen leverbaar: de AC10, AC20 en AC40. Overzicht tabel stuurautomaat computers: AC10 AC20 (AC40) Voeding V V Stroomverbruik motor (continu/piek) 6/12 A 10/20A (20/40A) Stroomverbruik koppeling/bypass 1,5 A* 1,5 A* Aantal bedieningsunits 2 7 NMEA 0183 poorten (invoer/uitvoer) 1 2 Solenoïde uitvoer x x Invoer voor NFU bediening x x Extern alarm Radar klok/data interface Invoer voor NMEA kompas * 3A bij latere modellen x x x F 11

14 Simrad AP25 Stuurautomaat 1.6 RF300 Roer Feedback unit Roer feedback unit met transmissie link en 10 m (30 voet) kabel. Zet het aantal graden roeruitslag om in een digitaal signaal dat door de stuurcomputer van de stuurautomaat wordt ingelezen. 1.7 Koers Sensoren De AP26 en AP27 stuurautomaten kunnen worden gebruikt met de volgende combinaties van koers sensoren: RC36 Rate kompas Fluxgate kompas met geïntegreerde beweging sensor. Levert een dramatische verbetering op van de dynamische prestaties bij zowel de stuurautomaat als een gestabiliseerd radar display. De RC36 wordt standaard bij de stuurautomaat meegeleverd. RFC35 Elektronisch Fluxgate Kompas (optioneel) Een compacte koers sensor van Simrad met 15 m kabel. De richting van het aardmagnetisch veld wordt gedetecteerd door een zwevende ringkern binnen een fluxgate spoel en omgezet in een digitaal signaal dat wordt ingelezen door de stuurcomputer van de stuurautomaat. De RFC35 kan dienen als een voordelig back-up kompas voor de AP25 stuurautomaat. NMEA kompas (optioneel) Een kompas met uitstekende prestaties met een 10 Hz uitvoer van de NMEA 0183 berichten HDT of HDG. Het kompas kan direct op de AC20 of AC40 stuurautomaat computer worden aangesloten. De AC10 heeft geen ingang voor een NMEA kompas. Het is absoluut noodzakelijk voor de stuurautomaat dat de koers invoer frequentie tenminste 10 Hz bedraagt. Simrad gyrokompassen Afhankelijk van het model is er een directe NMEA0183 interface of u heft een optionele GI51 interface nodig. Zoek voor informatie contact met uw Simrad dealer F

15 Systeem Beschrijving en Installatie 1.8 Optionele apparatuur Voor het basis AP25 systeem is een reeks optionele apparatuur leverbaar. R3000X Afstandsbediening Een kleine draagbare afstandsbediening met twee drukknoppen voor power steering of koers selectie (bakboord en stuurboord) en een drukknop met een ingebouwde verlichte indicator voor beperkt wijzigen van de mode. JS10 Joystick De JS10 Joystick is een Non-Follow-Up stuurhandel, ontworpen voor montage op de stuurstand, zowel binnen als buiten. De joystick wordt geleverd met 10 m kabel en installatie hardware en keert door een voorziening met drukveren automatisch terug naar de middenstand. NOOT! FU25 Follow-up Stuurhandel Niet toepasbaar bij een Virtuele roerstand configuratie (pag. 69). Het FU25 stuurhandel is voorzien van een schaalverdeling met 5 roerhoek markeringen. Het roer zal zich instellen op de geselecteerde hoek en dan stoppen. De FU25 is voorzien van een middenstand inkeping, knoppen voor (beperkte) mode selectie en mode indicators. De handel is ontworpen voor schotmontage of verzonken paneel montage, zowel binnen als buiten. TI25 Boegschroef Interface De TI25 Boegschroef Interface is ontworpen om te voorzien in een signaal voor het aansturen van een boegschroef die via een interface op de AP25 is aangesloten. De aansturing is geschikt voor zowel aan/uit solenoïdes als een Danfoss PVEM ventiel. De uitvoering van het Danfoss ventiel is proportioneel en biedt met de uitvoer van de TI25 een maximale boegschroef prestatie. Het door de TI25 berekende boegschroef signaal wordt afgeleid van de bedrijfsmode en de koers informatie. De setup wordt vastgelegd in de bedieningsunit en via het Robnet2 doorgegeven. Alle instellingen worden opgeslagen in de boegschroef interface unit F 13

16 Simrad AP25 Stuurautomaat Zie ook het TI25 handboek. Meerdere stations Aan het systeem kan een veelvoud van bediening units worden toegevoegd. Zie het overzicht op pagina Software lijst Wanneer het systeem is aangeschakeld, toont het display de software versie van de control unit en de autopiloot computer. Zie pag. 16. Software versie SW SW SW Beschrijving Eerste versie NoDrift mode toegevoegd. Eenvoudige toegang tot NAV bron selectie. Instelbare NAV limiet verandering toegevoegd.stuur parameters kunnen worden gewijzigd in Auto mode. Gebruikers menu herschreven. Outboard selecteerbaar als boot type in instellingen voor de kant. Verbeteringen in Wind mode algoritmen. Diepte contour model geimplementeerd. Nieuwe INFO pagina die SOG/Diepte toond. Virtuele feedback toegevoegd. NOOT! SW en hoger is niet in combinatie met SW bruikbaar F

17 Bediening 2 BEDIENING ATTENTIE! Een stuurautomaat is een uiterst nuttige navigatie hulp maar mag NOOIT en te nimmer de menselijke navigator vervangen. 2.1 Overzicht Maak geen gebruik van de stuurautomaat tijdens: Varen in een gebied met veel verkeer of in smal vaarwater Slecht zicht of extreme zeegang condities Varen in gebieden waar een wettelijk verbod van kracht is voor het gebruik van stuurautomaten Indien de stuurautomaat wordt gebruikt: Zorg dan dat de stuurstand bemand blijft Plaats dan geen magnetische voorwerpen nabij het koers kompas dat in het stuurautomaat systeem wordt gebruikt. Controleer regelmatig koers en positie van uw schip Ga altijd op tijd naar de Standby mode en verlaag uw snelheid om gevaarlijke situaties te voorkomen Multifunctioneel LCD STBY mode/in- Uitschakelen AUTO mode NAV of WIND mode INSTRUMENT / setup BAKBOORD toets BOCHT/UITWIJKEN STUURBOORD toets Koersknop Figuur 2-1 AP25 Vooraanzicht F 15

18 Simrad AP25 Stuurautomaat De bedieningsunit zoals bovenstaand afgebeeld kan worden gebruikt als stand-alone unit in een stuurautomaat systeem of worden gecombineerd in een multi-station systeem. In een multistation systeem kan het commando eenvoudig van de ene naar de andere unit worden overgezet. Niet actieve units tonen dan Inactief en/of. Het AP25 systeem beschikt over de volgende primaire besturing modes: STBY (power steering), AUTO, NAV en WIND, waarbij voor elke mode een aparte drukknop aanwezig is. Elke mode druktoets is duidelijk herkenbaar door de grote tekst met de primaire functie en de kleine tekst met de secundaire functie. Elke toets biedt u toegang tot een multifunctioneel mode display. Een groep van door de gebruiker te wijzigen instellingen maakt deel uit van het AP25 Gebruiker Set-up Menu (pagina 52). Alarmen gaan gepaard met duidelijke tekst om u te attenderen op systeem storingen of externe data storingen. Alarmen worden zowel akoestisch als visueel gepresenteerd. De lijst met alarmen staat afgebeeld op pagina ON/OFF - Standby mode NOOT! Zie sectie 4.1 voor aandachtspunten bij de eerste keer inschakelen. Enkelvoudig toetsen van STDBY schakelt het systeem naar AAN waarna de volgende status displays worden getoond: Simrad Stuurautomaat model AP25 SW Software versie HW rev. 00 Sn xxxxxx SimNet no. Software uitgave Hardware revisie Stuurautomaat computer Simrad AC20 SW Software versie P00 M00 S000 Software uitgave Stroom PCB* revisie Hoofd PCB* revisie Zelftest * = Printed Circuit kaart De getoonde Software en Hardware revisies zijn slechts voorbeelden F

19 Bediening NOOT! Het systeem is na ongeveer 5 seconden operationeel en de unit die werd ingeschakeld zal het Standby mode display tonen. Andere units in een multi-station systeem zullen "Inactief" tonen. De bediening kan vanaf elke unit worden overgenomen door op de STBY toets van de betrokken unit te drukken. Door langer (2 tot 3 seconden) ingedrukt houden van de STBY toets wordt het systeem uitgeschakeld en gedurende die periode zal het alarm hoorbaar zijn. In een multi-station systeem is het mogelijk om bij een noodsituatie het systeem vanaf elke bediening unit UIT te schakelen door de STBY toets 2 tot 3 seconden ingedrukt te houden. De STBY mode is de mode die gebruikt wordt voor handmatige besturing van het schip. Display informatie: Standby mode Huidige koers 345 M Roerhoek = 1 naar stuurboord NOOT! Wanneer de autopiloot werkt met Virtuele feedback, dan is de numerieke indicatie van de roerhoek weggelaten. Virtuele feedback Zie pag. 69 en 113 over Virtuele feedback. Knipperende koers knop icoon Indien de koersknop en de BB en STBD toetsen voor instellingen e.d. worden gebruikt dan zal op het scherm een icoon gaan knipperen als teken dat geen koerswijzigingen uitgevoerd kunnen worden tenzij u de AUTO toets indrukt. Alarmen Indien zich een alarm met verklarende tekst op de bediening unit voordoet raadpleeg dan sectie 6, Troubleshooting F 17

20 Simrad AP25 Stuurautomaat 2.3 AP25 met MSD50 Hekaandrijving NOOT! De informatie in sectie 2.3 is uitsluitend van toepassing indien uw stuurautomaat een Simrad MSD50 Hekaandrijving aanstuurt. De MSD50 Hekaandrijving unit levert een relatief feedback signaal dat op een nulpunt ingesteld moet worden nadat de stuurautomaat is ingeschakeld. Zie het MSD50 handboek voor nadere informatie. NOOT! Nulpunt instelling Als u bij het verlaten van de haven geen roerhoek display nodig heeft stuur het schip dan handmatig op een rechte koers en toets AUTO. Het nulpunt wordt dan automatisch ingesteld. Als u bij het verlaten van de haven de voorkeur geeft aan het gebruik van het roerhoek display ga dan als volgt te werk: Na inschakelen van het roerhoek display zal de aanwijzing alterneren tussen 10 graden bakboord en 10 graden stuurboord als teken dat het nulpunt van het roer ingesteld dient te worden. Gebruik het stuurwiel om het roer midscheeps in te stellen. Draai dan het stuurwiel van uiterst links naar uiterst rechts (van aanslag tot aanslag) en tel het exacte aantal omwentelingen. Draai nu het stuurwiel vanaf een van de aanslagen het halve aantal omwentelingen terug. Toets AUTO en daarna STBY. Het nulpunt is nu ingesteld en het display toont: F

21 Bediening 2.4 Follow-Up besturing (FU) Volg de bediening instructies die op de volgende pagina s staan vermeld. Voorshands behoeft u geen nadere acties voor nulpunt instelling uit te voeren. Dat is pas bij een volgende keer inschakelen van de stuurautomaat aan de orde. NOOT! Niet toepasbaar bij Virtuele roerstand configuratie (page 69). In de Follow-Up besturing mode kan de koersknop worden gebruikt voor het geven roer opdrachten. De opgedragen roerhoek wordt op het display getoond en het roer zal naar de opgedragen hoek draaien en dan stoppen. Toets beide toetsen gelijktijdig om Follow-up te activeren Gebruik de koersknop voor een roerhoek opdrach ATTENTIE! U kunt het stuurwiel niet handmatig bedienen zolang de Follow-Up mode is ingeschakeld. Toets STBY voor terugkeer naar handmatige besturing in de Standby mode F 19

22 Simrad AP25 Stuurautomaat 2.5 Non-Follow-Up besturing (NFU) Het NFU display zal worden getoond indien u vanuit de Standby mode de BB of STBD toets indrukt. Het roer zal blijven draaien zolang de toets ingedrukt wordt gehouden en de roerhoek wordt in het display afgebeeld. Activeert het BAKB roer commando Activeert het STBD roer commando NOOT! Wanneer een NFU stuurhandel of afstandsbediening wordt bediend dan worden de andere bedieningsunits op Inactief ingesteld F

23 Bediening 2.6 R3000X Afstandsbediening (NFU) SIMRAD STBY-AUTO Simrad R3000X NOOT! Druktoetsen voor BB en STBD commando STBY/automatisch Automatische modes zijn actief indien de lamp brandt. In de STANDBY mode blijft het roer draaien zolang als de the BB of STBD toets ingedrukt wordt gehouden In de AUTO mode en Wind modes zal de ingestelde koers of ingestelde windhoek na elke toetsaanslag met 1 worden gewijzigd. Noot! Als u de toets ingedrukt houdt dan zal de instelling automatisch met stappen van 3 per seconde worden gewijzigd. Tabel met mode wijzigingen. Initiële mode STBY AUTO NAV STBY AUTO WIND WINDN 1 e toets aanslag AUTO STBY STBY WIND STBY STBY STBY 2 e toets aanslag STBY AUTO AUTO 1)3) STBY 2) WIND 2) WIND 2) WIND 3) 1. Indien de NAV mode is geselecteerd in de User Setup 2. Indien de WIND mode is geselecteerd in de User Setup 3. Dan kan toegang tot de NAV en WIND N modes alleen worden verkregen vanuit de Bedieningsunit omdat via deze unit de prompt displays bevestigd moeten worden. 2.7 JS10 Joystick (NFU) Het principe komt overeen met dat van de R3000X afstandsbediening (zie bovenstaand). Het roer zal blijven draaien zolang als de joystick in de BAKB of STBD positie wordt gehouden. De JS10 beschikt niet over een voorziening voor mode wijziging F 21

24 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! Wanneer een NFU stuurhandel of afstandsbediening wordt bediend dan worden de andere bedieningsunits op Inactief ingesteld. 2.8 Automatische Besturing Indien de AUTO mode wordt geselecteerd dan kiest de stuurautomaat automatisch de huidige scheepskoers als ingestelde koers en wordt gelijktijdig de bestaande roerhoek gehandhaafd. Hierdoor verloopt de overgang bij verandering van de mode zonder schokken. Automatische besturing mode Ingestelde koers: 340 graden Kompas aanwijzing: 340 M Koers bron: Rate kompas Roerhoek: 00 Snelheid: 17,1 knopen snelheid door het water (log bron) Besturing parameter: LO-A De AP25 zal het schip op de ingestelde koers houden totdat een nieuwe mode wordt geselecteerd of een nieuwe koers wordt ingesteld met de koersknop of de BB of STBD toetsen. Eén omwenteling van de koersknop komt overeen met 45 koers wijziging. Verhogen Verlagen NOOT! Koers bijstellen met 1 (of 10 ) per toetsaanslag Koers wijzigen Linksom: Verlagen Rechtsom: verhogen On power boats it is possible in the User Setup menu to set the buttons to change the course by 10 per press (see page 162). Nadat de koers is ingesteld op een nieuwe waarde zal het schip automatisch naar de nieuwe koers draaien en vervolgens een rechte koers sturen F

25 Bediening Koers overnemen Vanuit de AUTO of NoDrift modes kunt u met deze voorziening automatisch een ingezette bocht onderbreken door kort op de AUTO of NAV (NoDrift) toets te drukken. De stuurautomaat zal kortstondig tegenroer geven en het schip daarna rechtuit sturen op de koers die van het kompas werd afgelezen op exact het moment waarop u de AUTO of NAV (NoDrift) toets heeft ingedrukt. Automatische besturing mode Overgenomen nieuw koers: 305 Kompas aanwijzing: 301 M (Magn.) of T (waar) Koers bron: Rate kompas Roerhoek: 01 naar stuurboord Snelheid: 17,1 knopen snelheid door het water (log bron) Besturing parameter: LO-A Toets STBY voor terugkeer naar handmatige besturing. 2.9 Automatische besturing parameters In de AUTO, NAV of WIND modes biedt de AP25 twee verschillende sets besturing parameters voor het instellen van de respons van het schip bij verschillende snelheden of windrichtingen. Motorjachten Indien vanuit STBY een automatische mode wordt ingeschakeld dan selecteert de AP25 de LO (lage) respons besturing parameter indien de invoer van snelheid data op dat moment ontbreekt. Dit is een veiligheidsvoorziening. Indien een automatische mode bij lage snelheid wordt ingeschakeld dan kunnen de besturing parameters automatisch naar HI (hoog) worden ingesteld op basis van data invoer van een snelheid log of GPS navigator maar ook door handmatige invoer F 23

26 Simrad AP25 Stuurautomaat De snelheid waarbij de AP25 automatisch de parameters van LO naar HI (of omgekeerd) instelt wordt bepaald door de Transition Speed (overgangssnelheid) die is ingesteld in het Installatie Setup Menu (Proefvaart). Zie onderstaande grafiek. Legende HI-A LO-A HI-M LO-M Hoge respons parameters, automatisch ingesteld Lage respons parameters, automatisch ingesteld Hoge respons parameters, handmatig ingesteld Lage respons parameters, handmatig ingesteld Snelheid HI response parameters LO response parameters Transitie naar LO parameters bij toenemende snelheid: 10 knopen Transitie snelheid ingesteld op 9 knopen Transitie ingesteld op HI parameters bij afnemende snelheid: 8 knopen Zeiljacht Tijdens het zeilen in de WIND mode worden de parameters door verandering van de windrichting of snelheid van het schip automatisch gewijzigd, zoals hieronder staat afgebeeld. In vergelijking met de overgang op basis van de snelheid van het schip zal de overgang tussen HI en LO parameters en vice versa op basis van de windhoek met andere karakteristieken verlopen. Als u b.v. tijdens overstag gaan teveel snelheid verliest dan zullen de parameters op HI worden ingesteld om voldoende roer F

27 Bediening respons te behouden. Bij het instellen van de overgangssnelheid voor zeiljachten dient hiermee rekening te worden gehouden Handmatige HI/LO Parameter Selectie Indien de invoer van snelheid naar de stuurautomaat ontbreekt of indien u de automatisch instelling wilt uitschakelen dan dienen de besturing parameters handmatig te worden ingesteld. Druk tweemaal snel op de AUTO toets om te schakelen tussen de HI en LO parameters. Snel tweemaal toetsen NOOT! 1. Indien de NAV of WIND mode is geactiveerd dan bestaat geen noodzaak om naar de AUTO mode te gaan om handmatig de parameter set te wijzigen. U kunt volstaan met snel tweemaal drukken op de AUTO toets. 2. De handmatig geselecteerde instelling (HI of LO) zal voorrang hebben op de automatische selectie en van kracht blijven totdat u vanuit STBY opnieuw een automatische mode activeert Bocht modes In de AUTO mode beschikt de AP25 over een aantal verschillende bocht voorzieningen. De U-bocht is altijd beschikbaar. Andere typen bochten kunnen vanuit het User (gebruiker) Setup 2 menu worden geselecteerd. Zie ook Bocht Patroon selectie op pagina 57. U-bocht Deze voorziening is uiterst nuttig tijdens een man overboord situatie maar ook indien u wilt terugvaren op een tegengestelde koers. Met de U-bocht functie wordt de koers ingesteld op 180 graden in de tegengestelde richting. De gebruiker beslist hierbij of de U F 25

28 Simrad AP25 Stuurautomaat bocht naar de nieuwe koers over Bakboord of over Stuurboord uitgevoerd moet worden. De U-bocht functie wordt geactiveerd door snel intoetsen van de TURN/DODGE knop. De AP25 handhaaft de huidige koers totdat de BB of STBD toets wordt ingedrukt om de richting van de U-bocht te selecteren. Als u de BB of STBD toets niet binnen 1 minuut indrukt dan zal de AP25 terugkeren naar de AUTO mode en de huidige koers handhaven. Toets TURN/DODGE voor toegang tot de Selecteer STBD U- bocht Schip maakt STBD U- bocht C-bocht In de Auto mode biedt de AP25 een voorziening voor een continue bocht. Deze bocht kan worden gebruikt voor het omcirkelen van vis of een bepaald object op de zeebodem. Tijdens een C-bocht vaart het schip in een cirkel met een constante draaisnelheid. De gebruiker bepaalt of de C-bocht naar links of naar rechts uitgevoerd dient te worden. Zorgt dat in het User (gebruiker) Setup 3 menu het C-bocht patroon is geselecteerd. Zie ook Bocht Patroon selectie op pagina 57. De C-bocht mode wordt als volgt geactiveerd: Selecteer eerst U-bocht door TURN/DODGE te toetsen. Selecteer daarna C-bocht door nogmaals TURN/DODGE te toetsen F

29 Bediening Schip draait naar bakboord De AP25 zal de ingestelde koers vasthouden totdat u de BB of STBD toets bedient voor selectie van de richting waarin de C-bocht moet plaats vinden. Als de BB of STBD toets niet binnen 1 minuut wordt bedient dan zal de stuurautomaat naar de AUTO mode terugkeren en niet van koers veranderen. De draaisnelheid kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd maar ook tijdens de bocht. Bij een hogere draaisnelheid ontstaat een kleinere cirkel en vice versa. Druk op een willekeurige mode toets voor verlaten van de C-bocht mode. Indien AUTO wordt getoetst dan wordt de nieuw ingestelde koers in het bovenste deel van het display getoond. Spiraal bocht Ook de spiraal bocht kan worden gebruikt voor het omcirkelen van vis of bij het zoeken naar een bepaald object op de zeebodem. Bij een spiraal bocht draait het schip in een spiraal met een afnemende of toenemende draaisnelheid. De gebruiker bepaalt of de spiraal bocht naar BB of STDB uitgevoerd moet worden. Zorgt dat in het User (gebruiker) Setup 3 menu het spiraal bocht patroon is geselecteerd. Zie ook Bocht Patroon selectie op pagina 57. De spiraal bocht wordt als volgt geactiveerd: Toets herhaaldelijk TURN/DODGE totdat SPIRAAL knipperend in het display verschijnt. De initiële draaisnelheid kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd. Verhoging van de ROT (draaisnelheid) resulteert in een kleinere cirkel en vice versa. Het bereik is instelbaar van 10 tot 600 /minuut. De AP25 zal de ingestelde koers vasthouden totdat u de BB of STBD toets bedient voor selectie van de richting waarin de spiraal bocht moet plaats vinden. Als de BB of STBD toets niet binnen 1 minuut F 27

30 Simrad AP25 Stuurautomaat Schip draait naar stuurboord wordt bedient dan zal de stuurautomaat naar de AUTO mode terugkeren en niet van koers veranderen. Selecteer spiraal vergroten voor een naar buiten gerichte spiraal en spiraal verkleinen voor een spiraal die naar binnen is gericht. Hogere getallen resulteren in een wijdere spiraal. Bij een Spiraal 0 instelling zal het schip in een cirkel draaien. Bereik: 0-9. Vergroten 1 Vergroten 5 Verkleinen 1 Verkleinen 5 Druk op een willekeurige mode toets voor verlaten van de spiraal bocht mode. Indien AUTO wordt getoetst dan wordt de nieuw ingestelde koers in het bovenste deel van het display getoond. Zigzag bochten Vanuit de AUTO mode is ook een zigzag bocht patroon beschikbaar. De gebruiker bepaalt of de eerste bocht naar BB of STBD uitgevoerd moet worden. Zorgt dat in het User (gebruiker) Setup 3 menu het zigzag patroon is geselecteerd. Zie ook Bocht Patroon selectie op pagina 57. De zigzag bocht wordt als volgt geactiveerd: Toets herhaaldelijk TURN/DODGE totdat ZIGZAG knipperend in het display verschijnt F

31 Bediening Schip draait naar stuurboord De initiële koersverandering kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd (Bereik: 2-70 ). De AP25 zal de ingestelde koers vasthouden totdat u de BB of STBD toets bedient voor selectie van de richting waarin de eerste koersverandering moet plaats vinden. Als de BB of STBD toets niet binnen 1 minuut wordt bedient dan zal de stuurautomaat naar de AUTO mode terugkeren en niet van koers veranderen. Tijdens het zigzag patroon kunt u de koersverandering wijzigen maar (4-140 ), ook de vaartijd in dezelfde richting (1-20 min.), en de ingestelde koers. Een pijl toont de richting van de koersverandering. Koers verandering 20 Hoofd koers Koers verandering 40 Tijd op dezelfde koers Druk op een willekeurige mode toets voor verlaten van de zigzag bocht mode. Indien AUTO wordt getoetst dan wordt de nieuw ingestelde koers in het bovenste deel van het display getoond. Vierkant bocht Met de vierkant bocht voorziening kunt u vanuit de AUTO mode een rechthoekig patroon varen waarbij elke volgende bocht 90 is. De gebruiker bepaalt of de eerste bocht naar BB of naar STBD moet worden uitgevoerd. Zorgt dat in het User (gebruiker) Setup 3 menu het vierkant bocht patroon is geselecteerd. Zie ook Bocht Patroon selectie op pagina 57. Het vierkant bocht patroon wordt als volgt geactiveerd: Toets herhaaldelijk TURN/DODGE totdat VIERKANT knipperend in het display verschijnt F 29

32 Simrad AP25 Stuurautomaat Schip draait naar stuurboord Tijd De tijd tussen elke 90 koersverandering kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd (1-30 min.). De AP25 zal de ingestelde koers vasthouden totdat u de BB of STBD toets bedient voor selectie van de richting waarin de eerste koersverandering moet plaats vinden. Als de BB of STBD toets niet binnen 1 minuut wordt bedient dan zal de stuurautomaat naar de AUTO mode terugkeren en niet van koers veranderen. Bij de selectie van het rechthoekige patroon kunt u de tijd tussen elke koersverandering wijzigen (1-20 min.) en dus de afmetingen van het vierkant. Ook tijdens het varen in een rechthoekig patroon kunt u de tijd en dus de vorm van het patroon wijzigen. Bovendien kunt u op elk moment de ingestelde koers veranderen. Druk op een willekeurige mode toets voor verlaten van de vierkant bocht mode. Indien AUTO wordt getoetst dan wordt de nieuw ingestelde koers in het bovenste deel van het display getoond. S-bocht De AP25 biedt vanuit de AUTO mode ook een S-bocht voorziening. De gebruiker bepaalt of de eerste bocht naar BB of STBD uitgevoerd moet worden. Zorgt dat in het User (gebruiker) Setup 3 menu het S-bocht patroon is geselecteerd. Zie ook Bocht Patroon selectie op pagina 57. Het S-bocht patroon wordt als volgt geactiveerd: Toets herhaaldelijk TURN/DODGE totdat S BOCHT knipperend in het display verschijnt F

33 Bediening Schip draait naar bakboort De koersverandering kan worden ingesteld voordat de bocht wordt geïnitieerd (2-80 ). De AP25 zal de ingestelde koers vasthouden totdat u de BB of STBD toets bedient voor selectie van de richting waarin de eerste koersverandering moet plaats vinden. Als de BB of STBD toets niet binnen 1 minuut wordt bedient dan zal de stuurautomaat naar de AUTO mode terugkeren en niet van koers veranderen. Tijdens de S-bocht kunt u de grootte van de koers wijzigingen veranderen (4-160 ) evenals de frequentie of draai verandering (1-9) en voorliggende koers. Een pijl toont de richting van de volgende bocht. Koers wijziging Hoofd koers Koers wijziging Laag tempo Hoofd koers Haag tempo Druk op een willekeurige mode toets voor verlaten van de S- bocht mode. Indien AUTO wordt getoetst dan wordt de nieuw ingestelde koers in het bovenste deel van het display getoond. Diepte Contour Sturen volgens een diepte contour is ook een AUTO mode functie. Met de informatie van een echolood, kan de autopiloot ingesteld worden om via een vooraf ingestelde diepte te sturen. Dit is uitermate bruikbaar als u een diepte contour wilt volgen. Gelijkmatige zeebodem Water met rotsen F 31

34 Simrad AP25 Stuurautomaat Helling Nauw kanaal Richel Caution! Gebruik deze functie niet tenzij de zeebodem hiervoor geschikt is. Gebruik het niet is water met veel rotsen waarbij de diepte erg varieerd in een klein gebied. Verzeker u ervan dat het diepte-draai model is geselecteerd in het Gebruikers menu. Zie de Draai Model selectie op pagina 55. Zorg ervoor dat u diepte informatie heft in het system. Druk de TURN/DODGE knop herhaaldelijk tot DIEPTE knippert in het scherm. De actuele diepte informatie wordt getoond op het display. Selecteer diepte helling met de koers knop. / betekend ondiep naar stuurboord, \ betekend ondiep is naar bakboord. Sttur de boot naar de diepte die u wilt volgen en in de richting van het diepte contour (voorliggende koers). Wanneer de gewenste diepte wirdt getoond, activeer het diepte contour sturen met de BB of STBD knop (een van de twee). Als u de BB of STBD knop niet binnen 1 minuut indrukt, zal de autopiloot terug gaan naar AUTO mode en op de voorliggende koers blijven sturen. Het display heft de volgende menu items: F

35 Bediening Referentie diepte De referentie diepte wordt vast gehouden wanneer het Dipete model is geactiveerd. Om de referentie simple te wijzigen gebruik de BB of STBD knop of de koers knop. Diepte versterking De autopiloot volgt de diepte door berekening van een cross track error wanneer de boot van de referentie diepte afwijkt. Deze fout corrigeerd automatisch de ingestelde koers om de boot weer op de juiste koerslijn te brengen. Gebruik de versterkings regeling om een nauwkeurige of vloeiende reactie te krijgen op de varierende diepte. Bereik: (05-95) Hoofd koers Dit zou de hoofd (gemiddelde) koers moeten zijn van het diepte contour wat u wilt volgen. Als de contourlijn een grote verandering in richting maakt, moet u handmatig de ingestelde koers wijzigen in een nieuwe richting. Dit zal resulteren in een snelle correctie van de autopiloot. Als de koers niet wordt bijgesteld, zal de autopiloot meer tijd nodig hebben om de boot te draaien en terug naar de referentie diepte te sturen. Contour Kruis Hoek (CKH) Met deze parameter kunt u de boot laten slingeren over duw refrentie diepte. Met de CKH op 0 is er geen slingering. De CKH is een hoek de opgeteld of afgetrokken van de ingestelde koers. Iedere keer als de boot de referentie diepte kruist wordt het teken (+/-) van de CKH veranderd en maakt de boot een draai om de referentie diepte te passeren in de tegengestelde richting. Hoe groter de CKH hoe wijder de draai F 33

36 Simrad AP25 Stuurautomaat CKH ingesteld op 15 gr. benadering ref. diepte van bakboord Referentie diepte CKH ingesteld op 15 gr. benadering van ref. diepte van stuurboord Bereik (0-50) 2.12 Uitwijken in Auto Gebruik van de dodge (uitwijk) mode is uiterst zinvol in situaties waarbij u snel de besturing moet overnemen om een obstakel te vermijden en daarna wilt terugkeren naar de voorafgaand ingestelde koers. De uitwijk mode wordt geactiveerd door tweemaal snel de TURN/DODGE toets in te drukken. In de UITWIJK mode wordt de ingestelde koers getoond die als laatste was ingesteld voordat de uitwijk mode werd geactiveerd. Op het moment dat UITWIJK in het display verschijnt heeft de AP25 niet langer controle over de besturing en dient u het schip vanuit de STBY mode handmatig te besturen of gebruik te maken van de Non Follow UP of Follow Up besturing. Bij handmatige besturing (STBY mode) wordt de koppeling of bypass klep van de aandrijf unit ontkoppeld. De stuurautomaat blijft in de UIITWIJK mode totdat u nogmaals TURN/DODGE toetst om de mode te verlaten of totdat u een andere mode selecteert. Toets tweemaal snel TURN/DODGE om de Uitwijk mode te activeren F

37 Bediening Voer de uitwijk manoeuvre daarna op een van de volgende wijzen uit: 1. Bestuur het schip handmatig door gebruik van het stuurwiel: 2. Gebruik Non Follow Up besturing door toetsen van: 3. Follow UP besturing door beide in te drukken: of gebruik de NFU stuurhandel en vervolgens de koersknop te gebruiken Met een van de volgende toetsen kunt u de Uitwijk mode verlaten: Selectie van de AUTO mode en terugkeer naar laatst ingestelde koers of Selectie van de AUTO mode met als ingestelde koers de huidige koers NOOT! Tijdens uitwijken in NFU of FU modes zal NFU of FU gaan knipperen in plaats van UITWK Boegschroef Besturing (optioneel) Als het schip is uitgerust met een daartoe geschikte boegschroef (pagina 13), dan kan deze op het AP25 systeem worden aangesloten en kan het schip met het roer en de boegschroef worden bestuurd. Bij boegschroef besturing door de AP25 kunt u verwachten dat: Bij zeer lage snelheden (AUTO of NAV modes) het op koers en track blijven op uitstekende wijze verloopt. Bij stilliggen automatisch koers gehouden kan worden, b.v. het in de wind en/of golven houden van de boeg s. De boeg tijdens schutten met de AUTO mode in bedwang gehouden kan worden indien geen omringende staalconstructies aanwezig zijn Een boegschroef icoon onder de mode index geeft aan dat op het systeem een boegschroef is aangesloten (via de TI25 Boegschroef interface) F 35

38 Simrad AP25 Stuurautomaat In het User (gebruiker) Setup menu (pag. 52) kunt u de boegschroef in- of uitschakelen. Bij inschakelen worden zowel de boegschroef als het roer gebruikt om koers te houden. Boven een vaarsnelheid van 6 knopen wordt de boegschroef automatisch gedeactiveerd. Voorbeelden van display beelden: STANDBY Non-Follow up besturing mode AUTO mode Koers houden met roer Koers houden met roer en boegschroef NOOT! Koers houden met roer Koers houden met roer en boegschroef Bedenk bij het gebruik van een Aan/Uit boegschroef dat de meeste elektrische boegschroeven van een ingebouwde thermische schakelaar zijn voorzien. Deze schakelaar deactiveert bij oververhitting de motor en schakelt na afkoelen de motor weer in. De watertemperatuur is hierbij ook van invloed. De Aan/Uit boegschroef mag maar enkele minuten draaien en de totale draaitijd over een langere periode dient beperkt te worden door verhoging van de boegschroef gevoeligheid (zie pagina 59) Overstag gaan in Auto mode De tack (overstag) functie is alleen bestemd voor zeiljachten. Het type schip moet hiertoe in de installatie setup op ZEIL worden ingesteld. Overstag gaan in de AUTO mode verloopt anders dan overstag gaan in de WIND mode. In de AUTO mode heeft de overstag F

39 Bediening hoek een vaste waarde die via het Installatie/Voor de wal menu kan worden ingesteld. De standaard overstag hoek is 100. De overstag functie dient uitsluitend op koersen aan de wind te worden toegepast en moet de eerste keer worden beproefd onder condities met weinig zeegang en lichte wind om het effect op uw schip vast te stellen. Vanwege het grote aantal uiteenlopende karakteristieken van schepen (van toerschepen tot wedstrijdschepen) zal de uitwerking van de overstag functie van schip tot schip variëren. Behoudens de vast ingestelde koerswijziging en een verschil in display is de procedure vergelijkbaar met het uitvoeren van een U-bocht zoals beschreven op pagina 25. Toets TURN/DODGE voor toegang tot de OVERSTAG mode Selecteer STBD overstag Schip gaat STBD overstag 2.15 NoDrift NOOT! De bron wanneer er gewerkt wordt in NoDrift mode is de Positie (Pos) bron. De NoDrift mode is een alternatief voor route sturing in NAV mode, en is automatisch ingeschakeld als er op de NAV WIND knop wordt gedrukt onder de voorwaarde dat NoDrift is geselecteerd in het (gebruikers) SETUP menu. De autopiloot zal naar een denkbeeldig waypoint sturen en de peiling is de koers van de boot op het moment dat de NoDrift mode is ingeschakeld. Niet, zoals wanneer in Auto mode, zal het schip een koers varen gelijk aan de bearing lijn en wordt niet beïnvloed door wind en stroming (no drift). De te varen koers (bearing lijn) kan worden gewijzigd op dezelfde manier als het wijzigen van koers in Auto mode F 37

40 Simrad AP25 Stuurautomaat Selecteer NoDrift in het Setup menu wanneer in STANDBY of AUTO mode. Druk de NAV WIND toets om NoDrift mode te activeren. De NAV WIND toets is nu geprogrammeerd om altijd de NoDrift mode te activeren. Als u de NAV mode wilt activeren, ga naar User Setup en selecteer NAV. NoDrift mode Ingestelde koers: 345 NoDrift indicator: 0.000nm Pos Source: CP34 Koers: 345 M NOOT! Om in NoDrift mode te werken moet uw GPS/kaartplotter aan staan. Uitwijken in NoDrift mode Dit is gelijk aan uitwijken in Auto mode Navigeren met de AP25 NOOT! NOOT! De bron wanneer er gewerkt wordt in NAV mode is de Navigatie (NAV) bron. De stuurautomaat kan het schip besturen op basis van navigatie informatie van een externe navigator (GPS, Kaartplotter) waarmee het schip naar een opgedragen waypoint locatie kan worden gedirigeerd of langs een route met waypoints kan worden geloodst. In de NAV mode wordt het schip door de AP25 op koers gehouden waarbij het kompas als koers referentie wordt gebruikt. Om het schip op de juiste track te houden en de AP25 naar het bestemming waypoint te loodsen wordt de ingestelde koers continu bijgesteld op basis van informatie die van de navigator wordt ontvangen. Navigatie besturing behoort alleen op ruim vaarwater te worden gebruikt. Door selectie van de NAV mode wordt de AP25 op automatische besturing ingesteld onder handhaving van de huidig ingestelde koers en wacht dan op toestemming van de F

41 Bediening gebruiker om koers te zetten naar de tracklijn of het waypoint van bestemming. NOOT! Voor een correcte navigatie besturing dient aan de volgende punten te worden voldaan voordat de NAV mode wordt ingeschakeld: De auto besturing van de AP25 moet worden getest op correcte werking. De navigatie ontvanger (GPS, Kaartplotter) moet zich volledig in de operationele navigatie mode bevinden met een signaal kwaliteit die voor geldige positie en navigatie data toereikend is. Er dient tenminste één waypoint te worden ingevoerd dat tevens als het huidige waypoint van bestemming moet worden geselecteerd. De navigatie ontvanger (bron) voor de stuurautomaat wordt op basis van de selectie in de interface setup automatisch geselecteerd maar via het User (gebruiker) setup item Bron selecteren behoort handmatig selectie eveneens tot de mogelijkheden (pagina 55). De stuurautomaat is ontworpen voor besturing in een gemengde mode. Hierbij wordt rechte lijn besturing gecombineerd met cross track error (XTE, fout dwars op de track) besturing, en wel in samenhang met bochtsnelheid capaciteit van bearing (peiling) mode besturing (CTS, te sturen koers) waarin de koers bij bereiken van een waypoint automatisch naar een volgend waypoint wordt verlegd. Als de AP25 is aangesloten op een navigatie ontvanger die geen bericht verzendt met een peiling naar het volgende waypoint dan wordt het XTE signaal gebruikt en vindt de besturing uitsluitend plaats op basis van Cross Track Error. In dat geval moet u bij elk waypoint terugvallen op de AUTO mode en handmatig de koers op de waarde van de peiling naar het volgende waypoint instellen en dan opnieuw de NAV mode selecteren. Toets NAV om het navigatie prompt display te activeren F 39

42 Simrad AP25 Stuurautomaat Het prompt display toont de naam of het nummer van het volgende waypoint (WP), de peiling van de lijn (BWW) tussen het voorgaande waypoint en het waypoint van bestemming, de vereiste verandering van koers (CHG) en de richting waarin het schip zal draaien. NOOT! NOOT! Indien slechts één waypoint is ingevoerd dan wordt de richting van de huidige positie naar het waypoint van bestemming als peiling aangehouden. De kompas koers wordt in de linker benedenhoek getoond en de roerhoek en snelheid in de rechter benedenhoek. Toets nogmaals NAV om het waypoint als locatie van bestemming te accepteren. De stuurautomaat stuurt het schip in de richting van de tracklijn NAV mode Te sturen koers (CTS): 211 is intern door de AP25 ingesteld om het schip op de tracklijn te houden. Cross Track Error (XTE, fout dwars op track): 0,17 NM naar STBD. NAV data bron: CE34-1 Kompas aanwijzing: 345 M. Volgende waypoint: Egersund Peiling van huidige positie naar volgende waypoint (BPW): 270 M Afstand tot waypoint: 10 NM Bij Cross Track Error is het aantal getoonde decimalen afhankelijk van de uitvoer van de GPS/Kaartplotter. Bij een uitvoer van drie decimalen wordt de track nauwkeuriger gevolgd. Indien de AP25 in de NAV mode voor besturing langs een route met waypoints wordt gebruikt dan zal de AP25 naar het eerste waypoint in de route sturen nadat u dat eerste waypoint heeft geaccepteerd als de locatie waarheen koers gezet moet worden F

43 Bediening NOOT! De AP25 zal hoorbaar alarm geven zodra u dat waypoint bereikt en een attentie scherm met nieuwe koers informatie tonen en daarna automatisch koers zetten langs het nieuwe route deel. Als de vereiste koers wijziging meer dan de NAV limiet verandering is (standaard 10 ), dan dient u te bevestigen dat de aanstaande koers wijziging wordt geaccepteerd. Dit is een veiligheidsvoorziening. Zie pag. 129 om de NAV limiet verandering te veranderen. Attentie scherm. Toets NAV om een koers wijziging van meer dan 10 te bevestigen. Als geen bevestiging wordt ontvangen dan zal de AP25 de huidige ingestelde koers in de AUTO mode vervolgen. Toets STBY voor terugkeer naar handmatige besturing. Instellen waypoint aankomst cirkel Voor route navigatie wordt aanbevolen om automatisch wisseling van waypoints te gebruiken met een ingestelde waypoint aankomst cirkel. De aankomst cirkel dient op basis van de vaarsnelheid te worden ingesteld. Hoe hoger de snelheid, des te groter de cirkel. Het is de bedoeling is dat de stuurautomaat de koerswijziging tijdig inzet om een vloeiende bocht naar het volgende route deel te bewerkstelligen F 41

44 Simrad AP25 Stuurautomaat De grafiek op de volgende pagina kan worden gebruikt om bij de GPS/Kaartplotter de juiste waypoint aankomst cirkel te selecteren NOOT! Voorbeeld: Bij een vaarsnelheid van 20 kopen dient u een waypoint cirkel met een straal van 0,09 NM toe te passen. De onderlinge afstand tussen waypoints in een route mag niet kleiner zijn dan de straal van de waypoint aankomst cirkel indien gebruik wordt gemaakt van automatische waypoint wisseling Uitwijken in NAV Tijdens uitwijken in de NAV mode is de koers die als CTS (Course To Steer te sturen koers) wordt getoond de aanbevolen koers voor het schip. De laatst ingestelde koers wordt overigens door de AP25 onthouden. Als op het display UITWK gaat knipperen dan heeft de AP25 niet langer controle over de besturing en dient u het schip vanuit de STBY mode handmatig te besturen of gebruik te maken van de Non Follow UP of Follow Up besturing. Bij handmatige besturing wordt tijdens uitwijken de koppeling (of bypass klep) van de aandrijf unit ontkoppeld. De AP25 blijft in de UITWK mode totdat u nogmaals TURN/DODGE toetst om de mode te verlaten of totdat u een andere mode selecteert. Uitwijken wordt op dezelfde wijze uitgevoerd als beschreven in de eerder beschreven AUTO mode F

45 Bediening Toets tweemaal snel TURN/DODGE om de Uitwijk mode te activeren Gebruik voor verlaten van de Uitwijk mode een van de volgende toetsen: 1. Terug naar de NAV mode vanaf de huidige positie met een nieuw NAV instelling. Alle geschatte correctie waarden (wind, getij, etc.) blijven aanwezig in het algoritme (aanbevolen). 2. Selectie NAV mode vanaf huidige positie met een nieuwe NAV instelling. Kan resulteren in een minder accurate terugkeer naar de track. 3. Selectie AUTO mode met de huidige koers als ingestelde koers Een andere Navigatie bron selecteren Als meer dan één navigatie bron op de stuurautomaat is aangesloten dan kunt u zelf bepalen welke daarvan voor navigatie gebruikt moet worden. Zie het `Source select` (bron selectie) item in de Gebruiker setup voor details over de selectie van een andere navigator (pagina 55) Windvaan besturing Voordat de WIND mode wordt geactiveerd dient de AP25 in AUTO te functioneren en een geldige data invoer te ontvangen vanuit de geselecteerde wind transducer. De WIND mode is uitsluitend beschikbaar indien het systeem in het Installatie Menu is ingesteld op ZEIL en de NAV/WIND bron in het USER (GEBRUIKER) SETUP menu is ingesteld op WIND (zie pagina 52). Toets NAV/WIND voor toegang tot de WIND mode F 43

46 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! De ingestelde course to steer (CTS, te sturen koers) en ingestelde windhoek worden ontleend aan de kompas koers en wind transducer vanaf het moment dat de WIND mode wordt geselecteerd. Vanaf dat moment zal de stuurautomaat de koers continu aanpassen aan veranderingen van windrichting om de windhoek te handhaven. Als een cumulatieve verandering van de windrichting de ingestelde limiet overschrijdt vanaf het moment dat de nieuwe windhoek werd ingesteld dan wordt hoorbaar een WIND SHIFT alarm gegeven. Het display toont de ingestelde windhoek. Deze windhoek kan worden gewijzigd door gebruik van de koersknop of BB of STBD toetsen. Het display toont ook de koers en de roerhoek. Wind (vaan) mode Ingestelde windhoek: 044 naar stuurboord. Gemeten windhoek: 043 A A = Apparent (schijnbaar) T = True (waar) Te sturen koers: 316 Kompas aflezing: 315 M (magnetisch) T (true = waar) Koers bron: Rate kompas Roerhoek: 01 naar bakboord. Snelheid over de grond (SOG): 8,1 knopen Parameter: LO-A (Lage respons, automatisch ingesteld) Ga naar BB Ga naar STBD Windhoek wijzigen: 1 /toetsaanslag Instellen grote windhoek wijziging Linksom: Ga naar BB Rechtsom: Ga naar STBD Toets STBY voor terugkeer naar handmatige besturing F

47 Bediening 2.20 Overstag gaan en gijpen in Wind mode De WIND mode biedt ondersteunende functies voor overstag gaan en gijpen. In tegenstelling tot de AUTO mode kan bij overstag gaan in de WIND mode de schijnbare of ware windhoek als referentie worden gebruikt indien de ware windhoek van minder dan 90 graden bedraagt. Bij de overstag manoeuvre wordt de ingestelde windhoek onmiddellijk over de andere boeg gespiegeld. Op het display knippert gedurende 5 seconden een overstag bericht. Elk nieuw gegeven commando tijdens het knipperen zal de overstag manoeuvre onderbreken. De tijdens de bocht gebruikte draaisnelheid wordt bepaald door de Tack time (overstag tijd) parameter die in het Installatie/Voor de wal menu is ingesteld (zie pagina 112). Kort intoetsen van TURN/DODGE zal de overstag functie activeren waarna het schip overstag draait naar dezelfde schijnbare windhoek over de andere boeg F 45

48 Simrad AP25 Stuurautomaat Overstag gaan & gijpen Gijpen is mogelijk indien de ware windhoek groter is dan 120. Bij het inzetten van een gijp wordt de ware windhoek eerst automatisch op 170 ingesteld, en wel aan dezelfde kant als de huidige windhoek. De schoot van het grootzeil dient nu te worden aangehaald. Met het grootzeil veilig midscheeps kan de gijp worden doorgezet. Toets hiertoe, afhankelijk van de richting waarin het schip zijn bocht moet vervolgen, BB of STBD. De nieuwe windhoek zal zich na deze bocht instellen op dezelfde waarde als de ingestelde waarde voordat de gijp manoeuvre werd ingezet. De bocht bij door de wind gaan tijdens een gijp zal worden uitgevoerd met de maximaal bereikbare bochtsnelheid. De bepalende factor is hierbij de prestatie van de aandrijf unit. Overstag en gijp preventie Bij hoog aan de wind of voor de wind varen zijn de risico s tijdens het zeilen het grootst. Als de zeilen tijdens hoog aan de wind varen slecht zijn getrimd dan kan het schip door gierkrachten uit het roer lopen en in de wind worden geforceerd. Indien het schip voorbij de minimum windhoek wordt gestuurd dan zal de stuwkracht van de zeilen snel teruglopen waardoor de vaarsnelheid terugloopt. Het schip wordt dan nog moeilijker bestuurbaar omdat het roer minder effectief wordt F

49 Bediening Om dergelijke situaties te vermijden is in de WIND mode een overstag preventie functie geïmplementeerd. Deze functie zorgt voor een onmiddellijke reactie zodra de schijnbare windhoek 5 kleiner wordt dan de ingestelde minimum windhoek. Er wordt onmiddellijk extra uitslag van het roer gecommandeerd om de windhoek te vergroten. Bij varen voor de wind wordt de besturing bemoeilijkt door van achter inlopende golven. De golven kunnen het schip dusdanig laten gieren dat de wind van achteren langs de andere boeg kan invallen waardoor een valse gijp kan optreden. Dit kan zowel voor de bemanning, de giek als de mast een riskante aangelegenheid zijn. De gijp preventie functie zal worden geactiveerd zodra de gemeten schijnbare windhoek groter wordt dan 175 of wanneer de windhoek zich naar de tegengestelde boeg verplaatst. Er wordt dan extra uitslag van het roer opgedragen om de wind over dezelfde boeg te laten invallen als bij de ingestelde windhoek. ATTENTIE! De overstag en gijp preventie functies bieden geen absolute garantie tegen het terecht komen in gevaarlijke situaties die mogelijkerwijs kunnen ontstaan indien de effectiviteit van roer en/of aandrijf unit niet toereikend is. Wees hierop bedacht onder de geschetste omstandigheden Wind besturing en navigatie De stuurautomaat kan het schip ook besturen op basis van zowel wind data als track data van een GPS/Kaartplotter. In deze mode, die WIND NAV mode wordt genoemd, is de automatische besturing gebaseerd op een bepaalde set van criteria (zie volgende pagina). Besturing door zowel wind als navigatie data wordt geactiveerd door vanuit de Wind mode NAV/WIND te toetsen. Onder deze toets bevinden zich twee submodes: NORMAL (standaard) en RACING (zie navolgend). De initiële koerswijziging (CHG) om naar het geactiveerde waypoint te varen wordt berekend door de AP25. De AP25 baseert deze berekening op aan de wind varen en de acceptatie van de koerswijzing dient te worden bevestigd door BB of STBD te toetsen [1] F 47

50 Simrad AP25 Stuurautomaat [1] [2] [4] [3] [7] [5] [6] [8] Figuur 2-2 Wind besturing F

51 Bediening Gebruik van de WIND NAV mode Zie Figuur Figuur 2-2 met verwijzingen tussen haakjes [ ] naar de hiermee samenhangende displays en de onderstaande criteria. De ingestelde windhoek dient groter te zijn dan de Minimum windhoek zoals ingesteld in het Installatie/Voor de wal menu en kleiner dan 170 schijnbare wind. Het display toont informatie over het juiste moment om koers te zetten naar het waypoint en afstand en tijd (DTT & ETT) tot de overstag positie. Deze berekeningen zijn gebaseerd op de aanname dat de windhoek na een overstag of gijp manoeuvre in de richting van het waypoint [3][7] gelijk of groter zal zijn dan de ingestelde windhoek Er verschijnt een bocht attentie scherm zodra het tijd is om koers te zetten naar het waypoint en de stuurautomaat zal de koersverandering tonen zoals berekend door het vergelijken van de huidige koers met de koers naar het waypoint (CHG) [5]. Tijdens koers zetten naar het waypoint gebruikt de stuurautomaat de XTE van de GPS/Kaartplotter om op track te blijven of een koerslijn over de grond, berekend door de stuurautomaat. De berekende koerslijn over de grond wordt gebruikt indien de Cross Track Error (XTE, fout dwars op de track) volgens de externe navigator groter is dan 0,15 NM [8]. RACING Indien de Wind setup in het Installatie/Voor de wal menu wordt ingesteld op RACING dan is meer geavanceerde besturing mogelijk: Indien niet rechtstreeks koers naar het waypoint gezet kan worden dan kan optimaliseren van de VMG (snelheid component in de windrichting) tijdens hoog aan de wind varen worden geactiveerd [2][4]. De besturing op basis van een layline (koerslijn over de grond) kan worden uitgeschakeld bij rechtstreeks koers zetten naar het waypoint. In plaats hiervan kunt u de Waypoint Closure Velocity (WCV, waypoint naderingssnelheid) optimaliseren door het trimmen van de zeilen en het bijstellen van de windhoek. Tijdens koers F 49

52 Simrad AP25 Stuurautomaat zetten naar het waypoint zal een bocht attentie scherm verschijnen zodra het verschil tussen Course Over Ground (COG, koers over de grond) en de Bearing Position Waypoint (BWP, peiling naar waypoint) groter wordt dan 30 [8]. Zie het Quick Setup menu in sectie 2.25 voor informatie over toegang tot deze parameters Meervoudig station systeem Tijdens normaal bedrijf is de bediening toegankelijk vanaf elke bedieningsunit die op de AP25 systeem is aangesloten. Er is dan slechts één bedieningsunit actief die de gebruiker toegang verschaft tot alle functies. Alle overige bedieningsunits zijn inactief en hebben geen invloed op mode veranderingen of koers selectie. Zodra echter kort op een van de mode toetsen van een inactieve bedieningsunit wordt gedrukt dan wordt het commando overgezet en zal deze unit actief worden Lock (vergrendel) functie De "LOCK" functie is een ingebouwde veiligheidsvoorziening van de AP25. Hiermee kunnen alle bedieningsunits worden gedeactiveerd, inclusief de FU25 Follow-up handel, met uitzondering van één door de gebruiker te selecteren bedieningsunit locatie. Tijdens gebruik van de lock functie kan het commando niet worden overgezet en blijft de actieve bedieningsunit het commando behouden. De lock functie wordt geactiveerd door tweemaal snel op de STBY toets te drukken F

53 Bediening Het display van de actieve bedieningsunit toont eerst een icoon en daarna zal deze icoon alternerend met de mode index worden getoond. De "locked" (vergrendelde) bedieningsunits in het systeem tonen: De Lock functie kan worden ontgrendeld door een van de volgende acties: Toets vanaf de actieve bedieningsunit opnieuw tweemaal STBY om de andere units te ontgrendelen en op inactief in te stellen. Ook nu wordt eerst de icoon getoond voordat wordt teruggekeerd naar de normale actieve status. De lock functie kan vanaf elke bedieningsunit worden UIT geschakeld door de STBY toets 2-3 seconden ingedrukt te houden F 51

54 Simrad AP25 Stuurautomaat 2.24 User (gebruiker) Set-up Menu In de AP25 beschikken alle modes, met uitzondering van NFU en FU, over een complementair User Setup menu. Druk tweemaal snel op de INFO/SETUP toets voor toegang tot dit setup menu. Tweemaal snel toetsen voor toegang Door het menu scrollen Een waarde of instelling wijzigen met de koersknop Alternerende Koers Knop Icoon Indien vanuit het User (gebruiker) Setup menu de koersknop wordt bediend dan zal alternerend met de mode index een icoon verschijnen als teken dat koers wijzigingen niet mogelijk zijn tenzij u op de mode toets drukt. Het user setup menu schakelt 30 seconden na de laatste toetsaanslag automatisch uit. STANDBY Mode Backlighting (achtergrond verlichting) De achtergrond verlichting van het display en de toetsen kan op 10 niveaus worden ingesteld (10 = maximum). Bij uitschakelen van het systeem wordt de instelling opgeslagen. De instelling betreft uitsluitend de betrokken unit maar synchronisatie met andere units in de Simrad groep behoort ook tot de mogelijkheden (pagina 137) F

55 Bediening NAV bron Selecteer de bron voor NAV mode sturen b.v. CP34. NOOT! NAV WIND Deze setup zal de actieve mode onder de NAV WIND knop configureren. De volgende alternatieven zijn beschikbaar: NAV (Ref pag. 38) NoDrift (Ref. pag. 37) WIND Auto Het op de Wind sturen wordt uitgeschakeld wanneer NAV of NoDrift is geselecteerd. Wind sturen is alleen beschikbaar als in het Installatie/Instelling voor de kant menu het Boot type op Zeil staat. (zie Instellingen voor de wal, pag. 104). Indien NAV WIND op WIND Auto wordt ingesteld dan wordt de wind besturing geactiveerd. Na toetsen van NAV WIND zal dan de WIND mode worden geïnitieerd. De stuurautomaat zal automatisch kiezen voor besturing op basis van schijnbare of ware wind. Ware wind besturing wordt toegepast bij varen voor de wind. Bij varen voor de wind bestaat kans dat het schip op de golven gaat surfen hetgeen leidt tot aanzienlijke veranderingen in de snelheid van het schip en dus veranderingen in de schijnbare windhoek. Besturing op basis van de schijnbare wind wordt daarom alleen toegepast bij varen aan de wind. Opties: NAV, WIND Auto Standaard instelling: WIND Auto F 53

56 Simrad AP25 Stuurautomaat Wind, RACING parameters Indien Wind setup in het Installatie/Voor de wal menu op RACING wordt ingesteld (zie pagina 110), dan zijn via de Wind parameter een aantal extra instellingen beschikbaar: WIND Apparent (schijnbaar) WIND True (waar) WIND Auto Standaard instelling: WIND Auto Zie ook Snelle Setup op pag.62 De Nav/Wind parameter kan worden ingesteld in de User Setup of de Quick Setup. Quick setup wordt geactiveerd door tweemaal snel NAV WIND te toetsen. WIND Apparent wordt geselecteerd indien u alleen wilt sturen op basis van de schijnbare wind. Schijnbare wind besturing verdient de voorkeur indien u de snelheid wilt optimaliseren. De stuurautomaat zal trachten een constante schijnbare windhoek te handhaven voor maximale effectiviteit van de ingestelde zeiltrim. WIND True wordt geselecteerd indien u alleen wilt sturen op basis van de ware wind. Omdat de schijnbare windhoek tijdens uitschieters tijdelijk zal veranderen kan varen op basis van de ware wind de voorkeur verdienen bij weinig ruimte om te manoeuvreren. Thruster (boegschroef) (alleen beschikbaar indien een boegschroef is aangesloten en de boegschroef icoon op het display wordt getoond). Via deze parameter wordt de boegschroef in- en uitgeschakeld. Als de boegschroef is ingeschakeld dan worden zowel de boegschroef als het roer voor besturing gebruikt. Als de vaarsnelheid meer dan 6 knopen bedraagt dan wordt de boegschroef automatisch uitgeschakeld. Trip resetten Het trip log wordt gereset door draaien van de koersknop F

57 Bediening User (gebruiker) setup 2 Dit is een tweede set gebruiker instellingen die voor dagelijks gebruik normaliter niet gewijzigd behoeft te worden. Draai voor activeren van de Gebruiker setup 2 de koersknop rechtsom. Bron Selectie Hiermee kunt u kiezen voor automatische of handmatige selectie van aangesloten data bronnen voor koers (Kompas), Navigatie, Positie, Windhoek, Berekende wind, Snelheid door het water, Water temperatuur, Afstand log en Diepte. Wind-C(alculated) (berekende wind) is de gebruikelijke term voor ware wind en windrichting. NOOT! SimNet zal automatisch de Positie bron en Navigatie bron van dezelfde GPS/Kaartplotter selecteren. Als u wilt dat dit verschillend is zult u deze handmatig moeten veranderen. Auto bron update Deze functie is bestemd voor het automatisch updaten van bronnen indien units zijn verwijderd of toegevoegd of zijn in/uit geschakeld. Draai de koersknop voor selectie van Auto bron update. Zorg dat alle aangesloten units zijn ingeschakeld. De stuurautomaat zoekt vervolgens naar nieuwe aangesloten bronnen en vervangt bronnen die niet meer beschikbaar zijn. Tijdens het zoeken van de stuurautomaat zal ZOEKEN (SEARCHING) blijven knipperen. Zodra de automatische interface setup is voltooid zal GEREED (DONE) in het display verschijnen. Bedien de STBD toets om de User setup te verlaten F 55

58 Simrad AP25 Stuurautomaat Handmatige bron selectie Gebruik de BB of STBD toets om langs de lijst met bronnen te lopen en kies de gewenste bron door draaien van de koersknop. NOOT! betekent dat geen bron voor data aanlevering beschikbaar is. 1. Simrad producten worden geïdentificeerd door de naam van het product mits de data op het SimNet beschikbaar is. Als data via een NMEA0183 poort naar de stuurautomaat computer wordt verzonden dan toont het display NMEA-1 of NMEA-2. NMEA2000 producten bezitten een speciale ID (identificatie). 2. Zie de noot op pagina 91 en onderstaande noot Indien SimNet niet is ingeschakeld of bronnen, die data over het SimNet aanleveren, niet of onjuist functioneren of indien SimNet niet is geïnstalleerd dan is het mogelijk om vanaf elke bedieningsunit NMEA bronnen te selecteren. De source select (bron selectie) displays zijn dan voor alle bedieningsunits beschikbaar. Kompas Selectie van het te gebruiken kompas indien meer dan een kompas is aangesloten. Noot! Kompas kan alleen geselecteerd worden in STBY mode Navigatie Selectie van de bron voor NAV mode sturen. Positie Selectie van de bron voor positie data en NoDrift mode. Wind Schijnbaar (Wind-A) Selectie van de bron voor Schijnbare Wind. Wind Calculatie (Wind-C) Selectie van de bron voor berekende wind data. De autopiloot gebruikt interne bron onafhankelijk van de geselecteerde bron F

59 Bediening Water snelheid (Wa-Spd) Selectie van de bron voor snelheid door het water (normaliter dezelfde bron die Log data aanlevert) Water temperatuur (W-Temp) Selectie van de bron voor water temperatuur (normaliter dezelfde bron die diepte data aanlevert). Afstand log (DisLog) Selectie van de Log bron. Diepte Selectie van de bron voor diepte data. Diepte bron informatie. Ondiep water instellen Gebruik de koersknop om het ondiep water alarm in te stellen. Bereik: 0-100,0 m De instelling is gebonden aan de betrokken bedieningsunit. In multi-station systeem zal echter de instelling met de kleinste ondiep water limiet het alarm activeren, zelfs als deze instelling op een inactieve unit betrekking heeft. NOOT! Het ondiep water alarm wordt alleen geactiveerd indien een waarde voor ondiepte is ingevoerd. Koers wijzigen Door gebruik van de (BB) of toetsen vanuit de AUTO mode kunt u de koers met stappen van 1 wijzigen. Als u de voorkeur geeft aan stappen van 10 per toetsaanslag (bij zeiljachten niet aan de orde) ga dan als volgt te werk: Selecteer Course adjust (koers bijstellen) en draai de koersknop om de instelling te wijzigen. De standaard en voorkeur instelling is 1. Als u koers wijzigingen via de toetsen met stappen van 10 prefereert selecteer dan 10 en gebruik de koersknop voor fijnregeling van de ingestelde koers F 57

60 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! Turn pattern (bocht patroon) Selectie Alleen beschikbaar bij motorjachten (planerend, waterverplaatsend of buitenboord). Selectie van de bocht patronen die beschikbaar zijn via de TURN/DODGE toets. U-bocht is altijd beschikbaar. Gebruik de BB of STBD toets om langs de lijst met bocht patronen te scrollen. Selecteer het gewenste patroon door de koersknop te draaien. Het betrokken vierkant wordt dan zwart ingekleurd. Beschikbare bocht patronen zijn: U-bocht, C-bocht, Spiraal bocht, Zigzag,Vierkant, S-bocht en Diepte (contour). Instrument Selectie Gebruik de INFO/SETUP toets om beschikbare instrument pagina s te selecteren. Gebruik de BB of STBD toets om te scrollen langs de lijst met instrument pagina s. Selecteer de gewenste pagina s door de koersknop te draaien. Het betrokken vierkant wordt dan zwart ingekleurd. Contrast Het contrast van het display kan op 10 niveaus worden ingesteld (10 = maximum). Bij uitzetten van het systeem wordt de instelling opgeslagen. De instelling betreft alleen de betrokken unit. Bij hoge temperaturen zal een aantal niveaus tijdelijk niet beschikbaar zijn omdat automatisch een temperatuur compensatie zal worden geactiveerd. Toets STBY om de User setup te verlaten F

61 Bediening AUTO Mode Instel opties die bij de AUTO en WIND mode worden toegevoegd worden onderstaand getoond. Andere relevante instellingen worden beschreven bij de STANDBY mode van deze sectie. Response De functie Automatisch instellen van de AP25 is dusdanig verfijnd dat bij 80-85% van de schepen geen nadere bijstelling van de besturing parameters noodzakelijk is. Bij sommige schepen of onder bepaalde zeegang condities kan een fijnregeling van de besturing parameters de prestatie van de stuurautomaat verbeteren. Voor deze fijnregeling kunt u gebruik maken van de Respons instelling. Deze kan op zeven niveaus worden ingesteld. Niveau 3 (standaard) gebruikt de waarden van Rudder (roer) en Counter Rudder (tegenroer) parameters die door de Automatische instel functie zijn ingesteld. Indien geen Automatisch instellen wordt uitgevoerd (niet aanbevolen) dan zijn de niveau-3 waarden gelijk aan de standaard instellingen af fabriek. Een laag respons niveau verlaagt de roer activiteit waardoor het stuurgedrag rustiger wordt. Een hoog respons niveau verhoogt de roer activiteit en biedt een nauwkeuriger stuurgedrag. Een te hoog respons niveau veroorzaakt een zigzaggend stuurgedrag. Bereik: 1 7 Standaard instelling: 3 NAV WIND instelling, zie pag. 53 Racing parameters, zie pag F 59

62 Simrad AP25 Stuurautomaat Boegschroeg sens (boegschroef gevoeligheid) (alleen beschikbaar indien een boegschroef is aangesloten). Met Boegschroef sens wordt ingesteld hoeveel graden het schip van de ingestelde koers mag afwijken voordat een boegschroef commando wordt gegeven om het schip weer op koers te brengen. Een hogere waarde zal de activiteit verlagen. Als de boegschroef commando s elkaar continu opvolgen dan kan de waarde voor Boegschroef sens te laag zijn ingesteld. Bereik: 3 tot 30 in stappen van 1. Standaard: 5. Seastate Filter (zeegang filter) OFF: Zeegang filter is gedeactiveerd. AUTO: Automatische reductie van roer activiteit en stuurautomaat gevoeligheid bij ruwe zeegang door een adaptief proces (standaard instelling) MANUAL: Handmatig instellen gierhoek (1-10, 10 ±6 ). De handmatige instelling bepaalt het aantal graden dat het schip van koers mag raken voordat een roercommando wordt gegeven. Het gebruik van de AUTO instelling wordt aanbevolen. De MANUAL (handmatige) instelling kan worden gebruikt om bij ruwe maar gelijkmatige zeegang een balans te vinden tussen optimaal koers houden en een lage roer activiteit. Trip resetten Volg dezelfde procedure als in de STANDBY mode. User (gebruiker) setup 2 Zie User setup 2 voor de STANDBY mode F

63 Bediening NAV Mode De User setup voor de NAV mode is gelijk aan de User setup voor de AUTO mode. Het heeft alleen niet de functies voor Nav/Wind en Bron selectie. De User setup 2 omvat uitsluitend de instelling voor shallow (ondiep) water alarm en de Contrast instelling Zie de User setup 2 voor de STANDBY mode. WIND Mode De User setup voor de WIND mode omvat dezelfde functies als de User setup voor de NAV mode. Daarnaast beschikt u over: Wind respons Als de afwijking tussen de opgedragen windhoek en de gemeten windhoek te groot is dan kan de Wind response worden verhoogd om de afwijking te verkleinen. NOOT! Stel eerst zeker dat koers houden acceptabel verloopt, d.w.z. dat de afwijking tussen de Course To Steer (CTS, te sturen koers) en de actuele koers zo gering mogelijk is. Als de gemeten windhoek rondom de opgedragen windhoek oscilleert of als de roer activiteit te hoog is dan dient de Wind respons te worden gereduceerd. Bereik: 1 7 Standaard instelling: F 61

64 Simrad AP25 Stuurautomaat WIND Auto Deze regel zal alleen verschijnen als autopiloot ingesteld is voor racing in het installatie menu (pag. 110). Zie pag. 54 voor informatie over de RACING parameters. User setup2 De User setup 2 omvat uitsluitend de instelling voor shallow (ondiep) water alarm en de Contrast instelling. Zie de User setup 2 voor de STANDBY mode Quick Setup Voor toegang tot het Quick setup menu dien de Wind setup in het Installatie/Voor de wal menu op RACING te worden ingesteld (zie pagina 110). Het Quick setup menu wordt geactiveerd door tweemaal snel NAV WIND te toetsen. Scroll met de BB en STBD toeten door het menu en gebruik de koersknop voor selectie. Een opgevuld vierkant betekent AAN. VMG Optimalisatie (RACING) De VMG (snelheid in de windrichting) parameter kan alleen worden geactiveerd of gedeactiveerd indien de Wind setup is ingesteld op RACING. In de NORMAL sub-mode is de parameter gedeactiveerd. Na activering zal de VMG optimalisatie gedurende 5 10 minuten actief zijn nadat een nieuwe windhoek is ingesteld. De functie is alleen actief bij hoog aan de wind varen. Indien de VMG optimalisatie voorziening actief is dan wordt onder de mode index in de linker bovenhoek VMG getoond. Opties: Geactiveerd/Gedeactiveerd Standaard instelling: Gedeactiveerd F

65 Bediening 2.26 INFO menu Layline (koerslijn over de grond) Besturing (RACING) Layline steer (besturing) kan alleen geactiveerd of gedeactiveerd worden indien de Wind setup ingesteld is op RACING. In de NORMAL sub-mode is de layline optie gedeactiveerd. Layline besturing is vooral nuttig tijdens het navigeren. De Layline functie gebruikt de Cross Track Error (XTE, fout dwars op de track) van de navigator om het schip op de tracklijn te houden. Als de XTE van de navigator groter wordt dan 0,15 NM dan zal de stuurautomaat zijn eigen layline naar het waypoint berekenen en deze lijn volgen. Layline besturing is niet actief tijdens bochten, overstag gaan of gijpen. Indien layline besturing actief is dan wordt onder de mode index in de linker bovenhoek XTE getoond. Opties: Geactiveerd/Gedeactiveerd Standaard instelling: Geactiveerd Als de vereiste NMEA 0183 regels aanwezig zijn dan zijn onder elk mode scherm een aantal instrument pagina s beschikbaar (zie sectie 8.1) of is informatie beschikbaar via SimNet (zie pagina 137). Toets eenmaal INFO/SETUP voor toegang tot het INFO menu. Afhankelijk van de mode wordt aan de linkerkant van het scherm de volgende informatie getoond: Standby mode Koers Koers bron Auto mode Koers instellen Koers Koers bron HI parameters, automatisch ingesteld Nav/NoDrift mode Te sturen koers Cross Track Error (XTE, dwarsfout) LO parameters, handmatig ingesteld Wind mode Instelling ware windhoek. Actuele windhoek LO parameters WINDN mode Instelling ware windhoek. Actuele windhoek. LO parameters F 63

66 Simrad AP25 Stuurautomaat Gebruik de BB of STBD toets om langs de beschikbare instrument schermen te scrollen of gebruik de koersknop. Aan de rechterkant van het display worden de volgende instrument schermen getoond: Als u in het INFO menu bij voorkeur niet alle instrument pagina s beschikbaar wenst te hebben dan kunt u via het User setup 2 menu pagina s verwijderen (zie pagina 57). Toets INFO voor terugkeer naar het laatste instrument scherm F

67 Bediening NOOT! Koers knop icoon Bij toegang tot het INFO menu zal de mode index initieel door een icoon worden vervangen als teken dat geen koers wijzigingen of andere koers gerelateerde instellingen mogelijk zijn tenzij u een mode toets bedient. Na 3 5 seconden pauze verdwijnt de icoon en verschijnt opnieuw de mode index. Indien het INFO menu actief is met een zichtbare mode index dan zal bediening van de BB en STBD toetsof koersknop resulteren in een onmiddellijke terugkeer van het hoofd display. INFO menu stroomdiagram seconden pauze Schakelen 3-5 seconden pauze F 65

68 Simrad AP25 Stuurautomaat INFO menu en Hoofd scherm, actieve unit INFO-menu Hofd scherm seconden pauze INFO menu en Hoofd scherm inactieve unit Vorige INFO pagina Volgende INFO pagina Laatst getoonde INFO pagina F

69 Installatie 3 INSTALLATIE 3.1 Algemeen Deze sectie bevat gedetailleerde informatie die belangrijk is voor het succesvol installeren van het AP25 Stuurautomaat systeem. Het AP25 systeem omvat meerdere modules die in het schip op verschillende locaties gemonteerd moeten worden en ook een interface behoeven met tenminste drie verschillende systemen van het schip: Het besturing systeem van het schip Het elektrische boordnet van het schip (stroomtoevoer) Andere apparatuur aan boord (NMEA interfacing) Bovendien is het op grond van de geavanceerde mogelijkheden van de AP25 noodzakelijk dat de installateur een serie instellingen en testen uitvoert om de correcte werking van het systeem te verifiëren (zie onderstaande checklist). 3.2 Installatie checklist 1. Bepaal de systeem configuratie die u installeert (Figuur 3-1) 2. Voer de hardware installatie uit (Pagina 70) 3. Sluit de SimNet apparaten aan op het SimNet (pagina 87) 4. Sluit NMEA2000 apparaten aan (pagina 89) 5. Sluit NMEA 0183 apparaten aan (invoer en uitvoer, pagina 92) 6. Voer de Setup uit (sectie 4, pagina 99) 7. Voer de voor de wal stuurautomaat testen uit (zie de Bediening Instructies, pagina 15) a) Test alle stations (indien van toepassing) - lock/unlock (vergrendelen/ontgrendelen) - actief/ inactief b) Test de Non-Follow Up mode c) Test de Follow-Up mode d) Test de AUTO mode e) Test NAV de mode en invoer interfaces f) Test de WIND and WIND N modes (bij zeiljachten) en invoer interfaces g) Test de interface uitvoer naar externe apparatuur (indien aangesloten) 8. Voer de proefvaart instellingen uit (Pagina 117) F 67

70 Simrad AP25 Stuurautomaat a) Nulpunt roer b) Kompas kalibreren c) Kompas Correctie instelling d) Automatisch instellen e) Te bekijken parameters 9. Test de Autopilot Werking tijdens een proefvaart (Zie de Proefvaart instructies, pagina s 118, 138) 10. P Zorg voor gebruiker training (Pagina 140) 3.3 Uitpakken en behandeling Het uitpakken en behandelen van de apparatuur dient met de nodige zorg te geschieden. Er dient een visuele inspectie uitgevoerd te worden om zeker te stellen dat de apparatuur tijdens verzending niet is beschadigd en dat alle componenten en onderdelen op basis van de paklijst aanwezig zijn. Een standaard AP25 stuurautomaat systeem omvat: De bedieningsunit met standaard installatie accessoires en een 15 m Robnet2 kabel. De stuurautomaat computer (AC10, AC20 of AC40) Het RC36 Rate Kompas met 15 m aangesloten kabel. De RF300 Feedback unit met 10 m aangesloten kabel en koppelstang. De juiste aandrijf unit voor de betrokken installatie (tenzij de AP25 wordt aangesloten op een bestaande aandrijf unit of solenoïdes) Optionele apparatuur die eventueel voor installatie is besteld. 3.4 Bepaal de systeem configuratie Het is belangrijk dat u zich vetrouwd maakt met de configuratie van het systeem voordat u met de installatie begint. De layout van het AP25 systeem met opties wordt getoond in Figuur 3-1 Schenk met name aandacht aan de stuurautomaat/aandrijf unit combinaties op pagina 75 en de tabel op pagina 11. De installatie wordt vereenvoudigd omdat de meeste units via een gemeenschappelijk netwerk (Robnet2) met elkaar communiceren. Probeer de units zo mogelijk op te monteren basis van de bij elke unit meegeleverde standaard kabellengte F

71 STBY PWR AUTO SPEED NAV SETUP INSTR MENU TURN STBY PWR AUTO SPEED NAV SETUP INSTR MENU TURN STBY AUTO SIMRAD R3000X STBY PWR NAV SETUP TURN Installatie Robnet2 Verlengkabel (1,5 m en 10 m) is verkrijgbaar bij uw dealer. NOOT! 1. Op schepen aangedreven door buitenboord en hekdrives kan het moeilijk zijn om een roerstand terugmelder te monteren. (hoofdstuk 3.6 en 3.27). Gebruik van de Virtuele feedback algoritmen in de software kan dan een voorkeur hebben omdat de installatie van een roerstand terugmelder niet nodig is (pag. 113). De Virtuele Feedback kan gebruikt worden voor schepen tot 40 voet. 2. In order to benefit from the virtual feedback technology your autopilot system must be using a Simrad rate compass for heading information. 3.5 AP25 Systeem Layout AUTO SPEED Figuur 3-1 Stuurautomaat systeem layout met opties F 69

72 Simrad AP25 Stuurautomaat 3.6 RF300 Roer feedback installatie NOOT! NOOT! De RF300 Roer feedback unit wordt dicht bij het roer gemonteerd en is mechanisch gekoppeld met de roerarm of het roerkwadrant. Zie Figuur Figuur 3-2 voor de aanbevolen montage opstelling. Opgemerkt wordt dat de RF300 gever arm van twee sleuven voor de koppelstang is voorzien. Deze sleuven bieden maximale flexibiliteit bij het tot stand brengen van een onderlinge mechanische 1:1 verhouding van de koppeling. Probeer nooit de gever arm te verwijderen. De unit is af fabriek ingesteld en behoeft tijdens de installatie geen nadere afstelling behoudens hetgeen onderstaand wordt aangegeven. Als uitgangspunt is het wenselijk om de koppelstang zo mogelijk te bevestigen aan het binnenste uiteinde van de buitenste sleuf van de gever arm (zie Figuur 3-2). Boor een 4,2 mm gat in de roerarm (waarbij de aftand Y1 gelijk moet zijn aan de afstand Y2) en tap hierin 5 mm schroefdraad. Bevestig het kogelgewricht aan de roerarm en verbind de koppelstang met het kogelgewricht op de roerarm. Draai het stuurwiel totdat de roerarm ongeveer in de middenpositie staat. Draai de RF300 gever arm naar de middenpositie (plaats hiertoe de uitlijn markering van de gever arm pal tegenover de kabel invoer van de feedback unit). Let goed op de uitlijn markeringen. Indien de uitlijn instructies volgens Figuur 3-2 niet zorgvuldig worden gevolgd dan kan een roer feedback alarm hiervan het gevolg zijn.. Verbind de koppelstang met de RF300. Zorg dat de montage positie van de RF300 overeenstemt met Figuur 3-2. Het centrum van de RF300 dient op één lijn te staan met het centrum van de roerkoning. Monteer de RF300 met de meegeleverde schroeven op een geschikte verhoging. Pas zonodig onder de RF300 vulstukken toe om de hoogte van de koppelstang op het niveau van de roerarm te brengen F

73 Installatie Figuur 3-2 RF300 montage (019356) NOOT! Bij ruimtegebrek kan het noodzakelijk zijn om de koppelstang in te korten om de RF300 dichter bij de roerkoning te kunnen plaatsen. Draai de montage schroeven van zowel de RF300 feedback unit als het kogelgewricht op de gever arm goed vast. Laat iemand het stuurwiel van vol bakboord naar vol stuurboord draaien en verifieer of de mechanische verbinding met de RF300 niet wordt belemmerd. AUTOPILOT STUURAUTOMAAT COMPUTER HOOFD MAIN PCB RF + RF Rudder Feedb. * * NIET GEPOLARISEERD * NON POLARIZED (COLOR (KLEUR ONAFHANKELIJK) INDEPENDENT) Figuur 3-3 RF300 aansluiting F 71

74 Simrad AP25 Stuurautomaat 3.7 Stuurautomaat computer installatie De junction (koppel) unit is ontworpen voor montage in een locatie waarin de omgeving temperatuur niet boven +55 C stijgt. NOOT! De stuurautomaat computer units (AC10, AC20, AC40) zijn niet weerbestendig en dienen conform Figuur 3-4 verticaal en op een droge plek te worden gemonteerd. Schotmontage Figuur 3-4 Stuurautomaat computer montage 3.8 Kabel aansluitingen Gebruik alleen afgeschermde kabels. Dit betreft de stroomtoevoer, de aandrijf units en, indien noodzakelijk, de verlenging van de RF300 Roer Feedback Unit kabel. De doorsnede van de koppeling/bypass kabel dient 1,5 mm 2 (AGW14) te zijn. Signaalvoerende kabels dienen van het z.g. `twisted pair type te zijn met een doorsnede van 0,5 mm 2 (AGW20). De AGW waarde van de stroomtoevoer kabel en de kabel van de aandrijf motorunit dient voldoende hoog te zijn om voltage verlies te voorkomen en vol vermogen aan de aandrijf unit te kunnen toevoeren. Zie onderstaande tabel voor aanbevolen kabel dimensies. Kabel lengte Voltage Aandrijf Unit 1. Zekering paneel naar stuurautomaat computer 12 V 24 V AWG mm 2 AWG mm 2 2. Stuurautomaat computer naar Aandrijf Unit motor (lengte betref elk van beide kabels) Tot 3 m 12 2,5 12 2,5 Tot 6 m ,5 Tot 10 m Tot 16 m F

75 Installatie 3.9 Aarden en RFI ( elektronische storing) Het stuurautomaat systeem is voorzien van een uitstekende RFI bescherming en alle units gebruiken de stuurautomaat voor een gemeenschappelijke aarde/afscherming aansluiting. De stuurautomaat dient dan ook van een goede verbinding met scheeps-aarde te worden voorzien. Robnet2 kabels en andere signaal kabels (kompas, feedback, NMEA) behoren niet parallel te lopen met andere kabels voor hoge vermogens zoals antenne kabels van marifoons of SSB zenders, accu laders en generators of lieren en boegschroeven. Verwijder voor toegang tot de insteek aansluitklemmen het deksel aan de onderkant. Verwijder ongeveer 1 cm van de kabel isolatie en strek de afscherming achterwaarts over de isolatie. Plaats de kabelbinders zoals staat aangegeven en zorg dat de afscherming deugdelijk contact maakt. Zorg voor voldoende lengte van de kabels om het aansluiten of loskoppelen bij de aansluitklemmen te vergemakkelijken. Trek elke aansluitklem volledig open voordat u de aders aansluit. Verwijder na de aansluiting eventuele losse draadjes van de aders voordat u het deksel terugplaatst. NOOT! De AC40 aansluiting voor stroomtoevoer is niet beschermd tegen omgekeerde polariteit Aardaansluiting F 73

76 Simrad AP25 Stuurautomaat Aansluitingen Voeding PCB TB8, TB9 en TB10 zijn niet aanwezig op de AC10 Stroom PCB Aansluitklemmen Hoofd PCB 3.10 Installatie Aandrijf unit De onderlinge relaties tussen aandrijf units, aandrijf unit voltage, stuurautomaat computer, prestaties van de aandrijving en interface met het stuurmechanisme staan afgebeeld in onderstaande tabel. Zie voor aansluiting van de verschillende aandrijf units het diagram op pagina 77 en volgende pagina s. De installatie instructies voor de aandrijf units zijn opgenomen in de handboeken van de individuele units. De maximale stroomconsumptie voor aandrijving van de AC10, AC20 en AC40 stuurautomaat is verschillend. Gebruik onderstaande tabel als referentie en lees ook de aanwijzingen op de volgende pagina F

77 Installatie MODEL MOTOR VOLTAGE STUUR- AUTOMAAT COMPUTER HYDRAULISCHE POMPEN DRIJFSTANG CAPACITEIT MIN cm 3 MAX cm 3 DOORSTROMING bij 10 bar cm 3 /min MAX DRUK bar STROOM VERBRUIK RPU80 12V AC ,5-6 A RPU160 12V AC A RPU300 12V AC A RPU300 24V AC ,5-12 A Besturing interface: hydraulische leidingen. NOOT! 1. Het stuurautomaat systeem detecteert zelf of een omkeerbare motor dan wel een solenoïde is aangesloten en zorgt automatisch voor het correcte aandrijf signaal. 2. Het aandrijf vermogen van de AC10 is voldoende voor elk type 12 of 24V solenoïde dat normaliter op pleziervaartuigen wordt aangetroffen. MODEL MOTOR VOLTAGE AUTO- PILOT COM- PUTER LINEAIRE AANDRIJF UNITS MAX SLAG mm PIEK STUW DRUK kg MAX ROER MOMENT Nm TIJD VOLLE UITSLAG sec. (30% belasting) STROOM VERBRUIK ROER KONING mm (in.) MLD200 12V AC ,5-6 A 263 HLD350 12V AC ,5-8 A 175 HLD2000L 12V AC A 298 HLD2000D 24V AC A 175 HLD2000LD 24V AC A 298 MSD50* 12V AC ,8-2 A Besturing interface: Mechanische verbinding met kwadrant of roerarm. * Uitsluitend voor hekaandrijving met stuurbekrachtiging. 1. Het motor voltage wordt door de stuurautomaat computer omlaag getransformeerd indien een boordnet voltage van 24V of 32V wordt gebruikt F 75

78 Simrad AP25 Stuurautomaat 2. De gespecificeerde junction unit is absoluut noodzakelijk om maximum aandrijf vermogen te behalen. 3. De aanbevolen operationele stuwdruk of het idem roermoment is 70% van de opgegeven piek waarde. 4. Het typisch gemiddelde verbruik is 40% van de opgegeven piek waarde. VOORGAANDE AANDRIJFUNIT MODELLEN Model Stuurautomaat computer Aandrijf unit voltage Invoer voltage (Boordnet) Uitvoer aandrijving Interface naar besturing mechanisme RPU100 (1,0l) RPU150 (1,5l) RPU200 (2,0l) (Omkeerbare hydraulische pomp) AC20 AC20 AC20 12V 12V 24V 12,24,32V Proportioneel tempo Hydraulische leidingen RPU1 (1,4/2,0l) RPU3 (3,8/5,0l) AC10 AC10 12V, 24V 24V, 24V Solenoïde kleppen, aan/uit Hydraulische leidingen MRD100 (Omkeerbare mechanische aandrijving) MRD150 (alleen USA) NOOT! AC40 AC20 AC20 12V 24V 12V 32V 12,24,32V 24,32V 12, 24V 32V 12V naar koppeling 24V naar koppeling Proportioneel tempo naar motor 12V naar koppeling 32V naar koppeling Proportioneel tempo naar motor Ketting/ tandheugel Ketting/ tandheugel Indien in de Installatie setup het AANDRIJF UNIT voltage wordt geselecteerd dan wordt het koppeling/bypass voltage altijd ingesteld op hetzelfde voltage als de motor unit. Bij een installatie achteraf, waarbij b.v. een HLD2000 is voorzien van een 12V motor en een 24V bypass klep, dient de bypass klep solenoïde alsnog te worden vervangen door een standaard 12V type F

79 Installatie Een omkeerbare pomp aansluiten AUTOPILOT STUURAUTOMAAT COMPUTER STROOM PCB POWER PCB TB1 TB2 TB3 TB4 TB5 TB6 Simrad omkeerbare reversible pomp pump Sol. -Motor Sol. -Motor Figuur 3-5 Een omkeerbare pomp aansluiten Aansluiting hydraulische lineaire aandrijving HYDRAULISCHE HYDRAULIC LINEAIRE LINEAR AANDRIJVING DRIVE AUTOPILOT STUURAUTOMAAT COMPUTER POWER VOEDING PCB TB1 TB2 TB3 TB4 TB5 TB6 TB7 Sol. -Motor Sol. -Motor Drive Engage Enkelvoudige Single pole koppeling/bypass clutch/bypass schakelaar switch Figuur 3-6 Een hydraulische lineaire aandrijving aansluiten F 77

80 Simrad AP25 Stuurautomaat Een solenoïde klep aansluiten SOLENOIDE SOLENOID KLEP VALVE STUURAUTOMAAT AUTOPILOT COMPUTER VOEDING POWER PCB TB1 TB2 TB3 TB4 TB5 TB6 TB7 Sol. gnd Sol. -Motor Sol. -Motor Sol. Sol. gnd Sol. Figuur 3-7 Een solenoïde klep aansluiten 3.11 Installatie bedieningsunit Vermijd bij de montage van bedieningsunit(s) posities waar sprake is van blootstelling aan directe inval van zonlicht omdat hierdoor de levensduur van het display wordt verkort. Als dit niet mogelijk is zorg dan altijd dat de witte beschermkap wordt geplaatst indien de unit buiten gebruik is. ATTENTIE! Monteer de bedieningsunit zodanig dat de achterzijde van vocht wordt gevrijwaard. Door binnendringen via de ventilatie opening of door in contact komen met de elektrische aansluitingen zou anders schade kunnen ontstaan F

81 Installatie Schot montage Het montage oppervlak moet gelijkmatig en vlak zijn met een tolerantie van 0,5 mm. Boor 4 montage gaten en zaag in het schot een uitsparing met behulp van de meegeleverde mal. Plaats een van de meegeleverde pakking (P/N ) tussen het schot en de unit. Gebruik de meegeleverde schroeven om de unit op het schot vast te zetten. Bevestig de hoekstukken op het voorpaneel. Sluit de Robnet2 kabel(s) aan op de connector(s) van de bedieningsunit. Alternatieve schot montage Deze wijze van montage is eenvoudiger maar de hoogte van de unit vanaf het schot zal toenemen. Er zal ten opzichte van andere Simrad apparatuur een verschil in hoogte ontstaan tussen de stuurautomaat bediening en deze apparatuur Gebruik de mal maar boor uitsluitend gaten voor de connectors. Plaats de dikke pakking (P/N ) tussen het schot en de unit waarbij de uitlijn positie correct georiënteerd dient te zijn (zie markering op pakking). Volg bovenstaande schot montage instructies maar gebruik nu de meegeleverde 32 mm schroeven voor de bevestiging van de bedieningsunit tegen het schot. Draai de montage schroeven niet bovenmatig vast! Optionele beugel montage Plaats de beugel op de gewenste locatie en markeer 4 gaten voor de bevestigingsschroeven. Boor 4 gaten en schroef de beugel vast op het montage oppervlak. Gebruik de meegeleverde schroeven om de unit aan de linker en rechter beugel te bevestigen. Bevestig de hoekstukken op het voorpaneel F 79

82 Simrad AP25 Stuurautomaat Gebruik de twee borgknoppen om de unit te fixeren en stel de kijkhoek optimaal in. Sluit de Robnet2 kabel(s) aan op de connector(s) van de bedieningsunit. (Zie noot op pagina 81). Figuur 3-8 AP25 Beugel montage 3.12 ROBNET2 netwerk kabels Omdat Robnet units zijn voorzien van twee Robner2 connectors (blauw) kunnen deze worden gebruikt als doorlus optie voor verdere uitbreiding van het systeem. De connectors zijn geschikt voor zowel invoer als uitvoer. U mag de kabels aansluiten op elke beschikbare Robmnet2 connector (blauw) van de betrokken unit. De Robnet2 connectors zijn voorzien van een borgring voor extra veiligheid. ATTENTIE! Verwissel de blauwe Robnet2 kabels niet met de gele SimNet kabels. De kabel van 15 m naar de stuurautomaat computer is alleen aan de zijde van de bedieningsunit voorzien van een connector. Robnet2 kabels zijn aan weerszijden voorzien van een mannetjes connector met 5 pennen en zijn verkrijgbaar in lengtes van 1, 5 en 10 meter. Voor verlenging van de kabel is een Robnet2 T- koppeling vereist. Streef bij systeem installatie naar het minimaliseren van de totale Robnet2 kabellengte door alle Robnet2 units aan te sluiten op de meest nabijgelegen Robnet2 connector. De totale lengte van een geïnstalleerd Robnet2 kabel netwerk dient minder dan 50 meter te bedragen F

83 Installatie Voorbeelden van onderling doorverbonden Robnet2 units: AUTOPILOT COMPUTER BEDIENINGS- UNIT BEDIENINGS- UNIT AP27 BEDIENINGS- UNIT KOMPAS JP27 Figuur 3-9 Onderling koppelen van Robnet2 units Er kan een Robnet2 T-Koppeling P/N worden toegepast ter vereenvoudiging van Robnet2 doorverbindingen of het zonodig verlengen van kabels. Zie onderstaande tabel voor de configuratie van pennen en de kleuren code van netwerk kabels. Kabel paren Kleurcode Signaal 1 e paar 2 e paar Roze Grijs Bruin Wit Geel V SYSTEEM+ V SYSTEEM Bus Bus+ Aan-Uit Figuur 3-10 Robnet2 Connector NOOT! De connectors zijn waterdicht op basis van IP65, indien correct geplaatst. Alle ongebruikte connectoren moeten worden voorzien van de plastic afdekkap om ze tegen vuil en condens te beschermen F 81

84 Simrad AP25 Stuurautomaat AP25 BEDIENINGSUNIT ACHTERAANZICHT STUURAUTOMAAT COMPUTER HOOFD PCB TB15 On-Off Vsys Vsys+ Bus+ Bus Bruin - Wit - Roze - Grijs - Geel Bn Wh Pnk Gry Yel ROBNET Figuur 3-11 Aansluiting bedieningsunit J1 en J2 (links) zijn Robnet2 connectors. J3 en J4 zijn SimNet connectors. NOOT! AP27 aansluiting Als een Simrad AP27 deel uitmaakt van het systeem, gebruik dan de JP27 zoals getoond in Figuur 3-9. Of knip anders de connector van de kabel en sluit de aders parallel aan met de aders als afgebeeld in Figuur 3-11 en ga hierbij uit van dezelfde kleurcode. De AP27 kabel bevat een ventilerende buis. Zorg dat deze buis na doorknippen van de kabel open is Installatie RC36 Rate Kompas Plafond montage Figuur 3-12 RC36 montage Schot montage De koers sensor is het belangrijkste onderdeel van het AP25 systeem. De montage positie dient derhalve met uiterste zorg te worden bepaald. De koers sensor kan op enige afstand uit het F

85 Installatie NOOT! NOOT! zicht worden gemonteerd aangezien de koers op de AP25 Bedieningsunit wordt afgebeeld. Het RC36 kompas bevat een magnetische koers sensor en aan het bepalen van de locatie dient dan ook de nodige aandacht te worden geschonken. Het kompas is voorzien van 15 m Rob net kabel en kan tegen het plafond of een schot gemonteerd worden, zowel in lengterichting als dwarsrichting. De AP25 voorziening voor koers compensatie zal dan compenseren voor koersfouten die veroorzaakt kunnen worden door de gekozen locatie en oriëntatie van de RC36. Als de RC36 in dwarsrichting met de kabeluitvoer naar achteren gericht tegen het dek of een schot gemonteerd wordt dan zal weinig of geen compensatie noodzakelijk zijn. Met de kabeluitvoer naar voren gericht zal een compensatie van 180 vereist zijn. Indien de RC36 in lengterichting tegen een schot wordt gemonteerd dan is een +90 of 90 correctie noodzakelijk, afhankelijk van het gebruikte schot (bakboord of stuurboord). Correctie van fouten vindt plaats na het kalibreren (zie sectie 4.7). Zoek een locatie met een rigide montage ondergrond, vrij van vibratie en zo dicht mogelijk tegen het rol en stamp centrum van het schip, d.w.z. dicht bij de waterlijn. De locatie dient zover mogelijk verwijderd te zijn van magnetische invloeden zoals de motoren (min. 2 meter), bougiekabels, andere grote metalen objecten en met name de aandrijf unit. Op stalen schepen dient de sensor 0,75-1 meter boven het stuurhuis op een niet magnetische steun te worden gemonteerd. Gebruik de meegeleverde montage kit en boor gaten via het midden van de gleuven in de sensor of de montage beugel. De zijde met de kompasroos is de bovenkant van de RC36. Monteer de sensor nooit ondersteboven! Lijn de sensor zo horizontaal mogelijk uit F 83

86 Simrad AP25 Stuurautomaat Rate Kompas RATE COMPASS AP16, AP25, AP26 Figuur 3-13 RC36 aansluiting op stuurautomaat bedieningsunit Sluit de RC36 aan op een Robnet2 connector (zie Figuur 3-9) of knip anders de connector van de kabel en sluit de aders parallel aan met de aders als afgebeeld in Figuur Installatie RCF35 Fluxgate Kompas (Optioneel, als backup) Het RCF35 Fluxgate Kompas is eveneens een magnetische sensor hetgeen betekent dat u dezelfde voorzorgen moet nemen als bij de standaard RC36 (zie vorige pagina). Sluit de RCF35 aan op de stuurautomaat computer zoals staat aangegeven in Figuur 3-14 RFC35 FLUXGATE KOMPAS STUURAUTOMAAT COMPUTER HOOFD PCB HS- HS+ Heading Sensor * * NIET GEPOLARISEERD (KLEUR ONAFHANKELIJK) Figuur 3-14 RFC35 aansluiting F

87 Installatie 3.15 Installatie R3000X Afstandsbediening De R3000X dient in de meegeleverde houder te worden gemonteerd die met vier montage schroeven bevestigd kan worden. De unit is waterdicht en kan bovendeks worden gemonteerd. R3000X R3000X REMOTE AFSTANDSBEDIENING CONTROL AUTOPILOT STUURAUTOMAAT COMPUTER HOOFD PCB POWER PCB TB1 TB2 TB3 TB4 TB5 TB6 TB7 TB8 Aarde Bakb. Stuurb. Lamp Geel-Groen-Rood-Blauw Lamp Stbd Port Gnd Yel Gn Red Blu REMOTE 3.16 JS10 Joystick Figuur 3-15 R3000X aansluiting Zie de separate installatie procedure voor de JS10 Joystick Installatie S35 NFU Handel De unit wordt met twee schroeven vanaf de voorzijde tegen een schot of paneel gemonteerd. De kabel naar de junction unit wordt volgens Figuur 3-16 aangesloten. Verwissel zonodig de Bakboord en Stuurboord aders om de bewegingsrichting van de stuurhandel te laten samenvallen met de richting van de roeruitslag F 85

88 Simrad AP25 Stuurautomaat S35 STUURHANDEL STUURAUTOMAAT COMPUTER STROOM PCB TB1 TB2 TB3 TB4 TB5 TB7 REMOTE TB6 Lamp Stuurb. Bakb. Aarde NOOT! Negeer de kleurcode van de label op de aansluitklem Geel Bruin/Wit Roze/Grijs Groen Figuur 3-16 S35 aansluiting 3.18 Interfacing De unit kan worden geopend door de drie schroeven van het achterdeksel te verwijderen. Aan de binnenzijde bevinden zich twee sets micro schakelaars, een printed circuit board (printplaat) met een plug-in terminal en een jumper. Het stuurautomaat systeem biedt tal van mogelijkheden voor het aansluiten van andere apparatuur voor het inzamelen en uitwisselen van data: 1. Via SimNet 2. Via SimNet m.b.v. de AT10 Universal SimNet/NMEA Converter 3. Via aansluiting op een NMEA2000 netwerk of unit en via een adapter (drop) kabel, artikelnummer De AC10 bezit een enkelvoudige NMEA invoer/uitvoer poort. 5. De AC20 en AC40 zijn van twee NMEA0183 input/output poorten voorzien en voorts een Klok Data interface voor Simrad en Furuno radars. Via de NMEA0183 uitvoer kunnen ook Simrad IS15 instrumenten rechtstreeks worden aangestuurd. Op de volgende pagina staan diverse aansluitschema s afgebeeld die de interface mogelijkheden van de AP25 stuurautomaat illustreren F

89 Installatie 3.19 SimNet De SimNet kabels zijn aan beide uiteinden voorzien van uiterst kleine pluggen die de doorvoer van kabels vergemakkelijken omdat de vereiste diameter voor gaten in schotten en panelen slechts 10 mm bedraagt. Daarnaast omvat de reeks Simrad accessoires alle benodigde items voor een succesvolle installatie. SimNet netwerk kabels Een SimNet unit is voorzien van een of twee gele SimNet connectors die geschikt zijn voor zowel invoer als uitvoer. Bepaal eerst de kortste en gemakkelijkste route voor onderlinge doorverbinding van product naar product met SimNet kabels en bepaal daarna welke standaard kabel lengtes uit de SimNet accessoire reeks het meest geschikt zijn. All SimNet kabels zijn voorzien van pluggen en leverbaar in lengtes van 0,3 m, 2 m, 5 m en 10 m. Bij producten met twee SimNet connectors kan een serie schakeling worden toegepast en bij producten met slechts een connector een tussenkabel met een T-koppeling. De SimNet voedingskabel is voorzien van een rode connector en een ingebouwde afsluitweerstand. Als u van plan ben om uw SimNet systeem in de toekomst uit te breiden dan kan het een goed idee zijn om op centrale locaties enkele T-koppelingen toe te voegen. De T-koppelingen bieden gemakkelijke toegang tot het netwerk door directe aansluiting van nieuwe producten (met één connector) via een tussenkabel of door uitwisseling met een nieuw instrument (indien deze van twee connectors is voorzien). SimNet stroomtoevoer en afsluitweerstand Bij de installatie van SimNet gelden de volgende drie basis regels: 1. Om storingen te vermijden dient de 12V stroomtoevoer vanaf de accu of het zekeringen paneel separaat te worden uitgevoerd. 2. Er mag geen gebruik worden gemaakt van de aansluitingen voor stroomtoevoer naar de Stuurautomaat Computer. 3. Het zal voeding geven aan een IS12 instrumenten systeem. Simnet op andere apparatuur kan aangesloten worden en gevoed worden via IS F 87

90 SIMRAD IS12 ALARM TIMER SIMRAD IS12 UPPER INFO LOWER INFO LOWER INFO SIMRAD IS12 ALARM TIMER SIMRAD IS12 UPPER INFO UPPER INFO LOWER INFO SIMRAD IS12 SIMRAD IS12 UPPER INFO LOWER INFO LOWER INFO Simrad AP25 Stuurautomaat 4. Het moet op de juiste manier van een terminator worden voorzien. Afhankelijk van het aantal producten dient het SimNet netwerk met een weerstand te worden afgesloten. Bij een klein systeem dat bestaat uit maximaal 5 SimNet producten en een totale kabellengte van 5 m SimNet kabel dient u een SimNet stroomkabel met ingebouwde afsluitweerstand toe te passen (rode stip op kabelplug). Raadpleeg voor nadere informatie over SimNet het separate SimNet Handboek. COMBI COMBI DATA STBY AUTO PWR LIGHT LIGHT LIGHT PAGE INFO NAV SETUP WIND 1 1 TURN DODGE Figuur 3-17 SimNet netwerk, klein systeem COMBI COMBI DATA STBY AUTO PWR LIGHT TIMER ALARM INFO UPPER LIGHT TIMER ALARM INFO LOWER LIGHT PAGE INFO UPPER INFO NAV SETUP WIND 1 1 TURN DODGE Figuur 3-18 SimNet netwerk, klein systeem met Wind transducer * De wind transducer bezit een ingebouwde afsluitweerstand F

91 SIMRAD IS12 ALARM TIMER UPPER INFO INFO LOWER SIM RAD IS12 TIMER ALARM INFO UPPER LOWER INFO ALARM TIMER PWR WIND DODGE INFO SIMRAD IS12 UPPER INFO INFO LOWER SIMRAD IS12 INFO UPPER INFO LOWER Installatie COMBI COMBI COMBI DATA LIGHT LIGHT LIGHT LIGHT PAGE STBY AUTO NAV Figuur 3-19 SimNet netwerk, middelgroot systeem NOOT! 1. De maximale lengte van de SimNet kabel bedraagt in totaal 40 m exclusief 30 m masttop kabel. 2. De wind transducer (*) bezit een ingebouwde afsluitweerstand 3. Als er geen windtransducer is aangesloten, dan moet een SimNet terminator daarvoor in de plaats worden gebruikt F 89

92 Simrad AP25 Stuurautomaat Figuur 3-20 Robnet2 en SimNet netwerk * De wind transducer bezit een ingebouwde afsluitweerstand F

93 Installatie Figuur 3-21 Robnet2, SimNet en Roblink netwerk 1. De maximale lengte van de SimNet kabel bedraagt in totaal 60 m exclusief 30 m masttop kabel. 2. Het is voor data uitwisseling niet noodzakelijk om alle bedieningsunits op het Simnet aan te sluiten. Als u echter maximale mogelijkheden van SimNet bediening wenst, b.v. voor de selectie van bronnen, dan dient u de betrokken unit rechtstreeks op het SimNet aan te sluiten. 3. AT15 is een NMEA0183/SimNet converter voor een IS15 instrument systeem. IS15 geeft geen loads op SimNet. 4. AT44 is een SimNet interface die wordt meegeleverd met CX44 en CX54 producten F 91

94 Simrad AP25 Stuurautomaat 3.20 Enkelvoudige NMEA invoer/uitvoer NAVIGATIE ONTVANGER OF PLOTTER (NMEA "SPREKER") STUURAUTOMAAT COMPUTER HOOFD PCB TB13 TB14 NMEA LUISTERAAR TX1+ TX1 NMEA Output1 Vbat+ RX1+ Sys. sel. NMEA Input 1 RX1 Gnd Zie Attentie noot! IS15 ROER IS15 KOMPAS RADAR Figuur 3-22 Enkelvoudige NMEA aansluiting ATTENTIE! Als een IS15 instrument wordt gevoed vanaf TB14 Vbat+ en Gnd, let dan goed op het voltage (IS15 Kompas = uitsluitend 12V!) omdat het Vbat uitvoer voltage gelijk is aan het boordnet voltage Tweevoudige NMEA invoer/uitvoer GPS of KAARTPLOTTER AC20/AC40 STUURAUTOMAAT COMPUTER STROOM PCB HOOFD PCB TB8 TB9 TB10 TB13 TB14 GPS of KAARTPLOTTER RX2+ RX2 TX2+ TX2 TX1+ TX1 Vbat+ RX1+ Sys. sel. RX1 Gnd NMEA Input2 NMEA Output2 NMEA Output1 NMEA Input 1 Figuur 3-23 Tweevoudige NMEA aansluiting F

95 Installatie 3.22 NMEA uitvoer op Poort 2 Uitvoer signaal Uitvoer terminal Uitvoer regel Continue uitvoer van kompas koers met 10 Hz (10x/sec.) Roerhoek uitvoer met 5 Hz in NMEA formaat Stuurautomaat Computer Voeding PCB. NMEA2, TX2+, TX2 HDT (Waar) of HDG (Magn.) afhankelijk van koers bron. RSA Roerhoek (HDG = koers) 3.23 NMEA Kompas invoer AC20/AC40 STUURAUTOMAAT COMPUTER STROOM PCB NMEA KOMPAS TB8 TB9 TB10 RX2 RX2+ NMEA Input2 Figuur 3-24 NMEA kompas aansluiting NOOT! 1. Het kompas dat op de NMEA poort (RX2) is aangesloten zal niet worden gekalibreerd. 2. De AC10 Autopiloot Computer heeft geen poort voor NMEA kompas invoer. Gebruik de AT10 Universele converter (P/N ) volgens onderstaande tekening. AUTOPILOT CONTROL UNIT AT10 CONVERTER NMEA COMPASS 12V SimNet supply SimNet White (Rx+) Brown (Rx-) Tx+ Tx F 93

96 Simrad AP25 Stuurautomaat 3.24 Radar Klok/Data SIMRAD/ ANRITSU OF FURUNO RADAR AC20/AC40 STUURAUTOMAAT COMPUTER STROOM PCB TB8 TB9 TB10 Clk_c Clk_h Data_c Data_h Radar Figuur 3-25 Radar Klok/Data aansluiting 3.25 Installatie IS15 Instrumenten Zie voor installatie en bediening van de IS15 instrumenten de separate handleidingen. Er zijn twee opties voor de interface van de IS15 serie, en wel via Simnet (zie pagina 87) of via NMEA0183. De SimNet interface verdient de voorkeur, waarbij als interface unit het actieve AT15 T-koppelstuk toegepast moet worden (zie pagina 91, 152). NMEA In(voer) Deze aansluiting regelt de invoer van snelheid, diepte en temperatuur data naar de stuurautomaat. Indien een IS15 Wind Transducer op het systeem is aangesloten dan wordt ook wind informatie naar de stuurautomaat verzonden. Voor de verbinding wordt een Roblink kabel toegepast die vanaf de instrument NMEA aansluiting (4) wordt gerouteerd naar de Hoofd PCB van de Stuurautomaat Computer (aansluitklem RX1+ en RX1, zie Figuur NMEA Uit(voer) Hiermee wordt het instrument systeem van koers data voorzien. Voor de verbinding wordt een Roblink kabel toegepast die vanaf de Hoofd PCB van de Stuurautomaat Computer (aansluitklem TX1+ en TX1 ) naar de instrument NMEA aansluiting (4) wordt gerouteerd (zie Figuur 3-26) F

97 Installatie Om het systeem zowel te laten luisteren als spreken (I/O) zijn tenminste twee instrumenten benodigd. Als in het systeem een IS15 Expander wordt toegepast dan worden de NMEA aansluitingen naar deze unit gerouteerd (zie Figuur Figuur 3-26 Aansluiting IS15 Instrumenten / Stuurautomaat computer Figuur 3-27 Aansluiting IS15 Expander / Stuurautomaat computer F 95

98 Simrad AP25 Stuurautomaat 3.26 External Alarm Het externe alarm circuit is voorzien van een open collector uitvoer voor een extern alarm relais of zoemer (niet op AC10). Het voltage van het circuit is gelijk aan het boordnet voltage. De maximum belasting van de externe alarm uitvoer bedraagt 0,75 Ampère. STUURAUTOMAAT COMPUTER STROOM PCB TB6 TB7 TB8 TB9 Ext. alarm Figuur 3-28 Aansluiting extern alarm 3.27 LF3000 Linear Feedback ATTENTIE! De stang van de LF3000 wordt in de cilinder niet door een borging op zijn plaats gehouden en zou uit zijn behuizing kunnen glijden. Wees hierop bedacht om verlies te voorkomen. De LF3000 is een waterdichte feedback unit met een vrije slag van 300 mm. De levering omvat een speciale montage beugel waarmee de LF3000 stevig op de cilinder van de bestaande buitenboord aandrijving kan worden bevestigd. De kabel van 8,5 m wordt aangesloten op de LFI3000 Mk2 Lineaire Feedback Interface (zie Figuur 3-30). De meegeleverde hardware is ontworpen als interface voor Teleflex HC5340 cilinders en Hynautic K7 en K10 cilinders. De hardware is wellicht niet geschikt voor andere systemen. Centreer de aandrijving. Plaats de LF3000 met de meegeleverde montage beugel langs het midden van de aandrijf cilinder maar draai de bouten nog niet vast. Bij meerdere aandrijf cilinders kan elke cilinder worden gebruikt. De as van de LF3000 is richting onafhankelijk en mag bij montage zowel naar links als naar rechts wijzen F

99 Installatie Vervolgens moet eindbout (a), waarmee de cilinder aan de aandrijf unit is bevestigd, worden losgedraaid. Schuif de koppelplaat (b) achter de bout en draai deze bout weer vast. Gebruik de meegeleverde borgringen en de dopmoer om de feedback stang met de koppelplaat te verbinden. Stel de positie van de LF3000 Lineaire Feedback zodanig in dat de koppelplaat over het volle werkbereik van hydraulische cilinder vrij blijft van het LF3000 cilinder uiteinde. Controleer of de buitenboord motor onbelemmerd omhoog kan worden getild. Draai daarna alle bouten van de montage beugel vast. Draai het stuurwiel handmatig langzaam van aanslag tot aanslag en stel zeker dat de feedback stang over het volle stuurbereik onbelemmerd mee kan lopen. Zet de kabel via een lus (c) zodanig vast dat voldoende speling aanwezig is voor een volledige motor uitslag naar links en naar rechts. KOPPELPLAAT MONTAGE BEUGEL KLAMPEN (2 HELFTEN) INBUSBOUTEN (2) PLATTE BORGRINGEN (2 (ENDAANZICHT) CILINDER BORGMOER PLATTE BORGRING (2) LF3000 LF3000 LINEAIRE FEEDBACK BEUGEL a b Figuur 3-29 LF3000 montage c F 97

100 Simrad AP25 Stuurautomaat Elektrische aansluiting LFI3000 Mk2 LINEAIRE FEEDBACK INTERFACE TB1 TB2 STUURAUTOMAAT COMPUTER HOOFD PCB RF RF+ Brown White Brown White Green Yellow Rudder Feedb. Figuur 3-30 LF3000/LFI3000 Mk2 aansluitingen F

101 Configuratie en setup 4 CONFIGURATIE EN SETUP 4.1 De eerste keer inschakelen NOOT! De hardware installatie en elektrische aansluitingen moeten volledig en in overeenstemming met de installatie instructies zijn voltooid voordat wordt getracht om de AP25 in te schakelen voor het uitvoeren van de Installatie Setup. Het ontwerp van de stuurautomaat omvat geavanceerde voorzieningen die de installatie en setup van een stuurautomaat vereenvoudigen. Als de autopiloot gebruik gaat maken van de Virtuele feedback (pag. 69) moet u eerst naar pag Dit is het opstart scherm dat wordt getoond bij de eerste keer inschakelen van uw stuurautomaat. Druk hiertoe op de STBY/PWR toets. NOOT! 1. U kunt de automatische interface uitstellen door direct naar de Installatie/Voor de wal Setup gaan. Steeds wanneer STBY wordt getoetst zal de interface prompt opnieuw verschijnen totdat de automatische interface is uitgevoerd. 2. Bedenk wel dat geen kompas aanwijzingen ter beschikking staan voordat de automatische interface is voltooid. Toets vervolgens STBD (START) om de automatische interface te starten. De stuurautomaat zal zoeken naar aangesloten bronnen en bij detectie van bronnen verschijnt steeds een zwart vierkant op het scherm. Zolang als de stuurautomaat naar data zoekt blijft SEARCHING (zoeken) knipperend zichtbaar. Als de automatische interface setup is voltooid dan verschijnt FINISHED PRESS F 99

102 Simrad AP25 Stuurautomaat (gereed toets in het display. Toets STBD voor accepteren. In het display verschijnt SETUP REQUIRED (setup vereist). Vervolg de setup op basis van de installatie setup aanwijzingen in de volgende secties. Als de installatie instellingen reeds zijn voltooid dan zal de stuurautomaat naar de STBY mode gaan. 4.2 Beschrijving van Installatie Instellingen NOOT! De installatie instellingen dienen als onderdeel van het AP25 systeem installatie te worden uitgevoerd. Het niet correct uitvoeren hiervan kan de juiste werking van de AP25 verhinderen! Het Installatie menu is alleen toegankelijk vanuit de STBY mode. De Installatie Instellingen zijn in de volgende functionele categorieën gegroepeerd: Taal: Voor de wal: Selectie van de taal die voor display informatie wordt gebruikt In te stellen items voor de proefvaart In te stellen items voor de proefvaart Interface: Deze zullen variëren afhankelijk van het type feedback die de autopiloot zal gebruiken (pag. 69, 104, 113) Instellen van het formaat van klok/data uitvoer van op de stuurautomaat aangesloten radars Display units: Instellen van de te tonen eenheden voor wind, snelheid, water temperatuur en diepte Proefvaart: Hierin worden de instellingen en automatische kalibraties gepresenteerd die tijdens de proefvaart uitgevoerd moeten worden F

103 Configuratie en setup Parameters: Service: Maakt het mogelijk om basis besturing parameters te bekijken en te wijzigen (zie ook respons control op 59). Systeem data, NMEA data, NMEA test, SimNet setup, Master (totale) geheugen reset. Elke groep is ontworpen om de aandacht te vestigen op specifieke functies en om snel toegang te bieden indien wijzigingen uitgevoerd dienen te worden. Een aantal belangrijke punten inzake installatie instellingen: Indien de AP25 nieuw af fabriek wordt geleverd dan staan de installatie instellingen ingesteld op de (standaard) waarden van de fabriek EN STEEDS NADAT EEN MASTER RESET (TOTALE SYSTEEM RESET) VAN GEHEUGENS IS UITGEVOERD WORDEN DEZE WAARDEN OPNIEUW INGESTELD. In dat geval zal de automatische interface prompt zal opnieuw verschijnen (zie pagina 99) en dient er opnieuw een complete setup uitgevoerd te worden. Waarden die vanuit het Installatie Instellingen Menu zijn geselecteerd worden opgeslagen in het geheugen van het AP25 systeem. Er is geen specifieke actie vereist voor het opslaan van de geselecteerde waarden. Een gewijzigde waarde wordt opgeslagen tot het volgende moment waarop dit menu item wordt geselecteerd en opnieuw wordt gewijzigd. De Installatie Instellingen gelden voor het gehele systeem met uitzondering van display units en taal. De instellingen worden door alle bedieningsunits overgenomen. De Proefvaart instellingen zijn afhankelijk van het succesvol afronden van de Voor de wal instellingen. 4.3 Installatie Menu Het Installatie Menu wordt in het stuurautomaat display geplaatst door de INFO/SETUP toets gedurende 5 seconden ingedrukt te houden F 101

104 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! NOOT! Er is een duidelijk verschil tussen het INSTALLATIE MENU en het USER (gebruiker) SETUP MENU. Zie het stroomdiagram op de olgende pagina voor een overzicht van het Installatie Menu. Verplaats u als volgt door het Installatie Menu: Antwoord JA op een vraag door de koersknop rechtsom te draaien. Antwoord NEE op een vraag of ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen. Ga terug naar het vorige menu item door BB te toetsen. Wijzig het geselecteerde item door de koersknop linksom of rechtsom te draaien. Gebruik de STBY, AUTO, of NAV/WIND toetsen om het Installatie Menu te verlaten. Tijdens gebruik van het Installatie Menu is het raadzaam om als leidraad gebruik te maken van het Installatie Menu Stroomdiagram op de volgende pagina. Blijf herhaaldelijk STBD toetsen voor een snelle verplaatsing langs alle menu items in het Installatie menu. Taal selectie Vanuit het Installatie menu kan toegang tot de taal selectie worden verkregen door ter bevestiging de koersknop rechtsom te draaien. De AP25 kan display tekst in 8 verschillende talen presenteren: Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Nederlands, Zweeds en Noors. Gebruik de koersknop om de gewenste taal te selecteren. Ga naar het volgende menu item door STBD te toetsen of verlaat het menu door STBY te toetsen F

105 Configuratie en setup INSTALLATIE MENU TAAL OPEN HET INSTALLATIE MENU DOOR DE SETUP TOETS 5 SECONDEN INGEDRUKT TE HOUDEN TAAL ENGLISH DEUTSCH FRANCAIS ESPANOL ITALIANO NEDERLANDS SVENSKA NORSK SYMBOLSEN SELECTEER OF BEVESTIG MET DE KOERSKNOP TOETS STBD VOOR VOLGENDE MENU ITEM TERUG NAAR VORIGE MENU ITEM Mode in STBY? Nee Ja VOOR DE WAL VOOR DE WAL MENU TYPE SCHIP SPANNING AANDRIJFUNIT ROER KAL. STBD ROER KAL. BAKB. ROER TEST? AANDRIJVING KOPPELEN VRIJE SLAG ROER WIND SETUP MIN. WINDHOEK TACK ANGLE (OVERSTAG HOEK) TACK TIME (OVERSTAG TIJD) WIND SHIFT LIMIET INTERFACE INTERFACE MENU RADAR Uitvoer DISPLAY EENH. PROEFVART DISPLAY EENH. WIND SNELHEID WATER TEMP. DIEPTE PROEFVAART MENU ROER NULPUNT INSTELLEN MINIMUM ROER KOMPAS KALIBRATIE KOMPAS CORRECTIE WIND CORRECTIE WIND DEMPING DIEPTE CORRECTIE AUTOINSTELLEN OVERGANGSSNELHEID INITIELE NAVIGATIE BOEGSCHROEF RICHTING NAV CHANGE LIMIT PARAMETERS SERVICE SYSTEEM DATA SIMNET/NMEA DATA NMEA POORT TEST SIMNET SETUP Master reset? PARAMETERS ROER LO TEGENROER LO AUTOTRIM LO ROER LIM. LO ROER HI TEGENROER HI AUTOTRIM HI ROER LIM. HI AUTOTUNE TERUGROEPEN SERVICE SYSTEEM DATA STUUR KOMPAS ROER INVOER VOLTAGE AANDRIJVING UITVOER CLUTCH/BYPASS DRAAI LINKSOM BEVESTIGD SIMNET/NMEA DATA XTE COG BWW SOG BPW WIND POS/BREEDTE SNELHEID POS/LENGTE DIEPTE NMEA TEST LOOPBACK NMEA1 LOOPBACK NMEA2 SIMNET SETUP GROUP SELECTION BACKLIGHT INSTANCE NUMBER SIMNET GATEWAY GLOBAL SIMNET RESET Figuur 4-1 Installatie menu stroomdiagram F 103

106 Simrad AP25 Stuurautomaat 4.4 Voor de wal instellingen NOOT! Als er op de autopiloot geen roerstand terugmelder is geïnstalleerd (geconfigureerd voor Virtuele feedback), Zie de Instelling voor de wal op pag Vanuit het Voor de wal menu zijn voor instelling de volgende items toegankelijk: Type schip Aandrijfunit voltage Roer Feedback kalibratie Roer test Uitvoer motoraandrijving Aandrijving inschakelen Vrije slag roer Indien als type schip Zeil` is gekozen dan zijn vanuit het Voor de wal menu ook de volgende menu items toegankelijk: Wind setup Min. windhoek Als de Wind setup op RACING is ingesteld dan worden aan het menu de volgende items toegevoegd: Separate windhoek limieten (BB en STBD) Overstag hoek Overstag tijd Wind shift limiet Selecteer de STANDBY mode en open het installatie menu zoals eerder omschreven. Selecteer Voor de wal door STBD te toetsen en bevestig dit door de koersknop rechtsom te draaien. Boat type Het betrokken type schip wordt geselecteerd door draaien van de koersknop. De opties zijn: Waterverplaatsend, Planerend, Zeil en Outboard. De selectie van het type schip is van invloed op de besturing parameters en de beschikbare F

107 Configuratie en setup functies in het systeem. Selecteer het betrokken Type Schip en toets STBD. Spanning Aandrijfmotor Stel het aandrijf unit voltage op het juiste niveau in. De beschikbare selecties zijn 12V, 24V, of 32V. Stel het voltage in op de waarde die voor uw aandrijf unit is gespecificeerd. Zie de aandrijf unit tabel op pagina 75 voor nadere informatie. De inschakel/bypass koppeling wordt gevoed met hetzelfde voltage als is ingesteld voor de aandrijf unit. Het is niet mogelijk om een hoger voltage te selecteren dan het invoer voltage. ATTENTIE! Selectie van een onjuist voltage voor uw aandrijf unit kan tot beschadiging leiden van zowel de aandrijf unit als de stuurautomaat computer, zelfs als de circuits voor beveiliging van de stuurautomaat computer zijn geactiveerd. Tijdens de Roer Test zal het AP25 systeem automatisch detecteren of de aandrijf unit bestaat uit een omkeerbare motor of een solenoïde systeem. Draai de koersknop om de spanning te wijzigen. NOOT! De instelling van het voltage voor de aandrijf unit is niet van toepassing indien gebruik wordt gemaakt van solenoïdes in combinatie met een continu draaiende pomp/besturing mechanisme. Het uitvoer voltage naar de solenoïdes zal derhalve gelijk zijn aan het invoer voltage. Toets STBD voor selectie van het volgende menu item F 105

108 Simrad AP25 Stuurautomaat Roer Feedback Kalibratie Zorg dat de RF300 geïnstalleerd en uitgelijnd is conform de aanwijzingen in sectie 3.6 (of sectie 3.27 voor de LF3000). Deze functie stelt u in staat om te compenseren voor een mogelijke niet lineaire overbrenging tussen het roer en de roer feedback. Bevestig de Roer Feedback kalibratie naar STBD door de koersknop rechtsom te draaien. Draai het stuurwiel handmatig naar de stuurboord positie tot het roer stopt bij de stuurboord aanslag. De waarde in het display is de hoek zoals gedetecteerd door de roer feedback unit voordat enige aanpassing is uitgevoerd. Als de actuele roerhoek afwijkt van de display waarde corrigeer dan de aanwijzing door de koersknop rechtsom te draaien om de waarde te verhogen of linksom om de waarde te verlagen (zie noot). Ga verder met de volgende stap door STBD te toetsen. Draai het stuurwiel handmatig naar de bakboord positie tot het roer stopt bij de bakboord aanslag. Stel de hoek in het display op dezelfde wijze in als bij stuurboord roer. NOOT! Bij veel schepen is de standaard maximale roeruitslag ±45 (90 van aanslag tot aanslag). Als u geen enkele correctie op de display aanwijzing toepast dan zal de stuurautomaat een standaard waarde van 45 naar beide richtingen instellen. U dient echter altijd een correctie te simuleren door de koersknop rechtsom en linksom te draaien om te voorkomen dat het roer met de eindaanslagen in aanraking komt. Het roer nulpunt kan nog steeds onjuist zijn en dient later tijdens de proefvaart alsnog te worden bijgesteld. Ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen F

109 Configuratie en setup NOOT! ATTENTIE! Roer Test Als het schip is voorzien van stuurbekrachtiging dan is het van belang dat de motor of elektrische aandrijving van de stuurbekrachtiging wordt ingeschakeld voordat deze test wordt uitgevoerd. Draai het roer handmatig in de midscheeps positie voordat met de test wordt begonnen Zorg dat u tijdens de test NIET IN AANRAKING KOMT met het stuurwiel en onderneem geen poging om het stuurwiel handmatig te bedienen! Draai de koersknop rechtsom voor activeren van de automatische roer test. Noot! De automatische roer test kan op elk moment met de STBD toets worden onderbroken. De AP25 zal na enkele seconden een serie STBD en BB roer commando s geven en automatisch de juiste richting van het roer verifiëren. Tevens wordt het minimum vereiste aandrijf vermogen van het roer gedetecteerd en wordt de roersnelheid gereduceerd indien de maximaal acceptabele snelheid (8 /sec) voor stuurautomaat gebruik wordt overschreden. Het verloop van de Roer test wordt in het display bevestigd met Motor OK, Solenoïdes OK, of Failed (mislukt). Als Failed wordt getoond controleer dan of de elektrische aansluitingen correct zijn uitgevoerd. Na beëindiging van de test toont het display: F 107

110 Simrad AP25 Stuurautomaat Het Motor aandrijving uitvoer percentage geeft aan hoeveel procent van het maximaal beschikbare vermogen is vereist om de aanbevolen roersnelheid te bereiken als automatische besturing met Maximum snelheid (100%) in de NFU mode wordt gebruikt. Zie ook pagina 118 definitieve proefvaart. of Het display geeft ook aan of een koppeling al dan niet is geïnstalleerd. Als de Automatische roer test mislukt raadpleeg dan Alarmen vanaf pagina 145 Test van de LF3000/LFI3000 Mk2 feedback unit 1. Lijn de motoren uit op middenstand: roeruitslag nihil. 2. Verhoog het motoren toerental tot toeren/minuut en controleer de roerhoek indicatie op de stuurautomaat. Een 2 wijziging van de aanwijzing kan worden geaccepteerd. 3. Als de roerhoek meer dan 2 bedraagt verbind dan de afscherming van de TB1 kabel met het middelste aansluitblok en herhaal stap 2 (zie Figuur 3-30). Als dit een beter resultaat oplevert handhaaf dan de aansluiting van de afscherming. Ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen F

111 Configuratie en setup Drive engage (aandrijving inschakelen) Bypass/clutch (bypass/koppeling): Hiermee wordt het gebruik van de de stuurautomaat computer drive engage poort (BYPASS/CLUTCH klemmen) bepaald. Het poort voltage is identiek aan de voltage selectie van de aandrijf unit. De volgende instelling van Drive engage (aandrijving koppelen) zijn mogelijk: Bij deze instelling zal de poort in alle besturing modes van de stuurautomaat worden geactiveerd. Typerend na inschakelen van een actieve stuurautomaat mode is dat hierbij de bypass klep van een hydraulische lineaire aandrijving of de koppeling van een mechanische aandrijving wordt ingeschakeld. Deze instelling is standaard en stelt u in staat om het schip in de STBY en DODGE (uitwijk) modes handmatig te besturen. Auto: Deze instelling is geïmplementeerd voor toekomstig gebruik. Gebruik voorshands altijd de Bypass/clutch (standaard) instelling. Vrije slag roer (Rudder Deadband) De functie Vrije slag roer is adaptief en functioneert continu. De functie voorkomt dat het roer excessief wordt geactiveerd (gaat jagen) en zorgt er tevens voor dat de vrije slag optimaal wordt ingesteld op de snelheid van het schip en de druk op het roer. Als de auto instelling niet correct functioneert als gevolg van hoge stuurwiel inertie of speling in het besturing mechanisme dan kan de installatie handmatig worden uitgevoerd. Gebruik de koersknop om de Vrije slag roer bij te stellen. Stel de laagste waarde in waarbij wordt voorkomen dat het roer gaat F 109

112 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! jagen. Bij een grote waarde van de vrije slag zal de besturing aan accuratesse inboeten. Aanbevolen wordt om de roer stabiliteit in de FU mode te controleren bij een redelijke vaarsnelheid om druk op het roer te verkrijgen. Bereik: AUTO, 0,1 tot 4,0 in stappen van 0,1. Standaard: AUTO. Ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen. De roer deadband instelling in niet beschikbaar wanneer de autopiloot geconfigureerd is voor Virtuele feedback. Wind setup De Wind setup is alleen beschikbaar indien het Type schip in het Installatie/Voor de wal menu op `Zeil is ingesteld. Wind setup beschikt over twee niveaus: NORMAAL en RACING. Het RACING niveau geeft toegang tot extra wind setup items om tijdens het zeilen optimale prestaties te behalen. Ook in het User (gebruiker) setup menu en de Quick setup menu s komen extra items beschikbaar. Bereik: NORMAAL en RACING Standaard: NORMAAL Minimum windhoek (NORMAAL) De Minimum Windhoek is de schijnbare minimum windhoek waarbij de zeilen nog juist voldoende wind vangen voor een acceptabele voortstuwing. Deze parameter varieert van schip tot schip. De Minimum Windhoek is van toepassing in de overstag preventie functie maar ook bij stuurautomaat navigatie in de Wind mode F

113 Configuratie en setup Bereik: Standaard: 30 Minimum windhoek (RACING) Indien de Wind setup is ingesteld op RACING dan kunt u voor BB en STBD verschillende windhoeken instellen. Bij de berekening van de Estimated Time to Turn (ETT, geschatte tijd tot overstag) en de Distance to Turn (DTT, geschatte afstand tot overstag) zal rekening worden gehouden met het verschil in windhoek tussen bakboord en stuurboord. De minimum windhoek speelt ook een rol indien de stuurautomaat de VMG optimaliseert (deze parameter is beschikbaar in het Quick setup menu indien de Wind setup op RACING is ingesteld). Bereik: Standaard: 30 Overstag hoek (RACING) De stuurautomaat kan ook overstag gaan in de AUTO mode. De ingestelde overstag hoek vervangt nu de reguliere verandering van koers tijdens draaien van de koersknop. Bereik: Standaard: F 111

114 Simrad AP25 Stuurautomaat Overstag tijd (RACING) De draaisnelheid bij het overstag gaan in de WIND mode kan lager worden ingesteld. Tijdens overstag gaan bij solo zeilen ontstaat hierdoor meer tijd voor handelingen met het schip en de zeilen. Als overstag tijd wordt de tijd aangemerkt die de schipper nodig heeft om de overstag te initiëren, het voorzeil over te zetten naar de andere boeg en de lieren aan te draaien. Bij bochten die gemaakt worden zonder overstag te gaan wordt de draaisnelheid eveneens verlaagd. Het door de wind gaan tijdens gijpen is echter een actie die de stuurautomaat onvertraagd uitvoert en er is geen limitatie van de draai snelheid wanneer de gijp gemaakt wordt. Bereik: 2 50 seconden Standaard: 12 seconden NOOT! Wind shift (verandering) limiet (RACING) In de WIND mode wordt elke wind shift (verandering van windrichting) waargenomen. De wind shift hoek wordt vergeleken met de windhoek die het laatst bij de stuurautomaat werd ingesteld. Als deze wind shift hoek de ingestelde Wind shift limit overschrijdt dan wordt een wind alarm geactiveerd. De wind shift waarneming kan worden uitgeschakeld door de Wind shift limeit op OFF in te stellen. De wind shift wordt ook getoond in het Wind shift display. Dit is de verandering van windrichting sinds de laatste keer dat de mode van de stuurautomaat werd veranderd, b.v. van STANDBY naar AUTO of van AUTO naar WIND. Dit wind shift display is F

115 Configuratie en setup uitsluitend bedoeld als informatie en niet om het wind shift alarm te activeren. Bereik: OFF, 2 90 Standaard: 30 NOOT! Instellingen voor de wal bij configuratie voor Virtuele Feedback De Virtuele Feedback algoritmen in de autopiloot stellen uw autopiloot in staat om te sturen zonder installatie van een conventionele roerstand terugmelder. Deze algoritmen zijn ontworpen voor motorjachten tot 40 voet die aangedreven worden door een buitenboord of hekdrive motor. Het installeren van een roerstand terugmelder, daarentegen, zal altijd de werking van een autopiloot verbeteren en een nauwkeurige roerstand indicator geven op het autopiloot display. Tenzij ongemakkelijk of onmogelijk, zal altijd een roerstand terugmelder geïnstalleerd moeten worden. De autopiloot is automatisch geconfigureerd voor Virtuele Feedback wanneer er geen terugmelder is aangesloten bij het voor de eerste keer aan zetten, of bij aanzetten na een uitgevoerde Master Reset (Pag. 138). Bij het aanzetten van de autopiloot voor de eerste keer zal na ongeveer 5 seconden een feedback fout alarm klinken. Druk de STBY knop in om het alarm te resetten en volg de instructies op het scherm om de Setup te doorlopen zoals beschreven op pag.99. Druk en houdt de INFO/SETUP knop vast om het Installatie setup menu binnen te gaan. Selecteer Instellingen voor de wal en draai de knop met de wijzers van de klok mee om Instellingen voor de wal menu te openen. Dit zal de autopiloot automatisch instellen voor Virtuele Feedback, en het alarm zal verdwijnen van het scherm F 113

116 Simrad AP25 Stuurautomaat Wanneer de autopiloot is ingesteld voor Virtuele Feedback dan is het Boot type automatisch ingesteld op Outboard. De (autopiloot) Aandrijfmotor spanning moet ingesteld worden specifiek op de spanning voor uw aandrijfmotor. Zie pag Virtuele Feedback kalibratie Om de kalibratie en roertest voor de Virtuele Feedback uit te voeren moet u zicht hebben op de beweging van de motor/aandrijving ( roer ). De Virtuele Feedback kalibratie wordt ingevoerd als een numeriek getal gelijk aan de fysieke roer hoek bij maximale uitslag. Gebruik de koers knop om de stuurboord en bakboord roerhoek in te stellen. Roertest Activeer de automatische roertest door de koers knop met de wijzers van de klok mee te draaien. Door naar de positie van het roer te kijken, het roer in het midden zetten. Bevestig door de koers knop met de wijzers van de klok mee te draaien F

117 Configuratie en setup De volgende stap is om de juiste richting van de roerbeweging in te stellen. Druk en houdt de TURN/DODGE knop vast.kijk naar de roerbeweging. Laar de knop los na 3 seconden. Als het roer niet beweegt in de richting om stuurboord uit te gaan, druk en houdt dan de TURN/DODGE knop vast voor nogmaals 3 seconden. Wanneer het roer naar stuurboord beweegt, draai de koers knop met de wijzers van de klok mee om te bevestigen. Zet, terwijl kijkend naar het roer, met het stuurwiel, het roer maximaal stuurboord. Draai het stuurwiel een klein beetje naar bakboord om de druk van hydrauliek systeem te halen. Bevestig met de koers knop met de wijzers van de klok mee. Druk en houdt de TURN/DODGE knop vast F 115

118 Simrad AP25 Stuurautomaat Laat de knop los als het roer de maximale roerstand over bakboord heeft bereikt. Het zal nu automatisch worden gecentreerd. Noot! De aflezing op het roerhoek display geeft niet de roerhoek, maar alleen de richting van de roerbeweging. De Roertest wordt gecontroleerd door dat het display Motor OK of Fout. Als Fout wordt getoond, controleer dan de elektrische aansluiting. Wanneer de test klaar is toont het display: Aandrijving inschakelen Zie pag F

119 Configuratie en setup 4.5 Interface Instellingen Hiermee wordt het formaat ingesteld van de klok/data van radars die op de Stuurautomaat computer zijn aangesloten. Scroll naar het Interface gedeelte van het Installatie menu. Draai de koersknop rechtsom voor toegang tot de Interface setup items. Gebruik de koersknop voor selectie van het type aangesloten radar. NOOT! Deze instelling is bij de AC10 Stuurautomaat Computer niet beschikbaar. 4.6 Display eenheden Selecteer Display eenheden door STBD te toetsen en bevestig dit door de koersknop echtsom te draaien. Dit scherm geeft toegang tot het display van de eenheden setup voor Wind Snelheid, Diepte en Zeewater temperatuur. Gebruik de STBD toets om een item te selecteren en de koersknop om de eenheid te selecteren F 117

120 Simrad AP25 Stuurautomaat 4.7 Proefvaart Beschikbare eenheden zijn: Wind Snelheid: Knopen (kt) of m/s Zeewater temperatuur: F of C Diepte: Meters of voeten Verlaat het Display eenheden menu door STBD te toetsen en te vervolgen met het Proefvaart menu, of toets STBY voor terugkeer naar normaal AP25 bedrijf. ATTENTIE! De Proefvaart dient altijd op ruim vaarwater te worden uitgevoerd op een veilige afstand van andere vaartuigen. Toegang tot het Proefvaart menu is alleen mogelijk nadat de Voor de wal instellingen zijn voltooid en bevestigd. De proefvaart instellingen omvatten: Roerstand nulpunt instellen (hieraan ontleent de AP25de exacte midscheeps positie van het roer). Minimum roer Kompas kalibratie (voor automatische compensatie van magnetische storing op het schip) Kompas correctie (voor compensatie een vaste afwijking (Afout) in de uiteindelijke kompas aanwijzing) Wind correctie (om te compenseren voor een vaste uitlijnfout van de windvaan) Wind demping (om een onrustige aanwijzing in het display te stabiliseren) Diepte correctie (indien compensatie voor de afstand tussen transducer en het wateroppervlak wenselijk is) Automatisch instellen (van een aantal besturing parameters) Overgangssnelheid (d.w.z. de snelheid waarbij u de besturing parameters van een motorjacht wilt wijzigen) Initiële NAV respons (het instellen van de gewenste initiële respons bij het aansturen van de track tijdens overschakeling naar de NAV mode) Zet stuwkracht richting (optie, alleen wanneer aangesloten op een boegschroef) In stellen Aandrijving vermogen (zie Definitieve Proefvaart, pagina 138) F

121 Configuratie en setup Selecteer Proefvaart door STBD te toetsen en bevestig dit door de koersknop rechtsom te draaien. Roerstand nulpunt instelling (Alleen van toepassing wanneer ingesteld voor Virtuele feedback) Deze instelling dient te worden uitgevoerd bij geringe zeegang en onder vermijding van zijdelingse effecten van wind of getij. Breng het schip op kruissnelheid en vaar recht in de wind. Synchroniseer bij een schip met twee motoren de toerentallen van de motoren. Stel de trimvlakken en stabilisatoren zodanig in dat deze geen invloed hebben op de koers van het schip. Stuur het schip handmatig op een constante koers. Bevestig de NULSTAND van het roer door de koersknop rechtsom te draaien. Ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen F 119

122 Simrad AP25 Stuurautomaat Minimum roer Sommige vaartuigen vertonen een neiging om niet te reageren op kleine roeruitslagen rondom de roerstand van op koers houden, veroorzaakt door een klein roer, vrije slag van het roer of turbulentie van langs het roer stromend water. Soms kan het op koers houden worden verbeterd door de Minimum Roer functie op ON in te stellen maar de roer activiteit zal hierdoor worden verhoogd. Draai de koersknop rechtsom voor inschakelen van de minimum roer functie. Bereik: OFF-ON (AAN/UIT). Standaard: OFF (UIT) NOOT! NOOT! Zet, tijdens de proefvaart, de Minimum Rudder alleen op Aan als het aantoonbaar een betere koersvastheid geeft op kalm water. Het mag ingesteld worden nadat de autotune is uitgevoerd en een mogelijke fijn instelling van de Roer parameter ter (pag. 132). Kompas kalibratie Via deze functie wordt de kompas kalibratie procedure geactiveerd voor Simrad kompassen die zijn aangesloten op Robnet2 en de aansluitklemmen (HS) van de Stuurautomaat Computer. 1. Het standaard bij de stuurautomaat meegeleverde RC36 Rate Kompas zal de kalibratie en correctie gegevens opslaan in het eigen geheugen. 2. Kompas kalibratie gegevens van een tweede kompas dat op de HS aansluitklemmen is aangesloten zullen worden opgeslagen in het geheugen van de Stuurautomaat Computer. 3. De kalibratie heeft uitsluitend betrekking op het kompas dat in het stuurautomaat systeem actief is. Het kompas Kalibratie display geeft aan welk kompas op dat moment actief is F

123 Configuratie en setup RATE-0 = Rate kompas, FLUX-0 = Fluxgate kompas aangesloten op de HS aansluitklemmen. 4. Als optioneel een NMEA kompas van Simrad of een andere fabrikant is geïnstalleerd raadpleeg dan ook het handboek van dat kompas met betrekking tot de kalibratie omdat dit kompas niet wordt gekalibreerd door de stuurautomaat. Zorg bij het uitvoeren van de kompas kalibratie voor voldoende ruimte rondom uw schip aanwezig is voor het maken van een 360 bocht. De kalibratie dient te worden uitgevoerd onder condities met weinig zeegang en minimale wind voor het verkrijgen van goede resultaten. Het tijdsverloop van de 360 bocht dient seconden te bedragen. Verhoog de snelheid: >>>>> Verlaag de snelheid: <<<<< Snelheid correct: > < 1. Selecteer in het display het Kompas Kalibratie item. 2. Start de bocht (bakboord of stuurboord). 3. Bevestig de start door de koersknop rechtsom te draaien. Het display zal knipperend Kalibreren tonen. Refereer aan de pijlen in het display om uw bochtsnelheid correct in te stellen. 4. Nadat de kalibratie is afgerond (na het uitvoeren van ongeveer 1¼ bocht) wordt dit in het display met de tekst Confirmed bevestigd Kompas deviatie De koers van een magnetisch kompas sensor zal als regel een deviatie vertonen in vergelijking met de ware richting van het aardmagnetische veld. Dit wordt veroorzaakt door magnetische stoorvelden die in het schip aanwezig zijn. De deviatie kan tot een minimum worden beperkt door de kompas sensor zover mogelijk van elk magnetische bron op het schip op te stellen. Anderzijds kunnen andere factoren bij de installatie van het F 121

124 Simrad AP25 Stuurautomaat kompas aanleiding geven tot het sluiten van een compromis (zie pagina 82). Tijdens de kalibratie zal de kompas sensor de grootte en richting van het aanwezige magnetisch veld ter plaatse van de sensor meten. De grootte wordt in % van de grootte van het aardmagnetische veld aangegeven. Als het plaatselijke magnetische veld sterker is dan het aardmagnetische veld (de plaatselijke veldsterkte is meer dan 100%) dan zal de kompas kalibratie mislukken. Als de plaatselijke veldsterkte meer dan 30% bedraagt dan is opsporing en verplaatsing van de magnetische stoorbronnen geboden of dient het kompas naar een andere locatie te worden verplaatst. Met behulp van de plaatselijke veldsterkte hoek kunt u de locatie van magnetische stoorbronnen achterhalen (zie tekening). NOOT! NOOT! Referentie lijn Referentie lijn Grootte plaatselijke veldsterkte in % van de aardmagnetische veldsterkte. Richting plaatselijke veldsterkte in relatie tot referentie lijn. De richting kan ook reciproque zijn. In bepaalde gebieden en op een hoge breedtegraad kan het magnetische stoorveld van grotere invloed zijn en moeten koersfouten van meer dan ±3 wellicht worden geaccepteerd. Kompas correctie Vergelijk de kompas aanwijzing na kalibratie met een betrouwbare referentie, een gecompenseerd kompas of peiling. Als de aanwijzing een vaste afwijking vertoont toets dan STBD voor het volgende menu item of toets STBY voor terugkeer naar de STDBY mode. De correctie voor afwijkingen wordt altijd uitgevoerd na de kalibratie. Als u de COG (koers over de grond) als referentie F

125 Configuratie en setup NOOT! voor de afwijking gebruikt onthoud dan dit een magnetische aanwijzing moet zijn. Met de kompas CORRECTIE voorziening kunt u een vaste koers afwijking corrigeren. Deze afwijking kan het gevolg zijn van een fout in de kompas uitlijning of van een restafwijking nadat de kompas kalibratie is voltooid. De grootte van de correctie geldt alleen voor de koers sensor die bij het bepalen van de correctie was geselecteerd. Dit betekent dat voor elk geïnstalleerd kompas een individuele correctie factor aan de orde kan zijn. Gebruik de koersknop voor selectie van de correctie factor. Op basis van deze correctie wordt de aangewezen kompaskoers ingesteld op een bekende en accurate koers. De Correctie factor kan zowel positief als negatief zijn. Als er na deze correctie nog steeds sprake is van een AFWIJKING dan kan dit probleem worden veroorzaakt door: Het hanteren van een onjuiste koers referentie voor vergelijking met de kompaskoers. Een onjuist verloop van de automatische kalibratie. Zie Kompas deviatie op voorgaande pagina. Ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen of toets STBY voor terugkeer naar de Standby mode F 123

126 Simrad AP25 Stuurautomaat Instellen Boegschroef Richting (Alleen van toepassing indien een boegschroef is aangesloten). Draai de koersknop rechtsom voor instellen van de boegschroef richting. Draai de koersknop rechtsom en verifieer of het schip naar stuurboord draait. De boegschroef stopt na 10 seconden of nadat de STBD toets wordt ingedrukt. Als het schip naar bakboord draait bij rechtsom draaien van de koersknop draai dan de knop linksom om alsnog een stuurboord bocht vast te leggen. De stuurautomaat is nu ingesteld op de correcte boegschroef richting. Bij boegschroeven wordt een wijziging in het richting commando altijd 1 seconde vertraagd om boegschroef schade te voorkomen. NOOT! Wind Correctie Deze correctie is alleen van toepassing indien er een wind transducer rechtstreeks op het SimNet (IS12TW) is aangesloten of indien in het systeem een wind transducer met uitvoer van data in NMEA2000 formaat aanwezig is. Met de Wind Correctie voorziening kunt u corrigeren voor een vaste afwijking van de windhoek. Stel hiertoe de wind demping in op 15 seconden en stuur uw schip rechtstreeks in de wind. Houd de koers seconden vast en observeer de windhoek aanwijzing. Gebruik de koersknop om een eventuele correctie in te voeren die resulteert in een display aanwijzing van F

127 Configuratie en setup De waarde van de Correctie kan zowel positief als negatief zijn. Wind demping Dempen van de schijnbare windhoek komt tot stand via een geavanceerd Wind Filter (AWF) dat zich in de Stuurautomaat Computer bevindt. De invoer naar de AWF dient hiertoe data te omvatten over koers, vaar-snelheid, windsnelheid en schijnbare windhoek. Check of de bronnen van deze data geselecteerd zijn in de User (gebruiker) Setup 2/Bron selectie. De data uitvoer van sensoren, snelheid sensoren en wind sensoren kan sterk variëren. De meting van de windhoek kan tijdens rollen van het schip uiterst grillig verlopen. Onder dergelijke condities geeft de AWF een beter resultaat omdat de berekening van de schijnbare windhoek mede is gebaseerd op koers en vaarsnelheid. Bij verhoging van de Wind demping baseert de AWF zich voor de berekening van de schijnbare windhoek in hogere mate op koers en vaarsnelheid data. Bij verlaging van de Wind demping wordt de AWF meer afhankelijk van ongefilterde schijnbare windhoek data. De invoer van vaarsnelheid naar de AWF is primair Snelheid Over de Grond (SOG). Als deze ontbreekt dan gebruikt de AWF snelheid door het water. Als beide ontbreken dan gebruikt de AWF een vaarsnelheid met een waarde van 1,5 maal de Overgangssnelheid zoals ingesteld in het Installatie/Proefvaart menu. Bereik: seconden Standaard: 15 seconden F 125

128 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! Diepte correctie Deze instelling is alleen van toepassing bij slimme diepte transducers die diepte in NMEA2000 formaat uitvoeren. De NMEA0183 regel DPT omvat een correctie en is de diepte aflezing gerelateerd aan het wateroppervlak. In de NMEA0183 regel DBT ontbreekt de correctie en wordt de diepte aflezing berekend vanaf de transducer positie. Indien de diepte correctie op nul wordt ingesteld dan is de diepte aanwijzing gelijk aan de afstand tussen transducer en bodem. Voor een diepte aanwijzing vanaf het wateroppervlak tot de bodem dient u de diepte correctie in te stellen als een positieve (+) waarde op de verticale afstand tussen het wateroppervlak en de transducer. Als u de diepte wilt instellen op de afstand tussen de kiel en de bodem dan moet u de diepte correctie instellen als een negatieve ( ) waarde op de verticale afstand tussen het wateroppervlak en de kiel. Automatische proefvaart De voorziening Automatische proefvaart stelt automatisch de twee belangrijkste besturing parameters in (Roer en Tegenroer) door het schip een aantal S-bochten te laten maken. De parameters worden bovendien automatisch aangepast aan het type schip zoals in het Voor de wal menu geselecteerd. De automatisch instelling is een optionele procedure die niet vereist is voor het functioneren van de AP25. De AP25 is standaard ingesteld op besturing parameters waarmee de besturing van meeste schepen tussen 30 en 80 voet probleemloos zal verlopen. Aanbevolen wordt echter om automatisch instellen tijdens de proefvaart toch uit te voeren. De aanbevolen snelheid tijdens Automatische proefvaart is afhankelijk van het type schip maar dient minder dan 10 knopen te bedragen F

129 Configuratie en setup NOOT! NOOT! ATTENTIE! Voer de Automatische proefvaart nooit uit met planeer snelheden! Gebruik voor waterverplaatsende schepen een snelheid die ongeveer de helft van de kruissnelheid bedraagt (d.w.z. dat bij een kruissnelheid van 10 knopen voor Automatische proefvaart een snelheid van 5 knopen van toepassing is). De tijdens de Automatische proefvaart berekende parameter waarden worden als HI (hoog) parameter ingesteld. De LO (laag) parameters worden automatisch op 66% van de HI waarden ingesteld. Voorts wordt aanbevolen om de Automatische proefvaart uit te voeren op een oostelijke of westelijke koers omdat dit de beste paramater balans oplevert. Nadat de Automatische proefvaart is voltooid dient het roer handmatig te worden bediend omdat de stuurautomaat naar de STBY mode is teruggekeerd. De Automatische proefvaart functie neemt de besturing van het schip over en voert een aantal S-bochten uit. Hierbij dient altijd sprake te zijn van ruim vaarwater en een veilige afstand tot andere schepen.de tijd om de automatische proefvaart te voltooien bedraagt 1 tot 2 minuten. Toets STBY om de Automatische proefvaart te onderbreken. Draai de koersknop rechtsom voor activeren van Automatische proefvaart. Op het display verschijnt knipperend Autom. proefvaart. Na de Automatische proegfvaart zijn verdere instellingen in principe overbodig. Fijnregeling van de parameters vindt plaats via de respons instelling (pagina 59). Bekijken of wijzigen van parameters kan echter ook vanuit het Parameter menu geschieden. Zie ook Automatische proefvaart oproepen op pagina 134. Ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen of toets STBY voor terugkeer naar de Standby mode F 127

130 Simrad AP25 Stuurautomaat Overgangssnelheid De Overgangssnelheid is de snelheid waarbij de stuurautomaat automatisch de ingestelde besturing parameters van HI (hoog) naar LO (laag) instelt of vice versa (zie pagina 23). De Overgangssnelheid is de snelheid waarbij de stuurautomaat automatisch de ingestelde besturing parameters van HI (hoog) naar LO (laag) instelt of vice versa (zie pagina 22). De standaard ingestelde overgangssnelheid bedraagt 5 knopen. Aanbevolen wordt om de overgangssnelheid in te stellen op de snelheid waarbij het schip gaat planeren of op de snelheid waarbij u van langzaam varen naar varen op kruissnelheid overgaat. De snelheid referentie voor overgangssnelheid wordt (in volgorde van prioriteit) ontleend aan: 1. Snelheid door het water met als bron het snelheid log. 2. Snelheid Over de Grond (SOG) met als bron de GPS/Kaartplotter. Indien geen snelheid gegevens beschikbaar zijn dan is handmatige snelheid selectie noodzakelijk. Zie ook de secties 2.9 en De overgangsnelheid kan door rechtsom draaien van de koersknop worden ingesteld op het gewenste aantal knopen. Bereik: OFF 30 knots Standaard: 5 knopen Ga verder met het volgende menu item door STBD te toetsen. Initiële NAV respons Deze instelling bepaalt of bij inschakelen van de NAV mode het sturen naar de koerslijn van het eerste routedeel snel of vloeiend verloopt. De naderingshoek is adaptief en afhankelijk van de afstand (XTE) tot de koerslijn en de vaarsnelheid F

131 Configuratie en setup Gebruik de koersknop voor selectie van het op snelle of vloeiende wijze sturen naar de koerslijn. Bereik: (Vloeiend) (Snel) Standaard: (Vloeiend) NAV verandering limiet Wanneer in NAV mode, de gewenste koers verandering op het aan te varen waypoint groter is dan het ingestelde limiet, wordt u gevraagd te controleren of de komende koers verandering acceptabel is. De limiet kan ingesteld worden op 10, 20 of 30. Standaard: 10 NOOT! Roerspeling compensatie (Alleen van toepassing wanneer ingesteld voor Virtuele feedback) 1. Om het best mogelijk stuurgedrag te krijgen moeten de vermelde procedures uitgevoerd worden volgens onderstaande volorde: - Voer een autotune uit bij 6-8 knopen in rustig vaarwater. - Zo nodig verfijn de Tegen Roer parameter (zie pag. 133) bij kruissnelheid (LO waarde) en bij langzame snelheid (HI waarde). - Gebruik de reactie controle om de best mogelijke koers vastheid te krijgen (pag. 59). 2. If the autopilot performance is found satisfactory when the above has been completed, skip the following rudder play compensation procedure. The rudder play compensation procedure is only necessary if the steering gear is sloppy. Using this procedure when not required may interfere with F 129

132 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! the steering algorithms and result in poorer steering instead of providing improvements. Speling in het stuurwerk zal altijd het stuurgedrag van de autopiloot reduceren. Het beste resultaat wordt verkregen als spelingen worden gerepareerd en dit wordt dan ook altijd geadviseerd. Met een roerstand terugmelder geïnstalleerd is het effect van roerspeling aanzienlijk verminderd. Als er nog steeds roerspeling is en geen roerstand terugmelder is geïnstalleerd, zal de autopiloot door de inbedrijfsteller afgeregeld dienen te worden. Het effect van roerspeling is verschillend bij langzame snelheid en kruissnelheid, beide situaties dienen individueel gecompenseerd te worden. Deze aanpassing moet gedaan worden op vlak water. Bevestig door koers knop met de wijzers van de klok mee te draaien. Noot! Dit menu item is direct toegankelijk in Auto mode. Druk en houd de INFO/SETUP knop vast tot dit display verschijnt. De verticale streep is de zeilstreep (boeg). Bekijk het aantal pijlen naar iedere kant van de streep terwijl de autopiloot aan het werk is; een > = 1 van koers. Verhoog de roerspeling waarde in stappen door de koers knop te draaien en neem de tijd om het resultaat van iedere stap te bekijken voordat er andere wijzigingen gemaakt worden. De beste instelling is als het aantal pijlen aan beide zijnen van de streep tot het minimum is beperkt. Deze instelling moet bij kruissnelheid (LO instelling) en bij langzame snelheid (HI setting) worden gedaan F

133 Configuratie en setup NOOT! Het verhogen van de roerspeling compensatie zal het aantal roer commando s verhogen. In het bijzonder zal bij langzaam varen kan dit de koers vastheid verbeteren. 4.8 Parameters Ga verder met Parameters door STBD te toetsen of toets STBY voor terugkeer naar de STANDBY mode. In dit menu item kunnen de via de Automatische Proefvaart vastgelegde besturing parameters worden bekeken en zonodig worden gewijzigd. De besturing parameters kunnen ook handmatig worden ingesteld zonder tussenkomst van de Automatische proefvaart. De parameters zijn onderverdeeld in twee sets (pagina 25): Parameters met een HI (hoge) waarde voor automatisch besturing bij lage snelheid en voor de besturing van zeiljachten. Parameters met een LO (lage) waarde voor automatische besturing bij hoge snelheid en voor het hoog aan de wind of een knik in de schoten besturen van zeiljachten F 131

134 Simrad AP25 Stuurautomaat Gebruik de koersknop om een waarde in te stellen Handmatige parameter instelling Display parameter LOw (Laag) Waterverplaat send & Zeil Type schip Planerend & Buitenboord Roer LO Tegenroer LO Autotrim LO 40 sec. 40 sec. Rudder Lim LO HIgh (hoog) Eigen schip Auto Handmatig instellen Gebruik de BB en STBD toetsen voor scrollen langs de parameters NOOT! NOOT! Roer HI Tegenroer HI Autotrim HI 40 sec. 40 sec. Roer Lim. HI De waarden in de tabel zijn standaard fabrieksinstellingen en dienen slechts als voorbeeld. Na het uitvoeren van Automatisch instellen kunnen de waarden afwijken van de tabel waarden. Zie ook Automatische Proefvaart elders in dit hoofdstuk. Zet bij gebruik van de Virtuele Rudder Feedback de Autotrim op 20 seconden. De twee meest behangrijke parameters die bepalend zijn voor de prestatie van automatische besturing zijn Roer en Tegenroer. Roer stelt de roer versterking in, d.w.z. de verhouding tussen de opgedragen roerhoek en de koersfout. Te sturen koers Te weinig roer Te sturen koers Teveel roer F

135 Configuratie en setup Bij te weinig Roer slaagt de stuurautomaat er niet in om strak koers te houden. Bij teveel Roer ontstaat een onstabiele besturing met verlies van snelheid. Bij lage snelheid is meer roeruitslag vereist dan bij hoge snelheid. NOOT! Zie ook Minimum Roer op pag Tegenroer is de parameter die het effect van draaisnelheid en inertie van het schip neutraliseert. Voor een korte periode wordt tegenroer toegevoegd aan de proportionele roer respons zoals ontleend aan de koersfout. Soms kan de indruk bestaan dat het roer geneigd is naar de verkeerde kant te bewegen (tegenroer). De beste methode om de waarde van de Tegenroer instelling te beoordelen is tijdens het maken van bochten. De afbeeldingen illustreren het effect van diverse Tegenroer instellingen. Tegenroer instelling te laag; slingerende respons naar nieuwe koers Nieuwe koers Nieuwe koers Tegenroer instelling te hoog met trage en aarzelende respons Nieuwe koers Correcte instelling van tegenroer, ideale respons Autotrim is standaard ingesteld op 40 seconden hetgeen bij de meeste schepen goed zal voldoen. Roer limiet dient op maximaal 20 graden te worden ingesteld tenzij tijdens proefvaart manoeuvres meer roeruitslag is vereist F 133

136 Simrad AP25 Stuurautomaat Automatische Proefvaart oproepen? Draai de koersknop rechtsom voor oproep van de parameters die tijdens de Automatische Proefvaart procedure werden vastgelegd. Na oproep van de parameter waarden zal in het display Confirmed (bevestigd) worden getoond. Verlaat het parameter menu door STBD te toetsen en vervolg met het Service menu of toets STBY voor terugkeer naar normaal AP25 bedrijf. 4.9 Service Menu Selecteer de STANDBY mode en houd de INFO/SETUP toets 5 seconden ingedrukt voor toegang tot het Installatie Menu. Toets STBD button voor de selectie van "SERVICE" en draai de koersknop rechtsom ter bevestiging. Systeem data en SimNet/NMEA data zijn test functies voor analyseren van data die door de AP25 worden verwerkt. Sn is een uniek SimNet ID nummer voor de specifieke AP25 bedieningsunit Druk op een mode toets (STBY, AUTO of NAV) om het menu te verlaten F

137 Configuratie en setup Systeem Data Menu Draai de koersknop rechtsom voor de selectie van Systeem data. Dit menu biedt u additionele systeem data die van dienst kan zijn bij het testen of troubleshooten van het systeem. Stuurkompas Stuurkompas aanwijzing, M=Magnetisch, T=True (waar) Roer Roerhoek. Normaliter tussen 0 en 45. Invoer voltage Boordnet voltage op invoer aansluitklemmen Drive out Het benodigde aandrijf unit vermogen in % van het maximum (100%) voor het verkrijgen van een acceptabele roersnelheid. Clutch/bypass Verifieert of een koppeling of bypass klep is geactiveerd tijdens het uitvoeren van de roer test. SimNet en NMEA Data Scherm Decoderen Toets STBD om het scherm te selecteren en bevestig dit door de koersknop rechtsom te draaien. Het menu voorziet u van status informatie over diverse SimNet en/of NMEA berichten die het systeem gebruikt De binnenkomende signalen worden gedecodeerd aan de hand van een in de stuurautomaat ingebouwde prioriteiten tabel. Cross Track Error (dwarsfout op track) en koers informatie worden ontleend aan de NMEA berichten met de hoogste prioriteit F 135

138 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! NOOT! Bij alle data items wordt een van de volgend codes getoond: Geen data of geen NMEA regel beschikbaar bij de invoer poort die de benodigde data bevat. OK Geldige data gevonden. INV Bericht met ongeldige informatie. FRM Bericht bezit een onjuist formaat zoals: a) Onjuiste controle som b) Verkeerde inhoud in data veld(en) Als data ontbreekt of ongeldig is ga dan als volgt te werk: Controleer de NMEA signaal monitor (zie navolgend). Open de pagina voor bron selecteren in het User (gebruiker) setup menu en controleer of de data beschikbaar zijn. Controleer de setup van de navigator en stel zeker dat de juiste data wordt verzonden. Voer een NMEA Poort Test uit (hardware) zoals beschreven op de volgende pagina. De WIND aanwijzing is de schijnbare wind van links (L) of rechts (R). De SNELHEID aanwijzing is de snelheid door het water. NMEA signaal monitor Nabij de NMEA aansluitklemmen van de Stuurautomaat Computer bevindt zich een groene monitor LED die met RX is gemarkeerd. Een knipperende LED geeft aan dat een NMEA signaal wordt ontvangen. De LED geeft echter geen uitsluitsel over de inhoud van het bericht. Verwissel het RX LED niet met het LED dat met TX is gemarkeerd. De TX LED zal altijd branden of knipperen als de stuurautomaat is ingeschakeld. NMEA Poort test (hardware) Ontkoppel de kabels van de Hoofd PCB in de Stuurautomaat Computer en verbind TX1+ met RX1+ en TX1- met RX1-. Ga bij de Voeding PCB op dezelfde wijze te werk: verbind TX2+ met RX2+ en TX2 met RX F

139 Configuratie en setup Selecteer onder Service in het Installatie menu NMEA poort test door STBD te toetsen en bevestig dit door de koersknop rechtsom te draaien. Verifieer of de hardware OK is. Zo niet vervang dan het (de) betrokken PCB( s). Vervolg met het SimNet Setup menu door STBD te toetsen of toets STBY voor terugkeer naar normaal AP25 bedrijf. Simnet setup Groep selectie SIMRAD: De stuurautomaat is deel van de Simrad groep. Bron selectie zal gelden voor alle producten in de groep (gesynchroniseerd). STAND-ALONE: Bron selectie voor de stuurautomaat zal niet naar andere producten in de Simrad groep worden overgedragen (geen synchronisatie). Backlighting Stel de backlighting (achtergrond verlichting) in op synchronisatie met een van de drie verlichting banken (1-3) die op het SimNet beschikbaar zijn of op STAND ALONE voor individuele bediening van de stuurautomaat verlichting. Apparaat nummer (Instance number) Een optie om units te identificeren via een nummer indien de stuurautomaat is aangesloten op een NMEA2000 Netwerk. Bij SimNet units wordt het Apparaat nummer toegevoegd aan de product naam, b.v. AP25-1, AP25-2, voor snelle identificatie van diverse display schermen F 137

140 Simrad AP25 Stuurautomaat SimNet gateway Hiermee wordt aangegeven welke bedieningsunit informatie verzendt en ontvangt via het SimNet. Het display bevestigt dit met Ja en alle andere units tonen Nee in het display. Global SimNet reset Hiermee wordt een totale reset van de SimNet setup in de SimNet groep uitgevoerd en automatisch een nieuwe interface setup ingesteld (zie sectie 4.1). NOOT! Totale Systeem Reset (Master reset) Een totale Systeem Reset maakt deel uit van de eindtest in de fabriek en stelt alle geheugens in op de instellingen af fabriek. Een totale Systeem Reset behoeft u normaliter niet uit te voeren tenzij u alle tijdens de installatie setup procedure opgeslagen waarden wilt wissen. Voor de totale Systeem Reset is een dubbele bevestiging vereist om een ongewenste reset te voorkomen. Draai voor het uitvoeren van een totale reset de koersknop rechtsom en let op het display. Draai de koersknop daarna linksom. In het display verschijnt nu Totale Reset bevestigd. Indien u geen totale Systeem reset heeft uitgevoerd toets dan STBY om het Installatie menu te verlaten en terug te keren naar normaal AP25 bedrijf. Indien een totale Systeem Rest is uitgevoerd raadpleeg dan sectie 4.2. Definitieve Proefvaart Nadat alle instellingen in het Installatie menu zijn voltooid kunt u uitvaren en een definitieve proefvaart op ruim vaarwater en een veilige afstand tot andere schepen uitvoeren F

141 Configuratie en setup Bestuur het schip in de AUTO mode op alle hoofdstreken van het kompas. Begin met lage en middelmatige snelheden om vertrouwd te raken met de respons van de AP25. Als de hardware voor automatische HI/LO parameter selectie is aangesloten en geconfigureerd verifieer dan dat de omschakeling HI/LO daadwerkelijk optreedt en dat de HI/LO parameters wijzigen nadat de overgangssnelheid met een snelheid van meer of minder dan 1 knoop wordt gepasseerd. Beproef het effect van de HI (hoog) en LO (laag) parameter instellingen. Beproef de Uitwijk en U-bocht functie. Als een Non-Follow Up handel (of handheld afstandsbediening) is aangesloten, test dan het wijzigen van modes en controleer de bakboord en stuurboord besturing commando s van de handel. Voer bij elke op het systeem aangesloten navigator waypoints in en controleer of de stuurautomaat in de NAV mode bij elke NAV bron de besturing correct overneemt. Probeer de NoDrift mode. Gebruik bij zeiljachten de WIND mode en beproef de AP25 met verschillende schijnbare windhoek instellingen. Beproef ook de WINDN(av) mode, de geoptimaliseerde VMG en WCV (Waypoint Closure Velocity = waypoint naderingssnelheid) tijdens het zeilen naar een waypoint via overstag manoeuvres. Als het gedrag van de roer respons tijdens de proefvaart te agressief is dan kunt u de roersnelheid verlagen om het stuurgedrag meer vloeiend te laten verlopen. Anderzijds kan bij een zeiljacht tijdens varen voor de wind een hogere roersnelheid gewenst zijn. De motor aandrijving uitvoer (pagina 108) kan in dat geval worden aangepast. Hanteer hierbij stappen van maximaal 10% van de aanwijzing zoals tijdens de automatische proefvaart werd ingesteld (pagina 107). Activeer hierna altijd opnieuw de functie Automatisch instellen. Zorg dat de eigenaar gebruiker training krijgt F 139

142 Simrad AP25 Stuurautomaat NOOT! Gebruiker training De gebruiker dient instructie te krijgen over de operationele basis functies zoals: Het systeem inschakelen en uitschakelen. Wijzigen van modes. Leg in het kort uit wat er gebeurt in de verschillende modes. Handmatig overnemen van de besturing vanuit elke mode. Leg uit in welke modes het roer aan de stuurautomaat is gekoppeld (bypass/koppeling). Het commando vanaf een "inactief" station overnemen indien van toepassing). Het gebruik van de blokkeer mode, hoe blokkeren/deblokkeren wordt uitgevoerd en hoe het systeem kan worden uitgeschakeld vanaf een geblokkeerde bedieningsunit (indien van toepassing). Gebruik van de Non-Follow-up en Follow-up besturing modes en aangeven wat het verschil tussen beide modes is. Geen Follow-up mode wanneer geconfigureerd voor Virtuele feedback Het gebruik van een Non-Follow-up en Follow-up bedieningsunit indien aangesloten. Koers wijzigen met de toetsen en de koersknop. Verplaatsing in het User (gebruiker) Setup Menu en aangeven hoe (en waarom) instellingen gewijzigd kunnen worden. Aangeven hoe alternatieve bronnen voor koers (kompas), navigatie (GPS, kaartplotter), snelheid, diepte, etc. geselecteerd kunnen worden (in zoverre aanwezig). Begrijp het verschil tussen NAV mode en NoDrift mode en hun data bron (Nav, Pos). Locatie van kompassen en benadrukken dat magnetische voorwerpen op afstand gehouden moeten worden. Locatie van de Hoofd stroomonderbreker en de separate SimNet stroomonderbreker (indien geïnstalleerd). De werking van de boegschroef in combinatie met de stuurautomaat toelichten F

143 Onderhoud 5 ONDERHOUD 5.1 Bedieningsunit Bij normaal gebruik zal de AP26 bedieningsunit weinig onderhoud verlangen. Als de unit moet worden gereinigd gebruik dan schoon water en een milde zeepoplossing (geen wasmiddel). Gebruik in geen geval chemische schoonmaakmiddelen of petrochemische producten zoals diesel, petroleum, etc. Zorg dat alle niet gebruikte Robnet 2 connectors zijn voorzien van een beschermkap. Aangeraden wordt om bij het begin van elk seizoen alle aansluitingen naar de bedieningsunit te controleren en te beschermen met vaseline of WD40. Als de bedieningsunit niet van het schip wordt verwijderd plaats dan altijd de witte beschermkap. 5.2 Stuurautomaat Computer Speciaal onderhoud is niet vereist. He is echter raadzaam om bij het begin van elk seizoen de interne en externe aansluitingen visueel te controleren. 5.3 Roer Feedback 5.4 Kompas Voer elke 2 tot 3 maanden en bij het begin van elk seizoen een visuele controle uit en voorzie de kogelgewrichten zonodig van een laagje vet (RF300). Als het kompas is blootgesteld aan weersinvloeden voer dan elke 2 tot 3 maanden en bij aanvang van het seizoen een visuele controle uit. 5.5 Aandrijf unit Volg de onderhoud instructies in het handboek van de aandrijf unit F 141

144 Simrad AP25 Stuurautomaat 5.6 Omwisselen van software programma Stuurautomaat Computer EPROM Stuurautomaat Computer Figuur 5-1 AC10/AC20/AC40 Hoofd PCB ATTENTIE! Verwijder de EPROM uit de houder met behulp van een speciaal extractie hulpstuk (onderdeel nr ). Schuif de twee grijpstiften van het hulpstuk via beide uitsparingen in de hoeken van de houder naar beneden. Knijp de grijpstiften naar elkaar toe en trek de EPROM uit de houder. De identificatie sticker geeft aan: - Naam van de unit - Onderdeel nummer - Software versie Stel bij het plaatsen van een nieuwe EPROM zeker dat de afgevlakte hoek goed aansluit op de corresponderende hoek van de houder en duw de EPROM voorzichtig in de houder. EPROM voor AC10, AC20 en AC40 Stuurautomaat Computers: P/N Afgevlakte hoek Identificatie sticker Uitsparingen F

145 Onderhoud Voer na het omwisselen van de EPROM een Totale Systeem reset uit zoals beschreven op pagina 138. Stuurautomaat Bedieningsunit Voor het programmeren van de Bedieningsunit is een speciale PC kit benodigd. Deze kit kan bij Simrad worden besteld: Programmeer kit P/N Instructies zijn bijgevoegd. Software download connector Figuur 5-2 Deel van de AP25 PCB Verwijder alle kabels los en draai de schroeven van het achterdeksel los. Het achterdeksel kan door stevig trekken van de borgklampen worden verwijderd. Daarna heeft u toegang tot de software download connector F 143

SIMRAD AP16 Stuurautomaat

SIMRAD AP16 Stuurautomaat HANDBOEK SIMRAD AP16 Stuurautomaat 20221651F Sw. 1.2.01 Nederlands Handleiding Handleiding Dit handboek is bedoeld als naslagwerk voor het bedienen en correct installeren van de Simrad AP16 Autopilot.

Nadere informatie

Handboek. Simrad AP28 Autopilot. www.simrad-yachting.com. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics

Handboek. Simrad AP28 Autopilot. www.simrad-yachting.com. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad AP28 Autopilot Nederlands Sw.1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics A P 2 8 Handboek Simrad AP28 Autopilot Nederlands Sw.1.2 Document nr.: 20223053

Nadere informatie

Handboek. Simrad AP24 Autopilot. www.simrad-yachting.com. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics

Handboek. Simrad AP24 Autopilot. www.simrad-yachting.com. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad AP24 Autopilot Nederlands Sw.1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad AP24 Autopilot Nederlands Sw.1.2 Document nr.: 20222998 Herziene

Nadere informatie

GPS repeater. Inleiding

GPS repeater. Inleiding NASA GPS repeater Inleiding De Clipper GPS repeater wordt geleverd met 10 meter kabel, een 9 pins RS 232 connector en een 12 Volt voedingkabel. Het apparaat neemt gegevens over zoals verzonden door een

Nadere informatie

AP60 Beknopte gebruiksaanwijzing

AP60 Beknopte gebruiksaanwijzing AP60 Beknopte gebruiksaanwijzing NL Het frontpaneel AP 60 1 2 3 5 NAV NO- DRIFT 4 TURN 9 STBY 6 7 8 1 Menu toets. Eenmaal indrukken om het snelmenu van de actieve stuurmodus weer te geven. Tweemaal indrukken

Nadere informatie

DUTCH Document number: Date:

DUTCH Document number: Date: DUTCH Document number: 86142-1 Date: 02-2011 Let op: Zorg dat u er altijd zicht op hebt Met automatische koersbesturing is het besturen van uw schip gemakkelijker, maar het is GEEN vervanging van goed

Nadere informatie

GO XSE Beknopte handleiding

GO XSE Beknopte handleiding GO XSE Beknopte handleiding NL Voorpaneel 1 Nummer Toets 1 Voeding Functie Druk één keer om het dialoogvenster Systeem regelingen te openen. Houd de knop ingedrukt om de unit aan of uit te zetten. Het

Nadere informatie

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2 Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw. 1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw.1.2 Document

Nadere informatie

GO XSE Verkorte handleiding

GO XSE Verkorte handleiding GO XSE Verkorte handleiding NL Voorpaneel 1 Nummer Toets 1 Voeding Functie Druk één keer om het dialoogvenster Systeem regelingen te openen. Houd de knop ingedrukt om de unit aan of uit te zetten. Het

Nadere informatie

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 Meter aangeschaft. De HS-1 CO 2 Meter

Nadere informatie

Bedieningshandboek. Simrad AP50 Autopilot. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics. www.simrad-yachting.com

Bedieningshandboek. Simrad AP50 Autopilot. A brand by Navico - Leader in Marine Electronics. www.simrad-yachting.com Bedieningshandboek Simrad AP50 Autopilot Nederlands Sw.1.3 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Bedieningshandboek SIMRAD AP50 Autopilot 20221123/E Sw. 1.3 Nederlands

Nadere informatie

NPS-16 Burenalarmeringssysteem

NPS-16 Burenalarmeringssysteem Handleiding voor Alphatronics B.V. de gebruiker NPS-16 Burenalarmeringssysteem Burenalarmeringssysteem Revisie A Uitgave 10-1998 Alphatronics B.V. (MDK) INHOUD INHOUD... Pagina 1 Introductie... Pagina

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service)

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) Machines met XTC Mk3 Proportioneel Controls (7 service) wordt geleverd met de hieronder getoonde besturing. De eenheden voor zowel elektrische en

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1 LLOYD'S REGISTER QUALITY ASSURANCE Room Controller NEW I S O 9 00 1 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N BEDIENING Bediening Deze regelaars werken alleen met de volgende typen binnenunits: 42HMC---N

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Copyright TEF Nederland erland B.V. Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten

Nadere informatie

Verkorte handleiding

Verkorte handleiding Zeus 3 Verkorte handleiding NL Voorpaneel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 12 Nr. Beschrijving 1 Touchscreen. 1 Pagina's/Home-knop - indrukken om de home pagina te openen voor paginaselectie en 2 instelopties.

Nadere informatie

LCD scherm ve LCD scherm

LCD scherm ve LCD scherm scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf

Nadere informatie

Handleiding KCVR9NE KCVR9NE

Handleiding KCVR9NE KCVR9NE Handleiding Instructies voor de installatie: Instructies voor de verwijdering van de vetfilter. Weghaalbaar bovenste glas Weghaalbaar onderste glas 1) Fasen voor het weghalen van het bovenste glas: NB:

Nadere informatie

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com FAQ en HANDLEIDINGEN MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale Junior V4 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset

Nadere informatie

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display 1 Product en type naam 1.1 Intelligent LCD Display 1.2 Model: APT12LCD800S 2 Elektrische Parameters 24V/36V/48V batterij ondersteuning Rated operating

Nadere informatie

Navio Electronische besturingssystemen

Navio Electronische besturingssystemen MD-can besturingscomputer Het is moeilijk om in de bestaande PLC techniek een PLC te vinden die magneten van kleppen rechstreeks kan aansturen. Daarom heeft Hydrosta een eigen besturingscomputer ontwikkeld.

Nadere informatie

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00. Uitgifte datum: 01-11-2014

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00. Uitgifte datum: 01-11-2014 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 Uitgifte datum: 01-11-2014 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 meter aangeschaft.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Bedienpaneel MINI-REP

Gebruikershandleiding. Bedienpaneel MINI-REP Gebruikershandleiding Bedienpaneel MINI-REP Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten en stoppen van de Ontruiming 1.5. Uitlezen

Nadere informatie

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE BEDIENING CENTRALE EN WEERGAVE... 2 Hoofdcentrale... 2 Primaire indicators... 2 Druktoetsen... 2 Toetsenbord... 3 Omschrijving LEDs... 4 BEDIENINGSACTIES OP DE CENTRALE... 5 Uitgangen Buiten-

Nadere informatie

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage Handleiding Inhoud 1. Beschrijving... 3 2. Onderdelen... 3 3. Aansluitschema s... 2 3.1. In een Velbus domotica-installatie... 2 3.2. Standalone...

Nadere informatie

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Versie 1.2.1 Korsmit Rally Elektronics 16-7-2017 Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 1. informatie... 4 Achtergrond... 4 Weergaven:... 4 2. Werking... 5 3.1:

Nadere informatie

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com FAQ en HANDLEIDINGEN MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten en stoppen van de Ontruiming

Nadere informatie

Handleiding ALFANET 70-Clock

Handleiding ALFANET 70-Clock Handleiding ALFANET 70-Clock 1 Werking De ALFANET 70-Clock is een real-time weekklok met een relais uitgang en twee contact ingangen geschikt voor paneel inbouw. Er zijn 7 schakeltijden die via parameters

Nadere informatie

Deze handleiding is alleen bedoeld voor flightsimulatie doeleinden en mag NOOIT worden gebruikt in een echt vliegtuig. De auteurs zijn niet

Deze handleiding is alleen bedoeld voor flightsimulatie doeleinden en mag NOOIT worden gebruikt in een echt vliegtuig. De auteurs zijn niet Deze handleiding is alleen bedoeld voor flightsimulatie doeleinden en mag NOOIT worden gebruikt in een echt vliegtuig. De auteurs zijn niet aansprakelijk voor fouten en eventueel andere schade. Voorwoord

Nadere informatie

PACK TYXIA 541 et 546

PACK TYXIA 541 et 546 PACK 54 et 546 FR EN Notice d installation Installation instructions PL Instrukcja instalacji Installatie-instructies Inhoud van packs Inhoudsopgave Set 54 7 Set 546 7 6 5630 5730 / Installatie van de

Nadere informatie

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet Beste Gebruiker, Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Neemt u a.u.b. deze handleiding zorgvuldig

Nadere informatie

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C Gebruikershandleiding ALFA 75MTT MelkTankThermostaat. VDH doc. 080743 Versie: v.0 Datum: 29052008 Software: ALFA75MTT File: Do080743.WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0, C * Beschrijving. De ALFA 75MTT is een

Nadere informatie

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2

Handboek. Simrad IS20 Analog Instrument reeks. Nederlands Sw. 1.2 Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw. 1.2 www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics Handboek Simrad IS20 Analog Instrument reeks Nederlands Sw.1.2 Document

Nadere informatie

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5 NL BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5 GEBRUIK VAN DE INFRAROOD AFSTANDSBEDIENING BELANGRIJK VOOR GEBRUIK : Voordat U het toestel gebruikt gelieve zeker te zijn dat : Het binnentoestel correct is aangesloten op

Nadere informatie

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET MODULES VM130 HANDLEIDING 2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET WWW.VELLEMANPROJECTS.EU Inhoudstafel Beschrijving 3 Eigenschappen en technische gegevens 4 Instructies voor de zender 4 Instructies voor de

Nadere informatie

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING LMD-AE-09HDI-SET LMD-AE-12HDI-SET LMD-AE-18HDI-SET LMD-AE-24HDI-SET Pag 1 Inhoud: Afstandsbediening specificatie.. 3 Afstandsbediening functies.. 4 Betekenis

Nadere informatie

Draadloze Installatie Handleiding

Draadloze Installatie Handleiding Draadloze Installatie Handleiding VOOR INSTALLATEURS Alles wat u moet weten INHOUDSOPGAVE Page A Directe modus... 44 B "Draadloze bus" modus... 46 C Groepsopdracht gebruiken met de "Draadloze bus... 48

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing PCE-123

Gebruiksaanwijzing PCE-123 PCE Brookhuis Institutenweg 15 7521 PH Enschede Nederland Tel.: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 430 36 46 info@pcebenelux.nl PCE-123 Eigenschappen: 1. 4-20mA (belasting 1KΩ, voeding 24V) 2. 0-100.00mV, 0-1.000V,

Nadere informatie

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik

Nadere informatie

Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster

Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster Beste Gebruiker, Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T -

Nadere informatie

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat VDH doc: 9675 Versie: v. Datum: 7729 Software: 9668 MC885HLCMP File: Do9675.wpd Regelbereik: 5/+7 C per, C * Werking De MC 885 HL CMP is een brander thermostaat

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 Draagbare CO 2,temperatuur, RV-meter Aan / uit schakelen Druk enkele seconden op de SET knop totdat de meter een kort geluid signaal geeft. De meter gaat nu 30

Nadere informatie

CLIPPER Wind NASA NAUTISCHE INSTRUMENTEN NASA MARINE LTD BOULTON ROAD STEVENAGE HERTS. SG1 4QG 00 44 (0) 1438 354033

CLIPPER Wind NASA NAUTISCHE INSTRUMENTEN NASA MARINE LTD BOULTON ROAD STEVENAGE HERTS. SG1 4QG 00 44 (0) 1438 354033 CLIPPER Wind NASA NAUTISCHE INSTRUMENTEN NASA MARINE LTD BOULTON ROAD STEVENAGE HERTS. SG1 4QG 00 44 (0) 1438 354033 INHOUDSOPGAVE Introductie 03 Controle vooraf 03 Masttop sensor installatie 03 Display

Nadere informatie

Installatiehandleiding Precision-9

Installatiehandleiding Precision-9 Installatiehandleiding Precision-9 Algemeen Het Precision-9-kompas is ontworpen voor het uitzetten van een magnetische koers voor zeil- en motorboten. Het kan worden verbonden met het NMEA 2000-netwerk

Nadere informatie

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden. De onderstaande symbolen worden in de handleiding en op het apparaat zelf gebruikt als waarschuwing. Hiermee wordt getoond hoe het product veilig en correct wordt gebruikt om persoonlijk letsel aan u en

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Afstandsbediening Telis 16 RTS Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure

Nadere informatie

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL Syncro AS Analoge Brandmeldcentrale Gebruikershandleiding Man-1100 030209V1.0NL Index Section Page 1. Inleiding...2 2. Bediening...2 3.1 Bedieningsniveau 1...2 3.2 Bedieningsniveau 2...2 3. Alarmen...2

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. SAM 100 Snelheid-Areaal Meter. Calibratie en Werking Software Reference WZ306-001

Gebruiksaanwijzing. SAM 100 Snelheid-Areaal Meter. Calibratie en Werking Software Reference WZ306-001 Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) Dit product handelt overeenkomstig de overheidsrichtlijnen 89/336/EEC wanneer het geïnstalleerd en gebruikt wordt volgens de passende instructies. Diensten en Technische

Nadere informatie

PowerGrade. Korte gebruiksaanwijzing

PowerGrade. Korte gebruiksaanwijzing PowerGrade Korte gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave PowerGrade... 1 Korte gebruiksaanwijzing... 1 Inhoudsopgave... 2 1 Display uitleg... 3 2 Aan de slag... 4 Plaatsen van het paneel... 4 Afnemen van het

Nadere informatie

KIT OVO. De automatisering moet worden onderworpen aan onderhoud op een regelmatige basis om een goede werking te garanderen.

KIT OVO. De automatisering moet worden onderworpen aan onderhoud op een regelmatige basis om een goede werking te garanderen. Onderhoud De automatisering moet worden onderworpen aan onderhoud op een regelmatige basis om een goede werking te garanderen. 01. OVO vergt gepland onderhoud om de 6 maanden of 3000 manoeuvres na eerdere

Nadere informatie

Installeren van de Forest Shuttle. Home Automation by

Installeren van de Forest Shuttle. Home Automation by Installeren van de Forest Shuttle Installeren van de Forest Shuttle 1 Assembleer de rail 2 Installeer de steunen en monteer de rail in de steunen 3 Hang de gordijnen pas na het instellen van de eindposities.

Nadere informatie

Shanny SN600C-RF Speedlite. Review van de Shanny SN600C-RF met SN-E3-RF radio trigger

Shanny SN600C-RF Speedlite. Review van de Shanny SN600C-RF met SN-E3-RF radio trigger Shanny SN600C-RF Speedlite Review van de Shanny SN600C-RF met SN-E3-RF radio trigger STEPHAN HOEK 26-01-2015 SHANNY SN600C-RF & SN-E3-RF REVIEW Chinese fabrikant Shanny heeft een nieuwe flitser met radio

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V7 Real Time Clock met LCD scherm

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V7 Real Time Clock met LCD scherm Spanningdriver LEDVD5CH20A-V7 Real Time Clock met LCD scherm Spanningdriver waarbij de uitgangen door de Real Time Clock worden ingesteld door middel van user interface print met LCD display De vijf kanalen

Nadere informatie

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger Gebruikers handleiding JupiterPro P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies. 4 Het scherm... 5 Ontvangen en lezen van de meldingen.. 6 Prioriteit per capcode selecteren

Nadere informatie

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l Timer TI 100 Nederlandse Handleiding w w w. b i t n e d e r l a n d. n l Inhoudsopgave 1. Introductie 2. Veiligheidssymbolen 3. Algemene regels 4. Technische omschrijving 4.1 Functie 5. Installatie 5.1

Nadere informatie

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 DUTCH Document number: 86141-1 Date: 11-2010 Instrumentbesturingen Besturen van indeling en functies. Het instrument inschakelen

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Copyright RETEG b.v. Bedieningshandleiding voor de Display s 1 Rev 2.0, 06-07-2006 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING...

Nadere informatie

Alfanet PC-interface 2e gen.

Alfanet PC-interface 2e gen. Alfanet PC-interface 2e gen. Hardware Gebruiksaanwijzing Omschrijving : Alfanet PC-interface met real-time klok Doc.nr.: 020310 Soort: HANDLEIDING Aantal bladen: 8 Versie: V1.2 Bestand: Do020310 Alfanet

Nadere informatie

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE INHOUDSTABEL 1. INLEIDING 01 2. VEILIGHEID 01 3. WERKING 01 4. OBOUW 02 ALGEMEEN 02 MAATTEKENING 02 MONTAGE 02 ELEKTRISCH SCHEMA 04 4.1 AANSLUITING D300E II

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds Bedieningspaneel Dit hoofdstuk bechrijft de het bedieningspaneel en de funktie van de LEDS. Note: de labels van de knoppen en de leds kunnen iets afwijken van de tekst echter de funkties blijven hetzelfde

Nadere informatie

Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening

Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening Well Straler Industrielaan 22 9320 Erembodegem info@wellstraler.be www.wellstraler.be Inhoudstafel

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING HD-9022. Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

GEBRUIKSAANWIJZING HD-9022. Microprocessor Volledig vrij instelbare controller GEBRUIKSAANWIJZING HD-9022 Microprocessor Volledig vrij instelbare controller HD9022 MICROPROCESSOR CONFIGURATIE CONTROLLER De microprocessor gestuurde controller HD9022 is een aflees- en regelunit met

Nadere informatie

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Meting van de ruimte T en relatieve vochtigheid (rh) Voedingsspanning : AC/DC 24 Volt Bus interface : MODBUS RTU (RS45) Uitgangssignaal T : proportioneel

Nadere informatie

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004 ARTIKELNUMMER: RK-3004 Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u start met de montage of programmering RUKRA EUROPE B.V. WWW.RUKRA.EU INFO@RUKRA.EU Handleiding ALGEMENE INFORMATIE De Remote DIGIT

Nadere informatie

DucoBox Focus HANDS ON. BE(nl)

DucoBox Focus HANDS ON. BE(nl) DucoBox Focus HANDS ON BE(nl) 1 2 1. Aansluiting & knoppen 2. LED-indicatie 3 3. Elektronische installatie a. Bekabeling Regelkleppen: Tijdens de bekabeling van de Regelkleppen dient de DucoBox Focus spanningsloos

Nadere informatie

Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109

Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109 Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109 Aantal druktoetsen: 4 stuks met de volgende functies: On/off toets voor in- en uitschakelen, toets 1 laagste vermogen, 2 midden stand, 3 max.

Nadere informatie

SCHAKELAARS: NAMEN EN FUNCTIES 5/91

SCHAKELAARS: NAMEN EN FUNCTIES 5/91 SCHAKELAARS: NAMEN EN FUNCTIES 5/91 5. SCHAKELAARS: NAMEN EN FUNCTIES 5.1. SECTIE LCD-SCHERM Op onderstaande afbeelding zijn ter referentie alle indicaties weergegeven. Het tijdens bedrijf werkelijk weergegeven

Nadere informatie

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING 4-019 99104 CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING Index 1. Eigenschappen 3. Specificaties 3 3. Installatie - aansluiting 3 4. Bedradingen 4 5. Aansluitschema 4 6. Reset 5 7. Geluid en licht indicatie 5

Nadere informatie

Handleiding Teknatool houtdraaibank Nova DVRxp Nederlands bij gebruik van de originele Engelse handleiding

Handleiding Teknatool houtdraaibank Nova DVRxp Nederlands bij gebruik van de originele Engelse handleiding Teknatool houtdraaibank Nova DVRxp Artikelnummer: 24207 Besturingssysteem software versie: 4.54x Interface software versie: s03 Teknatool International, 13 juli 2006 1.0 Introductie 1.1 Algemeen Deze handleiding

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Bosch KBD-UXF

Aanvullende handleiding Bosch KBD-UXF Handleiding Aanvullende handleiding Bosch KBD-UXF Correctie op originele Bosch Handleiding Aanvullende informatie Artikelnummer: Bosch KBD-UXF Versie: 1 ARAS Security B.V. Postbus 218 5150 AE Drunen NL

Nadere informatie

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut. Proteus PEC-4850 Computerhandleiding Standaard trainingsstappen Stap 1: Stap 2: Stap 3: U kunt de rechterknop naar rechts of naar links draaien om een programma te selecteren; variërend van MANUAL, PROGRAM

Nadere informatie

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display 1 1 Product en type naam 1.1 Intelligent LCD Display 1.2 Model: APT12LCD800S 2 Elektrische Parameters 24V/36V/48V batterij ondersteuning 1RPLQDOH

Nadere informatie

Proteus EEC 2505 / 3000 / 3005

Proteus EEC 2505 / 3000 / 3005 Proteus EEC 2505 / 3000 / 3005 Korte handleiding van het computergedeelte Dit systeem is ontworpen voor een programmeerbare magnetische elliptical trainer. Er zijn 3 onderdelen die tot dit systeem behoren,

Nadere informatie

F O R E S T S H U T T L E S / L

F O R E S T S H U T T L E S / L 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE S / L Installeren van de FOREST SHUTTLE S / L 1 Assembleer de rail 2 Installeer de steunen en monteer de rail in de steunen 3 Hang de gordijnen pas na het instellen

Nadere informatie

BEP 600-GD EN 600-GDL CONTOUR MATRIX GAS DETECTOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

BEP 600-GD EN 600-GDL CONTOUR MATRIX GAS DETECTOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING BEP 600-GD EN 600-GDL CONTOUR MATRIX GAS DETECTOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING INDEX KENMERKEN 3 INTRODUCTIE 3 AFMETINGEN 4 AANSLUIT SCHEMA 5 INSTALLATIE 6 SENSOR INSTALLATIE 6 GEBRUIK 6 TEST/STILALARM

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE 16 Kanaals vrij te programmeren dimmer en schakel Controller DMX-512 DJ MINGLE DM-16 C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 M MASTER A LEVEL SPEED AUDIO FADE TiME 6.99 Manual Midi Channel

Nadere informatie

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder:

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder: Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder: Montage van de R.E.D. in uw voerboot: Zoek eerst een geschikte vlakke plek op in de boot voor het monteren van de sensor, deze plek goed afschuren met schuurpapier

Nadere informatie

RCW Afstandsbediening

RCW Afstandsbediening RCW Afstandsbediening Gebruikershandleiding - Nederlands MURCW 747 399569 Afstandsbediening. 1. Aan uit toets. 2. Selectie toets (koelen, verwarmen, automatisch koelen/verwarmen, ontvochtigen, ventileren).

Nadere informatie

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar Bedieningshandleiding 1402-001 Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar Auteur: Cor Janssens Robotics & Material handling Datum: 01-03-2015 Versie: 0.1 VOORWOORD Deze handleiding is een leidraad voor

Nadere informatie

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober GALAXY 6 & 6+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6 versie 4 oktober 00 Galaxy 6/6+ centrale i.c.m. Mk6 bediendeel Gebruikers Handleiding Deze handleiding is een aanvulling op de GalaXy 6/6+ gebruikers handleiding.

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Lees de gebruikershandleiding voor gebruik zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de verschillende functies van uw autoalarm. Deze handleiding beschrijft de functies

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Marsden Weegindicator. Stimag B.V. Meer en Duin 64a 2163 HC Lisse tel. (023) fax.

GEBRUIKSAANWIJZING. Marsden Weegindicator. Stimag B.V. Meer en Duin 64a 2163 HC Lisse tel. (023) fax. GEBRUIKSAANWIJZING Marsden Weegindicator Stimag B.V. info@stimag.nl Meer en Duin 64a 2163 HC Lisse tel. (023) 562 62 65 fax. (023) 562 97 44 Voor verdere vragen kunt u contact met ons opnemen Inhoudsopgave

Nadere informatie

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur Inhoudsopgave Overzicht van elektronische ketelpanelen en bedieningen...

Nadere informatie

Verkorte Gebruiker Handleiding

Verkorte Gebruiker Handleiding Verkorte Gebruiker Handleiding Inhoud Algemeen... 3 Het keypad... 3 Functietoetsen... 4 Cijfertoetsen... 4 Navigatietoetsen... 4 LCD scherm... 4 Signalisatie LED s... 6 Noodtoetsen... 6 De verschillende

Nadere informatie

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER Infiniti ST-950 Computerhandleiding Hoofdscherm Staafgrafiek Programma profielen Start/Stop knop SELECT knoppen RESET knop om gegevens te wissen RECOVERY knop om de recovery functie te activeren ENTER

Nadere informatie

Rider 60. Stop ( /BACK/ / ) LAP PAGE

Rider 60. Stop ( /BACK/ / ) LAP PAGE Aan de slag NL Rider De Rider beschikt over een aanraakscherm. U kunt op het scherm klikken of de hardwareknop gebruiken om het apparaat te bedienen. 1 BACK 2 4 LAP PAGE 3 1 Aan-uit/Terug/Pauze/ Stop (

Nadere informatie

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19 APT-200 Tweeweg handzender Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. +48 58 320 94 00 www.satel.eu BELANGRIJK Uw rechten op garantie vervallen

Nadere informatie

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C Handleiding ALFA(NET) 51 PI 24Vdc -50/+50 C 1 Werking De ALFA(NET) 51 PI is een DIN-rail thermostaat-unit met een analoge 0-10Vdc PI-uitgang. Verder heeft de thermostaat ook drie relais uitgangen instelbaar

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing voor Afstandbediening Low Vision Design

Gebruiksaanwijzing voor Afstandbediening Low Vision Design Gebruiksaanwijzing voor Afstandbediening Low Vision Design 1. Algemene beschrijving De universele afstandsbediening is multifunctioneel. Deze biedt het volgende: 1. Mogelijkheid om 7 apparaten te bedienen

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding 353000 Module Toetsenbord Sfera Installatiehandleiding 06/12-01 PC 2 Module Toetsenbord Sfera Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Mededelingen en tips 4 Installatiehandleiding 2 Beschrijving 5 2.1 Hoofdfuncties

Nadere informatie

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Wordt gebruikt om unit te starten en te stoppen. Let Op!!: Bij alleen koeling units is warmte mode niet

Nadere informatie

HD-CVI Verkorte handleiding

HD-CVI Verkorte handleiding HD-CVI Verkorte handleiding model 5104D-5208D-5216D Version 2.0.0 2015 HDCVI DVR Verkorte handleiding Welkom Dank u voor de aankoop van onze DVR! Deze verkorte handleiding helpt u wegwijs met onze DVR

Nadere informatie

MiniPlex-41 NMEA-0184 multiplexer Handleiding

MiniPlex-41 NMEA-0184 multiplexer Handleiding MiniPlex-41 NMEA-0184 multiplexer Handleiding MiniPlex-41, V1.0 Firmware V1.10 CustomWare, 2002 Inleiding De MiniPlex-41 is een vierkanaals datamultiplexer, waarmee u meerdere NMEA-0183 instrumenten op

Nadere informatie

MOTOPLAT VC-09ST. Handleiding Versie

MOTOPLAT VC-09ST. Handleiding Versie MOTOPLAT VC-09ST Handleiding 2015 Versie De Motoplat VC-09ST wordt gebruikt voor het testen en kalibreren van de Valeo ST-serie alternators. Dit zijn omkeerbare start/stop alternators, welke de accu opladen

Nadere informatie