Andere VTH-taken Ook voor andere VTH-taken die zijn ondergebracht bij de OMWB is het mogelijk om de directeur van de OMWB te mandateren.

Transcriptie

1 Zaaknummer: Onderwerp: VHV Mandaatbesluit BRZO OMWB 2013 Collegevoorstel Inleiding Door een aantal grote incidenten bij risicovolle bedrijven (onder andere Chemiepack) zijn er nieuwe afspraken gemaakt om de vergunningverlening en toezicht bij deze zwaardere categorie bedrijven te verbeteren. De Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (hierna OMWB) is één van de zes omgevingsdiensten in Nederland die belast is met de uitvoering van de vergunningverlening- en handhavingstaken (hierna VTH-taken) bij de BRZO¹ en IPPC² inrichtingen. Dit zijn de meest risicovolle en milieubelastende bedrijven. Binnen de gemeente Heusden gaat het om drie bedrijven. Om de VTH-taken bij deze bedrijven goed uit te kunnen voeren verzoekt de directeur van de OMWB om hem hiervoor volledig en rechtstreeks mandaat te geven. Het mandaat is afgebakend op het onderdeel milieu. Feitelijke informatie VTH-taken bij BRZO en IPPC inrichtingen De VTH-taken voor deze bedrijven zijn volgens landelijke afspraken verplicht ondergebracht bij de OMWB. In 2012 is daarnaast door onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten afgesproken (ledenbrief 2 juli 2013) dat de directeuren van de zes aangewezen omgevingsdiensten door de bevoegd gezagen gemandateerd worden voor de milieuvergunningverlening en om bestuursrechtelijk op te treden tegen milieuovertredingen die door deze categorie bedrijven worden begaan. Voor de VTH-taken voor andere onderdelen, zoals bouwen en ruimtelijke ordening, wordt met dit voorstel geen mandaat gegeven. De directeur van de OMWB zal met het mandaat verantwoordelijk zijn voor de inzet, de kwaliteit en de aansturing van medewerkers. Dit moet resulteren in een hoger kwaliteitsniveau en een uniforme uitvoering van taken bij de genoemde categorie bedrijven. Door de rechtstreekse mandatering aan de directeur kan er geen twijfel ontstaan wie verantwoordelijk is voor de goede uitvoering en wie hierop dus kan worden aangesproken. Afspraken tussen u en de directeur van de OMWB worden in een mandaatbesluit vastgelegd. In de mandaatlijst staat waarvoor u de directeur van de OMWB mandaat verleent. Een belangrijke bepaling in dit mandaatbesluit is de informatieplicht van de directeur aan u wanneer de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en/of maatschappelijke gevolgen kan hebben en als een besluit tot aansprakelijkheid van de gemeente kan leiden. De directeur moet tijdig alle informatie aan de gemeente verschaffen en hier overleg over voeren alvorens de bewuste bevoegdheid in te zetten. Andere VTH-taken Ook voor andere VTH-taken die zijn ondergebracht bij de OMWB is het mogelijk om de directeur van de OMWB te mandateren. Afweging Door de landelijke ontwikkelingen en de gemaakte afspraken is het verstandig om de VTH-taken bij de zwaardere categorie bedrijven (BRZO en IPPC) te mandateren aan de directeur van de OMWB. Hierdoor is duidelijk wie verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de VTH-taken. Door de informatieplicht in het mandaatbesluit blijft u wel in positie als bevoegd gezag. Omdat de OMWB een hele nieuwe organisatie is waarin nog veel processen niet voldoende geborgd zijn, is het voorstel om op dit moment geen groter mandaat te geven. Een nieuwe afweging kan worden gemaakt als de OMWB volledig operationeel is en processen en werkafspraken afdoende geborgd blijken te zijn. Dit standpunt ligt ook in lijn met het uitgangspunt van de gemeente Waalwijk. De gemeente Waalwijk wil ook in eerste instantie alleen mandaat afgeven voor de bedrijven die binnen de landelijk afspraken vallen. Daarbij met de kanttekening dat er binnen de gemeente Waalwijk geen BRZO-bedrijven gevestigd zijn. Er heeft nog geen bestuurlijke besluitvorming binnen de gemeente Waalwijk over plaatsgevonden. ¹ Besluit risico s zware ongevallen 99 ² Integrated Pollution Prevention and Controle 1

2 Zaaknummer: Onderwerp: VHV Mandaatbesluit BRZO OMWB 2013 Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Risico's Er zijn geen risico s verbonden aan dit voorstel Procedure Om mandaat te geven aan de directeur van de OMWB moet het bijgevoegde mandaatbesluit worden ondertekend door de secretaris en de burgemeester. Dit zal vervolgens worden aangeboden aan de directeur van de OMWB. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 2

3 Zaaknummer: Onderwerp: VHV Mandaatbesluit BRZO OMWB 2013 BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 17 december 2013 besloten: de directeur van de OMWB volledig en rechtstreeks mandaat te verlenen voor de VTH-taken bij BRZO en IPPC-bedrijven. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3

4 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) betreft Stand van zaken Regionale Uitvoeringsdiensten juli 2012 Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk FLO/U Lbr. 12/064 bijlage(n) datum 12 juli 2012 Op 28 juni jl. heeft er een Bestuurlijk Overleg (BO) van het Programma Uitvoering met Ambitie (PUmA) plaatsgevonden tussen Rijk, IPO, Unie van Waterschappen en VNG. Ook het Openbaar Ministerie was aanwezig. Tijdens het bestuurlijk overleg is de laatste stand van zaken van de RUD-vorming besproken, de financiën van de RUD-vorming en de inrichting van zes gespecialiseerde BRZO-RUD s. Alle partijen hebben nogmaals bevestigd dat de RUD s per 1 januari 2013 opgericht moeten zijn. Voor die tijd moet er nog het nodige gebeuren en de huidige bezuinigingen zullen nog voor de nodige bezwaren zorgen bij gemeenten. Bijna alle gemeenten zijn bezig met het vormen van RUD s. Wat betreft de kosten van de RUD-vorming zijn alle partijen het eens. Ten aanzien van de oprichtingskosten die aanzienlijk zijn voor gemeenten en provincies hebben de VNG en het IPO een gezamenlijke claim op tafel gelegd. De staatssecretaris van I&M wil echter dat er ook alternatieven in beeld worden gebracht om deze oprichtingskosten te verlagen. De VNG heeft ook nogmaals de problematiek van de korting op het gemeentefonds van 100 miljoen ter sprake gebracht. Als hier geen oplossing voor komt zal dit consequenties hebben voor de kwaliteit van de uiteindelijke RUD s. Tot slot is er als uitwerking van het plan van aanpak van het IPO voor de BRZO-RUD s een belangrijke set afspraken vastgesteld waaronder een bevestiging dat er zes gespecialiseerde BRZO-RUD s moeten komen per 1 januari Geconcludeerd is dat er begin september opnieuw een bestuurlijk overleg gepland moet worden om bovenstaande punten verder te bespreken.

5 Aan de leden informatiecentrum tel. (070) betreft Stand van zaken Regionale Uitvoeringsdiensten juli 2012 uw kenmerk ons kenmerk FLO/U Lbr. 12/064 bijlage(n) datum 12 juli 2012 Geacht college en gemeenteraad, Op 28 juni 2012 heeft er een bestuurlijk overleg van het Programma Uitvoering met Ambitie PUmA) plaatsgevonden. In deze brief informeren wij u over deze uitkomsten. De komende tijd moet er in veel gemeenten bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden voor het oprichten van de RUD s zodat ze er per 1 januari 2013 kunnen zijn. Graag informeren wij u ook over mogelijke ondersteuning hierin vanuit de VNG. 1. Uitkomsten Bestuurlijk Overleg PUmA van 28 juni 2012 De belangrijkste onderwerpen tijdens het overleg tussen de VNG, het IPO, de Unie van Waterschappen (UvW), de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (I&M) en vertegenwoordigers van het ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) en het Openbaar Ministerie (OM), waren de stand van zaken RUD-vorming, de financiën van de RUD-vorming en het plan van aanpak van het IPO ten aanzien van de zes BRZO-RUD s. In de volgende paragrafen worden ze uitgebreider toegelicht. Daarnaast is de nieuwe set kwaliteitscriteria vastgesteld en is er kort gesproken over de ict van de RUD s en is er afgesproken dat er de komende tijd meer aandacht moet komen voor milieuhandhaving. De laatste tijd is er in gesprekken tussen gemeentelijke en provinciale bestuurders met het OM geconstateerd dat de handhaving professioneler, onafhankelijker, minder bureaucratisch, vertrouwenwekkender, meer in gezamenlijkheid en op regionaal niveau geprogrammeerd en uitgevoerd moet worden. Meer over de uitkomsten van het Bestuurlijk Overleg kunt u lezen in het gezamenlijke persbericht op de website Omdat er vooral ten aanzien van de drie belangrijkste onderwerpen nog het nodige besproken en uitgezocht moet worden is afgesproken dat er begin september een nieuw bestuurlijk overleg moet komen om dan verder met elkaar te spreken.

6 1.1 Stand van zaken RUD-vorming De startdatum van de RUD s is 1 januari Tijdens het overleg bleek dat dit nog steeds door alle partners wordt onderschreven. Voor die tijd moet er nog wel het nodige gebeuren. De VNG heeft tijdens het overleg erop gewezen dat het feit dat er door de financiële situatie bij gemeenten en het feit dat gemeenteraden de komende tijd moeten instemmen met de gemeenschappelijke regelingen die de RUD s in de meeste gevallen worden, nog de nodige hobbels te nemen zijn. Zowel het Rijk als het IPO drongen aan op wetgeving, als stok achter de deur, om ook de gemeenten die nog niet mee willen doen te kunnen dwingen. De VNG heeft benadrukt dat het slechts om een handvol gemeenten gaat die zich niet volledig willen aansluiten bij een RUD Alle partijen hebben afgesproken dat wetgeving echt alleen als stok achter de deur moet fungeren en dat de komende tijd alle partijen zich in zullen zetten om het gesprek aan te gaan met degenen die nog niet mee doen. Hier is ook een belangrijke rol weggelegd voor de ambassadeur van het programma, Sybilla Dekker. De komende tijd staan er nog de nodige gesprekken gepland. In september bespreekt het BO opnieuw de stand van zaken 1.2 Financiën RUD-vorming In het vorige bestuurlijk overleg van februari van dit jaar 1 was afgesproken dat het Rijk, IPO en VNG gezamenlijk de kosten van de RUD-vorming in beeld zouden brengen. Op basis van eerdere kostenonderzoeken van onder andere Deloitte en Berenschot is er vanuit PUmA een rapport opgesteld met alle kosten in beeld. In het Bestuurlijk Overleg is geconstateerd dat iedereen het over de uitkomsten eens is. De belangrijkste uitkomsten zijn: Provincies en gemeenten maken aanzienlijke kosten met de oprichting van de RUD s. In totaal komt het neer op een bedrag van 182 miljoen. Dit bedrag kan door een oplopende efficiencywinst terugverdiend worden in gemiddeld zes jaar. Na die zes jaar leveren de RUD s een structurele besparing op van 44 miljoen euro per jaar, waarvan 24 miljoen ten goede komt aan gemeenten en 20 miljoen aan provincies. VNG en IPO hebben gezamenlijk om een tegemoetkoming gevraagd voor de oprichtingskosten, zodat de terugverdientijd tot een acceptabel aantal jaren teruggebracht kan worden. De staatssecretaris meende echter dat er meerdere manieren zijn om de terugverdientijd terug te brengen bijvoorbeeld door de inbreng van meer taken bij de RUD s. Hij is van mening dat die uitgezocht moeten worden en dan in september weer met alle partijen op bestuurlijk niveau de verschillende opties bespreken. 1 onderwerp Stand van zaken Regionale Uitvoeringsdiensten juli 2012 datum <datum> 02/05

7 Ten aanzien van de structurele kosten heeft de VNG wederom haar zorgen geuit over de korting van 100 miljoen op het gemeentefonds. Op basis van het hiervoor genoemde gezamenlijke onderzoek blijkt dus dat gemeenten uiteindelijk een efficiencywinst behalen van 24 miljoen euro. Afgezet tegen de 100 miljoen structurele korting op het Gemeentefonds blijven gemeenten dus zitten met een structureel tekort van 76 miljoen. Dit is onacceptabel voor de VNG. De staatssecretaris toonde begrip, maar meende tegelijkertijd dat gezien het feit dat het hier om een afspraak gaat uit het regeerakkoord en het feit dat het een generieke korting is op het gemeentefonds en dus niet meer direct aan de RUD s is gekoppeld er geen oplossing is voor dit probleem. De VNG vindt dat vanwege de financiële problemen waarin gemeenten momenteel verkeren het rijk met een substantiële tegemoetkoming moet komen omdat dit anders consequenties zal hebben voor de kwaliteit van de uitvoering van de taken die nu in de RUD s belegd moeten worden. Ook het punt van de de structurele kosten komt dus in september terug in het bestuurlijk overleg. 1.3 Zes BRZO-RUD s In februari spraken de partijen in het bestuurlijk overleg over gezamenlijke het voorstel van IPO, VNG en VNO-NCW om te komen tot zes gespecialiseerde BRZO-RUD s. Het plan van aanpak van het IPO is inmiddels verder uitgewerkt. Een aantal belangrijke afspraken zijn in dit Bestuurlijk Overleg van 28 juni vastgelegd: Zes RUD s uit het landsdekkende stelsel krijgen een specialisatie voor de VTH-taken ten aanzien van inrichtingen die onder BRZO en/of IPCC categorie 4 vallen. De directeuren van de BRZO-RUD s sturen de Wabo-brede uitvoering van de VTHtaken, met uitzondering van de gemeentelijke BRIKS-taken, aan. De gemeenten voeren hun BRIKS-taken uit in goede afstemming met de BRZO-RUD s. De directeuren van de BRZO-RUD s worden door het bevoegd gezag gemandateerd onder meer om bestuursrechtelijk op te treden tegen milieuovertredingen door een BRZO- of IPPC-categorie 4-bedrijf. De directeur van de BRZO-RUD is eindverantwoordelijk voor de inzet, de kwaliteit en de aansturing van de medewerkers, ongeacht de locatie van de medewerkers. Afspraken tussen het bevoegd gezag en de directeur van de BRZO-RUD en over de BRZO-RUD en de overige RUD s worden in een mandaatregeling vastgelegd. De MHC-kennis van de Inspectie SZW blijft conform de wens van de Tweede Kamer op centraal niveau bij elkaar. Coördinatie tussen de werkzaamheden van de rijksinspecties en de BRZO-RUD s kost echter veel tijd. Daarom moet de afstemming tussen de BRZO-RUD s en de rijksinspecties, bijvoorbeeld door vorming van gezamenlijke inspectieteams, verder worden uitgewerkt. Eén BRZO-RUD, de DCMR, heeft een bijzondere coördinerende verantwoordelijkheid. Het programma LAT-rb zal een nader uit te werken plaats krijgen binnen het nieuwe RUD-stelsel. Het streven is dat de BRZO-RUD s op 1 januari 2013 zijn opgericht. onderwerp Stand van zaken Regionale Uitvoeringsdiensten juli 2012 datum <datum> 03/05

8 Het IPO en PUmA zullen in goed overleg met de andere betrokken partijen aan de slag gaan met het uitwerken van een uniforme handhavingsstrategie, een bestuurlijk platform en een kenniscentrum. Een belangrijk discussiepunt tijdens het overleg betrof het feit dat het Rijk weigert de BRZOtaken van de landelijke inspectiediensten te decentraliseren naar de zes BRZO-RUD s. De staatssecretaris was hier tegen en gaf ook aan dat de Tweede Kamer hem de dag hiervoor ook in steunde. Voor zowel het IPO als de VNG is dit een bezwaarlijk punt gezien het feit dat er op deze manier toch weer meerdere loketten ontstaan voor het bedrijfsleven, hetgeen met de aanpak van zes BRZO-RUD s juist voorkomen zou moeten worden. De komende tijd moet er dus goed worden gekeken naar hoe de afstemming tussen de verschillende betrokkenen bij de vergunningverlening, handhaving en toezicht van de BRZO-taken moet en kan gaan plaatsvinden. onderwerp Stand van zaken Regionale Uitvoeringsdiensten juli 2012 datum <datum> 04/05

9 2. Inzet VNG komende half jaar Het programma uitvoering met ambitie loopt nog tot eind Ook de VNG draagt de komende tijd nog het nodige bij om ervoor te zorgen dat de RUD s per 1 januari 2013 opgericht kunnen zijn. De afgelopen tijd hebben we gemeenten ondersteund door het organiseren van bijvoorbeeld een bestuurlijke bustour langs de reeds bestaande omgevingsdiensten in de provincie Zuid- Holland 2, zodat gemeentelijke bestuurders een kijkje in de keuken konden nemen bij deze diensten. Daarnaast verzorgen we op aanvraag presentaties en toelichtingen bij raadsledenbijeenkomsten, hebben we een bijeenkomst voor p&o-ers georganiseerd over het sociaal plan van de RUD s en verspreiden we informatie via onze website en via het ROM-netwerk ( Mocht u als gemeente ook informatie of ondersteuning willen krijgen van de VNG dan kunt u contact met ons opnemen via uitvoeringvromtaken@vng.nl. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten mr. R.J.J.M. Pans voorzitter directieraad Deze ledenbrief staat ook op onder brieven. 2 onderwerp Stand van zaken Regionale Uitvoeringsdiensten juli 2012 datum <datum> 05/05

10 k.c Het college van burgemeester en wethouders van Heusden Postbus AA VLIJMEN Ons kenmerk Uw kenmerk Geacht college, De Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant is een van de zes omgevingsdiensten in Nederiand die is aangewezen als zogenaamde "BRZO- RUD" voor de uitvoering van de VTH taken bij BRZO-bedrijven en IPPC categorie-4 bedrijven. Ook in uw gemeente bevinden zich enkele bedrijven, die tot een van deze cateqorieen behoren en waarvoor u het bevoegd gezag bent. Om deze taken goed uit te kunnen voeren is het belangrijk dat het mandaat voor het uitvoeren van die taken volledig en rechtstreeks aan mij wordt gegeven. Onderwerp Mandaat Behandeld F. Goorden BRZO door Plaats/datum Tilburg, Bijlage(n) 2 Deze wijze van mandatering sluit aan bij hetgeen daarover is afgesproken in een vergadering van de Bestuurlijke Regiegroep van 11 oktober 2012, waarin de bestuurlijke besluitvorming plaatsvond vooruitlopend op de vorming van de Omgevingsdiensten binnen de provincie Noord-Brabant. Ook op landelijk niveau is in het Bestuurlijk Overleg Programma Uitvoering met Ambitie het standpunt ingenomen, dat bij deze bedrijven sprake dient te zijn van een vergaand mandaat. Door middel van een tweetalledenbrieven d.d. 12 juli 2012 (kenmerk FLOjU ) en 2 juli 2013 (kenmerk FLOjU ) heeft de VNG de gemeenten hierover qeinforrneerd en zich geconformeerd aan de besluitvorming in het Bestuurlijk Overleg. Ten behoeve van de hiervoor vermelde mandatering stuur ik u dan ook een concept mandaatbesluit met bijbehorende mandaatlijst, dat door u gebruikt kan worden om tot mandaatverlening over te gaan. De oorspronkelijke standaard van dit besluit is afkomstig van de DCMR Milieudienst Rijnmond. Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud van het mandaatbesluit, aan te vullen met uw gemeentelijke gegevens en het besluit te ondertekenen, zodat de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant in staat is om haar taken voor deze bedrijven naar behoren uit te kunnen voeren. Mocht u voor de verdere afhandeling behoefte hebben aan een digitaal bestand dan verzoek ik u dat per door te geven aan de heer F.C. Goorden, f.goorden@omwb.nl. Hij zal u dat bestand dan toesturen. Postbus AB Tilburg Spoorlaan CB Tilburg T. (013) E. info@omwb.nl 1.

11 Voor een effectieve uitvoering van deze taken is het wenselijk, dat besloten wordt om de in het ontwerp-mandaatbesluit opgenomen mandateringen ongewijzigd over te nemen. Ik zou het zeer op prijs stellen als u vooraf met ons contact opneemt als door u overwogen zou worden om wijzigingen in het ontwerp aan te brengen. Ik vertrouw er op, dat u bereid bent de gevraagde mandaten te verlenen en zie uw besluit dan ook met belangstelling tegemoet. Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met de heer F.C. Goorden ( ) of de heer E.W. Voogd ( ). Uitvoeringsorgaan van 27 gemeenten en de provincie Noord-8rabant voor de leefomgeving

12 Mandaatbesluit BRZO Participanten Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Mandaatbesluit van [gemeente] voor de Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant 2013 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de [gemeente..i van [datum, kenmerk,] inzake het toekennen van mandaat en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. overwegende, dat de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant ten behoeve van de opbouw van een landelijk dekkende BRZO-infrastructuur is aangewezen als een van de zes zogenaamde "BRZO-RUD's"; dat door de staatssecretaris van Infrastructuur en rntlieu in een brief van 26 juni 2012 is aangegeven, dat de aangewezen "BRZO-RUD's" "zullen specialiseren in de uitvoering van de Wabo- en BRZO- taken voor de BRZO- en IPPC-categroie 4 bedrijven"; dat uit een verslag van een daarop volgend bestuurlijk overleg van 28 juni 2012 en de daaropvolgende ledenbrief van de VNG van 12 juli 2012 bltjkt, dat over een nadere uitwerking van het besluit van 26 juni 2012 het volgende standpunt is vastgelegd: "Het Bestuurlijk Overleg stemt in met de hoofdlijnen van het IPO-advies Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving risicovolle bedrijven in het RUD-stelsel. Het navolgende wordt besloten: - Zes RUD's uit het landsdekkende stelsel krijgen een specialisatie voor de VTH-taken ten aanzien van inrichtingen die onder BRZO en/of IPCC categorie 4 valien; - De directeuren van de BRZO-RUD's sturen de Wabo-brede uitvoering van de VTHtaken, met uitzondering van de gemeentelijke BRIKS-taken (en dus niet bouwtaken, zoals vermeld op de agenda), aan. De gemeenten voeren hun BRIKS-taken uit in goede afstemming met de BRZO-RUD's; - De directeuren van de BRZO-RUD's worden door het bevoegd gezag gemandateerd onder meer om bestuursrechtelijk op te treden tegen milieuovertredingen door een BRZO- of IPPC-categorie 4-bedrijf. De directeur van de BRZO-RUD is eindverantwoordelijk voor de inzet, de kwaliteit en de aansturing van de medewerkers, ongeacht de locatie van de medewerkers. Afspraken tussen het bevoegd gezag en de directeur van de BRZO-RUD en over de BRZO-RUD en de overige RUD's worden in een mandaatregeling vastgelegd." dat vervolgens de VNG in een ledenbrief van 2 juli 2013 heeft opgeroepen "de BRZO VTH taken vol/edig en rechtstreeks bij de directeur BRZQ-RUD" neer te leggen; Gelet op: afdeling van de Algemene wet bestuursrecht,

13 Mandaatbesluit BRZO Participanten Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Besluit: Artikel 1 Mandaat en ondermandaat 1. Aan de directeur Midden- en West-Brabant wordt mandaat verleend overeenkomstig de bij dit Omgevingsdienst besluit behorende mandaatlijst. 2. De directeur Omgevingsdienst Midden-en West-Brabant kan het hem verleende mandaat ondermandateren aan leidinggevenden die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, tenzij dat ten aanzien van een concreet mandaat in de mandaatlijst uitdrukkelijk is uitgesloten. Artikel 2 Werkingsgebied 1. Het mandaat heeft uitsluitend betrekking op taken, genoemd in de mandaatlijst behorende bij dit besfuit, op het gebied van het omgevingsrecht (Wet afgemene bepalingen omgevingsrecht, de in artikef 5.1 van deze wet genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht) ten aanzien van de BRZOjIPPC-4-inrichtingen, waarvoor de gemeente bevoegd gezag is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 2. Het mandaat heeft, voor wat betreft omgevingsvergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, uitsluitend betrekking op activiteiten, zoals bedoefd in artikel 2.1 lid 1 onder e en i uit die vergunningen. 3. Lid 2 is van overeenkomstige toepassing bij het (toezichthouden en handhaven op het) ontbreken van die noodzakelijke vergunningen. 4. Dit mandaatbesluit omvat tevens een machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Artikel 3 Voorwaarden 1. De directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant neemt, voor zover van toepassing, bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 2. De directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden de relevante door de gemeenteraad vastgestelde kaders alsmede het door het college vastgestelde beleid. 3. De gemeente zorgt ervoor dat de directeur Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. 4. De gemeente treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidwijzigingen in overleg met de directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant over uitvoeringsaspecten lndien dat befeid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Omgevingsdienst Middenen West-Brabant uitvoert. 5. De directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant treedt in overleg met de gemeente indien hij het noodzakelijk acht af te wijken van de in het eerste lid bedoelde kaders of beleid. 2

14 Mandaatbesluit BRZO Participanten Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 6. De directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant informeert het college indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk worden gesteld of anderszins aangesproken worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur tijdig alle benodigde informatie en voert hij overleg met de gemeente alvorens de bewuste bevoegdheid uit te oefenen. Artikel 4 Ondertekening Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens dit mandaatbestuit wordt bij de ondertekening aangegeven dat het besluit namens burgemeester en wethouders van [gemeentej is genomen. Tevens wordt de naam en functie van de ondertekenaar weergegeven. Artikel 5 Slotbepalingen 1. Dit besluit treedt in werking op [datumj. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit van Burgemeester en Wethouders van [gemeentej voor de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [.. op..j De secretaris, De burgemeester, [naam secretarisj [naam burgemeesterj 8ij/age 1,' 8egrippen 8ij/age 2,' Mandaat/ijst 3

15 Mandaatbesluit BRZO Participanten Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Bijlage 1: Begrippen BRZO-inrichting: Een inrichting (bedrijfseenheid) aangewezen op grond van art. 4 Besluit Risico's Zware Ongevallen (Stb. 1999, 234) of de opvolger van dit bes!uit. IPPC-4 inrichting: Een inrichting met daarbinnen een installatie waarin een of meer van de activiteiten van categorie 4 van bijlage 1 van de Richtlijn Industrtele Emissies (2010j75jEU), of de opvolger daarvan, aanwezig is. 4

16 MANDAATLIJST BRZO participanten Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2013 Algemeen BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE Omvat: - Proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures zoals het voeren van verweer, indien het besluit in mandaat is genomen door de A01 Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures directeur van de omgevingsdienst of een onder zijn verantwoordelijkheid - vallende leidinggevende. Besluiten inzake verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep (art. 7:1a Awb). Besluiten op grond: a. art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag); b. art. 4.7 en 4:8 Awb (horen); c. afdel ing Awb (opschorten beslistermijn); A02 d. besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen; e. titel 4.4 Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel); f. art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak) Het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewer- A03 kers of externe adviseurs om Burgemeester en Wethouders Kan niet in ondermandaat worden gegeven. te vert~enwoordigen in bestuursrechteliike_qrocedures Omvat mede: - besluiten in het kader van de voorbereiding, zoals toepassing van art. 2:2 Awb (weigeren raadsman of vertegenwoordiger), 6:6 Awb (mogelijkheid bieden tot herstel van verzuim) en 7: 10 Awb (verdagen beslistermijn). A04 Besluiten op bezwaarschriften op grond van de Awb conform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7: 11 Awb) Kan niet in ondermandaat worden gegeven. Uitsluitend indien het advies van de Awb-bezwarencommissie inhoudt dat het primaire besluit in stand kan blijven en het primair besluit genomen is door een onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de om_g_evinqsdienstvallende leidin_g_g_evende. Mandaatlijst BRZO OMWB 2013 Versie

17 BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE A05 A06 Het vragen van advies op basis van de Wet Bibob en het maken van afspraken naar aanleiding van het uitgebrachte advies (art. 9) Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkin- Kan niet in ondermandaat worden gegeven. gen en definitieve gedoogbeschikkingen Vergunningen Besluiten inzake vergunningverlening Wabo, bij of krachtens de Besluiten inzake het stellen van nadere voorwaarden na een Betreft: gebruiksmelding brandveilig gebruik op grond van het Proceduresta ppen Bouwbesluit. V01 Ontwerpbesluit Besluiten inzake maatwerkvoorschriften op grond van het - Besluit Activiteitenbesluit milieubeheer. op grond van het Activi- Besluiten inzake indieningsvereisen teitenbesluit milieubeheer. Betreft: - hoofdstuk 8: inrichtingen V02 Besluiten op grond van Hoofdstuk 8, 10, 13 en 19 Wm - hoofdstuk 10: afvalstoffen - hoofdstuk 13: procedures voor vergunningen of ontheffingen - hoofdstuk 19: ooenbaarheid van milieu-informatie Betreft: V03 Besluiten in het kader van de Milieu-effectrapportage - procedu restappen (Hoofdstuk 7 Wet Milieubeheer) - advies reikwijdte en detailniveau MER - besluit MER-beoordeling - aanvaardbaarheidsverklarinq (00 orond van overuancsrenels) Uitbrengen advies met het oog op de samenhang tussen de V04 omgevingsvergunning en de vergunning o.g.v. de Waterwet (art. 6.27) Mandaatlijst BRZO OMWB 2013 Versie

18 Handhaving BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE Het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van H01 toezicht op de naleving op grond van artikel 5.10, derde lid Kan niet in ondermandaat worden gegeven. van de Wabo Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bij of H02 krachtens de Wabo en de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten juncto 5.2 van deze wet Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen: a. een bezoekbevestigingsbrief b. een voorwaarschuwingsbrief H03 c. een vooraankondiging last onder bestuursdwang of last onder dwangsom (hoorbrief) d. vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (art Awb) H04 Het nemen van besluiten over, op grond van vergunningvoorschriften te overleuqen meldin_gen ra_qqortqgese. d. H05 Het naar aanleiding van de kenbaar gemaakte zienswijze afzien van bestuurlijk optreden Betreft: - het opleggen, intrekken, wijzigen van een herstelsanctie, - het opleggen, intrekken, wijzigen van een bouw- of sloopstop op grond van de Wabo niet zijnde een spoedeisende bouw- of sloop- Besluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb, (her- stop, H06 stelsancties en bestuurlijke boete) met uitzondering van: - het afzien van kostenverhaal a. het invorderen van dwangsommen; het afzien van invordering, bij toepassing van bestuursdwang en b. het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang Omvat tevens besluiten en (feitelijke) handelingen ter voorbereiding en uitvoering van deze besluiten. Het nemen van besluiten op grond van artikel 5:27 Awb H07 welke zijn benodigd ten behoeve van de toepassing van bestuursdwall9. NB. De besluiten die in dit mandaat expliciet zijn uitgezonderd, vallen onder H08. Mandaatlijst BRZO OMWB 2013 Versle

19 BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIlDTE Besluit tot: a. starten van verhaalsprocedure voor kosten bestuursdwang (inclusief conservatoir beslag) of het afzien van kostenve rhaa 1; b. vaststelien van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang (art. 5:25, lid 6 Awb); c. invordering dwangsom, restitutie van te veel betaalde H08 dwangsombedragen, vermindering of het afzien van invordering van de dwangsom; d. het treffen van een betalingsregeling in het kader van de onder a. genoemde verhaalsprocedure, of in het kader van de inning van verbeurde dwangsommen e. beslaglegging in het kader van executie van een dwangbevel, met betrekking tot een dwangsombesluit f. inroepen retentierecht H09 Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden H10 Het vaststellen van een inspectieprogramma als bedoeld in art. 24 lid 1 BRZO Besluiten op grond van BRZO: a. verzenden kennisgeving aan in art. 6 BRZO genoemde Betreft: bestuursorganen - proced uresta ppen b. aanwijzing dominobedrijven ex. art. 7, lid 1 BRZO - besluit c. besluiten dat veiligheidsrapport geen betrekking behoeft - (feitelijke) handelingen te hebben op in een inrichting of een onderdeel daarvan aanwezige stof ex. art.10 BRZO Hll d. verzoeken om veiligheidsrapport op grond van art. 14 BRZO e. bevestigen ontvangst en verzenden VR aan in art.15 BR- ZO genoemde bestuursorganen f. art. 16 BRZO, inzake de beoordeling van veiligheidsrapporten g. art. 18 BRZO, mededeling doen van conclusies en VR + H12 H13 verzenden aan betrokken bestuursorganen Het beoordelen van milieuverslagen, overeenkomstig de bij of krachtens titel 12.3 Wm gestelde regels Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk inzake maatregelen bij ongewoon voorval 17 Wm Mandaatlijst BRZO OMWB 2013 Versie

20 Bijlage A Lijst van afkortingen Awb: Algemene wet bestuursrecht Bibob: bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Bor: Besluit omgevingsrecht BRZO: Besluit risico's zware ongevallen 1999 MER: Milieu Effect Rapportage Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wm: Wet milieubeheer Mandaatlijst BRZO OMWB 2013 Versie