Over dolle grieten, ongelikte beren en schijnheilige brokken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Over dolle grieten, ongelikte beren en schijnheilige brokken"

Transcriptie

1 Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Melissa Farasyn Over dolle grieten, ongelikte beren en schijnheilige brokken Tendensen in de pejoratieve benamingen voor mannen en vrouwen in de Vlaamse dialecten Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de taal- en letterkunde Nederlands - Duits Promotor Prof. dr. Jacques Van Keymeulen Vakgroep Taalkunde

2

3 Woord vooraf Mo gie grote wanne, zo zei mijn grootmoeder wel eens misnoegd als ik, toen nog de grootste van drie kleinkinderen, in mijn puberteitsjaren wat te veel tegensprak. Het is pas later dat ik me ging afvragen wie of wat die wanne eigenlijk precies was, en vooral ook waarom mijn neef het woord nooit naar zijn hoofd kreeg geslingerd. In mijn masterscriptie probeer ik dat raadsel voor mezelf en ook voor de lezer te ontsluieren. Vorig jaar al schreef ik een lijvige bachelorscriptie over de benamingen voor slechterik in de zuidelijk-nederlandse dialecten. Daarbij maakte ik door heel wat dialectwoorden te bestuderen kennis met een schat aan taalkundige en volkskundige informatie. Gaandeweg ontdekte ik nieuwe en diepere inzichten in hoe de taalgebruiker denkt bij het benoemen van zijn minder geliefde medemens. Toen al kreeg ik mijn eerste inzichten in wat voor lange weg woorden kunnen volgen om een uiteindelijke erg negatieve lading te bekomen. Omdat pejoratieve dialectwoordenschat me zo fascineerde, probeerde ik dit jaar een tandje bij te steken. Ik koos voor een woordveld dat verschillende slechte eigenschappen van de mens overkoepelt en deelde die woordenschat ook in volgens het geslacht van diegene die ermee werd benoemd. Zo kunnen niet alleen alle snuffelkloten maar ook alle curieuze konten in deze scriptie hun nieuwsgierigheid botvieren. Toch waren mijn inzichten niet steeds zo briljant als ik soms wel eens dacht. Gelukkig kon ik daarom op de hulp van heel wat mensen rekenen tijdens mijn onderzoek. In de eerste plaats wil ik daarom mijn promotor, professor Van Keymeulen, bedanken. Hij wist me bij te sturen waar nodig en wees me met zijn terechte kritiek op fouten en imperfecties, waardoor het schrijfproces voor mij ook een leerproces werd. Ook alle andere medewerkers van de afdeling Nederlandse Taalkunde waren steeds erg hulpvaardig. Tineke De Pauw bedank ik om me te helpen bij het zoeken naar de juiste werkwijze voor deze scriptie en ook om heel wat taalkundig materiaal voor mij te ontsluiten. Ook Valerie Bouckaert verdient alle lof, niet alleen omdat ze alle mogelijke bronnen steeds zonder dralen wist te bezorgen, maar ook omdat ze studenten met thesistwijfels en problemen steeds een hart onder de riem kan steken.

4 Ook buiten de Blandijnmuren kon ik op heel wat steun rekenen. In het bijzonder gaat mijn dank uit naar Eteamologica, een groep sterk in historische taalkunde geïnteresseerde vrienden. Hen dank ik voor de taalkundig relevante en vaak ook minder relevante discussies op onze gezamenlijke thesisdagen, die enerzijds voor heel wat inzichten, maar anderzijds ook voor de nodige ontspanning zorgden. Ook mijn vriend Pieter bedank ik om me liefdevol te helpen met het oplossen van sommige computerproblemen, maar ook om geduldig mijn enthousiaste verhalen over allerlei taalkundige feitjes te aanhoren en soms zelfs mijn enthousiasme erover te delen. Ten slotte ben ik uiteraard ook mijn ouders dankbaar omdat ze mij de mogelijkheid hebben geboden om te studeren en om daarbij ook mijn hart te volgen. Veel meer nog bedank ik hen om van hun moedertaal, het Lichtervelds, ook de mijne te maken.

5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Opzet en doel Onderzoeksmethode Materiaal Gegevensselectie Opbouw... 5 Hoofdstuk 2 Diernamen Algemeen Benamingen voor vrouwen Benamingen voor mannen Vaststellingen Hoofdstuk 3 Gelexicaliseerde eigennamen Augmentatieven Gelexicaliseerde vrouwennamen Gelexicaliseerde mannennamen Verklaring Hoofdstuk 4 Seksualiteit Vrouwen Mannen Vaststellingen Hoofdstuk 5 Bijgeloof en religie Algemeen Vrouwen Hoofdstuk 6 Onvolmaaktheid Algemeen Vrouwen Mannen Hoofdstuk 7 Overige woorden Algemeen Vrouwen Mannen... 68

6 Conclusie 71 Bibliografie 73 Bijlagen 79

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Opzet en doel Schelden doet geen zeer, zo pleegt men te zeggen, aangezien een scheldwoord je, anders dan een schop of duw, nooit blauwe plekken, schrammen of gebroken ledematen zal bezorgen. Toch lijkt een taalgebruiker er alles aan te doen om diegene die hem kwaad berokkent tot in het diepste van zijn ziel te krenken. Hoewel het soms kan lijken alsof de rede daarbij het onderspit moet delven onder hevige haatgevoelens, wordt in deze masterscriptie geprobeerd om aan te tonen dat er uit het brede scala van invectieven toch mooie structuren en duidelijke benoemingsmotieven af te leiden vallen. De nodige taalkundige gegevens daarvoor zijn in de dialecten te vinden, aangezien slechts een fractie van de woordenschat of de betekenissen waaraan de Nederlandse dialecten rijk zijn ook tot de standaardtaal is doorgedrongen. De moderne taalgebruiker valt ook al te vaak terug op nieuwe, vaak Engelstalige scheldwoorden, terwijl de eigen helaas verdwijnende dialecten nochtans veel meer, veel tekenendere en veel ingenieuzer bedachte alternatieven herbergen. Net omdat de dialecten zoveel pejoratieve benamingen bevatten, moeten de gegevens hier enigszins beperkt worden. In deze scriptie zal daarom alleen op negatieve karaktereigenschappen gefocust worden, en dus op woorden waarbij vooral het innerlijk en het gedrag van de mens negatief worden beoordeeld. Omdat die gegevens nog steeds vrij uitgebreid zijn, beperken we ons tot grondwoorden in woordgroepen: substantieven die bij verschillende karaktertypes telkens terugkeren en naargelang de karaktertrek met een ander adjectief gespecificeerd worden. Voorbeelden daarvan zijn griet in dolle griet, beer in ongelikte beer en brok in schijnheilige brok. Bovendien is er ook een geografische beperking: alleen woorden die in de dialecten van Zeeuws- Vlaanderen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Frans-Vlaanderen worden gebruikt, zullen worden besproken. Het doel van deze scriptie is meervoudig. In de eerste plaats wordt nagegaan welke woorden als grondwoord ter benoeming van een persoon met een negatieve karaktertrek voorkomen en waaruit 1

8 de taalgebruiker bij de ontwikkeling van die woorden zijn inspiratie putte. Zo kunnen een aantal benoemingsmotieven en structuren in de depreciërende benoeming van personen blootgelegd worden. Om dat te kunnen doen, wordt de etymologie van de woorden in kwestie nagegaan voor zover als nodig is om de negatieve ontwikkeling van het woord te kunnen begrijpen. Vanzelfsprekend is niet elk woord op elke persoon toepasbaar, het grootste verschil binnen de grondwoorden die hier besproken zullen worden, zit namelijk in het verschil in seksen: een griet kan bijvoorbeeld enkel een vrouw benoemen en een beer uitsluitend een man, terwijl brok op beide geslachten toepasbaar is. Deze verschillen zullen duidelijk gemaakt worden door de grondwoorden in categorieën in te delen. Ook op de vraag waarom bepaalde woorden op iedereen, dan wel alleen op mannen of alleen op vrouwen toepasbaar zijn, zal een antwoord gegeven worden. Ten slotte wordt bij elk grondwoord ook weergegeven met welke karaktereigenschap ze kunnen worden verbonden en waar men wat precies zegt. Een weergave op woordkaarten wordt achterwege gelaten, aangezien grondwoorden voor zoveel verschillende karaktertypes voorkomen. Omdat ze verschillende begrippen overkoepelen, zijn ze namelijk wijdverbreid. De woordkaarten zouden dus erg druk zijn, maar ook weinig grond van vergelijking per karaktereigenschap bieden. Bij woordkaarten waarop alleen heteroniemen van één begrip worden weergegeven, is zo n vergelijking veel zinvoller. 1 Tegelijk zouden onze kaarten ook te weinig informatie geven aangezien verdere gegevens uit de Brabantse en de Limburgse dialecten vaak ontbreken, hoewel bepaalde grondwoorden waarschijnlijk ook daar nog voorkomen. 1.2 Onderzoeksmethode ethode Een nadere toelichting van de werkwijze die gehanteerd zal worden en een beschrijving van waaruit de noodzakelijke gegevens voor het onderzoek gepuurd werden, is noodzakelijk om te begrijpen hoe er tot een antwoord op de onderzoeksvragen in deze scriptie kan worden gekomen. In dit deel wordt daarom dieper ingegaan op de onderzoeksmethode die gehanteerd werd. Ook bepaalde begrippen dienen daarbij duidelijk omlijnd te worden. 1 Heteroniemen zijn woorden met een synonieme betekenis die alleen ruimtelijk van elkaar verschillen (VD:heteroniem). Een voorbeeld van een woordkaart met heteroniemen is een woordkaart waarop wordt aangeduid welke woorden men in welke gebieden gebruikt om een jaloers persoon te benoemen. 2

9 1.2.1 Materiaal De woorden die in deze scriptie zullen worden besproken, zijn voornamelijk gebaseerd op materiaal uit het de Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD). Het WVD bevat dialectwoorden die gebruikt worden in Zeeuws-Vlaanderen, Frans-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. De dialectwoorden die erin opgetekend worden zijn dus grotendeels Vlaams, al worden aan de oostelijke randgebieden bijvoorbeeld ook Brabantse dialecten gesproken; het woordenboek volgt immers de administratieve grenzen. Het WVD-project werd opgestart in 1972 door prof. Willem Pée aan de UGent en loopt nog steeds verder (Website ReWo). De zusterprojecten, het Woordenboek van de Brabantse Dialecten (WBD) en het Woordenboek van de Limburgse Dialecten (WLD) worden in deze scriptie niet gebruikt omdat ze voor dit onderzoek naar pejoratieve benamingen niet over voldoende gegevens beschikken: meestal bevragen zij wel een karaktertrek, maar de benaming voor de persoon die ermee in verband wordt gebracht, wordt achterwege gelaten. Als de persoonsnaam toch aan bod komt, dan wordt er vaak geen onderscheid gemaakt volgens het geslacht van diegenen die benoemd worden. In het WVD wordt een dergelijk onderscheid meestal wel gemaakt. Deze scriptie toont aan dat het WVD dankzij deze unieke aanpak heel wat nieuwe mogelijkheden tot onderzoek opent, waarvan er in deze scriptie slechts één voorgesteld wordt. De gegevens in het WVD worden op verschillende manieren verkregen. Een groot aantal vragenlijsten werd in de loop der jaren opgesteld en door vrijwilligers ingevuld of mondeling beantwoord. Daarnaast worden ook gegevens uit enkele oudere vragenlijsten en materiaal uit lokale en regionale idiotica in het woordenboek opgenomen (Website ReWo). De verzamelde woordenschat wordt in drie grote delen opgedeeld; elk deel wordt verder in verschillende afleveringen gepubliceerd. De woordenschat in deze scriptie stamt uit het derde deel: Algemene Woordenschat, en specifiek uit de aflevering Karakter (WVD III, 4). De woorden in de verschillende afleveringen worden per begrip gegroepeerd in verschillende woordenboekartikels of lemmata. Onder zo n lemma zijn alle heteroniemen opgenomen waarmee in de dialecten naar het begrip (of het lemma) in kwestie gerefereerd wordt. Bij het onderzoek wordt ook intensief gebruik gemaakt van een aantal elektronische databanken. In de eerste plaats is dat het online register dat bij het WVD hoort. De zoekfunctie bij dit register biedt de mogelijkheid om meteen een overzicht te krijgen van alle mogelijke lemmata waaronder bepaalde woorden voorkomen. Verder bekomt de onderzoeker bij een zoekopdracht ook de aflevering van het WVD en de pagina waarop de woorden te vinden zijn. Ook een link naar het bestand waarin de aflevering online raadpleegbaar is, wordt gegeven, waardoor daarin meteen ook achterhaald kan worden waar de woorden gebruikt worden. Daarnaast werd ook de Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (WND) voor deze scriptie vaak gebruikt. Het is een online raadpleegbare databank die heel wat plaatselijke dialectwoordenboeken en idiotica inventariseert en doorzoekbaar maakt. Het project is een initiatief van Variaties, de Koepelorganisatie voor 3

10 Dialecten en Oraal Erfgoed in Vlaanderen. Hoewel de databank nog in opbouw is, is de informatie erin vaak erg nuttig ter aanvulling of ter controle van de gegevens in het WVD Gegevensselectie Omdat het materiaal in de WVD-aflevering Karakter erg uitgebreid is, was een beperking van de hoeveelheid gegevens nodig. Omdat het onderzoek uitgaat naar negatieve persoonsnamen, werd met het onderzoek gestart bij de lemmata die het dichtst aansluiten bij de zeven hoofdzonden. Reeds op het einde van de 6 de eeuw werden die door paus Gregorius de Grote beschreven (Wiche 2005:176). Het besef van welke menselijke karaktertrekken als slecht beschouwd moesten worden, kon het geweten van de bevolking op die manier al erg vroeg doordringen. De lemmata die het nauwst bij de hoofdzonden aansluiten, bevatten dus ongetwijfeld een goed beeld van een groot aantal pejoratieve grondwoorden. De zeven hoofdzonden zijn hoogmoed, woede, nijd, luiheid, gierigheid, gulzigheid en onkuisheid. De lemmata in het WVD die in aansluiting daarop werden gekozen, zijn hovaardig persoon, lichtgeraakt persoon en opvliegend persoon, jaloers persoon, luierik, gierigaard en zedeloos persoon. Uiteraard werden alleen begrippen met betrekking tot het karakter geselecteerd: uit het lemma aansluitend op gulzigheid werden geen gegevens gehaald. De gegevens uit het WVD waarmee het onderzoek aanving, bevinden zich in bijlage B. Vervolgens werd nagegaan welke substantieven als grondwoord in een woordgroep voorkwamen. Die grondwoorden werden ingedeeld per lemma in een aantal categorieën: in Algemeen werden woorden opgenomen die zowel op mannen als op vrouwen betrekking hebben, of die in het geval van de diernamen bijvoorbeeld zowel een mannelijk als een vrouwelijk equivalent hebben. Benamingen voor mannen werden in de categorie Mannen opgenomen, benamingen voor vrouwen in de categorie Vrouwen. Vervolgens werd het online register van het WVD geraadpleegd: indien een grondwoord slechts in één lemma voorkwam, werd het geschrapt. Een voorbeeld van zo n weggelaten woord is pin, een grondwoord voor vrouwen dat alleen in het lemma gierigaard voorkwam, bijvoorbeeld in gierige pin. Zo n woord kan immers enkel in het licht van benoemingsmotieven in verband met gierigheid geïnterpreteerd worden. Indien het woord wel bij meerdere lemmata voorkwam, werd het in een algemene lijst met grondwoorden opgenomen, ingedeeld naar de hierboven beschreven categorieën. Een overzicht van die uiteindelijk verkregen lijst is in bijlage A te vinden. De laatste stap in het proces was het nagaan van alle informatie die over de grondwoorden te vinden is in de WVD-aflevering Karakter. Met behulp van het online register werd al die info in bijlage C ingevoerd. Daarin is te zien onder welke lemmata de grondwoorden voorkomen, welke adjectieven gebruikt worden om ze te bepalen en waar de woord(groep)en worden gebruikt. Op die manier is bijvoorbeeld te zien welke grondwoorden met welke karaktereigenschappen in verband staan, informatie die erg nuttig is om na te gaan hoe een woord zijn pejoratieve beladenheid in de 4

11 loop der tijden kon bekomen. Indien in de uitleg in voorliggende scriptie voor een beter begrip of ter aanvulling af en toe ook wordt verwezen naar determinata in een samenstelling die gelijk zijn aan een besproken grondwoord, dan werd ook de info van die woorden in bijlage C opgenomen. 1.3 Opbouw In het inleidende deel hierboven werden de onderzoeksvragen voorgesteld waarop in deze masterscriptie een antwoord zal worden geformuleerd. Ook een nadere toelichting bij de onderzoeksmethode kwam al aan bod. De hierop volgende hoofdstukken zullen steeds in verband staan met de benoemingsmotieven die binnen het onderzochte materiaal werden ontdekt. In hoofdstuk twee zullen woorden waarin dieren etymologisch een rol speelden worden besproken; hoofdstuk drie focust op woorden in verband met eigennamen. In hoofdstuk vier wordt op woorden die een seksueel aspect in zich dragen gefocust. Hoofdstuk vijf bevat een aantal woorden in verband met religie en bijgeloof, hoofdstuk zes in verband met lichamelijke of geestelijke onvolmaaktheid. In hoofdstuk zeven komen dan de overige, meestal vrij algemene woorden, aan bod. Uiteraard zijn deze categorieën niet steeds sluitend: bepaalde woorden gaan bijvoorbeeld terug op dieren, maar staan daarnaast ook met religieuze motieven in verband. Uit de uitleg wordt steeds duidelijk waarom woorden tot een bepaald hoofdstuk behoren. De hoofdstukken werden meestal opgedeeld in de categorieën die hierboven al vermeld werden: Algemeen, Vrouwen en Mannen, met daaronder de grondwoorden in alfabetische volgorde. In sommige hoofdstukken komt daarbij nog een deel waarin algemene tendensen of verklaringen vermeld worden. Vooral bij de langere hoofdstukken is dat het geval om het overzicht op bepaalde tendensen te bewaren. Na hoofdstuk zeven volgt dan een algemene conclusie, waarin de belangrijkste vaststellingen voor een goed overzicht nog eens overlopen worden met het oog op een duidelijk antwoord op de in de inleiding gestelde onderzoeksvragen. Na het onderzoek volgen ten slotte ook de bijlages die hierboven werden beschreven. Bijlagen B en C, die vrij uitgebreid zijn, bevatten een eigen inhoudsopgave en een eigen nummering opdat ze makkelijk raadpleegbaar zouden zijn tijdens het lezen. 5

12 Hoofdstuk 2 Diernamen In de grondwoorden van pejoratieve benamingen voor mannen- en vrouwen treffen we heel wat diernamen aan. De dialecten (en ook de standaardtaal) maken dankbaar gebruik van deze zogenaamde eigenschapsnamen : het gedrag of eigenschappen van een bepaald dier worden metaforisch met de persoon in kwestie verbonden. Dat weerspiegelt zich bijvoorbeeld ook in de familienamen, waarvan er een enorm deel op deze diernamen berusten (Marynissen 1999:11). In de meeste gevallen gaat het om inheemse dieren die tot de nabije leefwereld van de mens behoorden: dieren die aangetroffen werden in de vrije natuur of gedomesticeerde dieren op een hoeve (Marynissen 1999:11). Naargelang van de context, zo schrijft Van Uytven (2003), kregen de al of niet reële dieren een negatieve of positieve inhoud, verbeeldden zij deugden of ondeugden, zelfs hoofdzonden, en schaarden zij zich als symbool of attribuut aan de zijde van God en zijn heiligen of van de duivel (Van Uytven 2003:292). Uiteraard is het die negatieve inhoud die we in de benamingen voor mensen met negatieve karaktertrekken opmerken. De lemmata die aan de grondslag van het materiaal in deze scriptie liggen, stammen uit oorspronkelijke benamingen voor zondaars. Net daarom lijkt de negatieve lading van de diernamen het makkelijkst te verklaren door te kijken naar welke dieren welke zonde verpersoonlijkten of vergezelden. Het was immers zo dat elke zonde in de theologie traditioneel met een bepaald dier verbonden werd, of dat dieren zelfs bepaalde zonden verpersoonlijkten (Laurillard 1873:VI; Van Uytven 2003:288). Toch is het niet mogelijk de oorzaak van de benamingen te zoeken in theologische geschriften waarin zonden en dieren met elkaar werden geassocieerd, aangezien vrijwel elke middeleeuwse auteur telkens andere dieren aan andere zonden koppelde. Wel is het zo dat heel wat van de in die geschriften vermelde dieren nog steeds in onze gegevenslijsten opduiken: beer, ezel, kat, hond, geit, zwijn en varken komen 6

13 zowel terug als pejoratieve benaming als in middeleeuwse lijsten met betrekking tot de zonden. 2 Daarnaast kennen bepaalde dieren ook buiten het gebied van de zeven hoofdzonden een negatieve connotatie. In bepaalde gevallen, bij het woord beer bijvoorbeeld, kan een verklaring voor de benaming gezocht worden in de vroege middeleeuwen: een periode waarin restanten van het oude Germaanse volksgeloof vaak het onderspit moest delven voor het opkomende christendom. Wat daarnaast ook opvalt, is dat de dieren die gebruikt worden om een man te benoemen, vaak niet gebruikt kunnen worden om een vrouw te benoemen en omgekeerd. Een onderscheid tussen zulke benamingen, waarbij ook nagegaan wordt wat de oorzaak daarvan is, blijkt ook bij de diernamen uiterst zinvol. Met het woordgeslacht wordt wanneer we dit nagaan geen rekening gehouden. De klassen waartoe de dieren nu zijn ingedeeld zijn mannelijk, vrouwelijk en algemeen (benamingen gangbaar voor man en vrouw). Vrijwel steeds komen zij overeen met het huidige woordgeslacht: uil bijvoorbeeld wordt alleen voor mannen gebruikt terwijl het genus van het woord ook mannelijk is. Vaak is dat genus echter veranderd tegenover het Oudnederlandse of het Vroegnieuwnederlandse woordgeslacht: uil krijgt in het VMNW en in het MNW bijvoorbeeld nog de aanduiding m., v.. Mogelijk zijn de oorzaken van waarom woorden een mannelijk of een vrouwelijk persoon gaan benoemen, dezelfde die ervoor zorgen dat ook het oorspronkelijk grammaticale woordgeslacht verandert. 2.1 Algemeen In deze categorie worden de woorden besproken waarbij zowel het mannetjes- als het wijfjesdier ter benoeming van respectievelijk de man en de vrouw kunnen voorkomen. Bok/geit Zowel de geit als de geitenbok worden veelvuldig aangetroffen ter benoeming van een persoon met een slechte karaktertrek. 3 Vrijwel steeds weerspiegelen de dieren het geslacht van diegene die benoemd wordt: geit wordt uitsluitend als benaming voor vrouwen gebruikt, bok met uitzondering van één attestatie uitsluitend als benaming voor mannen. Het verschijnen van de bok als negatieve personificatie kent een lange traditie. In de iconografie werd de duivel vaak afgebeeld met kenmerken van het dier zoals de hoorns, de hoeven en het harige 2 Zie voor besprekingen van dergelijke opsommingen o.a. Van Uytven 2003 ( ) en Laurillard 1873 (VI-VII). 3 In het Nederlands kan de bok ook het mannetje van andere gehoornde dieren aanduiden, in de dialecten echter lijkt bok uitsluitend voor te komen voor een geitenbok en dus ter benoeming van de mannetjesgeit. 7

14 lijf. Die beelden berustten op de Griekse traditie, waarin de god Pan soortgelijke uiterlijke kenmerken vertoonde (Russell 1977:126). De christelijke traditie zag daarin een dreiging, er werd immers vaak een associatie tussen heidense goden en seksuele waanzin gelegd. Bijgevolg deed men er alles aan om het dier (en de bijhorende god) te demoniseren (De Cleene 2012:252). De karaktereigenschappen van de heidense goden, wildheid en wellust, koppelden ze, net als ook de uiterlijke kenmerken ervan, aan de duivel. In het WNT valt inderdaad op dat de bok erg vaak ter benoeming van wilde, opvliegende en wulpse mannen dient. Voorbeelden zijn voor opvliegende man hete, hitsige en kolerige bok, voor norse man vieze en zure bok en voor zedeloze man hete bok, maar ook samenstellingen zoals hoerenbok komen voor. Verder zijn ook afgunstige en jaloerse bok ( jaloers persoon ) en koppige bok ( bokker, een stuurs persoon) geattesteerd. Eén keer komt bok voor ter benoeming van een vrouw, stijve bok, opnieuw onder het lemma bokker. Het woord wordt vooral heel vaak in het Waasland aangetroffen, maar ook enkele keren in West-Vlaanderen. Vrouwen worden met geit benoemd. De zonden waaraan ze worden gekoppeld verschillen echter volledig van die van de man, hoewel ze ook steeds negatief zijn. Voorbeelden zijn beue en vieze geit ( vervelend persoon ), koppige geit, lepe geit ( sluw persoon ), luie geit, onbeschofte geit, onnozele en zotte geit ( losbol, onbezonnen vrouw ). We treffen geit vooral aan in de Westhoek, maar ook in Zedelgem, Lokeren en Nieuw-Namen. Bij de vrouwelijke benamingen is er geen sprake van een associatie met wildheid of geilheid. Waarschijnlijk gaat het dan ook niet om de vrouwelijke tegenhanger van de mannelijke personen die met bok worden bestempeld. Bovendien komen de benamingen ook niet op dezelfde plaatsen voor. De negativiteit die aan de geit gekoppeld wordt, vindt dan ook niet zijn oorsprong in de christelijke traditie, maar in de middeleeuwse leefwereld. De geit werd er als het dier bij uitstek van de armen beschouwd: de dieren leverden weinig vlees (dat bovendien een onaangename geur verspreidde), kleine huiden en slechte haren (Van Uytven 2003:211). Wel kon een geit per dag een paar liter melk geven, waaruit ook kaas gemaakt konden worden. Bovendien plantte het dier zich makkelijk voort. Vooral onder de lage klassen van de bevolking, voor wie vlees erg duur was, was de geit dus interessant voor de dagelijkse voedselvoorziening. Waarschijnlijk werd het dier door die associatie met de lagere klassen van de bevolking geminacht, of werd de vrouw uit een lagere bevolkingsklasse vaak met haar geit gelijkgesteld. De melk werd immers ook vaak verkocht, en dat was de taak van de vrouw, de melkboerin (Van Uytven 2003:40). Ezel/ezelin De ezel is opnieuw een dier dat met de armere middeleeuwse bevolkingsklassen in verband kan worden gebracht. In plaats van een paard of een os, konden de meeste boeren zich slechts een ezel, die veel minder krachtig was, veroorloven. Het dier was vooral minder kieskeurig qua voedsel en bijgevolg ook lager in kosten, al kon het door zijn geringe kracht toch nauwelijks voor winst voor de boer in kwestie zorgen (Lopez 1976:46). Ook in de christelijke traditie werd de ezel met nederigheid 8

15 geassocieerd. Het was voor geestelijken aanbevolen zich voor langere afstanden niet per paard maar per ezel te verplaatsen, net zoals Christus hen dat voordeed (Van Uytven 2003:162). Zo n associatie met de lagere lagen van de bevolking en nederigheid, is steeds een vruchtbare voedingsbodem voor het ontstaan van scheldwoorden. Ook het karakter van het dier zal in die ontwikkeling weliswaar een rol gespeeld hebben: wanneer de ezel onraad ruikt, verzuimt het dier halsstarrig zijn weg verder te zetten. Vandaar treffen we in de eerste plaats een aantal benamingen voor koppige mannen en vrouwen aan: koppige ezel in West-Vlaanderen, lange ezel in Koewacht (Zeeland) en stege ezel in Waregem voor de man bijvoorbeeld. Ook heel wat andere associaties werden door de negatieve waardering voor het dier aan de ezel gekoppeld. Voor de vrouw is ook ezelin ( gierige vrouw ) geattesteerd in Waregem. Voor mannen zijn er nog heel wat meer benamingen, waaronder gestampte, onbeschofte en ongeschopte ezel ( ongemanierde man ) in het noordwesten van West- Vlaanderen. Verder komen ook gierige ezel, luie ezel en vieze ezel ( nors persoon ) voor. Haan/hen Hen (< pgm. *han-jō bij de haan horend ) is de benaming voor het wijfje van tamme hoenderachtige vogels, o.a. kippen, ganzen en kalkoenen dus (EWN:hen/WNT:hen). Tot in de late middeleeuwen kon men er echter allen de kip mee benoemen. In de zeventiende eeuw wordt het woord frequent gebruikt om er de echtgenote en vanaf de 18 de eeuw in het algemeen ook de vrouw mee te benoemen (WNT:hen). Die betekenissen lijken een zekere afhankelijkheid van de man uit te wijzen. Van Uytven (2003) onderscheidt in zijn onderzoek over het mens en het dier in de middeleeuwen mannelijke van vrouwelijke dieren, bepaald aan de hand van wie er instond voor het hoeden van welke dieren. De man bijvoorbeeld werd aan erg krachtige dieren gekoppeld: het paard en de ossen. De vrouw kreeg de leiding over veel kleinere dieren zoals schapen en pluimvee (Van Uytven 2003:40). In de eerste plaats is er op die manier dus al een associatie van de hen met de vrouw. We treffen in het WVD onder andere lege hen ( luie vrouw ) en onnozele hen ( losbol, iemand die zich onverstandig gedraagt) aan. Een associatie met onverstandigheid wordt bij de hen (of de kip als soort) wel vaker gelegd. Zo komen kip zonder kop of het oostelijkere kieken zonder kop wel vaker voor om iemand die niet echt over zijn daden nadenkt te benoemen. Men geloofde immers dat de kip door haar eigenaardige manier van kijken bijziend was. Het adjectief kippig betekende bijziend of slecht van gezicht, maar overdragen ook kortzichtig of dom (WNT:kippig). Lichamelijke en geestelijke onvolmaaktheid worden in de woordenschat wel vaker met elkaar geassocieerd (zie hoofdstuk 6). Waarschijnlijk is het vandaar dat we in het WVD ook lege hen als benaming voor een luie vrouw aantreffen in Snaaskerke. 9

16 Het WNT vermeldt ook dat de benaming henne/hen ontstaan zou kunnen zijn als verkorte vorm van de eigennaam Johannes (naast Hanne) en zo als gelexicaliseerde augmentatief toegepast werd voor onberedeneerde mensen (WNT:henne). 4 De citaten komen echter uitsluitend in Antwerpen voor, waar een geslotener uitsprak van de /a/ gebruikelijk is, een afleiding henne van Hanne/Johannes is in de Vlaamse dialecten vrijwel onmogelijk. Bovendien zou het van Johannes afgeleide wanne (zie onder) in dat geval ook wenne geworden zijn. De haan daarentegen kent een heel andere perceptie in de dialecten: het dier wordt immers veeleer met leiderschap en intimidatie dan met domheid geassocieerd. Voorbeelden zijn onder andere de vele benamingen voor bazig persoon zoals haantje-de-voorste en haantje-vooruit. Ook voor vechtersbaas komt het woord erg vaak als determinatum voor, waarschijnlijk mede door het gebruik van de haan in hanenkampen. Voorbeelden zijn pikkenhaan, vechtershaan en kemphaan. Verder komen ook Engels haantje voor opvliegend persoon, haantje-keer-weer voor wispelturig persoon en prethaan voor druktemaker voor. Dat de man makkelijk met het dier vergeleken kon worden ligt voor de hand; een krachtig lichaam en een op vechten beluste inborst, typeren vrouwen immers meestal niet. Hond/teef Hond wordt in de karakteraflevering van het WVD uitsluitend gebruikt ter benoeming van een man. Het woord is ontstaan uit het pgm. *hunda- ( hond ) (EWN:hond). De hond kende in de middeleeuwen een dubbele waardering. Enerzijds was het dier in hogere kringen erg geliefd: vooral aan het hof was het dier alomtegenwoordig. Het werd als erg trouw gezien en zelfs met zijn adellijke meesters begraven (Van Uytven 2003). Die positieve waardering voor het dier uit zich echter niet in veel positieve benamingen voor een man met goede karaktereigenschappen. Daarentegen treffen we heel wat negatieve benamingen aan: vroede hond ( vrek ); gierige hond ( gierige man ); hete hond ( zedeloze man ); luie, warse/werse hond ( luierik ) en onbeschofte hond ( ongemanierde man ). Honden die buiten adellijke kringen voorkwamen, werden immers heel wat minder gewaardeerd; ze liepen buiten rond en zagen er daardoor smerig uit. Vooral in tijden van pest en hongersnood zwierven de dieren die oorspronkelijk ook op hoeves werden gehouden verwaarloosd door de straten, wat voor overlast en angst onder de bevolking zorgde. Heel wat hondenslagers werden daarom zelfs betaald om de dieren te doden (Van Uytven 2003:256). Daarnaast werd het dier ook in de Bijbel als een minderwaardig, vuil dier beschouwd in heel wat vergelijkingen (KBS:hond); in het Middelnederlands zijn er zelfs uitdrukkingen als die helsche hont (als personificatie van de duivel) te vinden (VDE:hond). 4 Een meer uitgebreide uitleg over gelexicaliseerde eigennamen is te vinden in het volgende hoofdstuk. 10

17 Als pejoratieve benaming voor de vrouw komt steeds het geslachtsspecifieke teef voor, waarschijnlijk een afleiding van het pgm. *tibō- ( teef ). Opnieuw speelt de negativiteit die aan de hond wordt gekoppeld daarin een rol. Daarnaast staat de wijfjeshond ook bekend om de geslachtsdrift; in heel wat citaten uit het WNT wordt de ritsigheid ( geilheid ) van de teef (niet in de op de mens overdragen betekenis) vermeld (WNT: teef I). Voorbeelden die daaraan gekoppeld kunnen worden zijn geile en hete teef, waarvan het eerste in het Zeeuws-Vlaamse Philippine en het tweede vooral in het zuidoosten van West-Vlaanderen wordt gebruikt. De dubbele negatieve connotatie zorgt bij de wijfjeshond voor een enorm breed spectrum aan benamingen voor allerhande vrouwen met een slecht karakter. Teef komt zowat ter benoeming van elke negatief vrouwelijk karaktertype voor. Een aantal voorbeelden zijn aartsgierige teef ( vrek ), duivelse/uitgeslapen teef ( doortrapt persoon ), fernijnige/gemene teef ( boosaardige vrouw ), lepe/rappe/geslepen teef ( sluw persoon ), onbeschofte/luie teef ( ongemanierd persoon ), nijdige/vieze teef ( lichtgeraakt persoon ). 2.2 Benamingen voor vrouwen De benamingen die zich in deze categorie bevinden, kunnen alleen op vrouwen worden toegepast als persoonsnaam. Dat is bij de meeste woorden logisch, aangezien benamingen zoals hen en kattin uiteraard alleen naar wijfjesdieren kunnen verwijzen. De vraag is in die gevallen echter waarom de diersoort alleen bij vrouwen en niet bij mannen vertegenwoordigd is; waarom kat dus bijvoorbeeld als benaming voor vrouwen voorkomt, maar kater niet als benaming voor mannen. Kat/kattin/poes Kat, kattin en poes komen frequent voor als benaming voor een vrouw met een slechte karaktertrek. Naargelang van het substantief lijkt de eigenschap die aan het dier wordt toegekend toch ietwat te verschillen, en ook geografisch zijn er verschillen per woord. Bij woordgroepen met kat als kern wordt vaak verwaandheid uitgedrukt, voorbeelden van benamingen voor een verwaande vrouw zijn grootse kat (Zele), pronte kat (Borsbeke) en vergelijkingen als verwaand als een kat/keizers kat. Verder kan kat ook gebruikt worden om ijverige (rappe kat, Veurne), valse (valse kat, Oost-Vlaanderen) en zedeloze vrouwen (speelkat, Waregem) aan te duiden. Slechts één keer komt kat voor als vrij positieve benaming voor een ijverige vrouw: rappe kat in Veurne. Opvallend is dat dit de enige keer is dat het woord in West-Vlaanderen voorkomt; de andere attestaties van kat zijn tot Oost-Vlaanderen en het Waregemse overgangsdialect beperkt. 11

18 Met poes kan de dialectspreker in tegenstelling tot met kat geen verwaandheid uitdrukken. Slordige en vuile poes benoemen een slordige vrouw in Meerdonk, luie poes een luie vrouw in Zwijndrecht. Verder komen wel opnieuw termen voor een zedeloze (wulpse) vrouw voor: ferme poes in Vinkem en poes in Wingene en het zuidoosten van West-Vlaanderen, met daarnaast ook samenstellingen als stoeipoes (vooral in Oost-Vlaanderen) en snoezepoes (in Zeeland) in die betekenis. Poes wordt dus in een veel ruimer gebied gebruikt als pejoratieve benaming voor de vrouw. Kattin komt in de karakteraflevering van het WVD alleen voor met als betekenis zedeloze vrouw, maar volgens het WNT zou het in Oost-Vlaanderen ook een kwade, snibbige vrouw kunnen benoemen. Opnieuw in Wingene is kattin geattesteerd, in Vinkem ferme kattin en in De Klinge strolse kattin. De meeste negatieve benamingen zijn waarschijnlijk ontwikkeld uit het gedrag van de kat: de kat wast zich erg vaak, waaruit al snel een associatie met ijdelheid kan ontstaan. Bovendien kan het dier ook verraderlijk uit de hoek komen en sissend een klauw uitslaan wanneer iets haar niet bevalt. De houding tegenover katten was al sinds de middeleeuwen erg negatief. Men geloofde dat katten handlangers of zelfs incarnaties van de duivel waren. Allerlei verwerpelijkheden zoals valsheid, diefachtigheid en geilheid werden daardoor met de dieren in verband gebracht (Van Uytven 2003:152). Vaak stelde men in het openbaar katten terecht, bijvoorbeeld door ze te verbranden (Van Uytven 2003:263). Van heksen werd geloofd dat ze als aanbidster van de duivel zwarte katten vereerden (Van Uytven 2003:283). Daarnaast valt op dat de verschillende benamingen voor zedeloze vrouwen door elkaar gebruikt worden (in Wingene bijvoorbeeld). Poes komt weliswaar in het grootste gebied voor. Dat laat vermoeden dat poes het oorspronkelijke woord was waarmee men een zedeloze vrouw kon benoemen en dat kat en kattin later synoniem gebruikt werden. De etymologie van poes is daarom interessant. Poes zou teruggaan op een woord dat rond, mollig lichaam betekende. Van daaruit zouden dan vleinamen voor jonge vrouwen met mooie rondingen ontstaan zijn (o.a. poezelke) (WNT:poezel). Die rondheid/zachtheid kon ook op een kat slaan, waardoor ook poes als benaming voor de kat ontstond. Die associatie met rondheid/zachtheid lijkt door de taalgebruiker te zijn vergeten, waardoor schijnbare synoniemen als kat en kattin ter benoeming van de vrouw ontstonden. In sommige gebieden wordt poes ook gebruikt om er het vrouwelijk geslachtsdeel te benoemen (waarschijnlijk ook vanwege de associatie met zachtheid/weekheid/harigheid). Een fenomeen dat wel vaker voorkomt, want ook in het Nederduits en in het Hoogduits vinden we begrippen die zowel een kat, als ook het vrouwelijk geslachtsorgaan en een vrouw kunnen benoemen. Voorbeelden zijn het Nederduitse cognaat pus (RhWb:Pus VI ) en Mieze (Kluge:Mieze, < Maria), beide met als betekenissen kat, vrouwelijk geslachtsdeel en meisje. 12

19 Prij Prij werd in het Middelnederlands als prīde ( prooi, aas, dood dier ) ontleend aan het vulgair Latijnse praeda ( buit ). Het woord is daardoor ook met het standaardtalige prooi verwant. Het woord komt met als betekenis aas en slechte vrouw niet alleen in de Nederlandse dialecten, maar ook in het Nederduits en in het Normandisch voor (RhWB:Prei(de); NEW:prij). Prij was dus oorspronkelijk de benaming voor een dood, rottend dier, maar al snel werd die betekenis op andere zaken overdragen; op een dood menselijk lichaam bijvoorbeeld, of op monsterachtige wezens die vaak met de hel geassocieerd werden (WNT:prij). Verder kon ook een verachtelijk menselijk wezen met prij benoemd worden, waarschijnlijk omdat zulke mensen net als een rottend dier of een lijk tot walging aanzetten. In de dialecten echter vinden we prij alleen nog als benaming voor de vrouw terug, terwijl het woord vroeger ook algemeen een mens kon aanduiden. Waarom dat zo is, is niet duidelijk. Wel is het zo dat ook het qua betekenis erg verwante woord kreng ( bedervend kadaver, kwaadaardige vrouw ) hoofdzakelijk een vrouw kan benoemen en slechts bij uitzondering een waardeloos man (WNT:kreng). Het was alleszins zo dat aas en vooral aaseters/-zoekers vaak met vrouwen geasssocieerd werden in de mythologie. In de Griekse mythologie was er bijvoorbeeld de harpij, een vogel met grote klauwen en een lichaam dat half vrouw, half vogel was. Het dier voedde zich door het doden van mensen (MNW:harpie; EWN:harpij). Het dier wordt onder andere vermeld door Maerlant en was dus wel gekend in de middeleeuwen (VMNW:arpia, MNW:arpie). Door schrijvers als Vondel werd het vanaf de 17 de eeuw (de tijd waarin ook prij als benaming voor de vrouw opduikt) ook aangewend als benaming voor een boosaardig, vrouwelijk wezen (WNT:harpij 2c ). Het mythologische dier werd overigens net als prij met gierigheid geassocieerd, maar dan door de grijpgrage klauwen van het dier (Van Oostrom 2009:36). Daarnaast waren ook de Walkuren uit de Germaanse mythologie bekend, godinnen van het slagveld die later gezien werden als lijkendemonen omdat ze op het slagveld de dapperste gesneuvelde held gingen zoeken om hem naar het hiernamaals te begeleiden, rijdend op gevleugelde paarden (VDE:walkure, Pluim 1922:valkure). Prij komt onder andere in de betekenis van gierige vrouw voor: gierige prij treffen we in Sint- Gillis-Waas en Gent. Verder treffen we ook hovaardige prij ( verwaande vrouw ) aan in Gent en vieze prij nors persoon in Desselgem en Meerbeke. Ten slotte is ook kleine prij ( grappig kind ) te vinden in Otegem, al kan het daarbij om een betekenisverzwakking tegenover het originele scheldwoord gaan (zie meer daarover bij ding in hoofdstuk 4.1). Rosse osse/ros Over de etymologie van het woord ros bestaan twee hypothesen. Enerzijds is een verband met heel wat Germaanse talen mogelijk; in die verklaring is het Nederlandse ros ( paard ) met heel wat andere Germaanse talen verwant. Een voorbeeld van een cognaat is het Middelengelse hors. Beide woorden 13

20 ontstonden uit het Proto-Germaanse *(h)russa-. Ros is dan een vorm waarin metathese optrad, in het Middelnederlands kwam ook hors voor (WNT:ros I ). Het woord zou in het Indo-Europees aan een voorloper van het Assetisch, een Oost-Iraanse taal ontleend zijn (EWN:ros). Anderzijds ziet men rosse bij de tweede hypothese als een ontlening aan het Franse rosse, de vrouwelijke vorm van het Oudfranse ros dat krachteloos, mager, oud paard betekent (Rey 2006:rosse). Het ontstaan van rosse zoekt men enerzijds inderdaad bij verwantschap met het woord in de Germaanse talen, maar anderzijds ook bij het Provençaalse roussa ( afmatten, een akker met de eg bewerken ) dat zich uit het Latijnse ruptiare ( breken ) zou hebben ontwikkeld. Ros(se) zou dan kunnen verwijzen naar het paard dat door de zware last en het harde werk kromgegroeid was (Rey 2006:rosse). Onder invloed van rosse zou later het Franse werkwoord rosser ( afmatten ) ontstaan zijn (Rey 2006:rosser). Ook in het Frans kan rosse overdrachtelijk gebruikt worden om er een slecht persoon mee te benoemen, voornamelijk een oude, afgeleefde vrouw. In de Nederlandse dialecten kan, zo blijkt uit het WVD, uitsluitend de vrouw met ros(se) worden benoemd. Vermoedelijk kunnen beide etymologieën echter gewoon niet los van elkaar bekeken worden. Het Nederlandse ros ( paard ) is met de woorden met dezelfde betekenis in de andere Germaanse talen verwant. De pejoratieve betekenis die het Franse ros(se) in zich droeg, of dat nu door invloed van het Provençaalse roussa was of niet, kon in de Vlaamse dialecten makkelijk zijn intrede doen. Dat verklaart ook waarom Ross in het Duits nooit een pejoratieve betekenis kende en ook niet overdrachtelijk als persoonsnaam kan worden gebruikt (DWB:Ross). Ros komt met allerlei voorbepalingen voor in West- en Oost-Vlaanderen, behalve in het gebied ten zuiden van de Leie en ten oosten van de Schelde. Op dezelfde plaats komt ros vaak in combinatie met verschillende adjectieven voor. Volgende benamingen zijn geattesteerd in de karakteraflevering van het WVD: ros(se), venijnige rosse ( boosaardige vrouw ); lepe, geslepen en rappe rosse ( sluwe vrouw ); grote en grootse rosse ( sluwe vrouw ), koppige rosse, uitgeslapen rosse ( doortrapte vrouw ), vies(/vieze) ros(se) ( norse vrouw ), gierige ros, heet ros ( zedeloze vrouw ) en luie ros ( luie vrouw ). Heel wat verschillende eigenschappen worden met andere woorden aan de vrouw toegekend. Het paard werd in de middeleeuwen nochtans als een edel dier beschouwd. Het bezit ervan bracht prestige met zich mee, alleen al omdat het handenvol geld kostte om het dier te voeden. De kracht van het paard was bovendien nodig voor het uitvoeren van heel wat intensieve taken. Terwijl de os wanneer hij afgeleefd was nog vetgemest kon worden om op te eten en bovendien nog huid en horens kon opleveren bij het slachten, had een oud paard behalve de huid en niets meer te bieden (Van Uytven 2003:157). Het vlees van een paard eten was immers taboe omdat dat door de Kerk als een oud heidens gebruik werd beschouwd (De Cleene 2012:596). Het is dus niet verwonderlijk dat er specifiek om een afgeleefd paard te benoemen een woord ontstond, dat ook uitgroeide tot pejoratieve persoonsbenaming. 14

21 Dat het woord specifiek voor de vrouw wordt gebruikt, kan verschillende redenen hebben. Mogelijk gaat het gewoon om een iconische weergave van de lichaamsbouw, waarbij de sterke, robuustere man eerder met het sterke paard werd geassocieerd en de minder sterke vrouw met een mager, afgeleefd exemplaar. Een mogelijkheid ligt ook in het gebruik van paarden in de middeleeuwen: in de meeste dorpen was er slechts één dekhengst; de meeste eigenaars van paarden beschikten dus alleen over merries. Teek/tiek De teek is een kleine parasiet die leeft op de huid van de mens en andere gewervelde zoogdieren. Dergelijke kleine diertjes zoals teken, luizen en neten worden erg vaak met viezigheid in verband gebracht. Een verbinding van viezigheid met slechtheid valt dan uiteraard te verwachten, ook bij hond zagen we immers een dergelijke associatie. Kenmerkend voor de teek is dat ze zich in het lichaam van de gastheer vastzet en zich vervolgens voedt met zijn lichaamsstoffen. Terwijl de mannelijke teken erg klein zijn en niet echt opvallen, zijn de wijfjes als ze genoeg bloed van de gastheer hebben opgezogen vrij groot en dus ook erg opvallend (Service 2012:240). Hoogstwaarschijnlijk is dat de reden waarom teek vrijwel uitsluitend gebruikt wordt om er de vrouw mee te benoemen. Het dier krijgt in de taal een aantal eigenschappen toegekend die niets te maken lijken te hebben met de inherente eigenschappen van de teek. De negativiteit die rond het bloedzuigende diertje hangt, blijkt als benoemingsmotief voldoende. Geattesteerd is grootse teek ( verwaande vrouw ) in Rollegem-Kapelle. Daarnaast bestaan ook de nevenvormen kolerige tiek ( opvliegende vrouw ) in Beveren-Waas en domme tiek in Kortrijk en Meerdonk (WNT:tiek). In Nazareth en Munte kan teek ook lafaard betekenen (zowel man als vrouw). Een uitzondering waarschijnlijk, want ook in de Brabantse dialecten wordt teek als het voorkomt alleen ter benoeming van een vrouw gebruikt (WND:teek). Tink(e) Tink(e) is een dialectbenaming voor de zeelt, een karperachtige zoetwatervis die voorkomt in Europa en West-Azië. De vis is niet bepaald mooi om zien en wordt vooral gekenmerkt door zijn slijmerige huid, die in het Duits zelfs als benoemingsmotief van het dier (Schleie < schleim) gold (DwB:Schleie). Tinke zelf is, zo blijkt uit de uitspraak met [k], een ontlening aan het Picardische tinke/tenke, dat op zijn beurt teruggaat op het Latijnse tinca, kleine vis (WNT:tinke). De vis verblijft graag in modderige rivierbeddingen of in zuur water. Precies door die eigenschappen van het dier, is een associatie met vuil makkelijk te leggen voor de spreker, en aangezien associaties met vuil een ideale voedingsbodem zijn voor het ontstaan van pejoratieve benamingen komen heel wat benamingen die tinke bevatten voor. 15

22 Alle tinkes waarmee vrouwen met een slechte karaktereigenschap benoemd kunnen worden, komen enkel voor waar ook de benamingen voor het dier op zich voorkomen (De Tier 1999:14). We treffen de benamingen vooral aan in West-Vlaanderen, behalve aan de kust, waar de zoetwatervissen uiteraard niet voorkomen. Ook in het Oost-Vlaamse Assenede is de benaming geattesteerd. Varianten die tot verschillende lemma s behoren, komen vaak op dezelfde plaats voor. We vinden grootse tink ( verwaande vrouw ), curieuze tink ( nieuwsgierige vrouw ), gemene tink ( boosaardige vrouw), geslepen/lepe/olijke/rappe tink ( sluwe vrouw ), gierige tink ( gierige vrouw ), hete tink (zedeloze vrouw), koppige tink ( koppige vrouw ), uitgeslapen tink ( doortrapte vrouw ) en vieze tink ( norse/vervelende vrouw ). Sowieso was een associatie met vuil genoeg om tinke tot scheldwoord te laten uitgroeien. Een specifieke eigenschap van het dier lijkt verder immers niet voor de verschillende betekenissen verantwoordelijk, terwijl de woordgroepen opgenomen in de WVD-aflevering over het menselijk lichaam steeds naar scheelheid, en dus naar de stand van de ogen van de vis verwijzen (De Tier 1999:16; WVD III, 7). Daarnaast behoorde de vis ook tot de leefwereld van de mens, wat sowieso vaker aanleiding gaf tot vergelijkingen dan vergelijkingen met een dier dat nauwelijks bekend was (De Tier 1999:20). Het is echter vreemd dat de andere benamingen voor de zeelt, louw uit het zuidoosten van Oost-Vlaanderen en lapper uit het zuidoosten van Oost-Vlaanderen nauwelijks voorkomen als scheldwoord. Alleen lapper kan in Oostnieuwkerke een ondeugend kind aanduiden en niet specifiek een vrouw zoals dat bij tinke wel zonder uitzondering gebeurt. Het woord komt bovendien in West-Vlaanderen voor, dus waarschijnlijk duidt het woord zelfs niet op de zeelt maar is het een scheldwoord gevormd uit het in pejoratieven vaak voorkomende lap ( vod ). Mogelijk is dat de vorm van het woord een invloed heeft gehad op het ontstaan van de benaming als specifieke benaming voor de vrouw. De uitspraak van het woord is in de West-Vlaamse dialecten immers [tinkə]. Sowieso wordt een eind-e met vrouwelijkheid geassocieerd, maar de vorm lijkt door de eindklank ook sterk op de vrouwelijke gelexicaliseerde eigennamen met een augmentatiefsuffix (zie hoofdstuk 3). 2.3 Benamingen voor mannen De benamingen die in dit hoofdstuk voortkomen, kunnen uiteraard ook als soortnaam voor het dier in kwestie geïnterpreteerd worden en zowel op het mannetjes- als op het wijfjesdier slaan. Bij de woorden in deze categorie is het echter zo dat ze, indien ze als persoonsnaam worden gebruikt, in de dialecten vrijwel uitsluitend op mannen kunnen worden toegepast. Opvallend is daarbij dat het vaak om dieren met een grote spierkracht of een robuust lijf gaat. Steeds riepen de dieren in deze 16

23 categorie daarenboven ook in het christendom negatieve associatie op, vaak door de herinnering aan vroegere, heidense gebruiken. Aap De etymologie van het woord aap is onzeker. Het woord zou ontstaan zijn uit het Proto-Germaanse *apa(n), maar buiten het Germaans vindt men geen woorden die met zekerheid verwant zijn (EWN:aap). Mogelijk is de vorm een vroege ontlening uit het Keltisch (< abránas), al is het vreemd dat andere Keltische talen hun woord voor aap zelf ontleenden aan het Engels. Een tweede mogelijkheid is een woord dat in onder andere de Semitische talen voorkomt: kapí, maar tegen die theorie zijn er een aantal klankwettige bezwaren (Kluge:Affe). De aap is een dier dat met heel wat negatieve karaktereigenschappen in verband wordt gebracht. Voorbeelden uit het WVD zijn onder andere (gierige) aap (West-Vlaanderen), luie aap (Oostende), ongeschokte aap ( ongemanierd persoon, Oostende) en vieze aap ( nors persoon, Bellegem). In de middeleeuwen was de aap in heel Europa een erg negatief beladen dier omdat hij geassocieerd werd met de duivel en een zondig leven. In de Byzantijnse kunst bijvoorbeeld wordt de aap steeds voorgesteld met een vrucht in de hand (Tanner 2005:397). Het feit dat hij die vrucht, meestal een appel, net als een mens met de hand opeet, werd soms als een verwijzing naar de zondenval geïnterpreteerd (De Cleene 2012:66). De aap gaat gedurende de middeleeuwen steeds meer symbool staan voor de duivel, en net dat zorgt ervoor dat hij aan heel wat negatieve eigenschappen wordt gekoppeld (Tanner 2005:397). Die associatie tussen de aap en de duivel kan onder andere nog gezien worden in het woord bosduivel, een woord dat in de eerste plaats als scheldwoord voor een persoon of dier met een woest uiterlijk kan worden gebruikt, maar daarnaast ook als volkstalige naam voor de Coaita, een apensoort uit Guyana (WNT:bosduivel). Bosduivel komt ook voor in de aflevering van het WVD over het menselijk lichaam als heteroniem bij het lemma persoon met een verwarde haardos (WVD III, 7). Wat wel opvalt, is dat aap vrijwel uitsluitend naar een mannelijk persoon kan verwijzen. De Coster (2007) toont in zijn opsomming van Nederlandse scheldwoorden in verband met aap aan dat er heel wat associaties worden gemaakt met harigheid (zoals dat in de dialecten ook bij bosduivel het geval is), bijvoorbeeld voor een man met veel haar op de borst of op het gezicht (De Coster:aap). Mogelijk is het wegens dat uiterlijke kenmerk dat de vrouw niet met aap kan worden benoemd. Harigheid is bovendien een eigenschap die vaak aan de duivel, ook een mannelijk figuur, wordt toegekend (Van Uytven 2003:75). Beer Met een beer kan men in de Vlaamse dialecten twee mogelijke dieren benoemen: enerzijds het mannetjesvarken en anderzijds ook het roofdier. Beide dieren vormden inspiratie tot het benoemen 17

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van 118 Overgangsdialecten op de kaart In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van Variaties vzw plaats, met als thema Overgangsdialecten. Onderstaande tekst is een samenvatting van de

Nadere informatie

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1 1 Korintiërs 12 : 27 kerk in deze (21 e ) eeuw een lastige combinatie? want juist in deze tijd hoor je veel mensen zeggen: ik geloof wel in God maar niet in de kerk kerk zijn lijkt niet meer van deze tijd

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

De vorm van het verhaal

De vorm van het verhaal Over dit boek Het verhaal van Reinaart de vos is een van de oudste verhalen in het Nederlands. Het is geschreven in de 13 de eeuw door Willem. Wie die Willem precies was, weten we niet. Willem heeft het

Nadere informatie

Oudnederlands. < Jan W. de Vries, Roland Willemyns & Peter Burger. Negen eeuwen Nederlands. Amsterdam (1995), p. 11-29

Oudnederlands. < Jan W. de Vries, Roland Willemyns & Peter Burger. Negen eeuwen Nederlands. Amsterdam (1995), p. 11-29 Duistere eeuwen Prehistorisch Nederlands en Oudnederlands < Jan W. de Vries, Roland Willemyns & Peter Burger Het verhaal van het Nederlands. Negen eeuwen Nederlands. Amsterdam (1995), p. 11-29 1. Waarom

Nadere informatie

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...

Nadere informatie

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

HC zd. 6 nr. 32. dia 1 HC zd. 6 nr. 32 wie Jezus wil kennen moet de verhalen over hem lezen beschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes terecht worden ze evangelisten genoemd ze beschrijven het evangelie ze vertellen

Nadere informatie

Benamingen voor gierig en gierigaard in de Zuid-Nederlandse dialecten: een onomasiologisch en semasiologisch onderzoek

Benamingen voor gierig en gierigaard in de Zuid-Nederlandse dialecten: een onomasiologisch en semasiologisch onderzoek Benamingen voor gierig en gierigaard in de Zuid-Nederlandse dialecten: een onomasiologisch en semasiologisch onderzoek Promotor: Professor Magda Devos Cleo Vandenbosch Academiejaar 2008-2009 Master Taal-

Nadere informatie

Huiselijk geweld/kindermishandeling

Huiselijk geweld/kindermishandeling Extra les: Huiselijk geweld/kindermishandeling HANDLEIDING BIJ EXTRA LES THEMA: HUISELIJK GEWELD DOEL De tieners beseffen dat huiselijk geweld helaas vaak voorkomt. Ze leren wat huiselijk geweld is en

Nadere informatie

Wijkgemeente Ichthus Noordwijk EEN LIEFLIJKE. LEER HEM KENNEN 7, bewaarexemplaar. Ds. F. van Roest, zondag 26 januari

Wijkgemeente Ichthus Noordwijk EEN LIEFLIJKE. LEER HEM KENNEN 7, bewaarexemplaar. Ds. F. van Roest, zondag 26 januari LEER HEM KENNEN 7, bewaarexemplaar Wijkgemeente Ichthus Noordwijk EEN LIEFLIJKE NAAM 1 Ds. F. van Roest, zondag 26 januari Als God naar Zijn grote genade en in Zijn oneindige wijsheid geen middel en Middelaar

Nadere informatie

Het dubbelgebod en de zin van ons bestaan (22 februari 2009)

Het dubbelgebod en de zin van ons bestaan (22 februari 2009) 1 Het dubbelgebod en de zin van ons bestaan (22 februari 2009) De achtergrond van de vraag naar het belangrijkste gebod De vraag waar wij vanochtend mee te maken hebben is de vraag naar het grote of anders

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd 53 9 Vader Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd heeft. P Ik begin steeds beter te begrijpen dat het heel bijzonder is dat ik een kind van God, mijn

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1

Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1 Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1 Tijd Wat gaan we doen 19.00 Mentorkwartiertje 19.15 Geschapen naar Gods Beeld - woordweb 19.25 Bespreken Genesis 1: 26-28 / psalm 8 19.35 Ik ben Gods Beeld dus..

Nadere informatie

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24 Inhoud inleiding Nieuw inzicht in onze dromen 11 i wat dromen zijn 1 Terugkeer naar een vergeten land Waarom we een derde van ons leven missen 17 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven Hoe de wetenschap

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Waanzin 6 maximumscore 2 een weergave van de overeenkomst tussen Descartes benadering van emoties en de beschreven opvatting over melancholie in de Oudheid: een fysiologische benadering 1 een

Nadere informatie

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55 Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55 Maria gaat op visite bij Elisabet. Maria was natuurlijk helemaal vol van het geweldige nieuws dat ze van de Gabriël had gehoord. Ze wilde het heel graag aan

Nadere informatie

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12?

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12? Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12? Romeinen 7:7. Paulus stelt weer een vraag, die het voorafgaande mogelijk oproept bij mensen. Hij zei immers, dat de wet (vroeger) zondige hartstochten in ons opriep

Nadere informatie

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

HC zd. 42 nr. 31. dia 1 HC zd. 42 nr. 31 weinig mensen zullen zeggen dat ze leven voor het geld geld maakt niet gelukkig toch zeggen we er graag achteraan: wel handig als je het hebt want waar leef ik voor? een christen mag zeggen:

Nadere informatie

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente Bijbelstudie 1 Korintiërs Diversiteit in de kerk is van alle tijden. En nu onze cultuur en de kerk minder goed op elkaar aansluiten dan wel eens gedacht, worden we vaker bepaald bij de verschillen tussen

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Een Valentijn krantje Geen idee van wie, maar wel voor wie!

Een Valentijn krantje Geen idee van wie, maar wel voor wie! Datum: 14-02-2013 Een Valentijn krantje Geen idee van wie, maar wel voor wie! Eerste hulp bij liefdeslooplijn Mocht het van toepassing zijn Anders leuk om weg te geven Wie dit heeft geschreven? Geen idee,

Nadere informatie

Heeft God het Kwaad geschapen?

Heeft God het Kwaad geschapen? Heeft God het Kwaad geschapen? Zondagavond 22 september 2013 (Genade & Waarheid Preek) Inleiding A. Genade & Waarheid Preken (Soms) Ingewikkelde of wettisch toegepaste onderwerpen bekeken vanuit Genade

Nadere informatie

Wees niet jaloers! Intro. Wat is jaloersheid? blok E - nivo 1 - avond 6

Wees niet jaloers! Intro. Wat is jaloersheid? blok E - nivo 1 - avond 6 Wees niet jaloers! blok E - nivo 1 - avond 6 Tijd Wat gaan we doen 19.00 Mentorkwartiertje 19.15 Terugkoppeling en intro 19.20 Wat is jaloersheid? 19.30 Jaloersheid, waar komt het vandaan? 19.45 Jezus

Nadere informatie

hema: Groeien in liefde en tederheid

hema: Groeien in liefde en tederheid Naam: Datum: hema: T 1. Wat is echte vriendschap? Schrijf woorden of korte zinnen naast elke pijl. Denk aan deze elementen: Je hebt het gevoel dat je van iemand houdt, het gevoel dat je je goed voelt bij

Nadere informatie

Rare jongens, die koeien? Enkele eigenaardigheden van de koe.

Rare jongens, die koeien? Enkele eigenaardigheden van de koe. L E E S T E K S T Foto: VLAM Rare jongens, die koeien? Enkele eigenaardighen van koe. Je hoort soms wel eens zeggen: Lompe koe! Maar heb je al eens gemerkt hoe lenig een koe is? Van zo n log dier zou je

Nadere informatie

Wanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig.

Wanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig. Ik wil sjoelemo (Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met kinderen tot ± 12 jaar) Een verhaaltje om in de klas voor te lezen. Een oefening om te doen in het gezin. Dit verhaaltje gaat over gevoelens;

Nadere informatie

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1 2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1! " #$% & #& '$' '& + ()" *% $, $ -% 1 H. Jagersma en M. Vervenne, Inleiding in het Oude Testament, Kampen, 1992. J. Bowker, Het verhaal

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

De eerste zonde - ongehoorzaamheid

De eerste zonde - ongehoorzaamheid In de vorige studie is ingegaan op de rebellie in de hemel 1. De Bijbel openbaart niet wanneer deze rebellie heeft plaatsgevonden, maar die had wel zijn invloed op het leven van Adam en Eva in het paradijs

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag

Nadere informatie

1 Ben of word jij weleens gepest?

1 Ben of word jij weleens gepest? Onderzoeksresultaten TipHorstaandeMaas.nl Pesten Pesten is van alle generaties. Het kan bijna overal plaatsvinden en is daarom dichterbij dan mensen soms denken 8 1 Ben of word jij weleens gepest? 7 6

Nadere informatie

Wat zegt de Bijbel over vrouwen?

Wat zegt de Bijbel over vrouwen? Wat zegt de Bijbel over vrouwen? [اهلونلدية - dutch [nederlands - revisie: Yassien Abo Abdillah bron: uwkeuze.nl Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) 2014-1435 Islam voor iedereen ماذا يقول اإلجنيل عن النساء

Nadere informatie

(Deel van) Zijn Lichaam

(Deel van) Zijn Lichaam (Deel van) Zijn Lichaam 1 December 2013 I. Wedergeboren Leven II. Levende stenen 1 Petrus 2:4-5 Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn

Nadere informatie

nooit Zeer ruw en onvoorzichtig zijn Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen Als een olifant door een porseleinkast gaan

nooit Zeer ruw en onvoorzichtig zijn Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen Als een olifant door een porseleinkast gaan Als een olifant door een porseleinkast gaan Zeer ruw en onvoorzichtig zijn Als één schaap over de dam is volgen er meer Als iemand het voorbeeld geeft, zijn er al snel meer mensen die dit voorbeeld volgen

Nadere informatie

1) Gered worden is net zo gemakkelijk als een cadeau krijgen (Johannes 1:12)

1) Gered worden is net zo gemakkelijk als een cadeau krijgen (Johannes 1:12) Les 8 - Redding In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Heel veel mensen hebben er geen behoefte aan zich door Jezus te laten redden. Daarvoor hebben ze allerlei redenen. Bijvoorbeeld:

Nadere informatie

Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste

Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste Eerste druk, 2014 2014 Emelie van Laar isbn: 9789048434497 nur: 775 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Het evangelie volgens. Annelien Bij de Vaate

Het evangelie volgens. Annelien Bij de Vaate Het evangelie volgens Annelien Bij de Vaate 1. Oorspronkelijk Dit is een verhaal over het leven. Over hoe het leven is ontstaan, of het een doel heeft, wie de oorsprong is van het leven. Er zijn veel verhalen

Nadere informatie

De Werking van een Ei

De Werking van een Ei Van Henk Beerepoot aan Zebulon Heeft U ooit goed nagedacht over een vogelei? Het grapje van velen wat er het eerst was de kip of het ei toont aan dat men zich nog niet geheel bij zijn naïviteit heeft neergelegd...

Nadere informatie

Tijdens de presentatie van het boek Clara van assisi, GesChrifTen en oudste bronnen op 30

Tijdens de presentatie van het boek Clara van assisi, GesChrifTen en oudste bronnen op 30 IN NAVOLGING VAN CLARA Tijdens de presentatie van het boek Clara van assisi, GesChrifTen en oudste bronnen op 30 januari jl. hield Marieke drent, studente TheoloGie (fhtl, utrecht) een boeiende voordracht

Nadere informatie

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN WAAROM??? DAAROM!!! Soms sta je met je mond vol tanden, wanneer je kind je met een vraag overvalt. "Waarom zijn de bomen groen?", "Waarom regent het vandaag?" Waarom... waarom..., steeds weer waarom. De

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? Les 5 - Redding Vier feiten die je moet kennen om het Evangelie goed te begrijpen In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? In

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Lucas 10:25-37 - Mag Jezus jouw naaste zijn?

Lucas 10:25-37 - Mag Jezus jouw naaste zijn? Lucas 10:25-37 - Mag Jezus jouw naaste zijn? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op: hmveurink@gmail.com. Bij deze preek is geen powerpoint

Nadere informatie

Gemeente in Christus,

Gemeente in Christus, meditatie voor 3 mei 2015 thema geloof EN wetenschap Gemeente in Christus, Misschien heb je wel eens gehoord van de film The Matrix, of misschien heb je m zelfs wel eens gezien. De film gaat over een kleine

Nadere informatie

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Heilig Jaar van Barmhartigheid Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Hartstocht voor je financiën

Hartstocht voor je financiën INHOUDSOPGAVE 1. Hartstocht voor je financiën................................ 5 2. Geld!...................................................... 7 3. De wet van de geleidelijke groei............................

Nadere informatie

WIJ zijn hier gekomen niet alleen om jullie en alle anderen hier te

WIJ zijn hier gekomen niet alleen om jullie en alle anderen hier te SAMENVATTING VAN DE REDEVOERINGEN GEHOUDEN VOOR DE JEUGD IN SURINAME EN DE NEDERLANDSE ANTILLEN Willemstad, 19 oktober 1955, Oranjestad, 22 oktober 1955. Paramaribo, 5 november t 955 WIJ zijn hier gekomen

Nadere informatie

JAARGANG 9 / NUMMER 4 DECEMBER 2014. Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 9 / NUMMER 4 DECEMBER 2014. Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 9 / NUMMER 4 DECEMBER 2014 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Ebola Afgelopen maand was er een grote geldinzamelingsactie voor de bestrijding van ebola. Het woord ebola komt oorspronkelijk

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

EEN GROOT VERLIES WAT HEBBEN WE VERLOREN DOOR DE ZONDEVAL? 2/16

EEN GROOT VERLIES WAT HEBBEN WE VERLOREN DOOR DE ZONDEVAL? 2/16 EEN GROOT VERLIES WAT HEBBEN WE VERLOREN DOOR DE ZONDEVAL? 2/16 EEN GROOT VERLIES De schepping De zondeval 3/16 De schepping (1) Genesis 1:27 En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God

Nadere informatie

1 Johannes. - Kringleiderhandeleiding -

1 Johannes. - Kringleiderhandeleiding - 1 Johannes - Kringleiderhandeleiding - Beste kringleider, Hieronder vind je per hoofdstuk een aantal aanvullende gedachten bij het kringmateriaal over 1 Johannes. Met name wordt beschreven wat het doel

Nadere informatie

Hij heelt de gebrokenen van hart AANVAARD WIE JE BENT

Hij heelt de gebrokenen van hart AANVAARD WIE JE BENT Hij heelt de gebrokenen van hart AANVAARD WIE JE BENT De wortel van zelfhaat De eerste zonde; verlangen als God te zijn; de ontkenning van wie je bent Eerste gevolg van de zonde: Schaamte voor je lichaam

Nadere informatie

Geloven in Jezus Christus

Geloven in Jezus Christus Geloven in Jezus Christus Zoon van God Jezus krijgt God een menselijk gezicht. Immanuel wordt Hij genoemd: God met ons. Het is de naam die Hij bij zijn geboorte krijgt. ZIn Daar begint zijn bijzondere

Nadere informatie

Door onze keuze is er een breuk tussen God en mens.

Door onze keuze is er een breuk tussen God en mens. Probleem: breuk tussen en mens Door onze keuze is er een breuk tussen en mens. maakte de mens omdat Hij een vriend wilde. Hij wilde aanhoudend contact met de mens. Hij gaf de mens een verrassend mooi leven.

Nadere informatie

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer. LEIDRAAD VOOR BEGELEIDERS Niet Normaal Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer. Het project Niet Normaal wil seksuele diversiteit bespreekbaar maken bij (Gentse) jongeren van 14 tot 18 jaar.

Nadere informatie

Startbijeenkomst met leidinggevenden. hand-out

Startbijeenkomst met leidinggevenden. hand-out Startbijeenkomst met leidinggevenden hand-out hand-out startbijeenkomst met leidinggevenden Wat houdt jongeren gaande én bezig? Kies twee of drie plaatjes die dat voor jou t best symboliseren 2 Basisbehoeften

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Geloof tegenover gevoelens

Geloof tegenover gevoelens Kenneth Hagins Geloofsles nr. 7 Geloof tegenover gevoelens Centrale waarheid: Een formule voor geloof is: 1) Zoek in Gods Woord naar een belofte die betrekking heeft op wat u nodig heeft, 2) Geloof Gods

Nadere informatie

Fototentoonstelling WO I

Fototentoonstelling WO I Fototentoonstelling WO I gewone dieren, bijzondere situaties Ook op de kinderboerderij zijn we de herdenking van WO I niet vergeten. Hoe kan het ook anders, bij ons staat deze in het teken van de dieren.

Nadere informatie

Zondag 30 oktober 2011, Kogerkerk Zevende zondag van de herfst, kleur groen Spreuken 9 & Matteüs 25, 1-13

Zondag 30 oktober 2011, Kogerkerk Zevende zondag van de herfst, kleur groen Spreuken 9 & Matteüs 25, 1-13 Zondag 30 oktober 2011, Kogerkerk Zevende zondag van de herfst, kleur groen Spreuken 9 & Matteüs 25, 1-13 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Oost, west, thuis best. Als er 1 schaap over

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

Frederik Smekens Vak:Godsdienst Opdracht: de 7 deugden in het Christendom

Frederik Smekens Vak:Godsdienst Opdracht: de 7 deugden in het Christendom Frederik Smekens Vak:Godsdienst Opdracht: de 7 deugden in het Christendom De zeven deugden bestaan al heel lang. Al sinds het begin van de mensheid. Adam zat alleen in het hemelse rijk. Hij verveelde zich

Nadere informatie

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent De Bijbel Een geloofsboek EWe kunnen vele wegen gaan met de Bijbel. De één ervaart het vooral als een mooi kunstobject. Vele kunstenaars hebben er inspiratie in gevonden om een kunstwerk te maken. We kennen

Nadere informatie

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie Ervaringen, belevenissen, vragen in woorden gevangen om die woorden weer vrij te laten in nieuwe ervaringen, belevenissen, vragen. Marcel Zagers www.meerstemmig.nl

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Kleuren Inleiding Hallo allemaal. Ik hou mijn spreekbeurt over kleuren omdat ik het een leuk en interessant onderwerp vind en ook omdat kinderen er niet zo snel op komen denk ik. Ik heb mijn spreekbeurt

Nadere informatie

Villa Reynaert DE HAND VAN PIETER PORTERS IN TEKST: ANNEMIE WILLEMSE - FOTOGRAFIE: CLAUDE SMEKENS 56 TIJDLOOS

Villa Reynaert DE HAND VAN PIETER PORTERS IN TEKST: ANNEMIE WILLEMSE - FOTOGRAFIE: CLAUDE SMEKENS 56 TIJDLOOS Villa Reynaert DE HAND VAN PIETER PORTERS IN TEKST: ANNEMIE WILLEMSE - FOTOGRAFIE: CLAUDE SMEKENS 56 TIJDLOOS Of je nu tot rust wilt komen tussen zakelijke beslommeringen door of je wilt met je geliefde

Nadere informatie

Geschiedenis van het Nederlands Hoofdstuk: Duistere eeuwen

Geschiedenis van het Nederlands Hoofdstuk: Duistere eeuwen Duistere eeuwen Prehistorisch Nederlands en Oudnederlands < Jan W. de Vries, Roland Willemyns & Peter Burger Het verhaal van het Nederlands. Negen eeuwen Nederlands. Amsterdam (1995), p. 11-29 1. Waarom

Nadere informatie

Saskia van den Heuvel MISSCHIEN GEBEURT ER VANDAAG IETS. Gedichten. Muitgeverij. Mmarmer. m armer

Saskia van den Heuvel MISSCHIEN GEBEURT ER VANDAAG IETS. Gedichten. Muitgeverij. Mmarmer. m armer Saskia van den Heuvel MISSCHIEN GEBEURT ER VANDAAG IETS Gedichten Muitgeverij m armer Mmarmer Mmarmer M INHOUD KANTOOR Ode 13 Wat we zeiden toen we het ons nog herinnerden 14 Ze hebben het beste met ons

Nadere informatie

Samenvatting Dautzenberg H8

Samenvatting Dautzenberg H8 Samenvatting Dautzenberg H8 Paragraaf 56 Elk boek kun je in drieën verdelen: voorwerk, eigenlijke tekst, nawerk. Onder voorwerk verstaan we alles wat voorafgaat aan het eerste hoofdstuk: omslag, titel,

Nadere informatie

Krijgen die zwartwitte. voldoende eten? Van oerrund tot verschillende rundveetypes.

Krijgen die zwartwitte. voldoende eten? Van oerrund tot verschillende rundveetypes. .a L E E S T E K S T De wisent Net zoals bij honden, paarden en vele andere diersoorten, hebben we ook bij onze koeien verschillende rassen. Hoe komt dat vraag je je misschien wel af. Eerst en vooral is

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I Preek Gemeente van Christus, De mooiste dingen in het leven kun je niet als erfernis wegschenken Let er maar eens op. De belangrijkste dingen zijn geen erfstuk. Zeker, je kunt mooie spulletjes erven. Of

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C OBSERVATIE Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt Robbert Kooiman G&I 1-C Contents Inleiding... 2 Covert of Overt... 2 Analyse... 3

Nadere informatie

26 oktober 2014 Nationale Bijbelzondag. Echt geluk is voor.. Bij de zaligsprekingen uit de Bijbel in Gewone Taal Mattheüs 5 : 1-12

26 oktober 2014 Nationale Bijbelzondag. Echt geluk is voor.. Bij de zaligsprekingen uit de Bijbel in Gewone Taal Mattheüs 5 : 1-12 26 oktober 2014 Nationale Bijbelzondag. Echt geluk is voor.. Bij de zaligsprekingen uit de Bijbel in Gewone Taal Mattheüs 5 : 1-12 Een initiatief van het Nederlands Bijbelgenootschap om de Bijbel op een

Nadere informatie

6/02/2015. Godsdienstles geven als het begeleiden van jongeren bij het omgaan met levensvragen

6/02/2015. Godsdienstles geven als het begeleiden van jongeren bij het omgaan met levensvragen Godsdienstles geven als het begeleiden van jongeren bij het omgaan met levensvragen 1 Inleiding Levensbeschouwelijk bezig zijn?? Situeren van problemen binnen de kijk op het leven (hoeveel vrijheid moeten

Nadere informatie

LES 11. Respect tonen of een lesje leren? Sabbat

LES 11. Respect tonen of een lesje leren? Sabbat LES Respect tonen of een lesje leren? Heb je ooit het gevoel dat je niet respectvol of eerlijk werd behandeld? Behandel jij anderen altijd op die manier? Omdat we allemaal Gods kinderen zijn, moeten we

Nadere informatie

Moslims houden van Jezus

Moslims houden van Jezus Moslims houden van Jezus Jezus is een figuur die geliefd en vereerd wordt door miljarden mensen over de hele wereld, maar er is veel verwarring over de status van deze kolossale persoon. Jezus staat bij

Nadere informatie

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16 Inhoud Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7 Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11 Activiteit 03: Acting out 16 Activiteit 04: Schuld 22 Activiteit 05: Angst 26 Activiteit 06: Verdriet

Nadere informatie

De Bijbel open 2013 44 (09-11)

De Bijbel open 2013 44 (09-11) 1 De Bijbel open 2013 44 (09-11) Als ouders zondigen, dan worden hun kinderen daarvoor gestraft. Is dat zo? Dat kan toch niet waar zijn. Toch lijkt dat wel zo te staan in Deut. 5:9 en Ex. 20:5. In deze

Nadere informatie

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID Romeinen 8: 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. 14

Nadere informatie

Kingdom Faith Cursus ------------------------------------------------------------------------------------------------ HEILIG, HEILIG, HEILIG

Kingdom Faith Cursus ------------------------------------------------------------------------------------------------ HEILIG, HEILIG, HEILIG Kingdom Faith Cursus KF09 ------------------------------------------------------------------------------------------------ HEILIG, HEILIG, HEILIG Colin Urquhart ------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Jezus, het licht van de wereld

Jezus, het licht van de wereld Jezus, het licht van de wereld Het evangelie naar Johannes 8: 1-30 1 Overzicht 1. De overspelige vrouw 2. Jezus als het Licht der wereld 3. Twistgesprekken met de Farizeeën 2 De overspelige vrouw Bijbeltekst

Nadere informatie

De Heer is God! Dertien Bijbelstudies bij Psalm 100

De Heer is God! Dertien Bijbelstudies bij Psalm 100 De Heer is God! Dertien Bijbelstudies bij Psalm 100 De Heer is God! Dertien Bijbelstudies bij Psalm 100 Heino Gerritsen Schrijver: Heino Gerritsen Coverontwerp: Heino Gerritsen Foto cover: zonsopkomst

Nadere informatie

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt orthodontist Daniël van der Meulen samen met veertien assistentes intensief

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Ik weet niet of het u is opgevallen, maar het trof mij dat de lezingen van vandaag vol tegenstellingen zitten: het begint al bij Jesaja 41: mensen zijn

Nadere informatie

Johannes 8 : 11. dia 1

Johannes 8 : 11. dia 1 Johannes 8 : 11 in de wet van Mozes stond het duidelijk (Deut. 22:22) als een man wordt betrapt met een getrouwde vrouw moeten beiden ter dood gebracht worden zowel de man als de vrouw met wie hij geslapen

Nadere informatie

Evelien Bos-de Greef en Ruben Vlot

Evelien Bos-de Greef en Ruben Vlot Evelien Bos-de Greef en Ruben Vlot Uitgeverij Jes! Zoetermeer Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council (FSC ) draagt. Bij dit papier is het

Nadere informatie

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265 Jaarreeks 1: Jaarreeks 1: 1. Gods eigendom Abba, Vader, U alleen U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart. U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen U behoor ik toe.

Nadere informatie

DANIËL EN DE LEEUWENKUIL

DANIËL EN DE LEEUWENKUIL Bijbel voor Kinderen presenteert DANIËL EN DE LEEUWENKUIL Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door:

Nadere informatie

Voortaan haal ik, zodra ik wilde wingerd zie, de plant gelijk uit de heg. Wat opvalt is, dat hij steeds weer terugkomt: op blijven letten dus!

Voortaan haal ik, zodra ik wilde wingerd zie, de plant gelijk uit de heg. Wat opvalt is, dat hij steeds weer terugkomt: op blijven letten dus! Liefde Je kunt je soms lelijk vergissen! Het lijkt heel wat, maar als je beter kijkt of de gevolgen ziet, dan is het toch ineens heel anders! Je zou s zomers mijn heg moeten zien. Niets bijzonders, hoor!

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie