Behandelmotivatie bij jeugdigen in Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Behandelmotivatie bij jeugdigen in Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken"

Transcriptie

1 Behandelmotivatie bij jeugdigen in Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken Samenhang tussen de sfeer op de leefgroep en behandelmotivatie Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam M. Dubbelaar Studentnummer Begeleider: dr. G.H.P. van der Helm Tweede beoordelaar: dr. G.J.J.M. Stams Amsterdam (juli, 2014)

2 Inhoudsopgave 1. Abstract Inleiding Hypothesen 8 4. Onderzoeksmethode Participanten Procedure Instrumenten Analyse Resultaten Variabele Behandelmotivatie Variabele Sfeer Simulation Modeling Cross Correlation Post Hoc Analyse Discussie Referenties Bijlagen

3 1. Abstract Delinquent adolescent boys in the Netherlands are being treated for their problematic behavior in a correctional facility. Treatment motivation is a crucial factor for the success of this treatment. A positive group atmosphere is thought to be associated with higher treatment motivation. During a period of maximum 21 weeks treatment motivation and group atmosphere were measured weekly among 120 incarcerated boys between the age of 12 and 23. Fourteen individual cases were analyzed with Simulation Modeling Analysis (SMA). We found that treatment motivation decreased significantly during treatment. Also group atmosphere decreased significantly. Furthermore, we found a significant positive correlation between treatment motivation and group atmosphere. A possible explanation for the decrease in treatment motivation is the lack of perspective for the incarcerated boys. In future research the influence of the lack of perspective should be investigated. Samenvatting Delinquente jeugdigen worden in Nederland voor hun problematische gedrag behandeld in een justitiële jeugdinrichting. Behandelmotivatie is hierbij cruciaal voor het slagen van de behandeling. Daarnaast wordt een goede sfeer tussen de jeugdigen onderling geassocieerd met hogere behandelmotivatie. Tijdens een periode van maximaal 21 weken is behandelmotivatie en sfeer gemeten onder 120 delinquente jongeren tussen de 12 en 23 jaar die op dat moment verbleven binnen een justitiële jeugdinrichting. Veertien individuele cases zijn geanalyseerd door middel van Simulation Modeling Analysis (SMA). We hebben gevonden dat behandelmotivatie gedurende de behandeling significant afneemt. Ook sfeer daalde gedurende deze periode significant. Verder vonden we dat er een significant positief verband bestaat tussen behandelmotivatie en sfeer. Een mogelijke verklaring voor de daling van behandelmotivatie is het gebrek aan perspectief voor de jeugdigen. In toekomstig onderzoek zou de invloed van het gebrek aan perspectief verder onderzocht moeten worden

4 2. Inleiding Jeugdigen met ernstige gedragsproblemen die crimineel gedrag vertonen kunnen in onze maatschappij geplaatst worden in een justitiële jeugdinrichting (JJI) in het kader van voorarrest en straf, maar ook om hen op te voeden en te behandelen (Van der Helm, Tol, & Stams, 2012b). Enerzijds is het doel van opsluiting straffen als genoegdoening voor de maatschappij en om de maatschappij te beschermen. Anderzijds bestaat er een andere belangrijke doelstelling, namelijk deze jeugdigen zo op te voeden en te behandelen dat zij niet recidiveren en hen te helpen een volwaardige plaats in de maatschappij te verwerven (Van der Helm et al., 2012b). Over de kwaliteit en effectiviteit van residentiële jeugdzorg is echter weinig bekend (Harder, 2011; Marshall & Burton, 2010). Binnen de behandeling van jeugdigen die verblijven in een JJI blijkt behandelmotivatie van de jeugdigen een cruciale factor te zijn voor het meewerken van de jeugdige aan de behandeling (Drieschner, Lammers, & Van der Staak, 2004; Olver, Wormith, & Stockdale 2011). Bij jeugdigen met een hoger niveau van behandelmotivatie bij opname worden betere behandeleffecten gezien (Orlando, Chan, & Morral, 2003) en zijn jeugdigen meer tevreden over de behandeling (Harder, 2011). Weinig behandelmotivatie en probleeminzicht zijn daar tegenover risicofactoren voor delinquent gedrag (Harder, 2011). De behandelmotivatie van jeugdigen in een JJI wordt vaak als minimaal of niet aanwezig beschouwd. Dit is deels te verklaren doordat de plaatsing in een JJI vaak onder dwang gebeurt en jeugdigen zich vaak weinig bewust zijn van hun (gedrags-)problemen (Harder, 2011). Van Binsbergen, Knorth, Klomp en Meulman (2001) hebben laten zien dat er, volgens de begeleiders, in ongeveer de helft van de jeugdigen sprake is van beginnende behandelmotivatie, in de zin van enig probleembesef en de keuze hieraan iets te willen doen. De jeugdigen zelf dichten zich iets vaker een zekere mate van probleembesef toe. Behandelmotivatie is echter geen vaststaand kenmerk. Motivatie van jongeren binnen een JJI kan na verloop van tijd toenemen (Harder, 2011; Van Binsbergen et al., 2001). Uit het onderzoek van Harder (2011) kwam echter ook naar voren dat wanneer jeugdigen bij binnenkomst in de JJI een hoger niveau van behandelmotivatie lieten zien, dit vaak daalde gedurende de behandeling. Hiervoor zouden volgens Harder (2011) een aantal verklaringen kunnen zijn. Zo zou er volgens haar een plafond kunnen zijn voor het te behalen niveau van behandelmotivatie. Daarnaast zou er sprake kunnen zijn van regressie naar - 4 -

5 het gemiddelde. Een andere verklaring zou een gebrek aan perspectief tijdens de behandeling kunnen zijn. Daarbij komt dat er bij jeugdige gedetineerden vaker kenmerken van depressie en angst gezien worden vergeleken bij jeugdige criminelen die niet gedetineerd zijn (White, Shi, Hirschfield, Mun, & Loeber, 2009). Kortom, er ligt een belangrijke taak bij de behandelaren en begeleiders van deze jeugdigen om gedurende het verblijf inzicht te krijgen in de behandelmotivatie. Daarnaast zouden de begeleiders moeten zoeken naar manieren om de behandelmotivatie te vergroten of op peil te houden. Van Binsbergen et al. (2001) beschrijven dat contactname in de behandeling van groot belang is voor de behandelmotivatie van de jeugdigen Hierbij is contactname echter niet iets wat alleen van de jeugdige afhangt, maar net zozeer iets zegt over de houding en wijze van optreden van de hulpverlener. Van der Helm et al. (2012b) beschrijven ook dat ondersteuning van een hulpverlener de eerste stap is naar stabilisatie en rehabilitatie. Behandelmotivatie kan echter niet afgedwongen worden. Dit kan alleen verworven worden in een goede en veilige omgeving die motivatie stimuleert (van der Helm, Klapwijk, Stams & Van der Laan, 2009). Binnen een JJI leven jeugdigen veelal op leefgroepen waarbij de dagelijkse ondersteuning geboden wordt door pedagogisch medewerkers. De jeugdigen verblijven met 8 tot 10 andere jeugdigen op een groep. Een goede relatie tussen groepsleiders en jeugdigen is van belang voor positieve behandeleffecten (Harder, 2011). Ook een veilig en stabiel leefklimaat is een voorwaarde voor het goed functioneren van de groep en de jeugdige zelf (Van der Helm, Stams, Van der Stel, Van Langen, & Van der Laan, 2011b). Er worden vier schalen van leefklimaat onderscheiden, namelijk ondersteuning, groei, repressie en sfeer. Hierbij duidt ondersteuning op steun en responsiviteit van groepsleiders. Groei verwijst naar zingeving en omstandigheden binnen de instelling die het voor jeugdigen makkelijker maakt om te leren en zich voor te bereiden op hun leven buiten de instelling. Repressie staat voor de mate en eerlijkheid van controle door groepsleiding, hoeveelheid en handhaving van regels, aanwezige privacy en verveling onder jeugdigen. Als laatste verwijst sfeer naar de mate van veiligheid en vertrouwen tussen de jeugdigen onderling (Van der Helm, Stams, & Van der Laan, 2011a). Een open leefklimaat bij jeugdigen met ernstig probleemgedrag in JJI s heeft een positieve invloed op behandelmotivatie en een actieve inzet (Van der Helm et al., 2009). Om een open leefklimaat te creëren op de leefgroepen moet er sprake zijn van veel ondersteuning, duidelijke kansen op groei, minimale repressie en een goede sfeer tussen de jeugdigen onderling

6 Dat de sfeer op de leefgroep van invloed is op de jeugdigen is te verklaren vanuit het transactionele model voor de ontwikkeling door Sameroff (2009). Deze theorie stelt dat de ontwikkeling van een kind het product is van de continue dynamische interactie tussen het kind en de opgedane ervaringen vanuit zijn sociale omgeving. Daarbij komt dat jeugdigen in hun adolescentie meer gevoelig zijn voor invloeden vanuit leeftijdgenoten (Fontaine & Dodge, 2009). Opvallend is dat Meijer (2012) heeft laten zien dat een positieve sfeer op de groep in sommige gevallen ook kan leiden tot minder behandelmotivatie bij de jeugdige. Dit effect kan mogelijk worden verklaard door deviantietraining (Fontaine & Dodge, 2012), waarbij jeugdigen probleemgedrag van elkaar overnemen. Met name in groepen jeugdigen met gedragsproblemen ontstaat snel een vorm van deviantietraining doordat er binnen deze groepen meer deviant gedrag te zien is dan prosociaal gedrag (Dishion, McCord, & Poulin, 1999; Osgood & Bridell, 2006). Ook kunnen positieve reacties van leeftijdgenoten op deviant of antisociaal gedrag ervoor zorgen dat de jeugdige dit gedrag blijft vertonen (Dishion et al., 1999). Een goede sfeer tussen de jeugdigen op de groep zou derhalve deviantietraining kunnen faciliteren. Deviantietraining zou er dan voor kunnen zorgen dat jeugdigen elkaar beïnvloeden niet mee te werken aan de behandeling. Echter, Het bestaan van deviantietraining wordt niet in alle studies ondersteund (Handwerk et al, 2000; Mager, Milich, Harris & Howard, 2005). Duidelijk is dat het binnen een JJI van belang is te zorgen voor een positief leefklimaat. Daarnaast is het van belang om de behandelmotivatie van de jeugdigen die daar verblijven te vergroten zodat er gewerkt kan worden aan een goede terugkeer in de maatschappij. Binnen dit onderzoek wordt er dan ook gekeken naar de behandelmotivatie van de jeugdigen binnen Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken en hoe deze behandelmotivatie zich manifesteert gedurende de behandeling. Verwacht wordt dat de behandelmotivatie gedurende de behandeling toeneemt. Daarnaast wordt er verwacht dat er schommelingen te zien zijn in behandelmotivatie tussen de eerste en de laatste meting. Ten tweede wordt er gekeken naar de invloed van het leefklimaat op de behandelmotivatie van de jeugdige. Specifiek wordt er gekeken naar de invloed van de sfeer tussen de jeugdigen en de relatie met behandelmotivatie. Verwacht wordt dat de sfeer gedurende het verblijf toeneemt of tenminste gelijk blijft. Daarnaast wordt er verwacht dat er schommelingen te zien zijn in sfeer tussen de eerste en de laatste meting. Ten derde zal er gekeken worden of er een verband bestaat tussen behandelmotivatie en sfeer. Verwacht wordt dat er een negatief verband bestaat tussen behandelmotivatie en sfeer

7 Tijdens dit onderzoek werd er gestreefd naar 18 wekelijkse metingen per jeugdige vanaf binnenkomst in de inrichting. Op deze manier kan goed gezien worden hoe behandelmotivatie en sfeer zich manifesteren gedurende het verblijf

8 3. Hypothesen Hypothese 1: Er wordt verwacht dat de behandelmotivatie gedurende het verblijf binnen de inrichting zal toenemen. Daarnaast wordt er verwacht dat er schommelingen te zien zullen zijn tussen de eerste en laatste meting. Hypothese 2: Er wordt verwacht dat de sfeer gedurende het verblijf toeneemt of tenminste gelijk blijft. Daarnaast wordt er verwacht dat er schommelingen te zien zullen zijn tussen de eerste en de laatste meting. Hypothese 3: Er wordt verwacht dat er een negatief verband zal bestaan tussen een goede sfeer tussen de jeugdigen onderling en behandelmotivatie

9 4. Onderzoeksmethode 4.1 Participanten De deelnemende jongeren zijn jongens in de leeftijd van 12 t/m 23 jaar (M = 16,6, SD = 1,14) die in de inrichting geplaatst zijn door de kinderrechter vanwege (verdenking van) het plegen van een delict. Bij de start van de metingen was 63,2% van de deelnemende jeugdigen geplaatst in het kader van preventieve hechtenis, 28,2% in het kader van jeugddetentie, 4,3% met nachtdetentie en 4,3% met een Pij-maatregel. Alle jongeren werden binnen de eerste week na binnenkomst gevraagd deel te nemen aan dit onderzoek. Alle deelnemers deden mee op vrijwillige basis. Hun gegevens zijn anoniem verwerkt en alleen toegankelijk voor de onderzoekers. In ruil voor de deelname werden de jeugdigen beloond met beloningen als snoep, douchegel of een extra belmoment. Er doen in totaal 120 jeugdigen mee aan het onderzoek. Bij 14 van deze jeugdigen zijn er minimaal 18 metingen gedaan. 4.2 Procedure Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken. Er worden binnen dit onderzoek maximaal 21 wekelijkse metingen gedaan, ook wel time series genoemd (Borckardt, Nash, Murphy, Moore, & O Neil, 2008), bij de jeugdigen vanaf hun binnenkomst in de inrichting. Bij deze wekelijkse metingen worden er een twee vragenlijsten afgenomen. De PGCI (van der Helm et al., 2011a) om leefklimaat te meten en de ATMQ (van der Helm et al., 2012a) om behandelmotivatie te meten. Dit onderzoek maakt deel uit van twee promotieonderzoeken binnen Amsterbaken. Binnen deze twee onderzoeken worden er wekelijks meerdere vragenlijsten afgenomen bij zowel jeugdigen als de mentoren (pedagogisch medewerkers) van deze jeugdigen. Er wordt gestreefd naar minimaal 18 metingen per jeugdige. Omdat de meeste jeugdigen geen 18 weken binnen de inrichting verblijven, zal er geruime tijd genomen moet worden voor dit onderzoek. Binnen deze scriptie wordt er gebruik gemaakt van de gegevens van de eerste veertien jeugdigen die minimaal 18 metingen afgerond hebben

10 4.3 Instrumenten PGCI - Leefklimaat wordt gemeten door middel van de Prison Group Climate Inventory (PGCI). De PGCI meet hoe jeugdigen hun verblijf op een leefgroep in een gesloten inrichting ervaren (van der Helm et al., 2011a). De vragenlijst bestaat uit 24 items op een 5-punts Likert-schaal van 1 (helemaal niet van toepassing) tot 5 (helemaal wel van toepassing). De vragenlijst bestaat uit vier subschalen: ondersteuning (α =.90), groei (α =.88), repressie (α =.76) en sfeer (α =.76). Van der Helm et al. (2011a) hebben vastgesteld dat de constructvaliditeit en interne consistentie goed te noemen is. ATMQ - Behandelmotivatie wordt gemeten door middel van de Adolescent Treatment Motivation Questionnaire (ATMQ). Deze lijst is ontstaan vanuit de Motivation for Treatment Questionnaire (MTQ) van Van Binsbergen (2003). Er zaten aan deze MTQ echter een aantal flinke nadelen. Zo was hij vrij lang en grammaticaal en cognitief complex. Om het gebruik van deze lijst geschikt te maken voor afname bij jeugdigen die moeite hebben met het begrijpen van moeilijke concepten, een korte aandachtsboog hebben en licht verstandelijk beperkt zijn is er een korte versimpelde versie ontwikkeld, namelijk de ATMQ (Van der Helm, Wissink, De Jongh, & Stams, 2012). Deze ATMQ, met op dat moment 32 items, is afgenomen bij 59 adolescenten in detentie. Na analyse bleek de lijst ingekort te kunnen worden tot 11 items (Van der Helm, Van Genabeek, Stams, & Van der Laan, 2011c). Van der Helm et al. (2012a) hebben vastgesteld dat de constructvaliditeit en interne consistentie goed te noemen is met een Chronbach s alpha van Analyse Binnen dit onderzoek zal er de beschikking zijn over minimaal 18 en maximaal 21 wekelijkse metingen van veertien jeugdigen. Door middel van Simulation Modeling Analysis (SMA) zal er op case-niveau worden gekeken of er een toename in behandelmotivatie te zien is. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste fase (week 1 t/m 9) en de tweede fase (vanaf week 10). Daarnaast zal er door middel van Simulation Modeling Analysis (SMA) op case-niveau worden onderzocht of er een positief of negatief verband bestaat tussen behandelmotivatie en sfeer. Er is gekozen voor het gebruik van SMA omdat deze methode corrigeert voor autocorrelatie en de mogelijkheid geeft individuele cases te onderzoeken (Borckardt et al., 2008)

11 5. Resultaten 5.1 Variabele Behandelmotivatie Binnen dit onderzoek is als eerste gekeken naar het verloop van de variabele behandelmotivatie gedurende de eerste (maximaal) 21 weken van het verblijf. In week 1 zijn er 120 participanten. Dit aantal neemt gedurende de weken af naar twee in week 21. Er is een gepaarde t-toets uitgevoerd waaruit blijkt dat de behandelmotivatie in fase 1 significant hoger (M=1,735, SD=0,396) is dan in fase 2 (M=1,600, SD=0,462), t(27)=3,800, p=0,001, 95% CI [0,062, 0,207], d=0, Variabele Sfeer Binnen dit onderzoek is gekeken naar het verloop van de variabele sfeer gedurende de eerste (maximaal) 21 weken van het verblijf. In week 1 zijn er 120 participanten. Dit aantal neemt gedurende de weken af naar twee in week 21. Er is een gepaarde t-toets uitgevoerd waaruit blijkt dat de sfeer in fase 1 significant hoger (M=3,597, SD=0,592) is dan in fase 2 (M=3,212, SD=0,962), t(27)=3,155, p=0,004, 95% CI [0,134, 0,635], d=0, Simulation Modeling Om het verschil tussen de eerste (baseline) fase en de tweede (treatment) fase voor beide variabelen op case-niveau te onderzoeken is er gebruik gemaakt van Simulation Modeling Analysis (SMA). In Tabel 5 zijn de resultaten van deze analyse te zien. Het valt op dat er een significante afname in behandelmotivatie plaatsvindt bij casus 1 (r = -.362, p <.05) en casus 11 (r = -.473, p <.05). Bij casus 14 (r =.613, p <.05) is een significante toename in behandelmotivatie te zien. Er is een significante afname in sfeer te zien tussen de eerste fase en de tweede fase bij casus 10 (r = -.689, p <.05). Bij de overige cases is er geen sprake van een significante afname

12 5.4 Cross Correlation Om een samenhang tussen de variabelen sfeer en behandelmotivatie op case-niveau te kunnen onderzoeken is er gebruik gemaakt van een cross correlation analyse. In Tabel 6 zijn hiervan de resultaten te zien. Het valt op dat er een grote samenhang bestaat tussen sfeer en behandelmotivatie. In zeven gevallen gaat een verandering in sfeer vooraf aan een verandering in behandelmotivatie, zoals te zien bij casus 1 (r =.55, p <.05), casus 2 (r =.65, p <.05), casus 3 (r =.50, p <.05), casus 6 (r =.41, p <.05), casus 8 (r =.68, p <.05), casus 12 (r =.50, p <.05) en casus 13 (r = -.59, p <.05). In zes cases gaat een verandering in behandelmotivatie vooraf aan een verandering in sfeer, zoals te zien bij casus 2 (r =.83, p <.05), casus 3 (r =.50, p <.05), casus 6 (r =.41, p <.05), casus 9 (r =.61, p <.05), casus 10 (r =.35, p <.05) en casus 12 (r =.50, p <.05). In de bijna alle gevallen is dit verband positief. Slechts in casus 13 (r = -.59, p <.05) zien we een negatief verband, waarbij een toename in sfeer voorafgaat aan een afname in behandelmotivatie en andersom. 5.5 Post Hoc Analyse Post hoc is de vragenlijst over behandelmotivatie (ATMQ) op item-niveau bekeken om te achterhalen waar de daling in behandelmotivatie aan toe te wijzen is. De items op de vragenlijst werden gescoord op een 3-puntsschaal, waarbij 1 = niet waar, 2 =? en 3 = waar. Op het item Ik vertrouw de groepsleiding wordt er in fase 1 (M = 2,165, SD = 0.643) significant lager gescoord dan in fase 2 (M = 2,397, SD = 0,804), t(28) = -2,348, p = 0,026, 95% CI [-0,433, - 0,030], d = -0,32. Op het item Ik weet hoe ik het beste geholpen kan worden, ik praat daarover wordt er in fase 1 (M = 1,925, SD = 0,710) significant lager gescoord dan in fase 2 (M = 2,154, SD = 0,925), t(28) = -2,318, p = 0,028, 95% CI [-0,432, -0,027], d = -0,28. Op de overige items van de vragenlijst zijn geen significante verschillen tussen fase 1 en fase 2 gevonden. Wel is uit de resultaten (zie Tabel 7) op te maken dat er op het item Het maakt mij uit welke groepsleiding er werkt gemiddeld laag gescoord word gedurende fase 1 en fase 2. Ook op het item Er is één groepsleider waar ik mijn problemen mee kan bespreken wordt er gemiddeld laag gescoord gedurende fase 1 en fase

13 Naast het doornemen van de vragenlijst op item-niveau is de mening van verschillende deskundigen uit het werkveld gevraagd. Hen is gevraagd wat een verklaring zou kunnen zijn voor de afnemende behandelmotivatie van de jeugdigen gedurende hun verblijf binnen de inrichting. De reacties van de deskundigen zijn te zien in Tabel 8. Samenvattend geven de verschillende deskundigen uit het werkveld aan dat gebrek aan perspectief tijdens het verblijf een negatieve invloed op behandelmotivatie zou kunnen hebben. De jeugdigen kunnen de moed verliezen tijdens hun verblijf binnen de inrichting, mede doordat het tijdens de preventieve hechtenis niet duidelijk is hoe lang hun verblijf gaat duren. Ook wanneer ze andere jeugdigen zien vertrekken of als verlofaanvragen worden afgewezen kunnen de jeugdigen minder gemotiveerd raken

14 6. Discussie In dit onderzoek is er gekeken naar het verloop en de samenhang van behandelmotivatie en sfeer gedurende het verblijf binnen Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken. Er zijn wekelijkse metingen gedaan bij veertien deelnemers in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar. Uit dit onderzoek is gebleken dat de behandelmotivatie van de jeugdigen gedurende het verblijf afneemt. Ook de sfeer tussen de jeugdigen onderling neemt gedurende het verblijf af. Als laatste is gevonden dat er een verband bestaat tussen behandelmotivatie en sfeer. Dit verband was in bijna alle gevallen positief. Deze bevindingen weerleggen de vooraf gestelde hypothesen in dit onderzoek, namelijk dat de behandelmotivatie toe zou nemen, dat de sfeer toe zou nemen en dat er een negatief verband zou bestaat tussen behandelmotivatie en sfeer. Een mogelijke verklaring voor de afname in behandelmotivatie zou kunnen liggen in het feit dat de jeugdigen onder dwang zijn geplaatst in de inrichting (Harder, 2011). De afname in behandelmotivatie zou ook gezocht kunnen worden in het gebrek aan perspectief voor de jeugdige tijdens zijn verblijf (Harder, 2011; Van der Helm et al., 2014). Hiernaast is een essentieel onderdeel van behandelmotivatie het contact met de hulpverleners (Van Binsbergen et al., 2001). In dit geval zijn dat voornamelijk de pedagogisch medewerkers die de dagelijkse ondersteuning op de leefgroep bieden. Uit onderzoek blijkt dat jeugdigen die voor langere tijd verblijven binnen een JJI minder ondersteuning van medewerkers ervaren (Van der Helm et al., 2014). Deze ondersteuning is echter een belangrijke voorwaarde voor behandelmotivatie. Na een grondige bestudering van de ingevulde vragenlijsten (op item niveau) over behandelmotivatie binnen het huidige onderzoek valt het op dat het vertrouwen in de groepsleiding iets toeneemt. Dit is echter een klein effect (Cohen, 1992). Daarnaast weten de jeugdigen iets beter hoe ze geholpen kunnen worden en zij praten daarover. Ook hier is er echter sprake van een klein effect (Cohen, 1992). Bij de overige items op de vragenlijst treedt er geen significante verandering op gedurende het verblijf. De totale behandelmotivatie daalt gedurende het verblijf. Verschillende deskundigen uit het werkveld geven aan dat gebrek aan perspectief tijdens het verblijf een negatieve invloed op behandelmotivatie zou kunnen hebben. De jeugdigen kunnen de moed verliezen tijdens hun verblijf binnen de inrichting, mede doordat het tijdens de preventieve hechtenis niet duidelijk is hoe lang hun verblijf gaat duren. Ook wanneer ze andere

15 jeugdigen zien vertrekken of als verlofaanvragen worden afgewezen kunnen de jeugdigen minder gemotiveerd raken. Het gebrek aan perspectief zou een verklaring kunnen zijn voor de aanwezigheid van meer kenmerken van depressie en angst bij gedetineerde jeugdigen in vergelijking met niet gedetineerde jeugdigen (White et al., 2009). Een mogelijke verklaring voor het verband tussen behandelmotivatie en sfeer kan gevonden worden in het transactionele ontwikkelingsmodel voor de ontwikkeling van Sameroff (2009). De jeugdigen die verblijven binnen een inrichting worden beïnvloed door hun omgeving en de ervaringen die ze opdoen binnen deze omgeving. Daar komt bij dat adolescenten voornamelijk gevoelig zijn voor de invloeden van leeftijdgenoten (Fontaine & Dodge, 2009), waardoor aangenomen mag worden dat de onderlinge sfeer op de leefgroep van grote invloed is. Sfeer is een onderdeel van het leefklimaat op de groep. Wanneer er sprake is van een open klimaat heeft dit een positief effect op de behandelmotivatie (van der Helm et al., 2009). Een open leefklimaat houdt in dat er sprake is van genoeg ondersteuning, de mogelijkheid tot groei, een minimum aan repressie en een goede onderlinge sfeer. Dit onderzoek heeft een aantal beperkingen. Als eerste is er op case-niveau onderzoek gedaan bij veertien participanten. Vanwege dit kleine aantal deelnemers en omdat er slechts binnen één inrichting onderzoek is gedaan, kan er niet gegeneraliseerd worden naar andere jeugdigen en inrichtingen. Als tweede heeft dit onderzoek zich gericht op de invloed van sfeer op de behandelmotivatie. Er zijn echter meer aspecten die invloed zouden kunnen hebben op behandelmotivatie. Als derde is er voornamelijk gebruik gemaakt van zelfrapportage vragenlijsten. Hierdoor kan niet uitgesloten worden dat de jeugdigen sociaal wenselijk hebben geantwoord (Breuk, Clauser, Stams, Slot, & Doreleijers 2007; Van der Helm et al., 2009). In dit onderzoek is er gebruik gemaakt van wekelijkse metingen waardoor er een goed beeld kon ontstaan van het verloop van de behandelmotivatie en sfeer gedurende het verblijf van de jeugdigen. Door het gebruik van Simulation Modeling Analysis kon er op case-niveau onderzocht worden en is er gecorrigeerd voor autocorrelatie. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de invloed van het gehele leefklimaat op behandelmotivatie en zou meer participanten kunnen includeren om sterke resultaten te kunnen produceren. Daarnaast lijkt het verstandig de invloed van het gebrek aan perspectief tijdens de behandeling verder te onderzoeken, aangezien dit een grote invloed lijkt te hebben op behandelmotivatie. In de dagelijkse praktijk van de behandeling in een jeugdinrichting zal er toenemend aandacht moeten zijn voor de invloed van

16 het leefklimaat op de behandelmotivatie. Daarnaast moet er perspectief zijn voor de jeugdigen die er verblijven

17 7. Referenties Borckardt, J.J., Nash, M.R., Murphy, M.D., Moore, M., Shaw, D. & O neil, P. (2008). Clinical practice as natural laboratory for psychotherapy research. A guide to case-based timeseries analysis. American Psychologist, 63, Doi: / X Breuk, R.E., Clauser, C.A.C., Stams, G.J.J.M., Slot, N.W., Doreleijers, T.A.H. (2007). The validity of questionnaire self-report of psychopathology and parent child relationship quality in juvenile delinquents with psychiatric disorders. Journal of Adolescence, 30, Doi: /j.adolescence Dishion, T.J., McCord, J. & Poulin, F. (1999). When interventions harm: Peer group and problem behavior. American Psychologist, 54, Doi: /-066X Drieschner, K.H., Lammers, S.M.M. & Van der Staak, C.P.F. (2004). Treatment motivation: An attempt for clarification of an ambiguous concept. Clinical Psychology Review, 23, Doi: /j.cpr Fontaine, R.G. & Dodge, K.A.(2009). Social information processing and aggressive behavior: A transactional perspective. In A.E. Sameroff, The transactional model of development: How children and contexts shape each other (pp ). Washington DC: American Psychological Association. Handwerk, M.L., Field, C.E. & Friman, P.C. (2000). The iatrogenic effects of group intervention for antisocial youth: premature extrapolations? Journal of Behavioral Education, 10, Harder, A.T. (2011). The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen (proefschrift). Mager, W., Milich, R., Harris, M.J. & Howard, A. (2005). Intervention groups for adolescents with conduct problems: Is aggregation harmful or helpful? Journal of Abnormal Child Psychology, 33, Doi: /s Meijer, F. (2012). De invloed van leefklimaat op de behandelmotivatie van jongeren in een residentiële setting. Utrecht: Universiteit Utrecht (masterthesis)

18 Olver, M.E., Wormith, J.S. & Stockdale, K.C. (2011). A meta-analysis of predictors of offender treatment attrition and its relationships to recidivism. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 79, Doi: /a Orlando, M., Chan, K.S. & Morral, A.R. (2003). Retention of court-referred youths in residential treatment programs: client characteristics and treatment process effects. The American Journal of Drug and Alcohol Abuse, 29, Doi: /ADA Osgood, D.W., O Neill Briddell, L. (2006). Peer Effects in Juvenile Justice. In K. Dodge, T. Dishion, and J. Lansford (Eds). Deviant Peer Influences in Programs for Youth (pp ). New York: Guilford Press. Prochaska, J. O., DiClemente, C. C., & Norcross, J. C. (1992). In search of how people change: Applications to addictive behaviors. American Psychologist, 47, Doi: / X Sameroff, A.E. (2009). The transactional model of development: How children and contexts shape each other. Washington DC: American Psychological Association. Van Binsbergen, M.H. (2003). Motivatie voor behandeling. Ontwikkeling van behandelmotivatie in een justitiële setting. Antwerpen-Apeldoorn: Garant-Uitgevers. Van Binsbergen, M.H., Knorth, E.J., Klomp, M. & Meulman, J.J. (2001). Motivatie voor behandeling bij jongeren met ernstige gedragsproblemen in de intramurale justitiële jeugdzorg. Kind en Adolescent, 22, Van der Helm, G.H.P., Beld, M.H.M., Dekker, A.L., Van Miert, V.S.L., Nagtegaal, J., Roest, J.J. & Stams, G.J.J.M. (2014). Rapportage Justitiële Jeugdinrichtingen Een onderzoek naar het Leef-, leer- en werkklimaat van Justitiële Jeugdinrichtingen. Den Haag: DJI Van der Helm, G.H.P., Klapwijk, M., Stams, G.J.J.M. & Van der Laan, P.H. (2009). What Works for juvenile prisoners: The role of Group climate in a youth prison. Journal of Children s Services, 4, Van der Helm, G.H.P., Stams, G.J.J.M., Van der Laan, P.H. (2011a). Measuring group climate in a forensic setting. The Prison Journal, 91, Van der Helm, G.H.P., Stams, G.J.J.M., Van der Stel, J.C., Van Langen, M.A.M. & Van der Laan, P.H. (2011b). Group climate and empathy in a sample of incarcerated boys. International Journal of Offender Therapy and Comparative Criminology. Online publicatie. Doi: / X

19 Van der Helm, Tol & Stams (2012b). Onderbouwing nieuwe visie DJI. Hegeschool Leiden/Universiteit van Amsterdam. Van der Helm, G.H.P., Van Genabeek, M., Stams, G.J.J.M. & Van der Laan, P.H. (2011c). Violence in youth prison: The role of group climate and personality. Journal of Forensic Psychology and Psychiatry. Doi: / Van der Helm, G.H.P., Wissink, I.B., De Jongh, T. & Stams, G.J.J.M. (2012a). Measuring treatment motivation in secure juvenile facilities. International Journal of Offender Therapy and Comparative Criminology. Doi: / X White, H.R., Shi, J., Hirschfield, P., Mun, E.I. & Loeber, E.R. (2009). Effects of institutional confinement for delinquency on levels of anxiety and depression among male adolescents. Youth Violence and Juvenile Justice, 8, Doi: /

20 8. Bijlagen Tabel 1: Descriptieve Statistiek Behandelmotivatie N M SD Behandelmotivatie week ,782,408 Behandelmotivatie week ,871,423 Behandelmotivatie week ,829,452 Behandelmotivatie week ,730,430 Behandelmotivatie week ,682,460 Behandelmotivatie week ,630,443 Behandelmotivatie week ,678,449 Behandelmotivatie week ,690,507 Behandelmotivatie week ,610,497 Behandelmotivatie week ,653,441 Behandelmotivatie week ,609,498 Behandelmotivatie week ,543,511 Behandelmotivatie week ,507,448 Behandelmotivatie week ,562,501 Behandelmotivatie week ,557,541 Behandelmotivatie week ,655,518 Behandelmotivatie week ,594,490 Behandelmotivatie week ,708,

21 Behandelmotivatie week ,562,426 Behandelmotivatie week ,610,429 Behandelmotivatie week ,532,238 Tabel 2: Descriptieve Statistiek Behandelmotivatie per fase N M SD Totaal Behandelmotivatie 120 1,782,392 Totaal Behandelmotivatie Fase ,793,385 Totaal Behandelmotivatie Fase ,600,

22 Grafiek 1: Behandelmotivatie

23 Tabel 3: Descriptieve Statistiek Sfeer N M SD Sfeer week ,003,814 Sfeer week ,877,820 Sfeer week ,860,729 Sfeer week ,665,853 Sfeer week ,549,820 Sfeer week ,502,758 Sfeer week ,584,795 Sfeer week ,318,957 Sfeer week ,100 1,129 Sfeer week ,200 1,150 Sfeer week ,340 1,020 Sfeer week ,190 1,033 Sfeer week ,211 1,002 Sfeer week ,212 1,069 Sfeer week ,150 1,082 Sfeer week ,293 1,154 Sfeer week ,314 1,037 Sfeer week ,371,

24 Sfeer week ,109,887 Sfeer week ,250,918 Sfeer week ,500,707 Tabel 4: Descriptieve Statistiek Sfeer per fase N M SD Totaal Sfeer 120 3,835,782 Totaal Sfeer Fase ,869,747 Totaal Sfeer Fase ,212,

25 Grafiek 2: Sfeer

26 Tabel 5: Simulation Modeling Analysis (SMA) Fase 1 Fase 2 Level Slope Baseline Treatment Change Change M SD M SD r r Case 1 BM * Sfeer Case 2 BM Sfeer Case 3 BM Sfeer Case 4 BM Sfeer x x Case 5 BM Sfeer Case 6 BM Sfeer Case 7 BM Sfeer Case 8 BM Sfeer Case

27 BM Sfeer Case 10 BM Sfeer *.128 Case 11 BM * Sfeer Case 12 BM Sfeer Case 13 BM Sfeer Case 14 BM * Sfeer Note: BM = Behandelmotivatie * p <

28 Tabel 6: Cross Correlation M SD BM Sfeer Case 1 Sfeer * BM Case 2 Sfeer * BM * Case 3 Sfeer * BM * Case 4 Sfeer BM Case 5 Sfeer BM Case 6 Sfeer * BM * Case 7 Sfeer BM Case 8 Sfeer * BM Case 9 Sfeer BM * Case 10 Sfeer BM * Case 11 Sfeer BM

29 Case 12 Sfeer * BM * Case 13 Sfeer * BM Case 14 Sfeer BM Note: Var1= Sfeer, Var2 = BM (behandelmotivatie) *p <

30 Tabel 7: De gemiddelde scores, standaarddeviaties en effectgrootte op de items van de vragenlijst over behandelmotivatie (ATMQ) N M M M SD SD d totaal fase 1 fase 2 fase 1 fase 2 Ik vind het goed om hier te zijn Ik vind dat mijn behandeling zin heeft Ik praat met andere mensen over mijzelf Het maakt mij uit welke groepsleiding er werkt Ik vertel al mijn problemen aan de groepsleiding Ik heb hulp nodig Ik vertrouw de groepsleiding Ik kan hier leren en aan mijn toekomst werken Er is één groepsleider waar ik mijn problemen mee kan bespreken Ik wil mijn gedrag samen met de groepsleiding veranderen

31 Ik weet hoe ik het beste geholpen kan worden, ik praat daarover

32 Tabel 8: Mening deskundigen ten opzichte van daling Behandelmotivatie Dr. G.H.P. van der Helm, psycholoog en onderzoeker verbonden aan de Hogeschool Leiden en de Universiteit van Amsterdam Drs T. de Jongh, behandelcoördinator en onderzoeker bij Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken - Jeugdigen verliezen moed tijdens hun verblijf. - Jeugdigen ervaren een gebrek aan perspectief, bijvoorbeeld door het afwijzen van verlof. - Het is voor jeugdigen moeilijk om perspectief te blijven zien. - Er kan frustratie optreden vanwege het zien vertrekkeen van andere jeugdigen. - Na een aantal weken komt het besef bij de jeugdigen dat ze lang moeten blijven (bewustwording van de situatie). Drs. J. Raap, behandelcoördinator en psycholoog i.o. tot GZpsycholoog bij Forensisch Behandelcentrum Amsterbaken - De jeugdigen ervaren een gebrek aan perspectief. - De detentie duurt vaak langer dan de jeugdigen verwacht hadden. - Tijdens de preventieve hechtenis focussen de jeugdigen nog niet op wat ze kunnen leren of behalen binnen de inrichting. - Mw. Raap verwacht dat de behandelmotivatie bij jeugdigen met een Pij-maatregel of een langere Jeugddetentie naar verloop van tijd weer toe zal nemen. - Bij jeugdigen met een Jeugddetentie is er soms geen sprake van motivatie omdat de einddatum vaststaat

Vragenlijst Behandelmotivatie voor Adolescenten

Vragenlijst Behandelmotivatie voor Adolescenten Vragenlijst Behandelmotivatie voor Adolescenten ATMQ: Adolescent Treatment Motivation Questionnaire Handleiding April 2017 Auteurs: Peer van der Helm (Hogeschool Leiden) Thijs de Jongh (Universiteit van

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Masterthesis Forensische Orthopedagogiek & Ontwikkelingspsychologie

Universiteit Utrecht Masterthesis Forensische Orthopedagogiek & Ontwikkelingspsychologie De invloed van leefklimaat op de behandelmotivatie van jongeren in residentiële setting en de effecten van verschillen in de mate van agressie en empathie Universiteit Utrecht Masterthesis Forensische

Nadere informatie

GCI: Group Climate Instrument

GCI: Group Climate Instrument HANDLEIDING GCI: Group Climate Instrument Auteurs: J. J. Roest A. L. Dekker V. S. L. van Miert S. de Valk G. H. P. van der Helm April 2016 Inleiding Binnen de residentiële jeugdinstellingen (justitieel

Nadere informatie

No Guts, No Gains! The Relation Between Living Group Climate and Social Development of Juvenile Delinquents in Detention E.J.E.

No Guts, No Gains! The Relation Between Living Group Climate and Social Development of Juvenile Delinquents in Detention E.J.E. No Guts, No Gains! The Relation Between Living Group Climate and Social Development of Juvenile Delinquents in Detention E.J.E. Heynen NO GUTS, NO GAINS! The relation between living group climate and social

Nadere informatie

Vragenlijst Pedagogisch Klimaat voor kinderen van 8 tot 15 jaar Group Climate Instrument for Children (GCIC) 8-15

Vragenlijst Pedagogisch Klimaat voor kinderen van 8 tot 15 jaar Group Climate Instrument for Children (GCIC) 8-15 Vragenlijst Pedagogisch Klimaat voor kinderen van 8 tot 15 jaar Group Climate Instrument for Children (GCIC) 8-15 Handleiding Herzien: november 2016 Auteurs: Eefje Strijbosch (Juzt) Peer van der Helm (Hogeschool

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

TOPS: Taxonomy of Problematic Social Situations

TOPS: Taxonomy of Problematic Social Situations HANDLEIDING TOPS: Taxonomy of Problematic Social Situations Auteurs: J. J. Roest A. L. Dekker V. S. L. van Miert S. de Valk F. Bekken G. H. P. van der Helm September 2015 Inleiding Theoretische uitgangspunten

Nadere informatie

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care Annemiek T. Harder Studies presented in this thesis and the printing of this

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

G.H.P van der Helm Telephone: 0648133745, e- mail: helm.vd.p@hsleiden.nl

G.H.P van der Helm Telephone: 0648133745, e- mail: helm.vd.p@hsleiden.nl G.H.P van der Helm Telephone: 0648133745, e- mail: helm.vd.p@hsleiden.nl Current affiliation: - Leiden University of Applied Sciences, dept. of Social Work & Applied Psychology - Amsterdam University,

Nadere informatie

Publicaties en bijdragen P. van der Helm:

Publicaties en bijdragen P. van der Helm: Publicaties en bijdragen P. van der Helm: Nationaal: Helm, G.H.P. van der (2000). Benchmarkresultaten: kwaliteitsverbetering door schaalvergroting? Sociaal Bestek, 12, 11-15 Helm. G.H.P. van der (2001).

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

National publications: Van der Helm, G. H. P. (2000). Benchmarkresultaten: kwaliteitsverbetering door schaalvergroting? Sociaal Bestek, 12, 11-15.

National publications: Van der Helm, G. H. P. (2000). Benchmarkresultaten: kwaliteitsverbetering door schaalvergroting? Sociaal Bestek, 12, 11-15. Publications and contributions Peer van der Helm National publications: Van der Helm, G. H. P. (2000). Benchmarkresultaten: kwaliteitsverbetering door schaalvergroting? Sociaal Bestek, 12, 11-15. Van der

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents

Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk and needs assessment for juvenile delinquents van der Put, C.E. Link to publication Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Ervaringen uit de praktijk

Inhoud. Deel I Ervaringen uit de praktijk Inhoud Deel I Ervaringen uit de praktijk Hoofdstuk 1 Inleiding: wat werkt? 15 Deel I Ervaringen uit de praktijk 18 Deel II Reflecties op de praktijk 19 Deel III Het leefklimaat op de groep 20 Vragen voor

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting proefschrift vd Helm: First do no Harm.

Nederlandse Samenvatting proefschrift vd Helm: First do no Harm. Nederlandse Samenvatting proefschrift vd Helm: First do no Harm. Inleiding In Nederland worden er naar schatting ieder jaar circa vijfduizend adolescenten van 12-18 jaar opgesloten in Justitiële Jeugdinrichtingen.

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

Kleine groepen voor grote problemen

Kleine groepen voor grote problemen foto: Herbert Wiggerman Groepsgrootte telt in de residentiële jeugdzorg Kleine groepen voor grote problemen Door Annemiek Harder en Erik Knorth 22 De interactie tussen kleine kinderen en peuterleidsters

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Onderzoek leef-, leer en werkklimaat

Onderzoek leef-, leer en werkklimaat Logo instelling Onderzoek leef-, leer en werkklimaat Het doel van het onderzoek is om in kaart te brengen hoe de jongeren het leefklimaat op de leefgroepen ervaren. Het onderzoek is een samenwerking tussen

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Wat is de herkomst van Agressie bij Jongeren in een Justitiële Jeugdinrichting?

Wat is de herkomst van Agressie bij Jongeren in een Justitiële Jeugdinrichting? Wat is de herkomst van Agressie bij Jongeren in een Justitiële Jeugdinrichting? Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam,

Nadere informatie

Under Pressure. Repression in Residential Youth Care S.M. de Valk

Under Pressure. Repression in Residential Youth Care S.M. de Valk Under Pressure. Repression in Residential Youth Care S.M. de Valk Er is een groep jongeren die in residentiële jeugdzorginstellingen wordt geplaatst. Dit zijn jongeren met ernstige gedrags- of psychiatrische

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Deel I Ervaringen uit de praktijk 13

Deel I Ervaringen uit de praktijk 13 Inhoud Deel I Ervaringen uit de praktijk 13 Hoofdstuk 1 Inleiding: wat werkt? 15 Deel I Ervaringen uit de praktijk 18 Deel II Reflecties op de praktijk 19 Deel III Het leefklimaat op de groep 20 Vragen

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra DENKSTIJL, RESPONSSTIJL EN COMORBIDITEIT BIJ JONGEREN 1 Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij Jongeren met Externaliserende Problematiek in Residentiële Behandelcentra Thinking Style, Response Style

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN 1 Zelf Gerapporteerde Alledaagse Executieve Functies en Externaliserende Gedragsproblemen bij Adolescenten in en buiten de Jeugdhulpverlening Self-reported Everyday Executive Functioning and Externalising

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Het leefklimaat in Gezinshuizen; leefklimaatonderzoek bij Gezinshuis.com

Het leefklimaat in Gezinshuizen; leefklimaatonderzoek bij Gezinshuis.com Het leefklimaat in Gezinshuizen; leefklimaatonderzoek bij Gezinshuis.com Rapportage van het onderzoek in mei/juni 2016 Bekken, F.F. MSc. Willemse, R. BSc. Dr. G.H.P. van der Helm Ferdi Bekken (MSc) is

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Behandeling binnen Nederlandse jeugdinstellingen: De invloed van responsiviteit op behandelmotivatie

Behandeling binnen Nederlandse jeugdinstellingen: De invloed van responsiviteit op behandelmotivatie Behandeling binnen Nederlandse jeugdinstellingen: De invloed van responsiviteit op behandelmotivatie Een onderzoek naar de invloed van een responsieve groepsleiding op de behandelmotivatie van jongeren

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4)

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4) Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4) Artikelen in tijdschriften 2015 Effectieve interventies voor agressie bij kinderen. PsychoPraktijk, 6, 14-17. 2014 Scheiding en stress. PsychoPraktijk, 6, 22-26.

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K. Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment

Nadere informatie

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit Effecten van Gedragstherapie op Sociale Angst, Zelfgerichte Aandacht & Aandachtbias Effects of Behaviour Therapy on Social Anxiety, Self-Focused Attention & Attentional Bias Tahnee Anne Jeanne Snelder

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1 Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training Parenting and Child Anxiety and the Influence of a Preventative Training Judith

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

2012: Pluryn, Het Hietveld Misschien wel het moeilijkste werk ter wereld: de residentiële zorg voor jongeren met LVB

2012: Pluryn, Het Hietveld Misschien wel het moeilijkste werk ter wereld: de residentiële zorg voor jongeren met LVB 2012: Pluryn, Het Hietveld Misschien wel het moeilijkste werk ter wereld: de residentiële zorg voor jongeren met LVB Hogeschool Leiden & UvA: prof.dr. Geert- Jan Stams en dr.peer van der Helm Contact?

Nadere informatie

Pauline Goense, 7 november Implementatie

Pauline Goense, 7 november Implementatie Pauline Goense, 7 november 2017 Implementatie Innovatie en consolidatie Zorgveld is erg goed in innovatie Echter: weinig aandacht voor consolidatie The better the implementation, the better the results:

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 Tijdsperspectief en Geluk gedurende de Levensloop Time perspective and Happiness across the Lifespan L.K. Welp Open Universiteit Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

De invloed van het leefklimaat op de motivatie voor behandeling. binnen de residentiële jeugdzorg

De invloed van het leefklimaat op de motivatie voor behandeling. binnen de residentiële jeugdzorg De invloed van het leefklimaat op de motivatie voor behandeling binnen de residentiële jeugdzorg Masterscriptie Orthopedagogiek, Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Forensische orthopedagogiek,

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg

DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg 1 Modules & zorgprogramma s Vraaggericht Kwaliteit Effectiviteit Evidence based werken Professionalisering

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.

Nadere informatie