NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN DRIMMELEN VAN 17 MEI 2001

Transcriptie

1 NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN DRIMMELEN VAN 17 MEI Aanwezig: Namens VVD : de raadsleden F. Stoffels, wethouder; J. van Buuren, wethouder; P. Kimmel-Steevens en G. Middelkoopv.d. Ploeg; Namens Combinatie Algemeen Belang : de raadsleden G. Broeders (fractievoorzitter); A. Smits en P. Meeuwissen; Namens CDA : de raadsleden A. Goos, wethouder; J. van Gils-de Ridder (fractievoorzitter) en T. Kwaaitaal; Namens Groen Drimmelen : de raadsleden J. van Oosterbosch, wethouder; A. van Oosterhout; C. van Meel (fractievoorzitter) en M. Vos-Kroeze; Namens PvdA : de raadsleden G. Moerenhout (fractievoorzitter) en L. Krischer; Namens GB : het raadslid/fractievoorzitter G. Harmeling; Namens MP : het raadslid/fractievoorzitter C. Goeijers; Voorzitter : J. Elzinga, burgemeester; Secretaris : C. Wortel, gemeentesecretaris. Afwezig: Namens VVD : het raadslid/fractievoorzitter P. den Dunnen; Namens Combinatie Algemeen Belang : de raadsleden J. Rullens en C. Vermeulen. 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering met het verzoek een moment stilte in acht te nemen voor bezinning of gebed.

2 2 2. Vaststellen agenda. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten ten aanzien van agendapunt 6, Verbeteren zomerkade Princenhil te Lage Zwaluwe; agendapunt 7, Straatnaamgeving; agendapunt 11, Overeenkomst tot sloop overtollige bedrijfsgebouwen van Rasenberg, Zandstraat 5 te Hooge Zwaluwe; agendapunt 13, Uitbreiding deelneming in aandelenkapitaal NV Waterleiding Maatschappij Noord-West-Brabant / principeakkoord fusie met NV Waterleiding Maatschappij Oost-Brabant ; agendapunt 15, Eenmalige aanvullende subsidie huisvesting scouting D n Hartel in Terheijden; agendapunt 17, Vijfjaarlijkse afrekening openbaar onderwijs 1991 t/m Vaststellen verslag raadsvergadering van 5 april De heer Goeijers vraagt naar aanleiding van het verslag naar het eigendomsrecht van de weg bij de Jacht- en Scheepswerf aan de Biesboschweg. De voorzitter zegt toe dat dit zal worden nagekeken. Het antwoord zal in de commissie worden gegeven. Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van 5 april 2001 vastgesteld en voor kennisgeving aangenomen. 4. Mededelingen en ingekomen stukken. De voorzitter deelt mede dat de heren Rullens en Vermeulen verhinderd zijn. De heer Harmeling stelt, naar aanleiding van stuk II.A, voor om het invoeren van een autovrije dag in de commissie te agenderen. Hij wijst op het belang van de kinderen, die op een dergelijke dag ruimte krijgen voor sport en spel. Mevrouw Vos steunt dat verzoek. Ze wil op die dag in samenwerking met het jeugd- en jongerenwerk iets organiseren. Dat combineert de aandacht voor een autovrije zondag en voor de spelende jeugd op straat. De heer Goeijers wil het verzoek ook van harte ondersteunen.

3 3 Wethouder Stoffels zegt dat hij niet het voornemen heeft om op dit moment met een voorstel te komen. Als er voldoende steun voor is, wil hij dit onderwerp in de commissie bespreken. De voorzitter constateert dat slechts acht leden voor agendering in de commissie zijn, zodat het voorstel is verworpen. De heer Harmeling vraagt ten aanzien van stuk II.B of de gemeente Drimmelen niet wat meer druk op de ketel kan zetten als het erom gaat de vervuiling van de Biesbosch tegen te gaan. De voorzitter zegt toe deze suggestie in het college te zullen bespreken. De heer Harmeling stelt, ten aanzien van stuk II.E, voor om bij hoge uitzondering adhesie te betuigen aan de gemeente Boxmeer om er bij de provincie op aan te dringen het provinciale volkshuisvestingsbeleid te herzien ten gunste van kleinere gemeenten. De voorzitter constateert dat dit voorstel door slechts twee leden wordt gesteund, zodat het is verworpen. De mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen. Ten aanzien van de ingekomen stukken wordt overeenkomstig het voorstel van het college besloten. De ordevoorstellen van de heer Harmeling ten aanzien van de stukken II.A en II.E worden verworpen. 5. Vaststellen subsidieplafonds De heer Goeijers stelt voor om de ruimte voor het plafond van de subsidies wat op te rekken. De kosten voor accommodaties zijn ook gestegen en de subsidies hebben daarmee geen gelijke tred gehouden. Verenigingen kunnen zo toch klem komen te zitten. De voorzitter ontraadt het voorstel om op deze manier beslag te leggen op budgetruimte. Bij handopsteken blijkt alleen de heer Goeijers het voorstel te steunen, zodat het is verworpen. Na stemming bij handopsteken blijkt dat het voorstel van de heer Goeijers wordt verworpen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. Haalbaarheidsonderzoek woon-zorg complex Lage Zwaluwe.

4 4 De heer Meeuwissen stelt voor om, vanwege het belang van Meer Bewegen door Ouderen, de mogelijkheid van een instructiebad in het onderzoek mee te nemen. De voorzitter zegt toe dat die mogelijkheid in het onderzoek wordt meegenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9. Inkomensafhankelijke tariefregeling maaltijdverzorging ouderenzorg. De heer Goeijers stelt in de eerste plaats voor de kosten voor maaltijden integraal te verlagen. Voor de Drimmelen-kaart wil hij een stigmatiserende werking voorkomen. Hij stelt voor een pas in te voeren voor meerdere doeleinden, zodat niet te zien is welke voorrechten aan een kaart vastzitten. Mevrouw Middelkoop vraagt of een bijdrage in het kader van de Bijzondere Bijstand niet een beter middel is in dit geval. Via goede voorlichting kan dat een goed instrument zijn. Ze heeft moeite met dit voorstel. Wethouder Goos is van mening dat de maaltijdvoorziening kostendekkend zou moeten zijn. Voor een integrale verlaging van de prijs van de maaltijden voelt hij niet veel. Maar voor diegenen die echt op een minimuminkomen zitten wil hij wel iets kunnen doen. De bijstands-uitkering blijkt daarbij toch een te hoge drempel te zijn. Daarom ligt er nu een voorstel om dat voor degenen die daarvoor in aanmerking komen in de prijs te verwerken. Hij denkt niet dat deze methode stigmatiserend werkt. Hij wijst erop dat deze methode ook eerder is toegepast, al voor de herindeling. Hij is niet enthousiast over het invoeren van een pas. Mevrouw Middelkoop blijft van mening dat ouderen mondig genoeg zijn om zelf de nodige maatregelen te treffen. Een goede voorlichting kan daarbij helpen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. Het begrip bebouwde kom in artikel 20 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Mevrouw Vos kan instemmen met het voorstel, als de uitleg blijft dat er in het kerngebied alleen gebouwd mag worden binnen het bouwblok. De heer Goeijers is tegen het voorstel. Hij is van mening dat het teveel vrijheid geeft voor ongewenste ontwikkelingen in het kernrandgebied. Ook de mogelijkheden voor bouwen door mensen uit Oost-Brabant die gesaneerd worden, vindt hij te ruim.

5 5 Wethouder Stoffels stelt dat het niet gaat om het vergroten van vrijheden. Hier is volgens hem een procedurewijziging aan de orde. Voor kleine gevallen, de zogenaamde kruimelgevallen, wordt de procedure eenvoudiger. Dat is een gebaar in de richting van de burger, die dan niet zo lang meer hoeft te wachten. Als er een beleidsvoornemen ligt om mee te werken aan een verzoek, dan kan dat nu via een korte procedure. Mevrouw Vos constateert dat het college zonder de raad een procedure kan volgen om mee te werken aan bouwen buiten het bouwblok. Ze is daarom tegen het voorstel. De heer Goeijers is tegen het voorstel, omdat er bevoegdheden aan de raad worden ontnomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat de fractie van Groen Drimmelen, met uitzondering van de tot die fractie behorende wethouder, en de fractie van de Mayse Partij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd. 12. Onderzoek verbindingsstrook tussen A59 en park De Liniehof te Made. De heer Smits juicht het van harte toe dat er een onderzoek gaat plaatsvinden, maar hij heeft nog een paar vragen. Hij wil graag weten of het onderzoek nu verder loopt dan in het voorstel. Volgens hem is er in de commissie toegezegd dat het zou worden uitgebreid van de Godfried Schalckenstraat tot aan het zwembad. Hij stelt ook voor om de geluidsoverlast van de A59 in de richting van de dorpskernen van Made en het stuk Haasdijk waar bebouwing is, erbij te betrekken. Hij vraagt wie er aansprakelijk is voor de kosten als er geluidwerende maatregelen moeten worden getroffen. Hij is bereid om te praten over een voorfinanciering door de gemeente, als Rijkswaterstaat voor de kosten op wil draaien. De heer Moerenhout steunt de voorstellen over onderzoek naar geluidsoverlast. Hij vraagt hoe het zit met de toezegging bij de verkoop van een paar meter grond ter hoogte van de Haasdijk bij de aanleg van het benzinestation. Mevrouw Vos steunt een breed akoestisch onderzoek en zo nodig het treffen van maatregelen. De heer Goeijers wil zich daar graag bij aansluiten. Wethouder Stoffels zegt dat de geluidsoverlast op de Maasroute een alom bekend probleem is. Tot nog toe is er vanuit Den Haag geen geld beschikbaar gesteld voor het nemen van maatregelen. Vervolgens is Rijkswaterstaat van mening dat een eventuele geluidswal op het grondgebied van Oosterhout zou liggen. Oosterhout wil daar voor wat het bestemmingsplan betreft aan meewerken, maar de financiering is nog niet rond. De gegevens zijn echter niet meer actueel. Hij stelt dat er uitgebreide nieuwe

6 6 geluidsmetingen nodig zijn. Het geluidsniveau is de laatste jaren sterk toegenomen en dus ook de geluidsbelasting van het dorp. Daarna moet worden bekeken wat de beste manier is om daar maatregelen voor te treffen. Een en ander moet ook technisch goed worden bestudeerd. Maar het begint met een gedegen onderzoek. Dat is nu aan de orde. De omvang betreft in principe het hele dorp. De heer Smits is blij met de toelichting. Wel is hij verbaasd dat de wethouder in de toelichting over een groter gebied spreekt dan in het voorstel staat. Hem is ook niet duidelijk geworden wie er nu wettelijk aansprakelijk is en hij heeft geen antwoord gehad op zijn vraag over de voorfinanciering. De heer Moerenhout vraagt ook waarom het gebied van het onderzoek in het voorstel beperkter is dan in de toelichting van de wethouder. Hij steunt pogingen om via voorfinanciering te proberen maatregelen te bespoedigen. Mevrouw Vos vindt de opmerkingen over voorfinanciering voorbarig. Ze wil eerst de uitslag van het onderzoek afwachten. De heer Goeijers vraagt hoe de omvang van de nulmeting nu is. Wethouder Stoffels zegt dat de nulmeting breed moet worden opgezet. Dat zal zich over het hele dorp uitstrekken. Vervolgens wordt, volgens het voorliggende voorstel, nagegaan wat de invloed is van een geluidswal voor de Ligne I en II. De kwestie van de voorfinanciering is wat hem betreft nu nog niet aan de orde. De heer Smits stelt voor het onderzoek naar de effecten van een geluidswal uit te breiden en om, naast het stuk tussen de Godfried Schalckenstraat en de Kievitstraat, ook de effecten te onderzoeken van een eventuele geluidswal of andere maatregelen voor geluidsreductie vanaf de Godfried Schalckenstraat naar Brieltjenspolder. Na stemming bij handopsteken blijkt dat het voorstel, zoals geamendeerd door de heer Smits, wordt aangenomen. 14. Goedkeuring bestemmingsplan Zonzeelsche polder / Plukmade Zuid. Mevrouw Vos toont zich een groot voorstander van allerlei vormen van alternatieve energie. Ze heeft dan ook van harte het bestemmingsplan Zonzeelsche polder gesteund, omdat daarin een strook grond positief was bestemd voor windturbines. Haar verbazing en verontwaardiging waren groot toen vernomen werd dat G.S. goedkeuring onthielden aan dit deel van het bestemmingsplan. Het interim-beleid waarnaar verwezen werd, is pas geruime tijd na het vaststellen van het bestemmingsplan tot stand gekomen. Ze verschilt van mening met G.S. over de locatiekeuze. G.S. spreken over een aantasting van het open agrarisch gebied en zij vindt juist deze plek langs de provinciale weg een prima

7 keuze. Ze ziet voldoende aanleiding om naar de Raad van State te stappen wegens onbehoorlijk bestuur van G.S. De heer Goeijers gaat een heel eind mee in deze redenering. Hij betreurt het dat het college op zijn standpunt is teruggekomen. Hij stelt ook voor om formeel in beroep te gaan, maar dringt ook aan op een goed gesprek met de provincie over deze materie. De heer Kwaaitaal zit op één lijn met de visie van de provincie. Hij is het eens met het voorstel om te berusten in het standpunt van de provincie om niet in beroep te gaan tegen het onthouden van goedkeuring. Hij is voor windenergie, maar niet ten koste van alles en zeker niet in het open agrarisch gebied. Hij is er niet voor dat elke gemeente individueel daar plaatsen voor gaat zoeken. Hij pleit ervoor om landelijk locaties te zoeken die hiervoor geschikt zijn, zoals industrieterrein of concentraties van infrastructuur. 7 De heer Broeders zegt dat het hier gaat om beleid van de provincie. Volgens hem heeft de provincie in dat beleid een draai van 180 graden gemaakt de afgelopen maanden. Dat is niet de schuld van de gemeente. Hij geeft er de voorkeur aan om via het Streekplan af te wachten wat de mogelijkheden zijn. Hij is dus voor het voorstel. Hij is akkoord met het voorstel over de Driehoefijzerstraat. Mevrouw Middelkoop hecht eraan dat de raad de rug recht houdt als het gaat om voorstellen die vrij unaniem zijn genomen. Ze heeft dan ook veel moeite met de reactie van de provincie. Ze is van mening dat er serieus te werk is gegaan bij het tot stand brengen van het bestemmingsplan en begrijpt niet waarom de provincie dit standpunt nu inneemt. Ze vraagt een toelichting over de contacten die er met de provincie zijn geweest. Wachten op het Streekplan is volgens haar het vooruit schuiven van beslissingen. Ze steunt het voorstel ten aanzien van de Driehoefijzerstraat. Wethouder Stoffels zegt dat de commissie hem heeft gevraagd om bij de provincie na te gaan hoe de standpunten liggen. Hem is gebleken dat het beleid rondom de taakstelling van 10% windenergie in 2010 niet ter discussie staat. Het milieubeleid is niet gewijzigd. Het R.O.-beleid is wel gewijzigd, maar dat is volgens de provincie in Den Haag gebeurd. Dat vertaalt zich later op provinciaal niveau in het Streekplan. In de tussenliggende periode wil de provincie terughoudend zijn met gevoelige plaatsen. De gedeputeerde is wel bereid om op korte termijn te overleggen om te bekijken hoe dit probleem kan worden opgelost. Hij wil dat doen in regionaal verband, dus met meerdere gemeenten samen. Ook blijft volgens hem de doelstelling ten aanzien van windenergie overeind staan. Voor het tweede aspect, de Driehoefijzerstraat, stelt hij voor een reactie voor te bereiden die een nadere onderbouwing geeft. Mevrouw Vos is niet erg overtuigd door de reactie van de wethouder. Ze blijft ontstemd over de gang van zaken. Ze is nog steeds van mening dat er zorgvuldig en serieus te werk is gegaan bij het opstellen van het bestemmingsplan. Ze blijft pleiten voor het

8 ondernemen van stappen bij de Raad van State. Met het voorstel over de Driehoefijzerstraat gaat ze akkoord. De heer Harmeling steunt het voorstel om niet in beroep te gaan. Ook voor de Driehoefijzer-straat kan hij het voorstel steunen. 8 De heer Goeijers vraagt of de provincie ook de kosten wil vergoeden die al gemaakt zijn. Voorlopig blijft hij het voorstel om in beroep te gaan steunen. De heer Kwaaitaal wil het nieuwe Streekplan afwachten. De heer Broeders is van mening dat de manier waarop de provincie haar beleid gewijzigd heeft niet erg fraai is. Maar hij moet nu wel de afweging maken wat de beste manier is om daarmee om te gaan. Hij kiest dan voor het afwachten van het Streekplan. Hij staat verder achter het voorstel voor de Driehoefijzerstraat. Mevrouw Middelkoop wil in deze zaak toch in beroep gaan. Ze vindt dat de gemeenteraad ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Ze is bang dat het totstandkomen van een andere locatiekeuze in regionaal verband het probleem niet oplost. Voor de gemeenteraad levert dit volgens haar hoogstens een nieuw dilemma op. Ze zou graag zien dat de provincie in deze tussenliggende fase ook haar nota daarover intrekt. De voorzitter stelt voor dat de wethouder in zijn reactie ook de voorstellen over het aantekenen van beroep meeneemt. Wethouder Stoffels is bang dat de gang naar de Raad van State betekent dat er voorlopig niks kan gebeuren. Dat, terwijl de provincie volgens hem aangeeft dat ze bereid is om te praten over realisatie op een locatie die wel geschikt geacht wordt. Het milieubeleid is niet veranderd, maar het R.O.-beleid wel. Het college kiest er in meerderheid voor zich daaraan te onderwerpen en gezamenlijk met G.S. na te gaan wat de beste manier is om hier uit te komen. Het interim-beleid leidt ertoe dat de gemeente op dit moment over alle bebouwing met de provincie moet praten. Hij heeft de verwachting dat deze weg en het wachten op het Streekplan eerder leidt tot het plaatsen van windmolens dan via het in beroep gaan bij de Raad van State. Op de keuze van eventuele andere toekomstige locaties wil hij niet vooruit lopen. De tot nu toe gemaakte kosten blijven voor de gemeente. Tot slot stelt hij dat er in het overleg met de provincie geen verdere toezeggingen zijn gedaan. De heer Broeders vraagt hoe de mening binnen het college ligt. De voorzitter zegt dat dat zal blijken uit een eventuele stemming. Hij constateert dat er twee voorstellen liggen. Het voorstel van mevrouw Vos om in beroep te gaan en het voorstel van het college. Hij stelt vast dat negen van de achttien leden voor het voorstel

9 stemmen om in beroep te gaan. Dat betekent dat het voorstel in de volgende raad terug komt. De heer Moerenhout vraagt hoe het zit met de termijnen. De voorzitter stelt voor om een pro-forma beroepschrift in te stellen om de beroepstermijn veilig te stellen. 9 Uit stemming bij handopsteken blijkt dat, ten aanzien van het voorstel van mevrouw Vos om beroep in te stellen, de stemmen staken, zodat conform de Gemeentewet dit voorstel in de eerstvolgende raadsvergadering opnieuw aan de orde zal komen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangehouden. 14a. Bezwaarschrift Van der Veeken. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. Voortzetting project Jeugd en Veiligheid. Mevrouw Kimmel zet grote vraagtekens bij de toegevoegde waarde van de straathoekwerker. Ze is van mening dat de hanggroepjongeren veel overlast veroorzaken, terwijl er toch een fiks bedrag is uitgegeven voor een hangplek in Hooge Zwaluwe. Ze is dan ook niet bereid om gulden per jaar ter beschikking te stellen voor de straathoekwerker. Op voorspraak van de politie wil ze het geld echter wel voor één jaar ter beschikking stellen. Dit op voorwaarde dat er aan het eind van dat jaar een deugdelijke evaluatie gemaakt wordt. Op grond van die evaluatie kan dan beslist worden over het vervolg van het project. De heer Smits vindt de evaluatie erg mager. Hij betreurt het dat de opbouwwerker zelf niet aanwezig was om de ervaringen toe te lichten. Hij is blij dat het voorstel is aangepast en dat het nu niet meer om een structurele aanslag op de begroting gaat, maar om een project met evaluaties voor een beperkte periode. Hij vindt de periode van twee jaar overigens wel erg lang en sluit zich aan bij het voorstel voor een proef van één jaar. Hij betreurt het overigens dat de subsidie vanuit het rijk nu ineens wordt afgebroken. Mevrouw van Gils is voorstander van voortzetting van het project. Ze vindt het heel belangrijk om in gesprek te blijven met de jeugd. Een proef van één jaar vindt ze te kort om er conclusies aan te verbinden. Ze is voor het voorstel. De heer Goeijers vindt het in gesprek blijven met de jeugd een taak van het Jeugd- en Jongerenwerk. De gemeente is er volgens hem niet verantwoordelijk voor dat de politie

10 10 informatie krijgt. Hij heeft uit de besprekingen toch de indruk gekregen dat dat een taak zou zijn voor de straathoekwerker. De heer Van Oosterhout zegt dat de resultaten van een straathoekwerker volgens de rapportage merkbaar en meetbaar zijn. Voor hem zijn de behaalde effecten voldoende. Hij wil graag meewerken aan het uitbreiden van het aantal uren en het ter beschikking stellenvan het budget. Hij ziet het liefst een proces waarin voorkomen wordt dat de politie eraan te pas moet komen. Hij heeft goede hoop dat de inzet van een straathoekwerker preventief zal werken. De heer Harmeling is voorstander van voortzetting van het project. Hij steunt wel een eerdere evaluatie. De heer Krischer vindt dat het project Jeugd en Veiligheid nu op gang komt. Hij vindt de resultaten zoals de politie die aangeeft bemoedigend en wil het project graag voortzetten. Wethouder van Oosterbosch stelt dat de beste manier om jongeren aan te spreken op hun verantwoordelijkheid is, door met jongeren in gesprek te komen en niet door het uitdelen van bekeuringen. De taak van de politie is om op te treden bij escalaties. De taak van de straathoekwerker is preventief en om te voorkomen dat er overlast ontstaat. Dat doet hij door in gesprek te raken met de jongeren en te proberen gezamenlijk te zoeken naar mogelijke oplossingen en ze op die manier op hun verantwoordelijkheid te wijzen. De politie heeft volgens hem in de commissie duidelijk aangegeven dat ze het effect duidelijk kan merken. Een jaar actief werken met een straathoekwerker heeft volgens hem dertig procent minder klachten over overlast tot gevolg gehad. Voor een eerste jaar vindt hij dat een goed resultaat. Al met al een project dat door meerdere partijen als positief wordt ervaren. Hij heeft bewust nog niet voor een structurele opzet gekozen, maar voor een project van twee jaar. Hij wil wel elk jaar een evaluatie houden en de effecten in de raad aan de orde stellen om te bezien of het project nog door moet gaan. Mevrouw Kimmel is van mening dat ook de politie een taak heeft als het erom gaat jongeren op hun verantwoordelijkheid aan te spreken. Dat was een van de argumenten om de wijkagent weer terug te halen. Dat van die reductie met dertig procent wil ze nog wel eens navragen. Ze blijft bij haar voorstel om het geld voor één jaar ter beschikking te stellen en om verdere stappen af te laten hangen van de evaluaties. De heer Smits heeft wel behoefte aan meer concrete meetpunten. Dertig procent minder is voor hem wel erg vaag. Hij pleit ook voor een project van één jaar met een grondige evaluatie. De heer Goeijers is het eens met de stelling dat de meetpunten wel wat helderder geformuleerd mogen worden en een grotere relatie mogen hebben met het optreden van de straathoekwerker.

11 De heer Harmeling is blij met het voorstel van de wethouder om eerder te evalueren. De heer Van Oosterhout steunt het voorstel van het college, dus een project van twee jaar. Hij wil ook graag een keer een toelichting op de gang van zaken door de straathoekwerker zelf. 11 De heer Krischer gaat akkoord met een project van twee jaar. Wethouder van Oosterbosch is het eens met de stelling dat er sprake moet zijn van heldere meetpunten. Zijn ervaring is dat het veiligheidsgevoel kan verbeteren als gevolg van het inzetten van een straathoekwerker. Hij wil die meetpunten ook graag aan de raad voorleggen. Voorts wil hij de straathoekwerker graag in de commissie uitnodigen. Hij is voorstander van een project van twee jaar, met voldoende evaluatiemomenten en de kans op te stoppen als dat nodig is. De heer Smits stelt voor om het voorstel nu te beperken en op grond van de evaluatie van 2002 te bezien of het project wordt voortgezet. Wethouder van Oosterbosch heeft daar geen moeite mee. Hij verwacht dat hij in 2002 de raad er zeker van kan overtuigen dat het project ook in 2003 moet worden voortgezet. De voorzitter constateert dat het voorstel hiermee zodanig is geamendeerd, dat er geen krediet voor 2003 is, dan nadat de evaluatie daartoe aanleiding geeft. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het geamendeerde voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De voorzitter deelt mede dat hij intussen bericht heeft ontvangen van de heer Den Dunnen, dat deze niet meer zal komen om de vergadering bij te wonen. 18. Splitsing gemeente ten behoeve van opheffingsnorm basisscholen. Mevrouw van Gils is tegen splitsing van deze gebiedsindeling. Ze vindt dat samenvoegen van het protestants-christelijk onderwijs mogelijk is. Ze is ook tegen het in stand houden van kleine schooltjes binnen het bijzonder onderwijs. Ze is tegen dit voorstel. De heer Van Oosterhout gaat akkoord met het voorstel. Hij vraagt of er al eerder verzoeken zijn gedaan om een splitsing te maken en zo ja, waarom daar geen gehoor aan is gegeven.

12 De heer Goeijers wil de scholen in de gemeente zoveel als mogelijk is onder één schoolbestuur brengen. Hij gaat niet zover dat hij tegen deze splitsing is, omdat er dan scholen zouden moeten verdwijnen. 12 Wethouder van Buuren vindt het geen taak van de gemeente om te zorgen dat verschillende bijzondere scholen worden samengevoegd. Hij verschilt daarover fundamenteel van mening met de CDA-fractie. Hij weet niet of er eerder voorstellen zijn gedaan over de samenstelling van het aanbod van scholen. In elk geval zijn de omstandigheden sindsdien gewijzigd. Ook de gemeentelijke herindeling heeft de situatie veranderd. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat de CDA-fractie, met uitzondering van de tot die fractie behorende wethouder, geacht wil worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. 19. Nieuw aanwijzingsbesluit uitvoering Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw). De heer Goeijers is ertegen om uitvoering van deze wet alleen aan te besteden bij Entrada. Hij is van mening dat die door elke willekeurige uitvoerende WSW-instantie of door het Arbeidsbureau kan worden uitgevoerd. Een en ander zou onderdeel moeten zijn van het aanbestedingsbeleid. Wethouder van Buuren merkt op dat Entrada onderdeel is van de WAVA en dat is een WSW-instantie. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat de Mayse Partij geacht wil worden te hebben tegengestemd. 20. Beleidsverslag Sociale Zaken De heer Goeijers vraagt hoeveel het heeft gekost om de zes mensen aan het werk te krijgen, waar in de stukken sprake van is. Hij leest daarin dat die kosten gulden per persoon bedragen. Wethouder van Buuren zegt toe die vraag schriftelijk te zullen beantwoorden. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 21. Sluiting.

13 13 Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 juni 2001 mr. C.M.G.H. Wortel secretaris J. Elzinga voorzitter