Naar welk kamp vertrok Gods volk en welke ontdekking deden zij daar?

Transcriptie

1 Water uit de rots bij de Horeb. Naar welk kamp vertrok Gods volk en welke ontdekking deden zij daar? Genesis 17:1 1 Daarna brak heel de gemeenschap van de Israëlieten uit de woestijn Sin op en trok van rustplaats tot rustplaats, op bevel van de HEERE, en zij sloegen hun kamp op in Rafidim. Daar was echter geen water voor het volk om te drinken.

2 Waar was grote behoefte aan in dit deel van de woestijn? Genesis 17:2, eerste deel 2 En het volk kreeg onenigheid met Mozes en zei: Geeft u ons water, zodat wij kunnen drinken!

3 Wat was de reactie van Mozes over het klagen om water? Genesis 17:2, laatste deel Mozes zei tegen hen: Waarom hebt u onenigheid met mij? Waarom stelt u de HEERE op de proef?

4 Waar werd Mozes van beschuldigd? Genesis 17:3 3 Het volk smachtte daar naar water en het volk morde tegen Mozes en het zei: Waarom hebt u ons toch uit Egypte laten vertrekken? Om mij, mijn kinderen en mijn vee van dorst te laten omkomen?

5 Welke vraag stelde Mozes in gebed en hoe hoog bleek de nood bij het volk te zijn? Genesis 17:4 4 Toen riep Mozes tot de HEERE: Wat moet ik met dit volk doen? Het scheelt niet veel of zij zullen mij Stenigen.

6 Welk antwoord ontving Mozes? 5 De HEERE zei tegen Mozes: Trek vóór het volk uit, en neem enkelen van de oudsten van Israël met u mee. Neem uw staf, waarmee u de Nijl sloeg, in uw hand en ga op weg. Genesis 17:5

7 Wat moest Mozes doen op de rots bij Horeb? Genesis 17:6 6 Zie, Ik zal daar vóór u op de rots bij de Horeb staan. Dan moet u op de rots slaan, en er zal water uitkomen, zodat het volk kan drinken. En Mozes deed dit voor de ogen van de oudsten van Israël.

8 Met welke vraag had Gods volk hun Schepper op de proef gesteld en hoe noemde Mozes deze plaats? Genesis 17:7 7 Hij gaf die plaats de naam Massa en Meriba, vanwege de onenigheid van de Israëlieten en omdat zij de HEERE op de proef gesteld hadden door te zeggen: Is de HEERE nu in ons midden of niet?

9 Wat voerden de Amalekieten uit tegen Gods volk en in welke plaats vond alles plaats? Genesis 17:8 8 Toen kwam Amalek en bond de strijd aan met Israël

10 Wat zei Mozes tegen Jozua en waar gingen Mozes, Aaron en Hur heen? Genesis 17: Mozes zei tegen Jozua: Kies mannen voor ons uit en trek op, bind de strijd aan met Amalek. Morgen zal ik op de top van de heuvel staan met de staf van God in mijn hand. 10 Jozua deed zoals Mozes tegen hem gezegd had door de strijd aan te binden met Amalek. Mozes, Aäron en Hur klommen echter op de top van de heuvel.

11 Welke taak op afstand hadden Mozes, Aaron en Hur in deze strijd? Genesis 17:11 11 En het gebeurde, als Mozes zijn hand ophief, dat Israël de overhand had, maar als hij zijn hand neerliet, dat Amalek de overhand had.

12 Wie won dankzij God en welk aandeel hadden Mozes, Aaron en Hur hierin? Genesis 17: De handen van Mozes werden echter zwaar; daarom namen zij een steen en legden die onder hem, zodat hij erop kon gaan zitten. Aäron en Hur ondersteunden zijn handen, de een aan de ene en de ander aan de andere kant. Zo bleven zijn handen onbeweeglijk, totdat de zon onderging. 13 Zo overwon Jozua Amalek en zijn volk met de scherpte van het zwaard.

13 Wat zei God tegen Mozes na de overwinning op de Amalekieten en wie moest deze overwinning goed onthouden? Genesis 17:14 14 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek en prent het Jozua in dat Ik de herinnering aan Amalek van onder de hemel geheel zal uitwissen.

14 Wat deed Mozes vervolgens en welke profetie gaf God Zijn volk mee? Genesis 17: En Mozes bouwde een altaar en gaf het de naam: De HEERE is mijn Banier! 16 Hij zei: Voorzeker, de hand op de troon van de HEERE! De strijd van de HEERE zal tegen Amalek zijn, van generatie op generatie!