Rapport. Managementrapport. Verificatie emissie inventaris 2014 Holding AVR-Afvalverwerking B.V. Barendrecht, 19 oktober 2015

Transcriptie

1 Rapport Managementrapport Verificatie emissie inventaris 2014 Holding AVRAfvalverwerking B.V. Barendrecht, 19 oktober 2015 DNV GL Business Assurance B.V. Zwolseweg 1, 2994 LB Barendrecht Postbus 9599, 3007 AN Rotterdam Tel.: +31 0(10) KvK Blad 1 van 13 Template 3 juni 2015

2 DNV GL PRJC Managementrapport Verificatie emissie inventaris 2014 Holding AVRAfvalverwerking B.V. Barendrecht, 19 oktober 2015 Auteur S.T.M. StokmanGodschalk DNV GL Business Assurance B.V. In opdracht van Holding AVRAfvalverwerking B.V. DNV GL Business Assurance B.V. Zwolseweg 1, 2994 LB Barendrecht Postbus 9599, 3007 AN Rotterdam Tel.: +31 0(10) KvK Blad 2 van 12

3 Copyright DNV GL Business Assurance B.V., Barendrecht, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Het is verboden om dit document op enige manier te wijzigen, het opsplitsen in delen daarbij inbegrepen. In geval van afwijkingen tussen een elektronische versie (bijv. een PDF bestand) en de originele door DNV GL verstrekte papieren versie, prevaleert laatstgenoemde. DNV GL Business Assurance B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken. De inhoud van dit rapport mag slechts als één geheel aan derden kenbaar worden gemaakt, voorzien van bovengenoemde aanduidingen met betrekking tot auteursrechten, aansprakelijkheid, aanpassingen en rechtsgeldigheid. DNV GL Business Assurance B.V. Zwolseweg 1, 2994 LB Barendrecht Postbus 9599, 3007 AN Rotterdam Tel.: +31 0(10) KvK Blad 3 van 12

4 INHOUD Pagina 1 Inleiding Verificatie emissie inventaris Organizational boundaries Operational boundaries Kwantificering van GHGemissies Verificatie gegevens emissie inventaris Conclusies Aanbevelingen DNV GL Business Assurance B.V. Zwolseweg 1, 2994 LB Barendrecht Postbus 9599, 3007 AN Rotterdam Tel.: +31 0(10) kevs@dnvgl.com KvK Blad 4 van 12

5 1 INLEIDING AVR is Nederlands grootste verwerker van nietherbruikbaar afval. En tegelijkertijd noemen zij zich één van de meest duurzame energieproducenten. Dankzij moderne technologie zetten zij afval om in stoom, warmte en elektriciteit. Deze waardevolle producten worden nuttig ingezet. Bijvoorbeeld in de industriële processen van omliggende bedrijven, of voor het verwarmen van woningen in de regio. Met als bijkomend voordeel dat de verbrandingsinstallaties bijzonder efficiënt zijn. De hoofdlocatie is Rozenburg waar een afvalenergiecentrale met 7 lijnen, een Liquid Waste Treatment plant en een Bio Energie Centrale (BEC) gevestigd zijn. In Duiven is een tweede productie locatie bestaand uit een afvalenergiecentrale met 3 lijnen en een Thermische Conversie Installatie (TCI). Daarnaast zijn er vier vestigingen waar op en overslag plaatsvindt: in Den Haag, Utrecht en twee in Rotterdam. Het bedrijf heeft circa 430 medewerkers. De naam AVR stamt uit Het is van oorsprong de afkorting van Afvalverwerking Rijnmond, een afvalverwerkingsbedrijf dat destijds werd opgericht door 23 Rijnmondgemeenten. Sinds 28 augustus 2013 maakt AVR deel uit van Cheung Kong Infrastructure. AVR heeft DNV GL opdracht gegeven de emissie inventaris voor het jaar 2014 te verifiëren van de onder Holding AVRAfvalverwerking B.V. vallende bedrijven. De verificatie van de emissie inventaris is uitgevoerd aan de hand van onderstaande documenten: Voortgangsrapportage 2014, AVR Energy Inside Voortgangsrapportage 2014aangepaste tabel1.doc Emissieinventaris AVR 2014 DNV GL, versie 2.xlsx De verificatie van de emissie inventaris door een daartoe bevoegde instelling is een vereiste voor het behalen van de score bij aandachtspunt 3.A.2 van de CO 2 Prestatieladder 3.0. De rapportage van de emissie inventaris is getoetst aan de punten a tot en met q van paragraaf van de norm ISO Dit rapport is een verslag van de bevindingen bij de beoordeling van de emissie inventaris op 29 september 2015 bij AVRAfvalverwerking B.V. in Duiven en aanvullende documentbeoordeling op 13 oktober 2015 op basis van bovenstaande beoordelingscriteria. DNV GL PRJC Blad 5 van 12

6 2 VERIFICATIE EMISSIE INVENTARIS 2014 In dit hoofdstuk worden de bevindingen van de verificatie over de drie beoordelingscriteria gerapporteerd. 2.1 Organizational boundaries Voor de bepaling van de organizational boundaries van Holding AVRAfvalverwerking B.V. voor de CO 2 emissie inventaris is gekozen voor de operational control methode. Dit betekent dat waar activiteiten onder regie van Holding AVRAfvalverwerking B.V. vallen, de verantwoording voor de CO 2 productie wordt genomen. In de afbakening van de organizational boundaries van Holding AVRAfvalverwerking B.V. (KvK ) zijn alle onderliggende statutaire entiteiten meegenomen. De organisatiegrenzen voor de inventarisatie omvat de volledige holding Holding AVR Afvalverwerking B.V. waaronder de volgende bedrijven horen: AVRAfvalverwerking B.V. KvK RAV Water Treatment B.V. KvK De betreffende activiteiten worden gevoerd vanuit de volgende hoofd/nevenvestigingen: Hoofdvestiging AVRAfvalverwerking B.V., Professor Gebrandyweg 10, 3197 KK Botlek Rotterdam Vestigingen AVRAfvalverwerking (locatie Duiven), Rivierweg PZ Duiven AVRAfvalverwerking (locatie Rotterdam) (OSSR), Brielselaan AC Rotterdam AVRAfvalverwerking (locatie Rotterdam (OSSK), Keilezijlweg BR Rotterdam AVRAfvalverwerking (locatie Utrecht) (OSSU), Isotopenweg AS Utrecht AVRAfvalverwerking (locatie Den Haag (OSSB), Meteroorstraat BP Den Haag RAV Watertreatment is gevestigd op locatie: Professor Gebrandyweg KK Botlek Rotterdam De gegevens van de vestigingen van Holding AVRAfvalverwerking B.V. zijn zichtbaar en herleidbaar in de documentatie en database. DNV GL PRJC Blad 6 van 12

7 2.2 Operational boundaries Vaststellen operational boundaries Voor de afbakening van de operational boundaries conform ISO wordt gebruik gemaakt van het scopediagram van de CO 2 Prestatieladder 3.0. De emissie inventaris is afgebakend tot scope 1 en 2, volgens de CO 2 Prestatieladder, waarbij de afwijkende hantering van de verschillende scopes is toegepast. Voor de berekening van de CO 2 emissie betekent dit: scope 1 (directe GHGemissies): alle directe CO 2 emissies door verbranding van brandstoffen in machines, zakelijk vervoer, productie emissies, verwarming en dergelijke en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties. Deze laatste diffuse emissies zijn voor de CO 2 Prestatieladder 3.0 niet vereist scope 2 (energie indirecte GHGemissies): CO 2 emissies van aangekochte elektriciteit, warmte en stoom. In het kader van de CO 2 Prestatieladder zijn in deze scope ook de onder scope 3 (andere indirecte GHGemissies) vallende CO 2 emissies van privéauto zakelijk (Personal cars for business travel) en zakelijke reizen (Business air travel en Business travel public transport) meegenomen Directe GHGemissies (scope 1) In de emissie inventaris zijn onder scope 1 meegenomen: aardgasverbruik vestigingen (verwarming) brandstofverbruik wagenpark (diesel, benzine, LPG, elektriciteit) brandstofverbruik materieel/machines (diesel et cetera) CO 2 emissie door operations (thermische conversie, verbranding, vastgesteld dmv directe metingen) Uitgesloten is de energiestroom: koelmiddelen Energie indirecte GHGemissies (scope 2) In de emissie inventaris zijn onder scope 2 meegenomen: elektriciteitsverbruik vestigingen stadswarmte vestigingen 'privéauto s zakelijk'; zakelijk gereden kilometers 'zakelijke vliegreizen'; vliegkilometers. Uitgesloten is de energiestroom: zakelijke reizen met openbaar vervoer. De elektriciteit en stadswarmte van de installaties en vestigingen Duiven en Rozenburg worden door de installaties zelf opgewekt. De hiermee gepaard gaande emissies worden meegenomen in de direct gemeten emissies van de installaties. DNV GL PRJC Blad 7 van 12

8 Om voor de reductie van scope 2 emissies en vermeden emissies wel inzicht te hebben zijn de hoeveelheden verbruikte elektriciteit geverifieerd. Voor het warmteverbruik heeft deze verificatie eveneens plaatsgevonden maar door het ontbreken van meetgegevens voor het warmte verbruik van de locatie Rozenburg kan dit niet volledig opgenomen worden Andere indirecte GHGemissies (scope 3) Het onder scope 3 vallende zakelijk gebruik van privéauto s ('personal cars for business travel') en de zakelijke reizen ('business air travel' en business travel public transport ) worden binnen de CO 2 Prestatieladder gerekend tot scope 2. In de emissie inventaris zijn geen verdere onder scope 3 vallende emissie meegenomen. 2.3 Kwantificering van GHGemissies Selectie kwantificeringsmethode De kwantificeringsmethode voor de GHGbronnen betreffen: aardgasverbruik vestigingen: verbruik uitgedrukt in Nm 3, facturen afkomstig van de leverancier brandstoffen wagenpark: gedifferentieerd naar aantal liters benzine, diesel en gas worden aangeleverd door de leasemaatschappij. elektriciteitsverbruik vestigingen: verbruik uitgedrukt in kwh, facturen afkomstig van de leverancier. Voor eigen verbruik locaties Rozenburg en Duiven eigen meteropnames (comptabele meters in verband met teruglevering) privéauto s zakelijk verkeer: gedeclareerde kilometers geregistreerd bij financiële administratie zakelijke vliegreizen: op basis van gedeclareerde tickets geregistreerd bij management assistentes, afstand enkele reis in kilometers 1, rekening houdend met eventuele tussenstops (onderscheid in kort, midden en lange reizen) Selectie van GHGconversiefactoren De toegepaste conversiefactoren zijn afkomstig uit de CO 2 Prestatieladder, versie 3.0 d.d. 10 juni 2015, de actuele versies zoals gepubliceerd op co2emissiefactoren.nl. 1 vluchtkilometers op basis van afstanden hemelsbreed uit Google Earth/Google Maps DNV GL PRJC Blad 8 van 12

9 2.3.3 Berekenen van GHGemissies De berekeningen van de CO 2 emissie, zoals weergegeven in de Excelsheets van de emissie inventaris, zijn gecontroleerd door de totalen van de activiteitsdata te vermenigvuldigen met de conversiefactoren en gecontroleerd met de opgegeven CO 2 emissies. Vastgesteld is dat de berekeningen van de CO 2 emissies op de juiste wijze zijn uitgevoerd Rapportage conform ISO In Voortgangsrapportage 2014aangepaste tabel1.doc is een kruisverwijzingstabel opgenomen waarin voor de emissierapportage is weergegeven op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten uit paragraaf van ISO DNV GL PRJC Blad 9 van 12

10 3 VERIFICATIE GEGEVENS EMISSIE INVENTARIS De gegevensverificatie voor de CO 2 emissie heeft betrekking op de emissies van scope 1 en scope 2. De gegevensverificatie betrof de cijfermatige controle van de werking van het systeem en de gerapporteerde cijfers, door middel van steekproeven. Bij de steekproeven is gekeken naar de herleidbaarheid van de gegevens naar facturen, opgave van verhuurders en registratiesystemen. Tabel 1 Emissie inventaris AVR 2014 Bronnen Scope 1 Aardgasverbruik vestigingen Brandstofverbruik wagenpark Brandstofverbruik materieel/machines/boten Installaties Scope 2 elektriciteitsgebruik vestigingen(inkoop) 2 stadswarmte vestigingen (inkoop) 2 privéauto s voor zakelijk gebruik (incl huurauto s) zakelijk vliegen Totale emissie (ton) 16,1 207,9 3442, ,6 659,8 48,9 34,7 Emissie geverifieerd (ton) 16,1 207,9 3442, ,6 659,8 34,7 Afwijking emissie (ton) Totaal Scope 1 en , ,3 Van de totale scope 1 en 2 CO 2 emissie van Holding AVRAfvalverwerking B.V. over 2014 van ton CO 2 is 10% geverifieerd ( ton) en is geen afwijking geconstateerd 3. Voor de emissie inventaris 2014 van Holding AVRAfvalverwerking B.V. zijn de juiste emissiefactoren gebruikt en deze zijn op de juiste wijze toegepast. De hoeveelheden elektriciteit zoals deze verbruikt zijn bij de locaties en installaties van Holding AVRAfvalverwerking B.V. zijn separaat geverifieerd. Dit is weergegeven in onderstaande tabel. 2 De emissies door het elektriciteits en warmte gebruik uit eigen opwekking van locaties Rozenburg en Duiven is meegenomen in de emissies van de installatie. Voor de overige locaties (opslag en sorteer stations) zijn de emissies door ingekochte elekriciteit hier opgenomen. 3 Door afronding ontstaat bij sommatie een verschil van 0,1 ton. DNV GL PRJC Blad 10 van 12

11 Bij de overslaglocaties wordt geen stadswarmte gebruikt. Bij de productielocaties Rozenburg en Duiven wordt warmte uit de eigen installatie gebruikt. Voor de locatie Rozenburg zijn voor 2014 geen gegevens beschikbaar, daarom is in tabel 2 alleen de hoeveelheid van productielocatie Duiven opgenomen en geverifieerd. Wanneer uit de ketenanalyses de emissiefactoren van de door AVR geproduceerde elektriciteit en warmte bekend zijn kunnen hiermee de emissies berekend worden. Tabel 2 Elektriciteit en Stadswarmte AVR 2014 Bronnen Totale hoeveelheid (MWh/GJ) geverifieerd (MWh/GJ) Afwijking (MWh/GJ) Scope 2 elektriciteitsgebruik vestigingen(inkoop) elektriciteitsgebruik locaties (eigen productie) Rozenburg Duiven Totaal Electriciteitsverbruik stadswarmte vestigingen (inkoop) stadswarmte locaties (eigen productie) Rozenburg Duiven Niet gemeten 4360 Niet gemeten 4360 Met behulp van ketenanalyses scope 3, zal AVR de emissiefactoren van de door AVR geproduceerde elektriciteit en warmte berekenen. Hiermee is het voor de toekomst mogelijk om de scope 2 reducties te kwantificeren. Hiermee kan ook een vertaling gemaakt worden naar de zogenoemde vermeden emissies zoals deze in de afvalverwerkingsbranche in het kader van de CO 2 Prestatieladder vaker toegepast worden. DNV GL PRJC Blad 11 van 12

12 4 CONCLUSIES De verificatie van de emissie inventaris 2014, gebaseerd op de norm ISO en de CO 2 Prestatieladder, is uitgevoerd conform de ISO Bij de beoordeling is vastgesteld dat: de rapportage van de CO 2 emissies in deze emissie inventaris voldoet aan de vereisten volgens hoofdstuk ISO :2006 de organizational boundary juist is vastgesteld volgens de operational control methode. de operational boundaries alle CO 2 emissie omvatten, ingedeeld in scope 1 en 2, conform de vereisten in de CO 2 Prestatieladder 3.0. de toegepaste conversiefactoren afkomstig zijn uit de CO 2 Prestatieladder 3.0 d.d. 10 juni 2015 (CO2emissiefactoren.nl, actuele versie) en deze zijn juist toegepast. Bij de verificatie van de gegevens is geen afwijking vastgesteld. Op basis van de bevindingen tijdens de verificatie van de CO 2 emissie inventaris 2014, kan DNV GL Business Assurance B.V. een 'Verklaring met beperkte mate van zekerheid' verstrekken aan Holding AVRAfvalverwerking B.V. 5 AANBEVELINGEN 1 Voor het bepalen van de vliegafstanden is nu nog gebruik gemaakt van de afstanden hemelsbreed met bijvoorbeeld digitale kaarten. Aanbevolen wordt om de vliegafstanden tussen luchthavens afkomstig van specifieke internetsites te gaan gebruiken Hierbij wordt rekening gehouden met de daadwerkelijke vliegroutes. 2 Aanbevolen wordt om voor de toekomst de vermeden emissies te inventariseren en te laten verifiëren. 3 Voor het bepalen van de scope 2 emissies worden voor AVR terecht de emissies veroorzaakt door het verbruik van eigen opgewekte elektriciteit en warmte niet meegenomen. Deze worden immers in de CO 2 emissie van de installatie al meegenomen. Aanbevolen wordt om ten behoeve van de reductie binnen scope 2 inzichtelijk te krijgen wat het eigen verbruik van zowel elektriciteit als warmte is. Met behulp van de emissiefactoren uit de (nog uit te voeren) ketenanalyses kan dan een CO 2 emissie hiervoor berekend worden. 4 Bij ontbreken van een comptabele meter kan gebruik gemaakt worden van eigen meteropnamen. Hierbij wordt aanbevolen om tenminste bij de jaarwisseling een foto te maken van het verbruik, zoals aangegeven op de meter. DNV GL PRJC Blad 12 van 12