Radiografisch 868-MHz weerstation

Transcriptie

1 G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: Radiografisch 868-MHz weerstation Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: helpdesk@conrad.nl

2 Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Inhoudsopgave Pagina Introductie 3 Kenmerken 4 Basisinstelling 5 Functietoetsen 8 Plaatsing van het weerstation 19 Onderhoud en verzorging 21 Technische gegevens 22 Uitsluiting aansprakelijkheid 23 Introductie Geachte klant, Van harte gefeliciteerd met de aankoop van dit weerstation met draadloze overdracht van de buitentemperatuur en -luchtvochtigheid, weergave van de binnentemperatuur en -luchtvochtigheid en een DCF-77-zendergestuurde klok met 2 alarmtijden en datumaanduiding. Dit innovatieve apparaat is met zijn acht functietoetsen eenvoudig te bedienen en is bijzonder geschikt voor thuisgebruik alsook op kantoor. Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u het weerstation in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk: Nederland: Tel ma. t/m do. 8:30-20:00 uur vr. 8:30-18:00 uur helpdesk@conrad.nl 2 3

3 KENMERKEN: LC-display functietoetsen ophangoog batterijvakdeksel demonteerbare voet Thermo-hygro-buitensensor Temperatuur-buitensensor Draadloze overdracht van de buitentemperatuur en -luchtvochtigheid naar het weerstation via 868-MHz-signalen. Tegen spatwater beschermde behuizing Behuizing geschikt voor wandmontage Zendergestuurde DCF-77 klok met handmatige insteloptie 24-uurs-aanduiding Aanduiding van uren en minuten, seconden worden door een knipperende punt aangeduid Instelling tijdzone ± 9 uur Twee wektijden met sluimerfunctie Weergave van de weekdag met datum of datum met kalendermaand Weersvoorspelling met drie verschillende aanduidingsymbolen Weertendensaanduiding Aanduiding kamertemperatuur in C met geheugen voor de gemeten minimum- en maximumwaarde Aanduiding van de relatieve kamerluchtvochtigheid (RH%) met geheugen voor de gemeten minimum- en maximumwaarden Stemmingssymbolen opgewekt of bedroefd om het comfortniveau aan te duiden Weergave van de buitentemperatuur (max. 3 sensoren) in C met geheugen voor de gemeten minimum- en maximumtemperatuur Aanduiding van de rel. buitenluchtvochtigheid (RH%) buiten met geheugen voor de gemeten minimum- en maximumwaarden Alle minimum- en maximumwaarden worden weergegeven met datum en tijd van de opgeslagen waarde en kunnen weer gewist worden Verwerkt de meetwaarden voor maximaal 3 buitensensoren Aanduiding toestand batterijen Tafelstandaard of wandmontage 4 houder BASISINSTELLING Draadloze overdracht van de buitentemperatuur naar het weerstation via 868-MHz-signalen. Behuizing geschikt voor wandmontage. 1. Plaats eerst de batterijen in het weerstation (zie hoofdstuk "Plaatsen en vervangen van de batterijen in het weerstation"). Zodra de batterijen geplaatst zijn, zullen alle aanduidingsegmenten op het display kort oplichten en er is een pieptoon te horen. Hierna worden de kamertemperatuur en -luchtvochtigheid, de tijd met 0:00, de datum met 1.1. en het weersymbool zon met wolken weergeven. Wanneer de binnentemperatuur en -luchtvochtigheid niet binnen enkele seconden worden weergegeven moeten de batterijen voor minimaal 10 seconden verwijderd worden en daarna weer ingezet. Zodra de binnenmeetwaarden weergegeven worden, gaat u verder met punt Na het activeren van het weerstation moeten binnen 3 minuten de batterijen in de buitensensoren geplaatst worden (zie hoofdstuk "Plaatsen en vervangen van de batterijen in de buitensensoren"). 3. Na het plaatsen van de batterijen in de buitensensoren ontvangt het weerstation binnen enkele seconden de data van de buitensensoren. De buitentemperatuur en de -luchtvochtigheid moeten nu op het weer- 5

4 station verschijnen. Verschijnt binnen 15 minuten geen weergave moeten de batterijen uit alle eenheden verwijderd worden en nog een keer vanaf punt 1. de handelingen doorgevoerd worden. 4. Er kunnen tot drie buitensensoren via het weerstation werken. Heeft u extra buitensensoren aangeschaft moet u voor deze dezelfde procedure vanaf punt 2. uitvoeren. U moet hierbij opletten, dat ertussen de ontvangst van de data van de laatst in gebruik genomen buitensensor een tijd van 10 seconden moet liggen voordat de volgende buitensensor in gebruik genomen wordt. Het weerstation nummert de buitensensoren op volgorde, d.w.z. de volgorde die voor de basisinstelling aangehouden is b.v. de eerste temperatuursensor krijgt het nummer 1 enz. 5. Nadat alle buitensensoren in gebruik zijn genomen wordt eerst een controlefase uitgevoerd, tijdens deze laat het display de ontvangst van alle buitensensoren in willekeurige volgorde zien, afhankelijk van de volgorde in welke de meetwaarde door de sensoren gestuurd wordt. Door het drukken op een willekeurige toets kan deze procedure afgebroken worden en op het display wordt de temperatuur en luchtvochtigheid van de eerste sensor weergegeven. De procedure stopt automatisch als binnen enkele minuten geen toets aangeraakt wordt. 6. Zodra de meetwaarden van de temperatuursensor op het weerstation ontvangen en weergegeven worden, start automatisch de ontvangst van de DCF-77-tijdinformatie. Dit kan onder gunstige omstandigheden ca. 3-5 minuten duren. Tijdens deze periode moeten de buitensensoren naar buiten op geschikte plekken geplaatst worden. Voor een probleemloze overdracht van het 868-MHz-signaal mogen deze niet verder geplaatst worden dan maximaal m vanaf de plaats waar u het weerstation later wilt opstellen. (Lees hiertoe de opmerkingen "Plaatsing" en "868 MHz-ontvangsttest"). 7. Wordt binnen 10 minuten de DCF-77-tijd niet weergegeven, dient u de tijd voorlopig handmatig via de SET-toets in te stellen. De zendergestuurde klok zal daarna automatisch op ieder uur een nieuwe poging ondernemen de DCF-tijdinformatie te ontvangen. Als dit succes heeft, wordt de eerst handmatig ingestelde tijd overschreven met de correcte DCF-tijd. Tegelijkertijd zal door de DCF-77-tijdinformatie de juiste datum ingesteld worden. (Lees hiertoe ook de opmerkingen onder "Zendergestuurde tijdontvangst" en "Handmatige tijdinstelling") 6 Inleggen en vervangen van de batterijen in het weerstation Het weerstation werkt op 2x 1,5V-batterijen van het type penlite AA IEC LR6. Als op het display het batterijsymbool verschijnt, moeten de batterijen vervangen worden. Let voor het inleggen en vervangen van de batterijen op de volgende aanwijzingen: 1. Grijp met een vinger of een geschikt voorwerp in de uitsparing van het batterijvak en til het deksel omhoog. 2. Leg de nieuwe batterijen er in; let op de juiste polariteit (zie markering). 3. Sluit het batterijvak weer af met het deksel. Inleggen en vervangen van de batterijen in de buitensensoren De thermo-hygro-buitensensor De thermo-hygro-sensor werkt op 2x 1,5V-batterijen van het type penlite AA IEC LR6. Let voor het inleggen en vervangen van de batterijen op de volgende aanwijzingen: 1. Verwijder het batterijvakdeksel. 2. Leg de nieuwe batterijen er in; let op de juiste polariteit (zie markering). 3. Sluit het batterijvak weer af met het deksel. De temperatuur-buitensensor De temperatuursensor werkt op 2x 1,5V-batterijen van het type potlood AAA IEC LR3. Let voor het inleggen en vervangen van de batterijen op de volgende aanwijzingen: 1. Verwijder het batterijvakdeksel. 2. Leg de nieuwe batterijen er in; let op de juiste polariteit (zie markering). 3. Sluit het batterijvak weer af met het deksel. Opmerking: Als u de batterijen in een van de eenheden vervangt, moeten alle eenheden 7

5 opnieuw ingesteld worden. Dit is noodzakelijk, omdat de buitensensor bij de ingebruikneming een toevalscode naar het weerstation stuurt en deze moet door het weerstation binnen de eerste 3 minuten na de ingebruikneming ontvangen en opgeslagen worden. Vervangen van de batterij: Om een optimale functie te kunnen garanderen moeten de batterijen een keer per jaar vervangen worden. Lever uw bijdrage aan het milieu en deponeer lege batterijen in de inzamelbakken in winkels e.d. FUNCTIETOETSEN: Weerstation: Het weerstation beschikt over acht gemakkelijk bedienbare functietoetsen. Hiervan zijn er vier aan de buitenkant en vier achter de klep binnen het onderste gedeelte van de behuizing. SET-toets (instelling) Dient voor het oproepen van de instelmode voor de tijd, tijdzone, jaar, datum en weekdag. Het jaar kan eveneens bij de instelmode aangeduid worden (in de normale mode is deze niet zichtbaar). Voor het activeren van de sluimerfunctie tijdens alarm. IN-toets (binnen) Voor het omschakelen tussen de actuele/ maximale/ minimale kamertemperatuur en -luchtvochtigheid. Door de toets langer dan 3 seconden ingedrukt te houden, worden alle 8 Instelling Alarm 1 binnen buiten Alarm 2 Datum Kanaal Sluimer1 opgeslagen minimale en maximale waarden van de kamertemperatuur en -luchtvochtigheid gewist (alle data wordt teruggezet op de actuele stand). Dient in de instelmode voor het veranderen van de uren, tijdzone, jaar, dag en weekdag. Dient voor het veranderen van de uren in de alarmmode. Dient voor het activeren van de sluimerfunctie voor het alarm. OUT-toets (buiten) Voor het omschakelen tussen de actuele/ maximale/ minimale buitentemperatuur en -luchtvochtigheid. Als de toets langer dan 3 seconden ingedrukt wordt, worden alle opgeslagen minimale en maximale waarden van de buitentemperatuur en -luchtvochtigheid gewist (alle data wordt teruggezet op de actuele stand van de momenteel weergegeven sensor - de data moet voor elke buitensensor afzonderlijk gewist worden). Dient in de Set-mode voor het veranderen van de minuten en de maand. Dient voor het veranderen van de minuten in de alarmmode. Dient voor het activeren van de sluimerfunctie voor het alarm. CH-toets (kanaal) Dient voor het omschakelen tussen de buitensensoren 1, 2 en 3. Dient voor het uitschakelen van het alarm. AL1-toets (alarm 1) Toets indrukken, om de tijd voor alarm ((1)) weer te geven en gelijktijdig het alarm ((1)) AAN/UIT te zetten. Toets ca. 3 seconden lang indrukken om in de alarmmode ((1)) te komen. Dient voor het uitschakelen van het alarm. AL2-toets (alarm 2) Toets indrukken, om de tijd voor alarm ((2)) weer te geven en gelijktijdig het alarm ((2)) AAN/UIT te zetten. Toets ca. 3 seconden lang indrukken om in de alarmmode ((2)) te komen. 9

6 Dient voor het uitschakelen van het alarm. DATE-toets (datum) Dient voor het omschakelen tussen de twee mogelijkheden voor de datumweergave en de twee alarmtijden. Dient voor het uitschakelen van het alarm. SNZ-toets (sluimer) Dient uitsluitend voor het activeren van de sluimerfunctie. LC-DISPLAY EN INSTELLINGEN Het LC-display van het weerstation is voor een duidelijk overzicht onderverdeeld in vijf functiegroepen voor de weergaven van tijd, datum, weersvoorspelling, kamer- en buitentemperatuur en -luchtvochtigheid. en geeft, onafhankelijk van zomer- of wintertijd, steeds de exacte tijd. De ontvangst is afhankelijk van de geografische en bebouwde omstandigheden. Normaal ontstaan er binnen een straal van km rondom Frankfurt geen ontvangstproblemen. Zodra de buitentemperatuur op het weerstation weergegeven wordt begint het DCF-zendmastsymbool, boven links naast de tijdweergave, te knipperen. Dit laat zien, dat de klok het DCF-77-signaal ontvangt en probeert het signaal te registreren. Na een succesvolle ontvangst van de tijdcode blijft het DCF-symbool permanent zichtbaar en de correcte tijd wordt weergegeven. Als het symbool knippert, maar er wordt geen signaal ontvangen, of als het DCF-symbool helemaal niet verschijnt, controleert u onderstaande punten: Aangeraden wordt om een minimale afstand van 1,5-2 meter aan te houden tot eventueel storende apparaten zoals computermonitors of Tv-toestellen enz. In ruimtes van gewapend beton (kelders, flats enz.) is het DCF-77-signaal logischerwijze zwakker. In extreme gevallen dient u het weerstation zodanig bij een te plaatsen, dat de voor- of achterkant in de richting van Frankfurt wijst. 's Nachts zijn atmosferische storingen over het algemeen minder en een ontvangst is dan meestal mogelijk. Een enkele signaalontvangst per dag is voldoende, om een tijdafwijking binnen 1 seconde te houden HANDMATIGE TIJDINSTELLING uren (knipperend) minuten (knipperend) LCD 1 - Zendergestuurde tijdontvangst De tijdbasis voor de zendergestuurde tijdsaanduiding is een door de Physikalisch Technischen Bundesanstalt Braunschweig gebruikte cesiumatoomklok met een berekende afwijking van 1 seconde in 1 miljoen jaar. Dit tijdsignaal (DCF-77) wordt gecodeerd en door een zender in Mainflingen bij Frankfurt uitgezonden met een zendbereik van ca km. Als uw weerstation binnen dit zendbereik ligt, dan ontvangt het dit signaal, rekent het om 10 Indien de klok niet in staat is om het DCF-tijdsignaal te ontvangen (storingen, reikwijdte etc.) kan de tijd ook handmatig ingesteld worden. De klok loopt dan als normale kwartsklok. 1. Druk op de SET-toets en houdt deze ca. 3 seconden ingedrukt tot de tijdweergave knippert. 2. Met de IN-toets stelt u de uren in en met de OUT-toets de minuten. Wordt een van de toetsen vastgehouden, worden de uren doorlopend om telkens 1 uur en de minuten om telkens 5 minuten verder geteld. 11

7 3. Druk nogmaals op de SET-toets om in de SET-mode voor de tijdzone en datum te komen of wacht 30 seconden zonder een toets in te drukken om de ingestelde tijd automatisch te bevestigen. Opmerking: De zendergestuurde klok zal daarna automatisch op ieder uur een nieuwe poging ondernemen de DCF-tijdinformatie te ontvangen. Als dit succes heeft, wordt de daarvoor handmatig ingestelde tijd overschreven met de correcte DCF-tijd. Tijdens de ontvangstpoging knippert het DCF-zendmastsymbool. Als er geen ontvangst mogelijk was, verschijnt er geen DCFsymbool. Het apparaat zal echter ieder uur een nieuwe poging ondernemen. LCD 2 - Tijdzone en datum instellen In de tweede sectie van het scherm worden of de maand en de datum, de weekdag en de datum, alarmtijd ((1)) of alarmtijd ((2)) weergegeven. Bovendien worden op dit schermgedeelte de alarmsymbolen AAN/UIT ((1)) en ((2)) aangeduid. TIJDZONE INSTELLING De standaardinstelling voor de tijdzone is 0. Voor het veranderen van de tijdzone handelt u als volgt: 1. Na het instellen van de tijd drukt u op de SET-toets om naar de tijdzone instelling te komen (knipperend). 2. Met de IN-toets stelt u de tijdzone in. Het bereik loopt in stappen van 1 uur beginnend bij 0 tot + 9 en schakelt dan op -9 en gaat dan terug naar Druk op de SET-toets om de ingestelde tijdzone te bevestigen en om naar de datuminstelling te komen. Als 30 seconden geen toets ingedrukt wordt, dan zal de ingestelde tijdzone automatisch opgeslagen worden. 12 minuten (knipperend) DATUM INSTELLING jaar (knipperend) dag (knipperend) maand weekdag (knipperend) (knipperend) dag (knipperend) De standaardinstelling voor de datum op het weerstation is 1.1. of TH 1. (TH = Thursday, taal Engels) en het jaar Zodra het DCF-77-tijdsignaal ontvangen wordt, zal het datum automatisch geactualiseerd worden. Als er geen signaal ontvangen wordt, kan de datum ook eerst handmatig ingesteld worden, handel hiertoe als volgt: 1. Na het instellen van de tijdzone drukt u op de SET-toets, om naar de instelling voor het jaar te komen (knipperend). Stel het gewenste jaar met de IN-toets in. Het instelbereik is hiervoor van 1998 tot Druk nogmaals op de SET-toets om naar de instelmode voor de maand en de dagdatum te komen (knipperend). 3. Stel met de OUT-toets de betreffende maand in en met de IN-toets de betreffende dag. 4. Druk nog een keer op de SET-toets om naar de instelmode voor de weekdag te komen (knipperend) 5. Stel met de IN-toets de betreffende weekdag in. 6. Druk nogmaals op de SET-toets om de invoeren te bevestigen resp. druk 30 seconden geen toets in om automatisch terug te komen in de normale weergave. ALARM INSTELLING 1. Druk op de AL1-toets en houdt deze ca. 3 seconden ingedrukt tot de aanduiding van de alarmtijd knippert. 2. Stel met de IN-toets de uren en met de OUT-toets de minuten in. Als de toets voortdurend ingedrukt wordt loopt de uurinstelling telkens met 1 uur en de minuten telkens met 5 minuten verder. 3. Druk nog een keer op de AL1-toets om terug te keren in de normale weergave, of raak 30 seconden geen toets aan, om de invoer te bevestigen. 4. Voor het activeren van het alarm 1 drukt u 1 keer op de AL1-toets. Nu moet het alarmsymbool ((1)) op het display verschijnen om aan te duiden dat alarm AAN is. 13

8 5. Voor het deactiveren druk u nogmaals op de AL1-toets. 6. Voer dezelfde stappen uit zoals hiervoor omschreven om alarm 2 in te stellen. Activeren en deactiveren worden op dezelfde manier uitgevoerd, behalve dat voor alarm 2 de AL2-toets in plaats van de AL1-toets gedrukt wordt. SLUIMERFUNCTIE INSCHAKELEN EN ALARMSIGNAAL UITZETTEN 1. Als het alarm afgaat drukt u op een van de vier toetsen SET, IN, OUT of SNZ om de sluimerfunctie te activeren. Het alarmsignaal wordt uitgeschakeld en met een interval van 5 minuten telkens weer geactiveerd. 2. Om het alarm helemaal uit te schakelen drukt u op een van de vier toetsen AL1, AL2, DATE of CH. LCD 3 - Weersvoorspelling- en tendensaanduiding De weervoorspellingssymbolen: In de derde sectie van het LC-display wordt onderscheid gemaakt tussen de drie weersymbolen. Deze kunnen in de onderstaande combinatie verschijnen: Bij plotselinge of duidelijke luchtdrukverandering zullen de weersymbolen hun uiterlijk aanpassen om de weerverandering aan te duiden. Als de symbolen niet veranderen, betekent dat simpelweg dat het weer niet veranderd is of de verandering van het weer zich zo langzaam voltrokken heeft, dat het eigenlijke tijdstip van de verandering niet onderkend is. Als de getoonde symbolen de zon of regenwolken weergeven, zullen de symbolen niet veranderen als het weer beter wordt (symbool zon) of slechter (symbool regen) omdat de weergavensymbolen reeds de extreme situatie tonen. 14 zonnig bewolkt met zonnige perioden regen De symbolen tonen een weersverbetering of -verslechtering, maar dit hoeft niet altijd zon of regen betekenen zoals de symbolen aanduiden. Als b.v. het actuele weer bewolkt en het weersymbool duidt regen aan, betekent dat niet dat het apparaat verkeert aangeeft. Het betekent alleen, dat de luchtdruk is gedaald en dat er slechter weer, maar niet persé regen, te verwachten is. Opmerking: Na het instellen van het weerstation kunnen de meetwaarden in de eerste uur nog niet juist zijn, omdat het weerstation eerst in deze periode de luchtdrukwaarden moet registreren om een tendens te kunnen voorspellen. Zoals met elke weersvoorspelling kan ook hier geen absolute nauwkeurigheid gegarandeerd worden. Op grond van de verschillende mogelijkheden, waarvoor het apparaat ontwikkeld is, heeft het weerstation een gemiddelde precisie van 75%. In gebieden met plotselinge weerveranderingen (b.v. van zonnig naar regen) zal de aanduiding nauwkeuriger zijn dan in gebieden waar het weer meestal relatief constant blijft (b.v. meestal zonnig). Als het weerstation verplaatst wordt naar een plek die aanzienlijk hoger of lager liegt (b.v. van de kelder naar de eerste etage) raden wij aan om de batterijen uit te halen en na 30 seconden opnieuw inleggen. Hierdoor wordt gegarandeerd dat het weerstation de plaatsverandering niet als verandering in de luchtdruk registreert. Ook hierna moet eerst uur gewacht worden voordat het weerstation een preciezere weervoorspelling kan geven. WEERTENDENSAANDUIDING De weersymbolen zijn verbonden met de weertendensaanduiding (deze bevindt zich links en rechts naast de weersymbolen) in de vorm van een pijl. Als de pijl naar boven wijst betekent dit, dat de luchtdruk stijgt en dat er beter weer verwacht kan worden. Als de pijl naar beneden wijst. betekent dit, dat de luchtdruk daalt en dat er een weersverslechtering verwacht kan worden. Wordt hierop gelet kan men zien hoe het weer zich heeft veranderd en wat voor veranderingen verwacht kunnen worden. Als de tendenspijl b.v. naar beneden wijst en de weersymbolen gelijktijdig zon en wolken (wolkig met 15

9 zonnige perioden) aangeven, dan heeft de laatst geregistreerde weerverandering tijdens een zonnige periode plaatsgevonden (alleen het symbool zon). Omdat de tendenspijl naar beneden wijst, zal voor de volgende weerverandering het symbool wolken met regen verschijnen. Opmerking: Als de weertendens een eerste luchtdrukverandering heeft waargenomen blijft deze permanent op het LC-display zichtbaar. LCD 4 - Kamertemperatuur- en luchtvochtigheidweergave met aanduidingsymbool voor het comfortniveau Twee keer drukken: Drie keer drukken: weergave van de opgeslagen maximale kamertemperatuur en -luchtvochtigheidswaarden met tijd en datum van het meten. terugkeren naar de weergave voor de actuele waarden voor tijd, datum, kamertemperatuurluchtvochtigheid. 2. Voor het terugzetten van de minimale en maximale kamertemperatuur en -luchtvochtigheid en de tijden op welke deze opgeslagen zijn, moet de IN-toets ca. 3 seconden ingedrukt worden. Hierdoor worden alle opgeslagen min-max-waarden teruggezet op de actuele waarden voor tijd, datum, kamertemperatuur en -luchtvochtigheid. LCD 5 - Buitentemperatuur en luchtvochtigheidweergave: De kamertemperatuur en -luchtvochtigheid worden automatisch overgedragen en getoond in de vierde sectie van het beeldscherm. SYMBOLEN VOOR HET COMFORTNIVEAU Aangenaam: Een opgewekt gezicht " " verschijnt bij een kamertemperatuur tussen 20,0 C en 25,9 C bevindt en de relatieve kamerluchtvochtigheid tussen 45% en 65%. Onaangenaam: Een bedroefd gezicht " " verschijnt als de meetwaarden zich buiten het aangename bereik bevinden. OMSCHAKELEN EN TERUGZETTEN VAN DE BINNEN- MEETWAARDEN: 1. Voor het omschakelen tussen de actuele, minimale en maximale kamertemperatuur en relatieve luchtvochtigheid alsook het meettijdstip moet op de IN-toets gedrukt worden: Een keer drukken: weergave van de opgeslagen minimale kamertemperatuur en -luchtvochtigheidswaarden met tijd en datum van het meten. 16 Op de onderste sectie van het LC-display wordt de buitentemperatuur en - luchtvochtigheid en het sensorsignaal getoond. Bij meerdere buitensensoren wordt onder in het midden het kengetal van de actueel getoonde sensor aangeduid. OMSCHAKELEN EN WISSEN VAN DE BUITENTEMPERA- TUUR EN LUCHTVOCHTIGHEIDSMEETWAARDEN: 1. Voor het omschakelen tussen de actuele, minimale en maximale buitentemperatuur en relatieve buitenluchtvochtigheid alsook het meettijdstip moet op de OUT-toets gedrukt worden: Een keer drukken: weergave van de opgeslagen minimale buitentemperatuur en -luchtvochtigheidswaarden met tijd en datum van het meten. Twee keer drukken: weergave van de opgeslagen maximale buitentemperatuur en -luchtvochtigheidswaarden met tijd en datum van het meten. Drie keer drukken: terugkeren naar de weergave voor de actuele 17

10 waarden voor tijd, datum, buitentemperatuur en luchtvochtigheid. 2. Voor het omschakelen tussen de weergaven voor de afzonderlijke buitensensoren moet de CH-toets gedrukt worden: Een keer drukken: weergave sensor 2 Twee keer drukken: weergave sensor 3 Drie keer drukken: terug naar weergave sensor 1 3. Voor het terugzetten van de minimum- en maximum-buitentemperatuur- en -luchtvochtigheidswaarden en de tijden op welke deze opgeslagen zijn, moet de OUT-toets ca. 3 seconden ingedrukt worden. Hierdoor worden alle opgeslagen min-max-waarden teruggezet op de actuele waarden voor tijd, datum, buitentemperatuur en -luchtvochtigheid conform het actuele tijdstip en blijven zonder invloed van de tijdzone-instelling. THERMO-HYGRO-BUITENSENSOR: De temperatuur en luchtvochtigheid wordt door de thermo-hygro-sensor in afstanden van 60 seconden gemeten en naar het weerstation gestuurd. De reikwijdte van de sensor kan mogelijk door de omgevingstemperatuur beïnvloedt worden. Bij erge kou kan het zendbereik verminderd worden. Let hierop bij het plaatsen van de sensor. BUITENTEMPERATUURSENSOR De temperatuur wordt door de buitentemperatuursensor in afstanden van 60 seconden gemeten en naar het weerstation gestuurd. De reikwijdte van de sensor kan mogelijk door de omgevingstemperatuur beïnvloedt worden. Bij erge kou kan het zendbereik verminderd worden. Let hierop bij het plaatsen van de sensor. 868 MHZ-ONTVANGSTTEST Als de temperatuur en luchtvochtigheid niet binnen 15 minuten na de basisinstelling weergegeven worden (het display toont "- - -" na drie ontvangstpogingen), controleert u het volgende: 1. De afstand van het weerstation tot storingsbronnen zoals b.v. computermonitoren of Tv-toestellen moet minstens 1,5-2 m bedragen Plaats het weerstation niet direct naast of in de nabijheid van metalen kozijnen. 3. Het gebruik van andere, op dezelfde frequentie (868 MHz) werkende apparaten, zoals b.v. hoofdtelefoon of luidsprekers kunnen een correcte signaaloverdracht belemmeren. 4. Storingen in de ontvangst kunnen ook veroorzaakt worden door buren, die op dezelfde frequentie (868 MHz) werkende apparaten in gebruik hebben. Opmerking: Als het 868MHz-signaal voor de buitentemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid buiten correct ontvangen wordt, vermijd dan het opnieuw openen van het batterijvak op het weerstation of de buitensensors. De batterijen kunnen daardoor van de contacten los raken en een ongewilde terugzetting veroorzaken. Als dit desondanks toch per ongeluk gebeurt, dient u alle onderdelen opnieuw in te stellen (zie "Basisinstelling"). De maximale afstand voor de overdracht vanaf buitensensor tot weerstation bedraagt in de openlucht ca. 20 meter, maar is afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en mogelijke storingsbronnen. Als er, hoewel u al deze factoren in acht neemt, geen ontvangst mogelijk is, moet u alle onderdelen opnieuw instellen (zie "Basisinstelling"). PLAATSING VAN HET WEERSTATION Het weerstation wordt compleet met een demonteerbare tafelstandaard geleverd, hierdoor is het mogelijk het weerstation op een tafel te plaatsen of op te hangen aan een wand. Voordat u het weerstation ophangt moet u controleren of de buitentemperatuuren luchtvochtigheidswaarden op de gewenste montageplek juist ontvangen kunnen worden. Voor de wandmontage handelt u als volgt: 1. Draai een passende schroef (niet bij de levering inbegrepen) in de gewenste wand en laat de schroefkop ca. 5 mm van de wand afstaan. 2. Verwijder de tafelstandaard en hang het weerstation met het 19

11 ophangoog in de schroef. Let er bij het ophangen op, dat het weerstation goed in de ophanging klikt, voordat u het loslaat. PLAATSING VAN DE BUITENSENSOR: Thermo-hygro-buitensensor De thermo-hygro-buitensensor wordt geleverd met twee schroeven voor een wandmontage. Controleer voordat u de sensor ophangt of er een probleemloze overdracht van het 868MHz-signaal mogelijk is. Het montageoppervlak kan de overdracht van het signaal beïnvloeden als de sensor op een metalen oppervlak gemonteerd wordt. Het overdrachtsbereik kan hierdoor groter of kleiner worden. Daarom raden wij u aan de montage niet uit te voeren op metalen oppervlakken of in de onmiddellijke nabijheid van metalen of gepolijste oppervlakken (garagedeuren, dubbel glas enz.). Voor de definitieve montage dient u zich er van overtuigd te hebben dat het signaal van de thermo-hygro-buitensensor door het weerstation op de gewenste montageplek juist ontvangen kan worden. BUITENTEMPERATUURSENSOR De temperatuursensor wordt geleverd met een houder en 3 schoreven of dubbelzijdig plakband voor een wandmontage. Voor de montage met schroeven moeten navolgende stappen in acht worden genomen: 1. Voor het bepalen van de boorgaten markeert u op de muur, door de gaten van de houder, met een stift de juiste boorposities. 2. Boor de gaten op deze markeringen. 3. Schroef de houder aan de wand. gladde muren kan dit gebruikt worden om de houder vast te maken, zodat het boren van gaten overbodig is. Het montageoppervlak kan echter het overdrachtsbereik van het signaal beïnvloeden. Dit bereik kan groter of kleiner worden, als de sensor op een metalen oppervlak gemonteerd wordt. Om die reden raden wij aan om de montage niet uit te voeren op metalen oppervlakken of in de onmiddellijke nabijheid van metalen of gepolijste oppervlakken (garagedeuren, dubbel glas enz.). Voor de definitieve montage dient u zich er van overtuigd te hebben dat de plaatsing van zowel de buitentemperatuursensor alsook het basisstation een onbelemmerde signaaloverdracht toelaat. ONDERHOUD EN VERZORGING Ter voorkoming van schade dienen extreme temperaturen, trillingen en sterke schokken vermeden te worden, omdat dit kan leiden tot beschadiging van het apparaat en tot foutieve weergaven kan leiden. Schoonmaken van displays en behuizingen alleen met een zachte, enigszins vochtige doek. Geen schuur- of oplosmiddelen gebruiken, deze kunnen het display of de behuizing beschadigen. Apparaat niet in water dompelen. Zwakke batterijen direct verwijderen, om uitlopen met daaropvolgende beschadiging te vermijden. U dient de batterijen te vervangen door batterijen van hetzelfde type. Er wordt aanbevolen reparaties alleen door een vakman te laten uitvoeren. U kunt zich hiertoe wenden tot onze Technische helpdesk. Door het openen van de behuizing of het zelfstandig uitvoeren van reparaties, vervalt het recht op garantie. Stel het apparaat niet bloot aan extreme en plotselinge temperatuur veranderingen, dit leidt tot onnauwkeurigheid van de meetwaarden. De buitentemperatuursensor wordt eenvoudig in de wandhouder geklikt. Bij het inzetten en verwijderen van de sensor moet u voor alle zekerheid beide onderdelen vasthouden. De wandhouder wordt bovendien geleverd met dubbelzijdig plakband. Op 20 21

12 TECHNISCHE GEGEVENS Temperatuurmeetbereik: Binnenruimte : 0 C tot +60 C, resolutie 0,1 C (weergave "OFL" buiten dit bereik) Buitenbereik: Thermo-hygro-sensor : -29,9 C tot +59,9 C, resolutie 0.1 C (weergave "OFL" buiten dit bereik) Temperatuurzender : -29,9 C tot +69,9 C, resolutie 0.1 C (weergave "OFL" buiten dit bereik) Meetbereik rel. luchtvochtigheid Binnenruimte : 20% tot 95%, resolutie 1% (weergave "---" buiten dit bereik) Buitenbereik: : 20% tot 95%, resolutie 1% (weergave "---" buiten dit bereik) Meetinterval kamertemperatuur Meetinterval kamerluchtvochtigh. Ontvangst buitenmeetwaarde : elke 10 seconden : elke 20 seconden : elke 5 minuten UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID De fabrikant c.q. leverancier kan niet aansprakelijk gesteld worden voor een onjuiste meetwaarden en alle daaraan verbonden consequenties. Dit product mag niet gebruikt worden voor medische of openbare doeleinden. Dit product is ontwikkeld als indicator van komende weersomstandigheden voor strikt privé-gebruik en is niet 100% precies. De door dit product geleverde weersvoorspellingen kunnen daarom alleen als indicatie en niet als exacte aanduiding gezien worden. De technische gegevens van dit product kunnen zonder nadere kennisgeving gewijzigd worden. Dit product is geen speelgoed en hoort niet thuis in kinderhanden. Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. R&TTE Directive 1999/5/EG Uittreksel conformiteitsverklaring: wij verklaren hiermede, dat de radiografische installatie aan de essentiele eisen van de R&TTE Directive 1999/5/EG voldoet. Voedingsstroom: Weerstation Thermo-hygro-buitensensor Buitentemperatuursensor Batterij-levensduur Afmetingen (lxbxh): Weerstation (zonder voet) Thermo-hygro-buitensensor Buitentemperatuursensor : 2 x 1,5V type AA, IEC LR6 : 2 x 1,5V type AA, IEC LR6 : 2 x 1,5V type AAA, IEC LR3 : ca. 1 jaar (Alkalinebatterijen aangeraden) : 115 x 30 x 179 mm : 60 x 73 x 121 mm : 59 x 22 x 65 mm 22 23