Leerlingenstatuut. van. het Vlietland College

Transcriptie

1 van het Vlietland College November 2016

2 november 2016 Het leerlingenstatuut Daar ligt het dan voor je: het leerlingenstatuut van de school. Nu kan je zwart op wit zien wat de plichten, maar vooral ook de rechten zijn waar je op school als leerling mee te maken zult hebben. Misschien valt het taalgebruik je wat tegen; er worden soms woorden gebruikt, zinnen geformuleerd, waar je van je levensdagen niet aan zou (willen) denken, laat staan dat je ze zou gebruiken! Maar als je doorleest, zul je merken dat het reuze meevalt; met een beetje moeite haal je er heel wat uit, bv. hoe het nu op school precies geregeld is met huiswerk, met schorsen, met proefwerken en de nakijktijd van de docent. En wat dacht je van de vrijheid van meningsuiting of van uiterlijk; word je onderhand niet nieuwsgierig? Veel afspraken met betrekking tot de gang van zaken bij het onderwijs op onze school zijn erin vastgelegd. Natuurlijk ga je niet vanaf nu elke dag met het statuut in de hand naar school. Het meeste wat er in geschreven staat, is namelijk erg voor de hand liggend. De manier waarop wij nu op school elke dag met elkaar omgaan komt toch overeen met datgene wat er in het statuut beschreven staat. Dus eigenlijk niet zoveel nieuws onder de zon en dat is maar goed ook! Wat de praktijk is van elke dag, staat nu eens netjes op papier. Dat het op papier staat kan belangrijk zijn wanneer er een probleem ontstaat tussen een docent en de leerling, tussen leerlingen onderling of tussen een docent en een klas. Het statuut kan er hopelijk toe bijdragen dat zo n probleem voor alle partijen bevredigend wordt opgelost. Een enkel voorbeeld om dit te illustreren: Een leerling kan in het statuut lezen dat de medewerkers uit de onderwijs ondersteunende sector geen straf mogen geven. Sommige leerlingen zullen daar wellicht uit willen concluderen, dat, als zij rommel in de aula maken, de conciërge hun niet mag vragen om dat even op te ruimen. Mis natuurlijk! Alle leerlingen zijn immers verplicht de aanwijzingen van alle medewerkers op te volgen en als zij dat niet doen dan zal de door deze onjuiste handelswijze verdiende straf hoogstwaarschijnlijk door de conrector opgelegd worden. Een leerling gaat ook geen discussie voeren over welke boterhamzakjes in zo n situatie nu wel of niet van hem afkomstig zijn. De aanwijzing om de rommel in de buurt van zijn plaats op te ruimen zal uitgevoerd moeten worden op grond van de aanwijzing van een medewerker. Een technisch onderwijs assistent kan in het kader van de afspraken met de docenten natuurlijk ook leerlingen terecht wijzen tijdens practica en daaraan consequenties van straf verbinden. Deze straf zal eenvoudigweg door de docent overgenomen worden. Over een docent die eens een keer erg veel tijd nodig heeft om een repetitie na te kijken, wordt ook niet direct een klacht gedeponeerd bij de schoolleiding. Als het regelmatig gebeurt, kunnen leerlingen daar met de docent over gaan praten, met de regel uit het statuut dat hierop betrekking heeft in gedachte. Helpen redelijke gesprekken niet dan mag de docent gewezen worden op zijn plichten net als de leerling die bij voortduring zondigt tegen de voorschriften. Dus: Het statuut is geen doel op zich; het is een middel! 1

3 november 2016 Fijn dat we de regels er nu op na kunnen lezen; nog prettiger zou het zijn als we deze regels bijna nooit nodig hebben. Het zou betekenen dat we dagelijks met elkaar omgaan in de geest van het statuut. Dat we rekening met elkaar willen houden en dat we in goed overleg samen problemen kunnen oplossen. Daar gaat het op onze school tenslotte om! Het leerlingenstatuut is en blijft geduldig papier, terwijl wij een levende school vormen, elke dag weer! Het wezenlijke van dit statuut is: Regels zijn nodig voor het geval zich iets voordoet wat buiten de normale gebruiken of afspraken valt. Dan moet het statuut gehanteerd worden om het goede spoor weer te bereiken. De schoolregels die je ieder jaar ontvangt, zijn afgeleid van dit statuut en vormen de regels voor de dagelijkse gang van zaken. 2

4 november 2016 Inhoudsopgave A. Algemeen Artikel 1 Betekenis Artikel 2 Begrippen Artikel 3 Rechten en plichten in algemene zin Artikel 4 Procedure Artikel 5 Geldigheidsduur Artikel 6 Toepassing Artikel 7 Publicatie B. Regels over het onderwijs Artikel 8 Het verzorgen van onderwijs Artikel 9 Het volgen van onderwijs Artikel 10 Onderwijstoetsing Artikel 11 Rapporten Artikel 12 Overgaan/zitten blijven Artikel 13 Verwijdering op grond van leerprestaties C Regels over de school als organisatie en gebouw Artikel 15 Vrijheid van meningsuiting Artikel 16 Vrijheid van uiterlijk Artikel 17 Schoolkrant Artikel 18 Mededelingenbord/leerlingenbord Artikel 19 Bijeenkomsten Artikel 20 Leerlingenraad Artikel 21 Leerlingenadministratie en privacybescherming Artikel 22 Privacybescherming in de les Artikel 23 Orde Artikel 24 Schade Artikel 25 Ongewenste intimiteiten Artikel 26 Aanwezigheid Artikel 27 Strafbevoegdheden Artikel 28 Straffen Artikel 29 Schorsing Artikel 30 Definitieve verwijdering D Handhaving van het leerlingenstatuut Artikel 31 Klachtenprocedure Artikel 32 Beroep bij de klachtencommissie Artikel 33 Slotbepaling 3

5 november 2016 A. Algemeen Betekenis Artikel 1 Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van leerling en personeel. Begrippen Artikel 2 In dit statuut wordt bedoeld met: - de school het Vlietland College, Leiden - leerlingen alle leerlingen, die op school staan ingeschreven - rapporteurs gekozen leerlingen in de klas die ongewenst gedrag/pesten signaleren en doorgeven aan de mentors - ouders ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen - personeel al degenen, die op arbeidsovereenkomst aan de school zijn verbonden, stagiaires en vrijwilligers - onderwijs onder- personeelsleden van de school, niet zijnde leden van de steunend personeel schoolleiding, met een andere taak dan lesgeven - docenten personeelsleden met een onderwijsgevende taak; daaronder mede begrepen eventuele aanstaande docenten, die als stagiaires in de school les geven - directie de rector en de conrectoren - schoolleiding de rector samen met de conrectoren en afdelingsleiders - schoolbestuur het bevoegd gezag, dat wil zeggen het bestuur van de Stichting voor Voortgezet Onderwijs op Interconfessionele Grondslag, Leiden - leerlingenraad een uit en door de leerlingen gekozen bestuur van het leerlingenparlement - klassenvertegen- een jaarlijks door de leerlingen van elke klas/groep te kiezen woordiger vertegenwoordiger van de leerlingen van die klas/groep - medezeggenschaps- het vertegenwoordigend orgaan van de school, als bedoeld raad in artikel 4 van de Wet medezeggenschap onderwijs - geleding de volgende groeperingen binnen de school: personeel, leerlingen en ouders - mentor docent, aangewezen om een leerling of groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden - klachtencommissie orgaan, dat klachten aangaande vermeend onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut in behandeling kan nemen en hierover een dringende aanbeveling aan het schoolbestuur doet - inspecteur de inspecteur, die belast is met het toezicht op het voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 113 en artikel 114 van de Wet op het voortgezet onderwijs. 4

6 november 2016 Rechten en plichten in algemene zin Artikel 3 1. De leerlingen, als deze minderjarig zijn hun ouders, genieten de rechten en zijn gehouden aan de plichten die voortvloeien uit de onderwijsovereenkomst, die met het schoolbestuur is gesloten. 2. De leerlingen houden in hun gedrag en uitlatingen rekening met de identiteit en doelstelling van de school. 3. De leerlingen en personeelsleden hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie, waarin goed onderwijs kan worden gevolgd en gegeven in een passende sfeer. 4. De leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de regels die gelden in de school. Evenzo hebben zij het recht organen en personeelsleden te houden aan de regels die ten aanzien van hen gelden in de school. 5. De leerlingen en personeelsleden zijn respect verschuldigd aan elkaar en aan alle andere personen in de school. Ook zijn zij respect verschuldigd aan alle goederen van elkaar, van alle andere personen in de school en alle andere goederen in de school. Wijzigingsprocedure Artikel 4 Het door het bestuur, gehoord de leerlingenraad, vastgestelde leerlingenstatuut kan tussentijds worden gewijzigd op schriftelijk voorstel van de medezeggenschapsraad, de leerlingenraad, 10 leerlingen, 10 ouders, 10 personeelsleden of de schoolleiding. Geldigheidsduur Artikel 5 Het leerlingenstatuut is voor de eerste keer voor een periode van 2 jaar en vervolgens voor een periode van tenminste 3 jaar, al dan niet gewijzigd, vastgesteld. Indien een maand voordat de geldigheidsduur van het leerlingenstatuut afloopt geen voorstel tot wijziging door het schoolbestuur is ontvangen, zal het leerlingenstatuut in dezelfde vorm wederom 3 jaar geldig zijn, tenzij het schoolbestuur het leerlingenstatuut tussentijds wijzigt. Zo n tussentijdse wijziging brengt overigens geen verandering in de hiervoor aangegeven geldingsduur. Toepassing Artikel 6 Het leerlingenstatuut is van toepassing op de leerlingen, de ouders, het personeel en het schoolbestuur, onverminderd hetgeen geldt bij of krachtens de wet of de met het personeel gesloten arbeidsovereenkomst. Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en terreinen, zowel onder schooltijd als daarbuiten en bij alle schoolse- en buitenschoolse activiteiten, een en ander voorzover er relatie is met de schoolsituatie. Publicatie Artikel 7 Het leerlingenstatuut is via de schoolsite in te zien. Een exemplaar van het leerlingenstatuut ligt ter inzage in de mediatheek van de school. In de informatiegids wordt gewezen op het bestaan van het leerlingenstatuut. 5

7 november 2016 B. Regels over het onderwijs Het verzorgen van onderwijs Artikel 8 De leerlingen hebben er recht op dat het personeel zich inspant om het onderwijs naar beste vermogen te verzorgen. Op het personeel berust de inspanningsverplichting het onderwijs volgens het vastgestelde leerplan naar beste vermogen te verzorgen. Het gaat daarbij om zaken als: een redelijke verdeling van de lesstof over de lessen, een goede presentatie en duidelijke uitleg van de stof. Het volgen van onderwijs Artikel 9 1. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. 2. Een leerling die een goede voortgang van de les verstoort of verhindert kan door de docent verplicht worden de les te verlaten en zich te melden bij de afdelingsleider. 3. Een leerling die stelselmatig zijn eigen leren frustreert, die niet actief aan de les deelneemt, kan verplicht worden de les te verlaten en zich te melden bij de afdelingsleider. 4. Een docent heeft niet het recht op eigen gezag een leerling langer dan één lesuur de toegang tot zijn lessen te ontzeggen. Dit kan alleen door de schoolleiding worden gedaan. Onderwijstoetsing Artikel Toetsing van de leerstof kan op twee verschillende wijzen geschieden: a. door oefentoetsen; een oefentoets is uitsluitend bedoeld om de leerling en de docent inzicht te geven in hoeverre de leerling de lesstof begrepen en geleerd heeft. De oefentoets kan ook onverwacht worden gehouden. Van oefentoetsen wordt het cijfer niet meegeteld voor het rapport. b. door beoordelingstoetsen; daartoe behoren: 1. de examentoet (et): een schriftelijke of mondelinge toets van bekende en besproken stof, die van tevoren is opgegeven, die meetelt voor het examendossier. 2. de voortgangstoets (vt): een toets, die gaat over een kleine hoeveelheid stof of over delen van examenstof, die meetelt voor de bevordering. 3. overhoring (O): schriftelijke of mondelinge overhoring van het voor die les opgegeven huiswerk. 4. werkstukken/spreekbeurten/practica/verslagen e.d. 2. Een overhoring kan zonder vooraankondiging gehouden worden. 3. Van een cijfer dat het resultaat is van een af te nemen beoordelingstoets wordt van te voren meegedeeld hoe zwaar het telt bij de vaststelling van het rapportcijfer. Het cijfer voor een toetsen weegt zwaarder dan dat van een overhoring. 6

8 november Een toets wordt tenminste één week van tevoren opgegeven. Een toets mag geen leerstof bevatten die de les tevoren voor het eerst is behandeld (bij vakken die één uur per week gegeven worden kan hiervan worden afgeweken). 5. Een leerling hoeft niet meer dan twee proefwerken of één proefwerk èn één repetitie per dag te maken, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen, welke door de schoolleiding gemotiveerd worden aangegeven of indien een proefwerk of repetitie moet worden ingehaald. 6. Een docent beoordeelt een afgenomen beoordelingstoets binnen twee weken nadat deze is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen, dit ter beoordeling van de schoolleiding. De normen voor de beoordeling worden in overleg in de vaksectie vastgesteld en door de docent aan de leerlingen meegedeeld en zonodig toegelicht. 7. Een leerling heeft het recht op inzage in zijn toets, nadat deze is beoordeeld alsmede in de opgaven. De toets wordt altijd nabesproken in de les. De leerling ontvangt zijn werk altijd terug. De opgaven blijven in het bezit van de docent. Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling van een toets tekent hij eerst bezwaar aan bij de docent. Blijkt dit niet mogelijk of levert dit geen bevredigend resultaat op dan kunnen achtereenvolgens de mentor en de afdelingsleider worden ingeschakeld. Zij zullen binnen vijf schooldagen reageren. 8. Van een werkstuk, spreekbeurt of practicum dient van tevoren bekend te zijn aan welke normen dit moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op het niet of te laat verzorgen, respectievelijk inleveren ervan. Indien teveel verschillende werkstukken, verslagen e.d. in dezelfde tijdsperiode moeten worden ingeleverd, kunnen de leerlingen zich tot de afdelingsconrector wenden met het verzoek om de inleverdata meer te spreiden. 9. De leerling die met een voor de docent of schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een beoordelingstoets heeft het recht alsnog getoetst te worden, als hij zich binnen 2 dagen na terugkeer op school bij de docent meldt, voor het maken van een afspraak. 10. De sanctie op elke vorm van fraude moet van tevoren duidelijk zijn gemaakt door de desbetreffende docent (zie schoolregels artikel 4). De schoolleiding bepaalt, welke sancties er staan op onrechtmatige afwezigheid en fraude. 11. Een toets voortbouwend op een vorig toets kan slechts worden afgenomen als de correctie van het vorige proefwerk of overhoring is besproken. 12. Drie schooldagen vóór een toetswerkweek/periode worden er geen toetsen in de klas gegeven. In een proefwerkweek mogen niet meer dan twee repetities/proefwerken per dag worden afgenomen. 13. Een lesweek voor de start van een examentoets- en vt periode is een zgn. beschermde week. In deze week: 1. worden geen (leer) vt s/po s, spreekbeurten/betogen en hd s afgenomen; 2. vinden geen buitenlesactiviteiten plaats. In deze week: 1. wordt wel huiswerk opgegeven (en gemaakt/geleerd!); 2. kunnen so s worden afgenomen en vt s waar geen leerwerk aan vooraf gaat. 7

9 november 2016 Rapporten Artikel Een rapport geeft de leerling en zijn ouders tenminste een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. Ten aanzien van minderjarige leerlingen is bij inlevering de handtekening van één van de ouders nodig. 2. De berekeningswijze van de rapportcijfers dient voor elk vak aan het begin van het schooljaar voor alle rapporten van dat jaar aan de klas te worden meegedeeld. Toelichting: De berekening van de rapportcijfers voor het overgangsrapport wordt in december in Collage gepubliceerd en op de website. 3. Een rapportcijfer mag niet op grond van slechts één proefwerk, werkstuk of spreekbeurt worden vastgesteld; behalve in overleg met de schoolleiding. 4. Indien de leerling, de ouders of de docent(en) dit wenst/wensen wordt het rapport besproken. Overgaan/zitten blijven Artikel De normen waaraan een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar dienen aan het begin van het schooljaar duidelijk te worden aangegeven. Toelichting: De overgangsnormen per afdeling worden in december op de website gepubliceerd. 2. Voorwaardelijke bevordering tot een leerjaar is alleen mogelijk in die gevallen, waarin door externe oorzaken (b.v. ziekte) geen beslissing genomen kan worden over bevordering. 3. De beslissing over handhaven of terugzetten van voorwaardelijk bevorderde leerlingen wordt tijdens de vergadering over het eerste rapport genomen. 4. Een leerling kan niet voorwaardelijk tot het hoogste leerjaar van een afdeling worden bevorderd. Verwijdering op grond van leerprestaties Artikel Het is niet toegestaan een leerling in de loop van het schooljaar op grond van onvoldoende leerprestaties van school of naar een andere afdeling te sturen, ook niet na één keer zittenblijven van de leerling. De schoolleiding kan aan een leerling wel een advies geven zich voor een andere school of afdeling in te schrijven. 2. Een leerling die twee achtereenvolgende jaren in dezelfde klas van dezelfde afdeling niet is bevorderd, wordt niet toegestaan het onderwijs aan dezelfde of een hogere afdeling voort te zetten. 3. Hetzelfde geldt voor leerlingen die in twee opeenvolgende klassen van dezelfde afdeling niet bevorderd zijn. 4. Hetzelfde geldt voor contractleerlingen, die niet aan de in het contract gestelde voorwaarden hebben voldaan. 8

10 november 2016 B. Regels over de organisatie en het gebouw Sociale media Artikel Het is medewerkers en leerlingen niet toegestaan om tijdens de lessen actief te zijn op sociale media tenzij door de schoolleiding respectievelijk leraren hiervoor toestemming is gegeven. 2. Het is betrokkenen toegestaan om kennis en informatie te delen, mits het geen vertrouwelijke of persoonlijke informatie betreft en andere betrokkenen niet schaadt. 3. De betrokkene is persoonlijk verantwoordelijk voor de inhoud welke hij of zij publiceert op de sociale media. 4. Elke betrokkene dient zich ervan bewust te zijn dat de gepubliceerde teksten en uitlatingen voor onbepaalde tijd openbaar zullen zijn, ook na verwijdering van het bericht. 5. Het is voor betrokkenen niet toegestaan om foto-, film- en geluidsopnamen van schoolgerelateerde situaties op de sociale media te zetten tenzij betrokkenen hier uitdrukkelijk toestemming voor plaatsing hebben gegeven; 6. Het is leerlingen niet toegestaan om vrienden te worden met medewerkers op sociale media. 7. Alle betrokkenen nemen de fatsoensnormen in acht. Als fatsoensnormen worden overschreden (bijvoorbeeld: mensen pesten, kwetsen, stalken, bedreigen, zwartmaken of anderszins beschadigen) dan neemt de onderwijsinstelling passende maatregelen Vrijheid van meningsuiting Artikel De in de grondwet en internationale verdragen vastgestelde vrijheid van meningsuiting wordt door iedereen gerespecteerd. Leerlingen dienen elkaars mening en die van anderen te respecteren. Uitingen die discriminerend of beledigend zijn worden niet toegestaan (zie schoolregels artikel 5). 2. Wie zich door een ander beledigd of gediscrimineerd voelt, kan handelen volgens de klachtenprocedure zoals aangegeven in hoofdstuk D. Toelichting: De vrijheid van meningsuiting is een recht van elke burger en geldt dus ook op school. Vrijheid van uiterlijk Artikel Een leerling heeft recht op vrijheid van uiterlijk zonder echter kwetsend te mogen zijn voor anderen, dit ter beoordeling van de schoolleiding. Uitingen die discriminerend of beledigend zijn worden niet toegestaan. 2. Een leerling dient zich fatsoenlijk te kleden. Dit ter beoordeling van de schoolleiding. 3. De school kan alleen bepaalde kleding verplicht stellen wanneer deze kleding aan bepaalde gebruiks- of veiligheidseisen moet voldoen. 9

11 november 2016 Schoolkrant Artikel De leerlingen hebben het recht een schoolkrant uit te geven en te verspreiden (zie reglement schoolkrant). 2. De schooldirectie kan de publicatie van een nummer van de schoolkrant of een deel daarvan verbieden indien dit in strijd is met het identiteit of de doelstelling van de school, een discriminerende of beledigende inhoud bevat dan wel iemands privacy schaadt. Mededelingenbord/leerlingenbord Artikel 18 Er zijn verschillende mededelingenborden en tv-schermen waarop leerlingenraad, schoolkrantredactie, MR, leerlingencommissies etc. mededelingen en affiches van nietcommerciële aard kunnen ophangen, tenzij de inhoud daarvan redelijkerwijs in strijd geacht kan worden met het identiteit of de doelstelling van de school, er sprake is van uitlatingen van discriminerende of beledigende aard of schending van iemands privacy. Bijeenkomsten Artikel De leerlingen hebben het recht te vergaderen over zaken aangaande de school en daarbij gebruik te maken van de faciliteiten van de school. 2. De schoolleiding is bevoegd een bijeenkomst van leerlingen te verbieden, indien deze een onwettig karakter heeft en/of het schoolbelang schaadt of indien deze het volgen van de lessen door de leerlingen verhindert. 3. De schoolleiding is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter beschikking te stellen binnen de feitelijke, redelijke mogelijkheden van de school. 4. De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten. 5. De gebruikers zijn verantwoordelijk en gezamenlijk en/of hoofdelijk aansprakelijk voor eventuele schade. Leerlingenraad Artikel De taken en bevoegdheden van de leerlingenraad zijn vastgelegd in het Reglement 2. leerlingenraad zoals vastgesteld in september 1990 (bijlage 3). 3. Iedere leerling heeft het recht om via zijn klassen/groepsvertegenwoordiger voorstellen en klachten aan het leerlingenraad voor te leggen. 4. Wat vergaderingen van het leerlingenraad betreft kan verwezen worden naar artikel De leerlingenraad kan uit eigen beweging of desgevraagd advies uitbrengen aan de MR over die aangelegenheden die de leerlingen in het bijzonder aangaan via zijn vertegenwoordiger(s) in de MR. 6. Aan de leerlingenraad wordt zo mogelijk een vaste ruimte, maar in ieder geval een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. 7. Voor activiteiten van de leerlingenraad worden door de schoolleiding apparatuur en andere materialen in redelijke mate ter beschikking gesteld. Jaarlijks wordt een budget beschikbaar gesteld voor vergaderkosten en activiteiten. 8. Activiteiten van de leerlingenraad kunnen na toestemming van de schoolleiding ook tijdens de lesuren plaatsvinden. 10

12 november Leden van de leerlingenraad kunnen voor hun werkzaamheden aan de schoolleiding om vrijstelling van het volgen van de lessen verzoeken met dien verstande dat lessen waarin proefwerken/repetities plaatsvinden niet verzuimd mogen worden. Leerlingenadministratie en privacybescherming Artikel Er is op school een leerlingendossier, SOMtoday waarin persoonlijke en schoolgegevens zijn opgenomen; dit dossier staat onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding. 2. Het leerlingendossier is toegankelijk voor: a. de schoolleiding b. de decanen c. de docenten van de betreffende leerling Inzage door anderen dan de onder 2a, b en c genoemden is alleen mogelijk na toestemming van rector en betreffende leerling. 3. Een leerling en, als het een minderjarige leerling betreft ook zijn ouders, hebben de bevoegdheid tot inzage van de gegevens voor zover die op de betreffende leerling betrekking hebben. 4. Ten aanzien van de gegevens die worden opgenomen in de leerlingenadministratie en de daarbij in acht te nemen privacy geldt hetgeen is bepaald in artikel 11 van het Besluit genormeerde vrijstelling, waarvan de tekst als bijlage aan dit statuut is toegevoegd. 5. Een leerling heeft het recht een personeelslid vertrouwelijke informatie te verstrekken, waaromtrent dit personeelslid dan zwijgrecht heeft. Zwijgrecht, dus niet zwijgplicht. Als het personeelslid besluit niet te zwijgen moet hij dit tevoren aan betrokken leerling duidelijk maken. 6. Docenten en schoolleiding hebben het recht, in het belang van de leerling contact op te nemen met de ouders van de leerlingen. Privacy-bescherming in de les Artikel 22 Een docent dient zich in de les te onthouden van opmerkingen en/of vragen waarvan hij het vermoeden kan hebben dat zij een ongewenste inbreuk kunnen zijn op het privéleven van de leerling. Orde Artikel Het schoolbestuur stelt, met inachtneming van het in het medezeggenschapsreglement gestelde, op voorstel van de schoolleiding de schoolregels vast, die jaarlijks aan de leerlingen worden overhandigd en als bijlage aan dit statuut worden toegevoegd (bijlage 2). 2. Iedereen is verplicht de schoolregels na te leven. Toelichting: De door het schoolbestuur vast te stellen schoolregels zullen de regels moeten bevatten die waarborgen dat het dagelijkse leven op school ordelijk verloopt. Te denken valt daarbij aan regels met betrekking tot het te laat komen en de daaraan te verbinden gevolgen, het roken, de corveediensten e.d. De schoolregels dienen door alle geledingen van de school tijdens de schooluren in de schoolgebouwen en op enig ander terrein van de school te worden nageleefd. Schade 11

13 november 2016 Artikel Ten aanzien van de aansprakelijkheid bij door of aan leerlingen toegebrachte schade gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 2. De ouders van een minderjarige leerling die schade heeft veroorzaakt worden hiervan door of vanwege de school in kennis gesteld en aangesproken. De meerderjarige leerling wordt persoonlijk aangesproken. 3. Tegen een leerling die schade toebrengt aan het schoolgebouw, eigendommen van de school of eigendommen van derden, kunnen door de schoolleiding strafmaatregelen worden getroffen. Ongewenste intimiteiten Toelichting: Van ongewenste intimiteiten is sprake als een leerling uitdrukkelijk tegen zijn wil wordt gedwongen seksuele handelingen te ondergaan en/of wordt geconfronteerd met woorden of daden op seksueel gebied waarvan hij duidelijk laat blijken of waarvan de pleger redelijkerwijs moet begrijpen dat de betrokkene deze ongewenst vindt. Artikel Indien een leerling zich gekwetst voelt door een ongewenste intimiteit van de kant van medeleerlingen of personeel, kan hij zich wenden tot de mentor of tot de vertrouwenspersoon of personen die hiertoe door het schoolbestuur is/zijn aangewezen dan wel tot het schoolbestuur zelf. Als dit niet op passende wijze binnen de school kan worden opgevangen, kan hij zich wenden tot bijvoorbeeld een vertrouwensarts of de kindertelefoon. Bovendien zijn er per schoolsoort vertrouwensinspecteurs aangewezen. Aanwezigheid Artikel Leerlingen zijn verplicht het onderwijs volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er voor een bepaald vak een andere regeling is getroffen. 2. Leerlingen kunnen via hun klassenvertegenwoordiger bij de schoolleiding wijzigingen in het rooster voorstellen. 3. Regelmatig, ongeoorloofd schoolverzuim zal leiden tot aanmelding bij de leerplichtambtenaar. Daarnaast zal de leerling een sanctie vanuit de school worden opgelegd. Strafbevoegdheden Artikel De bevoegdheid om een straf aan een leerling op te leggen komt bij uitsluiting van alle anderen alleen toe aan de schoolleiding of docent (c.q. stagiaire). Het overige personeel is bevoegd een straf op te leggen als leerlingen hun aanwijzingen niet opvolgen. Het gedrag van een leerling vanwege een overtreding van het leerlingenstatuut en de schoolregels worden bij de schoolleiding aan de orde gesteld. 2. Leerlingen volgen de aanwijzingen van de leden van het personeel. Indien zij dit niet doen, kan het betrokken personeelslid een redelijke straf (laten) opleggen. 3. Meent de leerling ten onrechte of onredelijk zwaar te zijn gestraft dan kan hij zich wenden tot de afdelingsleider, of indien de afdelingsleider de straf heeft opgelegd, tot de (con)rector. De conrector c.q. rector beslist na overleg met de strafoplegger. 12

14 november Tegen de beslissing van de afdelingsleider is beroep mogelijk bij de (con)rector. Straffen Artikel Bij het opleggen van een straf dient er een redelijke verhouding te bestaan tussen de soort straf, de strafmaat en de ernst en aard van de overtreding. 2. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf wordt gegeven. 3. Bij de praktische uitvoering van een straf wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de leerling (b.v. in verband met bindende afspraken van de leerling elders, niet zijnde bijbaantjes e.d.). Schorsing Artikel De schoolleiding kan een leerling met opgaaf van redenen voor één tot vijf dagen schorsen. 2. Het besluit tot schorsing dient schriftelijk aan de ouders van de leerling te worden meegedeeld. 3. Het schoolbestuur stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 4. Herhaalde schorsing in één cursus kan definitieve verwijdering tot gevolg hebben. Toelichting: De geschorste leerling wordt de toegang tot de lessen ontzegd. Door hem worden op school serieuze taken gemaakt die worden beoordeeld. De taken worden door de betrokken docenten gemaakt en bestaan niet alleen uit het maken van huiswerk. Hij kan tijdens de schorsing wel proefwerken/repetities meemaken. De mentor treedt regelend op, de schoolleiding ziet toe op de uitvoering. De schoolleiding behoudt zich het recht voor, al naar de aard van het conflict, een schorsing op te leggen die hiervan afwijkt, dit in overleg met de betrokken docent en de mentor. Definitieve verwijdering Artikel Het schoolbestuur kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze en, indien deze minderjarig is, ook zijn ouders, in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. Een leerling wordt op grond van onvoldoende vorderingen niet in de loop van een schooljaar verwijderd. 2. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie en de leerplichtambtenaar. Hangende dit overleg kan de desbetreffende leerling worden geschorst. 3. Het schoolbestuur stelt de inspectie en de leerplichtambtenaar van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 4. Het besluit tot definitieve verwijdering van een leerling wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene en, indien deze minderjarig is, ook aan de ouders van de betrokkene meegedeeld, waarbij tevens de inhoud van artikel 30.5 en 30.6 wordt vermeld. 5. Binnen dertig dagen na dagtekening van de in artikel 30.4 bedoelde mededeling kan door de ouders/verzorgers aan het schoolbestuur schriftelijk om herziening van het besluit worden verzocht. 6. Het schoolbestuur neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, na overleg met de inspectie en desgewenst andere 13

15 november 2016 deskundigen een beslissing over het verzoek om herziening, doch niet eerder dan nadat de leerling en zijn ouders in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord en kennis hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. 7. Het schoolbestuur kan de desbetreffende leerling, gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering de toegang tot de school ontzeggen. 8. Indien het een leerplichtige leerling betreft kan definitieve verwijdering niet geschieden dan nadat de leerling de toezegging heeft gekregen dat hij elders wordt toegelaten of nadat hij van de leerplicht is vrijgesteld. 14

16 november 2016 D. Handhaving van het leerlingenstatuut Klachtenprocedure Artikel Bij vermeend onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut kan degene die het betreft bezwaar aantekenen bij degene die zodanig heeft gehandeld met het verzoek de handelwijze in overeenstemming te brengen met het leerlingenstatuut. 2. Wendt hij zich niet tot de betrokkene of levert dit geen bevredigend resultaat op dan kunnen achtereenvolgens de mentor en de afdelingsleider worden ingeschakeld. De leerling kan daarbij de hulp van de leerlingenraad inroepen. De mentor c.q. de afdelingsleider neemt vervolgens contact op met degene tegen wie bezwaar is aangetekend om te proberen tot een aanvaardbare oplossing te komen. Betreft de klacht één van de afdelingsleiders dan wordt de klacht gedeponeerd bij de (con)rector. 3. Indien geen van de reacties als bedoeld in de artikelen 31.1 en 31.2 afdoende wordt bevonden, heeft de betrokkene het recht zijn klacht in te dienen bij de directie. De leerling kan daarbij de hulp van de leerlingenraad inroepen. Betreft de klacht een lid van de directie, dan wordt de klacht gedeponeerd bij het schoolbestuur. 4. De klacht wordt schriftelijk en met redenen omkleed ingediend binnen een termijn van zeven dagen, te rekenen vanaf het moment waarop het besluit werd genomen. 5. Voordat de directie c.q. het schoolbestuur een beslissing neemt, worden de betrokkenen gehoord. 6. Degene die een klacht heeft ingediend en degene tegen wie een klacht is ingediend kunnen zich bij de behandeling van een klacht laten bijstaan door een ander persoon. 7. De directie neemt uiterlijk binnen een week na ontvangst van de klacht een beslissing. Het schoolbestuur beslist binnen een maand na ontvangst van de klacht. 8. Van de beslissing over de klacht en de aard van de eventuele voorziening worden de betrokkenen schriftelijk op de hoogte gebracht. De beslissing wordt met redenen omkleed. 9. Tegen de beslissing van de directie c.q. het schoolbestuur is hoger beroep mogelijk bij de klachtencommissie. Deze klachtencommissie is bedoeld voor zwaarwegende klachten waarvoor geen oplossing wordt gevonden op de andere daarvoor aangewezen manieren. Slotbepaling Artikel 33 In gevallen waarin dit statuut niet voorziet en voor zover het de rechten en plichten van de leerlingen betreft, beslist het schoolbestuur overeenkomstig het terzake in het medezeggenschapsreglement bepaalde. Bijlagen: 1. De tekst van artikel 11 van het Besluit genormeerde vrijstelling als bedoeld in artikel De schoolregels als bedoeld in artikel 23. De tekst van artikel 11 van het Besluit genormeerde vrijstelling (Stb 1990/16) Administraties van leerlingen en studenten 15

17 november 2016 Artikel De artikelen 19, 24 en 25 van de wet zijn niet van toepassing op persoonsregistraties die worden gehouden door instellingen voor onderwijs van hun leerlingen en studenten en die voldoen aan de in dit artikel vermelde eisen. 2. In de registratie worden geen andere persoonsgegevens opgenomen dan: a. naam, voornaam, voorletters, titulatuur, geslacht, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer, adres en banknummer b. een administratienummer dat geen andere informatie bevat dan bedoeld onder a; c. nationaliteit en geboorteplaats; d. naam, voorletters, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en banknummer van de ouders, voogden of verzorgers van minderjarige leerlingen of studenten; e. gegevens die van belang zijn met het oog op de gezondheid of het welzijn van de betrokkene; f. gegevens omtrent de godsdienst of levensovertuiging van de betrokkene, voor zover die noodzakelijk zijn met het oog op het onderwijs; g. gegevens betreffende de aard en het verloop van het onderwijs, alsmede de behaalde studieresultaten; h. gegevens die noodzakelijk zijn met het oog op de organisatie van het onderwijs en het verstrekken of ter beschikking stellen van leermiddelen; i. gegevens die noodzakelijk zijn met het oog op het berekenen, vastleggen en innen van inschrijvingsgelden, school- en lesgelden en bijdragen of vergoedingen voor leermiddelen en buitenschoolse activiteiten; j. andere dan de onder a. tot en met i. bedoelde gegevens, waarvan de opneming wordt vereist ingevolge of noodzakelijk is met het oog op de toepassing van een andere wet. 3. Binnen de organisatie van de houder worden uit registratie slechts persoonsgegevens verstrekt, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taak, aan personen die belast zijn met of leiding geven aan; a. de organisatie of het geven van het onderwijs, de begeleiding van leerlingen of studenten, dan wel het geven van leermiddelen; b. het verstrekken of ter beschikking stellen van leermiddelen; c. het berekenen, verstrekken en innen van inschrijvingsgelden, school- en lesgelden en bijdragen of vergoedingen voor leermiddelen en buitenschoolse activiteiten 4. Rechtstreekse toegang tot de registratie hebben slechts de in het derde lid bedoelde personen voor zover die hetzij belast met of leiding geven aan het bijhouden van de registratie, hetzij daartoe bij een schriftelijk en op de meest geëigende wijze aan de belanghebbenden bekend gemaakt besluit van de houder zijn aangewezen. 5. De in het tweede lid onder j. bedoelde gegevens worden slechts gebruikt voor de uitvoering of toepassing van de daar bedoelde andere wet. 16