Met veel genoegen bied ik u hierbij de schoolgids voor het schooljaar aan.

Transcriptie

1

2

3 VOORWOORD Geachte ouders/verzorgers, Met veel genoegen bied ik u hierbij de schoolgids voor het schooljaar aan. In deze gids treft u veel praktische informatie aan. Maar ook leest u waarom wij de dingen doen zoals wij ze doen. Waarom willen wij een Cultuurprofielschool en Universumschool zijn? Hoe organiseren wij het onderwijs in de verschillende sectoren in de bovenbouw van het VMBO? Hoe geven wij vorm aan individuele leerroutes binnen het Praktijkonderwijs? Maar bovenal: hoe zorgen wij er voor dat uw zoon/dochter graag naar ons toe komt! Op onze school stellen we de leerling centraal. Individuele aandacht staat bij ons hoog in het vaandel. Dat blijkt met name uit de diverse begeleidingsvormen die wij bieden. In deze schoolgids leest u er meer over. Uw zoon of dochter komt vijf dagen per week naar onze school om kennis op te doen en vaardigheden te verwerven. Het is onze taak om de lesstof up to date te houden en voortdurend te zoeken naar de beste methode om die kennis over te brengen. Wij gaan echter nog een stap verder. Een mooie cijferlijst of mooi certificaat is meer dan gewenst. Maar het is niet de enige factor voor succes in het leven. Kennis is immers nog geen wijsheid. Het bijbrengen van zelfstandigheid, verantwoordelijkheidsbesef en een open blik op de wereld is in onze ogen minstens zo belangrijk als het geven van goed onderwijs. Deze schoolgids en veel aanvullende informatie is geplaatst op de website van de school: Mocht u vragen hebben, aarzelt u dan niet contact met ons op te nemen. Ik wens alle leerlingen, u ouders/verzorgers en alle medewerkers een heel succesvol schooljaar toe. M.M.A.M. Klaverkamp Algemeen Directeur /Bestuurder VOORWOORD 3

4

5 INHOUD Hoofdstuk Pag. 9 ONZE SCHOOL Hoofdstuk Pag. 15 SECTOR VWO/HAVO Hoofdstuk Pag. 25 SECTOR VMBO EN PRO Hoofdstuk Pag. 39 PERSOONLIJKE AANDACHT Hoofdstuk Pag. 45 BUITEN-LES-ACTIVITEITEN Hoofdstuk Pag. 59 KWALITEIT Hoofdstuk Pag. 65 SCHOOLREGELS EN KLACHTEN Hoofdstuk Pag. 69 COMMUNICATIE Hoofdstuk Pag. 73 NAMEN, ADRESSEN EN TELEFOONNUMMERS Colofon ---- Pag. 79 Hoofdstuk Pag. 51 VAKANTIEREGELING, LESTIJDEN Hoofdstuk Pag. 55 DE FINANCIËN INHOUD 5

6

7 Missie: Het dr. Aletta Jacobs College is een openbare school met een breed onderwijsaanbod en is door het werken in deelscholen tegelijkertijd verrassend kleinschalig. Hierdoor kun jij je optimaal ontplooien. Binnen onze professionele cultuur begeleiden we jou in een sfeer van veiligheid, wederzijds vertrouwen en betrokkenheid op je weg naar zelfstandigheid. Wie je ook bent, wat je ook wilt, wat je ook kunt: samen zorgen we ervoor dat je er komt. En daar zijn we trots op. De missie van de school is herkenbaar in onze aanpak. 7

8

9 Hoofdstuk 1 Onze School Kennis is macht... maar kennis is nog geen wijsheid Op het dr. Aletta Jacobs College willen we onze leerlingen een optimale persoonlijke ontwikkeling laten doormaken. We streven er naar de benodigde kennis en vaardigheden op een plezierige en heldere manier over te dragen en goede doorstroommogelijkheden te bieden. Daarnaast is er aandacht voor de sociale ontwikkeling van leerlingen. Culturele vorming en het bijbrengen van zelfstandigheid en belangrijke normen en waarden beschouwen wij ook als onze taak. Jongeren verlaten de school bij voorkeur niet alleen met een passend diploma en een goede cijferlijst, maar ook met respect voor anderen en een open blik op de toekomst. We willen dat doen door: Het scheppen van een goed pedagogisch klimaat. Het dr. Aletta Jacobs College is een veilige school, waarin het prettig leren en verblijven is, met een pedagogisch klimaat waarin vertrouwen in het kunnen van de leerling voorop staat, en de leerling wordt aangesproken op datgene wat hij kan. Het creëren van ondernemend onderwijs met aandacht voor kennis, vaardigheden, persoonlijke kwaliteit en doorlopende leerlijnen Het dr. Aletta Jacobs College is een uitdagende school, waarin het onderwijs zich kenmerkt door: activerende didactiek, samenwerkend leren, betekenisvol onderwijs, doorlopende leerlijnen. Het onderwijs is er op gericht leerlingen uit te dagen verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Dit betreft zowel de inhoud als de wijze waarop. En dus: zorgen we voor variatie in didactische werkvormen met de nadruk op leren samenwerken, samenwerkend leren, leren door zelf te doen of te ervaren; bieden we de leerlingen zodanige keuzemogelijkheden dat leerlingen volgens hun eigen leerstijl kunnen leren en het onderwijs aansluit bij hun belangstelling en toekomstperspectief; zorgen we voor een optimale aansluiting op het onderwijs in de bovenbouw en van daaruit op het vervolgonderwijs; HOOFDSTUK 1 9

10 zorgen we voor sturingsmogelijkheden door de leerling zelf, uiteraard daarbij gecoacht door leraren en mentor; werken we vanuit een coachende leerstijl waardoor leerlingen in staat zijn om zelfstandig/ zelfverantwoordelijk te leren. Universumschool Het dr. Aletta Jacobs College is Universumschool. We profileren ons in de sector VWO/HAVO in de onderbouw en in de bovenbouw met de bètavakken. Leerlingen kunnen deelnemen aan de bèta+-werkplaats. Tijdens 1 lesuur per week leren ze van alles over ontwerpen, over wetenschappelijk onderzoek en technologie. Bij de voorbereiding op de profielkeuze wordt het beroepsbeeld van de bètaprofielen verhelderd en de keuze voor een bètaprofiel gestimuleerd. In de bovenbouw VWO en HAVO bieden we NLT aan en werken we met vakoverstijgende bèta-leerarrangementen. Cultuurprofielschool Op het Aletta vinden we kunst en cultuur belangrijk. Sinds januari 2010 zijn de sectoren onderbouw en bovenbouw VWO/HAVO officieel erkend als CultuurProfielSchool. We ontwikkelen beleid op het gebied van cultuureducatie voor alle leerlingen uit deze sectoren. Bovendien willen we het Cultuurprofiel verbreden over de gehele school, VWO/HAVO én VMBO. Het Aletta wil leerlingen opleiden voor het eindexamen en hen begeleiden in hun zoektocht naar volwassenheid. En daarin kan een verdere kennismaking met kunst en cultuur, met leren en doen door middel van hoofd, hart en handen, met verdieping en reflectie een belangrijke rol spelen. Op het Aletta zien we graag dat leerlingen zich kunnen ontplooien, dat leerlingen het maximale met hun capaciteiten doen. We proberen onze leerlingen hun eigen talenten te laten ontdekken. We willen onze leerlingen daarom een leeromgeving aanbieden waarin ze zich uitgedaagd en gemotiveerd voelen om aan hun ontwikkeling te werken. 10 HOOFDSTUK 1

11 Maatschappelijke stage Vanaf 1 augustus 2012 zijn alle leerlingen verplicht, in hun totale schoolloopbaan 30 uur maatschappelijke stage te verrichten. Via de stagecoördinator ontvangen ze informatie over het doel van deze stages en waar zij die kunnen volgen. Ook op de website staat meer informatie over de Maatschappelijke Stages. Organisatiestructuur Het dr. Aletta Jacobs College is een openbare scholengemeenschap. Leerlingen van alle nationaliteiten en levensovertuigingen, afkomstig uit Hoogezand-Sappemeer en wijde omgeving, zijn welkom op onze school. Het dr. Aletta Jacobs College telt ruim 1400 leerlingen. Om voldoende individuele aandacht en begeleiding te kunnen bieden, is de school onderverdeeld in twee sectoren: de sector VMBO en de sector VWO/HAVO. Elke sector is te beschouwen als een afzonderlijke school. Het Praktijkonderwijs behoort binnen onze organisatie tot de sector VMBO. Binnen de sectoren kan de leerling voor verschillende leerwegen kiezen. Op die manier proberen we zoveel mogelijk onderwijs op maat te bieden. Het Directieberaad is verantwoordelijk voor de leiding van de school. Het Directieberaad bestaat uit: de algemeen directeur, de directeur VWO en HAVO, de directeur VMBO en PRO. Het directieberaad verricht haar werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school. Aan het hoofd van elke sector staat een directeur. Samen met de teamleiders geeft de directeur leiding aan de sector. Directeur VWO en HAVO teamleider VWO en HAVO onderbouw ( klas VH) teamleider VWO en HAVO bovenbouw ( klas VH) Directeur VMBO en PRO teamleider beroepsgericht onderbouw ( klas KB 1-2) teamleider beroepsgericht bovenbouw en leerwerktraject (klas KB 3-4) teamleider theoretisch/gemende leerweg (klas ) HOOFDSTUK 1 11

12 Samen zorgen zij ervoor dat het onderwijs binnen de verschillende sectoren en leerwegen goed op elkaar wordt afgestemd, zodat leerlingen eenvoudig kunnen doorstromen. Het schoolbestuur Het bevoegd gezag van de school wordt gevormd door het Bestuur van de Stichting dr. Aletta Jacobs College. Het Bestuur wordt gevormd door de Algemeen Directeur/Bestuurder. Als toezichthoudend orgaan is door de gemeenteraad van Hoogezand-Sappemeer de Raad van Toezicht aangesteld. Deze Raad van Toezicht bestaat uit zeven leden. Het bestuur wordt benoemd door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht wordt benoemd door de gemeenteraad van Hoogezand-Sappemeer. Drie leden van de Raad van Toezicht worden benoemd op bindende voordracht van de Centrale Ouderraad en één lid van de Raad van Toezicht op bindende voordracht van de Medezeggenschapsraad. De overige leden worden op voordracht van de Raad van Toezicht benoemd. Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad bestaat uit zestien leden. Acht medewerkers, vier leerlingen van de school en vier ouders/verzorgers. Het Bestuur van de Stichting dr. Aletta Jacobs College dient tal van zaken ter advisering of instemming aan de Medezeggenschapsraad voor te leggen. De vergaderingen van de Medezeggenschapsraad zijn openbaar. Meer informatie over de Medezeggenschapsraad staat op de site van de school ( onder Algemeen). 12 HOOFDSTUK 1

13 13

14

15 Hoofdstuk 2 sector vwo/havo VWO (Gymnasium en Atheneum) Gymnasium en Atheneum samen noemen we VWO (Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs). Een VWO-opleiding duurt in totaal zes jaar, inclusief het brugjaar. Om het VWO met succes te kunnen doorlopen, moeten de leerlingen zelfstandig kunnen werken en leergierig en kritisch zijn. Het Atheneum en het Gymnasium zijn voor het grootste deel gelijk. Het verschil zit in de vakken Latijn en Grieks die de leerlingen op het Gymnasium krijgen. Met een VWO-diploma kan men doorstromen naar de universiteit of kiezen voor een vervolgopleiding in het Hoger Beroepsonderwijs (HBO). HAVO Het HAVO (Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs) is een opleiding die inzicht en praktische vaardigheden vraagt, zoals zelfstandig studeren, samenwerken en presenteren. Deze opleiding duurt vijf jaar, inclusief het brugjaar. Met een HAVO-diploma kan men doorstromen naar klas 5 van het VWO of naar het Hoger Beroepsonderwijs (HBO). Maar men kan ook kiezen voor een MBO-opleiding (Middelbaar Beroepsonderwijs). VWO/HAVO ONDERBOUW (klas 1 t/m 3) De brugklas In de sector VWO/HAVO begint men bij ons op school in een van de volgende brugklassen: Brugklas VWO (onder andere met Gymnasiumprofiel) Brugklas VWO/HAVO Het brugjaar VWO/HAVO is ervoor om de leerling te laten wennen aan het schoolsysteem. Alles is immers nieuw: de leraren, de klasgenoten, het gebouw, de vakken, het maken en leren van huiswerk. Dat is de reden dat we met het brugjaar VWO/HAVO starten met een wenperiode van 5 weken. In die periode van 5 weken ligt het accent op wennen aan elkaar en aan de school, aan het leren leren en ervaring opdoen met toetsen. Daarnaast is er in het brugjaar nog volop gelegenheid om te bepalen of de HOOFDSTUK 2 15

16 leerling in de goede stroom zit. Dat is dan ook de reden dat we de brugklas hebben ingedeeld in zogenaamde dakpanklassen. Op die manier kunnen leerlingen gemakkelijk overstappen van het ene niveau naar het andere niveau. Wanneer over naar het tweede jaar? Om over te gaan naar het tweede leerjaar moet de leerling aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per klas. In ieder geval dient de leerling een minimaal aantal punten te behalen. Deze punten zijn gebaseerd op de rapportcijfers. Sommige cijfers tellen zwaarder dan andere. Ook kijken we naar werkhouding, inzet, capaciteit en gedrag. De bevorderingsnormen voor het jaar staan vermeld op de website van de school. De normen staan op de deelschoolsites. Na de brugklas kunnen leerlingen doorstromen naar: Gymnasium 2 Atheneum 2 HAVO 2 Het tweede en derde leerjaar Het tweede en derde leerjaar VWO/HAVO staan in het teken van een goede voorbereiding op de jaren erna. Daarnaast ligt in het tweede leerjaar het accent op het maken van de juiste keuze voor de vervolgopleiding. Daartoe worden een aantal tests afgenomen. Wanneer over naar het derde jaar? Om over te gaan naar het derde leerjaar moet de leerling aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per klas. In ieder geval dient de leerling een minimaal aantal punten te behalen. Deze punten zijn gebaseerd op de rapportcijfers. Sommige cijfers tellen zwaarder dan andere. De bevorderingsnormen voor het jaar staan vermeld op de website van de school. De normen staan op de deelschoolsites. Derde leerjaar Bij de start van het derde jaar VWO en HAVO ontvangt de leerling een programma van toetsing (PT). Daarmee kan de leerling de studietijd voor een 16 HOOFDSTUK 2

17 deel zelf plannen. We verdelen het schooljaar in vier periodes, die we steeds afsluiten met een toetsweek. Enkele weken na de toetsweek is er een herkansingsmogelijkheid. Na elke toetsweek volgt een rapport. Omdat de leerlingen in de 4e klas hun profiel moeten hebben gekozen, wordt er in klas drie veel aandacht besteed aan loopbaanoriëntatie en beroepskeuze (het lob-programma). Onder begeleiding van mentor en decaan onderzoeken leerlingen waar ze geïnteresseerd in zijn en welk profiel en welke vakken daarbij passen. Tussentijdse overplaatsing Soms blijkt tijdens de eerste periode van het schooljaar, dat de leerling eigenlijk meer in een andere tweede of derde klas thuishoort. Dan kan er, afhankelijk van de rapportcijfers, worden overgestapt naar een lager of een hoger niveau. Overstappen naar een andere klas kan overigens alleen aan het einde van het eerste semester én als de klassengrootte het toelaat. Keuze voor profielvakken Aan het eind van het derde jaar van zowel het VWO als het HAVO kiest de leerling een profiel uit de mogelijkheden: Cultuur & Maatschappij, Economie & Maatschappij, Natuur & Techniek of Natuur & Gezondheid. Elk profiel bestaat uit een gemeenschappelijk deel met verplichte vakken, een profieldeel met één of meer profielkeuzevakken en een zogeheten vrij deel. In het vrije deel kiezen de leerlingen nog twee vakken. In tenminste één van deze vakken moet eindexamen worden gedaan. Onderbouw Algemeen Leerlingbegeleiding - de mentor De mentor heeft een heel belangrijke rol. De mentor heeft aandacht voor het welbevinden van de leerlingen. In de mentorlessen is er aandacht voor sociale vaardigheden, worden ze begeleid in hoe ze het best kunnen leren en in het omgaan met elkaar. De mentor is voor de leerling, de ouders en de andere docenten het eerste aanspreekpunt voor alles wat met de school te maken heeft. De mentor houdt de schoolprestaties in de gaten en bespreekt met de leerling en de ouders de oorzaken van eventuele problemen. En natuurlijk is de mentor betrokken bij alle activiteiten van en voor de klas zoals voorlichtingsavonden, begeleiding bij keuze voor studierichting, brugklaskamp, studie- HOOFDSTUK 2 17

18 lessen, klassenavonden, sportdagen, projecten, Verken je omgeving, kunstdagen, culturele activiteiten en schoolfeesten. Wat voor hulp de leerling ook nodig heeft, de mentor zorgt ervoor dat die hulp wordt geboden. Wijze van leren: betekenisvol onderwijs leren door te doen doorlopende leerlijnen Samenwerken, presenteren, zelfstandig werken is niet te leren uit een boek, maar door te doen. Dat zullen de leerlingen dus ook merken in de lessen: niet alleen theorie, ook praktijk. Ze zullen regelmatig gebruik maken van de computer, bijvoorbeeld om een presentatie te maken of om dingen op te zoeken. (V)erken je omgeving Drie dagen in de omgeving van Hoogezand-Sappemeer ruiken, proeven, onderzoeken, fietsen, een museum bezoeken, opdrachten uitvoeren. Verschillende vakken o.a. aardrijkskunde, geschiedenis, biologie werken hierbij samen. Projecten Soms laten we het lesrooster los en werken de leerlingen samen met andere leerlingen rond een thema of onderwerp. Naast verplichte opdrachten zitten er in zo n project ook altijd enkele keuzeopdrachten. Veel projecten zijn vakoverstijgend, dat wil zeggen dat voor meerdere vakken aan hetzelfde thema wordt gewerkt. Leerlingen werken regelmatig op de computer met als startpunt de elektronische leeromgeving It s Learning. Culturele activiteiten In het jaarprogramma is voor iedere leerling van het eerste en tweede leerjaar een bezoek aan een museum bijvoorbeeld het Groninger Museum of het Stripmuseum gepland. Ook bezoeken de eerste- en tweedeklassers minimaal twee theatervoorstellingen. Dit kan een dans- of toneelvoorstelling zijn. dr S-COOL art: de kunst-doe-dagen voor klas 1 en 2 Op het Aletta vinden we kunst en cultuur belangrijk. Bezig zijn met kunst is leuk en zorgt voor een nieuw evenwicht naast al het studeer- en leerwerk. De onderbouw biedt dan ook themadagen aan op het gebied van kunst. 18 HOOFDSTUK 2

19 Het schooljaar telt enkele zogenaamde dr S-COOL art dagen. Tijdens deze dagen staan verschillende kunstdisciplines op het programma, te weten beeldende vorming, muziek en toneel. Ze geven de mogelijkheid om kennis te maken met deze kunstuitingen. Meer informatie over dr S-COOL art is te vinden op onze deelschool website. Stagedagen beroepenoriëntatie voor klas 1 en 2 Deze dag is speciaal georganiseerd om de leerlingen kennis te laten maken met verschillende beroepen. Het is de bedoeling dat ze één dag(deel) mee lopen op iemands werk. In klas 1 gaan ze met een van de ouders mee. In klas 2 maken ze kennis met een ander beroep; een beroep dat ze leuk of interessant lijkt. Dat kan het beroep van de buurman/buurvrouw zijn, van een huisvriend, een familielid etc. De leerlingen gaan gedurende een dag meelopen op het bedrijf om te zien wat daar gebeurt, wat mensen doen en misschien mogen ze zelf ook wat doen. Ook krijgen ze van school enkele opdrachten mee. Sport, (culturele)activiteiten, meerdaagse reis, excursies Op het Aletta wordt veel aan sport gedaan, de leerlingen maken er kennis met sporten die ze misschien nog niet kennen in de vorm van clinics en twee keer per jaar nemen ze deel aan een sportdag. De onderbouwleerlingen vieren samen klassenavonden, Sinterklaas en Kerst en andere schoolfeesten, zoals disco voor de onderbouw en er is een talentenjacht voor de hele school. Aan het begin van het 1e leerjaar gaan de brugklassers met hun klasgenoten naar het brugklaskamp in Noordlaren. En aan eind van het eerste leerjaar gaan ze op stap in het kader van projecten als (Ver)ken je omgeving. Naast bezoeken aan musea en culturele evenementen kunnen reizen worden gemaakt. Zo gaan leerlingen van de derde klas op excursie naar Duitsland. Daarnaast is er voor klas 3 en hoger de Ardennentocht: een jaarlijks terugkerend evenement waarbij (op vrijwillige basis) leerlingen te voet en met rugzak door de Ardennen trekken. Gymnasium activiteiten Leerlingen uit de onderbouw Gymnasium nemen deel aan de Gymnasiumdag. Op die dag verdiepen alle gymnasiumleerlingen zich in thema s over de oudheid d.m.v. creatieve (groeps)opdrachten, onderzoek, lezingen en een forumdiscussie. De dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd en presentaties. Hiernaast hebben klas 1 en 2 Gymnasium hun eigen op de klassieke cultuur gerichte excursie. HOOFDSTUK 2 19

20 Keuzevak ß+ werkplaats of Moderne Media voor de klassen 1 en 2 Gymnasium, Atheneum en HAVO In de brugklas VWO/HAVO krijgen de leerlingen een half jaar Moderne Media en een half jaar Beta+. Beide vakken worden één uur per week gegeven. Beta+ is een vak waarin ze van alles leren over ontwerpen, over wetenschappelijk onderzoek en technologie. Er komen verschillende thema s aan bod. Leerlingen zoeken naar antwoorden door denken en doen: op de computer, door te informeren bij de docent, bij de universiteit of bij het bedrijfsleven door eigen proefnemingen of door het maken van iets heel nieuws Het vak Moderne Media is een inleiding op de moderne toepassingsmogelijkheden binnen de kunst, zoals filmtechnieken, digitale fotografie, computeranimatie en geluid toepassing. Het vak wil de leerlingen aanspreken in hun eigen leefwereld, het wil hun uitdagen in creativiteit en het wil expressiemogelijkheden en (vormen)taal stimuleren, ontwikkelen en uitbreiden. De leerlingen werken aan het vergroten van visuele geletterdheid en taalrijkdom. Er is aandacht voor cultuuroverdracht, voor maatschappelijk relevante onderwerpen en mediawijsheid. Cambridge Engels In de brugklas VWO/HAVO wordt Cambridge Engels (CE) aangeboden. Vanaf het tweede jaar bieden we dit alleen aan voor Atheneum en Gymnasium. Leerlingen uit de VWO/HAVO klas die doorgaan in HAVO kunnen dan niet meer deelnemen. Het eerste jaar kunnen leerlingen deelnemen die de instaptoets voldoende maken. Leerlingen maken aan het einde van het jaar een niveautest. Als het gewenste niveau is bereikt kunnen ze het jaar daarna weer verder. Als het gewenste niveau niet wordt gehaald dan stopt CE voor die leerling. Als een leerling later in wil stromen kan dat door de niveautest van het jaar ervoor als instaptest voldoende te maken. Elk jaar wordt CE anderhalf uur in de week aangeboden. Aan deelnemen zijn kosten verbonden. De Engelse methode waarmee we werken heet Interactive en wordt uitgegeven door Cambridge University Press. Deze zal collectief worden aangeschaft door de school. Niveau De eerste groep start met Interactive 1 en de tweede groep met Interactive 2. Het doel is om het PET examen te halen. PET staat voor Preliminary English 20 HOOFDSTUK 2

21 Test en dit examen wordt afgenomen door University of Cambridge ESOL examinations. Het is een examen op gemiddeld niveau en test de beheersing van het gesproken en geschreven Engels in de dagelijkse omgeving. Na het PET examen kunnen de leerlingen doorstuderen voor het uiteindelijke doel, het FCE examen (First Certificate in English), een examen op hoog-gemiddeld niveau. Deze certificaten worden internationaal erkend. VWO/HAVO BOVENBOUW De bovenbouw VWO/HAVO bestaat uit de vierde tot en met de zesde klas Gymnasium en Atheneum en de vierde en de vijfde klas HAVO. De bovenbouw heeft de opzet van een studiehuis: leren zelfstandig te studeren. Een belangrijke voorbereiding op de vervolgstudie. Op school beschikken we over veel faciliteiten die zelfstudie mogelijk maken. De wijze van lesgeven: betekenisvol, leren door te doen, doorlopende leerlijnen We zijn op allerlei manieren bezig ons onderwijs aantrekkelijk te maken. In de sector VWO/HAVO werken we voor tal van vakken met zogenaamde leerarrangementen. Kenmerk daarvan is dat we leerlingen keuzemogelijkheden bieden om te leren op een wijze die het beste past bij hun manier van werken en leren. Sommige leerarrangementen vinden plaats binnen één vak, andere doen we vakoverstijgend. Met de leerarrangementen bouwen we voort op wat en hoe er in de onderbouw is geleerd. ICT speelt op het dr. Aletta Jacobs College een belangrijke rol, natuurlijk in het vak informatica, maar ook bij andere vakken. Dit kan variëren van (zoek) opdrachten die op de computer worden gemaakt tot speciale projecten waarbij software en websites worden gemaakt. Aletta-uren Alle klassen in de bovenbouw VWO en HAVO hebben twee Aletta-uren. De examenklassen werken tijdens deze Aletta-uren aan hun profielwerkstuk. De andere klassen hebben op deze uren voor een aantal vakken de mogelijkheid om extra hulp te krijgen. Deze uren zijn beschikbaar voor alle leerlingen, maar sommige leerlingen zullen hiervoor worden uitgenodigd. In de laatste periode worden de leerlingen uit HAVO 4 en VWO 5 voorbereid op het profielwerkstuk, dat ze in de examenklas moeten gaan maken. HOOFDSTUK 2 21

22 Filosofie Vanaf het vierde leerjaar kunnen gymnasiumleerlingen kiezen voor filosofie. De gymnasiumleerlingen volgen Grieks en Latijn in het derde leerjaar, Grieks is vanaf leerjaar 4 facultatief. De gymnasiasten krijgen geen tekenen of handvaardigheid, daartoe ontbreekt het hun aan ruimte in het rooster. Beoordeling, indeling schooljaar, rapportages (Programma van Toetsing en Afsluiting) VWO en HAVO In het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) staan alle beoordelingsmomenten en de overgangs- en herkansingsregelingen. De PTA s worden aan het begin van de 4e klassen uitgereikt en gelden voor het hele schoolexamen. Het PTA geeft per vak precies aan welke toetsen er zijn, hoe zwaar ze wegen, in welke periode ze zijn en waarover ze gaan. VWO 6 en HAVO 5 staan vooral in het teken van het eindexamen. De bevorderingsnormen voor het jaar staan ook vermeld op de website van de school. Ze zijn te vinden op de deelschoolsites. Leerlingbegeleiding In de bovenbouw speelt naast de mentor ook de decaan een belangrijke rol. De decaan verschaft inlichtingen over vervolgopleidingen en beroepen. Het spreekt vanzelf dat in de bovenbouw veel aandacht wordt besteed aan loopbaanbegeleiding. Sport, meerdaagse reizen, excursies bovenbouw Tussen de leerlingen onderling, maar ook tussen scholen onderling, vinden jaarlijks sportwedstrijden plaats: de Athenespelen. En natuurlijk maken sportdagen onderdeel uit van het bewegingsonderwijs op het Aletta. Naast bezoeken aan musea en culturele evenementen kunnen reizen worden gemaakt. Bovendien is er een internationaliseringprogramma waarin de mogelijkheid tot uitwisselingen met andere scholen en stedenreizen is opgenomen. Speciaal voor de Gymnasiumafdeling organiseren we eenmaal in de drie jaar een reis naar Rome of Griekenland. Daarnaast kunnen leerlingen deelnemen aan de Ardennentocht: een jaarlijks terugkerend evenement waarbij (op vrijwillige basis) leerlingen te voet en met rugzak door de Ardennen trekken. Zie voor meer informatie hoofdstuk HOOFDSTUK 2

23 Gymnasium activiteiten Alle gymnasiumleerlingen nemen deel aan de Gymnasiumdag. Op die dag verdiepen zij zich in thema s over de oudheid d.m.v. creatieve (groeps) opdrachten, onderzoek, lezingen en een forumdiscussie. De dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd en presentaties. HOOFDSTUK 2 23

24

25 Hoofdstuk 3 sector vmbo en pro VMBO Het VMBO bestaat uit een beroepsgerichte leerweg en een theoretische leerweg (opvolger van de MAVO). De beroepsgerichte leerweg omvat de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg. Het gaat hier vooral om een niveauverschil; de manier van werken is nagenoeg hetzelfde. Het gaat binnen deze leerwegen om het halen van een diploma met relatief veel praktijkuren (zo n 12 uur). Deze praktijkuren worden gevormd door praktijklessen en stages. Met een diploma van de beroepsgerichte leerweg kunnen leerlingen toegelaten worden op het MBO, niveau 2. Met een diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg kan men toegelaten worden op het MBO, niveau 3 of 4. De theoretische leerweg omvat de theoretische leerweg en de theoretisch gemengde leerweg. Deze leerwegen omvatten vooral theorievakken, waarbij de leerlingen in de theoretisch gemengde leerweg 1 praktijkvak van 4 of 5 uur volgen. Met een diploma van de theoretisch gemengde leerweg kunnen leerlingen toegelaten worden op MBO, niveau 4. Met een diploma van de theoretische leerweg kan men ook toegelaten worden op het MBO, niveau 4, maar tevens is dit een vooropleiding voor de HAVO. Binnen de gehele school wordt voldoende overlegd tussen teams. Binnen het VMBO is dit nog intensiever. Van leerjaar 1 tot en met leerjaar 3 is hierdoor volop gelegenheid om op of af te stromen of een andere sector (zie paragraaf bovenbouw) te kiezen. Het is dus niet altijd zo dat de plek in leerjaar 1 bepaalt wat de plek in leerjaar 4 wordt. Er zijn verschillende wegen die leiden naar een VMBO-diploma. VMBO ONDERBOUW De onderbouw bestaat uit leerjaar 1 en 2, is algemeen vormend en vormt de brug tussen de basisschool en de bovenbouw. In het eerste jaar geven we les in dakpanklassen. Veelal wordt er gewerkt in 1 niveau, maar er wordt nog gekeken wat het beste vervolgniveau in leerjaar 2 is. HOOFDSTUK 3 25

26 Onderwijs op maat: Leerwegondersteuning (LWOO) door minder handen voor de klas Als leerlingen in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs, krijgen ze les in kleine groepen of volgen ze in extra kleine groepen een speciaal onderwijsprogramma. Meestal is de groep docenten van wie ze les krijgen ook kleiner, doordat sommige docenten meerdere vakken geven, en dus... zijn er minder handen voor de klas. Leerjaar 1 De klassen die we in leerjaar 1 van het VMBO vormen, zijn: Brugklas t/h (VMBO theoretisch/havo) Brugklas k/t (VMBO kaderberoeps/vmbo theoretisch) Brugklas k/b (VMBO kaderberoeps/vmbo basisberoeps/lwoo) Leerlingbegeleiding - de mentor De mentor heeft een heel belangrijke rol. De mentor heeft aandacht voor het welbevinden van de leerlingen. In de mentorlessen is er aandacht voor sociale vaardigheden, worden leerlingen begeleid in hoe ze het best kunt leren en in hoe om te gaan met elkaar. De mentor is voor de leerling, de ouders en de andere docenten het eerste aanspreekpunt voor alles wat met de school te maken heeft. De mentor houdt de schoolprestaties in de gaten en bespreekt met de leerling en de ouders de oorzaken van eventuele problemen. Natuurlijk is de mentor ook betrokken bij alle activiteiten van en voor de klas zoals voorlichtingsavonden, begeleiding bij keuze voor studierichting, brugklaskamp, studielessen, klassenavonden, sportdagen, projecten, Verken je omgeving, kunstdagen, culturele activiteiten en schoolfeesten. Wat voor hulp er ook nodig is, de mentor zorgt ervoor dat de leerling die hulp krijgt. Wijze van leren: betekenisvol onderwijs leren door te doen doorlopende leerlijnen Samenwerken, presenteren, zelfstandig werken leer je niet uit een boek. Dat leer je door te doen. Dat zullen de leerlingen dus ook merken in de lessen: niet alleen theorie, ook praktijk. De leerlingen gebruiken regelmatig de computer, bijvoorbeeld om een presentatie te maken of om dingen op te zoeken. 26 HOOFDSTUK 3

27 Soms laten we het lesrooster even het lesrooster en gaan iets heel anders doen. Soms laten we het lesrooster los. Het kan zijn dat er dan gewerkt wordt aan een project en dan werken de leerlingen samen met andere klasgenoten rond een thema of onderwerp. Naast verplichte opdrachten zitten er in zo n project ook altijd enkele keuzeopdrachten. Veel projecten zijn vakoverstijgend, dat wil zeggen dat leerlingen voor meerdere vakken aan hetzelfde thema werken. Ze werken regelmatig op de computer met als startpunt de elektronische leeromgeving It s Learning. Daarnaast staan er in het kader van culturele activiteiten voor iedere leerling van het eerste en tweede leerjaar een bezoek aan een museum bijvoorbeeld het Groninger Museum of het Stripmuseum in de jaarplanning. Ook bezoeken de eerste- en tweedeklassers minimaal twee theatervoorstellingen. Dit kan een dans- of toneelvoorstelling zijn. Vooral aan het eind van het schooljaar gaan de leerlingen drie dagen in de omgeving van Hoogezand-Sappemeer ruiken, proeven, onderzoeken, fietsen, een museum bezoeken, opdrachten uitvoeren. Verschillende vakken o.a. aardrijkskunde, geschiedenis, biologie werken hierbij samen. Dit project heet (v)erken je omgeving. Op het Aletta vinden we kunst en cultuur belangrijk. Bezig zijn met kunst is leuk en zorgt voor een nieuw evenwicht naast al het studeer- en leerwerk. De onderbouw biedt dan ook themadagen aan op het gebied van kunst. Het schooljaar telt enkele zogenaamde dr S-COOL art dagen. Tijdens deze dagen staan verschillende kunstdisciplines op het programma, te weten beeldende vorming, muziek en toneel. Ze geven de mogelijkheid om kennis te maken met deze kunstuitingen. Het is belangrijk dat leerlingen regelmatig kijken naar wat ze na onze school willen gaan doen. Naar welke vervolgopleiding willen ze? Welk beroep willen ze later uitoefenen? Hiertoe organiseren we bijvoorbeeld stagedagen beroepenoriëntatie. Deze dagen zijn speciaal georganiseerd om leerlingen kennis te laten maken met verschillende beroepen. Het is de bedoeling dat leerlingen één dag(deel) mee lopen op iemands werk. In klas 1 gaan ze met een van de ouders mee. In klas 2 maken ze kennis met een ander beroep; een beroep dat ze leuk of interessant lijkt. Dat kan het beroep van de buurman/buurvrouw zijn, van een huisvriend, een familielid etcetera. Ze gaan gedurende een dag meelopen op het bedrijf om te zien wat daar gebeurt, wat mensen doen en misschien mogen ze zelf ook wat doen. Ook krijgen ze van school enkele HOOFDSTUK 3 27

28 opdrachten mee. In het kader van de LOB (loopbaanoriëntatie) maken ze kennis met verschillende beroepen. Eén van de activiteiten hierbij is de LOB-dag. In het tweede leerjaar maken de leerlingen via het PSO-programma kennis met andere beroepen. Op het Aletta wordt veel aan sport gedaan, de leerlingen maken er kennis met sporten die ze misschien nog niet kennen in de vorm van clinics en twee keer per jaar nemen ze deel aan een sportdag. Ze gaan op verschillende excursies, vieren samen klassenavonden, Sinterklaas en Kerst en andere schoolfeesten, zoals disco voor de onderbouw. En is er de talentenjacht voor de hele school. De eerstejaars gaan aan het begin van het schooljaar met klasgenoten naar het brugklaskamp in Noordlaren. Wanneer over naar het tweede jaar? Om over te gaan naar het tweede leerjaar moeten de leerlingen aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per klas. In ieder geval dient men een minimaal aantal punten te behalen. Deze punten zijn gebaseerd op de rapportcijfers. Sommige cijfers tellen zwaarder dan andere. Ook kijken we naar werkhouding, inzet, capaciteit en gedrag. De bevorderingsnormen voor het jaar staan vermeld op de website van de school. De normen staan op de deelschoolsites. Het tweede leerjaar In het tweede leerjaar wordt de lijn van het eerste leerjaar voortgezet, maar er is meer: de leerlingen krijgen één of meer nieuwe vakken en moeten in dit jaar goed nadenken over de opleiding die ze het volgend jaar willen volgen. Natuurlijk helpt de mentor ze daarbij. De klassen die we in leerjaar 1 van het VMBO vormen, zijn: t2 (theoretisch) kb2 (kaderberoeps) bb2 (basisberoeps) Zoals hiervoor al een keer gemeld is, kan er in klas 1 tot en met 3 voldoende op- en afgestroomd worden. Als in klas 2 blijkt dat de leerling eigenlijk in een andere tweede klas thuishoort, dan gaan we samen kijken of dit een mogelijk- 28 HOOFDSTUK 3

29 heid is. Voor de definitieve beslissing gebruiken we gesprekken met leerling en ouders, advies van docententeam, cijferinformatie en kijken we of er voldoende ruimte in de andere klas is. Leerlingbegeleiding - de mentor In het tweede leerjaar houdt de mentor dezelfde belangrijke rol als in het eerste leerjaar. Ook in de tweede klas is de mentor contactpersoon en aanspreekpunt. Eigenlijk wordt die rol nog uitgebreid met het leren kiezen: de mentor begeleidt de leerling in de praktische sector oriëntatie met de keuze van de sector in de bovenbouw en in het ontwikkelen van de vaardigheden die belangrijk zijn in de bovenbouw. Natuurlijk is de mentor betrokken bij alle activiteiten van en voor de klas zoals voorlichtingsavonden, begeleiding bij de keuze voor een studierichting in het VMBO, studielessen, klassenavonden en schoolfeesten. Wat voor hulp de leerling ook nodig heeft, de mentor zorgt ervoor dat de leerling die hulp krijgt. Als we het lesrooster het lesrooster laten... Net als in het eerste leerjaar nemen de leerlingen ook in het tweede leerjaar twee keer per jaar deel aan een sportdag en maken ze kennis met uiteenlopende sporten. En ook in het tweede leerjaar staan er tal van activiteiten op het programma. Voor een aantal vakken zijn er excursies, bijvoorbeeld naar Lauwersoog (biologie). Ook zijn er klassenfeesten en onderbouwfeesten (disco) en natuurlijk het feest voor de hele school: de Talentenjacht. Speciale projecten voor leerlingen van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg zijn de Borkumdag en het project de Drentsche Aa. In het Borkumproject zorgen de leerlingen er samen met klasgenoten voor dat ze geld bij elkaar krijgen om het uitstapje naar Borkum aan het einde van klas 2 te bekostigen. Ook het project de Drentsche Aa vindt plaats aan het einde van het tweede leerjaar. Het is een combinatie van maatschappelijke stage, natuurvakken en kunst. Alle vaardigheden die men in de onderbouw heeft aangeleerd komen hierin samen. In het tweede leerjaar volgen de leerlingen een programma Praktische Sector Oriëntatie: PSO. Ze zijn zelf tijdens de PSO actief. Ze doen ervaringen op met algemene vaardigheden, zoals plannen, organiseren, samenwerken en presenteren. Ook oefenen ze vaardigheden die bij een sector horen. Een voorbeeld is het organiseren, koken, verzorgen en serveren van een maaltijd aan gasten, net zoals in een echt restaurant. Vragen die hier weer aan bod komen, zijn: Welk beroep wil ik later uitoefenen? Welke vervolgopleiding heb ik daar voor HOOFDSTUK 3 29

30 nodig? PSO is voor leerlingen van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg ook een praktische sector oriëntatie: ze ontdekken wat de sectoren in de bovenbouw inhouden en welke sector het best bij hun past. Het is een oriëntatie breed op alle sectoren; daarna verdieping in de sector van voorkeur. Wanneer over naar het derde jaar? Om over te gaan naar het derde leerjaar moet de leerling aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per klas. In ieder geval dient men een minimaal aantal punten te behalen. Deze punten zijn gebaseerd op de rapportcijfers. Sommige cijfers tellen zwaarder dan andere. De bevorderingsnormen voor het jaar staan vermeld op de website van de school. De normen staan op de deelschoolsites. VMBO bovenbouw De bovenbouw bestaat uit leerjaar 3 en 4 en vormt de brug tussen de onderbouw en het vervolgonderwijs. De leerwegen basisberoeps en kaderberoeps kennen vier sectoren: Techniek, Economie, Zorg & Welzijn en Groen. Dit betekent dat de leerlingen in één van deze sectoren een diploma behalen. Ze beslissen eerst welke leerweg (bb of kb) ze kiezen (veelal op basis van cijfers) en vervolgens welke sector (veelal op basis van talent en interesse). Als de leerling kiest voor een beroepsgerichte leerweg, betekent dit vaak dat ze liever in de praktijk dingen leren (in plaats van uit een leermethode). De leerlingen in de leerweg theoretisch gemengd (tg) volgen in klas 3 allemaal hetzelfde programma met theorievakken en beroepspraktijk, volgens het intersectorale programma. De leerlingen maken kennis met alle brede sectoren van de beroepspraktijk. Aan het eind van leerjaar 3 kiest de leerling voor het intersectorale programma Technologie-Dienstverlening (TD) of Technologie-Commercie (TC). De sectoren van bb en kb, klas 3 en 4 Sector Economie: Voor de sector Economie is het kantoorsimulatieproject ontwikkeld. Net als in het bedrijfsleven heeft het schoolbedrijf een receptio- 30 HOOFDSTUK 3

31 nist, een afdeling in- en verkoop en een loonadministratie, een boekhouding en een facturering. We werken nauw samen met 150 simulatiebedrijven in heel Nederland, zodat we het zakenleven optimaal kunnen nabootsen. Sector Groen: Binnen de werkplekkenstructuur van de sector Groen maakt een leerling kennis met milieu, dierverzorging, plantverzorging, techniek, handel-/winkelpraktijk en verwerking van agrarische producten. Wat wordt geleerd, wordt ook direct in praktijk gebracht. Niet alleen op school, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld in dierenwinkels, in tuincentra of op de kinderboerderij. Sector Techniek: Binnen de sector Techniek wordt de leerling breed opgeleid. Er wordt aandacht besteed aan bouw, elektro en metaal. De school en het ROC ontwikkelen regelmatig gezamenlijke projecten. Het bouwen van een boot voor rolstoelgebruikers is daar een voorbeeld van. Sector Zorg & Welzijn: De sector Zorg & Welzijn heeft de volgende werkplekken: Uiterlijke verzorging, Welzijn, Zorg & Hulpverlening, Zorg & Huishouden, Instellingskeuken, Restaurant, Linnendienst en Schoonmaakdienst. Hier komen werkhouding, beroepshouding en sociale vaardigheden ruimschoots aan bod. We hebben samenwerkingsovereenkomsten met zorginstellingen, waar de kennis die op school is opgedaan meteen in praktijk wordt gebracht. Het leerwerktraject Het VMBO van het dr. Aletta Jacobs College wil elke leerling via de bij hem/ haar passende leerweg aan een diploma helpen. Sommige leerlingen lukt dit niet via de manier van lesgeven zoals die plaatsvindt in de bovenbouw van het VMBO. Voor deze leerling is er het leerwerktraject, LWT. Hierin volgt de leerling niet alle vakken die een basisberoepsgerichte leerling volgt. In het LWT doet de leerling namelijk eindexamen in de vakken Nederlands en een praktijkvak. Om aan dit examen te mogen deelnemen, zullen er voldoendes gehaald moeten worden op lichamelijke opvoeding, op rekenen en op stage. Deze stage vraagt van de leerling wel een hoge zelfstandigheid en een goede beroepshouding. HOOFDSTUK 3 31

32 Onderwijs op maat: Leerwegondersteuning (LWOO) door ondersteunende bijeenkomsten Als leerlingen in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs, dan kijken we mede door middel van het handelingsplan naar hoe we ze in ondersteuningslessen extra kunnen begeleiden. De lessen liggen vooral op het vlak van Nederlands, taal, wiskunde en rekenen. Het examen In klas 3 én klas 4 wordt gewerkt aan het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Hierin staan de onderdelen van klas 3 en 4 in die beoordeeld worden en de cijfers die hieruit voortkomen, vormen uiteindelijk samen het SE-cijfer (schoolexamencijfer). Dit wordt gemiddeld met het CE-cijfer (centraal (=landelijk) examen). Uiteindelijk krijg je dan een cijfer waarop besloten wordt of de leerling geslaagd of gezakt is. Is men geslaagd? Gefeliciteerd! Dan krijgen ze van ons een diploma en vervolgen ze hun leerloopbaan. Is de leerling gezakt? Helaas, maar we gaan dan samen kijken wat we gaan doen. We zorgen ervoor dat de kans groot is dat de leerling dan in ieder geval een jaar later een diploma in ontvangst mag nemen. Leerjaar 3 De klassen die we in leerjaar 3 van het VMBO vormen, zijn: gt3 (VMBO gemengd theoretisch) kb3 (VMBO kaderberoeps) lw3t (leerwerktraject = VMBO basisberoeps) bb3 (VMBO basisberoeps) Leerlingbegeleiding - de mentor In het derde leerjaar houdt de mentor dezelfde belangrijke rol als in de onderbouw, ook al komt de aandacht steeds meer te liggen op het behalen van het examen, naast de emotionele groei. Ook in de derde klas is de mentor contactpersoon en aanspreekpunt. Natuurlijk is de mentor betrokken bij alle activiteiten van en voor de klas zoals voorlichtingsavonden, begeleiding bij de keuze voor een studierichting in het vervolgonderwijs, studielessen, klassenavonden en schoolfeesten. Wat voor hulp de leerling ook nodig heeft, de mentor zorgt ervoor dat de leerling die hulp krijgt. 32 HOOFDSTUK 3

33 Praktijklessen De basisberoepsgerichte leerweg is de meest praktische opleiding. Een leerling krijgt 24 uur beroepspraktijk per week, verdeeld over twee jaar. De kaderberoepsgerichte leerweg heeft een zwaarder theoretisch pakket. Verdeeld over twee jaar krijgt een leerling 20 uur beroepspraktijk per week. Voor de praktijklessen hanteren we de werkplekkenstructuur. Hierin bootsen we de werkelijkheid van het bedrijfsleven (sectoren Techniek, Economie en Groen) en de instellingen (sector Zorg&Welzijn) zo goed mogelijk na. Docenten coachen leerlingen bij het uitvoeren van praktische opdrachten. Voordeel van de werkplekkenstructuur is dat een leerling leert zelfstandig te werken, samen te werken en verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces. De gemengd theoretische leerweg kent ook praktijk. We willen graag een aantrekkelijke leeromgeving creëren, waarin de leerling ervaart dat de kennis die wordt opgedaan later bruikbaar is in het privé- en beroepsleven. Alle taken op school vertonen sterke overeenkomsten met de werkelijke situatie. Verdeeld over twee jaar wordt 9 uur per week gewerkt aan beroepsgerichte opdrachten. Door opdrachten daadwerkelijk in de praktijk uit te voeren, ontwikkelen leerlingen de benodigde vakkennis en vaardigheden en krijgen zij een duidelijker beeld van een toekomstig beroep. Als we het lesrooster het lesrooster laten en andere dingen op het programma hebben Naast de normale lesdagen en -weken, staat er van alles in de jaaragenda waarvoor het lesrooster even aan de kant moet worden gelegd. Een voorbeeld hiervan zijn de GPO-weken (grote praktische opdracht). In deze weken pakken we van allerlei vakken wat en kijken wat de leerling tot dan toe al geleerd heeft. In de beoordeling kijken we natuurlijk naar het niveau, maar ook naar competenties als samenwerken, materiaal inzetten, presenteren, plannen en organiseren. Ook in leerjaar 3 worden sportdagen georganiseerd. Daarnaast gaan we op excursies en kan men zich opgeven voor een overlevingstocht in de Ardennen. We organiseren internationale uitwisselingen met andere leerlingen en debatten met plaatselijke of provinciale politici. HOOFDSTUK 3 33

34 Wanneer over naar het vierde jaar? Om over te gaan naar het vierde leerjaar moet de leerling aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per klas. In ieder geval dient de leerling een minimaal aantal punten te behalen. Deze punten zijn gebaseerd op de rapportcijfers. Ook kijken we naar de resultaten die behaald zijn in de GPO-weken. De bevorderingsnormen voor het jaar staan vermeld op de website van de school. De normen staan op de deelschoolsites. Leerjaar 4 De klassen die we in leerjaar 4 van het VMBO vormen, zijn: tl4 (VMBO theoretisch = vroegere MAVO) gt4 (VMBO gemengd theoretisch) kb4 (VMBO kaderberoeps) lwt4 (Leerwerktraject = VMBO basisberoeps) bb4 (VMBO basisberoeps) Leerlingbegeleiding - de mentor In het vierde leerjaar houdt de mentor dezelfde belangrijke rol. Naast ondersteuning bij de emotionele groei, begeleidt de mentor de leerlingen ook in het maken van een keuze voor de vervolgopleiding. Naar welke MBO-opleiding gaat de leerling? Op welk niveau kan men dit doen? Kan en wil men wellicht naar de HAVO binnen onze school? Ook in de vierde klas is de mentor contactpersoon en aanspreekpunt. Natuurlijk is de mentor betrokken bij alle activiteiten van en voor de klas zoals voorlichtingsavonden, begeleiding bij de keuze voor een studierichting in het vervolgonderwijs, studielessen, klassenavonden en schoolfeesten. Wat voor hulp de leerling ook nodig heeft, de mentor zorgt ervoor dat de leerling die hulp krijgt. De bb en kb Voor de bb en kb verschilt leerjaar 4 niet wezenlijk van leerjaar 3. De leerling blijft (hoogstwaarschijnlijk) binnen de al voor leerjaar 3 gekozen sector en behoudt nagenoeg dezelfde vakken. De vakken CKV (culturele en kunstzinnige vorming) en maatschappijleer I moeten aan het eind van leerjaar 3 met een voldoende afgesloten worden, maar de andere vakken lopen door tot aan het examen. 34 HOOFDSTUK 3

35 De gt Ook voor de gt geldt dat leerjaar 4 niet wezenlijk verschilt met leerjaar 3. De leerling mag alleen wat vakken laten vallen, want men kiest voor TD of TC. Voor beide richtingen zijn verplichte vakken, maar ook keuzevakken. Net als bij bb en kb geldt dat de vakken CKV (culturele en kunstzinnige vorming) en maatschappijleer I aan het eind van het jaar met een voldoende moeten worden afgesloten. Deze leerweg leidt op voor niveau 3 en 4 van het MBO. De tl De leerling die in leerjaar 3 in de gemengd theoretische leerweg zit, kan na goedkeuring van het docententeam voor klas 4 geplaatst worden in de tl-klas (theoretisch). De leerling dient dan wel te hebben voldaan aan de cijfermatige eisen, zoals deze vermeld staan in het PTA. Deze leerweg heeft de mogelijkheid om door te stromen naar de HAVO. Deze leerweg leidt ook op voor niveau 3 en 4 van het MBO. Leerlingen die voor deze leerweg kiezen, zijn over het algemeen wat meer op de theorie dan op de praktijk gericht. Wil een leerling op onze school verder gaan op de HAVO, dan dient het gemiddelde cijfer van de eindlijst een 7 te zijn, of dient de vergadering van docenten tl4 een positief advies over deze overstap af te geven. Bovendien spelen een aantal competenties hierin een belangrijke rol, denk aan de competentie plannen en organiseren. Voor leerlingen van buiten onze school geldt: gemiddeld een 7 op de eindlijst. Leerlingen met gemiddeld een 7 zijn in principe alleen toelaatbaar voor de profielen CM en EM in leerjaar 4 van de HAVO. Leerlingen die alsnog een N-profiel kiezen, dienen voor de zomervakantie een toelatingstoets te maken voor scheikunde. N.a.v. deze toets wordt een bindend advies gegeven. PRO Praktijkonderwijs (PRO) is bedoeld voor leerlingen, van wie wordt verwacht dat ze geen VMBO-diploma kunnen halen. Doorstroom naar MBO-niveau 1 is voor een deel van de leerlingen wel mogelijk. Ons doel is om de leerling een zo zelfstandig mogelijke plaats te geven in de maatschappij. Dit doen we door een aantal basisvaardigheden aan te leren, die de geschiktheid voor arbeid en deelname aan de maatschappij vergroten. HOOFDSTUK 3 35

36 Het team zal daarbij de leerlingen: een prettige schoolperiode geven helpen zichzelf te ontwikkelen ondersteunen bij het aanleren van diverse theoretische (o.a. taal, rekenen, wiskunde) en praktische vaardigheden (techniek, verzorging, groen) Maar ook en bovenal werken we er aan dat de leerlingen bij ons: meer zelfvertrouwen krijgen kunnen werken en samenwerken zich verantwoordelijk voelen voor de dingen die ze doen goed in hun vel zitten zich veilig en vertrouwd voelen Wij waarderen de leerlingen om wie ze zijn en wat ze doen. Dat is de basis van ons werken. Om te groeien, met name op het gebied van algemene vaardigheden, zelfstandigheid, zelfredzaamheid, hebben de leerlingen deze belangrijke basis nodig. Daarbij zijn niet alleen de resultaten belangrijk, maar gaat het ook om het ontwikkelen van een goede houding, een goede instelling zowel ten opzichte van het leren en het werken als het dagelijks omgaan met elkaar. Het klimaat in de deelschool voor PRO Elke leerling moet zich veilig en vertrouwd voelen. Team en teamleider zorgen voor een klimaat dat acceptabel, stimulerend en uitdagend is, en voor een ordelijke en ontspannen sfeer, waarin gewerkt wordt aan de persoonlijke ontwikkeling van de leerling. De leerlingbegeleiding De leerling staat in het praktijkonderwijs centraal en we houden rekening met de individuele verschillen in tempo, cognitie en fysieke mogelijkheden. Niet de leerstof als vertrekpunt, maar de leerling. De leerling maakt een ontwikkeling door, maar dat is niet altijd een lineair proces. De ontwikkeling van elke leerling wordt gevolgd. Iedere leerling heeft een Individueel Ontwikkelingsplan (IOP). De leerlingenbesprekingen en coachingsgesprekken maken deel uit van de begeleiding van de leerling. Op deze wijze zoeken we naar een evenwicht tussen de mogelijkheden van de leerling en de stappen in het leerproces die nodig zijn om de doelen optimaal te verwezenlijken. 36 HOOFDSTUK 3