BOUWEN VAN EEN NIEUW KANTOOR LOKALE POLITIE SCHOTEN B E S T E K HOOFDSTUK III DEEL A9 BUITENINRICHTING

Transcriptie

1 BOUWEN VAN EEN NIEUW KANTOOR LOKALE POLITIE SCHOTEN B E S T E K HOOFDSTUK III DEEL A9 BUITENINRICHTING GEMEENTE SCHOTEN Provincie Antwerpen Verbertstraat 3, 2900 Schoten T F DOSSIERNUMMER X2 16 mei 2006 HUISWERK Architecten bvba Contactpersoon: Dirk Somers Familiestraat 72, 2060 Antwerpen T F info@huis-werk.be

2 DEEL A9 BUITENINRICHTING... 4 LOT 12 GRAAF EN DELFWERKEN, BOUWPUTTEN EN SLEUVEN Grondwerken, uitgravingen/algemeen Grondwerken, uitgravingen (funderingssleuven/bouwput/wadi) Grondwerken, uitgravingen voor leidingen Grondwerken, uitgravingen putten Grondwerken, aanaardingen, met ter plaatse uitgegraven grond... 6 LOT 14 RIOLERING (ONDERBOUW) Buitenrioleringen, buizen, algemeen Buitenrioleringen, afvoerbuizen, HDPE Buitenriolering, wachtleidingen HDPE Buitenrioleringen, inspectieputten/prefab-, algemeen Buitenrioleringen, toezichtputten/prefab-, beton (TP) Buitenrioleringen, putdeksels, algemeen Buitenrioleringen, putdeksels, gietijzer Aansluiting openbare riolering Afvalwaterbehandeling, buiten, septische putten/prefab-, algemeen Afvalwaterbehandeling, buiten, septische putten/prefab- beton Afvalwaterbehandeling, buiten, afscheiders/koolwaterstof, algemeen Afvalwaterbehandeling, buiten, dubbele schepput - reukafsluiter, gewapend beton Buitenrioleringen, regenwaterputten/prefab-, algemeen Buitenrioleringen, regenwaterputten/prefab-, beton Regenwaterrecuperatie, filterput voor regenwaterrecuperatie Geprefabriceerde waterafvoergeulen in polyesterbeton kenmerken van het polyesterbeton LOT 90 BESTRATING & WEGENIS Bedding in puinsteenslag Bedding gestabiliseerd zand (zandcement) /29

3 Plaatsen randstenen Bestrating van grasbetonstenen Bestrating van asfalt LOT 93 OMHEININGEN EN BEPLANTINGEN BUITEN HET GEBOUW Terreinafsluitingen, verzinkte geplastificeerde staaldraad Draadafsluitingen, draadgaas Aanplanting van houtachtige gewassen, algemeen Aanplanting van houtachtige gewassen, hagen, Haagbeuk Aanplanting van houtachtige gewassen, hagen, Klimop Inzaaien gras /29

4 DEEL A9 BUITENINRICHTING LOT 12 GRAAF EN DELFWERKEN, BOUWPUTTEN EN SLEUVEN Grondwerken, uitgravingen/algemeen De werken omvatten : - De uitgravingen. - Het afbreken en verwijderen van oude massieven en hindernissen kleiner dan 0,5 m3; voor zover ze niet inbegrepen zijn in artikel "Slooptechnieken, funderingselementen" behandeld. - Het stutten van de uitgravingen. - Bij het vaststellen van grotere hindernissen of ernstige gebreken in de grond die de stabiliteit en/of het gebruik van de constructie nadelig kunnen beïnvloeden, zoals oude waterputten, slappe grondlagen of allerhande verontreinigingen, verwittigt de aannemer de architect die verdere instructies geeft voor het verwijderen van de hindernissen, of het oplossen of saneren van het gebrek. De werken voortvloeiend uit deze instructies worden achteraf verrekend na overeenkomst over de prijs; er kunnen geen verrekeningen gebeuren zonder het voorafgaand akkoord van de architect. - Indien het noodzakelijk is om delen met de hand uit te graven ten einde de bestaande leidingen te vrijwaren van beschadiging is dit in de prijs inbegrepen. Er bestaat echter geen informatie over leidingen die nog in gebruik zouden zijn, en de bouwplaats doorkruisen. - Indien de op de plannen of in het bestek voorziene diepte niet voldoende is, zijn de meerwerken verrekenbaar in de diepte, doch niet in de breedte. De funderingssleuven en bouwputten worden waterpas en zuiver uitgegraven tot op het niveau voorgeschreven door de ingenieur stabiliteit. De wanden van de funderingssleuven en bouwputten worden zoveel mogelijk vertikaal uitgegraven. Wanneer evenwel wordt gevreesd voor inkalving gedurende de werken, worden de wanden in taluds uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de grond- en delfwerken verwijdert de aannemer alle oude funderings- en metselwerkmassieven, oude rioleringsbuizen, rioleringsputten, en alle hindernissen zoals ingegraven puin, wortelstronken. Het puin en afval van deze massieven en hindernissen wordt van de werf verwijderd. Indien de bodem van de funderingssleuven en bouwputten door toedoen van de aannemer beschadigingen ondergaat, die volgens de architect van die aard zijn dat ze de stabiliteit en of het gebruik van de constructie nadelig kunnen beïnvloeden, voert de aannemer op eigen kosten de vereiste bijkomende werken uit, volgens de instructies van de architect. In elke fase van de grond- en delfwerken kan de architect eisen de uitgravingen dieper of breder uit te voeren. De meerwerken die hieruit voortvloeien worden achteraf verrekend aan de offerteprijs. COORDINATIE De wijze van uitvoering van de grond- en delfwerken wordt aan het initiatief van de aannemer overgelaten, mits alle voorschriften van dit bestek nageleefd worden, en zodat geen schade wordt aangebracht aan werken in uitvoering en aan de bestaande bouwwerken. Zonder de uitdrukkelijke goedkeuring van de architect is het verboden de uitgravingen dieper uit te voeren dan voorzien. Indien dit toch zou gebeuren, heeft de architect het recht een bepaalde aanvulling op te leggen en wordt de aannemer niet vergoed voor alle daaruit voortvloeiende supplementair uitgevoerde grond- en delfwerken, aanvullingen, funderings-, metsel- en andere werken. CONTROLE De aannemer verwittigt de architect tijdig om de uitgravingen te controleren. Hij voert geen werken uit die elke visuele controle door de architect kunnen hinderen. 4/29

5 Grondwerken, uitgravingen (funderingssleuven/bouwput/wadi) De bouwputten worden uitgegraven zoals aangeduid op de plannen, met een werkruimte rondom de constructie die overal minstens 50 cm bedraagt aan de basis van de bouwput, gemeten tussen de constructie en de uitgraving. De aannemer plaatst de nodige veilige toegangen tot de bodem van de bouwputten en houdt ze in goede staat gedurende de uitvoering van de werken. De wadi wordt uitgegraven na beëindiging van de ruwbouwwerken. De wadi wordt zo uitgegraven dat de schuin oplopende zijden niet afkalven. De funderingssleuven en bouwput voor betonplaten worden uitgegraven zoals aangeduid op de plannen. Meting van de theoretische minimumdoorsnede van het uit te graven volume, zonder rekening te houden met eventuele taluds of meerbreedte. Per m Grondwerken, uitgravingen voor leidingen De werken omvatten de uitgravingen voor leidingen De uitgravingen voor leidingen worden gegraven volgens de aanduidingen op het rioleringsplan, rekening houdend met de vereiste hellingen en de nodige werkruimte. De breedte aan de basis van de sleuven is minstens gelijk aan de leidingdiameter verhoogd met 40 cm en garandeert een gemakkelijke uitvoering en controle. De uitvoeringsmethode wordt overgelaten aan het initiatief van de aannemer, die er de volle verantwoordelijkheid voor draagt. Het uitgraven van alle rioleringsleidingen en wachtbuizen. De rioleringsbuizen tot aan de aansluitingspunten (zie inplantingsplan) De wachtbuizen als aangegeven op de plannen. Er worden echter ook leidingen en uitgravingen voorzien in de loten technieken. Inbegrepen in e.v Grondwerken, uitgravingen putten De werken omvatten : - de uitgravingen voor rioleringsputten. De uitgravingen voor rioleringsputten worden gegraven volgens de aanduidingen op het rioleringsplan, rekening houdend met de vereiste hellingen en de nodige werkruimte. De uitvoeringsmethode wordt overgelaten aan het initiatief van de aannemer, die er de volle verantwoordelijkheid voor draagt. Alle op het rioleringsplan voorziene putten. 5/29

6 Inbegrepen in e.v Grondwerken, aanaardingen, met ter plaatse uitgegraven grond De werken omvatten : - het verwijderen van alle puin en afval uit de aan te vullen putten en oppervlakken. - het uitvoeren van de aanvullingen - aandammen van de aangevulde grond. Uit de uitgegraven grond wordt vooraf alle puin en afval verwijderd. Zie hiervoor deel slopingswerken. De teelaarde met organische resten wordt mee op het terrein verwerkt. De teelaarde wordt apart gestockeerd. Verwerking ervan wordt besporken met de architect. De aanvullingen gebeuren met ter plaatse uitgegraven grond. De aanvullingen gebeuren in horizontale lagen. Elke laag wordt afzonderlijk verdicht. De dikte (voor verdichting) van elke laag bedraagt hoogstens 30 cm. Er wordt uitgegaan van de situatie dat geen extra grond moet aangevoerd worden. De passen van het gebouw en de aanleg worden hierop afgestemd. De aannemer dient een overzicht op te geven van de vermoedelijke hoeveelheid uitgraving na de saneringswerken door derden, en de afstemming van deze hoeveelheden op de te bepalen vloerpassen. Het aanvullen van de bouwput, alle funderingssleuven, putten en leidingen en het effenen van de omgeving volgens de passen aangegeven op het terreinaanlegplan. COORDINATIE De aanvullingen worden pas uitgevoerd nadat de architect alle bouwwerken, ondergrondse leidingen en constructies heeft gecontroleerd. De aanvullingen mogen pas worden uitgevoerd indien de elementen die met de aanvullingen in contact komen een voldoende sterkte hebben bereikt om de aanvullingswerken en het aangevulde volume zonder enige schade te weerstaan. De aannemer zal rekening houden met het verdichten en het inklinken van de aangevoerde materialen zodat het vooropgesteld afwerkingspeil gegarandeerd wordt. Globale Prijs 6/29

7 LOT 14 RIOLERING (ONDERBOUW) Buitenrioleringen, buizen, algemeen De werken omvatten : - De uitgravingen van de sleuven en de eventuele schorings- en stutwerken volgens Grondwerken, uitgravingen/leidingen. - vullen van de sleuven met gestabiliseerd zand tot de halve hoogte van de buis. - Het leveren en plaatsen buizen, met inbegrip van alle nodige hulpstukken (bochtstukken, T-stukken, Y- stukken, verloopstukken, aansluitstukken, eindinspektiestukken met schroefdop, verluchtingen, dichtings- en uitzettingsmoffen, bevestigingsmaterialen,...). - Het uitvoeren van alle doorvoeren door de muren en vloeren, en het achteraf terug opstoppen van alle openingen en voegen. - Het uitvoeren van alle noodzakelijke aansluitingen op buizen, putten en afscheidingstoestellen. - De eventuele voorgeschreven bescherming en/of nabehandeling van de buizen. - Het aanvullen van de sleuven. - Het afvoeren van de overtollige grond afkomstig uit de uitgravingen. - Het afvoeren van alle overtollig materiaal. De materialen beantwoorden aan de voorschriften van volgende referentiedocumenten : - STS 35 "SANERING. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater" (Uitg. 1975). - STS 35 "SANERING. Tweede boekdeel : Regenputten - Putten - Drainering" (Uitg. 1975). - T.V. 114 (WTCB) : "Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen". (Uitg. 1977/06). - T.V. 120 (WTCB) : "Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114)" (Uitg. 1976/06). De uitvoering gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van volgende referentiedocumenten: - STS 35 "SANERING. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater" (Uitg. 1975). - STS 35 "SANERING. Tweede boekdeel : Regenputten - Putten - Drainering" (Uitg. 1975). - T.V. 114 (WTCB) : "Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen". (Uitg. 1977/06). - T.V. 120 (WTCB) : "Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114)" (Uitg. 1976/06). De buizen worden met een constante helling van 1 tot 3 cm per meter geplaatst volgens de aanwijzingen op de plannen, en de voorschriften van de fabrikant en is in overeenstemming met de hierboven vermelde referentiedocumenten. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van rechte buizen uit één stuk. De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts, met het mofeind stroomopwaarts gericht. Vóór het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-einde zorgvuldig gereinigd. Vóór de plaatsing worden de buizen ontdaan van alle verontreinigingen en alle vreemde stoffen, zoals stoppen, snijbramen,... Alle buizen die beschadigd zijn, worden vervangen. De afmetingen van de sleuven zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de buizen mogelijk is. De aannemer voert de nodige schorings- en stutwerken uit om inkalving van de sleuven te vermijden. Onder funderingen worden de buizen in een koker gelegd zodat boven de buis een vrije ruimte overblijft van minimum 5 cm. Doorvoeringen zijn zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buis niet kunnen belasten. Ten dien einde worden in de ruwbouwkokers voorzien of worden soepele koppelingen voorzien. De sleuven worden opgevuld met ter plaatse uitgegraven grond. Deze aanvullingen worden aangedamd in lagen van max. 30 cm dikte, naarmate het plaatsen van de buizen vordert, en na controle van de goede uitvoering van de voegen. De aannemer voorziet alle noodzakelijke aansluitingen op buizen, putten en afscheidingstoestellen. COORDINATIE 7/29

8 De architect maakt het riolleidingschema op, eveneens in overeenstemming met de van kracht zijnde richtlijnen van de verantwoordelijke diensten van het openbaar rioleringsnet. De aannemer zal zich bij deze dienst vergewissen van de geldende richtlijnen en per aangetekende brief de architect op de hoogte te brengen van tegenstrijdigheden. CONTROLE/KEURINGS-ASPECTEN De waterdichtheid van het rioleringsstelsel wordt voorafgaandelijk aan de ingebruikname (aanaarding, opvulling, ) onder een waterbalans getest. Hiertoe wordt het rioleringsstelsel in vakken verdeeld en gedurende 24 h onder druk gebracht. Verlies van meer dan 1 van het totaal volume water dat in het beproefd stuk aanwezig is, mag niet worden overschreden. Ter plaatse van de verbindingen worden in de sleufbodem tijdelijke uitsparingen aangebracht die het mogelijk maken de verbindingen af te werken over de totale omtrek van de buizen en hun waterdichtheid te controleren. Na het uitvoeren van de eventuele dichtheidsproeven worden deze uitsparingen opgevuld met dezelfde materialen als voorzien voor de sleufbodem Buitenrioleringen, afvoerbuizen, HDPE Afvoerbuizen : De buizen en hulpstukken zijn uit HDPE (high density polyethyleen). - Diameter (DN) : zoals aangeduid op plan - Belastingsklasse : normaal verkeer - Doorsnede : rond. Bevestiging met schroefbeugels in gegalvaniseerd staal en volgens NBN 657 (450 g zink/m2) in de muur verankerd. De buizen en hulpstukken beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN T (1983) - Afvoerbuizen van polyethyleen (1ste uitg.) Ze bezitten het overeenkomstigheidsmerk BENOR, de vermelding "PE-AFVOER", alsook de naam van de fabrikant, de nominale diameter, wanddikte, week en jaar van fabricage. De buizen zijn geschikt voor afvalwater, waarvan de temperatuur 95 C niet overschrijdt. De verbindingen van de buizen en de hulpstukken gebeurt door lassen bij middel ofwel van een verhitte spiegel, ofwel van een electromof ofwel een verbindingsmof met elastomering (steekmof) of lip-pendichting (uitzettingsmof). De afdichting in de uitzettingsmof gebeurt met een zuurvaste ring. De aansluiting op de putten is uit te voeren met een kraagstuk voorzien van waterkeringsringen. De leidingen worden bevestigd met glijbeugels en vaste puntbeugels van gegalvaniseerd staal met een minimum breedte van 30 mm die de uitzetting en de krimp in de juiste richting moeten geleiden. De beugels mogen niet drukken op de buizen. De maximum afstand tussen de beugels bedraagt : - voor horizontale leidingen : 10 x ND met een maximum van 2 m. - voor verticale leidingen : 15 x ND met een minimum van 2 per verdiepingshoogte. Men onderscheidt : - glijbeugels : tussen de beugels en de buizen wordt een soepele inlegband van synthetisch rubber, zonder weekmakers voorzien. - vastpuntbeugels : een vastpuntbeugel kan op verschillende manieren verwezenlijkt worden : - door tussen de beugel en de buis twee metalen halfschalen te voorzien. naargelang de beugels meer aangespannen worden, komen de halfschalen vaster te zitten, zonder dat de buizen ingesnoerd worden. 8/29

9 - door gebruik te maken van montageopbouw (tussen twee moffen, tussen twee lassen, enz.). Bij een muur- of vloerdoorgang dient steeds een beschermhuls rond de leidingen te worden geplaatst. Leidingen boven onder de nulpas Per lm Met inbegrip van beugels en hulpstukken. Meting van de netto te plaatsen lengte van de buizen opgesplitst per binnendiameter, gemeten langsheen hun aslijn tot in het centrum van kruisingen, aftakkingen, putten en/of afscheidingstoestellen Buitenriolering, wachtleidingen HDPE Voor de latere doorvoer van technische bedrading worden wachtbuizen voorzien. De buizen zijn steeds voorzien van een trekdraad. Over te grote afstanden wordt op tussenplaatsen de buis onderbroken. Ofwel wordt in overleg met de uitvoerder meteen de juiste bekabeling voorzien. De buizen en hulpstukken zijn uit HDPE (high density polyethyleen). - Diameter (DN) : zoals aangeduid op plan - Belastingsklasse : normaal verkeer - Doorsnede : rond. Bevestiging met schroefbeugels in gegalvaniseerd staal en volgens NBN 657 (450 g zink/m2) in de muur verankerd. De buizen en hulpstukken beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN T (1983) - Afvoerbuizen van polyethyleen (1ste uitg.) Ze bezitten het overeenkomstigheidsmerk BENOR, de vermelding "PE-AFVOER", alsook de naam van de fabrikant, de nominale diameter, wanddikte, week en jaar van fabricage. De buizen zijn geschikt voor afvalwater, waarvan de temperatuur 95 C niet overschrijdt. Wachtleidingen worden voorzien voor : Elektriciteit Kabel-tv Telefoon Leidingwater zie funderings- en rioleringsplan Volgens aard en diameter. Met inbegrip van alle nodige aanpassingen en voorbereidingen betreffende muurdoorvoeren en graafwerken. Per lm Buitenrioleringen, inspectieputten/prefab-, algemeen De inspectieputten, gebruikt buiten het gebouw, zijn geschikt om de rioleringsbuizen te controleren en te reinigen. Ze worden daarenboven voorzien van een dubbel deksel teneinde reukdicht te zijn. De werken omvatten : - De nodige uitgravingen. (voorzien in graafwerken) 9/29

10 - Het leveren en het plaatsen van de prefab-toezichtputten met reukafsluiter. - De levering of plaatsing van de funderingen van beton of gestabiliseerde zand voor de funderingsplaat. - Het storten van de funderingsplaat. - Het aansluiten op de aanvoer- en afvoerleiding. - De aanvullingen rondom de put met zuiver zand. - Het leveren en het plaatsen van de inspectieramen met kraag en dubbel deksel, sluit- en bevestigingsinrichtingen, Volgens artikel Buitenrioleringen, putdeksels, algemeen De materialen beantwoorden aan de voorschriften van volgende referentiedocumenten : - STS 35 (1975) - Sanering. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater. - T.V. 114 (WTCB) (1977/06) - Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen. - T.V. 120 (WTCB) (1976/06) - Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114). Beton van de funderingsplaat (indien nodig in functie van ondergrond) - Sterkteklasse : C16/20 - Consistentieklasse : S3 of F3. - Maximale korrelgrootte D van de granulaten : volgens NBN B (2de uitgave, 1992). - Water-cement-factor en cementgehalte : bepaald afhankelijk van de blootstellingsklasse, zoals beschreven in de norm NBN B (2de uitgave, 1992). De uitvoering gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van volgende referentiedocumenten : - STS 35 (1975) - Sanering. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater. - T.V. 114 (WTCB) (1977/06) - Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen. - T.V. 120 (WTCB) (1976/06) - Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114). De afmetingen van de uitgravingen zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de putten mogelijk is. De aannemer voert de nodige schorings- en stutwerken uit om inkalving van de uitgravingen te vermijden. De constructie moet zodanig zijn dat verzakking van de putten niet kan voorkomen. De aanvullingen rondom de put wordt uitgevoerd, met scherp zand, in afzonderlijk te verdichten lagen van maximum 30 cm oorspronkelijke dikte. COORDINATIE De totale hoogte en de niveaus van de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande buizen, worden door de aannemer bepaald, rekening houdend met de aan te houden hellingen en niveaus van buizen en putdeksels. Deze niveaus worden voorafgaandelijk ad uitvoering vastgelegd in samenspraak met de architect. CONTROLE/KEURINGS-ASPECTEN De aannemer legt tijdig de nodige werktekeningen voor aan de architect ter goedkeuring. De aanvullingen rondom de put gebeurt slechts na controle van de afgewerkte inspectieput door de architect. Heel het systeem moet na oplevering volkomen geurdicht zijn Buitenrioleringen, toezichtputten/prefab-, beton (TP) De inspectieput bestaat uit één kamer en wordt in de fabriek gemaakt. - Materialen : beton. - Binnenafmetingen : 40 x 40 cm. - Putwanddikte : volgens voorschriften fabrikant - Vorm : vierkant. 10/29

11 De put wordt voorzien van een deksel en een putrand geplaatst op de goede hoogte. Deze is geschikt voor een geurdicht putdeksel en volkomen geurdichte aansluiting. Volgens Buitenrioleringen, putdeksels, algemeen. Zie fundering en rioleringsplan Aanduiding TP Meting van het aantal uit te voeren prefab-inspectieputten, opgesplitst per afmetingen. Deksel inbegrepen. Per stuk Buitenrioleringen, putdeksels, algemeen De werken omvatten : De levering en vastzetting van putdeksels bestaande uit een kader of omkadering en het deksel zelf. De aansluiting van het dekselkader met het deksel hangt af van het type materiaal. Ze zullen in elk geval perfect op elkaar moeten aansluiten. Het deksel kan probleemloos worden geopend. Het geheel zal een reukdichtheid waarborgen. Het dekselkader zal passend vastgezet worden in de desbetreffende put. De keuze zal eveneens rekening houden met de putafmetingen, de vloerbekleding, en desgevallend met het al dan niet gebruik van verhogingsstukken. Het kaderwerk en de deksel zullen op hetzelfde niveau liggen. Ingeval het putdeksel door motorrijtuigen of zware mobiele lasten zullen worden bereden, worden de dekselramen op een fundering en in een omhulling van beton geplaatst, een omranding vormend van 10 cm met gladgesteken dakvlakken. COORDINATIE Voor de plaatsing van de deksels zal de architect gevraagd worden het vloerniveau aan te geven. Hij zal de precieze plaats bepalen ifv latere buitenbevloering ed. CONTROLE- EN KEURINGSASPECTEN Een staal van het deksel wordt ter goedkeuring aan de architect voorgelegd Buitenrioleringen, putdeksels, gietijzer De aannemer gebruikt putdeksels met de volgende kenmerken : - Materialen : nodulair gietijzer. - Type : blind geribd. - Vorm : rond. - Afmetingen : ifv put Dekselkader : - Materiaal : grijs gietijzer. - Type : enkelbodem. Het geheel zal tenminste voldoen aan : 11/29

12 - Sluitingtype : reukdicht. - Belastingsklasse volgens NBN EN 124 Zie rioleringsplan inbegrepen bij put Aansluiting openbare riolering De werken omvatten : - Alle werken en leveringen voor het voorlopig afvoeren van afvalwaters tijdens het uitvoeren van de werken. - Alle materialen en werken nodig voor een waterdichte en reukdichte aansluiting. - De nodige grondwerken - De wederaanvulling van leidingen - Het openbreken en terug aanwerken van eventuele verhardingen - Het aansluiten van de leidingen volgens schema van gemeente - De nivelleringswerken - Opkuis en afvoer van afvalmaterialen MATERIAAL Voor de aansluiting gebruikt de aannemer de materialen als voorgeschreven door de gemeente. Aansluiting volgens detail gemeente. De aannemer doet tijdig de aanvraag bij de technische dienst van de gemeente teneinde de aansluiting conform aan de gemeentelijke voorschriften uit te voeren. De technische dienst zal bepalen of de aansluiting al dan niet door de aannemer zelf mag uitgevoerd worden. De kosten dienen steeds betaald door de aannemer. Indien de aannemer zelf de aansluiting realiseert, zal hij de oppervlakte van de open te breken verhardingen zo klein mogelijk houden als voor de aansluiting noodzakelijk is. CONTROLE In de Gemeente voert de aannemer de aansluiting uit en verwittigt hij de gemeente voor controle. Pas daarna wordt de put gedicht. COORDINATIE Aangezien het plein zal aangelegd worden na de ruwbouwwerken van het politiekantoor, kan de aansluiting voorafgaandelijk aan de wegenis worden klaargelegd. Globale prijs (GP) Afvalwaterbehandeling, buiten, septische putten/prefab-, algemeen Definitie Een septische put bestaat uit tenminste 2 vakken, met name een vloeibaarmakingsput aangevuld met een verluchte zuiveringsput, al dan niet met een geïncorporeerde bacteriefilter De werken omvatten : - De nodige uitgravingen. - Het voorbereiden van de ondergrond waarop of waarin de toestellen moeten worden geplaatst, - Het leveren en plaatsen van de toestellen, met inbegrip van de aansluitingen. 12/29

13 - Het aansluiten op de aanvoer- en afvoerleiding. - Het leveren en plaatsen van van de inspectieramen met reukdichte deksels. - De aanvullingen rondom de put. - Het metselen van het mangat, en aanbrengen van de putrand. ALGEMENE BESCHRIJVING - De materialen beantwoorden aan de voorschriften van volgende referentiedocumenten : - STS 35 (1975) - Ssanering. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater. - WTCB T.V. 114 (1977) - Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen. - WTCB T.V. 120 (1976) - Praktische toepassing van het Sanitair Reglement (T.V. 114). - Pro Memorie : De te plaatsen toestellen moeten, indien mogelijk, uit hetzelfde materiaal als de gebruikte buizen vervaardigd zijn, ofwel uit materialen die onderling verenigbaar zijn. Op de septische put staat vermeld : de handelsnaam, naam en adres van de fabrikant en nuttige inhoud. ALGEMENE BESCHRIJVING - De uitvoering gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van volgende referentiedocumenten : - STS 35 (1975) - Ssanering. Eerste boekdeel : Riolering - Zuivering van huisafvalwater. De afmetingen van de uitgravingen zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de putten mogelijk is. De aannemer voert de nodige schorings- en stutwerken uit om inkalving van de uitgravingen te vermijden. Het aanzetpeil, bodemniveau en topniveau van de put worden bepaald in functie van de hellingen van het rioleringsstelsel en het niveau van de putdeksels t.o.v. het maaiveld en/of de vloerafwerking. De constructie moet zodanig zijn dat verzakking van de putten niet kan voorkomen. COORDINATIE De architect zal voorafgaandelijk aan de plaatsing de juiste plaats en de pas aangeven. Hij vermeldt in de aanbestedingsdokumenten de eisen aan dewelke de septische put zal moet voldoen : - De capaciteit van de septische put wordt bepaald naargelang het aantal "equivalent bewoners" (E.B.) van het gebouw of het complex waarop die aangesloten is. - debiet van de vloeistof. - aard van de afvalwater : faecaalwater, huisafvalwater met inbegrip van toiletwater, badwater, waswater,., eventueel aanwezige detergenten. De afmetingen en de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande leidingen, worden op het rioolschema aangegeven, rekening houdend met de aan te houden hellingen en niveaus van leidingen en putdeksels. De totale hoogte en de niveaus van de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande buizen, worden door de aannemer bepaald, rekening houdend met de aan te houden hellingen en niveaus van buizen en putdeksels. Deze niveaus worden aangegeven hetzij op de plannen, hetzij voorafgaandelijk aan de uitvoering vastgelegd in samenspraak met de architect. De keuze van het toestel zal eveneens rekening houden met de buisdiameters waarop moet worden aangesloten. CONTROLE/KEURINGS-ASPECTEN Na controle door de architekt worden de aanvullingen rondom de put uitgevoerd, met scherp zand, in afzonderlijk te verdichten lagen van maximum 30 cm oorspronkelijke dikte. Onmiddellijk na de plaatsing wordt de septische put gevuld met helder water Afvalwaterbehandeling, buiten, septische putten/prefab- beton De septische put wordt in de fabriek gemaakt. 13/29

14 - Samenstelling : bestaande uit ten minste twee vakken en is uitgerust met een terugslagklep aan de inlaat. - Materialen : gewapend beton. - Vorm : rond. - Nuttige inhoud : liter. De aannemer gebruikt putkader en putdeksels met de volgende kenmerken : - Materialen deksel en kader : nodulair gietijzer. - Type : blind geribd. - Sluitingtype : reukdicht. - Belastingsklasse volgens NBN EN 124 De septische put wordt volkomen waterpas geplaatst. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de put. Het inloopstuk bestaat uit een T-stuk voor de opvang van de overdruk bij doorspoeling. Er wordt een ontluchtingsbuis voorzien in PVC. Het verloop van de ontluchtingsbuis gebeurt volgens de aanwijzingen van de architect. Bovenop de opening van de septische put wordt een mangat voorzien van een betonnen putrand. Minimum binnenafmetingen : 60 x 60 cm. Dit mangat laat toe alle compartimenten van de put te bereiken voor toezicht en ruiming. Het kader en het deksel worden zodanig geplaatst dat de bovenzijde van de betonnen putrand nergens in zicht is. (kader en deksel groter dan mangat) Zie rioleringsplan Mangat en -putrand inbegrepen. Deksel inbegrepen. Per stuk volgens inhoud Afvalwaterbehandeling, buiten, afscheiders/koolwaterstof, algemeen De werken omvatten : - Het voorbereiden van de ondergrond waarop of waarin de toestellen moeten worden geplaatst. (uitgraving voorzien in grondwerken) - Het leveren en horizontaal plaatsen van de toestellen op een gestabiliseerde zandbed. - Het aansluiten op de leidingen. - Het leveren en plaatsen van een kraag indien nodig en de hoogte ervan regelen in functie van het afgewerkte vloerpeil. - Het vullen van het apparaat met zuiver water voor de inbedrijfstelling. - Het ophogen rondom het toestel met zuiver zand. - Het leveren en plaatsen van een rooster. ALGEMENE BESCHRIJVING - De toestellen beantwoorden aan de voorschriften van STS 35 "Sanering. Eerste boekdeel : Rioleringzuivering van huisafvalwater" (Uitgave Februari 1975) De toestellen zijn geschikt voor het afscheiden van oliën en koolwaterstoffen en voor plaatsing buiten het gebouw. Het concept van het afscheidingstoestel is zo dat er geen reuk kan ontsnappen. Het is eveneens voorzien om te kunnen worden geledigd en daartoe verbonden met een uitneembaar deksel. Dit deksel is voorzien van een tand en groef ter aansluiting met het toestel. Het deksel zal tenminste voldoen aan een belasting volgens EN 124. Het deksel zal geurdicht zijn. De toestellen zijn hetzij uit hetzelfde materiaal, hetzij verenigbaar met het materiaal van de afvoerbuizen waarop ze aansluiten. De plaatsing en de aansluiting van de toestellen beantwoorden aan de voorschriften van 14/29

15 STS 35 Sanering. Eerste boekdeel : Riolering-zuivering van huisafvalwater (Uitgave Februari 1975) De toestellen worden zo geplaatst dat ze een vlotte werking en lediging mogelijk maken. Het toestel zal minstens geplaatst worden op een fundering van gestabiliseerd zand van tenminste 15 cm. De aanvulling, uitgevoerd met zand, zal verzorgd gebeuren. COORDINATIE De architect zal voorafgaandelijk aan de plaatsing de juiste plaats en het vloerniveau aangeven. De keuze van het toestel zal eveneens rekening houden met de buisdiameters waarop moet worden aangesloten. CONTROLE- EN KEURINGSASPECTEN Een monster van het deksel wordt afgegeven aan de architect Afvalwaterbehandeling, buiten, dubbele schepput - reukafsluiter, gewapend beton Het afscheidingstoestel zijn geprefabiceerd in vezelversterkt beton. Type waterslot : voorzien van een tussenschot. Afmetingen : aangepast aan debiet en afmetingen afvoeren Het is voorzien van door de fabrikant aangebrachte dichtingsringen van synthetisch gevulcaniseerd elastomeer, vastgekleefd met een zuurbestendige lijm in de binnenkant van de mof. De aannemer gebruikt een putdeksels met de volgende kenmerken : - Materialen deksel en kader : nodulair gietijzer. - Type : blind geribd. - Sluitingtype : reukdicht. - Belastingsklasse volgens NBN EN 124 De put wordt volkomen waterpas geplaatst. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de put. Het inloopstuk bestaat uit een T-stuk voor de opvang van de overdruk bij doorspoeling. Het kader en het deksel worden zodanig geplaatst dat de bovenzijde van de betonnen putrand nergens in zicht is. De voegen worden gedicht met een aangepaste cementmortel. Zie fundering en rioleringsplan. Aanduiding DSP Per stuk. Deksel inbegrepen Buitenrioleringen, regenwaterputten/prefab-, algemeen Bestemd om regenwater op te vangen en als ondergrondse regenwatervergaarbak te dienen. Voor putten van meer van 5 m3 is een slibafscheiders te voorzien. Die zijn beschreven in artikel Afvalwaterbehandeling, buiten, afscheiders/slib, algemeen. De werken omvatten : - De nodige uitgravingen.(voorzien in grondwerken) - Het voorbereiden van de ondergrond waarop of waarin de prefab regenput moet worden geplaatst, - Het leveren en plaatsen van de toestellen, met inbegrip van de aansluitingen. - Het aansluiten op de regenwateraanvoerleiding en overloop. - De aanvullingen rondom de put met zuiver zand. - Het metselen van het mangat, en aanbrengen van de putrand. 15/29

16 - Het leveren en plaatsen van de inspectieramen met reukdichte deksels volgens Waterafvoer, putdeksels, algemeen. - Het aanvullen en aandammen van de ruimte bovenop en omheen de put met zuiver zand. De materialen beantwoorden aan de voorschriften van volgende referentiedocumenten : - STS 35 (1975) - Sanering. Tweede boekdeel : Sanering - Regenputten - Drainering. - WTCB-T.V. 114 (1977) - Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de waterafvoer van gebouwen. Op de regenwaterput staat vermeld : de handelsnaam, naam en adres van de fabrikant en nuttige inhoud. De uitvoering gebeurt in overeenstemming met de voorschriften van volgende referentiedocumenten : STS 35 (1975) - Sanering. Tweede boekdeel : Sanering - Regenputten - Drainering. De afmetingen van de uitgravingen zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de putten mogelijk is. De aannemer voert de nodige schorings- en stutwerken uit om inkalving van de uitgravingen te vermijden. Het aanzetpeil, bodemniveau en topniveau van de put worden bepaald in functie van de hellingen van het rioleringsstelsel en het niveau van de putdeksels t.o.v. het maaiveld en/of de vloerafwerking. De constructie moet zodanig zijn dat verzakking van de putten niet kan voorkomen. De regenwaterput wordt volkomen waterpas geplaatst. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de put. Het inloopstuk bestaat uit een T-stuk voor de opvang van de overdruk bij doorspoeling. COORDINATIE De afmetingen en de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande leidingen worden op het leidingsschema afgegeven. De architect zal voorafgaandelijk aan de plaatsing de juiste plaats en de pas aangeven. De totale hoogte en de niveaus van de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande buizen, worden door de aannemer bepaald, rekening houdend met de aan te houden hellingen en niveaus van buizen en putdeksels. Deze niveaus worden voorafgaandelijk ad uitvoering vastgelegd in samenspraak met de architect. De keuze van het toestel zal eveneens rekening houden met de buisdiameters waarop moet worden aangesloten. CONTROLE/KEURINGS-ASPECTEN Na controle door de architect worden de aanvullingen rondom de put uitgevoerd, met scherp zand, in afzonderlijk te verdichten lagen van maximum 30 cm oorspronkelijke dikte. Bij de oplevering wordt de put compleet gevuld met helder water voor de controle van de algemene waterdichtheid. De waarborg van waterdichtheid is beperkt tot onder het deksel of het niveau van de overloopbuis Buitenrioleringen, regenwaterputten/prefab-, beton De regenwaterput wordt in de fabriek gemaakt. - Type : monoliete kuip. - Materialen : gewapend beton. - Vorm : rond. - Nuttige inhoud : liter. - Aansluiting : horizontaal. (definitief vastleggen ad uitvoering) De aannemer gebruikt putkader en putdeksels met de volgende kenmerken : - Materialen deksel en kader : nodulair gietijzer. - Type : blind geribd. - Sluitingtype : reukdicht. - Belastingsklasse volgens NBN EN /29

17 De regenwaterput wordt volkomen waterpas geplaatst. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de put. Het inloopstuk bestaat uit een T-stuk voor de opvang van de overdruk bij doorspoeling. Bovenop de opening van de put wordt een mangat voorzien van een betonnen putrand. Minimum binnenafmetingen : 60 x 60 cm. Dit mangat laat toe alle compartimenten van de put te bereiken voor toezicht en ruiming. Het kader en het deksel worden zodanig geplaatst dat de bovenzijde van de betonnen putrand nergens in zicht is. (kader en deksel groter dan mangat) De soepele aanzuigleiding in hoogwaardig polyethyleen is voorzien in het lot technieken. Zie fundering en rioleringsplan Prefabmangat en -putrand inbegrepen. Deksel inbegrepen. Per stuk Regenwaterrecuperatie, filterput voor regenwaterrecuperatie Filterput bestemd voor het opvangen, filteren en afvoeren van regenwater en geschikt voor plaatsing aan een ondergrondse waterafvoerbuis. De filtering gebeurt dmv een filter met filterhuis. De filter is geschikt voor het opnemen van een ondergrondse verzamelleiding met uitwendige diameter 220 mm. Geïntegreerd systeem uitgevoerd in hoogwaardig polyethyleen. Het filterput wordt zo gemonteerd dat: - het regenwater dat door de filter is gelopen, opgevangen wordt en afgeleid naar de regenwaterput; - er geen diametervernauwing optreedt en zo steeds al het dakwater afgevoerd kan blijven; - er geen water in de filterhuls blijft staan; - de filter bestand is tegen vorst. De filter wordt geplaatst in aansluiting aan de regenwaterput Voor regenwaterput zie rioleringsplan Per stuk. Deksel inbegrepen Geprefabriceerde waterafvoergeulen in polyesterbeton De werken omvatten : - De nodige graafwerken - Plaatsen van betonnen fundering rondom vloergeul - Plaatsen van vloergeul - Plaatsen van zandvang - Aansluiten van afvoerbuizen - Plaatsen van roosters 17/29

18 Het polyesterbeton is vervaardigd uit korrelig kwarts dat chemisch zuiver en inert is, gebonden met polyesterhars, zonder enige andere materie. De afvoergeul bestaat uit een U-vormige bak in polyesterbeton, waarvan de bovenste lengteranden versterkt zijn met een kader dat meermaals vastgehecht is in het polyesterbeton. De roosters in nodulair gietijzer kwaliteit FNG (NBN ) of gelijkwaardig, Geschikt voor belastingsklasse B 125 volgens DIN kenmerken van het polyesterbeton - Weerstanden op genormaliseerde kubussen 4 x 4 x 16cm, volgens DIN samendrukking : ± 900 kg/cm2 buiging : ± 200 kg/cm2(gemiddelde van 3 proeven). - Wateropslorping : minder dan 1%. - Chemische eigenschappen : bestand tegen zoutoplossingen, afvalwater, grondzuren, minerale oliën, stookolie, benzine, kerosine, e.a. - Warmte uitzetting : - Onbederfbaar en vorstvrij materiaal. Afmetingen : - breedte binnenzijde : 150 mm - breedte buitenzijde : 210 mm - lengte : 1000 mm De geprefabriceerde delen worden geplaatst in een laag gestabiliseerd zand met een dikte van 20 cm onder de goot. De delen verschillen in hoogte zodat de geul voorzien is van een ingebouwde afschot. Twee delen, zijn voorzien voor de aansluiting van een afvoer met een ondergebouwde zandvang. De goot wordt afgesloten met een geprefabriceerd afsluitstuk, eveneens in polyesterbeton. Deze elementen worden niet afzonderlijk verrekend, zodat hun prijs dient begrepen te zijn in de prijs per m afvoergeul met rooster. Zo dient ook het funderingsbeton en de betonnen ommanteling begrepen te zijn in de prijs van de afvoergeulen. CONTROLE- EN KEURINGSASPECTEN Vóór de bevoorrading op de werf stelt de aannemer aan de architect een staal van het aangeboden materiaal voor. Zie plan. Alles inbegrepen : speciale stukken, zandvang en rooster. Per Lm 18/29

19 LOT 90 BESTRATING & WEGENIS Bedding in puinsteenslag De werken omvatten : - het ter plaatse brengen van het materiaal - uitpassen en meten van helling en afwatering - het uitspreiden en verdichten (aandammen) - afvoeren van afvalresten en overtollig materiaal MATERIAAL Steenslag verharding korrelmaat 32/56 volgens NBN B (1975) Bestaande uit mengpuinsteenslag van beton- en metselwerkpuinsteenslag Mengpuinsteenslag heeft bij afspraak de volgende samenstelling in massa-percentages : - minimum 20 % gebroken betonpuin met een volumemassa 2100 kg/m3; - maximaal 30 % gebroken ander natuurlijk steenachtig materiaal met een volumemassa 2100 kg/m3; - minimaal 40 % gebroken metselwerkpuin met een volumemassa 1600 kg/m3; - maximaal 10 % gebroken ander natuurlijk steenachtig materiaal met ten hoogste 5 % gebroken asfaltpuin; - maximaal 1 % in massa- en volumedelen niet-steenachtig materiaal (zoals gips, rubber, plastic, isolatie, roofing, bitumen...); - maximaal 0,5 % organisch materiaal (zoals hout, plantenresten); - geen leisteenachtige of vorstgevoelige gesteenten; - geen aanklevende film van klei- of krijtachtig materiaal. In de uitgegraven en genivelleerde wegbedding wordt een laag van steenslag aangebracht van op de vaste grond tot 30 cm onder de afgewerkte pas en met een dikte van 30 cm. Aanvullingen onder overige verhardingen indien zandcementlaag niet tot op vaste grond reikt. Het geheel steeds aanwalsen tot een drukvaste bedding. CONTROLE - EN KEURINGSASPECTEN De aannemer moet vóór de uitvoering het bewijs voorleggen dat de mengcentrale beschikt over een geldig certificaat, afgeleverd door de erkende onpartijdige instelling. Te voorzien onder alle wegen waar een mechanische belasting zich voordoet te weten : - Onder dienstparking (30 cm) - Onder het terras (15 cm) - Onder de randverharding rondom het gebouw (15cm) Per m Bedding gestabiliseerd zand (zandcement) De werken omvatten : - het ter plaatse brengen van het materiaal - het uitspreiden en verdichten (aandammen) MATERIAAL De fundering van zandcement wordt vervaardigd met funderingszand C dat voor zijn verwerking wordt gemengd met cement van klasse CEM III/A 32,5. De mengverhouding bedraagt 125 à 150 kg cement / m3 19/29

20 scherp zand. De vermenging geschiedt verplichtend in een degelijke menginstallatie. Het zandcementmengsel moet voldoen aan volgende voorschriften : Drukweerstand De gemiddelde drukweerstand na 7 dagen moet minstens 2,5 N/mm2 bedragen. De aannemer moet een aardvochtig en vers zandcement tewerkstellen. Het gestabiliseerd zand moet verwerkt worden in horizontale lagen van maximaal 15cm dikte en dient verdicht met een daartoe gecertificeerde uitrusting. De verdichte laag heeft een uiteindelijke dikte van 20 cm. Te voorzien onder alle verhardingen in betonklinkers en grasbetonstenen. Per m Plaatsen randstenen De werken omvatten - Uitlijnen van boord - Plaatsen van randstenen - Aanvullen van buitenzijde (45 ) MATERIAAL Boordstenen beantwoorden aan NBN B en hebben een BENOR keurmerk. Voor het afboorden van de betonstraatstenen wordt gebruik gemaakt van ingegraven geprefabriceerde boordstenen type (30 x 10 cm) in beton. Met scherpe hoeken zonder afschuining. Bij geprefabriceerde kantstenen dient aan de achterkant, die enkel door aanvulling gesteund worden, een driehoekige stut in gestabiliseerd zand te worden voorzien van minstens 20cm breedte en 20cm hoogte. Deze stut is inbegrepen in de prijs van de kantstenen. De (nagenoeg) rechte hoeken die 2 boordstenen in planzicht maken worden verwezenlijkt door het in verstek zagen van de uiteinden der boordstenen of door geprefabriceerde boordstenen. De stompe hoeken worden eveneens steeds gevormd door in verstek gezaagde stenen. De kantstenen worden nauw aansluitend geplaatst en niet opgevoegd. Te voorzien aan de randen van de wegen in betonklinkers. (zie plan) Per Lm Bestrating van grasbetonstenen De werken omvatten : - Naast elkaar plaatsen en vastzetten van betonnen grasdals op een bed van fijn zand (straatlaag) - Het vullen van de voegen met zwarte aarde - Het verzagen van stenen aan kanten en hoeken - Opkuis en afvoeren puin en afval Het inzaaien van gras is verder in dit bestek voorzien. 20/29

21 MATERIAAL Betonklinker Betonstraatstenen beantwoorden aan NBN B en hebben een BENOR keurmerk. Betonnen grasdal 60 x 40cm en 10cm dik Kleur : effen lichtgrijs Verband : dambord Straatlaag Scherp grof zand (0/4) dat voldoet aan : zand voor straatlagen van bestrating volgens III Voegzand Zwart zand aangedamd Plaatsing voldoet aan NBN B 'Betonstraatstenen' Op het baanbed van gestabiliseerd zand wordt een laag zand aangebracht (straatlaag) van 3 tot 5 cm dik. Die dikte wordt bekomen na indirecte verdichting als de klinkers geplaatst zijn. (de straatlaag wordt niet afzonderlijk verdicht). De oneffenheden zijn hoogstens 5mm. De straatlaag wordt geëffend en de dals worden er met de hand ingelegd. Klinkers worden uit meerdere paketten gelijktijdig verwerkt. Er worden geen passtukken verwerkt kleiner dan 1/3de van een klinker en alle passtukken worden steeds gezaagd. De zichtbare randen zijn steeds recht en zonder happen. De klinkers worden in een halfsteens verband geplaatst. (richting volgens plan). Na het plaatsen worden de stenen vastgezet. Dit gebeurt met trilplaten voorzien van rubber- of kunststofzool. Na het trillen wordt de bestrating bedekt met een dunne laag zand voor voegvulling, dat in de voegen wordt geveegd, waarbij de stenen opnieuw getrild worden. Het invoegen met zand en aftrillen wordt herhaald totdat de stenen volledig vastzitten. Tijdens het vastzetten worden beschadigde tegels vervangen. De voegen worden volledig opgevuld met zand. De breedte van de voegen is nergens breder dan 2mm. CONTROLE- EN KEURINGSASPECTEN Alle gebruikte materialen voldoen aan de respectievelijke keuringen. De bestrating wordt a posteriori gekeurd op profiel, vlakheid van de dwarshelling, hoogteverschil tussen aangrenzende tegels, gaafheid van het legverband, breedte van de voegen, kwaliteit van de voegen en druksterkte van het geheel. De vlakheid wordt gemeten met een rei van 3m. Oneffenheden van meer dan 7mm worden niet aanvaard. Volgens plan: dienstparking en randverharding Bedding van gestabiliseerd zand is opgenomen in andere post. Straatlaag en voegzand is inbegrepen. Per m Bestrating van asfalt De bitumineuze verharding omvat: - het in opeenvolgende lagen strooksgewijs warm spreiden en mechanisch verdichten van bitumineuze mengsels ten einde een flexibele verharding te verwezenlijken voor de rijwegen, zijstroken, fietspaden of voetpaden. - de werken die van voornoemde werken afhangen of ermee samenhangen zoals: in voorkomende gevallen het vooraf wegwerken van de oneffenheden van de fundering, wanneer 21/29

22 een verharding wordt opgebroken en de fundering behouden blijft; het vooraf van de oppervlakken waarop de lagen worden aangebracht, verwijderen van alle plassen en ongewenste materialen; het aanbrengen van bitumenemulsie als kleefmiddel; het uitvoeren van langse stortnaden tussen de stroken en van dwarse stortnaden in de stroken; de oppervlakbehandeling van rijwegoppervlakken; de uitvoering van de buitenranden en de voegen, het kleven van naden. De materialen zijn hoofdzakelijk: - zand voor bitumineuze mengsels volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli 2000, met dien verstande dat de bepaling paragraaf D alleen geldt voor rijwegen; - zand als nabehandelingsproduct volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli steenslag voor bitumineuze mengsels volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli 2000 met dien verstande dat de bepaling paragraafe alleen geldt voor rijwegen; - steenslag voor begrinding van rijwegoppervlakken volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli vulstof voor bitumineuze mengsels voor verhardingen volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli bitumen B50-70 volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli 2000, voor het asfaltbeton 4C - voorgevormde bitumineuze voegband volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli bitumenemulsie volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli geëxtrudeerde voegband volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli naadklever volgens III van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.0 van 17 juli 2000 mengsel voor onderlagen Mengsels voor onderlagen zijn asfaltbeton (AB). De zandfractie 0,063 mm - 2,00 mm voor asfaltbeton bevat minimum 50 % brekerzand. De vulstof voor al de onderlagen voor wegen van bouwklasse B1 t.e.m. B3 is van het type II. De vulstoffractie, < 0,063 mm, van de onderlagen is voor minstens 50 % aanvoervulstof. Indien minder dan 70 % aanvoervulstof wordt gebruikt moet het vulstofmengsel aan de eisen van de voorgeschreven aanvoervulstof voldoen. De vulstoffractie voorkomend in natuurasfalt (trinidad,...) wordt conventioneel voor 100 % beschouwd als aanvoervulstof. De vulstoffractie afkomstig van het asfaltpuingranulaat wordt conventioneel voor 70 % als aanvoervulstof beschouwd. Het aandeel bitumen afkomstig van asfaltpuingranulaat is voor de onderlagen van wegen beperkt tot 40 % voor het homogeen asfaltpuingranulaat, tot 20 % voor niet-homogeen asfaltpuingranulaat en tot 10 % voor de koude toevoeging. Bij de koude toepassing worden de gerecycleerde materialen zonder bijkomende verwarming aan de nieuwe materialen toegevoegd, hetzij in de droogtrommel, hetzij in de menger. Bij de warme toepassing worden de gerecycleerde materialen met een bijkomende verwarming tot minstens 110 C verwarmd alvorens in contact te komen met de nieuwe materialen. mengsel voor toplagen Asfaltbeton (AB) De zandfractie 0,063 mm - 2,00 mm voor asfaltbeton AB bevat minimum 50 % brekerzand. Het gehalte aan deeltjes fijner dan 0,063 mm in dit brekerzand is beperkt tot 8 % voor de wegen van bouwklasse B1 t.e.m. B3. De vulstof voor AB van de toplagen is van het type II. De vulstoffractie voor AB van de toplagen is voor minstens 50 % aanvoervulstof. Indien minder dan 70 % aanvoervulstof wordt gebruikt moet het vulstofmengsel voldoen aan de eisen van de vulstof. De vulstoffractie voorkomend in natuurasfalt (trinidad,...) wordt conventioneel voor 100 % 22/29